De Voorzitter. - Ik heb echter helaas nog meer slecht nieuws. Met verdriet en verontwaardiging heb ik het bericht ontvangen van de moord op de Russische journaliste Anna Politkovskaja. Ik denk dat het Europees Parlement eer moet bewijzen aan deze journaliste, aan haar moed en haar uitzonderlijke vastberadenheid.
Zoals u weet heb ik na het nieuws van de moord op haar een perscommuniqué doen uitgaan waarin ik de Russische autoriteiten vroeg al het mogelijke te doen om zo snel mogelijk de motieven achter deze verschrikkelijke gebeurtenis te achterhalen en de identiteit van de daders vast te stellen. We hopen dat de opsporing van de daders een uiting zal zijn van de toestand van de democratie en de vrijheid van meningsuiting in Rusland.
Het is duidelijk dat deze gebeurtenis, aan de vooravond van de bijeenkomst in Lahti, voor ons van bijzonder belang is. Namens mijzelf en het hele Europese Parlement wil ik, hier en nu, mijn oprechte medeleven betuigen met haar familie en naasten.
Ik denk echter dat dit ook een goede gelegenheid is om eraan te herinneren dat het vermoorden van journalisten helaas geen zeldzaam iets is. Integendeel, vele journalisten verliezen hun leven bij het verdedigen van de vrije meningsuiting en de persvrijheid: vandaag in Rusland, eergisteren in Libanon en in vele landen van Latijns-Amerika, Afrika en Zuidoost-Azië. De mensen die ons informeren en onze opinies vormen, doen dat soms met gevaar voor eigen leven.
Deze laatste druppel is niet meer of minder belangrijk dan de andere druppels die de emmer nog niet deden overlopen. Ik denk echter dat het, met het oog op de moord op Anna Politkovskaja, op de dood van 63 andere journalisten en de arrestatie van meer dan 120 journalisten, niet meer dan terecht is om hun ons respect te betuigen.
Ik verzoek u een minuut stilte in acht te nemen, ter nagedachtenis van haar en de 63 andere journalisten die tijdens hun werk werden vermoord.