Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Donderdag 6 april 2006 - Straatsburg Uitgave PB

11. Situatie in Zuidoost-Turkije (debat)
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Aan de orde is de verklaring van de Commissie over de situatie in Zuidoost-Turkije.

 
  
MPphoto
 
 

  Markos Kyprianou, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Commissie is bezorgd over de gebeurtenissen in het zuidoosten van Turkije en over de uitbarstingen van geweld en de terreuraanslagen die zich naar andere steden in het land hebben uitgebreid. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet.

Volgens de informatie waarover de Commissie beschikt, begon de geweldsgolf op 28 maart in de zuidoostelijke stad Diyarbakir na de begrafenis van enkele PKK-leden. Ik wil de geachte afgevaardigden eraan herinneren dat de PKK op de lijst van terreurorganisaties van de Europese Unie staat.

Op 29 maart werden de eerste slachtoffers gemeld in Diyarbakir, en in de daaropvolgende dagen werd melding gemaakt van meer dodelijke slachtoffers in de hele regio. In het weekend breidden de rellen zich ook uit naar Istanbul, waar een molotovcocktail in een volle stadsbus werd gegooid. Daarbij werden drie burgers gedood. Sindsdien zijn er nog meer dodelijke slachtoffers gerapporteerd, ook onder de veiligheidstroepen.

Laat ik er heel duidelijk over zijn dat de Europese Unie terrorisme ondubbelzinnig veroordeelt. De PKK is een terroristische organisatie. Wij zijn zeer bezorgd over de recente activiteiten van deze organisatie in Turkije. Wij voelen ons slachtoffers van deze terreurdaden. Tegelijkertijd betreuren wij echter ten diepste dat er slachtoffers zijn gevallen. Wij doen een beroep op de Turkse autoriteiten om helderheid te verschaffen over deze gebeurtenissen door een alomvattend onderzoek in te stellen, en om ervoor te zorgen dat de veiligheidstroepen de nodige zelfbeheersing tonen bij hun confrontaties met de demonstranten.

De mensen in het zuidoosten van Turkije zitten niet te wachten op geweld en confrontatie; zij willen vrede, stabiliteit en welvaart. Wij dringen er bij de Turkse regering op aan om de problemen van deze regio en de mensen daar, die overwegend van Koerdische afkomst zijn, integraal aan te pakken, en niet alleen vanuit de optiek van de veiligheid.

De Turkse regering moet maatregelen nemen die erop gericht zijn de economische, sociale en culturele mogelijkheden voor alle Turkse burgers te vergroten en te garanderen. In dit verband zien wij uit naar de follow-up van de toespraak van premier Erdogan in augustus 2005. De Commissie wijst er nog eens met nadruk op dat Turkije krachtens de politieke criteria van Kopenhagen culturele diversiteit moet waarborgen en de culturele rechten van al zijn burgers moet bevorderen, zoals is vastgelegd in het herziene toetredingspartnerschap voor Turkije dat in januari 2006 door de Raad is goedgekeurd.

Het is ook belangrijk dat Turkije de terugkeer van binnenlandse ontheemden naar hun oorspronkelijke dorpen vergemakkelijkt, een redelijke schadevergoeding beschikbaar stelt voor mensen die als gevolg van de veiligheidssituatie verlies en schade hebben geleden, en werk maakt van de afschaffing van het systeem van dorpswachters.

Wij zullen de situatie in het zuidoosten nauwgezet blijven volgen. Wij zullen deze kwesties bij de Turkse autoriteiten aankaarten in het kader van ons periodieke toezicht op de politieke criteria. Ik zie uit naar een heel interessant debat.

 
  
MPphoto
 
 

  Camiel Eurlings, namens de PPE-DE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de situatie die wij hier vanmiddag bespreken is tragisch, omdat de recente gebeurtenissen heel slecht zijn voor Turkije en voor de Koerdische burgers in Turkije.

Wij moeten ons goed realiseren dat de PKK een terroristische organisatie is, en voor terrorisme is geen enkel excuus. Als lid van het Europees Parlement merk ik op dat het nationale parlement van Nederland er hard voor heeft geknokt om de PKK op de terrorismelijst geplaatst te krijgen. Voor terrorisme kan nooit een excuus zijn.

Tegelijkertijd moeten wij ons echter ook afvragen of al die mensen die protesteren ook werkelijk geweld voorstaan. Veel analisten hebben een heel andere conclusie getrokken. Zij zeggen dat de meeste Koerden geen geweld willen, zij willen gewoon een welvarende toekomst, met economische, sociale en culturele ontwikkelingen, binnen de Turkse staat. Meer dan ooit moeten wij nu in die mensen investeren.

In het verslag dat dit Parlement eind 2004 heeft goedgekeurd, hebben wij aangedrongen op de ontwikkeling van het zuidoosten en op meer culturele rechten voor het Koerdische volk. Het moet worden gezegd dat premier Erdogan sindsdien een aantal indrukwekkende redevoeringen heeft gehouden. In deze moeilijke tijd moeten deze woorden echter meer dan ooit worden gevolgd door daden. Wij moeten sociaal en economisch investeren, zodat de mensen en hun gezinnen een welvarende toekomst hebben, zodat zij geen geweld willen voor hun kinderen. Wij moeten investeren in meer culturele vrijheid. Als de Turkse radio en televisie meer zendtijd beschikbaar zouden stellen voor Koerdische programma’s, dan zou Roj-tv in Denemarken niet meer zo belangrijk zijn.

Het systeem van dorpswachters moet inderdaad worden afgeschaft en ontheemden moeten worden geholpen bij de terugkeer naar hun geboortestreek.

Nu is het tijd voor wijsheid in plaats van grote woorden. Het is tijd dat de Turkse regering gesprekspartners zoekt die bescheiden zijn en vrede willen. Ik noem de heer Baydemir en de heer Türk, de covoorzitter van de DTP. Deze mensen moeten zich blijven uitspreken tegen geweld; maar als zij dat dan doen, laat de Turkse regering dan ook met hen samenwerken in plaats van hen, zoals de minister van Binnenlandse Zaken doet, met een proces te dreigen. Volgens mij zijn samenwerking en wijsheid de juiste weg. Laten wij ervoor zorgen dat de Koerdische burgers zich thuis voelen in één Turkse staat. Dat is de enige oplossing.

 
  
MPphoto
 
 

  Emine Bozkurt, namens de PSE-Fractie. – Voorzitter, Turkije gaat de Fractie van de Europese socialisten aan het hart. Hartverscheurend is het dan ook om te zien dat het land momenteel wordt geteisterd door geweld. De PSE-Fractie roept op om verdere escalatie van het geweld te voorkomen. In dit verband verwelkomen we de woorden van premier Erdoğan, die heeft aangegeven het tij van geweld te willen keren door meer democratische en economische hervormingen te bewerkstelligen.

Hij heeft hiermee een hand uitgestoken naar de Koerdische gemeenschap, een hand die moet worden aangenomen. De PSE-Fractie onderstreept ook de oproep van de burgemeester van Diyarbakir aan die Koerden die geweld gebruiken, om hiervan af te zien, want de PSE-Fractie wijst excessief geweld definitief af. Als het geweld ophoudt dan kunnen en moeten de tanks vertrekken uit de straten van de steden en de dorpen in het zuidoosten. Tanks in de straten is niet wat de mensen in Europa willen zien, als ze denken over de mogelijke toetreding van Turkije tot de Europese Unie. Ik wil benadrukken dat iedereen in Turkije, ook de Koerden, baat heeft bij een ononderbroken proces op weg naar het Turkse lidmaatschap van de Europese Unie. De bescherming van en het respect voor de mensenrechten van iedereen in Turkije, is namelijk een absolute voorwaarde voor lidmaatschap van de Europese Unie.

We moeten nu het onderhandelingsproces niet laten saboteren door provocateurs nog voordat het goed en wel begonnen is. Het is jammer dat het huidige geweld een periode van toenadering onderbreekt, want er waren al vorderingen gemaakt. Koerdische tv was bijvoorbeeld een van de nieuwe maatregelen die de regering van Turkije mogelijk heeft gemaakt. De afspraken die er waren voordat het recente geweld uitbrak, moeten worden uitgebreid en vooral worden geïmplementeerd. Papier moet praktijk worden.

Tenslotte, nog enkele woorden voor de slachtoffers. Zij moeten worden betreurd en er wordt terecht om hen gerouwd. Laten we voorkomen dat er meer slachtoffers vallen. Maak van dit moeilijke moment in Turkije een kans voor een nieuw gevoel van saamhorigheid in het land, saamhorigheid die hard nodig is op de lange en moeilijke weg naar het lidmaatschap van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Sarah Ludford, namens de ALDE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, er is duidelijk sprake van een onzalige - zij het onbedoelde en niet erkende - alliantie tussen de Turkse veiligheidstroepen, de PKK en de Europese tegenstanders van toetreding van Turkije. Allemaal werken zij op hun eigen wijze de vorderingen van Turkije op de weg naar de Europese Unie tegen.

De Turkse politie en het leger dienen de belangen van de Turkse regering niet met hun gebruik van excessief geweld tegen de demonstranten in Diyarbakir en andere steden. Die regering heeft geen democratische controle over de 'diepe staat'. De militairen hebben er in feite belang bij dat het geweld voortduurt, omdat daardoor hun macht, hun rol en hun financiële positie worden versterkt.

De PKK bedient zich inderdaad van terroristische methoden en heeft ongetwijfeld voor een deel het recente geweld uitgelokt en aangewakkerd, maar de doelstellingen van deze organisatie, namelijk erkenning van de culturele, linguïstische en politieke identiteit van het Koerdische volk, worden door veel Koerden die tegen geweld zijn wel gedeeld. In die zin worden de PKK-strijders gezien als vrijheidsstrijders. De uitdaging is de fanatieke voorstanders van geweld en degenen die via democratische middelen een politieke oplossing willen bereiken, van elkaar te scheiden, en dat is waar de Turkse autoriteiten falen.

De gematigde oproepen van mensen als Ahmet Türk en Osman Baydemir, de burgemeester van Diyarbakir, om een einde te maken aan het geweld en politieke gesprekken te beginnen, vormen een zeer hoopvolle ontwikkeling van de afgelopen dagen. Ik vind het nogal teleurstellend dat de Commissie op geen enkele wijze heeft aangegeven dat zij de Turkse regering wil aanmoedigen om deze koers te volgen, de weg niet alleen van sociaal-economische vooruitgang, die duidelijk ook nodig is, niet alleen van erkenning van linguïstische en culturele rechten, maar ook van werkelijke gesprekken over politieke dialoog en een politieke oplossing in de Koerdische regio in het zuidoosten van Turkije in het kader van de opbouw van de Turkse staat.

Het lijkt erop dat de Commissie ervoor terugschrikt om de Turkse regering die aanmoediging te geven. Wij moeten met zijn allen premier Erdogan te hulp komen en hem aanmoedigen door te gaan met waar hij afgelopen augustus mee leek te beginnen, maar waarin hij is blijven steken, ongetwijfeld vanwege het leger. Wij moeten hem helpen de politieke dialoog over een oplossing op gang te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Cem Özdemir, namens de Verts/ALE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de commissaris voor zijn toespraak. Ik wil namens mijn fractie onze grote bezorgdheid uitspreken over de situatie in Turkije waarover wij in de media horen. In de afgelopen week zijn ten minste vijftien mensen omgekomen bij confrontaties tussen demonstranten en Turkse veiligheidstroepen in het zuidoosten en bij terreuraanslagen in Istanbul. Wij veroordelen het gebruik van disproportioneel geweld door de politie in Diyarbakir en Kiziltepe ten sterkste.

Tegelijkertijd hebben wij echter ook geen goed woord over voor de provocaties van de PKK, wier leiders het geweld en de onlusten moedwillig aanwakkeren. Nadat drie gemeentelijke bussen in Istanbul in brand waren gestoken zonder dat er slachtoffers vielen, kwamen zondagavond bij een aanslag op een bus twee zusjes om het leven. De meerderheid van de Koerden wil een fatsoenlijk leven in de steden opbouwen of naar hun dorpen terugkeren. Zij mogen niet worden gegijzeld door cynische leiders die nauw gelieerd zijn aan de militaire tak van de PKK, die het conflict wil laten escaleren, en door sommigen in de 'diepe staat' in Turkije.

In het licht van de recente gebeurtenissen hebben wij het gevoel dat sommige van onze collega’s in het Europees Parlement niet het hele verhaal hebben verteld in de e-mails die de laatste tijd zijn rondgestuurd. Zij suggereren dat er sprake is van een zwart-wit tegenstelling, waarbij geen enkele Turk bereid is de Koerden meer rechten te geven en iedere Koerd een onderdrukt slachtoffer is. Daarom is het mijns inziens belangrijk dat wij de aandacht vestigen op het debat dat momenteel gaande is in het maatschappelijk middenveld in Turkije, tussen intellectuelen van Turkse en Koerdische afkomst.

Zij hebben het volgende gezegd: (i) de Koerdische identiteit in Turkije moet nu eindelijk officieel door de Turkse staat worden erkend; (ii) het beleid gericht op assimilatie van de Koerden is volledig mislukt; (iii) de Turkse staat moet het vertrouwen van de Koerden en van alle burgers in Turkije terug zien te winnen; en (iv) er kan geen vreedzame oplossing komen als men blijft vasthouden aan de PKK als officiële onderhandelingspartner van de staat, want dat zal de PKK niet worden.

Tot slot citeer ik een voormalige burgemeester van Diyarbakir, die onlangs heeft gezegd: "Als wij hier werkelijke vrede willen, moet de PKK zich aan de nieuwe situatie in de wereld aanpassen. De Turkse staat wordt democratischer. Dat moet de PKK ook doen. Zij moet het idee van de gewapende strijd opgeven en een respectvolle dialoog aangaan met Koerden die er anders over denken. Zij moet ook nieuwe leiders kiezen. Deze organisatie werd opgericht met een koudeoorlogmentaliteit. Zij moet zich ontwikkelen."

 
  
MPphoto
 
 

  Feleknas Uca, namens de GUE/NGL-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, namens de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links en vooral namens mijn collega, de heer Agnoletto, wil ik uiting geven aan mijn afschuw over de onlusten in Zuidoost-Turkije. Sinds meer dan een week bereiken ons verschrikkelijke beelden en verschrikkelijke berichten uit een land waarmee de EU in oktober 2005 toetredingsonderhandelingen is begonnen, waarmee mijn fractiegenoten en ik toentertijd hebben ingestemd. De Turkse regering heeft sinds het begin van de toetredingsonderhandelingen met de EU weliswaar een hervormingsproces op gang gebracht, maar dit is onvoldoende om de maatschappelijke en politieke problemen en conflicten in dit land op te lossen.

Wat dit betreft zou één ding voor Turkije en voor ons allen duidelijk moeten zijn, namelijk dat de democratische tekorten van Turkije nauw verbonden waren en zijn met het Koerdische vraagstuk. Zolang Turkije dit probleem probeert op te lossen met militaire middelen, door de burgerbevolking en de vrijheid van mening en meningsuiting te onderdrukken, zal er in dit land geen vrede en zodoende geen basis zijn voor een democratische staat. De kloof die door de samenleving loopt, mag niet nog dieper worden zodat hij onoverbrugbaar wordt.

Het Turkse staatshoofd, de heer Erdogan, heeft de moorden op vrouwen en kinderen omschreven als noodzakelijke acties tegen de instrumenten van het terrorisme. Tot nu toe zijn vijftien mensen omgekomen, onder andere drie kinderen, van wie het jongste pas drie jaar oud was. Van de 278 personen die in Diyarbakir worden vastgehouden, zijn er 91 jonger dan achttien jaar. Als de Turkse veiligheidstroepen blijven schieten op burgers in Diyarbakir, Batman, Mardin en in vele andere Koerdische steden en als het dodental blijft stijgen, wordt die kloof breder en wordt het steeds moeilijker een vreedzame oplossing te bereiken.

Het is nu hoog tijd dat de Commissie en de Raad alle hun ter beschikking staande middelen gebruiken om Turkije ertoe te bewegen een eind te maken aan het geweld. We moeten erover discussiëren of de toetredingsonderhandelingen kunnen worden opgeschort als de Turkse regering en het Turkse leger democratische beginselen met voeten blijven treden en de mensenrechten blijven schenden. Ik eis dat een ad-hocdelegatie naar Turkije wordt gestuurd om tot op de bodem uit te zoeken wat daar gebeurt. Ik doe een beroep op allen die betrokken zijn bij dit conflict, om onmiddellijk te stoppen met het geweld, en ik roep de Turkse regering op de wettelijk gekozen vertegenwoordigers van de Koerden te accepteren als onderhandelingspartner en de recente aanklachten tegen hen te seponeren.

Wij kunnen en mogen niet langer tolereren dat twintig miljoen Koerden hun politieke en culturele rechten alsmede hun sociale en maatschappelijke medezeggenschap worden ontzegd.

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Tadeusz Masiel (NI). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de houding van de Turkse autoriteiten ten aanzien van de huidige gebeurtenissen in Diyarbakir en het crisismanagement in het zuidoosten van Turkije zijn onaanvaardbaar vanuit het gezichtspunt van het Europees Parlement. Een Turkije dat geen respect opbrengt voor de 12 miljoen Koerden die op zijn grondgebied leven, zal ook de culturen en godsdiensten van de landen van de Europese Gemeenschap niet respecteren.

Het zelfvertrouwen van de Turkse premier, Recep Erdogan, grenst aan arrogantie.

Laat hem zich niet verbeelden dat de Europese Unie ook maar enige verplichtingen heeft jegens Turkije. Ik geloof, commissaris, dat juist het tegendeel het geval is. Ik ben ervan overtuigd dat de Europese Unie, op basis van het besluit om de onderhandelingen te beginnen met Turkije, nu het recht heeft om deze onderhandelingen op te schorten.

 
  
MPphoto
 
 

  Konstantinos Hatzidakis (PPE-DE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, helaas zijn wij getuige van geweld in Zuidoost-Turkije. Vol afschuw zien wij hoe soldaten en onschuldige burgers in Turkije worden vermoord. Daaruit mogen wij echter niet de conclusie trekken dat dit het enige probleem is in Turkije. Er doet zich tevens een enorm probleem voor bij de rechten van de Koerden, dat wij in het debat van vandaag niet onder het tapijt mogen vegen.

Turkije heeft gekozen voor een perspectief, voor een Europees perspectief. Dankzij dit perspectief kon de afgelopen jaren vooruitgang worden geboekt op het gebied van de mensenrechten van de Koerden, wier bestaan enkele jaren geleden zelfs niet erkend werd.

Deze ontwikkeling mag echter niet tot stilstand komen. Het onbeheerste optreden van het leger van de laatste tijd mag er niet toe leiden dat de Koerden de rechten worden ontnomen die zij moeten hebben als Turkije lid wil worden van de Europese Unie. Zij moeten dezelfde rechten hebben als de burgers van de Europese landen.

Premier Erdogan heeft recentelijk verklaard: “Wij wijken niet af van ons doel inzake democratie en ontwikkeling. Wij zullen zorgen voor meer vrijheden, meer democratie, voor sociale bescherming, rechten en rechtvaardigheid”. Dit is een juiste verklaring, maar het mag niet bij een verklaring blijven: dit moet ook hard worden gemaakt.

Er zijn maatregelen nodig op drie niveaus: (i) er zijn rechten nodig, (ii) er is economisch en sociaal beleid nodig en (iii) het leger, dat een ongecontroleerde macht is, moet worden beteugeld. Als Turkije daarin slaagt, zal het zijn Europees perspectief serieus hebben genomen. Als Turkije zijn beloften nakomt op dit gebied en op alle andere gebieden, en als het dus dat doet wat de Europese Unie vraagt, dan zal dat goed zijn, niet alleen voor de Koerden maar voor alle andere inwoners van Turkije.

Turkije mag derhalve niet aarzelen. De woorden van de heer Erdogan moeten van nu af aan geheel stroken met de daden.

 
  
MPphoto
 
 

  Panagiotis Beglitis (PSE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, tot onze grote ongerustheid zien wij hoe het geweld en de terreur door het Turkse leger en de PKK opnieuw oplaaien. Daarom moeten wij mijns inziens met dit debat een boodschap de wereld in sturen en duidelijk maken dat wij de tegen onschuldige burgers in Istanbul en andere steden gerichte terreurdaden, maar ook het militair geweld van de Turkse repressiemacht tegen de Koerdische bevolking veroordelen.

Verantwoordelijk voor de situatie in Zuidoost-Turkije zijn de krachten die aansturen op een oorlogslogica, op een logica van militaire overheersing ten koste van alles. De verstokte overheid en het leger gebruiken het optreden van de PKK als een voorwendsel om hun bemoeienis met het politieke leven voort te zetten en om voorwaarden te creëren voor de oplossing van het Koerdisch probleem. Anderzijds gebruikt de PKK de ernstige economische en sociale problemen, de onderontwikkeling en de armoede om de cyclus van geweld en bloedvergieten in stand te houden.

Het is een feit - en het zou een politieke fout zijn dat te onderschatten - dat het Europees perspectief van Turkije de weg heeft geopend voor hervormingen door de regering van de heer Erdogan. De hervormingen zijn echter nog maar pas begonnen; ze zijn nog lang niet af en staan in het teken van de historische angst die het Turkse leger koestert voor het Koerdische volk.

Wij moeten consequent en vastberaden steun geven aan de culturele, linguïstische en educatieve rechten van de Koerdische gemeenschap. Wij moeten de politieke rechten steunen en aandringen op een verandering van het kiesrecht, dat een democratische vertegenwoordiging van de Koerdische gemeenschap in het politieke leven van Turkije verbiedt.

De Turkse politieke leiding en de regering-Erdogan moeten moedige en vastberaden stappen zetten. Zij zijn verantwoordelijk voor de voltooiing van de hervormingen en voor een soepele politieke, economische en sociale integratie van het Koerdische volk. Een strategie van vreedzame conflictregeling veronderstelt echter dat een dialoog ontstaat tussen beide partijen, dat beide kanten de logica van een militair conflict en een militaire oplossing afzweren. Het Koerdisch probleem kan niet met repressie en geweld worden opgelost, maar alleen met een democratische dialoog, met ontwikkeling en volledige eerbiediging van de rechten van het Koerdische volk.

De Europese Unie heeft haar eigen politieke verantwoordelijkheid en moet een geïntegreerde strategie voor het Koerdisch probleem in Turkije opstellen. Daarbij moet zij:

- het Europees perspectief standvastig en consequent blijven ondersteunen, en tegelijkertijd toezicht blijven uitoefenen op de naleving door Turkije van zijn verplichtingen, zonder hieraan concessies te doen en zonder opportunistisch te zijn;

- haar steun aan de territoriale integriteit en eenheid van de Turkse staat opnieuw bevestigen en alle afscheidingspogingen die de PKK met zijn uitzichtloze strategie onderneemt, veroordelen;

- initiatieven ontplooien om een democratische dialoog op gang te brengen over een politieke oplossing van het Koerdische probleem en de rol en rechten van de Koerdische gemeenschap in de Turkse instellingen en samenleving verzekeren.

Tot slot moet de Europese Unie, in samenwerking met de Turkse en Koerdische instanties, een bijdrage leveren aan de totstandkoming en verwezenlijking van programma’s voor economische en sociale wederopbouw, opdat armoede en onderontwikkeling kunnen worden bestreden, de instellingen en het maatschappelijk middenveld kunnen worden versterkt en de gematigde, democratische politieke krachten in het Zuidoosten van Turkije steun krijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de situatie in het zuidoosten van Turkije is inderdaad buitengewoon verontrustend, maar dat zou niemand hoeven te verbazen. Geweld en grove schending van de mensenrechten, vooral door de Turkse staat, zijn in die regio al decennia lang min of meer aan de orde van de dag, en dat zal nog jaren voortduren tenzij de Turkse regering erkent dat zij het probleem van de Koerden niet simpelweg kan laten verdwijnen door de generaals van het leger de vrije hand te geven om het op te lossen op de enige manier die zij kennen: door bruut geweld.

De Turkse regering moet inzien dat de mensenrechten van de miljoenen Koerden die in de regio wonen volledig geëerbiedigd moeten worden. Zij moeten het recht krijgen hun eigen taal, het Koerdisch, te gebruiken, en hun eigen tradities en cultuur in ere te houden. Verder moet de Turkse regering accepteren dat de Koerden recht hebben op een zekere mate van autonomie. Als over dergelijke zaken zou worden onderhandeld, zou dat geen nadelige gevolgen hebben voor het welzijn van het Turkse volk; doordat het zou leiden tot langdurige stabiliteit, zou het juist vrede en welvaart brengen voor heel Turkije. Bovendien moet de Turkse regering de moedige stap zetten om in te gaan op het recente verzoek van de leider van de Koerdische Democratische Partij, Masoud Barzani, om de federale structuur van Irak te accepteren en een algemene amnestie af te kondigen voor militante PKK-leden.

De regering van de heer Erdogan heeft signalen afgegeven dat hij drastische democratische hervormingen in Turkije wil doorvoeren. Wij weten dat zulke hervormingen op sterk verzet stuiten van het machtige militaire establishment. Het Turkse volk moet inzien dat de werkelijke vijanden van Turkije in feite degenen zijn die veranderingen tegenhouden. De heer Erdogan voert een moeilijke en gevaarlijke strijd tegen de generaals. Wij moeten hem aanmoedigen en steunen, want als de generaals winnen, zal de ontwikkeling van Turkije in de richting van democratisering tot stilstand worden gebracht, evenals zijn vorderingen op de weg naar toetreding tot de EU, en zal het land weer wegzinken in de achterlijkheid van een totalitair militair bewind.

 
  
MPphoto
 
 

  Alyn Smith (Verts/ALE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, als begunstiger van de campagne Vrede in Koerdistan en bestuurslid van de Civiele Commissie EU-Turkije (EUTCC) beschouw ik mijzelf als belanghebbende in dit debat. Ik sta vierkant achter de opmerkingen van mijn fractiegenoot, de heer Özdemir, over de dialoog en over het feit dat het bij dit proces geen kwestie is van zwart of wit. Alle partijen hebben hun tekortkomingen en wij moeten in dit Parlement doorgaan met daar waar nodig aan te moedigen en daar waar nodig kritiek te leveren. Ik wil benadrukken dat wij ook onze eigen integriteit in het oog moeten houden en ervoor moeten zorgen dat onze legitieme zorgen over het pijnlijk trage tempo van de voortgang van het vredesproces binnen Koerdistan en Turkije als geheel, niet onbedoeld een signaal worden naar diegenen in dit Parlement en in de EU die meer tegen het EU-lidmaatschap van Turkije dan voor democratie zijn.

De criteria van Kopenhagen vormen de routekaart. De criteria van Kopenhagen inzake de erkenning van culturele, historische en politieke rechten zijn duidelijk, die liggen al vast. Wij moeten in dit Parlement onze eigen handen schoon houden. De EU moet als kampioen van de dialoog en de democratie blijven vasthouden aan haar eigen beginselen en haar eigen rol als eerlijke, onpartijdige bemiddelaar, die waar nodig kan helpen of bekritiseren.

 
  
MPphoto
 
 

  Frederika Brepoels (PPE-DE). – Voorzitter, mijnheer de commissaris, collega's, het is duidelijk dat sinds de Europese Unie de toetredingsonderhandelingen met Turkije is opgestart, ons wekelijks berichten bereiken van geweld en grove schendingen van de mensenrechten. U heeft zelf een lijstje opgesomd, maar ik wil toch even uw aandacht vragen voor de brute moord op de bejaarde ouders van de voorzitter van het Koerdisch Instituut in Brussel, zonder natuurlijk de andere slachtoffers tekort te doen.

In een eerste reactie stelt commissaris Rehn dat hij vast vertrouwen heeft in de Turkse overheid. Ik vind dat toch nogal een vreemde houding, aangezien steeds meer elementen wijzen op een actieve betrokkenheid van diezelfde autoriteiten. Ik weet niet of u het rapport heeft gezien van de mensenrechtenorganisatie IHD over de moord op het echtpaar Ferho en ook het gerechtelijk onderzoek naar de bomaanslag in Şemdinli. Die wijzen beide in de richting van het Turkse leger. Toen een openbare aanklager enkele weken geleden de directe betrokkenheid van de nummer twee en ook de kandidaat-stafchef van het leger wilde onderzoeken, werd dit door de legerleiding meteen afgeblokt. Dit zijn dus de autoriteiten waar de Europese Commissie alle vertrouwen in heeft.

Nu, mijnheer de commissaris, deze gebeurtenissen leggen toch wel op een pijnlijke manier bloot dat Turkije geenszins streeft naar een vreedzame oplossing van dit conflict met de Koerden. Turkije weigert simpelweg de culturele en democratische rechten op zelfbeschikking van de Turkse Koerden te erkennen. Een land dat 15 miljoen van zijn burgers alle politieke en culturele rechten ontzegt, is voor mij geen democratie. Een land waarvan de autoriteiten actief betrokken zijn bij grove schendingen van mensen- en volkerenrechten, is voor mij ook geen rechtsstaat. Het negeren van die realiteit en ook het uitblijven van een krachtig signaal van Europa maken ons ook medeplichtig.

Ik zou eens echt willen weten wat de Commissie terzake gaat ondernemen. Zal commissaris Rehn nu eindelijk, zoals hij beloofd heeft, in de associatieovereenkomst de bescherming van de minderheden opnemen of niet? Ik denk dat het aangaan van een rechtstreekse en structurele dialoog door de Europese Unie - aangezien Turkije het niet doet of niet wil - met vertegenwoordigers van de Koerdische gemeenschap in Turkije in dezen reeds een heel belangrijke stap zou kunnen zijn. Ik zou graag uw visie hierover horen.

 
  
MPphoto
 
 

  Geoffrey Van Orden (PPE-DE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, als de Koerdische extremisten de mensen in het zuidoosten van Turkije werkelijk een dienst willen bewijzen, dan doen ze dat volgens mij het beste door hun campagne van geweld en terrorisme te staken. Kenmerkend voor terroristische campagnes is wel dat de slachtoffers bijna altijd gewone burgers zijn die niets anders verlangen dan een eerlijke kans om kinderen groot te brengen in een sfeer van vrede, stabiliteit, vrijheid en groeiende welvaart. Dat is niet mogelijk als terroristen en opstandelingen voor hun eigen egoïstische doeleinden Koerdische gemeenschappen in eigen land en daarbuiten mobiliseren, onderdrukken en intimideren en de internationale opinie tegen de Turkse autoriteiten opzetten. Ik kan me niet voorstellen dat er veel vrijheid is in de gebieden die door de PKK gecontroleerd worden.

De PKK, een organisatie die uit de Koude Oorlog stamt, kondigt af en toe een staakt-het-vuren af. Het meest recente staakt-het-vuren werd in augustus aangekondigd en heeft niet meer dan een maand geduurd. Daarna heeft de PKK zijn campagne van moord en geweld voortgezet. Zoals de commissaris en een aantal andere sprekers hebben opgemerkt zijn er sinds het afgelopen weekend tussen de tien en twintig mensen omgekomen ten gevolge van terroristisch geweld. Het terrorisme heeft in al deze jaren bij elkaar tienduizenden slachtoffers geëist.

Er wordt nu met Turkije onderhandeld over toetreding tot de EU. Dat gegeven speelt mee in de campagne van de PKK. De PKK is niet geïnteresseerd in een stabiel, bloeiend en democratisch, op het Westen gericht Turkije. De PKK wil een klein marxistisch staatje, om dan in het verleden te leven.

Uiteraard willen wij dat Turkije in zijn pogingen om het land te moderniseren hervormingen doorvoert; uiteraard willen wij dat de economische situatie in het zuidoosten van Turkije verbetert. Ik heb te doen met mensen die in angst en armoede leven. Wij geloven dat aan de gerechtvaardigde eisen van de Koerden op een billijke wijze tegemoet moet worden gekomen – via onderhandelingen. Dat kan niet in een sfeer van geweld of onder een voortdurende dreiging van geweld.

De Koerdische extremisten moeten het terrorisme afzweren. Dan kunnen de Turkse autoriteiten reageren met gebaren van goede wil.

 
  
MPphoto
 
 

  Markos Kyprianou, lid van de Commissie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de leden van dit Parlement graag bedanken voor deze interessante discussie. Ik heb met belangstelling naar uw opmerkingen geluisterd en zal daarmee rekening houden.

Ik denk dat we het er wel over eens zijn dat de toestand in het zuidoosten van Turkije ernstig is. Wij hopen daarom allemaal dat er een alomvattende strategie voor deze situatie wordt ontwikkeld. Die strategie moet niet uitsluitend rekening houden met overwegingen van veiligheid, hoe gerechtvaardigd die ook zijn; ze zal ook aandacht moeten hebben voor de sociale en economische ontwikkeling van de regio en de mogelijkheden om culturele rechten tot uitdrukking te brengen.

Ik wil graag verwijzen naar een toespraak van eerste minister Erdogan van 2005, dezelfde toespraak waar ik het zojuist ook al over heb gehad. Daarin benadrukte de eerste minister dat er een democratische oplossing moet worden gevonden voor wat hij de “Koerdische kwestie” noemt. De Commissie zal de Turkse regering en de eerste minister aanmoedigen om op basis van de belofte die ze tijdens deze in Diyarbakir gehouden speech gedaan hebben stappen te ondernemen.

De stabiliteit van de regio is een absolute voorwaarde voor het formuleren van een antwoord op deze problemen. De voortzetting van de terroristische aanvallen is daarom heel gevaarlijk. Het is echter ook heel belangrijk dat de autoriteiten en de veiligheidstroepen terughoudendheid betrachten en in de omgang met de burgers geen overdadig geweld gebruiken.

Ik wil ook graag iets zeggen over een aantal kwesties die u hier aan de orde heeft gesteld. Wat de incidenten in Semdinli betreft: ik kan u vertellen dat er een onderzoek is ingesteld en dat zowel de gerechtelijke autoriteiten als het parlement wachten op de resultaten van dit onderzoek. We zullen de ontwikkelingen blijven volgen.

U vraagt of er vooruitgang is geboekt. We blijven er bij de Turkse regering op aandringen de hervormingen voort te zetten en de Koerden meer rechten te gunnen. Dan heb ik het nu over een recente – en positieve – ontwikkeling: het feit dat er op de televisie en radio nu op gezette tijden uitzendingen in de Koerdische taal worden toegestaan. Wij hopen dat er in dit opzicht meer zal volgen.

Ik kan u verzekeren dat we de toestand in het zuidoosten zullen blijven volgen. Al deze ontwikkelingen zullen met de Turkse autoriteiten worden besproken: het maakt deel uit van de controle op de politieke criteria die we regelmatig uitvoeren.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Het debat is gesloten.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid