Dobesedni zapisi razprav

Torek, 4. april 2006 - Strasbourg

13. Nadzor nad izvajanjem zakonodaje Skupnosti (2003 2004) - Boljša priprava zakonodaje: uporaba načela subsidiarnosti 2004 - Izvajanje posledice in vpliv veljavne zakonodaje notranjega trga - Strategija poenostavitve okoljske zakonodaje (razprava)

  El Presidente. El punto siguiente del orden del día es el debate conjunto «Legislar mejor» que abarca cuatro informes:

- el informe de Monica Frassoni, en nombre de la Comisión de Asuntos Jurídicos, sobre los vigesimoprimero y vigesimosegundo informes anuales de la Comisión sobre el control de la aplicación del Derecho comunitario [2005/2150(INI)] (A6-0089/2006),

- el informe de Bert Doorn, en nombre de la Comisión de Asuntos Jurídicos, sobre Legislar mejor 2004: aplicación del principio de subsidiariedad - 12º informe anual [2005/2055(INI)] (A6-0082/2006),

- el informe de Arlene McCarthy, en nombre de la Comisión de Mercado Interior y Protección del Consumidor, sobre la aplicación, las consecuencias y las repercusiones de la legislación en vigor sobre el mercado interior [2004/2224(INI)](A6-0083/2006) y

- el informe de Giuseppe Gargani, en nombre de la Comisión de Asuntos Jurídicos, sobre una estrategia para la simplificación del marco regulador

[2006/2006(INI)](A6-0080/2006).

  Monica Frassoni (Verts/ALE), relatrice. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, sono particolarmente lieta di prendere la parola oggi, non nella mia veste abituale di rappresentante del mio gruppo, ma come relatrice della commissione giuridica che rappresenta una maggioranza più ampia. Come tale, vorrei lanciare alcuni messaggi su questa relazione, il cui obiettivo fondamentale è di sottolineare che la questione dell'applicazione del diritto comunitario costituisce una parte importante del dossier "legiferare meglio" come lo sono anche le altre questioni di cui parleremo questo pomeriggio.

L'applicazione è una parte importante del diritto prima di tutto perché, a livello dell'Unione europea, la situazione - e lo dice molto bene la relazione della Commissione - non è soddisfacente. Ci sono dei problemi molto gravi dal punto di vista soprattutto della legislazione ambientale, ma anche di quella relativa al mercato interno e la responsabilità è soprattutto, inutile negarlo, degli Stati membri.

La responsabilità della mancata applicazione, è tuttavia dovuta anche ad una procedura che, essendo contemplata nei Trattati, non è facile da migliorare. Si tratta di una procedura lenta che prevede delle sanzioni relativamente insufficienti: per arrivare ad una soluzione positiva per quanto riguarda l'applicazione del diritto comunitario da parte degli Stati membri spesso lascia a desiderare e prende moltissimo tempo.

Vorrei sapere se lei ritiene che tale questione dell'applicazione del diritto comunitario costituisca o meno una priorità per la Commissione. Dal punto di vista della comunicazione non mi sembra che lo sia, perché, come sappiamo, viene privilegiato maggiormente l'aspetto del ritiro e della modifica delle direttive rispetto alla loro corretta applicazione.

Credo che nella Commissione ci siano sostanzialmente due scuole di pensiero: una che dice: "meglio evitare i problemi con gli Stati membri, cerchiamo di risolvere insieme a loro i problemi" e l'altra che dice: "cerchiamo, invece, di applicare le regole come sono, non in modo rigido, ma comunque in modo positivo, prendendo in considerazione delle procedure che siano il più possibile rapide e rispettose del diritto".

A tal proposito vorrei citare alcuni esempi: riteniamo che una serie di decisioni che sono state prese dalla Commissione rispetto all'avvio di alcune procedure, come quelle sugli OGM in Austria, sia stata particolarmente veloce e particolarmente ben fatta, mentre invece, per quanto riguarda la Francia e la sua incapacità di applicare la direttiva "Natura 2000", da tre anni aspettiamo che, dopo il pronunciamento della Corte di giustizia, la Commissione intervenga ai sensi dell'articolo 228, ovvero l'articolo relativo alle multe.

Analogamente, esistono delle situazioni interessanti per quanto riguarda il diritto dei cittadini al rimborso delle loro spese mediche. Sappiamo che questo tema, che è importantissimo per i cittadini stessi, giace irrisolto perché è un problema politicamente complicato da portare avanti. Allo stesso tempo, solo in due casi si è fatto ricorso all'articolo 228, ovvero per il caso delle discariche greche, che è stato sospeso dopo pochissimo tempo, e per il caso delle acque di balneazione spagnole, ritirato all'ultimo minuto per una questione che la Commissione stessa riconosce essere abbastanza dubbiosa dal punto di vista del diritto.

Che risposta diamo o quali proposte presentiamo per risolvere una situazione per la quale riteniamo che Commissione debba agire in un modo più trasparente? Prima di tutto riteniamo che ci debbano essere una migliore valutazione e una migliore trasparenza quanto alle modalità di applicazione del diritto. Penso che sia importante che la Commissione ci trasmetta gli studi di conformità che svolge sull'applicazione del diritto, cosa che purtroppo non siamo riusciti a ottenere.

In secondo luogo, credo che sia importantissimo avere un trasferimento di risorse da tutti coloro che non faranno più legislazione a coloro che invece si occuperanno dell'applicazione. Non siamo d'accordo, per esempio, con l'idea che questo trasferimento avvenga con coloro che si occuperanno di impact assessment, cosa di cui si parla in questo momento nella Commissione, e, in terzo luogo - e questo, invece, riguarda noi - riteniamo che il Parlamento europeo debba intervenire in modo molto più preciso sul tema dell'applicazione del diritto comunitario, non per toccare le competenze della Commissione - so che questo è un tema molto preoccupante per i membri di questa Istituzione - ma, al contrario, per arrivare, come fa la commissione ambiente e altre commissioni, ad avere un'idea più precisa di quello che succede.

Credo che la politica del name and shame, anche nell'applicazione del diritto comunitario, sia molto utile e che la Commissione, forse, dovrebbe aiutarci ad applicarla con maggiore decisione.

  Bert Doorn (PPE-DE), Rapporteur. – Voorzitter, ik citeer een artikel dat vorig jaar mei in een gezaghebbende Nederlandse krant stond, vlak vóór het referendum in Nederland. Het citaat begint als volgt: "Niet Barroso, niet Blair, maar mijnheer van Alphen uit Nederland en duizenden andere nationale ambtenaren nemen de dagelijkse beslissingen in Europa". Dit artikel heeft absoluut niet bijgedragen tot een positieve grondhouding in Nederland jegens het referendum. U weet dat dat verkeerd afgelopen is. Nederland heeft neen gezegd. Zorgwekkend. Juist die regelgeving is een zorgenkind is waarover we vandaag eens nader moeten praten.

We moeten hard werken om het negatieve beeld weg te nemen dat de burger van de regelgeving heeft. En hoe kunnen we dat bereiken? We kunnen dat bereiken door meer transparantie te bewerkstelligen. We moeten ook kijken naar de administratieve lasten die het gevolg zijn van de regelgeving. Veel bedrijven hebben de molensteen van de zware administratieve belasting om de hals hangen en als er iets is dat de concurrentiekracht van bedrijven beïnvloedt, dan is het dat wel.

Voorzitter, meer transparantie, minder administratieve lasten, hoe bereik je dat? In de eerste plaats door een daadwerkelijke effectentoetsing. En daar ontbreekt het op dit moment nog aan. Wij hebben vele voorbeelden gezien van effectbeoordelingen. Die zijn allemaal verschillend van kwaliteit. Sommigen zijn goed, sommigen zijn niet goed. Willen wij als Parlement wat hebben aan een effectbeoordeling, dan moet het een effectbeoordeling zijn die neutrale informatie biedt, die goede informatie biedt en die overzichtelijk is. Daaraan ontbreekt het.

Wij hebben zelf ook in het Parlement ervaring opgedaan met een paar effectbeoordelingen op amendementen. Ook daar is de kwaliteit wisselend. Vandaar mijn voorstel dat er een onafhankelijke toetsing komt van die effectbeoordelingen. Dat hoeft helemaal niet door een zware autoriteit te gebeuren. Dat kan een panel zijn, bestaande uit vier deskundigen op het gebied van effectbeoordeling, die gewoon eens kijken naar de effectbeoordelingen die de Commissie maakt en naar de effectbeoordelingen die wij hier in het Parlement maken, en die dan daarover adviezen geven. Dus geen agentschap, geen zware autoriteit, maar gewoon een onafhankelijke kwaliteitstoetsing, een effectieve externe kwaliteitstoetsing.

Voorzitter, ik kom bij mijn volgende punt, de comitologie. Dat artikel waar ik het zojuist over had, ging met name over comitologie. Daar zat nog een andere passage die ik u niet wil onthouden. Het gaat over de comités. "Je ziet ze niet, je hoort ze niet, zo een 450 overlegclubjes in Brussel nemen doorlopend beslissingen die het dagelijks leven van de burger raken." Ook hier geldt: meer transparantie. Ook hier geldt dat wanneer comitologie leidt tot secundaire wetgeving, die wetgeving moet worden getoetst. Ook daar moeten we met een effectbeoordeling laten zien wat de consequenties zijn van dat soort wetgeving. Dan ziet de burger ook echt dat het ons menens is en dat we die transparantie inderdaad willen.

Tenslotte, Voorzitter, de tenuitvoerlegging. De tenuitvoerlegging - collega Frassoni wees er al op - is buitengewoon belangrijk en ook het Parlement moet daaraan veel meer aandacht besteden. Als hier in de plenaire vergadering een verslag behandeld is, dan is het werk van de rapporteur afgelopen. Ik wil voorstellen dat we de rapporteur vragen om, drie jaar na de goedkeuring in het Parlement, zijn commissie op de hoogte te stellen van de gang van zaken rond de tenuitvoerlegging. Dit zal een wezenlijke bijdrage leveren aan de goede tenuitvoerlegging in de lidstaten en ook aan goede contacten met de nationale parlementen.

Dat zijn de voorstellen, Voorzitter: meer transparantie, een objectief toezicht op de effectbeoordeling, grenzen aan de comitologie, meer inzage in de comitologie, en eventueel ook een call-back-recht voor het Europees Parlement als daartoe aanleiding bestaat. Dat zijn de onderdelen van een interinstitutioneel akkoord dat ik voor mij zie om daadwerkelijk met die regelgeving aan de gang te gaan.

  Arlene McCarthy (PSE), rapporteur. – Mr President, as Chair of the Committee on the Internal Market and Consumer Protection I very much welcome this joint debate on better regulation and the opportunity to discuss with the Council and the Commission how we can improve the regulatory experience for consumers, citizens and businesses that are at the sharp end of making sense of implementing EU laws. The confidence and trust of citizens, consumers and business in the EU itself is linked to their experience and perception of EU laws and the impact they have on their daily lives.

I want to focus on improving better regulation for the internal market and ensuring that we achieve a sense of purpose in our law-making for consumers in the internal market. The internal market accounts for almost one third of the Community acquis. Good-quality, effective and simple legislation in the internal market should open up opportunities for cross-border trade and give consumers increased choice, while protecting environmental, social and consumer rights. At the same time, getting legislation right in the internal market is critical to achieving the Lisbon goals of jobs, growth and competitiveness.

I believe that the internal market will benefit most from a joint and coordinated approach by all three institutions to improving the entire regulatory cycle. That means that we also need to think of the consequences of the midnight deals and compromises that we make, and consider whether they are going to confuse or clarify laws for end users. That starts, in my view, with good, clear drafting of laws, high-quality impact assessments and effective, comprehensive and transparent stakeholder consultation. The Member States too must take their responsibilities seriously and ensure good and correct implementation of internal market laws. They must resist the temptation often to gold-plate or add on national requirements. Although transposition rates are improving, as shown in the internal market scoreboards, there is still room for much improvement. That is why we are asking for a fast-track infringement procedure for test cases in the internal market. We need to learn from the failures and mistakes of EU laws. That is why we would like to see both ex ante and, in particular, ex post impact assessments or evaluations of where we went wrong. Has this legislation achieved its objective or, on the contrary, has it led to distortion and fragmentation of the internal market?

Some believe that the impact assessments should be handed over to an external body. I do not share that approach, as I believe that the internal market laws should be the responsibility of Commission officials as part of the discipline of effective policy-making. However, the Internal Market Committee insists that all legislative proposals be accompanied by a quality impact assessment, a summary and a better regulation checklist on internal market proposals.

Of course alternative regulation is a subject of much scepticism. While the interinstitutional agreement provides for this non-legislative option, we insist with respect to internal market laws that Parliament is both informed of and consulted on such alternative approaches. They are justified by impact assessments. Equally, we must have redress for the consumer and sanctions if these alternative regulations fail to deliver benefits for the consumer in the internal market.

I want to stress the work of the Internal Market Committee as an active partner in the better regulation process. I know that Commissioners often say that Parliament does not take its role seriously. We were the first committee to commission our own impact assessment, under Mr Whitehead’s chairmanship, for amendments on the Toubon report on nominal quantities for pre-packed products. On the pyrotechnics proposal we are conducting an impact assessment on amendments proposed by our rapporteur. We will look at a cost/benefit analysis of his amendments to that proposal. We are conducting a hearing on the impact of public procurement laws on the internal market. EU public procurement accounts for 16% of EU GDP, yet the 1992 package of laws, as demonstrated in a number of ECJ cases, has not achieved the desired opening of the market.

Let us be clear. It is the consumer, the citizen and businesses that pay the price when laws are not effective. Bad drafting leads to legal uncertainty, poor or confused transposition and at the end of the line is a confused businessman or consumer who loses confidence in the internal market. The ECJ, after years of deliberation, becomes the arbiter of better legislation. That is not the right way forward.

Finally, I want to quote the cases of SOLVIT, which I believe is an excellent initiative of the Commission. A qualified doctor tried for a number of years to register as a doctor in Spain. He spent a large sum of money on legal fees, had lost confidence in the internal market, yet the SOLVIT system intervened and helped him within ten weeks to get registration in Spain as a doctor. That doctor said: ‘SOLVIT has restored my confidence in the internal market’.

