Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2005/2248(INI)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0238/2006

Debatten :

PV 05/09/2006 - 14
CRE 05/09/2006 - 14

Stemmingen :

PV 06/09/2006 - 7.5
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2006)0340

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 6 september 2006 - Straatsburg Uitgave PB

8. Stemverklaringen
Notulen
  

– Verslag-Capoulas Santos (A6-0242/2006)

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik heb vóór dit verslag over de visserijovereenkomsten tussen de EG en de Unie van de Comoren gestemd. Tijdens de laatste stemming over dit onderwerp een paar jaar geleden had ik een amendement ingediend waarin ik vroeg om gezamenlijk optreden van de EG en de Unie van de Comoren ter bescherming van de prehistorische Coelacanth, die verondersteld werd tientallen miljoenen jaren geleden uitgestorven te zijn, tot hij in de jaren veertig van de vorige eeuw, in de diepzee ter hoogte van de Comoren, opnieuw ontdekt werd. Voor zover ik weet, is daar weinig actie op gevolgd. Ik hoop dat er ditmaal echt iets zal worden ondernomen om deze unieke overlevende uit de oertijd te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Duarte Freitas (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Ik heb voor het verslag over de sluiting van een partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren gestemd.

Deze overeenkomst sluit aan bij de nieuwe benadering van het begrip “partnerschap” die de EU voortaan bij de tenuitvoerlegging van de externe aspecten van het gemeenschappelijk visserijbeleid wil gaan volgen. Het is de bedoeling dat de omstandigheden voor de visserij rond de Unie van de Comoren worden verbeterd en ontwikkeld. De Comoren moeten daarom een deel van de door de EU betaalde vergoeding gebruiken voor het opzetten van een nieuwe infrastructuur en betere technologie om zo een duurzaam beheer van de visstand te verzekeren.

Van haar zijde zorgt de EU voor nieuwe visserijmogelijkheden in een ander derde land. Daarmee verzekert ze dat de diepzeevloot kan blijven vissen.

Betreurenswaardig is wel dat het Europees Parlement nu pas gevraagd wordt een oordeel te geven over het wetgevingsvoorstel inzake deze overeenkomst. Het Parlement heeft het aan de overeenkomst gehechte protocol namelijk al in oktober 2005 in een aparte procedure goedgekeurd.

 
  
  

– Verslag-Estévez (A6-0241/2006)

 
  
MPphoto
 
 

  Duarte Freitas (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Gelet op de conclusies van de Raad van juli 2004 met betrekking tot de nieuwe benadering van de internationale visserijovereenkomsten zal moet worden teruggegrepen op in onbruik geraakte formules, zoals de gemengde vennootschappen. Die zijn om onduidelijke redenen afgeschaft, terwijl ze toch heel succesvol zijn geweest bij de ontwikkeling van de visserijsector in een aantal landen.

Het is dus zaak dat de bestaande overeenkomsten worden aangepast aan de filosofie die in de conclusies van de Raad van visserijministers van 2004 tot uiting is gebracht.

Voor het welslagen van de nieuwe overeenkomsten is het volgens mij van fundamenteel belang dat de autoriteiten van derde landen sterker betrokken worden bij de controle op de visstand. Een doeltreffender bescherming van het milieu moet daarbij als richtsnoer gelden.

Ik meen daarom dat dit verslag moet worden aangenomen. Op die wijze zorgen we ervoor dat de in het gemeenschappelijk visserijbeleid vastgelegde beginselen worden gerespecteerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Alyn Smith (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het enige wat we met deze visserijovereenkomsten bereiken, is dat we ons eigen rampzalige beleid naar de ontwikkelingslanden exporteren. Deze overeenkomsten zijn alleen verdedigbaar in de omgekeerde wereld van het gemeenschappelijk visserijbeleid, een beleid dat in onze eigen wateren zoveel schade heeft berokkend aan de vissersgemeenschap, de visbestanden en het milieu in bredere zin. Daarom heb ik tegen dit verslag gestemd.

 
  
  

– Verslag-Ilves (A6-0246/2006)

 
  
MPphoto
 
 

  Marco Cappato (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, wij hebben voor het verslag van de heer Ilves over de Stabilisatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Albanië gestemd. Wij zijn van mening dat meer integratie en een spoedige opname van Albanië in de Europese Unie het beste antwoord zijn op de problemen van de Balkan en natuurlijk van Albanië.

Uit de schokkende gebeurtenissen die zich in de jaren negentig in de Balkan voltrokken, moeten wij de les leren dat het egoïsme van de nationale staten nooit deel kan zijn van een oplossing. Na Kosovo, is de Cham-kwestie het laatste grote nationale vraagstuk voor de Albanees sprekende volkeren, en net zoals in het geval van Kosovo waren wij een van de eersten die de kwestie van de Cham en de schending van de rechten van dit volk hier in deze zaal aan de kaak stelden.

Deze overeenkomst legt de grondslag voor een dialoog over het vraagstuk van de culturele rechten en de teruggave van bezittingen van de in Griekenland woonachtige Cham, niet uitgaande van een door tegengestelde nationale belangen gekenmerkte mentaliteit maar via de betrokkenheid van Europa en de internationale instellingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Koenraad Dillen (NI). - Voorzitter, corruptie, negentiende-eeuwse maffiapraktijken, islamisme...: vandaag leidt Albanië nog altijd onder de naweeën van vijftig jaar stalinistische dictatuur. Het land is in geen enkel opzicht klaar om toe te treden tot de Europese Unie, ook al behoort het in tegenstelling tot bijvoorbeeld Turkije historisch natuurlijk wel tot de Europese beschavingsgemeenschap. Een goed nabuurschapsbeleid moet evenwel volstaan om deze historische Europese band te cultiveren. Dit nabuurschapsbeleid moet ook volstaan om te werken aan de enorme problemen waar het land mee worstelt en die elk perspectief op toetreding tot de EU uitsluiten. Laten we dus geen valse verwachtingen bij de Albanezen creëren.

Bijgevolg heb ik tegen deze resolutie over het stabilisatie- en associatieovereenkomst met Albanië gestemd, omdat deze overeenkomst een eerste stap betekent, laten we ons daar geen illusies over maken, in de richting van toetreding van Albanië en Europa hier net als in het geval van Turkije de mening van haar bevolking naast zich neerlegt.

 
  
MPphoto
 
 

  Carl Schlyter (Verts/ALE), schriftelijk. - (SV) Ondanks de pertinente verwijzingen naar een sociale economie heeft dit verslag, dat groei lijkt te verheerlijken, helaas een groot aantal negatieve kanten. De openlijke propagandacampagnes die daarin worden voorgesteld om de boodschap uit te dragen dat de wereldeconomie toe is aan hervormingen, zijn niet van deze tijd, net zo min als de eis in verband met een uitgebreidere interne markt met niet-duurzame groei als doel. Er wordt verwezen naar het Verdrag tot vaststelling van een Grondwet voor Europa als een middel om het sociale Europa te versterken, terwijl dit Verdrag aan de andere kant zorgt voor verdergaande stappen in de richting van een neoliberale interne markt en militaire herbewapening. Op deze manier worden de kiezers voorgelogen.

 
  
  

– Verslag-Silva Peneda - De Rossa (A6-0238/2006)

 
  
MPphoto
 
 

  Milan Cabrnoch (PPE-DE). - (CS) Mijnheer de Voorzitter, de afgevaardigden van de Tsjechische ODS-partij hebben tegen het verslag over een Europees sociaal model voor de toekomst gestemd, ondanks het feit dat er in het verslag terecht wordt opgemerkt dat er geen echt Europees sociaal model bestaat, dat het zeer treffend de door ons gemeenschappelijk onderschreven waarden weergeeft en de beleidsproblemen opsomt die elk land op sociaal vlak moet zien op te lossen. Het verslag is een prima uitgangspunt voor verder discussie, maar de oplossingen die erin worden aangedragen, kunnen onze goedkeuring niet wegdragen. We zijn het er niet mee eens dat in het verslag wordt verwezen naar de reeds verworpen Europese Grondwet. Het verslag leidt naar onze mening in de richting van een beperking van de concurrentie op sociaal en belastingtechnisch gebied, alsook tot een inperking van de soevereiniteit van de lidstaten op deze gebieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik heb tegen het verslag-Silva Peneda - De Rossa gestemd, omdat het Europees sociaal model alleen kan worden gerealiseerd wanneer het aantal werklozen en het aantal mensen dat onder de armoedegrens leeft, worden teruggedrongen. We moeten onder meer duurzame maatregelen nemen om de afbraak van de sociale zekerheid en loondumping tegen te gaan. Daarnaast moeten we ook beseffen dat een sociaal model niet kan worden gegrondvest op deeltijdbanen en hongerlonen. Daarom moeten er meer voltijdbanen komen en moeten er in heel Europa hoge minimumnormen worden gehanteerd.

Juist de landen met een sterk sociaal vangnet, zoals Oostenrijk, raken aan de grenzen van hun financieringsmogelijkheden. Daarom is het voor het sociaal model en voor de werknemers in elk land van levensbelang dat strikt de hand wordt gehouden aan de overgangstermijnen voor de toetreding van werknemers uit de nieuwe lidstaten tot de arbeidsmarkt.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Pierre Audy (PPE-DE), schriftelijk. – (FR) Ik heb voor het verslag van mijn collega's José Albino Silva Peneda en Proinsias de Rossa over het Europees sociaal model gestemd, omdat het cruciaal is dat onze medeburgers begrijpen dat de Europese integratie een sociale richting geeft aan onze ambities om een humanistische beschaving op te bouwen. Het is duidelijk dat er nog veel moet gebeuren om samenhang te creëren in ons duurzame-ontwikkelingsmodel waarin economische groei wordt gekoppeld aan sociale ambitie en milieubewustzijn. In dit verslag worden een aantal zeer interessante initiatieven geschetst, waar ik achter sta, en het stemt mij tevreden dat het Europees Parlement in zijn wijsheid het voorstel om de diensten van algemeen belang aan wetten te binden heeft verworpen, want het is duidelijk dat het nu niet het goede moment is voor een dergelijke stap. Ik ben ervan overtuigd dat een evenwichtig en rechtvaardig sociaal model van wezenlijk belang is voor de economische prestatie van de Unie, maar dat anderzijds een teveel aan sociaal beleid de economische groei teniet doet en uiteindelijk contraproductief zal blijken doordat er onvoldoende middelen zijn om sociale maatregelen mee te financieren. Laten we op dit terrein helder zijn over hoe we de Europese Unie gaan gebruiken en laten we niet de werkelijkheid voor onze medeburgers, met name de jongeren, verhelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Philip Bushill-Matthews (PPE-DE), schriftelijk. - (EN) Er staan veel punten in dit verslag waar conservatieve Parlementsleden tegen zijn, zoals de verwijzingen naar belastingcoördinatie en de Grondwet. Om die reden heb ik gevraagd om een hoofdelijke stemming over deze paragrafen zodat we ons standpunt duidelijk kunnen bepalen. Het zou makkelijk zijn geweest om alleen vanwege deze punten tegen het hele verslag te stemmen. We hebben ons echter grote inspanningen getroost om verwijzingen naar de agenda van Lissabon, de voltooiing van de interne markt en de rol van de nationale parlementen in het verslag op te nemen. Dit is de eerste keer dat dergelijke punten in een verslag over sociale zaken worden opgenomen.

De behoefte aan hervorming was de sleutel tot onze laatste stemming. In het door mij ingediende amendement 1 wordt dit specifiek beschreven en het amendement werd door mijn collega’s van de PPE-DE-Fractie met open armen ontvangen. In ruil voor onze toezegging om uiteindelijk niet tegen te stemmen maar ons van stemming te onthouden, stemden de socialisten in met aanneming van dit amendement. De winst hiervan is dat de meerderheid van de Parlementsleden voor het eerst formeel erkent dat het Europese sociale model inderdaad aan hervorming toe is. Dit is een hele prestatie, die mogelijk werd dankzij de Britse conservatieven. De uitdaging is nu dat we dit samen verwezenlijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. - (PT) Wij betreuren het dat degenen die de mond vol hebben van een waarachtig Europees sociaal model, opnieuw een verslag hebben aangenomen dat een lans breekt voor de voortzetting van de in een aantal Europese landen reeds in gang gezette ontmanteling van een gedegen sociale bescherming, het recht van de bevolking en de werknemers op een goede en universele openbare sociale verzekering, en het recht op universele toegang tot openbare diensten van goede kwaliteit, met name op het vlak van gezondheid, onderwijs en huisvesting.

We betreuren het verder dat onze amendementen zijn verworpen. Dat geldt vooral voor de amendementen waarin we aangeven er heilig van overtuigd te zijn dat een gedegen systeem voor sociale bescherming, goede sociale en arbeidswetgeving en strenge milieunormen, progressieve inkomstenbelasting en herverdeling van de gegenereerde welvaart geen belemmering hoeven te vormen voor de economische performance van een staat.

We betreuren ook dat het voorstel is verworpen waarin we pleiten voor een macro-economisch kader op basis van duurzame ontwikkeling, met een sterkere interne vraag, eerbiediging van het milieu, volledige werkgelegenheid en sociale en economische cohesie.

We hebben derhalve tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) In dit verslag stellen de rapporteurs een aantal maatregelen voor die moeten worden genomen om de problemen met betrekking tot de werkgelegenheid en het sociaal beleid op te lossen. Deze voorstellen zullen voor een deel best goed zijn, maar wij van de Junilijst willen graag benadrukken dat de beleidsterreinen die in het verslag worden behandeld, naar onze mening exclusief onder de verantwoordelijkheid van de lidstaten moeten vallen. Ik verwerp verwijzingen naar de Grondwet, beschouwingen over de belastingsystemen van de lidstaten, meningen over pensioenhervormingen en lessen over de maatregelen die lidstaten moeten treffen om meer welvaart te bereiken.

Ik ben het eens met overweging N dat de lidstaten bevoegdheid moeten hebben als het gaat om het financieren van diensten van algemeen belang en het nemen van besluit op dit gebied, maar ik was gedwongen om tegen deze overweging te stemmen vanwege de verwijzing naar de Grondwet.

Ik heb daarom tegen het verslag in zijn geheel gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean Lambert (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) De Verts/ALE-Fractie heeft het definitieve verslag over het Europese sociale model vandaag gesteund, niet omdat het volmaakt is, maar omdat het voor het Parlement een belangrijke baken is in verband met het belang dat de sociale dimensie bij de ontwikkeling van de EU toekomt.

We betreuren het dat de nadruk voortdurend op economische groei wordt gelegd, zonder dat enige aandacht wordt geschonken aan de kwaliteit en het effect van die groei. Het proces van Lissabon is voor mijn fractie niet de enige weg vooruit, aangezien hierin onvoldoende rekening wordt gehouden met het belang van de sociale dimensie in de ruimste zin. Het gaat namelijk niet alleen om onze baan maar ook om hetgeen wij vrijwillig doen en om het sociale deel van ons leven. We betreuren het dat er geen meerderheid was voor de kaderrichtlijn voor diensten van algemeen belang. Nu moeten we een manier zien te vinden om belangrijke basisdiensten van algemeen belang te onderscheiden van de diensten die we individueel kiezen.

In het verslag wordt echter erkend dat de hervorming van de sociale systemen niet-regressief mag zijn en in essentiële behoeften moet voorzien: een basisinkomen is van groot belang om dat doel te kunnen bereiken. We hopen dat dit verslag een waardevol instrument zal zijn tijdens onze besprekingen met de Raad en de Commissie en dat andere wetgeving het sociale Europa zal beschermen en niet ondermijnen.

 
  
MPphoto
 
 

  Carl Lang (NI), schriftelijk. - (FR) Lange tijd is West-Europa een toonbeeld van economisch en sociaal succes geweest, dat berustte op een welvarende landbouw, een machtige industrie, dynamische en homogene volkeren, en solide natiestaten die hun onderdanen zowel vrijheid van ondernemerschap als sociale bescherming garandeerden.

Sinds twintig jaar zorgt het Europa zonder grenzen van Brussel er - met medewerking van onze regeringen - voor dat onze industrieën worden overgeleverd aan de concurrentie van de Aziatische economieën, waar sprake is van sociale dumping, dat er ieder jaar meer dan een miljoen immigranten van buiten Europa worden toegelaten, dat onze boeren het slachtoffer zijn van een heus malthusianisme, en dat onze socialezekerheidsstelsels en ons gezinsbeleid worden afgebroken.

We hebben het hier over een algemeen verbreide sociale regressie, met meer dan twintig miljoen werklozen, industriële desintegratie, honderdduizenden hectare braakliggende grond, Europese landen met een sterftecijfer dat hoger ligt dan het geboortecijfer, en hele gebieden die versnipperd raken. Dat is de balans van dit Europa dat de Franse en de Nederlandse bevolking vorig jaar tijdens de referenda over de Europese Grondwet hebben afgewezen.

Alleen met een Europa van nationale staten, een Europa dat gebaseerd is op de beginselen die onze beschaving groot hebben gemaakt - de staat, het gezin en vrijheid -, zal ons continent opnieuw vorm kunnen geven aan een sociaal model.

 
  
MPphoto
 
 

  Claude Moraes (PSE), schriftelijk. - (EN) Door vóór het verslag van De Rossa en Silva Peneda over een Europees sociaal model voor de toekomst te stemmen, hebben de Britse socialistische parlementsleden uiting gegeven aan hun steun voor een sociaal en economisch beleid dat werkgelegenheid, productiviteit en eerlijke arbeidsverhoudingen oplevert.

De Europese afgevaardigden van de Britse Labourpartij beoordelen bij wetgevingsvoorstellen per geval wat het effect ervan is op Britse bedrijven en werknemers. Dat we vóór het verslag-De Rossa hebben gestemd is volkomen in overeenstemming met deze benadering.

De Europese afgevaardigden van de Britse Labourpartij zijn de mening toegedaan dat belastingbeleid een aangelegenheid is voor de afzonderlijke lidstaten en daar hebben we naar gehandeld tijdens de stemming over het verslag van De Rossa en Silva Peneda.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Het Europese sociale model moet worden hervormd. Maar hoe kun je iets dat bijna een symbool voor Europa is geworden, hervormen?

Antwoord: zonder vrees.

We moeten ons concurrentievermogen blijven verbeteren en verzekeren dat de levensstandaard van onze burgers verhoogd wordt. We mogen dus niet aarzelen maatregelen te nemen die het leven van onze burgers zullen verbeteren.

Ik ben ervan overtuigd dat de voltooiing van de interne markt daarvoor één van de meest doeltreffende manieren is.

We moeten de beloften van Lissabon nakomen en al de nodige maatregelen nemen op het gebied van economische coördinatie, het werkgelegenheidsbeleid en de sociale bescherming om duurzame economische groei te verwezenlijken, het concurrentievermogen te versterken en meer en betere banen te scheppen.

Er staat ons dus nog veel te doen. Hier en in onze hoofdsteden.

Het volstaat niet hervormingen aan te kondigen en meer banen te beloven.

Met elkaar praten is niet genoeg. We moeten de doelstellingen voor werkgelegenheid, onderwijs en opleiding verwezenlijken.

We hebben behoefte aan een nieuwe cultuur, we moeten informatie uitwisselen en ondernemingen en opleidingen zo efficiënt mogelijk organiseren. Europa moet kunnen beschikken over goed opgeleide arbeidskrachten om te garanderen dat maatschappelijke waarden als solidariteit en sociale gerechtigheid nu eindelijk kunnen prevaleren in ons werelddeel.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. - (EN) Het Europese sociale model is uniek. We zijn in de EU in staat om een evenwicht te vinden tussen interne markt en sociale rechtvaardigheid, en we moeten er alles aan doen om dit evenwicht te behouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Toussas (GUE/NGL), schriftelijk. - (EL) De Communistische Partij van Griekenland heeft tegen het verslag over het Europees sociaal model gestemd, dat de vrucht is van het samenspel tussen de PPE en de sociaal-democraten en waarin op de meest cynische wijze de toekomst, de nachtmerrie wordt onthuld die het EU-kapitaal voor de werknemers in petto heeft. De politieke en ideologische vertegenwoordigers van het kapitaal zetten een enorme propagandistische campagne op. Zij spelen in op het werkloosheidsprobleem en maken de mensen bang met hun uitspraken over vergrijzing van de bevolking en ineenstorting van de sociale zekerheidsstelsels. Op die manier kunnen zij de mensen er namelijk van overtuigen dat de ‘hervorming’ van de huidige sociale beschermingsstelsels hoogstnoodzakelijk is. Om de kapitalistische herstructureringen in het kader van de Strategie van Lissabon te kunnen bevorderen is het noodzakelijk korte metten te maken met alles wat de werknemers hebben weten te verwerven (ofschoon ook dit nog ver achter bleef bij de werkelijke behoeften van de volksklasse) via de strijd van de volksbeweging en de door het bestaan van het socialistische kamp uitgeoefende druk. Op die manier effent men de weg voor een zo groot mogelijke uitbuiting van de arbeidersklasse via de volledige deregulering van de arbeidsrelaties, de algemene toepassing van soepele werkgelegenheidsvormen, de ontwrichting van de pensioenstelsels, de gezondheidszorg en de sociale voorzieningen (bescherming van werklozen, moederschap, huisvesting, enzovoort), de afschaffing van gratis openbare dienstverlening. Het enige dat in stand wordt gehouden is een zo laag mogelijk beschermingsniveau om volledige verpaupering en sociale uitbarstingen te voorkomen.

 
  
  

– Verslag-Bowis (A6-0249/2006)

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik heb ook tegen het verslag-Bowis gestemd. Het hoeft ons namelijk helemaal niet te verbazen dat het aantal psychische gezondheidsproblemen toeneemt. De druk op het werk en op school neemt alsmaar toe en die stress leidt ertoe dat we niet optimaal kunnen presteren.

Betere psychofarmacalogische geneesmiddelen kunnen in het gunstigste geval de symptomen bestrijden, maar nooit de oorzaken wegnemen. Wij zullen meer bewerkstelligen indien we het gevoel van eigenwaarde van de mensen in Europa versterken door hen bewust te maken van onze elementaire, authentieke en christelijke waarden. Wie hecht aan familiezin, liefde voor zijn geboortestreek en nationale identiteit, is ongetwijfeld minder gevoelig voor geestelijke gezondheidsproblemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlo Fatuzzo (PPE-DE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, ik heb voor het verslag over de erkenning van het belang van geestesziekten in Europa gestemd, waarvan vriend John Bowis rapporteur is. Alleen dat feit al zorgt ervoor dat dit belangrijke thema op de best mogelijke manier wordt behandeld.

De beroemdheid van de heer John Bowis heeft zich over heel Europa verspreidt, vanuit Italië, om precies te zijn vanuit de stad Salsomaggiore (de stad waar miss Italië wordt gekozen). Een van zijn bewonderaarsters, Silvana Moggi, is vandaag aanwezig op de tribune omdat zij aanwezig wilde zijn op het moment waarop haar grote idool, John Bowis, zijn uitermate belangrijke voorstel ter discussie zou voorleggen, dat tot doel heeft ervoor te zorgen dat wij allen in Europa, niet alleen als wij lichamelijk ziek zijn maar ook als wij de pech hebben geestesziek te zijn, de best mogelijke behandeling krijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Pierre Audy (PPE-DE), schriftelijk. - (FR) Ik heb vóór het uitstekende verslag van de heer Bowis gestemd met betrekking tot de ontwerpresolutie van het Europees Parlement - naar een strategie inzake geestelijke gezondheid voor de Europese Unie. Een op de vier mensen krijgt in zijn leven te maken met een geestelijke gezondheidsaandoening. Met de leeftijd nemen fysieke en psychische gebreken toe, terwijl mensen ook een hogere levensverwachting hebben. In een wereld die steeds complexer wordt onder druk van ingrijpende, heftige en snelle veranderingen, staan wij voor de collectieve uitdaging om geestelijke gezondheidsproblemen te begrijpen, te voorkomen en te behandelen, terwijl stigmatisering, uitsluiting of, erger nog, minachting van patiënten bestreden moet worden. De Europese Unie moet het voorbeeld geven door haar burgers een leven in goede geestelijke gezondheid te garanderen. Ik ben er in dit opzicht trots op dat ik tot een lidstaat behoor, namelijk Frankrijk, die onder aanvoering van president Jacques Chirac altijd een zo duidelijk, ambitieus en, uiteindelijk, zo menselijk mogelijk beleid heeft gevoerd, als het om de behandeling van geestelijke handicaps gaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Liam Aylward (UEN), schriftelijk. - (EN) Geestelijke gezondheid is een zeer belangrijke kwestie voor ieder van ons, of we op dit terrein nu patiënt, zorg- of dienstverlener zijn. De wetgevers spelen op dit gebied zelfs nog een grotere rol aangezien we in de EU en de lidstaten door middel van overleg en partnerschap patiënten, familieleden en verzorgenden een betere en mooiere toekomst kunnen bieden.

Er is in onze wetgeving te lang te weinig aandacht geweest voor geestesziekten en, zoals blijkt uit de alarmerende bevindingen in het Groenboek van de Commissie, begint het dankzij betere informatie langzaam tot het publieke bewustzijn door te dringen dat geestesziekten en de gevolgen ervan de bevolking in de kern raken. 25 Procent van de bevolking van de EU en Ierland maakt minstens één keer in zijn leven een ingrijpende periode door waarin hij lijdt aan een geestesziekte.

Het wordt tijd dat we iets doen! Ik ben blij met dit Groenboek, dat een Europees debat over leermoeilijkheden, ernstige depressies, zelfmoord, detentie van patiënten en het effect van inadequate detentie op gang kan brengen, zodat de lidstaten hun onderzoeksresultaten en beste praktijken ten behoeve van de burger kunnen delen.

Ierland staat al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw een deïnstitutionaliseringsbeleid voor, gericht op de ontwikkeling van een moderne geestelijke gezondheidszorg door middel van gemeenschapszorg en het bevorderen van de geestelijke gezondheid, waarbij wordt geprobeerd om geesteszieken een zo onafhankelijk mogelijk leven te laten leiden en uitgebreide gezondheidszorg te bieden zonder gebruikmaking van psychiatrische ziekenhuizen.

(Verklaring ingekort overeenkomstig artikel 163, lid 1, van het Reglement)

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) De geestelijke gezondheid van de bevolking van elke lidstaat is een zaak die alleen op nationaal niveau behandeld zou moeten worden. Er zijn geen redenen waarom het Europees Parlement iets zou moeten zeggen over welke financiële middelen er moeten worden uitgetrokken voor de geestelijke gezondheidszorg en welke maatregelen er op dit gebied moeten worden genomen. Het voorstel dat de Commissie een coördinatie- en controlegroep voor geestelijke gezondheid moet oprichten is een van de vele onnodig gedetailleerde en dure voorstellen. Ik heb daarom tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Ole Krarup, Kartika Tamara Liotard, Erik Meijer, Esko Seppänen, Jonas Sjöstedt en Eva-Britt Svensson (GUE/NGL), schriftelijk. - (EN) Het verslag bevat veel sterke punten ten aanzien van de kwesties in verband met de geestelijke gezondheid van vrouwen en kinderen.

Daarom steunen we dit verslag.

We benadrukken echter wel dat maatregelen en besluiten inzake gezondheidszorg in principe onder de bevoegdheid van de afzonderlijke lidstaten vallen.

 
  
MPphoto
 
 

  Alyn Smith (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik feliciteer onze rapporteur van harte met dit verslag, waarin het vaak pijnlijke gebrek aan vooruitgang op het gebied van de geestelijke gezondheidszorg in de EU aan de kaak wordt gesteld. Maar al te vaak is de geestelijke gezondheid de assepoester van onze gezondheidsdiensten, maar de gevolgen van een slechte geestelijke gezondheid leiden tot een verkwisting van middelen en een persoonlijke ramp. Ik ben blij met de conclusies van dit verslag en steun ze graag.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. - (EN) Geestelijke gezondheid is te lang genegeerd en verwaarloosd. Hoewel het verslag dat vandaag voor ons ligt, een initiatiefverslag is, zorgt het ervoor dat geestelijke gezondheid op de Europese politieke agenda komt te staan. Ik juich dit debat toe.

 
  
  

– Verslag-Morillon (A-0228/2006)

 
  
MPphoto
 
 

  Marie-Arlette Carlotti (PSE), schriftelijk. - (FR) Het GVB beantwoordt niet langer aan de verwachtingen van de vissers uit het Middellandse Zeegebied. Daarom ben ik blij met dit plan, dat verschillende positieve beleidsvoornemens bevat: een hoogst noodzakelijke verlichting van de lasten en verplichtingen voor de vissers; herziening en harmonisatie van de controle- en monitoringvoorzieningen, onder auspiciën van het Communautair Bureau voor visserijcontrole, waarnaar in het bijzonder werd uitgezien door de Middellandse-Zeevissers die zich te vaak “lastig gevallen” voelen; en een nauwere betrokkenheid van de beroepssector bij het uitwerken van de beleidslijnen (beheer van de visserij-inspanningen, toezichtsmaatregelen en vangstbeperkingen), hetgeen aansluit bij de eisen waarvoor de Middellandse-Zeevissers zich sterk maken en die ik namens hen aan het Europees Parlement overbreng.

Ik steun eveneens het verzoek van het Parlement om zijn rol ten volle te kunnen spelen, door de Europese Commissie de mogelijkheid te ontnemen om in haar eentje besluiten te nemen over “technische maatregelen”. De vissers weten namelijk maar al te goed hoezeer deze “technische maatregelen” directe en onmiddellijke gevolgen hebben voor de visserijactiviteit.

Ik heb dus voor dit verslag gestemd, hoewel ik graag gezien had dat het een stapje verder ging en een verzoek deed om een specifiek plan voor de visserij in de Middellandse Zee. Persoonlijk zal ik mij voor deze strijd in het Europees Parlement blijven inzetten, aan de zijde van de vissers uit mijn streek.

 
  
MPphoto
 
 

  Duarte Freitas (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Ik sta achter de door de Commissie vastgelegde doelstellingen, zeker als het gaat om het actieplan op prioriteitsgebieden als het beleid voor het behoud van de visstand en het toezicht op de visserijactiviteiten.

De volgende punten uit het voorstel zijn volgens mij van wezenlijk belang als we het gemeenschappelijk visserijbeleid willen laten aansluiten op de wijze waarop de visserij in de EU thans wordt bedreven: frontloading, ofwel de versterking van de voorafgaande en vroegtijdige procedure voor raadpleging van de adviesorganen van de sector, met name de regionale adviesraden en het Raadgevend Comité voor de visserij en de aquacultuur; frequentere opstelling van impactstudies met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de vastgestelde maatregelen; herziening van de juridische structuur van de bestaande voorschriften, teneinde de teksten duidelijker, leesbaarder en coherent te maken, en schrapping van verouderde bepalingen.

Ik wijs er tot slot op dat de Commissie ook de procedures met betrekking tot de partnerschapsovereenkomsten zal moeten verbeteren. Het gaat hier dan om de begeleiding bij, het toezicht op en de toepassing van deze overeenkomsten.

Dit voorstel kan mijn goedkeuring wegdragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin (IND/DEM), schriftelijk. - (SV) De Junilijst heeft al vele malen kenbaar gemaakt dat zij tegenstander is van het gemeenschappelijk visserijbeleid. Wij vinden dat de destructieve en immorele visserijovereenkomsten van de EU moeten worden afgeschaft. Ik heb felle kritiek op paragraaf 22 van het verslag waarin wordt gewezen op de noodzaak van communautaire steun voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën aan boord van vissersvaartuigen.

Het verslag benadrukt evenwel het belang van meer flexibiliteit, duidelijkere wetgeving, vereenvoudiging van de regels en de noodzaak van meer overleg met de betrokken partijen. Deze doelstellingen zijn positief. Ik heb daarom voor dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. - (PT) De communautaire wetgeving met betrekking tot het gemeenschappelijk visserijbeleid is zeer uitgebreid en niet altijd goed leesbaar. Het is dus zaak deze teksten te verbeteren en te vereenvoudigen.

Met het oog op transparantie en een billijke tenuitvoerlegging van de wetgeving zullen we duidelijke afspraken moeten maken over kwesties als de vereenvoudiging van de procedures, een voor alle betrokken partijen duidelijke en begrijpelijke formulering, een voldoend ruime tijdsspanne tussen het aannemen van wetgeving en het toepassen ervan, en de beoordeling van de sociale, economische en milieugevolgen van zulke wetgeving.

Dit gehele proces mag echter niet worden aangegrepen als een excuus om de bestaande regels te verdraaien. Daarom moet dit proces worden begeleid, niet alleen door de nationale parlementen en het Europees Parlement, maar ook door de sector en de visserijorganisaties zelf, waarbij de vissers een belangrijke stem dienen te krijgen.

Dat we het met vereenvoudiging van de wetgeving eens zijn wil niet zeggen dat we de inhoud van het gemeenschappelijk visserijbeleid aanvaarden. Wij hebben daar namelijk ernstige bezwaren tegen. De rapporteur stelt bijvoorbeeld dat er een systeem voor communautair toezicht moet komen. Wij wijzen dat af, omdat we geloven dat zulk toezicht tot de bevoegdheden van de lidstaten behoort en voortvloeit uit de soevereiniteit van elke lidstaat met betrekking tot de eigen exclusieve economische zone. We begrijpen dus ook niet waarom de rapporteur oproept voorzichtigheid te betrachten bij het uitbreiden van het beginsel dat de lidstaten de bevoegdheid verleent om maatregelen voor het behoud en beheer van de mariene hulpmiddelen in de eigen wateren ook buiten de zone van 12 zeemijl toe te passen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) Ik heb vóór het amendement gestemd dat ACS-landen in staat zou hebben gesteld om van visserijovereenkomsten af te zien, als ze dergelijke overeenkomsten schadelijk voor hun belangen achtten.

Gezien de gecentraliseerde, omslachtige en vaak geheimzinnige processen die aan bestuurlijke besluiten voorafgaan, is het een aanlokkelijk idee om het gemeenschappelijk visserijbeleid te vereenvoudigen.

Evenals vele andere Schotten ben ik van mening dat het gemeenschappelijk visserijbeleid zich moet richten op de markt in visserijproducten maar dat de controle en het beheer van de visbestanden en van de vangstmogelijkheden weer onder de bevoegdheid van Schotland moeten gaan vallen.

 
  
MPphoto
 
 

  Fernand Le Rachinel (NI), schriftelijk. - (FR) De plannen volgen elkaar alsmaar op, het Europees Visserijfonds komt in de plaats van het FIOV, het aantal raadgevende comités neemt toe en het Communautair Bureau voor visserijcontrole breidt zijn activiteiten uit, zonder dat dit alles tot een verbetering van de beroepssituatie van de vissers leidt. De Europese regelgeving is bezig de visserij en de Franse vissers de das om te doen, zoals de landbouwregelgeving de nekslag zal zijn voor onze boeren.

Twee wezenlijke problemen worden in dit verslag niet behandeld, hoewel ze, op lange termijn, bepalend zijn voor het al dan niet in stand houden van de Franse visserijvloot: de oneerlijke concurrentie van niet-communautaire vissersboten - die zich niet houden aan alle verplichtingen op het gebied van regelgeving, controle en toezicht waaraan onze vissers zich moeten houden - en het probleem van de brandstofkosten, sinds Brussel Frankrijk heeft verzocht het FPAP, het preventiefonds voor risico’s in de visserij, dat ook wel het brandstoffonds wordt genoemd, af te schaffen.

Vereenvoudiging van de regelgeving is beslist noodzakelijk, maar zal geen enkele verbetering in de situatie van onze vissers brengen. De Europese Commissie neemt de vissers eens te meer in de boot, als ik dat zo mag zeggen. Er zijn slechts 5 500 vissersboten over. Hoeveel zullen dat er in 2010 met het nieuwe gemeenschappelijke visserijbeleid nog zijn?

 
  
MPphoto
 
 

  José Ribeiro e Castro (PPE-DE), schriftelijk. - (PT) Niemand zal willen betwisten dat een vereenvoudiging van de regels van het gemeenschappelijk visserijbeleid een heel belangrijke zaak is. Ik ben daarom voorstander van de in dit voorstel opgenomen maatregelen om onduidelijkheden in de bestaande teksten weg te nemen en de formuleringen te vereenvoudigen. Dat zal de betrokken partijen dichter bij elkaar brengen en de visserijsector in staat stellen zich te identificeren met de wetgeving op dit gebied.

Er is al talloze malen opgeroepen tot een dergelijke vereenvoudiging, maar de vissers blijven moeilijkheden ondervinden. Ze zijn niet goed bekend met de wetgeving en vinden deze moeilijk te doorgronden. De wetgeving moet behalve begrijpelijk ook uitvoerbaar zijn.

Daarom geloof ik dat het een goed idee is om vissersvaartuigen geleidelijk aan met nieuwe technologie uit te rusten. Ik sta ook achter het plan om communautaire steun te reserveren voor de ontwikkeling van zulke technologie en scholing in het gebruik ervan.

Zowel de vissersgemeenschappen als de consumenten zullen bij deze maatregelen baat ondervinden.

Ik geloof verder dat de procedures voor de toewijzing van visvergunningen buiten de communautaire wateren overzichtelijker moeten worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Alyn Smith (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het gemeenschappelijk visserijbeleid heeft in onze eigen wateren zoveel schade berokkend aan de vissersgemeenschap, de visbestanden en het milieu in bredere zin, dat het nooit tot een zinvolle hervorming kan leiden en volledig moet worden geschrapt. Maar zelfs de minste vooruitgang is vooruitgang, en dit verslag bevat enkele nuttige voorstellen. Daarom heb ik het verslag gesteund en tegelijkertijd geprotesteerd tegen het feit dat het lang niet ver genoeg gaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. - (EN) Ik ben van mening dat er verder moet worden gewerkt aan derde partij-visserijovereenkomsten, maar ik kan de amendementen 1 en 2 bij deze gelegenheid niet steunen. Beide amendementen vallen buiten de doelstelling van het actieplan.

 
  
  

– Verslag-Capoulas Santos (A-0242/2006) en verslag-Fraga Estévez (A-0241/2006)

 
  
MPphoto
 
 

  Alyn Smith (Verts/ALE), schriftelijk. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het enige wat we met deze visserijovereenkomsten bereiken, is dat we ons eigen rampzalige beleid naar de ontwikkelingslanden exporteren. Deze overeenkomsten zijn alleen verdedigbaar in de omgekeerde wereld van het gemeenschappelijk visserijbeleid, een beleid dat in onze eigen wateren zoveel schade heeft berokkend aan de vissersgemeenschap, de visbestanden en het milieu in bredere zin. Daarom heb ik tegen dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Margie Sudre (PPE-DE), schriftelijk. - (FR) Het Europees Parlement heeft zich vandaag uitgesproken over twee visserijovereenkomsten die belangrijk zijn voor de Indische Oceaan: een met de Republiek der Seychellen en een met de Unie van de Comoren.

Met deze overeenkomsten - die een looptijd hebben van respectievelijk zes en zeven jaar en verlengbaar zijn - wordt gestreefd naar de volgende doelstellingen: economische, financiële, technische en wetenschappelijke samenwerking in de visserijsector; vaststelling van de voorwaarden waaronder de communautaire vissersschepen toegang hebben tot de territoriale wateren van de Seychellen en de Comoren; en de oprichting van partnerschappen tussen bedrijven met het oog op de wederzijds bevorderlijke ontwikkeling van de economische activiteiten in de visserijsector en van daarmee verband houdende activiteiten. Er zal een financiële bijdrage aan de Seychellen en de Comoren worden betaald als tegenprestatie voor de exploitatie van hun visbestanden.

Als afgevaardigde uit de Overzeese Departementen, die zich bewust is van de rol die de visserij in de overzeese economie, en met name in de economie van Réunion, speelt, ben ik blij dat Europa bijdraagt aan het instellen van een verantwoorde visvangst in de Indische Oceaan en een duurzame exploitatie van de visbestanden. Daarom heb ik voor deze twee overeenkomsten gestemd.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid