De Voorzitter. – Aan de orde is de definitieve ontwerpagenda die door de Conferentie van voorzitters is opgesteld overeenkomstig artikel 130 en 131 van het Reglement tijdens haar vergadering van donderdag 30 maart 2006. De volgende wijzigingen zijn voorgesteld:
Met betrekking tot de dinsdag
De Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement heeft voorgesteld de stemming over het verslag van de heer Őry, die voor morgen op het rooster staat, te verzetten naar woensdag.
Martin Schulz (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, het verslag-Őry stond op de oorspronkelijke agenda voor woensdag gepland, net als de stemming daarover. Door een besluit dat de Conferentie van voorzitters pas donderdag jongstleden heeft genomen wordt het verslag nu al op de dinsdag besproken. Met als gevolg dat we vandaag niet meer in staat waren er in de fractie een afsluitend debat over te voeren, omdat we er bij het uitnodigen van onze afgevaardigden van uitgegaan zijn dat de stemming op woensdag zou plaatsvinden en we dus op dinsdagavond een afsluitend debat hadden kunnen voeren. Daarom zou ik de collega’s dankbaar zijn als ze ermee instemmen om morgen over het verslag te debatteren, maar er pas woensdag over te stemmen.
Csaba Őry (PPE-DE), rapporteur. – (HU) Ik zie daar geen bezwaar in en ik ben het er persoonlijk mee eens. Hartelijk dank.
(Het Parlement willigt het verzoek in)
De Voorzitter. – De Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement verzoekt om uitstel tot een volgende vergaderperiode van de stemming over de verslagen van Monica Frassoni (A6-0089/2006), Bert Doorn (A6-0082/2006), Arlene McCarthy (A6-0083/2006) en Giuseppe Gargani (A6-0080/2006).
Hannes Swoboda (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, hoewel ik u daarover niet van tevoren geïnformeerd heb, wil ik graag nog iets over de kwestie “Beter wetgeven” zeggen. We zijn ermee akkoord gegaan dit belangrijke debat deze week te houden, maar nu is op de valreep duidelijk geworden dat er bij de stemming nog een paar zaken zijn die om opheldering vragen. We hebben het er in ieder geval met de rapporteurs over gehad om de stemming over allevier de verslagen inzake beter wetgeven niet deze week te houden, maar tijdens de volgende vergaderperiode. Ik weet niet of we daar nu al over kunnen stemmen, mocht er overeenstemming over bestaan, maar ik wil er in elk geval nu al op wijzen dat er een sterke voorkeur bestaat om deze week geen stemming, maar alleen een debat te houden over de verslagen inzake beter wetgeven.
De Voorzitter. Als ik het goed begrepen heb, behelst uw verzoek het debat te houden zoals gepland, maar dan zonder stemming.
Klaus-Heiner Lehne (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik constateer die voorkeur ook en verklaar namens mijn fractie dat wij het voorstel ondersteunen.
De Voorzitter. We hebben het nu over tendensen. Kunnen we stemmen over tendensen?
Monica Frassoni (Verts/ALE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dit is geen tendens binnen de grote coalitie, maar ook wij zijn voor uitstel van de stemming, en wel om een heel eenvoudige reden: volgens ons hapert er nog wat aan de onderlinge afstemming van deze verslagen. Het is dus een goed idee om daarover nog eens te spreken, zodat wij, indien dit Huis daartoe besluit, in mei kunnen stemmen.
De Voorzitter. Ik zal het zo opvatten dat deze tendens kan worden geïnterpreteerd als een concreet verzoek om de stemming niet tijdens deze vergaderperiode te laten plaatsvinden.
(Het Parlement willigt het verzoek in)
Met betrekking tot de woensdag
De Raad heeft de titel van de laatste van de verklaringen die hij vanmiddag zal afleggen als volgt aangevuld: "Maatregelen ter verbetering van de verkeersveiligheid (SAFETY) en veiligheidsmaatregelen in de vervoerssector, met inbegrip van de financiering ervan (SECURITY)".
Hannes Swoboda (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou de diensten willen vragen de voorzitter van de Raad erop te wijzen dat hij ook aandacht moet besteden aan de oorspronkelijke definitie van veiligheid, namelijk terrorismebestrijding, en dat hij zich niet mag beperken tot veiligheid in de vervoerssector. Er heerst namelijk een bang voorgevoel dat alleen het tweede thema zal worden behandeld.
De Voorzitter. Uiteraard neemt de Commissie nota van hetgeen de heer Swoboda zojuist zei. Veiligheidsmaatregelen tegen terrorisme en verkeersveiligheid zijn twee totaal verschillende onderwerpen. De Raad is echter niet aanwezig om nota te nemen van uw opmerking. Ik zal deze overbrengen. Het zou goed zijn om het niet alleen over verkeersveiligheid te hebben als het verzoek bedoeld was om ook het onderwerp van veiligheidsmaatregelen tegen terrorisme aan bod te laten komen.
Met betrekking tot de donderdag
De Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links verzoekt om aan het begin van de vergadering een verklaring van de Commissie over de situatie in Zuidoost-Turkije toe te voegen, en het debat af te sluiten met een stemming over een ontwerpresolutie.
Francis Wurtz (GUE/NGL). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijn fractie heeft om een verklaring van de Commissie met aansluitend een debat verzocht. We waren overigens ook voor de indiening van een ontwerpresolutie, maar ik geloof dat meerdere fracties daar niet zoveel voor voelen.
Waarom vinden wij het zo belangrijk dat er dan toch in ieder geval een verklaring van de Commissie komt, gevolgd door een debat? De reden is dat er een paar dagen geleden tanks zijn gestuurd naar dit gebied, Turks Koerdistan. Er zijn talloze slachtoffers gevallen, waaronder kinderen. Er wordt echt met ongelooflijk veel geweld tegen de bevolking opgetreden. Het gaat hier om een land dat in onderhandeling is over toetreding tot de Europese Unie. Dat land schendt op uiterst grove wijze de toezeggingen die het gedaan heeft, en ik denk dan ook dat dit een zaak is die de Commissie rechtstreeks aangaat.
Daarom zouden wij graag zien dat op de agenda van donderdag een verklaring en een debat ingeschreven worden, zo mogelijk als eerste agendapunt 's ochtends.
Hannes Swoboda (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, wij steunen de motie waarin wordt aangedrongen op een debat nadat de Commissie haar verklaring heeft afgelegd, maar willen nu nog geen resolutie opstellen. Het liefst zien wij dat deze kwestie bij het komende verslag-Eurlings meegenomen wordt. Ik zou alleen voor willen stellen dat we het daar ofwel donderdagmiddag om drie uur over hebben, ofwel donderdag eerder beginnen, anders komen we die dag met de stemming over de beide geplande verslagen toch weer in de knel. Dat brengt ons dan weer in de positie dat we de stemming uit moeten stellen enzovoorts. Dus als we ook echt over de beide geplande verslagen willen stemmen, moeten we donderdag eerder beginnen of de kwestie om drie uur ’s middags behandelen.
(Het Parlement willigt het verzoek in)
De Voorzitter. – Geachte afgevaardigden, ik vrees dat er in ons besluit één kwestie nog niet duidelijk is. We hebben besloten de vergadering om drie uur te beginnen en dan de situatie in Zuidoost-Turkije te behandelen, maar volgens mij is nog niet duidelijk of dat debat wel of niet wordt afgesloten met een stemming over een resolutie.
Francis Wurtz (GUE/NGL). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, na overleg met de verschillende fracties hebben wij er de voorkeur aan gegeven onze collega's tegemoet te komen en het verzoek om indiening van een ontwerpresolutie in te trekken. Aanvankelijk waren wij voor indiening van een ontwerpresolutie, maar op basis van het overleg dat we hebben gevoerd, hebben we besloten geen resolutie ter stemming voor te leggen.
De Voorzitter. Ik ben blij dat dit is opgehelderd. Er komt dus wel een debat, maar dat zal niet worden gevolgd door een stemming over een resolutie.
De Fractie van de Europese Volkspartij (Christen democraten) en Europese Democraten stelt bovendien voor de titel van het debat "Situatie in de gevangenissen in Irak" te wijzigen in: "De Assyrische gemeenschap in Irak en de situatie in de gevangenissen in Irak".
Hans-Gert Poettering (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, oorspronkelijk gaf de titel van het debat aan dat er over de Assyrische gemeenschap in Irak gesproken zou worden. Vervolgens wijzigde de Conferentie van voorzitters de titel in “de gevangenen in Irak”. Wij hebben er niets op tegen de situatie van de gevangenen in Irak te bespreken, maar het lijkt ons dringend geboden het ook over de Assyrische gemeenschap te hebben. Vandaar mijn vraag of we het niet eens kunnen worden en zowel over de Assyrische gemeenschap als over de gevangen in Irak kunnen spreken.
De Voorzitter. Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, was dit de door de Conferentie van voorzitters overeengekomen formulering. Op de agenda staat iets anders, dus we zullen moeten beslissen of we dat zo houden of dat we het veranderen overeenkomstig het verzoek van de heer Poettering.
Johan Van Hecke (ALDE). – Voorzitter, zoals de heer Poettering heeft gezegd, was er enige onduidelijkheid over de precieze titel en de invulling ervan. Wij stellen voor, zoals de heer Poettering heeft gezegd, om beide aan bod te laten komen, zowel de rol van de Assyrische minderheid als de situatie van de gevangenissen in Irak. Ook de titel mag niets aan duidelijkheid te wensen overlaten. Dus, als het gaat om een wijziging of een voorstel van wijziging in de zin van "De situatie in Irak: de gevangenissen en de situatie van de Assyrische minderheid" dan kan de ALDE-Fractie in elk geval daarmee instemmen.
De Voorzitter. Het voorstel van de heer Poettering luidt om precies te zijn: "De Assyrische gemeenschap in Irak en de situatie in de gevangenissen in Irak", twee punten dus.
(Het Parlement willigt het verzoek in)
(Het Parlement neemt de aldus gewijzigde agenda aan)(1)