So, the reality is that good laws that are well drafted, easy to implement, easy to enforce and police, are the key to restoring confidence in the internal market. I hope that today’s debate is the beginning of a process of close cooperation, sharing best practice between the institutions in a close partnership of equals, to build and restore that confidence that the doctor I mentioned was asking us to achieve for him as a consumer in the internal market.

(Applause)

  Klaus-Heiner Lehne (PPE-DE), stellvertretender Berichterstatter. – Herr Präsident, meine sehr verehrten Damen und Herren! Lassen Sie mich etwas zu drei Aspekten sagen, erstens zum Thema Vereinfachung: Es gibt keinen Zweifel daran, dass das Europäische Parlament grundsätzlich hinter den Bestrebungen der Kommission steht, die Gesetzgebung zu vereinfachen. Aber ich will auch deutlich sagen, dass die Tücke hier wie in vielen anderen Fällen natürlich im Detail liegt und dass man aufpassen muss, dass man das Kind nicht mit dem Bade ausschüttet.

Ich will auf ein Beispiel verweisen: Wenn ich zum Beispiel dem Dokument der Kommission entnehme, dass man das gesamte Handels- und Gesellschaftsrecht vereinfachen will, dann weiß ich als einer der ständigen Berichterstatter im Rechtsausschuss für dieses Themenfeld, dass viele Richtlinien und Regelungen, die wir dort gefunden haben, das Ergebnis höchst komplexer Kompromissverhandlungen gewesen sind und dass ein Vereinfachungsvorschlag immer das Risiko beinhaltet, dass die Büchse der Pandora aufgemacht wird und am Ende nach vielen Mühen erreichte Kompromisse wieder in Frage gestellt werden. Vor diesem Hintergrund muss man mit dem Instrument der Vereinfachung sehr sorgsam umgehen.

Deshalb bin ich der Ansicht, dass es durchaus sinnvoll ist, darüber nachzudenken, ob man nicht ähnlich wie bei der Kodifikation auch bei der Vereinfachung eine interinstitutionelle Vereinbarung zwischen den drei Organen erlässt, mit der die klare Vorgehensweise bei Vereinfachungsgesetzen festgelegt wird.

Ein zweiter Punkt, über den ich die Kommission nachzudenken bitte, ist die Frage der Prioritätensetzung bei Vereinfachungsvorschlägen. Richtlinien richten sich üblicherweise nicht an die Bürger, sondern an die nationalen Gesetzgeber, und die Praktiker müssen am Ende mit den Gesetzen umgehen, die auf nationaler Ebene erlassen werden. Von daher sollten Richtlinien nur nachrangig vereinfacht werden. Die Kommission sollte die Priorität auf Verordnungen legen, weil Verordnungen nun einmal unmittelbar anwendbares Recht sind und beim rechtsuchenden Publikum unmittelbar ankommen.

Zweiter Themenkomplex: Gesetzesfolgenabschätzung. Ich will noch einmal nachdrücklich betonen, dass aus der Sicht der Parlamentsmehrheit ein unabhängiges Element in der Gesetzesfolgenabschätzung zwingend notwendig ist. Das Parlament hat im Dezember in einem Bericht eine unabhängige Agentur nach amerikanischem Vorbild verlangt. Ich will für mich deutlich sagen, dass das für mich keine conditio sine qua non ist. Über so etwas kann man reden. Unverzichtbar für mich ist jedoch, dass es einen unabhängigen externen Faktor gibt, der an der Gesetzesfolgenabschätzung teilnehmen muss. Es kann nicht sein, dass die Beamten, die die Vorschläge machen, auch gleichzeitig alleine für die Gesetzesfolgenabschätzung verantwortlich sind, weil die Konsequenz dann die ist, dass diese Folgenabschätzung nichts anderes ist als Bestandteil der Begründung. Das ist nicht das, was wir wollen. Meines Erachtens ist es deshalb erforderlich, in dieser Frage zu einem vernünftigen Ergebnis mit der Kommission zu kommen.

Wir haben eine interinstitutionelle Vereinbarung seit Dezember 2003. In dieser Vereinbarung ist festgelegt, dass die Kommission grundsätzlich für das impact assessment verantwortlich ist. Das bedeutet aber auch, dass sie im Wesentlichen damit eine Verantwortung für den Gesetzgeber mit ausübt, also für Parlament und Rat, und deshalb glauben wir, dass wir als Parlament auch ein Mitspracherecht hinsichtlich der Art der Durchführung des impact assessment haben und haben sollten.

Das ist übrigens auch der Grund, weshalb wir innerhalb der Konferenz der Präsidenten die Beschlussfassung über die follow-up-Verwaltungsvereinbarungen zunächst einmal ausgesetzt haben, weil dies natürlich noch einmal verhandelt werden muss, auch im Lichte der Beschlüsse, die wir zu diesen hier vorliegenden vier Berichten im Mai dieses Jahres fassen werden.

Lassen Sie mich noch auf einen ganz aktuellen Punkt Bezug nehmen. Es gibt seit dem 16. März einen Vortrag der Generalanwältin Sharpston in dem Verfahren Spanien gegen den Rat, in dem sie in ihren Schlussanträgen ausdrücklich auch auf das impact assessment Bezug nimmt. Sie hat gesagt, wenn kein ausreichendes impact assessment vorgenommen wird, dann ist das ein Indiz dafür, dass der Rechtsakt willkürlich erlassen worden ist. Das beweist und belegt, dass sich auch der Gerichtshof zunehmend dieser Thematik annimmt.

Ich halte es für entscheidend – der Kollege Doorn hat schon darauf hingewiesen –, dass auch Komitologieentscheidungen einer Gesetzesfolgenabschätzung bedürfen. Es gibt eine Vielzahl von Beispielsfällen, wo der eigentliche bürokratische Wahnsinn in den Komitologieentscheidungen lag und nicht in der Gesetzgebung. Also bedarf es auch hier einer vernünftigen Gesetzesfolgenkontrolle.

Lassen Sie mich auf einen allerletzten Punkt kommen; er betrifft das dritte Thema: stake holder consultation, also Anhörung der Beteiligten. Die Kommission stützt sich in ihrer bisherigen Art und Weise, wie sie die Gesetzgebung vorbereitet, sehr stark auf die europäischen Dachverbände. Nichts gegen die europäischen Lobby-Dachverbände. Aber die Entscheidungsprozesse in diesen Dachverbänden sind manchmal komplizierter als im Ministerrat. Und das, was dort herauskommt, ist oftmals die Verdichtung des Konsens zum Nonsens. Ich glaube, wir brauchen noch andere Konsultationsmechanismen, mit denen man die Information unmittelbar von den Betroffenen bekommt, die im Arbeitsleben stehen und die entsprechend mit diesen Themen befasst sind. So könnte etwa der Konsultationsmechanismus, der im Netzwerk gefunden wurde, mit dem im Augenblick das europäische Vertragsrecht entwickelt wird und mit dem man einen begrenzten Teil von Leuten definiert hat, die man konsultiert, ein gutes Beispiel dafür sein, wie man diese Mechanismen verbessern kann.

  Hans Winkler, amtierender Ratspräsident. Herr Präsident! Ich freue mich, dass ich die Gelegenheit habe, heute mit Ihnen über ein Thema zu diskutieren, das für Europa sehr wichtig ist. Ich weiß aus meinen eigenen, sehr intensiven Kontakten mit den Bürgerinnen und Bürgern in den letzten Monaten, dass das Thema Bessere Gesetzgebung und alles, was damit verbunden ist – vielleicht nicht als Schlagwort, viele Bürger wissen nicht, was sich dahinter verbirgt, aber als Prinzip –, eines der Themen ist, die die Bürger am allermeisten beschäftigen.

Das Programm der Kommission für dieses Jahr trägt ja bekanntlich zu Recht den Titel „Das ganze Potenzial Europas freisetzen“. Der Rat ist davon überzeugt, dass eine bessere Gesetzgebung entscheidend ist, um die Grundlage dafür zu schaffen. Unsere Gesetzgebung soll die Bürger unterstützen, nicht einengen. Dies gilt – wie bereits von Frau McCarthy gesagt wurde – für den Verbraucher; es gilt aber natürlich auch ganz besonders im Wirtschaftsleben, wo die Dynamik und Kreativität vor allem der kleineren und mittleren Unternehmen oft zu wenig gefördert wurde. Erst vor kurzem hat der Europäische Rat Signale und Impulse gesetzt, gerade die kleinen und mittleren Unternehmen zu fördern. Wir wissen aus Studien, dass die Verwaltungsbelastung für Unternehmen und Bürger zwischen zwei und fünf Prozent des europäischen BIP ausmacht. Wir wollen daher durch Folgenabschätzung, Vereinfachung und Reduktion des Verwaltungsaufwandes eine deutliche Stärkung der Wettbewerbsfähigkeit erzielen.

Bessere Gesetzgebung ist ein Begriff, der in der letzten Zeit sehr oft verwendet wurde. Ich stimme hier durchaus mit Herrn Lehne überein, dass man das Kind nicht mit dem Bade ausschütten soll und dass dieser Begriff sehr oft auch etwas inflationär und etwas locker gebraucht wird, wobei auch nicht immer klar ist, was darunter zu verstehen ist. Ich begrüße es daher im Namen des Rates ganz besonders, dass sich das Parlament heute in nicht weniger als vier Berichten mit diesem Thema beschäftigt.

Der Ratsvorsitz sieht in der Interinstitutionellen Vereinbarung über bessere Rechtsetzung, die heute auch schon genannt wurde, weiterhin den Rahmen für unsere Zusammenarbeit. Wir beabsichtigen, in Zusammenarbeit mit dem künftigen finnischen Vorsitz, der Kommission und selbstverständlich mit Ihrem Haus die Agenda für die Reform des Regelungsrahmens weiter voranzubringen.

Ich möchte auf einige der Bereiche, die in diesem Zusammenhang von Bedeutung sind, etwas näher eingehen.

Zunächst zur Vereinfachung: Die Vereinfachung von EU-Vorschriften ist für Unternehmen und Bürger greifbar; daher ist es auch besonders effizient, wenn es uns gelingt, hier mehr Glaubwürdigkeit zu erzeugen. Mit der Screening-Initiative von Kommissar Verheugen und den aktuellen Plänen für sektorale Vereinfachungen sowie weiteren horizontalen Vereinfachungsbemühungen sind wir auf dem richtigen Weg. Ich bin auch sehr beeindruckt, dass der Präsident und der Vizepräsident heute hier sind und an dieser Debatte teilnehmen, denn wir müssen – und das tun Rat und Kommission auch – dazu ermutigen, auf diesem Weg weiter voranzuschreiten. Denn hier tun wir etwas für größere Bürgernähe. Wie Sie wissen, steht die österreichische Präsidentschaft ein bisschen unter dem Motto „Europa wieder den Bürgern näher bringen“, und diese Initiativen, auch der Kommission, tragen sehr dazu bei. Sie tragen auch dazu bei, dass Europa bei der Erreichung der Lissabon-Ziele erfolgreich sein kann. Der Ratsvorsitz begrüßt, dass die Kommission im Bereich „Vereinfachung von bestehenden Rechtsvorschriften“ neben der generellen Durchforstung des Aquis auch plant, die Ergebnisse der Anstrengungen, die der Rat dazu unternommen hat, mit einzubeziehen.

Wir streben zusammen mit dem künftigen finnischen Vorsitz und der Kommission bessere Arbeitsmethoden für die Vereinfachung und eine möglichst effiziente Zusammenarbeit zwischen Rat, Kommission und Parlament an. Daher ist es auch nützlich, dass die Kommission den Rat jährlich über ihr Vereinfachungsprogramm unterrichtet. Wir schlagen auch vor, den Vereinfachungsdossiers in den Tagesordnungen Priorität einzuräumen und dass Rat und Parlament anstreben, Vereinfachungsdossiers wenn möglich in erster Lesung anzunehmen.

Die Verwaltungsbelastungen – die auch bereits angesprochen wurden – sind natürlich für die Betroffenen direkt messbar und haben unmittelbare Wirkungen. Wir benötigen dazu Instrumente im europäischen Bereich. Diese Instrumente gibt es, nun müssen wir sie aber auch benutzen. Die Ratspräsidentschaft arbeitet derzeit ein Papier zur Vorgabe von quantitativen Zielen in diesem Bereich aus.

Als drittes Thema möchte ich mich der Frage der Wahl des Rechtsinstruments widmen. Denn bei allen Bemühungen um eine bessere Rechtsetzung dürfen wir einige wichtige Aspekte nicht aus den Augen verlieren: das Subsidiaritätsprinzip und den Grundsatz der Verhältnismäßigkeit. Wir müssen aber gleichzeitig darauf achten, dass der gemeinschaftliche Besitzstand gewahrt bleibt. Wir wünschen uns ein besseres Europa, aber wir wünschen uns nicht weniger Europa.

Die Grundsätze der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit sind zentrale „Handlungsanleitungen“ der Institutionen bei der Ausübung von Unionskompetenzen und daher integraler Bestandteil der besseren Rechtsetzung.

Subsidiarität und Verhältnismäßigkeit spielen auch eine zentrale Rolle bei der Wahl des Rechtsinstruments. Bei der Durchführung von Folgenabschätzungen sind mehrere Handlungsalternativen zu prüfen; darunter eben auch die Option, nicht im Rahmen der Union, sondern auf untergeordneter Ebene tätig zu werden.

Umgekehrt können aber auch Verordnungen im Interesse der rechtlichen Klarheit und des reibungslosen Funktionierens des Binnenmarkts angemessener sein als Richtlinien – auch das wurde heute schon angesprochen. Insgesamt ist es entscheidend, jeweils im Einzelfall das Handlungsinstrument auszuwählen, mit dem Europa das Ziel der Regelung am besten erreichen kann. Daher gibt es in der Praxis einen engen Zusammenhang zwischen qualitativ hochwertigen Folgenabschätzungen und der effektiven Anwendung der Subsidiarität und der Verhältnismäßigkeit.

Auch Rat und Parlament sind bereits – auf der Grundlage der Interinstitutionellen Vereinbarung – verpflichtet, im politischen Entscheidungsfindungsprozess umfassend auf die Folgenabschätzungen der Kommission zurückzugreifen. Diese Folgenabschätzungen der Kommission bieten sich daher auch als Grundlage für eine aktive Diskussion des Subsidiaritäts- und Verhältnismäßigkeitsgrundsatzes an. Ich darf hier noch einmal erwähnen, dass wir zur Vertiefung dieser Diskussion am 18. und 19. April in Österreich eine Konferenz zur Subsidiarität veranstalten wollen, bei der wir auch auf wertvolle Beiträge aus Ihrem Haus hoffen.

Die Folgenabschätzungen müssen – wie auch allgemein heute unterstrichen wurde – in bestmöglicher Qualität erstellt und dann auch im Verhandlungsprozess genutzt werden. Die österreichische Ratspräsidentschaft wird eine Art Handbuch für Vorsitzende von Ratsarbeitsgruppen mit dem Titel „How to Handle Impact Assessments in Council“ vorlegen.

Wir wollen auch die interinstitutionelle Zusammenarbeit weiter fördern, insbesondere bei der Folgenabschätzung für bedeutende Abänderungsvorschläge durch den Rat und bei der konsistenten Anwendung der vereinbarten Vorgangsweise in allen drei Organen. In diesem Zusammenhang erwarten wir mit großem Interesse die Überprüfung der Folgenabschätzung der Kommission, die für dieses Frühjahr angekündigt wurde.

Der Ratsvorsitz teilt insgesamt die Ansicht des Europäischen Parlaments, dass qualitativ hochwertige Folgenabschätzungen wesentliche Voraussetzung für einen verbesserten Regelungsrahmen sind.

Die Einbindung – auch das wurde schon erwähnt – der so genannten stake holders im Rahmen von Konsultationsprozessen ist wichtig für mehr Transparenz. Die Betroffenen müssen über Konsultationsmöglichkeiten umfassend informiert werden, ihre Meinung muss in die Politikerstellung einfließen, und sie müssen darüber auch wirksames Feedback erhalten.

Schließlich noch ein Wort zur Transparenz: Wichtig für die Akzeptanz unserer Entscheidungen bei den Bürgerinnen und Bürgern ist nicht nur, dass wir verständliche und einfache Gesetze machen, sondern dazu gehört auch, dass wir besser erklären, wie Entscheidungen zustande kommen. Der Weg zur Beschlussfassung soll für die Öffentlichkeit so transparent wie möglich sein. Unser Bundeskanzler hat es in seiner Vorstellung des österreichischen Ratsprogramms gesagt, und auch ich habe es bereits bei mehreren Gelegenheiten betont: Der österreichischen Ratspräsidentschaft sind weitere Fortschritte in der Frage der Transparenz wichtig. Erste Schritte sind gesetzt durch Beschlüsse, die im vergangenen Dezember gefasst wurden. Auf dieser Basis versuchen wir nun, dies in die Praxis umzusetzen und, wenn möglich, auch noch weitere Schritte aufzuzeigen, wie wir zu mehr Transparenz kommen sollen.

Wie ich zu Beginn gesagt habe: Die Bessere Gesetzgebung ist ein Projekt, das die Bürgerinnen und Bürger, das uns alle direkt angeht. Wenn wir hier erfolgreich sind, können wir gemeinsam einen konkreten Mehrwert schaffen und den Bürgerinnen und Bürgern den Nutzen der Europäischen Union wieder deutlicher machen.

VORSITZ: SYLVIA-YVONNE KAUFMANN
Vizepräsidentin

  José Manuel Barroso, président de la Commission. Madame le Président, Mesdames et Messieurs les députés, la législation européenne est au cœur de tout ce qui fait la singularité de l'Union européenne. En fait, nous sommes une Communauté de droit. Sans le droit, nous serions tributaires d'une négociation permanente, des rapports de force entre les États membres ou encore du bon vouloir, en principe seulement, de la coopération et de la bonne volonté. Nous ne voulons pas d'une Communauté qui soit basée sur l'arbitraire ou le discrétionnaire. Nous voulons une Communauté de droit. C'est le droit qui peut garantir les libertés dont les Européens et les Européennes jouissent aujourd'hui.

Je crois que c'est un point de principe important et je me permets une remarque personnelle. Il y a trois jours, à l'Institut universitaire européen de Florence, j'ai fait une conférence, la conférence Jean Monnet, laquelle portait précisément sur ma conception du droit dans l'Union européenne. Je crois qu'il faut plus que jamais réaffirmer ces principes d'une Communauté de droit qu'est notre Communauté. C'est ce qui fait la différence avec d'autres expériences sur le plan international.

Nous légiférons pour de nombreuses raisons: par exemple, pour protéger la santé en veillant à la sécurité alimentaire, pour protéger l'environnement en fixant des normes de qualité de l'air et de l'eau, pour prévoir des règles destinées aux entreprises qui opèrent sur le marché intérieur, afin qu'elles luttent à armes égales, en évitant toute discrimination.

Nous légiférons au niveau de l'Union européenne parce que les États membres se sont mis d'accord pour que certaines mesures soient arrêtées à l'échelon communautaire. Concrètement, il s'agit bien de substituer une seule règle, applicable dans toute l'Union, à vingt-cinq règles nationales. Pour autant, nous devons veiller à ce que la législation et les réglementations européennes apportent une valeur ajoutée: il faut qu'elles soient ciblées, qu'elles respectent les principes de subsidiarité et qu'elles soient correctement mises en œuvre, tout en étant proportionnelles aux besoins auxquels elles répondent. Les dispositions adoptées ne doivent pas être excessives ni aller au-delà du strict nécessaire. Il faut éviter les règles qui prescrivent trop, qui entraînent des dépenses injustifiées ou qui peuvent se révéler contre-productives.

Il faut aussi éliminer les superpositions de règles qui, avec le temps, finissent par se recouper, ce qui est préjudiciable aux entreprises, au secteur associatif, aux pouvoirs publics et aux citoyens.

Permettez-moi donc de féliciter le Parlement européen pour avoir pris l'excellente initiative de ce débat sur le thème "mieux légiférer". Il nous donne l'occasion de soumettre cette question à un examen cohérent. Je tiens à remercier Mme Frassoni, M. Doorn, Mme McCarthy et M. Gargani, ici remplacé par M. Lehne, pour leur excellent travail et pour leurs rapports.

Pour peser vraiment sur la qualité de nos initiatives législatives, il nous faut un ensemble de mesures et un principe directeur fort. C'est ce qui ressort clairement des divers rapports, dans lesquels notre échange de vues d'aujourd'hui trouve, je crois, une base solide. Ces rapports et la façon dont nous y répondons prouvent que nos deux institutions ont parcouru bien du chemin ces dernières années. La nécessité de mieux légiférer et de formuler de meilleures règles fait l'objet d'un réel consensus. Notre activité législative est un processus continu. Nous devons collaborer pour que nos choix politiques quels qu'ils soient se traduisent par une législation de la plus haute qualité. Et là, je voudrais aussi féliciter toutes les initiatives prises par la Présidence autrichienne à cet égard.

Comment envisageons-nous ce défi? Nous le reconnaissons: il nous faut encore apporter des améliorations à tous les stades du cycle, c'est-à-dire des actes déjà adoptés aux nouvelles initiatives, en passant par les propositions en cours de négociation. C'est pourquoi la Commission a lancé un vaste dispositif pour mieux légiférer, lequel conjugue plusieurs mesures: un système qui évalue l'impact des propositions importantes de la Commission; un programme de simplification de la législation en vigueur et de retrait d'un certain nombre de propositions de la Commission en instance d'examen devant le Parlement et le Conseil; le recours plus fréquent à des moyens de résolution des problèmes autres que la législation conventionnelle, par exemple l'autoréglementation par les parties concernées ou la coréglementation par le législateur. Toutes ces mesures donnent aujourd'hui des résultats tangibles.

Let us look at impact assessment. Since 2003, the Commission has put in place a system to look at the economic, social and environmental impact of all its major proposals. Since the adoption of an integrated approach, 120 impact assessments have been published. We have also updated our guidelines to help staff to better examine options and impacts, including on competitiveness, and to focus attention on issues such as the cost of too much paperwork. This reflects a marked and profound change in approach and attitude. I believe it is real progress. We know that as yet assessments do not all meet the same standards. We know there is room for improvement. We recognise, as pointed out in Mr Doorn’s report on behalf of the Committee on Legal Affairs, that quality can be improved and that quality control mechanisms must be strengthened.

I fully subscribe to the need for a separate scrutiny of impact assessments; a kind of ‘four eyes’ principle. We are working on a comprehensive approach. First we need to ensure that our impact assessments are organised in the right way. As promised in March 2005, we are setting up a network of technical and scientific experts to help us develop methods of ensuring that impact assessments are comprehensive and of high quality. An external evaluation of the system is also under way, to identify where we are doing well and where we need to do better. Also, the authors of impact assessments need feedback to know if they have done a good job. That is why consultation is part and parcel of the impact assessment process. It is also one reason why all Commission impact assessments are on the Europa website.

As for quality control of the individual assessments, I agree that an independent check should be carried out independently of the services that propose legislation. I suggest that the best guarantee of impartiality is to put such a check under the authority of the President of the Commission. I have asked the Secretary-General of the Commission to examine how best to step up our quality support and control.

But let me stress that we need to work much more closely with you on impact assessment. I welcome the recent agreement on the common approach to impact assessment. This set of rules for dealing with impact assessment across all three institutions is an important step forward; it will facilitate our work together and avoid duplication of effort.

Moving on to simplification, we have made a good start. The action programme, which we adopted last year, provides for the repeal, codification, recasting or modification of some 220 legal acts covering a wide range of policies. The programme, already under way in the automobile, waste and construction sectors, will be reviewed and updated in consultation with stakeholders. Other sectors such as foodstuffs, cosmetics, pharmaceuticals and services will follow. We need your input to determine the right targets and to secure the best results.

We need the Council and Parliament to speed up the adoption of simplification proposals. My reading from your reports is that we basically agree on what we are trying to achieve. Now we have to get down to work, look at the substance and deliver results.

We are also tackling administrative burdens, which are particularly burdensome for small businesses. This means simplifying forms and modernising the customs code to assist electronic exchange of information. We are introducing the measurement of administrative costs in our impact assessments. It is essential that the Council and Parliament pay attention to the paperwork load when they suggest amendments.

We also need to test new approaches to regulation, looking at co-regulation and self-regulation as a possible alternative. We can work more closely with industry, for example, to deliver results on a voluntary basis.

I understand very well your concerns about not being closely involved in the preparation of non-legislative approaches. Where such approaches seem the best route, I fully accept the need to work out ways of keeping Parliament involved in their preparation and implementation.

Finally, I would like to say a word about the implementation of law. This is a high priority for the Commission. I ask you to look at the conclusions of our College meeting today. We analysed 2055 cases of infringements. That was the decision of the Commission today. Sometimes the decisions are very difficult and we expect some Member States to react. I hope you support the strong commitment of this Commission to the implementation and enforcement of Community law.

Our laws need to be correctly applied and implemented, otherwise our efforts as policy- and lawmakers are in vain. As more and more policy areas mature, we should see a shift in political attention and resources towards implementation. In fact that is a great priority for this Commission. This whole programme of better regulation – including implementation – has become a flagship of this Commission. I am personally devoted to it, as are Vice-President Verheugen and the whole College. As the Commission we need to manage infringement proceedings efficiently. I am conscious of the need to reduce the timespan on individual infringement procedures. We need quicker ways to respond to the problems faced by citizens in business. We should look at these broad issues of implementation together and explore constructive ways of dealing with them. Later this year I expect the Commission to come back to you with specific suggestions.

I believe that the reports discussed today show a shared analysis of what needs to be done. We have been putting the building blocks in place and now we have to deliver on our commitment. I am convinced that if we work in partnership we can show that Europe is not about red tape and unnecessary burdens but about delivering what citizens need in the right way. I believe that if we work in partnership we will reinforce a Community based on the principles of law.

(Applause)

  Ieke van den Burg (PSE), Rapporteur voor advies van de Economische en Monetaire Commissie. – Ik kan mij helemaal aansluiten bij deze laatste woorden van de heer Barroso. Namens de Commissie economische zaken heb ik een advies opgesteld op het verslag van de heer Doorn. Ik zou hem willen feliciteren met dit verslag en ook willen bedanken voor het vrijwel integraal opnemen van de verschillende paragrafen die wij, vanuit onze ervaringen in de Commissie economische zaken, in ons advies hadden opgenomen.

Ik zou me ook willen aansluiten bij woorden die de heer Winkler gesproken heeft, en met een lichte variant daarop willen zeggen: betere regelgeving is niet altijd minder regelgeving of deregulering, maar een effectievere regelgeving die vooral gericht is op het resultaat en op het eindresultaat. Die cyclus van voorbereiding, raadpleging, het formuleren van regels, de effectbeoordeling en vervolgens de tenuitvoerlegging en de handhaving is door verschillende mensen genoemd. In ons advies heb ik bepleit dat we juist ook aan de achterkant beginnen en het proces van daaruit bekijken. Hoe je het proces effectief kunt maken en van daaruit kijkt wat je dan aan regels moet opstellen.

Een slecht voorbeeld van hoe dat niet gebeurd is, hoe daarover niet is nagedacht en hoe ook bij de voorbereiding het veld niet betrokken is geweest, was de dienstenrichtlijn die we net hiervoor in haar oorspronkelijke vorm besproken hebben. Gelukkig is die nu door het Parlement veranderd.

Ik zou ook goede voorbeelden willen noemen uit datzelfde Directoraat-generaal markt. Met name op het punt van de financiële dienstverlening is daar een praktijk ontwikkeld en voorgesteld door de deskundigencommissie-Lamfalussy - die wij de Lamfalussy-procedure noemen. In het kader hiervan zijn inderdaad degenen die in de praktijk met regelgeving te maken hebben, te weten de toezichthouders, de marktpartijen, de consumenten en gebruikers die betrokken zijn bij het proces, veel meer sturend zijn voor wat er in die regels moet komen te staan. Dat voorbeeld hebben wij ook gebruikt om aan anderen voor te leggen en dat zouden we graag ook in deze discussie nogmaals willen benadrukken. We hebben problemen met de call back en de verantwoordelijkheid van het Parlement als medewetgever om toezicht te kunnen houden op wat er uiteindelijk uitkomt, maar het proces als zodanig is iets dat wij heel erg steunen.

  Pervenche Berès (PSE), rapporteur pour avis de la commission des affaires économiques et monétaires. – Madame la Présidente, Monsieur le Président en exercice du Conseil, Messieurs les Commissaires, ce débat est essentiel. En fin de compte, il traite du monopole d'initiative de la Commission en matière législative. En effet, qu'il s'agisse de better regulation ou de law making, ce qui importe, c'est la façon dont l'initiative de la loi est prise. Et si dans les traités, la Commission s'est vue octroyer le monopole en matière d'initiative, c'est parce qu'elle doit incarner l'intérêt général. Elle doit incarner cette capacité à n'être pas simplement la caisse de résonance des différentes industries concernées mais à représenter tous ceux qui ne peuvent pas forcément s'organiser. En ce sens, je crois que nous sommes tous convaincus du fait qu'une better regulation est certes importante pour le monde des affaires, mais qu'elle doit également se traduire parfois par davantage de législation. Et c'est ce que vous a très clairement dit le Parlement, Monsieur Barroso, quand votre Commission proposait de retirer soixante-huit propositions de texte et quand, très clairement, s'agissant par exemple des mutuelles, nous avons exprimé la nécessité d'une législation.

Au nom de la commission économique et monétaire, j'ai formulé un avis sur le rapport de M. Gargani, qui porte sur la simplification de la législation et, à cet égard, je souhaiterais formuler trois observations.

Premièrement, nous devons faire attention au fait que dans ce domaine, toute question technique dissimule bien sûr la question politique du contenu: que simplifie-t-on? Quel acquis communautaire élabore-t-on derrière la simplification?

Deuxièmement, certains s'imaginent parfois que better regulation est synonyme d'autorégulation. Au sein de la commission économique et monétaire, nous avons, avec l'exemple des normes comptables, l'exemple absolu d'une situation où, en l'absence d'un contrôle démocratique très précis, des dérives dangereuses surgissent parfois.

Pour terminer, la recherche de la simplification doit aussi conduire à mettre en place une législation mieux élaborée, où le Parlement définit les principes, le reste étant renvoyé à la comitologie. Comme vous le savez, nous soutenons pleinement une telle approche dès lors qu'elle s'appuie sur un accord de comitologie qui reconnaît pleinement les droits du colégislateur en la matière, à savoir le Parlement européen.

  Eoin Ryan (UEN), draftsman of the opinion of the Committee on Economic and Monetary Affairs. – Madam President, Member States touting protectionism as a positive policy option are dressing up protectionism as patriotism or are scared not of what Europe might become, but of what it already is: an economy based on free trade and competition. As a member of the Committee on Economic and Monetary Affairs and a draftsman of an opinion on better lawmaking, I am adamant that boosting competition via regulatory reform is the initial stimulus that Europe needs to improve productivity.

I see it as imperative that all future legislative impact assessments should take into account the increasing level of global competition. Furthermore, if the European Union is to become more responsible and flexible to the global current of market change, I propose to the Commission that a review clause be introduced into all new legislation. Also, it is fundamental that, under the guise of better lawmaking, alternatives to legislation be examined. Measures such as enhanced levels of consultation and mechanisms to quicken the resolution of disputes need to be investigated.

The prime objective of all legislation should be to allow the internal market to function without cross-border obstacles to the growth of industries. We must grasp, therefore, the opportunities that are presented by substantial economies of scale through mergers and acquisitions. I am anxious that concrete steps be taken by the Commission to reduce the cost to business of complying with 25 different national regimes. I welcome the operation of the Financial Services Action Plan. However, Member States should not be allowed to become complacent in the implementation of these 42 directives. If commitment is lacking, then enforcement measures need to be put in place.

Consistency and the rate of implementation need to be improved if the Lisbon objectives and the challenges of globalisation are realistically to be met. People need to realise that globalisation is here, and it is here to stay. It is unacceptable politically and economically that some Member States should seek to revert to protectionist policies. Irish companies and other European companies are trying to make a reality of the single market and tackle the challenges of globalisation head on, and the governments touting protectionism should not stand in their way.

  Mihael Brejc (PPE-DE), Pripravljalec mnenja Odbora za svoboščine in pravice državljanov, pravosodje in notranje zadeve . – Podpiram prizadevanja Komisije in vseh drugih za boljšo zakonodajno politiko, za bolje pripravljene zakonodajne akte Evropske unije in hkrati obžalujem, da ustavna pogodba ni bila sprejeta. V ustavni pogodbi smo namreč zelo dobro pripravili pregledno normativno ureditev. Tudi to je razlog več, da pospešimo postopek ratifikacije ustavne pogodbe.

Gospod Barroso je danes omenjal področja, ki jih je treba bolje pregledati. Naj temu doda še terorizem. Na področju terorizma imamo 58 že sprejetih uredb, direktiv itd. - 27 jih je v postopku, kakšnih 15 jih še prihaja. Skratka imamo zelo nepregleden sistem boja proti terorizmu v normativni obliki, v katerem se jaz sam ne znajdem in upam, da se tudi teroristi v tej zmedi ne znajdejo.

Evropa boleha vsaj za dvema idealizmoma. Eden je normativni idealizem: če je področje neurejeno, mislimo, da ga bomo bolje uredili z več predpisi. Posledica tega je čista hipertrofija predpisov. Drugi je organizacijski idealizem: če mislimo, da je treba neko področje bolje urediti, ustanovimo institucijo. Zadnjič smo ustanovili institucijo za enake možnosti, pred tem institucijo za človekove pravice. Kot da bomo imeli s tem več in bolje urejena področja.

To so iluzije, ki se ne bodo uresničile, in prav bi bilo, da bi Komisija pregledala tudi, kako so ta področja urejena in kako, seveda, učinkujejo na ljudi. Ljudje se namreč sprašujejo, ali je res nujno, da imamo toliko predpisov, institucij itd. Mislim tudi, da Komisija ne potrebuje nove institucije za nadzor zakonodajnih aktov, revizijo njenih predlogov, ker je tu Parlament, ki lahko povsem dobro opravi svojo funkcijo.

In nazadnje, evropske institucije ne bodo pridobile na ugledu z množico uredb, direktiv ipd., ampak s preglednim delovanjem, ki bo v korist ljudem in ki bo krepilo evropsko idejo.

  Marie-Line Reynaud (PSE), rapporteur pour avis de la commission des affaires constitutionnelles. – Madame la Présidente, je tiens à remercier Monsieur Gargani pour la clarté et l'engagement de son rapport. Je me félicite qu'une très grande partie de mon avis ait été intégré et que son rapport reprenne les deux objectifs qui ont été les miens, à savoir tout d'abord l'accent mis sur le fait que la simplification est nécessaire mais ne doit pas être réalisée de n'importe quelle manière, et en second lieu, l'affirmation de la volonté du Parlement de prendre pleinement part à la stratégie de simplification. Nous ne pouvons qu'accueillir favorablement toute initiative visant à rendre l'environnement réglementaire plus lisible et plus cohérent.

Il est en effet impossible de continuer à fonctionner convenablement avec un acquis de plus de 80000 pages. Comment, dans ces conditions, parler de manière crédible aux citoyens d'accessibilité et de transparence? C'est pourquoi la stratégie de simplification doit être soutenue dans son principe. Elle doit permettre, à terme, de disposer de normes communautaires et nationales plus faciles à appliquer et moins coûteuses. Cependant, cette simplification comporte également un certain nombre de limites, voire de dangers, et il convient dès lors de se monter vigilant. Ce rapport précise notamment que la simplification ne doit pas se traduire par un abaissement des normes, qu'il existe des problèmes liés à l'application de l'accord interinstitutionnel régissant la procédure de refonte et qu'il est donc nécessaire de clarifier les règles applicables pour éviter conflits de compétence et blocages procéduraux. Ce rapport affirme également clairement la volonté qu'a le Parlement de prendre pleinement part à la stratégie de simplification et il met l'accent tant sur la nécessité de protéger les prérogatives du Parlement que sur la question de l'adaptation de son règlement intérieur. La simplification ne peut en effet se faire en dehors de tout contrôle démocratique et, en particulier, en dehors du contrôle du Parlement.

Le Parlement doit en outre réfléchir, dans le cadre de la simplification, à l'amélioration de ses procédures et de ses techniques législatives internes. Cette question fera l'objet d'un rapport spécifique que je suis chargée de rédiger. Enfin, concernant les modes de régulation alternatifs, je me réjouis que ce rapport demande un encadrement strict du recours à la corégulation et à l'autorégulation car il est fondamental de prévoir des garde-fous en la matière.

  Diana Wallis (ALDE), Draftsman of the opinion of the Committee on Petitions. – Madam President, directives and regulations all make up the law that is perhaps the main thing that our citizens see or feel as a result of our activities. Law is, as it were, our main product. But lawmaking, especially at a European level, is a process – a lengthy process – not an end point. This continuum is well represented by the various reports that we are discussing today. There are the Doorn and the Frassoni reports, one focusing on lawmaking and subsidiarity, the other on monitoring the application of the law. But our citizens should be at the beginning, the end and at the heart of this process, helping us set the agenda, lobbying and informing us as we make decisions and overseeing how the results work.

The Doorn report has a special focus on the use of impact assessments. This is really welcome. But we have to take care. Impact assessment cannot displace political decision making. Of course, we need full and independent information from all sides on all aspects, not just the effects on business. Then we as co-legislators can decide, but it must be our decision, not that of experts, nor of technocrats, stakeholders or lobbyists. Give us all the information in a balanced manner, then, in full transparency, we can make a political decision for which we are accountable. No number of impact assessments or re-impact assessments should replace democracy.

Let me turn to one of the main preoccupations of the Committee on Petitions. It is perhaps the committee in this House that is most in touch with our citizens. They come to us when the law is not working. The job of the Petitions Committee is to help citizens highlight the problems with implementation and monitoring of EU law. This work should be given a much higher profile and recognition, especially in the Commission’s annual report. For the umpteenth time, the Petitions Committee has emphasised the need for the Commission’s infringement proceedings to be more robust and we welcome, therefore, the proposals made by Mrs Frassoni in this respect. I was also pleased to hear the comments on implementation made by President Barroso.

We have also underlined the place of our citizens in the lawmaking process. Many of us would like to see them have a role in initiating law, as foreseen by the European citizens’ initiative in the draft Constitutional Treaty; but sadly, probably, this is a matter for another day. But we could at least ensure that our citizens understand what we are doing in their name. There seems to be broad support for the proposition that each directive and regulation should be prefaced by a non-legally binding citizens’ summary. In short, let us have legislation that is accessible in its form, the way we make it and the way we enforce it.

  Malcolm Harbour, on behalf of the PPE-DE Group. – Madam President, I particularly want to welcome all the reports. As coordinator of the Committee on the Internal Market and Consumer Protection, I particularly would like to commend Mrs McCarthy on the excellent work she has done, as well as our committee, which held a hearing on this topic.

One of the lessons we must learn from this exercise – and I say this to the select group of colleagues around here – is that better regulation is a shared task for every single Member of this Parliament, whatever committee they belong to. It is good that we are broadening out the discussion, but too few people are engaged.

The major point I wish to make tonight, linked to the amendments I made to Mrs McCarthy’s report, which were accepted by the committee, is that better regulation is a process. I agree with much of what Mrs Wallis says. The problem is that the process is difficult, complex and very few people understand it. We have to try to explain and simplify it, but we need to explain it to our own constituencies as well as to people outside. How many people in this Parliament can really say that they understand the procedures that have now been set up within the Commission to improve the quality of legislation? How many of you know what your responsibilities are under the famous interinstitutional agreement, which was signed in this very Chamber two years ago by our then President, Pat Cox? I suspect that if we had a questionnaire about it, most of you would have no idea what those obligations are.

Surely the first thing, colleagues, is that we should be putting our own House in order; that each of us should have that simplified checklist. We should say, when the Commission sends us a proposal – and this again is a recommendation – that with each proposal there should be just a short checklist about the procedures that the Commission has already gone through and the ones that it will go through in future. If there are documents and impact assessments, they should be clearly attached to that.

That is the sort of practical definition and clarification of the process that we need. If we do not do that, citizens outside will lose belief in the process. The better legislation process is vital for the future of the whole way we do business here.

  Maria Berger, im Namen der PSE-Fraktion. – Frau Präsidentin, sehr geehrter Herr Kommissionspräsident, sehr geehrte österreichische Ratspräsidentschaft! Ich darf mich bei allen Berichterstatterinnen und Berichterstattern und bei den Verfasserinnen und Verfassern der Stellungnahmen sehr herzlich bedanken, auch dafür, dass Sie alle einverstanden waren, heute eine gemeinsame Debatte dazu zu führen.

Diese gemeinsame Debatte erlaubt es uns, alle Aspekte zu sehen, die wir heute unter dem Stichwort better regulation bzw. better lawmaking zu debattieren haben. Ich muss eingestehen, dass diese Debatte für mich immer unübersichtlicher wird. Hinter den gut gemeinten Formeln, die wir hier hören und schon oft gehört haben, ist häufig kein konkretes Substrat mehr erkennbar. Manchmal habe ich auch den Verdacht, dass uns diese Debatte über die bessere Rechtsetzung von den tatsächlichen Aufgaben als Gesetzgeber ablenken soll und als Vorwand für ein Nichthandeln des Gemeinschaftsgesetzgebers dient bzw. dafür, dass bessere Regulierung zur Deregulierung wird.

Die Lage ist mittlerweile so unübersichtlich, dass man versucht ist, nach einem Prozess zu rufen, der die better regulation of the better regulation process vorsieht bzw. eine Folgenabschätzung der Folgenabschätzung. Ich bin den Berichterstattern dankbar, dass sie – allerdings innerhalb all dieses Nebels – einige sehr konkrete Maßnahmen herausgearbeitet haben. Das gilt insbesondere für den Bericht der Kollegin Frassoni und die konkreten Vorschläge für eine verbesserte Kontrolle der Umsetzung des Gemeinschaftsrechts, schnellere Vertragsverletzungsverfahren und eine größere Transparenz für den beschwerdeführenden Bürger.

Es kann ja nicht sein, dass Bürger eine Beschwerde einleiten, die Kommission ein Vertragsverletzungsverfahren einleitet, das Verfahren dann plötzlich gestoppt wird und die Bürger nicht wirklich darüber informiert werden, warum das Verfahren gestoppt wurde. Das verschlechtert oft ihre Rechtsposition bei anhängigen nationalen Verfahren. Hier ist einiges im Sinne der Transparenz notwendig.

Ich begrüße vor allem die Vorschläge, die der Herr Kollege Doorn ausgearbeitet hat, insbesondere zur Folgenabschätzung. Wir teilen seine Meinung, dass auch Akte der Komitologie der Folgenabschätzung unterliegen sollten. Wir teilen auch die Idee, dass die Folgenabschätzung einer unabhängigen Prüfung unterzogen werden sollte, die zwar unabhängig von der jeweils federführenden Generaldirektion sein sollte, aber nicht notwendigerweise außerhalb der Kommission erfolgen muss. Die Kommission hat ihre politische Verantwortung. Sie soll sie hier nicht abgeben, und im konkreten Fall will sie sie ja auch nicht wirklich abgeben.

Wo wir mit dem Herrn Kollegen Doorn nicht übereinstimmen, ist in der Frage der verpflichtenden Folgenabschätzung für Änderungsanträge im Parlament und im Rat. Ich denke, wir dürfen uns als Gesetzgeber hier nicht selbst Fesseln anlegen und uns entmündigen. Eine gute Folgenabschätzung durch die Kommission wird es auch erlauben, Auswirkungen von Änderungen abschätzen zu können. Es gibt zudem das Instrument der freiwilligen Anwendung der Folgenabschätzung, das – wie wir gehört haben – schon vom Ausschuss für Binnenmarkt und Verbraucherschutz eingesetzt wird. Das ist eine Sache, über die wir auch in anderen Ausschüssen reden sollten.

Für die bessere Rechtsetzung gilt das gleiche wie für alle anderen guten Vorsätze und schönen Dinge im Leben: Es gibt nichts Gutes, außer man tut es – und redet nicht nur darüber.

  Elizabeth Lynne, on behalf of the ALDE Group. – Madam President, I have been campaigning for many years for better lawmaking, particularly in my committee, the Committee on Employment and Social Affairs. We need better and more comprehensive impact assessment and we need to look at whether legislation is really needed at EU level, or best left up to Member States in many instances. If it is needed, we need to have a proper cost-benefit analysis of businesses, including small businesses, and the workforce alike. I would like to see the impact assessments being truly independent, better than what we have quite often at the moment: a justification for the need for legislation.

Once legislation has been passed, it has to be implemented equally, as we have all been saying, across all Member States. If it is not being implemented, is it because it is unworkable? If it is unworkable, then, as the Commission has said, repeal it.

Finally, we need to make sure the interinstitutional agreement on better lawmaking is complied with. In a reply just the other day, the Commission admitted that little progress had been made.

  Monica Frassoni, a nome del gruppo Verts/ALE. – Signor Presidente, onorevoli colleghi, innanzitutto vorrei dire al Presidente Barroso che ciò che è stato deciso oggi sull'energia dimostra che quando volete, potete e quindi noi "vorremmo" che voi "poteste" in un maggior numero di casi, in particolare per i temi della politica ambientale, dei consumatori e della salute; ma questo è un messaggio ovvio.

Ministro Winkler, ho notato con rammarico che lei non ha detto una parola sulla questione dell'applicazione del diritto, sebbene questo tema riguardi soprattutto gli Stati membri. Credo inoltre che sarebbe interessante conoscere il parere del Consiglio rispetto alla possibilità di riaprire i negoziati sull'accordo Better regulations per la parte relativa all'applicazione del diritto, che in precedenza erano miseramente falliti.

Inoltre, per quanto riguarda la questione della valutazione d'impatto, non nascondo le mie preoccupazioni, in quanto questo tema sta diventando una specie di mito, una parola magica che dovrebbe far diventare, di per sé, la legislazione migliore, basandola su fonti scientifiche e neutrali. Personalmente sono scettica rispetto a questo punto e, anzi, sono preoccupata per la portata che questo tema sta assumendo. Innanzitutto perché alcune delle proposte contenute nelle relazioni, in particolare quella dell'onorevole McCarthy, ma non solo, introducono degli elementi di burocrazia veramente complicati da gestire, soprattutto per la Commissione. Questo costituisce un elemento di dubbio che fa dire al mio gruppo che è una fortuna che abbiamo rinviato il voto, perché così avremo la possibilità di rivedere la situazione per trovare un accordo.

Inoltre gli elementi che sono ritenuti cardine, e di cui tutti parlano, per una valutazione di impatto, tra cui i costi amministrativi, l'eccesso di burocrazia, l'eccesso dei costi veri o presunti per le imprese, sono di per sé una scelta politica. Un esempio, Presidente Barroso e Commissario Verheugen: è stata sufficiente una lettera dell'UNICE per ridimensionare drasticamente la strategia sull'aria, nonostante un impact assessment costato due milioni di euro, nel quale si diceva che i costi non erano solamente quelli per le imprese, ma erano anche quelli per la salute. Quindi, alla fine, anche una valutazione di impatto è una scelta di carattere politico e di conseguenza io inviterei a non renderla così prioritaria e completamente overstated rispetto agli altri elementi della legge.

Desidero spendere un'ultima parola sulla questione della co-regolamentazione e dell'autoregolamentazione. Vorrei che la Commissione facesse un'analisi per stabilire come queste procedure abbiano funzionato perché, secondo la nostra analisi, non hanno funzionato, in quanto la capacità delle imprese e delle aziende di conformarsi a questi accordi di autoregolamentazione è stata ritenuta abbastanza insoddisfacente dalle aziende stesse.

  Erik Meijer, namens de GUE/NGL-Fractie. – Voorzitter, het is uiterst bedroevend dat er in de discussie over subsidiariteit en betere regelgeving maar één hoofdmotief lijkt te bestaan, namelijk grotere economische groei en meer concurrentie door middel van minder regelgeving. Daardoor wordt de illusie gewekt dat juist bij de regelgeving op het gebied van bijvoorbeeld sociale bescherming, milieu en consumentenbescherming meer moet worden gelet op subsidiariteit. Dit alles past in de neoliberale denkwijze dat minder regelgeving per definitie een goede zaak is.

De realiteit is echter dat het juist de Europese regels over de heilig verklaarde interne markt zijn die de Europese burgers in de weg zitten. Deze maken het bijvoorbeeld mogelijk dat een kleine gemeente in het noorden van Nederland van de Europese Commissie te horen krijgt dat ze eerst toestemming moet vragen voordat zij voor haar eigen burgers een glasvezelkabelnetwerk mag aanleggen. Of dat de overheidssteun van de stad Amsterdam aan de plaatselijke dierentuin vanuit Brussel als concurrentievervalsing wordt gezien. Geen wonder dat de Nederlandse burgers niets meer zien in verdere uitbreiding van Brusselse bevoegdheden en in de voorgestelde grondwet die dat proces goedkeurde en ondersteunde. Zij hebben die tekst met een grote meerderheid naar de prullenmand verwezen.

De realiteit is dat subsidiariteit reeds lang tot een nietszeggend begrip is geworden. De Europese instellingen, dit Parlement voorop, stellen zich zelden of nooit de vraag of Europese bemoeienis met een bepaald onderwerp daadwerkelijk bijdraagt aan een beter welzijn van mens en milieu. Integendeel, nog altijd blijft een stroom van Europese regelgeving de zeggenschap van nationale en regionale overheden ondermijnen. Ik verwijs hier bijvoorbeeld naar de Europese dienstenrichtlijn, die ook in gewijzigde vorm de autonomie van gemeentelijke autoriteiten op het gebied van vergunningen of plaatselijke dienstverlening ernstig zal uithollen.

Samengevat: het is goed dat er discussie is over de kwaliteit en subsidiariteit van de Europese regelgeving. Het is echter volstrekt naïef te veronderstellen dat door het schrappen van een handvol regelgeving of het maken van effectbeoordelingen de fundamentele problemen van Brusselse bemoeienis kunnen worden opgelost. Hiervoor zullen in de eerste plaats de internemarktregels fundamenteel moeten worden aangepast.

  Brian Crowley, on behalf of the UEN Group. – Madam President, I should like to thank the President of the Commission and the President-in-Office of the Council, as well as our rapporteurs, for the mood they have set with regard to this debate today.

Obviously there are problems within our lawmaking process; there are difficulties which we can all recognise and see in our everyday working lives. One of the things that is most clearly and importantly needed is the codification and simplification of the existing body of law – the acquis communautaire – not only to ensure that businesses can operate more freely or properly across the internal market, but also to guarantee that individuals recognise where their rights are protected; that there are clear and defined rules to ensure that big business cannot overrun the rights of workers; that consumers cannot be trodden under foot because of decisions taken by financial institutions or whatever else. That is why for many years we in Parliament have been attempting to put in place this idea of impact assessment with regard to all legislation, to test it before it becomes law, to see its necessity and to understand fully what its impact will be when it is eventually transposed into law.

However, when you look at the whole question of lawmaking, the biggest difficulties and the biggest culprits are found at Member State level in transposition of agreed European law. This is where governments have already been represented at the decision-making process, where Parliament and the Commission have been involved, but when it comes to transposition there is a difficulty because of a local domestic political dispute or because of a fear of a backlash in that political area.

I think it would be wrong for the Commission to portray itself purely in the guise of the terrible enforcer against the Member States, because sometimes there are mistakes and errors within the legislation which must be corrected, and flexibility is required to achieve this.

My last point is that, in setting up any working groups or expert groups concerning better lawmaking, it is essential to get the practitioners of politics involved – not just technocrats or parliamentary draftsmen, but politicians themselves who can understand how this must be sold to the public and enforced at a local level.

  Jens-Peter Bonde, for IND/DEM-Gruppen. – Fru formand! I dag er det kun udvalgte specialister, som kan læse EU-love og finde frem til retstilstanden på et område. Hver landmand skal tælle hver ko og kat, men ingen EU-institution ved, hvor mange love vi har helt præcist. Vi har nok passeret 20 000 regler, som fylder over 100 000 sider. Retstilstanden på f.eks. fiskeriområdet skal søges i over 70 forskellige forordninger. Hvorfor ikke samle alle regler, som vedrører samme emne, i én enkelt lov? Så kan borgerne selv se og læse den, hvilket er den første forudsætning for indflydelse.

Forslag til ændringer kan fremhæves i fed skrift - ord, der skal forsvinde, kan skrives med kursiv. Så kan alle se, hvad forslaget går ud på. Vi vil også vedtage det demokratiske princip fra vore egne forfatninger, nemlig at ingen EU-lov fremover kan vedtages uden, at det er besluttet her i EU-Parlamentet. EU-love kan så bemyndige til udstedelse af bekendtgørelser, men enhver bekendtgørelse bør kunne tages op igen af helt almindelige flertal i Rådet og Parlamentet.

Afskaf også alle udvalgsprocedurer, hvor et mindretal lovgiver sammen med Kommissionen imod flertallet af de nationale parlamenter og EU-Parlamentet. Det er absurd, at Kommissionen har kunnet tillade genmodificeret cornflakes, når 14 ud af 15 lande var imod, og land nummer 15 også var imod, da deres borgere opdagede, hvad der egentlig var blevet besluttet bag de lukkede døre! Åbn hele lovgivningen for borgerne, så får vi også bedre love!

  Marek Aleksander Czarnecki (NI). – Pani Przewodnicząca! Komisja Europejska co roku dokonuje przeglądu wdrażania prawa wspólnotowego. Obecnie omawiamy 21. i 22. sprawozdanie roczne Komisji. Żeby zdać sobie sprawę ze skali problemu, należy powiedzieć, że rzecz dotyczy prawie 4 tys. postępowań o naruszenie prawa, z czego w blisko tysiącu spraw wydano tzw. uzasadnioną opinię, a ponad 400 skierowano do Trybunału Sprawiedliwości.

Należy wyrazić ubolewanie, że Komisja z opóźnieniem przekazała 22. sprawozdanie roczne dopiero w styczniu 2006 r., stąd też Parlament odnieść się może w swojej rezolucji jedynie do części informacji Komisji za rok 2004. Można powiedzieć paradoksalnie, że im więcej skarg, tym lepiej. Można tak powiedzieć, bowiem świadczą one o tym, że obywatele krajów członkowskich Unii odgrywają ważną rolę w procesie kontroli, a więc także stanowienia unijnego prawa. Te obywatelskie skargi nie mają charakteru symbolicznego, one budują Europę obywateli i generalnie skutecznie kontrolują stosowanie unijnego prawa.

Komisje działające w ramach Parlamentu Europejskiego powinny zwrócić baczną uwagę na stosowanie prawa wspólnotowego szczególnie w sytuacji, gdzie odpowiedzialny poseł sprawozdawca powinien czynnie uczestniczyć w kontroli wdrażania danego przepisu prawnego w poszczególnych państwach Unii Europejskiej, co dalej skutkować powinno – w przypadku stwierdzenia takowych uchybień – wezwaniem do ich natychmiastowego usunięcia.

By poprawić płynność tego procesu, należałoby skrócić wewnętrzną procedurę, co słusznie znalazło swoje miejsce w projekcie rezolucji Parlamentu Europejskiego, a także nadaniu uprawnień poszczególnym komisarzom – uprawnień pozwalających na możliwość bezpośredniego nadzoru nad transpozycją przepisów wspólnotowych do prawa krajowego w wymaganych terminach. Uzyskamy to, upoważniając komisarzy do kierowania bezpośrednio do państw członkowskich wezwań do usunięcia nieprawidłowości, oczywiście w zakresie działalności każdego z nich.

  Hans Winkler, amtierender Ratspräsident. Frau Präsidentin! Dass Sie mir helfen, ganz praktisch zur besseren Rechtsetzung beizutragen, indem ich das Privileg habe, mich mit der Konferenz der Ausschussvorsitzenden zu treffen und dort sehr intensiv über Rechtsakte zu sprechen, hat durchaus mit dieser Debatte zu tun. Ich danke jedenfalls für Ihr Verständnis.

Ich möchte ganz kurz zu ein oder zwei Themen, die hier in der Debatte angeklungen sind, Stellung nehmen. Es wurde von sehr vielen Rednern über die Frage der Komitologie gesprochen. Im Österreichischen sagt man: "Man soll nicht über Eier, die noch nicht gelegt sind, gackern." Aber wir haben gerade unter dem österreichischen Vorsitz das Thema Komitologie mit großem Engagement wieder aufgenommen. Wir haben mit den dazu befugten Vertretern des Europäischen Parlaments bereits zwei sehr intensive Verhandlungsrunden geführt, die letzte erst vor ungefähr zwei Stunden. Ich glaube, wir sind auf dem richtigen Weg, nach einigen Jahren jetzt doch noch zu einer Lösung zu kommen, die für das Parlament und für den Rat befriedigend ist.

In jedem Fall wird es zu einer Verbesserung der derzeitigen Situation kommen, weil selbstverständlich auch das Parlament in jene Rechtsetzungsakte eingebunden werden soll, die im Einvernehmen von Rat und Parlament im Mitentscheidungsverfahren erlassen werden. Wir sind hier relativ nahe an einer Lösung, und ich hoffe, dass wir noch in diesem Halbjahr zu einer endgültigen Lösung kommen können. Damit tragen wir auch zu einer besseren Gesetzgebung bei.

Frau Frassoni hat selbstverständlich völlig zu Recht auf die Bedeutung der Rechtsdurchsetzung hingewiesen. Das betrifft die Mitgliedstaaten, also nicht den Rat als solchen – und ich spreche hier natürlich im Namen des Rates –, aber die einzelnen Mitgliedstaaten sind in der Diskussion mit der Kommission selbstverständlich bemüht, bessere Methoden zu finden, um der Rechtsanwendung zum Durchbruch zu verhelfen. Auch wir – das sage ich jetzt als Österreicher – sind natürlich davon betroffen, so wie alle anderen Mitgliedstaaten, auch wir sind so wie viele Mitgliedstaaten von den Vertragsverletzungsverfahren betroffen. Als Jurist sage ich, dass jedes Recht selbstverständlich auch einen Durchsetzungsmechanismus braucht; das ist wichtig, und wir bemühen uns auch, besser auf die Kommission zu hören und bessere Methoden der Rechtsdurchsetzung und der Rechtsanwendung zu finden.

Ich wollte damit, dass ich darüber nicht im Namen des Rates gesprochen habe, selbstverständlich nicht sagen, dass die Rechtsanwendung und die Rechtsdurchsetzung nicht von ebenso großer Bedeutung ist wie die Rechtsetzung.

Was den Rat betrifft, steht natürlich die Frage der Rechtsetzung und die Überprüfung bereits beschlossener Rechtsakte im Vordergrund der Überlegungen.

  Alexander Stubb (PPE-DE). – Madam President, I cannot help it, but when I see the name Winkler up there, I immediately think about Henry Winkler: remember the guy who was Fonzie in Happy Days? It is good to have an Austrian Minister as Fonzie, giving the thumbs up to better regulation!

We have three linked issues in this plenary session. The first, which we dealt with yesterday, was to do with transparency and the openness of the Council; the second is this debate on better regulation and legislation, and the last one we have this evening is on citizenship. I support all those initiatives; I think they are great; I think the work that the Secretary-General is doing in the Commission under Mr Ponzano is extremely good and I would like to recommend all four reports that have been put on the table today.

Having said that and given that we are talking about better regulation, when I started going through the reports, I got a bit uneasy. I will just read you the language. I think there is a communication problem here. Mrs Frassoni drew up a great report, but paragraph 18, ‘Notes that the SOLVIT network has proved its effectiveness in the internal market as a complementary non-judicial mechanism which has increased voluntary cooperation among Member States ...’. It is all true, but if you are sitting up there trying to listen to this, you are not necessarily going to understand what it means. Mr Doorn, on better lawmaking, at paragraph 5, ‘is of the opinion that the Lamfalussy procedure is a useful mechanism; regards the convergence of supervisory practices as crucial; welcomes the work of the Level 3 committees in this respect and supports the call for an adequate toolbox;’ – great. Then, the McCarthy report – which I think is the clearest one – states in paragraph 6, ‘requests that the Commission carry out both ex-ante and ex-post impact assessments on legislation to assist in identifying whether key policy objectives have been met ...’, and the Gargani report has exactly the same. What I am trying to say is that we need better regulation, better lawmaking, but it is to do with simplification and us understanding what we are deciding on and people understanding what we are trying to decide on. That is what better regulation is all about; therefore, we need to use better language. I cannot imagine how that sounded through the Finnish interpretation!

(Laughter and applause)

  Béatrice Patrie (PSE). – Madame la Présidente, Mesdames et Messieurs, sous l'aspect d'un débat technique, se cache ici un débat d'une grande importance politique. Mieux légiférer certes, mais sans déréguler et sans écarter le législateur lui-même. À cet égard, je souhaite exprimer mes plus grandes réticences vis-à-vis de certains mécanismes comme les mécanismes alternatifs de réglementation tels que la régulation et l'autorégulation. Ils ont leur fonction mais, dans l'intérêt des citoyens et des consommateurs, ces recours ne doivent en aucun cas, selon moi, se substituer à la loi qui confère des droits mais aussi des devoirs et constitue donc l'outil démocratique le plus légitime.

S'agissant de la consultation préalable au processus législatif, j'invite les trois institutions à organiser, à côté des opérateurs économiques, la participation effective des partenaires sociaux et de la société civile dans sa diversité. Il est en effet de la responsabilité des pouvoirs publics de soutenir l'organisation de ces acteurs sur l'ensemble de l'Europe, associations de consommateurs, usagers des services publics, associations de lutte contre l'exclusion ou d'éducation populaire.

Enfin, permettez-moi un commentaire sur le programme glissant de simplification censé faciliter la stratégie de Lisbonne. Je m'étonne qu'il comporte comme principe prioritaire la refonte du règlement sur l'agriculture biologique alors que les producteurs de cette filière n'en demandent pas tant et que des propositions aussi importantes que celles sur le statut de la mutuelle et de l'association européenne aient été dans le même temps retirées du programme législatif.

  Frédérique Ries (ALDE). – Madame la Présidente, je rejoins parfaitement ici ceux qui estiment qu'un régime minceur ferait du bien à l'Europe de la réglementation, une Europe tatillonne sur les principes et malheureusement plus permissive sur le suivi de la transposition et de la bonne application de nos législations.

Un constat: dix ans après le lancement du programme Slim, et malgré la signature, il y a deux ans, de l'accord interinstitutionnel "Mieux légiférer", on est aujourd'hui encore loin du compte. Nous n'avons toujours pas freiné cet appétit législatif de l'Union. Alors je suis ravie que la Commission, aujourd'hui, nous propose ce régime équilibré: trois conditions pour que cet agenda fonctionne, muscle l'Union et rapproche celle-ci des Européens. Il a été dit que l'Europe doit légiférer uniquement lorsqu'elle peut faire mieux que d'autres niveaux de pouvoirs. Des Canaries à la Scandinavie – on vient d'entendre M. Stubb – en passant par Bruxelles, et une fois pour toutes, nous devons résister au jargon européen, parler et écrire la loi dans la langue la plus compréhensible pour l'ensemble de ceux à qui elle est destinée. On pourrait multiplier encore les exemples.

Troisièmement, ce régime minceur que nous voulons et que veulent aussi les PME, notamment, n'est pas un régime "laisser-aller et laisser faire". Mieux réguler, il faut le souligner, et je conclus par là, Madame la Présidente, n'est pas manquer d'ambition. Je rejoins Mme Frassoni: c'est à REACH, par exemple, que je pense en soulignant ce dernier point.

  Alyn Smith (Verts/ALE). – Madam President, I congratulate all our rapporteurs in undertaking this gargantuan effort today and shall focus briefly on two points: Council transparency and Mr Doorn’s report on subsidiarity.

As we heard yesterday, a lack of Council transparency remains the elephant in the room; it remains the root cause of so much discontent with EU lawmaking in general. Surely the Council can take more steps towards meaningfully meeting in public. Right now only Havana and Pyong Yang operate in such an opaque fashion. We should be doing better than that in the 21st century.

More substantively, turning to subsidiarity and especially paragraphs 25-29 of Mr Doorn’s report, I give my own country, Scotland, as an example of the missed opportunity that subsidiarity currently represents. Scotland is currently part of a Member State not known for its enthusiastic EU engagement and yet our parliament in Edinburgh would represent an enthusiastic partner in better EU lawmaking. Our parliament has total responsibility for health, the environment, justice, education, fishing, agriculture and many more areas, yet the EU view of subsidiarity too often stops at the Member State when, in fact, the more relevant partner may well be much more local.

I would associate myself with all of Mr Doorn’s recommendations on impact assessments, although I echo Mrs Wallis’ comments on political engagement and stress that such engagement must be as local as possible. Then perhaps we will see subsidiarity starting to work for the betterment of EU legislation in the future.

  Jonas Sjöstedt (GUE/NGL). – Fru talman! Jag menar att denna diskussion inte kan reduceras till en diskussion om kvaliteten på lagstiftningen. Man måste också diskutera kvantiteten, mängden EU-lagstiftning. Faktum är att mängden EU-lagar har växt dramatiskt på senare år, och EU lagstiftar idag på en hel rad nya områden. Samtidigt är det extremt ovanligt att EU återger beslutanderätt till medlemsländer eller upphäver lagstiftning. Kombinationen mycket stor mängd lagstiftning och bristande kvalitet ger dålig överskådlighet och gör det svårt att genomföra lagstiftningen i praktiken.

När det gäller kvaliteten så kan mycket göras redan idag, och det finns förslag på det i betänkandena. Föråldrad lagstiftning kan tas bort, den kan förenklas och man kan slå samman och konsolidera lagstiftningen. Allt det är gott och väl, men det krävs också ett annat sätt att närma sig lagstiftningsarbetet. Vi behöver mindre detaljstyrning, mer målstyrning och större frihet för medlemsländerna att välja hur man genomför de mål som man slår fast.

När det gäller konsekvensanalyser så är de bra, men det är inte alltid så lätt att mäta det man vill mäta. Oftast är det enklare att mäta enkla ekonomiska faktorer än exempelvis miljöfaktorer. Vi hade den diskussionen i samband med debatten om REACH, kemikaliepolitiken. Det var lätt att mäta företagets kostnader men svårt att mäta de enorma positiva effekterna för folkhälsan eller sett till mänskligt lidande, då man får färre sjukdomar. Det gör att man skall vara lite försiktig på detta område.

Vill man verkligen göra en förenkling så måste man minska antalet EU-lagar, och det område som är absolut mest överreglerat är jordbrukspolitiken. Här skulle det mesta kunna återföras till medlemsstatsnivå och tusentals lagar skulle kunna försvinna. En del talar om EU konstitutionen, faktum är att den hade gjort dessa problem värre genom att öka EU:s makt, göra det lättare för EU att tillskansa sig nya lagstiftningsbefogenheter och kunna lagstifta på områden som man egentligen inte får gå in på. Så vi får tacka de nederländska och franska väljarna även idag.

  Konrad Szymański (UEN). – Pani Przewodnicząca! Mądrość prawodawcy polega nie tylko na zdolności do stanowienia dobrego prawa, ale także i na zdolności do powstrzymywania się od regulacji tam, gdzie nie jest to konieczne. Dlatego postulowanie w sprawozdaniu rozszerzenia i uściślenia zasady oceny kosztów i wpływów legislacji jest godne gorącego poparcia.

W sprawozdaniu czytamy o zgubnym wpływie politycznych kompromisów na kształt prawa europejskiego. Mamy świetny przykład tej patologii w postaci dyrektywy usługowej. Obie strony sporu twierdzą, że go wygrały. Socjalistyczna posłanka Gebhardt twierdzi, że wywróciła dyrektywę do góry nogami, podczas gdy konserwatywny poseł Harbour zapewnia, że mamy dobry kompromis.

Kto się zatem myli? Może nikt się nie myli? Może wyprodukowaliśmy dokument z dziesiątkami sprzecznych zapisów, według zasady: dla każdego coś dobrego. To świetna terapia dla państw i dla samej Unii, także dla tego Parlamentu, ale nasze dobre samopoczucie fundujemy sobie jednak kosztem obywateli, przedsiębiorców i jakości prawa.

  Johannes Blokland (IND/DEM). – Voorzitter, naar aanleiding van de verslagen over betere wetgeving die vandaag besproken worden, wil ik graag enkele opmerkingen maken over de rol van effectbeoordelingen. Van collega Doorn begrijp ik dat hij streeft naar een steekproefsgewijze controle door een panel bestaande uit gezaghebbende deskundigen. Het idee erachter steun ik van harte. Met collega Doorn pleit ik voor een echt onafhankelijke commissie, dus niet samengesteld door vertegenwoordigers van de drie instellingen.

In Nederland kennen we hier voorbeelden van, bijvoorbeeld de commissie die toeziet op milieueffectrapportages. Als je bij zo'n panel een paar keer stevig onderuit bent gegaan, dan doe je de volgende keer wel beter je best. Verder wil ik ook nog opmerken, dat wetgeving altijd een leerproces is, maar zo expliciet als dat in overweging J van het verslag-Doorn gesteld is, lijkt mij veel te negatief. We doen hier ons best om goede wetgeving aan te nemen. Dat zal best een keer fout gaan, maar om dat al bij voorbaat als doel te zien, dat gaat me te ver.

  Bruno Gollnisch (NI). – Madame le Président, vous êtes une éminente spécialiste du Japon ancien de l'époque Tokugawa, au cours de laquelle on conservait le peuple volontairement dans l'ignorance des lois classées secret d'état et dont la connaissance était réservée à un petit nombre de grands seigneurs, car l'on pensait qu'ainsi, le peuple était maintenu dans un respect beaucoup plus grand de normes dont il ignorait tout. Eh bien, je me demande parfois si nous ne nous inspirons pas effectivement de cette législation japonaise ancienne.

En réalité, mes chers collègues, je crois que la complexité du droit européen est l'effet pervers d'une dynamique de groupe dont nous sommes intégralement partie prenante. De quoi s'agit-il? Premièrement, l'initiative appartient à la Commission, mais derrière chaque commissaire, se cachent évidemment la direction générale et les fonctionnaires qui la composent. Ensuite, cela passe au Conseil. Théoriquement, le Conseil est composé des ministres. Ceux-ci se mettent d'accord sur un texte, à condition que chacune de leur bureaucratie respective y retrouve l'intégralité des normes qui doivent figurer dans le projet commun, puis le texte est transmis au Parlement et le Parlement nomme un rapporteur. Et, naturellement, le rapporteur − c'est bien légitime − veut laisser son nom dans l'histoire. Or il laissera bien davantage un nom s'il ajoute des normes plutôt que s'il en supprime, sans parler des collègues qui déposent des amendements, du rôle important des lobbies, etc. C'est ainsi, Mesdames et Messieurs, que nous arrivons à un véritable monstre normatif.

Cela fait dix-sept ans que je suis dans ce Parlement et, dès la première année où j'ai siégé ici un débat sur la simplification du droit communautaire se tenait déjà. J'ai l'impression qu'on en est absolument au même point qu'il y a dix-sept ans, à cette exception près que la situation s'est encore aggravée.

Alors que faut-il? Il faut s'entendre sur le sens des termes. Il faudrait un véritable dictionnaire de droit communautaire, un code comme le Code civil, ou le Code de commerce ou le Code pénal, qui soit rationnellement organisé, divisé en parties, en sous-parties, en chapitres, en sections et en articles, de telle façon que, quand nous travaillons sur un texte, nous sachions à l'avance que nous allons modifier tel ou tel article. Bref, il faut un grand effort de simplification. Je crains que malgré les bonnes volontés exprimées par les rapporteurs, nous n'en soyons pas tout à fait là. Je vous remercie.

  Andreas Schwab (PPE-DE). – Frau Präsidentin, Herr Kommissar Verheugen! Ich möchte zunächst die Gelegenheit nutzen, allen vier Berichterstattern für ihre wertvolle Arbeit zu diesem Thema, das nicht nur die Stammtische bewegt, sondern immer mehr auch die Politik, zu danken.

Erfrischend an dieser Debatte fand ich vor allem den Beitrag des Kollegen Gollnisch, der ein wirklich lebhaftes Plädoyer für die Einführung der Europäischen Verfassung gehalten hat, was uns offenbar – was ich bisher nicht wusste – verbindet. Ich glaube in der Tat auch, dass wir mit der Europäischen Verfassung im Bereich der normativen Rechtsetzung sehr viel besser dastünden, als dies heutzutage der Fall ist. Ich freue mich, dass wir da an einem Strang ziehen.

Diese ganzen Berichte zur besseren Rechtsetzung – und ich finde, das muss man sich immer klar machen, wenn es um die Sache geht – zielen ja nicht darauf ab, den einzelnen Bürger mit den Rechtstexten besser vertraut zu machen, sondern darauf, den Mitgliedstaaten einen einfachen Text für die Umsetzung an die Hand zu geben. Deswegen müssen wir uns bei den Herausforderungen, mit denen wir hier konfrontiert sind, das Ziel klar vor Augen führen.

Natürlich beklagen wir gerade in diesem Zusammenhang – und ich meine es gar nicht ironisch, dass ich gerade in diesem Punkt meinem Vorredner ausnahmsweise einmal ausdrücklich zustimmen muss –, dass wir im Bereich der Komitologie einen sehr intransparenten Rechtsetzungsprozess haben, der hier gelegentlich kritisiert wurde.

Deswegen bin ich davon überzeugt, dass wir eine externe Prüfung europäischer Rechtsetzung brauchen und diese externe Prüfung nicht nur durch die Kommission selbst erfolgen kann. Es stellt sich die Frage, ob dies durch eine Agentur – Sie kennen alle unsere Vorbehalte gegen die Schaffung weiterer Agenturen, frei nach dem Motto: kein Bürokratieaufbau zum Bürokratieabbau – oder durch andere externe Stellen geschehen kann. In jedem Fall sollten wir als Parlament bei der Auswahl dieser externen Stellen beteiligt sein.

Deswegen bieten diese vier Berichte, über die wir heute diskutieren, eine hervorragende Ausgangsgrundlage auch dafür, in dieser Frage zwischen Parlament und Kommission und möglicherweise auch dem Rat zu einer gemeinsamen Position zu kommen.

  Andrzej Jan Szejna (PSE). – Pani Przewodnicząca! Lepsze stanowienie prawa w Unii Europejskiej wymaga dobrze i przejrzyście sformułowanych przepisów oraz szybkiego i prawidłowego ich wprowadzania w życie i stosowania. Nadal występuje zbyt wiele przypadków niepoprawnego wdrażania prawa wspólnotowego, co jest skutkiem zarówno złej jakości przepisów, jak i świadomego działania państw członkowskich, mających na celu podważanie prawodawstwa wspólnotowego ze względów politycznych, gospodarczych czy administracyjnych.

Ponadto w wielu państwach członkowskich sądy krajowe nadal niechętnie stosują zasadę pierwszeństwa prawa wspólnotowego. Jeśli prawo unijne nie jest postrzegane jako obowiązujące wobec wszystkich, a jego transpozycja i wdrażanie zależą tylko od dobrej woli rządu, może to doprowadzić, jak słusznie podkreśla w sprawozdaniu pani Frassoni, do obiektywnej renacjonalizacji polityki Wspólnoty, co oczywiście będzie mieć negatywny wpływ na rynek wewnętrzny i cały dorobek prawny Unii.

Brak zgodności w transpozycji może prowadzić również do złego stosowania prawa unijnego poprzez wprowadzenie różnych przepisów w różnych krajach, podważając w ten sposób wiarygodność Wspólnoty. Jeśli nie potrafimy wymagać od rządów państw członkowskich prawidłowej transpozycji prawa unijnego, nie mamy prawa oczekiwać od obywateli wiary w skuteczność ochrony ich praw wynikających z prawa wspólnotowego przez unijne instytucje, jak Komisja, Rada czy Parlament Europejski.

  Karin Riis-Jørgensen (ALDE). – Fru formand! Europa-Parlamentet skal være bannerfører for bedre lovgivning. Europa-Parlamentets arbejde skal være transparent, klart formuleret, og især skal vi fjerne de administrative barrierer i den europæiske lovgivning. Derfor har jeg en opfordring til dette Parlaments ledelse: Vores lovgivningsarbejde skal koordineres bedre, så vi ikke igen kommer ud for, at udvalgene foreslår ændringer, der er i modstrid med hinanden. Samtidig skal vi prioritere retssikkerhed og forudsigelighed for vores borgere, og ikke overlade et alt for bredt skøn til myndighederne eller EF-Domstolen.

Formanden for Det Europæiske Råd, den østrigske premierminister, har angrebet EF-Domstolen for at tiltage sig for meget magt. Men Domstolen udfører jo blot sit arbejde, fordi vi lovgivere ikke gør vores arbejde godt nok.

Jeg er desværre bange for, at vi med servicedirektivet er ved at gentage tidligere fejltagelser, og at vi i for høj grad overlader fortolkningen til EF-Domstolen. Det må vi alle gøre bedre ved andenbehandlingen.

  Zita Pleštinská (PPE-DE). – Pri svojich stretnutiach so zainteresovanými subjektmi pôsobiacimi v oblasti vnútorného trhu sa stretávam mnohokrát s kritikou súčasnej európskej legislatívy. Zle navrhnuté znenia legislatívnych textov často sťažujú ich transpozíciu do právneho poriadku jednotlivých štátov. Aj účastníci verejného vypočutia k tejto téme za účasti pána komisára Verheugena nám potvrdili, že veľakrát práve nejasnosť textu spôsobuje právnu neistotu, prípadne narušenie hospodárskej súťaže a rozdrobenie vnútorného trhu, čo oslabuje schopnosť spotrebiteľov a podnikov plne využívať jeho výhody.

Preto vítam odporúčania správy spravodajkyne McCarthy, aby Komisia pokračovala v konsolidácii, zjednodušovaní a kodifikovaní legislatívy Spoločenstva tak, aby sa zlepšila ich čitateľnosť. Samozrejme, musí platiť pravidlo, že zlepšenie právnej legislatívy nesmie spôsobiť oslabenie environmentálnych, sociálnych a spotrebiteľských noriem. Aj na základe mojich skúsenosti získaných počas vypracovania mojej správy „Financovanie európskej normalizácie“ môžem jednoznačne súhlasiť so spravodajkyňou, že len dobré, jasné a hlavne jednoduché zákony týkajúce sa vnútorného trhu budú na prospech občanov, spotrebiteľov a podnikov a pomôžu Európskej únii získať výhodnejšie postavenie medzi konkurenciou v rámci celosvetového hospodárstva.

Milí kolegovia, som presvedčená, že lepšie právne predpisy budú základom úsilia európskych inštitúcií pri tvorbe pracovných miest a hospodárskeho rastu v Európskej únii v rámci obnovenej lisabonskej stratégie. Na záver mi dovoľte poďakovať všetkým štyrom spravodajcom za novú architektúru lepšieho zákonodarstva pre Európu bližšiu k občanovi.

  Manuel Medina Ortega (PSE). – Señor Presidente, hubo una época en la que las leyes las hacían los dioses; los dioses hacían leyes perfectas. Luego, los dioses se cansaron y empezaron los hombres a hacer leyes, y las leyes son imperfectas. Entonces, en el momento actual, si una ley es buena o mala no lo decide nadie, sino nosotros mismos, y el único criterio para saber si una ley es buena o mala es la democracia, el criterio de la mayoría, porque, como decía Rousseau, «es razonable que sea la mayoría la que decida, y no la minoría».

Establecido este principio en las democracias modernas, la democracia es representativa y son los Parlamentos los que legislan; pueden equivocarse, pero el único criterio de legitimidad es la mayoría parlamentaria. Partiendo de esto, creo que el mayor peligro en este momento para la democracia es la tecnocracia asociada a los intereses económicos —lo que se llama autorregulación y corregulación—, que es una forma de poner los intereses generales en manos de los intereses particulares de unos pocos, y es algo que hay que recordar.

Desde luego, este parlamentario, que viene siendo elegido después de muchas legislaturas, no estaría dispuesto a renunciar a sus responsabilidades legislativas en favor de una subcontratación y en favor de intereses tecnocráticos.

  Zuzana Roithová (PPE-DE). – Dámy a pánové, jsem si vědoma, že nový přístup k evropské regulaci vyžaduje změnu myšlení, možná i smluv. Chceme-li však udržet důvěru občanů v unijní trh, musíme zastavit odliv investic a ubývání pracovních míst. Kvůli tomu musíme nejen redukovat a zjednodušit legislativu, jsem přesvědčena, že musíme také prověřovat původní cíle evropské i národní regulace. A to je vážná politická výzva. Jsme to také my, vážení kolegové, kdo by měl důsledně vyžadovat, aby každé opatření, např. na ochranu zdraví či životního prostředí, bylo provázeno dopadovou studií. I toto žádá ve zprávě Výboru pro vnitřní trh a ochranu spotřebitelů paní McCarthy. K tomu dodávám, že musí být přece zřejmé, jaké náklady ponesou evropští výrobci, o kolik to zvýší či sníží veřejné rozpočty a jak to ovlivní nezaměstnanost v našich regionech. Zvláště bychom měli předem vědět, jak předpisy na zvýšení standardů ovlivní konkurenceschopnost evropské výroby vůči třetím zemím, aby hlavním důsledkem nebylo další stěhování továren a kapitálu pryč z Evropy.

Lepší regulace také znamená, že v kontextu nákladů budeme vážně zkoumat, zda nové opatření může skutečně zlepšit zdravotní či sociální status občanů nebo zda jde jen o nedoložený předpoklad. Jako lékařka i jako politik s nelibostí pozoruji, jak mnohé evropské i národní regulace jsou jen populistická gesta. Naproti tomu mi chybí jasná koncepce na ochranu spotřebitele před zdravotně závadnými či padělanými výrobky ze třetích zemí, jež vytěsňují kvalitní evropské zboží. Příkladem je ortopedicky závadná dětská obuv z Asie. Zde je jediným řešením povinná nová zdravotní certifikace dětské obuvi. I toto je pro občany better regulation.

Lituji, že Komise tak váhá s kodifikací ochrany spotřebitele a ochrany duševního vlastnictví. Nikdy dříve nebyla kvalita evropské regulace tak důležitá jako dnes, kdy Unie čelí vážné konkurenci ze třetích zemí. Politickými cíly dnešní regulace je chránit férovou soutěž i evropského spotřebitele – nejen uvnitř, ale i vně Evropy – a občany motivovat k tvořivosti a zbavit je též neefektivní regulace.

  Μαρία Ματσούκα (PSE). – Κυρία Πρόεδρε, αγαπητοί συνάδελφοι, η βελτίωση της κοινοτικής νομοθεσίας σημαίνει αξιολόγηση, αλλά και οριοθέτηση του εγχειρήματος ως προς την τεχνική του πλευρά.

Η πολυπλοκότητα των εθνικών διοικήσεων, η περιορισμένη δυνατότητα ενσωμάτωσης και, αρκετές φορές, η έλλειψη βούλησης δυσχεραίνει περισσότερο τα πράγματα. Οι κυρώσεις από την ίδια την Ένωση φαίνεται εδώ να είναι το πιο αποτελεσματικό μέτρο. Το στοίχημα, ωστόσο, για την ορθή εφαρμογή της κοινοτικής νομοθεσίας είναι η διαμόρφωση πολιτικής, αλλά πρωτίστως κοινωνικής βούλησης. Η σωστή εφαρμογή της κοινοτικής νομοθεσίας είναι μια διαδικασία που θα επέτρεπε στην Ευρώπη μεσοπρόθεσμα να μειώσει τις αγκυλώσεις της και να καταστεί ανταγωνιστικότερη στο διεθνές παγκοσμιοποιημένο περιβάλλον, προς όφελος πολιτών, καταναλωτών και επιχειρήσεων.

Χρειαζόμαστε κανόνες σαφείς, πλήρεις και κατανοητούς. Τέτοια κείμενα, βεβαίως, προϋποθέτουν καθαρότερες συμφωνίες μεταξύ των συντακτών τους. Είναι πολύ σημαντική η απλοποίηση και ο εξορθολογισμός του νομοθετικού CORPUS. Θα ήταν επί πλέον προτιμότερο οι νόμοι, σεβόμενοι τις αρχές της διαφάνειας, της αναλογικότητας και της συνέπειας, να ρυθμίζουν τα βασικά σημεία ενός τομέα και να προβλέπονται μέτρα εφαρμογής, τα οποία θα αφορούν και τις τεχνικές λεπτομέρειες.

Ως προς την αποτελεσματικότητα των ρυθμίσεων, είναι σημαντικές οι αξιολογήσεις του οφέλους και του κόστους της εφαρμογής. Είναι απαραίτητος, λοιπόν, ο κοινωνικός διάλογος με τους εμπλεκόμενους φορείς οι οποίοι έτσι θα είναι σε θέση να συνδιαμορφώνουν τη νομοθεσία.

Ειδικά σε ό,τι αφορά σε μείζονες πολιτικές προτάσεις, είναι ο μόνος τρόπος να κερδίσουμε την εμπιστοσύνη των πολιτών. Καλός νόμος δεν είναι ο πολυδαίδαλος και ο αυστηρός σε διαδικασίες, είναι ο νόμος που διευκολύνει τον πολίτη ενώ, ταυτόχρονα, τον καθιστά συνυπεύθυνο για την εφαρμογή του.

  Klaus-Heiner Lehne (PPE-DE). – Frau Präsidentin, meine sehr verehrten Damen und Herren! Ich habe den Eindruck, dass in dieser Debatte doch klar geworden ist, dass das zentrale Problem, über das wir hier diskutieren, das der Gesetzesfolgenabschätzung ist. Meines Erachtens hat das überhaupt nichts damit zu tun, dass Technokratie Demokratie ersetzt. Darum geht es nicht. Selbstverständlich sind die demokratischen Institutionen weiter verantwortlich. Die Kommission entscheidet über Vorschläge in eigener Verantwortlichkeit, das Parlament und der Rat natürlich ebenso.

Es geht um einen entscheidenden Punkt, nämlich dass wir die Verfahren im Hinblick auf unsere Unterstützung verändern. Zurzeit machen wir in der Europäischen Union Gesetzgebung durch learning by doing. Wir beschließen etwas, und am Ende kommt dann irgendetwas raus, das irgendeine Wirkung hat. Wenn wir dann feststellen, dass es eine Wirkung hat, die wir nicht wünschen, haben wir das Problem, dass aufgrund der komplexen Verfahren, die wir in der Europäischen Union haben, wir nicht, wie in nationalen Parlamenten, die Gesetze mal eben schnell ändern können, sondern dass wir dann ein komplexes Verfahren brauchen, das sich über viele Jahre erstreckt, um Richtlinien zu bearbeiten und Verordnungen zu ändern. Deswegen brauchen wir ein anderes Instrumentarium, als es oftmals auf nationaler Ebene existiert.

Wir müssen wissen, was wir tun. Es geht bei der Gesetzesfolgenabschätzung darum, dass wir Hilfestellung bekommen, dass uns auch Leute, die unabhängig sind, sagen, welche Konsequenzen unser Tun hat. Die politische Entscheidung bleibt letztendlich unsere. Aber wir brauchen diese Hilfestellung. Das ist ganz entscheidend bei einem so großen Wirtschaftsraum von 470 Millionen Menschen, für die die Kommission, der Rat und das Parlament Entscheidungen zu treffen haben. Von daher ist es auch entscheidend, dass es das unabhängige Element gibt.

Ich appelliere noch einmal ganz deutlich an die Kommission, sich auch innerhalb ihrer eigenen Strukturen dafür einzusetzen, dass dieses unabhängige Element eingeführt wird. Geschieht dies nicht, hätte das zur Konsequenz, dass das Parlament gezwungen wäre – wenn wir uns selbst ernst nehmen –, selbst überall ein unabhängiges impact assessment durchzuführen. Das ist nicht der Sinn der interinstitutionellen Vereinbarung von 2003. Wir möchten, dass die Kommission dies von sich aus veranlasst, damit wir vernünftige Entscheidungsgrundlagen bekommen.

  Günter Verheugen, Vizepräsident der Kommission. Frau Präsidentin, meine sehr verehrten Damen und Herren! Lassen Sie mich bitte noch einmal versuchen zu erklären, worum es geht und worum es nicht geht. Es geht nicht um weniger Gesetzgebung. Es geht nicht um schlechtere Gesetzgebung, es geht nicht um Deregulierung, es geht nicht um neoliberalen Marktradikalismus. Es geht schlicht und einfach darum, das europäische Rechtssystem so zu gestalten, dass die Bürgerinnen und Bürger es verstehen können, und es so zu gestalten, dass die europäische Wirtschaft es benutzen kann, um zu wachsen, zu investieren und Arbeitsplätze zu schaffen. Es ist wirklich das Einfachste von der Welt, und ich bin immer wieder erstaunt, was für Motive hinter einem so eindeutigen und klaren Konzept auch vermutet werden können.

Ob wir glauben oder nicht, dass wir zu viele europäische Gesetze haben und dass sie vielleicht auch nicht immer gut genug sind, spielt überhaupt keine Rolle. Es ist keine Glaubensfrage, über die wir hier sprechen, sondern wir sprechen darüber, dass ein erschreckend hoher Anteil der Bürgerinnen und Bürger Europas davon überzeugt ist, dass es so ist. Wir sprechen davon, dass die europäischen Unternehmerinnen und Unternehmer und die europäischen Gewerkschaften übereinstimmend davon sprechen, dass es so ist. Zu viel Bürokratie, zu viele Gesetze, zu komplizierte Gesetze, zu viele unnötige Einschränkungen. Es kommt nicht darauf an, ob es wirklich so ist, es kommt darauf an, dass diejenigen, für die wir die Gesetze machen, davon überzeugt sind, dass es so ist. Deshalb war es notwendig, etwas zu tun.

Das von der Kommission vorgeschlagene Projekt "Bessere Rechtsetzung" arbeitet mit all den Instrumenten, die hier genannt worden sind – verschiedene Formen, in denen man das Recht vereinfachen und modernisieren kann, ohne es in seinem Gehalt zu verändern. Ich muss es noch einmal sagen: Es geht nicht darum, die Substanz von Regelungen zu verändern, sondern es geht darum, sie benutzerfreundlich und transparent zu machen.

Ich werbe noch einmal um die Unterstützung des Europäischen Parlaments. Es sind in Wahrheit ja zwei große, zwei verschiedene Projekte. Das eine Projekt ist die rückwirkende Überprüfung des gesamten Rechtsbestandes.

Machen wir uns doch nichts vor! Als die europäische Integration noch jung war, wurden Gesetze unter anderen Gesichtspunkten gemacht als heute, und wenn wir etwas weiter zurückgehen, finden wir in den Annalen unserer Gesetzesbücher schon sehr erstaunliche Dinge. Kein Mensch bestreitet, dass das modernisiert werden muss. Die Überprüfung des gesamten Bestandes ist keine einfache Sache, und ich wäre sehr dafür, dass wir uns auch hier auf gemeinsame Verfahren einigen und nicht nur bei der Kodifizierung, wo wir das bereits getan haben.

Davon zu unterscheiden ist die Frage: Wie wollen wir in Zukunft Regelungen treffen? Wie wollen wir in Zukunft Gesetze machen? In diesem Zusammenhang spielt die Frage der Folgenabschätzung eine ganz zentrale Rolle. Ich unterstütze all diejenigen hier, die sagen: Es ist in einer Demokratie zwingend, dass der Gesetzgeber weiß, welche Folgen sein Handeln für die Betroffenen hat. Das bedeutet ja nicht, dass der Gesetzgeber darauf verzichtet, etwas zu tun, wenn er das weiß. Es wird immer eine Frage der Abwägung sein.

Wenn die Kommission Ihnen sagt, eine Gesetzgebung verursacht für die Wirtschaft Kosten von x Milliarden Euro, Ihnen auf der anderen Seite aber sagt, dass es notwendig sei, diese Gesetzgebung vorzulegen, um den Bedürfnissen der Bürgerinnen und Bürger nach Schutz ihrer Gesundheit nachzukommen, fällt die Abwägung nicht schwer. Die Kommission wird dann sagen: Der Schutz der Gesundheit der Bürgerinnen und Bürger geht vor, auch wenn es etwas kostet.

Ich möchte hier klar machen, dass Folgenabschätzung nicht automatisch bedeutet, dass wir dann, wenn sich herausstellt, dass wir etwas tun, was auch Kosten verursacht, einfach sagen: Wir tun es nicht. Es geht darum, dass wir ganz genau wissen, was wir tun.

Hier sind wichtige Gedanken zu der Frage geäußert worden, wie eine solche Folgenabschätzung am besten organisiert wird, und ich sage Ihnen in aller Offenheit: Wir sind, was diese Frage betrifft, in der Kommission mitten in einem Diskussionsprozess, und sowohl Präsident Barroso als auch ich sind wirklich der Meinung, dass wir das jetzige System verändern müssen.

Ich teile voll und ganz die Auffassung derjenigen, die hier gesagt haben: Es kann die endgültige Entscheidung über die Gültigkeit einer Folgenabschätzung nicht bei denjenigen liegen, die sie gemacht haben, und es können nicht ausschließlich diejenigen mit einer Folgenabschätzung befasst sein, die das dazugehörige Gesetz machen. Das sehen Präsident Barroso und ich ganz genau so. Wir diskutieren über die bestmögliche Lösung. Der Präsident hat in seinem einführenden Statement ja gesagt, dass er daran denkt, eine unabhängige Stelle unter seiner eigenen Verantwortung einzurichten, die die Folgenabschätzung überprüft. Wir sind also gerne bereit, mit dem Parlament weiter zu reden. Dasselbe gilt für das Komitologieverfahren, wo wir ja die Anliegen des Parlaments weitgehend unterstützen, und auch für alle anderen Anregungen, die hier eingebracht worden sind.

Ich möchte Ihnen nur noch einmal nahe bringen, dass es sich hier um ein Projekt handelt, das wir nicht technisch oder bürokratisch oder formalistisch behandeln dürfen. Es ist ein hochpolitisches Projekt, hochpolitisch! Es soll dazu beitragen, das Vertrauen der Bürgerinnen und Bürger in das Gesamtsystem der europäischen Integration zu stärken, und es soll dazu beitragen, unserer Wirtschaft stabile und verlässliche Rahmenbedingungen zu geben, damit die große soziale Frage unserer Zeit gelöst wird, nämlich die Frage nach der Zukunft unserer Arbeitsplätze.

PRESIDÊNCIA: MANUEL ANTÓNIO DOS SANTOS
Vice-Presidente

  Presidente. O debate está encerrado.

A votação terá lugar na terça-feira, 16 de Maio.

Declarações escritas (artigo 142º)

  Edit Herczog (PSE). – A jelentéstevő kiválóan azonosította a közösségi, illetve tagállami jogszabályokban rejlő akadályokat, melyek nehezítik a belső piac működését. A megoldást a létező jogszabályok felülvizsgálata és az új jogszabályok jobb, körültekintőbb előkészítése jelenti. Ezért maga a törvényhozás felelős. Ezt a felelősséget sem az előkészítő és végrehajtó Bizottság, sem a törvényhozó Tanács és Parlament nem háríthatják másra, legfőbbképp nem külső testületekre.

A létező jogszabályok felülvizsgálatában a Parlamentnek törvényhozói minőségében van szerepe és felelőssége. Tisztelettel kérem a Bizottságot: a jobb törvénykezésről szóló intézményközi egyezmény szellemének megfelelően szorosan működjön együtt a Parlamenttel.

A jövőbeli szabályok előkészítésében nem célravezető a hosszú, bürokratikus eljárásokat tovább bonyolítani. Ha ma létrehoznánk független, külső audit testületet a hatástanulmányok minőségének megvizsgálására, akkor holnap miért ne hoznánk létre egy független, külső ellenőrző szervet, amely az audit testület függetlenségét vizsgálja? A belső piac jobb szabályozásához a rossznak bizonyult eljárásokat ellenőrző szervek szaporítása helyett új, hatékonyabb munkamódszereket kell kidolgozni. A jogszabályok felülvizsgálatával együtt a Bizottságnak, a Tanácsnak és a Parlamentnek saját módszereiket is kritikusan át kell gondolniuk, szükség esetén felelősségteljesen át kell alakítaniuk.

Mindhárom intézmény figyelmét szeretném végül felhívni arra, hogy az európai jog iránti társadalmi bizalom és tisztelet záloga a teljes nyilvánosság és a társadalmi kontroll felvállalása.

  Véronique Mathieu (PPE-DE). – La législation européenne est trop complexe et parfois superflue: une rénovation intelligente doit permettre de lutter contre cette opacité malsaine et dommageable !

D'une part, il convient d'améliorer en réduisant et simplifiant la législation existante. Dans ce travail de simplification comme pour toute nouvelle mesure adoptée, il faut respecter les principes de proportionnalité et de subsidiarité: l'Union européenne là où il le faut, quand elle est plus efficace que les États agissant seuls, autant qu'il le faut, mais pas plus qu'il ne faut.

L'application de ces principes d'apparence technique implique de juger de leur opportunité sociale, culturelle, ou autre, alors même qu'aucun mécanisme de contrôle efficace de leur application n'existe! Cette lacune était comblée par le projet de Constitution. Dans l'attente de sa ratification, il faut s'interroger sur leur bonne application.

D'autre part, il convient d'améliorer le contrôle de la transposition du droit communautaire car l'insécurité juridique sape la compétitivité de nos entreprises. L'instauration de correspondants nationaux est une mesure positive si les contrôles englobent une analyse quantitative et qualitative et intègrent une analyse d'impact sur l'environnement social, économique et écologique. Ces analyses d'impact doivent pouvoir être comparées: elles doivent donc être uniformisées. Pour atteindre cet objectif, le Parlement européen doit renforcer son pouvoir dans ce domaine.