Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 11 oktober 2006 - Brussel Uitgave PB

18. Spreektijd van één minuut (artikel 144 van het Reglement)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde zijn de opmerkingen van één minuut over kwesties van politiek belang.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, al enkele maanden lang zijn Poolse boeren en exporteurs van landbouwproducten niet in staat om naar de Russische Federatie te exporteren. In maart van dit jaar besloot Oekraïne als laatste land om de invoer van vlees en vleesproducten uit Polen te verbieden. Dit besluit werd genomen zonder opgaaf van juridische redenen. Het is verbazingwekkend dat de besprekingen tussen de Europese Unie en de Russische Federatie geen resultaten hebben opgeleverd. Misschien hecht de Europese Commissie niet zoveel belang aan de handelsvraagstukken tussen Polen en Rusland en geeft zij voorrang aan andere belangen van de Europese Unie en van andere landen. Daarom vraag ik de Europese Commissie nogmaals om haar uiterste best te doen en ervoor te zorgen dat het verbod op de import van Poolse landbouwproducten in Oekraïne en Rusland wordt ingetrokken. Dit probleem valt onder de bevoegdheid van de Europese Commissie, evenals onder haar verantwoordelijkheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Mario Borghezio (NI). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, enkele uren geleden heeft een met ‘Al Qa’ida verbonden website de heilige oorlog verklaard door alle mohammedaanse hackers in de wereld uit te nodigen de christelijke websites te bombarderen en met name de website van de paus. Dat is mijns inziens een zeer ernstige zaak, die het onafzienbare principe van de godsdienstvrijheid aantast.

Als men - zelfs op het hoogste niveau - een aanval pleegt op de vrijheid om zich tot de wereld te wenden via de media, als men een godsdienst, en zelfs een hele religieuze overtuiging, als doelwit neemt, komt men aan een van de waarden die ten grondslag liggen aan de Europese Unie, namelijk aan het beginsel van godsdienstvrijheid. Europa kan niet zwijgen. Wij hebben hier te maken met een escalatie van maatregelen en initiatieven die tot doel hebben de grondbeginselen van onze vrijheden aan te tasten. Wij moeten ons beschermen tegen een dergelijke arrogantie en tegen een dergelijke totalitaire escalatie van het islamitisch fundamentalistisch extremisme.

 
  
MPphoto
 
 

  Katalin Lévai (PSE). - (HU) Ik vind dat ik als Hongaarse afgevaardigde moet reageren op de plotselinge internationale belangstelling voor mijn vaderland.

Ik ben ervan overtuigd dat het Europees Parlement zich onnodig bemoeit met interne politieke twisten, en mijn Hongaarse collega's in de oppositie hebben in dit gebouw een klimaat doen ontstaan dat herinnert aan de koudeoorlogspolitiek. We hebben ons mandaat niet gekregen om de conflicten tussen onze binnenlandse politieke partijen op een Europees politiek toneel uit te vechten, want dat leidt er alleen maar toe dat de afstand tussen de Europese instellingen en de burgers van de Europese Unie toeneemt. Niemand kan er belang bij hebben een bevooroordeeld beeld van Hongarije te presenteren en het positieve beeld van het land waaraan we zo hard hebben gewerkt te verwoesten.

Als we het afnemende vertrouwen in de EU en haar instellingen willen herstellen, moeten we ons over onbeduidende belangenconflicten heen zetten en een Europees soort politiek bedrijven waarmee we het hoofd bieden aan de niet onaanzienlijke uitdagingen waarvoor wij ons gesteld zien: de verdere uitbreiding van de Unie, mensenrechtenschendingen, de negatieve effecten van de globalisering en de doelmatige inning en besteding van EU-middelen voor de ontwikkeling van verwaarloosde regio’s, om maar een paar voorbeelden te noemen. We hebben veel te doen.

 
  
MPphoto
 
 

  Marco Pannella (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, nog geen vierentwintig uur geleden bevond ik mij in Moskou onder de duizenden mensen die de laatste eer betuigden aan Anna Politikovskaja, en ik stond toen op het punt om de band van Europees afgevaardigde te dragen. Toen schoot mij echter te binnen dat het dragen van ons embleem een belediging zou zijn in de ogen van die vrouw, ook al zou ze mij niet kunnen zien.

De journalist Anna Politikovskaya heeft ons verteld wat u niet hebt willen zien of horen. Op bladzijde 6 van Le Monde van vandaag staat dat mensen in Moskou zijn gearresteerd omdat zij zeggen: “Georgiërs, wij zijn met jullie”! Georgiërs, niet Tsjetsjenen. En de symbolen die de gearresteerden droegen waren bovendien die van de transnationale radicale partij. Als radicalen en liberalen hebben wij de leden van de Tsjetsjeense regering in ballingschap hier naar het Parlement laten komen om hun niet-gewelddadige keuze aan te kondigen. Daar is niets uit voortgekomen.

Mijnheer de Voorzitter, staat u mij toe een uitnodiging te formuleren: laten wij onze gebouwen geen “Schuman” of “Adenauer” noemen maar “Daladier” en Ollenhauer”. Laten wij de namen wegnemen waarop wij geen recht hebben ….

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Kartika Tamara Liotard (GUE/NGL). - Voorzitter, graag wil ik uw aandacht vestigen op de giframp met de Probo Koala die enkele weken geleden in Ivoorkust heeft plaatsgevonden en waarvan de nasleep nog niet is te overzien. Het schip heeft of krijgt binnenkort toestemming Estland te verlaten. Veel onduidelijkheid is er nog over wat er met het gif en de besmette bemanningsleden zal gebeuren. Mijn waarnemer, die voor mij naar Estland is afgereisd, kan zich geheel vinden in de woorden van commissaris Dimas die zegt dat dit nog maar een topje van de ijsberg is. Zulk gif had de EU nooit mogen verlaten. Europese en internationale regelgeving is overtreden. Nadat mij keer op keer ondanks eerder verleende toestemming is geweigerd om met de bemanning van de Probo Koala te spreken, kan ik alleen maar stellen dat er een zeer duister spel wordt gespeeld met mensenlevens door diverse verantwoordelijken. Het spel is nog lang niet voorbij. De Probo Emoe verschijnt nu al aan de horizon.

 
  
MPphoto
 
 

  Kinga Gál (PPE-DE). - (HU) Zoals ik vorige week tijdens de bijeenkomst van de Commissie burgerlijke vrijheden, justitie en binnenlandse zaken heb gezegd, is de belangrijkste en meest tastbare verworvenheid van de rechtsstaat juist dat de burgers hun politieke rechten vrij kunnen uitoefenen. Die rechten moeten uiteraard niet worden verward met ontoelaatbare gewelddaden.

Daarom wil ik de aandacht van het Parlement vestigen op het onderzoek en de te onderzoeken strafbare feiten die in Boedapest zijn gepleegd in de nacht van 19 op 20 september. De gevolgen hiervan doen zich tot op de dag van vandaag voelen, en doen vragen rijzen over de doeltreffendheid van de rechtsstaat in Hongarije. Volgens klachten heeft de politie op de twee betreffende dagen buitensporig geweld gebruikt en onevenredig harde maatregelen getroffen, niet alleen tegen de demonstranten, maar ook tegen jongeren, waaronder diverse buitenlanders, die zich op straat bevonden. Onder de mensen die zijn gearresteerd, collectief gestraft en in sommige gevallen nog steeds worden vastgehouden waren enkele personen die helemaal niets te maken hadden met de gewelddadige gebeurtenissen.

Het is belangrijk bij de inperking van de fundamentele mensenrechten en in het bijzonder de persoonlijke vrijheid - zoals bij voorarrest en detentie - alleen geweld wordt gebruikt indien men er absoluut van overtuigd is dat dit noodzakelijk is.

 
  
MPphoto
 
 

  Antonio De Blasio (PPE-DE). - (HU) Mijnheer de Voorzitter, de Europese geest ligt in Hongarije onder vuur. We verwijderen ons steeds verder van Europa. De socialistische minister van Lokaal Bestuur en Regionale Ontwikkeling heeft afgelopen zaterdag aan zijn coalitieleden beloofd dat hij gepaste wetswijzigingen zal doorvoeren om ervoor te zorgen dat de ontwikkelingsgelden van de Europese Unie in de toekomst worden verdeeld op basis van partijpolitieke overwegingen.

Als het zover komt, zouden de besluiten over het gebruik van de middelen uit de EU-begroting niet langer worden genomen door de gekozen organen, maar zou de koers veeleer bepaald worden op grond van partijpolitieke doelstellingen, hetgeen een voedingsbodem kan vormen voor niet-transparante, onverifieerbare uitgaven. Deze verklaring betekent een gevaar voor niet alleen de geloofwaardigheid van Hongarije in de Europese Unie, maar ook de ontwikkeling van een Europese geest in Hongarije, die alleen mogelijk is als de EU-gelden worden ingezet voor cohesie en eensgezindheid onder het Hongaarse volk, op basis van de verwezenlijking van de grondbeginselen van de democratie.

De opmerkingen van de socialistische minister wijzen ondubbelzinnig op het feit dat het gebruik van EU-gelden bedoeld is om de Hongaarse socialistische partijelite te verrijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Gyula Hegyi (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, afgelopen vrijdag heeft de Hongaarse regering bij een vertrouwensstemming in het Hongaarse parlement een grote meerderheid achter zich gekregen. Als gevolg daarvan is de nationale munteenheid sterker geworden, zijn de economische vooruitzichten beter en is Hongarije teruggekeerd naar het normale leven. Er is geen sprake van een algemene crisis in Boedapest. Alleen bij onze belangrijkste oppositiepartij, Fidesz, is er sprake van een crisis. Gekozen leden van het nationale parlement geven leiding aan antidemocratische demonstraties in de straten in plaats van dat ze in het parlement oppositie voeren tegen de regering. Voor zover ik weet, moeten gekozen parlementsleden hun werk doen in het parlement, niet op straat, waar extreemrechtse criminelen, die meededen aan de demonstraties, het gebouw van een televisiezender in brand hebben gestoken.

Het zou zeer verstandig zijn wanneer de PPE-DE-Fractie haar Hongaarse leden zou vertellen dat parlementaire democratie respect voor het parlement, respect voor de parlementaire verkiezingen en strikte grenzen tussen democratisch beleid en niet-parlementair extremisme betekent.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, in een recent rapport van het VN-bureau voor de mensenrechten in Irak wordt gesteld dat de stoffelijke overschotten in het mortuarium van Bagdad vaak sporen van verschrikkelijke martelingen vertonen, waaronder zuurverbrandingen, uitgestoken ogen, uitgerukte tanden en boor- en spijkerwonden. Mensenrechtenorganisaties hebben bij herhaling gerapporteerd dat er martelingen plaatsvinden in gevangenissen die gerund worden door Amerikaanse en Britse strijdkrachten en het Iraakse ministerie van Justitie en Defensie en in gevangenissen die worden gecontroleerd door de verschillende militaire facties. Het standpunt van het VN-bureau voor de mensenrechten is dat er nu meer wordt gemarteld in Irak dan onder het schrikbewind van Saddam Hussein.

De EU, en het Parlement in het bijzonder, hebben een plicht om op passende wijze te reageren op dit VN-rapport. Ik roep u op, evenals de voorzitter van de Commissie en het Finse voorzitterschap, om hierover zo snel mogelijk een duidelijke verklaring af te leggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Rogalski (IND/DEM). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, tijdens de besloten vergadering van de Commissie buitenlandse zaken over de nieuwe Partnerschaps- en Samenwerkingsovereenkomst met Rusland, de PSO, is de heer Brok, de voorzitter van de commissie, op schandelijke wijze opgetreden. De heer Brok reageerde heel abrupt op mijn vraag aan de heer Mingarelli, wiens taak het was de nieuwe lidstaten gerust te stellen en ervan te verzekeren dat de geplande overeenkomst met Rusland geen weerslag zou hebben op hun energievoorziening en niet op dezelfde manier gesloten zou worden als de overeenkomst over de aanleg van de noordelijke pijplijn, met andere woorden dat met die overeenkomst niet uitsluitend Duitse belangen zouden worden beschermd. Hij verhief zijn stem en riep dat een dergelijke vraag misschien thuishoorde in een verkiezingsbijeenkomst in zijn land, en wimpelde deze dan ook af zonder de spreker de kans te geven om te antwoorden. Afgezien van het feit dat de reactie op zich arrogant en hooghartig was, liet de heer Brok toe dat de beginselen van de parlementaire democratie, die is gebaseerd op pluralistische standpunten en op vrijheid van meningsuiting voor alle afgevaardigden, werden geschonden. Zijn gedrag toonde aan hoe uitermate partijdig hij is in zijn leiding van de commissie als de Duits-Russische betrekkingen gevrijwaard moeten worden.

Ik heb de Voorzitter gevraagd hierop te antwoorden en mij uitleg te verschaffen over het gedrag van de heer Brok als hij afgevaardigden van nieuwe lidstaten discrimineert.

 
  
MPphoto
 
 

  Marie Anne Isler Béguin (Verts/ALE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, de ene gebeurtenis verdringt de andere. Niettemin zijn wij op dit moment rechtstreeks getuige van de escalerende schendingen van het internationaal recht door Rusland tegen Georgië: verlening van het Russisch staatsburgerschap aan de bevolkingen van Zuid-Ossetië en Abchazië, afwijzing van het door Georgië voorgestelde vredesplan om de conflicten met de separatistische regio's op te lossen, sluiting van twee grensovergangen. De spanning is nog verder opgelopen toen Georgië twee Russische spionnen arresteerde, hetgeen leidde tot represailles van Moskou, dat de jacht opende op Georgiërs en probeerde zijn buur economisch te verstikken door middel van een eenzijdige handelsblokkade tussen Rusland en Georgië. Tot slot, door aan te geven dat Rusland de twee separatistische regio's Zuid-Ossetië en Abchazië zou erkennen als Kosovo onafhankelijk zou worden, brengt de heer Poetin ons nog verder af van een oplossing van de conflicten. De lijst is lang en de Georgiërs zijn tot het uiterste getergd.

Deze situatie staat op scherp en daarin is voor de Europese Unie een sleutelrol weggelegd om de partners, en in het bijzonder Rusland bij de onderhandelingen tussen de Unie en Rusland, weer rond de onderhandelingstafel te krijgen om een oplossing te vinden en een einde te maken aan dit sluimerende conflict in de Zuidelijke Kaukasus. Het nabuurschapsbeleid geeft ons daar de mogelijkheden toe. Militair optreden zou een volslagen mislukking van ons beleid betekenen.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlo Fatuzzo (PPE-DE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, tien miljard euro is het bedrag dat de Italiaanse regering bij de presentatie van de begroting van de Italiaanse staat voor 2007 heeft verdonkeremaand en geschrapt uit de schulden. Ik ben blij dat u mij het woord hebt gegeven en ik dank u daarvoor. Nu kan ik via dit Parlement met name de Commissie op de hoogte stellen van het feit dat de begroting die zij van de Italiaanse regering heeft gekregen, gekortwiekt is en dat daarin een schuldenpost van tien miljard euro ontbreekt.

Aan wie was dit geld verschuldigd? Aan de Italiaanse gepensioneerden die in Zwitserland hebben gewerkt en zitten te wachten op de betaling van deze tien miljard euro, die de Italiaanse regering absoluut niet van plan is om te betalen en - en dat is het ergste van alles - die zij uit de begroting heeft geschrapt. Niemand weet dat er op de begroting van de Italiaanse staat een schuld is van tien miljard euro. Ik hoop dat met ingang van vandaag iedereen dit weet.

 
  
MPphoto
 
 

  Toomas Savi (ALDE). - (ET) Mijnheer de Voorzitter, afgelopen zaterdag was Rusland weer eens het toneel van een politieke moord. De eerste jaren van de eenentwintigste eeuw hebben duidelijk aangetoond dat het recht om de waarheid te zeggen in Rusland een taboe is waarvoor mensen maar al te vaak het allerkostbaarste, namelijk het leven, moeten geven.

Politieke moord is onderdeel geworden van het dagelijks leven in Rusland en helaas moeten wij daar ook aan wennen. De strijd van Anna Politkovskaja voor democratie, mensenrechten en vrijheid van meningsuiting is het beste wat gedaan kan worden in het belang van het toekomstige Rusland en een beter Europa.

Dames en heren, ik hoop en verwacht oprecht dat het Europees Parlement en de informele Top van staatshoofden en regeringsleiders tijdens het informele diner op 20 oktober in Lahti voldoende druk op president Poetin zullen uitoefenen om de waarheid achter dit vreselijke onrecht zo snel mogelijk te achterhalen en iedereen die hieraan heeft deelgenomen te berechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Leopold Józef Rutowicz (NI). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil het vraagstuk van de waterschaarste aan de orde stellen. Dat is voor veel burgers in Europa inmiddels een belangrijke zaak geworden.

Water is noodzakelijk voor het leven en de economische activiteit. Tengevolge van de voortdurende temperatuurstijging in de vijfentwintig lidstaten (0,2 procent gedurende de afgelopen tien jaar) en de verminderde neerslag in vele gebieden wordt het helaas voor talloze burgers steeds moeilijker om toegang te krijgen tot water. Daardoor ontstaan ook verliezen in de landbouw en problemen in de verwerkende industrie. De situatie met betrekking tot het water gaat snel achteruit, terwijl investeringen in het herstel en behoud van de waterbronnen een langademig en duur proces zijn. Daarom is het noodzakelijk om te zorgen voor scholing en ervaringuitwisseling. Men moet de mensen voorlichten over goede praktijken en over methoden voor een rationeel watergebruik en -behoud. De economische activiteiten moeten eveneens in het teken komen te staan van een rationeler watergebruik in alle bedrijfstakken. Waterschaarste zou een belemmering kunnen worden voor de landbouwproductie en voor met name de productie van grondstoffen voor biobrandstof, waarvoor zich geen bevoorradingsproblemen stellen. De situatie met betrekking tot het water moet constant worden bewaakt, en het Parlement moet regelmatig op de hoogte worden gehouden…..

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Danutė Budreikaitė (ALDE). - (LT) Tijdens hun reis naar het wereldkampioenschap basketbal voor vrouwen kwamen de Litouwse speelsters onderweg naar Brazilië vast te zitten in Frans-Guyana, waarna het vier dagen duurde alvorens zij konden vertrekken. Brazilië weigerde namelijk iedereen toe te laten die niet was ingeënt tegen gele koorts.

Na te zijn ingeënt en van de Braziliaanse minister van Volksgezondheid de mondelinge verzekering te hebben gekregen dat alles goed zou komen, kwam het Litouwse team eindelijk per chartervliegtuig aan in de Braziliaanse stad Belém. Daar werden zij echter door douanebeambten op onbeschofte wijze gedwongen het vliegtuig weer in te gaan, waarna zij werden teruggestuurd naar Cayenne.

Alleen de Litouwse basketbalspeelsters werden zo behandeld. Andere Europeanen die tegelijkertijd waren ingeënt werden wel tot Belém toegelaten. Braziliaanse beambten maakten duidelijk dat Duitse speelsters in dezelfde situatie geen problemen zouden ondervinden.

Waarom wordt er met twee maten gemeten als het om Litouwen gaat en wordt het behandeld alsof het geen lidstaat van de Europese Unie is? Het lijkt me noodzakelijk meer middelen ter beschikking te stellen om informatie te verstrekken over de nieuwe EU-lidstaten, niet alleen binnen de EU, maar ook daarbuiten.

 
  
MPphoto
 
 

  Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE). - (LT) Kan een muis een olifant echt laten schrikken? Het lijkt er wel op, en de huidige crisis in de betrekkingen tussen Rusland en Georgië is hiervan het bewijs.

De Europese Unie heeft de keuze tussen twee mogelijke reacties op gebeurtenissen die zich in haar omgeving afspelen: zij kan slechts een verklaring afleggen of zij kan een actieve rol spelen bij de vreedzame oplossing van dit conflict.

Ik verheug mij over de bijdrage van de heer De Gucht, de Belgische minister van Buitenlandse Zaken, aan de overdracht van de Russische officieren aan Rusland en de verklaring die hij namens de EU heeft afgelegd. Dit is echter nog niet genoeg.

Ik ben van mening dat, als Rusland de mogelijkheid van militair ingrijpen overweegt om het conflict met Georgië te beslechten, de Europese Unie alles in het werk moet stellen om onmiddellijk een einde te maken aan het deporteren van Georgiërs uit Rusland en het opstellen van lijsten van leerlingen van Moskouse scholen met Georgische achternamen, want dit doet ons denken aan het beleid van nazi-Duitsland en de deportatie van Joodse burgers.

Tijdens de deportaties die volgden op de bezetting van mijn land door de Sovjet-Unie, werden mijn ouders in veewagens op transport gesteld naar Siberië. De vervoersmiddelen van nu zijn anders: Georgiërs worden uit Moskou gedeporteerd met transportvliegtuigen. We mogen niet toestaan dat een dergelijk optreden en een dergelijk beleid worden voortgezet.

 
  
MPphoto
 
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, in mei van dit jaar hebben wij in de tweede lezing de verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende voedings- en gezondheidsclaims voor levensmiddelen aangenomen. Daarin staat dat met ingang van 1 januari 2007 de levensmiddelenproducenten er verantwoordelijk voor zijn dat op de verpakking correcte informatie over de eigenschappen van de levensmiddelen wordt verschaft. Dit betekent in de praktijk dat alle gezondheidsvoordelen van de producten bevestigd moeten worden door onafhankelijke laboratoria.

Deze verordening zal de consumenten slechts op een oppervlakkige manier ten goede komen. Bovendien zouden ten gevolge van deze verordening de producten van kleine en middelgrote ondernemingen wel eens van de markt kunnen verdwijnen, aangezien deze ondernemingen zich niet in dezelfde mate als rijke Europese bedrijven de kosten van tests kunnen veroorloven. Uiteindelijk zullen dan de consumenten steeds minder keuze krijgen, niet meer in staat zijn om geïnformeerd te kopen en er nog steeds niet achter komen wat zij kopen. De destructieve molen van een dergelijke concurrentie zou aan banden kunnen worden gelegd door vergunningen in te voeren voor het recht om aanbevolen gezondheidssymbolen te gebruiken en een uniform systeem voor de erkenning van gezondheidsproducten in het leven te roepen. Het is ook van essentieel belang dat speciale steun wordt gegeven aan kleine en middelgrote ondernemingen. Vaak brengen zij immers op onze gemeenschappelijke markt producten van veel hogere kwaliteit dan de grote bedrijven.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrzej Tomasz Zapałowski (IND/DEM). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de Republiek Litouwen heeft pas tien jaar geleden haar onafhankelijkheid gekregen. Deze gebeurtenis werd door heel het democratisch Europa gevierd. Litouwen is toen onmiddellijk begonnen met sociale en economische hervormingen om de restanten van de Sovjetbezetting op te kunnen ruimen. Een belangrijke rol bij het verkrijgen van de onafhankelijkheid werd gespeeld door de Poolse minderheid (10 procent van de bevolking) die al eeuwenlang in het gebied rondom de hoofdstad Vilnius woont. Ofschoon er talrijke jaren verstreken zijn sinds het einde van het Sovjetbewind hebben de Litouwse autoriteiten echter toe nu toe nagelaten om de Polen de grond terug te geven die hun door de bezettingsmacht was afgenomen. Niettegenstaande de talrijke overeenkomsten heeft Litouwen tot nu toe geweigerd toe te staan dat de Poolse namen overeenkomstig de Poolse spelling worden geschreven en wil het per se dat deze namen in het Litouws worden geschreven. Dit gedrag is een flagrante schending van de Europese voorschriften inzake nationale en etnische minderheden in de lidstaten van de EU.

 
  
MPphoto
 
 

  Oldřich Vlasák (PPE-DE). - (CS) Geachte Voorzitter, dames en heren, ik zou u graag willen wijzen op een fundamenteel probleem van de Tsjechische Republiek bij de ontvangst van gelden uit het Cohesiefonds ten behoeve van de modernisering van het waterleidings- en rioleringssysteem. Om te voldoen aan de vereisten die voortvloeien uit de richtlijn betreffende de reiniging van afvalwater, moeten we voor 2010 meer dan vier miljard euro investeren, hetgeen meer is dan tien procent van onze jaarlijkse nationale begroting. We zijn het er ongetwijfeld allemaal over eens dat we niet zonder de financiële hulp van de Europese Unie kunnen. Ik begrijp daarom dan ook niet hoe het mogelijk is dat de Commissie al meer dan anderhalf jaar geen gevolg geeft aan de bij haar ingediende projecten die Tsjechische gemeenten zouden moeten voorzien van schoon water. Het gaat om projecten die op basis van het operationele model en overeenkomstig EU-wetgeving zijn ingediend door onze waterleidingbedrijven. Ambtenaren van de Commissie weigeren op basis van subjectieve gevoelens echter om hun fiat eraan te geven, waarmee zij ons, gekozen gemeentelijke vertegenwoordigers, proberen voor te schrijven welke contracten we moeten afsluiten en hoe we de situatie op het gebied van het waterbeheer moeten aanpakken. We dienen ons te realiseren dat de Tsjechische Republiek in het hart van de Europese Unie ligt, en dat er in ons land een aantal grote Europese rivieren ontspringt, die ook door andere landen stromen. Het is dus niet alleen een Tsjechisch vraagstuk, maar even zo goed een Europees vraagstuk.

 
  
MPphoto
 
 

  Marco Cappato (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, wij hadden erop gewezen dat er voor de stemming in het Parlement over het verslag-Eurlings over Turkije, absoluut een verklaring moest worden afgelegd door de voorzitter van de Commissie, de heer Barroso. Voorzitter Barroso heeft namelijk de stemming beïnvloedt met zijn negatieve verklaringen, die tot doel hadden het toetredingsperspectief van Turkije uit te sluiten. Bovendien zou men, gezien de daarop volgende verklaringen van de commissarissen Rehn en Verheugen, kunnen denken dat voorzitter Barroso misschien wat onvoorzichtig is geweest, niet alleen jegens ons Parlement maar ook jegens zijn eigen Commissie.

Ik wil mijn volledige steun betuigen met de verklaring van commissaris Verheugen, die het doel van volledige toetreding van Turkije tot de Europese Unie heeft bevestigd en erop heeft gewezen dat het in ons belang is een aan het Westen gebonden Turkije te hebben, dat wil zeggen een democratisch Turkije, een Turkije met een rechtsstaat en een Turkije dat de mensenrechten en de rechten van de minderheden eerbiedigt. Het doel dat wij mijns inziens niet uit het oog mogen verliezen luidt: een Europese Unie die in staat is de democratie en de rechtsstaat te bevorderen en die - staat u mij toe dit te zeggen, mijnheer de Voorzitter - ook de moed had moeten hebben om vertegenwoordigers van het Parlement, de Commissie en de Raad te sturen naar de begrafenis van Anna Politikovskaya, wat niet gebeurd is.

 
  
MPphoto
 
 

  Nils Lundgren (IND/DEM). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, u heeft onlangs betoogd dat sommige Scandinavische landen die niet actief hebben deelgenomen aan de Tweede Wereldoorlog, niet op dezelfde manier tegen de historische dimensie van de EU-zetel in Straatsburg aan kunnen kijken. De mensen in Scandinavië hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog niet genoeg geleden om de symbolische waarde in te kunnen zien van het feit dat het Europees Parlement in Straatsburg zetelt. En daarom kan de kritiek vanuit de Scandinavische landen op het dure heen en weer gependel door het Europees Parlement tussen Brussel en Straatsburg terzijde worden geschoven.

Vanuit historisch perspectief klopt uw bewering natuurlijk van geen kanten - Finland, Noorwegen en Denemarken waren in werkelijkheid wel degelijk betrokken bij de Tweede Wereldoorlog -, maar uw verklaring was in nog een ander opzicht opmerkelijk, namelijk in de zin dat de Voorzitter van het Europees Parlement serieus van mening is dat we niet moeten luisteren naar opvattingen over de plaats waar het Europees Parlement zijn zetel heeft als die opvattingen worden geventileerd door burgers en afgevaardigden uit landen die niet hebben deelgenomen aan de Tweede Wereldoorlog. Dat is een grotesk idee, waarbij de enige verzachtende omstandigheid is dat we daarom dus ook niet hoeven te luisteren naar de Voorzitter, omdat Spanje als land ook niet heeft meegevochten in de Tweede Wereldoorlog. Deze manier van denken is onredelijk. De mening van de volken van Ierland, Portugal, Spanje en Zweden in dit debat telt tegenwoordig even zwaar als die van andere landen. Het is een schande dat de persoon aan wie het voorzitterschap van het Europees Parlement is toevertrouwd zo’n slecht oordeelsvermogen aan de dag legt dat hij denkt het recht te hebben om ons te vertellen naar wie we moeten luisteren en wie we het zwijgen moeten proberen op te leggen.

(Spreker wordt onderbroken door de Voorzitter)

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Hartelijk dank, mijnheer Lundgren. Ik vraag me af of u tijd heeft gehad om de brief te lezen waarmee ik geantwoord heb op de brief van een aantal afgevaardigden, en die aan u is toegezonden. Heeft u hem gelezen? Want als u hem gelezen heeft, begrijp ik uw vraag niet meer. U blijft dingen zeggen die absoluut niet waar zijn.

Ik heb in die brief aan iedereen uitgelegd wat ik heb gezegd. En wat ik heb gezegd, heeft niets te maken met wat ik naar uw zeggen zou hebben gezegd. In mijn brief leg ik op een heel duidelijke manier uit dat ik er slechts op heb gewezen dat de visie van sommige landen beïnvloed kan zijn door het feit dat die landen niet aan de Tweede Wereldoorlog hebben deelgenomen. Dat ontneemt niemand het recht op een eigen mening. Dat wil absoluut niet zeggen dat we niet naar hun mening hoeven te luisteren. Ik wijs er simpelweg op dat hun mening anders is en dat een van de redenen voor het feit dat hun mening anders is hun geschiedenis kan zijn.

Waarom zegt u dat de Voorzitter van het Parlement ook maar iemand het recht op een eigen mening ontzegt? Vindt u mij zo dom dat ik ook maar één Europese burger het recht op een eigen mening ga ontzeggen op grond van de geschiedenis van zijn of haar land?

Natuurlijk heeft iedereen recht op een eigen mening. Ik wijs er alleen maar op dat meningen kunnen verschillen op grond van historische omstandigheden. Ik begrijp eerlijk gezegd niet waarom we dit absurde debat houden, want het gaat hier om een zuivere verdraaiing van mijn woorden, en ik betreur het dat u daar maar mee door blijft gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Árpád Duka-Zólyomi (PPE-DE). - (HU) Het is jammer dat de agenda niet voorziet in een debat over het conflict tussen Georgië en Rusland en de buitengewoon verontrustende spanningen die dit oplevert. Dit was een zeer geschikt moment geweest om een dergelijke kwestie te bespreken.

Er gebeuren dingen op de Kaukasus die op het eerste gezicht misschien verbazingwekkend lijken, maar die in feite het logische gevolg zijn van anderhalf decennium van Russisch-Georgische betrekkingen. De vergelding en strafmaatregelen naar aanleiding van de ontdekking van een groep Russische spionnen getuigen van een oorlogssituatie. Het is onaanvaardbaar dat de Russen Georgische burgers het land uitzetten op basis van hun etnische identiteit. We zijn getuige van een schending van de mensen- en burgerrechten en de fundamentele vrijheden. Het is duidelijk dat de Russische Federatie zich er niet bij kan neerleggen dat zij haar invloed op de Republiek Georgië is kwijtgeraakt. Zij vindt dit moeilijk te verkroppen, omdat zij het gevoel heeft dat haar status als grootmacht in het geding is.

De Raad, de Commissie en het Parlement hebben een grote verantwoordelijkheid. Zij moeten krachtdadiger interveniëren en met de Russen onderhandelen. Allereerst moeten we vaststellen wat de territoriale integriteit van Georgië inhoudt, want op het moment wordt deze op verschillende manieren geïnterpreteerd. Alleen met vreedzame middelen kan een oplossing worden gevonden, en we moeten de uitbraak van een volgend gewapend conflict in de regio zien te voorkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Marian Harkin (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag het Europese standpunt in zake de voorgestelde overname van Aer Lingus door Ryanair ter sprake brengen. Tot voor kort was Aer Lingus de Ierse nationale luchtvaartmaatschappij en in staatsbezit. Het bedrijf verkeerde in een gezonde economische toestand, maar had geld nodig om de luchtvloot te vernieuwen. De Ierse overheid verkondigde dat de EU geen overheidsinvesteringen in de luchtvaartmaatschappij toestond. Dat was nieuws voor mij. Als ik het goed begrijp, heeft een staat de flexibiliteit om te investeren in luchtvaartmaatschappijen als deze in gezonde economische toestond verkeren, wat bij Aer Lingus het geval was. Dit is weer een voorbeeld van de mentaliteit 'geef Brussel maar de schuld', waarmee een nationale overheid haar eigen acties kan rechtvaardigen puur door te zeggen, 'dat mag niet van de EU', terwijl dat niet noodzakelijkerwijs het geval is. Dat is echter verleden tijd en nu is Aer Lingus het doelwit van een overnamebod van haar grootste concurrent, Ryanair.

Op een bepaalde manier is het ironisch dat we enerzijds de EU de schuld geven van de huidige situatie wanneer haar in feite geen blaam treft, terwijl we anderzijds ongetwijfeld zullen pleiten bij het DG Concurrentie van de Commissie om de overname tegen te houden, om ons zodoende te behoeden voor onze eigen acties en ons te beschermen tegen de gevolgen van die acties.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, ik wil deze gelegenheid graag gebruiken om de Portugese werkers en hun vakverbond, de CGT-IN, geluk te wensen met hun acties. Er zal morgen - 12 oktober - een algemeen protest worden georganiseerd tegen het rechtse beleid in Portugal. De Portugese werkers verzetten zich onder andere tegen de voorstellen van de regering op het gebied van sociale zekerheid, welke een verhoging van de pensioengerechtigde leeftijd en een verlaging van de pensioenen inhouden. Ze leveren ook strijd om de nationale productieve sector te beschermen en te versterken en zo banen met rechten te scheppen. Ze willen de openbare diensten en het openbaar bestuur dat is opgezet om de burgers te dienen, veiligstellen, en ze vechten ook voor het recht om collectieve arbeidsovereenkomsten af te sluiten, voor hogere lonen en een eerlijker verdeling van de welvaart.

Ter afsluiting, mijnheer de Voorzitter, wil ik graag iets zeggen over de recente uitspraak van het Europese Hof van Justitie in de zaak-Cadman over vader- en moederschapsverlof en de berekening van het salaris. Ik vind het volstrekt onaanvaardbaar dat dit geval gebruikt wordt voor het aanvechten van het beginsel “gelijk loon voor gelijk werk”, een beginsel dat overigens in artikel 59 van de Portugese Grondwet is vastgelegd.

 
  
MPphoto
 
 

  Milan Gaľa (PPE-DE). - (SK) Afgelopen juni heeft de Europese Commissie een voorstel opgesteld dat voorziet in een vermindering van de arealen in de Europese Unie die met wijnstokken mogen worden beplant. De verliezen en gevolgen van deze vermindering zouden worden gecompenseerd met een pakket rechtstreekse landbouwbetalingen van in totaal 2,4 miljard euro. Dit voorstel zou betrekking hebben op bijna 12 procent van het totale areaal aan wijngaarden, met andere woorden circa 4 000 hectare land, dat wordt bewerkt door ongeveer anderhalf miljoen wijnboeren. Deze stap zou de doodsteek kunnen betekenen voor de wijnproductie in Slowakije, die juist de afgelopen jaren een aanzienlijke groei heeft doorgemaakt, met name wat betreft de kwaliteit van de wijn. Bovendien komt deze stap op een moment waarop de Slowaakse wijnen steeds concurrerender worden op de markten van de Europese Unie.

In het voorstel van de Commissie wordt ook de toevoeging van suiker bij de productie van bepaalde wijnsoorten verboden, terwijl dit in mijn land een traditioneel procédé is, omdat de wijnranken die in Slowakije worden verbouwd gekenmerkt worden door een hogere zuurgraad, hetgeen typisch is voor de regio. Ik stel overigens niet de noodzaak van de hervorming van de Europese wijnmarkt ter discussie, maar ben wel van mening dat we naar andere oplossingen moeten zoeken.

 
  
MPphoto
 
 

  Gerard Batten (IND/DEM). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, volgende week zal een delegatie van de LIBE-commissie een bezoek brengen aan Algerije. Een van de Algerijnse visumvereisten is echter de afwezigheid van een Israëlische visumstempel in het paspoort. Mijnheer Gaubert ontdekte dit en was terecht ontsteld door dit schaamteloze antisemitisme. Hij eiste een uitleg. De kwestie werd doorverwezen naar u, mijnheer de Voorzitter, en u werd gevraagd protest aan te tekenen bij Algerije. Ik begrijp dat u dit heeft geweigerd, waarbij u zei dat dit een kwestie was voor individuele leden van het Europees Parlement. Mijnheer Gaubert heeft terecht geweigerd om de reis te maken.

Dit brengt ons bij twee belangrijke kwesties. Allereerst vraag ik me af waarom de Europese Unie sinds 1996 bijna één miljard euro aan Algerije heeft gegeven, terwijl dat land een schaamteloos antisemitisch beleid voert? De EU moet direct stoppen met deze betalingen.

De tweede kwestie is het ogenschijnlijke plichtsverzuim door u, mijnheer de Voorzitter, toen u in de gelegenheid was om stelling te nemen tegen het Algerijnse antisemitisme, daarbij gesteund door het aanzien van uw functie. Ik vraag u deze situatie opnieuw in overweging te nemen en recht te zetten.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Om eerlijk te zijn, mijnheer Batten, begrijp ik niet waar u op doelt, maar ik vind het prima als u hetgeen u tegen mij hebt gezegd, wilt verduidelijken. Weest u zo vriendelijk mij de details te overhandigen, dan kan ik vaststellen of ik al dan niet correct heb gehandeld. En als het nodig mocht zijn, zal ik een en ander rechtzetten.

Ik ben graag bereid om verder op uw argumenten in te gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Witold Tomczak (IND/DEM). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het debat van vandaag over de sector kleinfruit wekt de hoop dat de pogingen die gedurende twee jaar zijn genomen om de marktordening groenten en fruit te veranderen eindelijk vruchten beginnen af te werpen. Het is toch vreemd dat de lidstaat die 90 procent van alle bevroren aardbeien levert, zolang heeft moeten wachten op het besluit tot het invoeren van beschermende douanerechten. Talrijke Poolse boeren zaten de afgelopen jaren te wachten op de beëindiging van de Chinese dumping op de markt en hebben daardoor grote schade opgelopen. Zij zullen daarvoor van niemand schadevergoeding krijgen. De groenten- en fruitmarkt is echter niet beperkt tot aardbeien. Voor de achttien belangrijkste producten die de nieuwe lidstaten met zich mee hebben gebracht, is nog steeds geen reglementering gevonden. Daaronder vallen vooral kookappels. De Poolse appeltelers zullen spoedig gaan protesteren tegen de lage prijzen die zij van de verwerkende industrie aangeboden krijgen.

Het Parlement heeft twee jaar lang geprobeerd de groenten- en fruitmarkt te reglementeren, maar tot nu toe tevergeefs. Het volstaat te vermelden dat appels de belangrijkste fruitsoort zijn die in de Europese Unie wordt geoogst (32 procent van al het geoogste fruit zijn appels), en dat bovendien de EU een grote fruitimporteur is. Hoe lang moeten wij nog wachten op de reglementering van deze sector en van andere segmenten van de groenten- en fruitmarkt, die het Europees Parlement in zijn resolutie over de vereenvoudiging van de gemeenschappelijke marktordening groenten en fruit van 11 mei 2005 had beloofd? Zal zijn stemming worden gehonoreerd door de Europese Commissie?

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Een lid van het secretariaat zal contact opnemen met de heer Batten zodat hij zijn woorden over de betrekkingen met Algerije en het vermeende plichtsverzuim van de Voorzitter kan toelichten.

Hiermee is dit onderdeel beëindigd.

 
  
  

VOORZITTER: LUIGI COCILOVO
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid