De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0290/2006) van Elisabeth Jeggle, namens de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, over de bescherming en het welzijn van dieren 2006-2010 [2006/2046(INI)].
Elisabeth Jeggle (PPE-DE), rapporteur. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, op 23 januari 2006 presenteerde de Commissie een mededeling over een communautair actieplan inzake de bescherming en het welzijn van dieren 2006-2010.
Het verslag dat ik als rapporteur van het Parlement over deze mededeling mocht opstellen, werd op 12 september unaniem goedgekeurd door de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling. Het actieplan inzake de bescherming en het welzijn van dieren beoogt de activiteiten van de Gemeenschap op dit terrein, die tot dusver over verschillende diensten van de Commissie, Raden en beleidsterreinen waren verspreid, te bundelen en aan de hand van uniforme criteria te structureren.
Dierenbescherming is een emotioneel en politiek uiterst gevoelig onderwerp. Dierenbescherming moet in onze beschaafde samenleving vanzelfsprekend zijn en beantwoorden aan de specifieke behoeften van de dieren in kwestie. Daarom is het voor mij als rapporteur belangrijk dat wij in de Europese Unie een uniform niveau van dierenbescherming tot stand brengen. De Commissie benadrukt steeds weer dat onze dierenbeschermingsnormen, die nu al hoog zijn en straks nog strenger zullen zijn, een voorbeeld zijn voor de wereld. Een grote meerderheid van de commissie was het eens met het belang dat ik hecht aan nauwkeurige effectbeoordelingen voor alle wetgevende maatregelen op het gebied van dierenwelzijn. Het is daarom niet meer dan logisch dat wij in de WTO-onderhandelingen en in bilaterale overeenkomsten aandringen op hoge dierenbeschermingsnormen.
Echte dierenbescherming mag zich echter niet beperken tot alleen landbouwhuisdieren en proefdieren, maar moet voor alle dieren gelden. Daarnaast moeten ook rekening worden gehouden met de gemaakte vorderingen. Veel afgevaardigden en veel mensen die mij hebben geschreven, maken zich vooral zorgen over proefdieren. De inspanningen voor een betere dierenbescherming bij wetenschappelijk onderzoek zijn in de afgelopen jaren echter aanzienlijk uitgebreid. Er zijn tal van alternatieven voor dierproeven ontwikkeld, waarmee het principe van de 3 v's praktisch wordt ingevuld. Hoewel er op dit terrein nog het nodige te doen valt, denk ik wel dat we de juiste weg zijn ingeslagen. Het verslag geeft steun aan de inspanningen om op basis van verder onderzoek dierproeven door alternatieve methoden te vervangen. Daarom dringen wij er ook consequent op aan middelen uit het zevende kaderprogramma voor onderzoek beschikbaar te stellen. Wetenschappelijk onderbouwde indicatoren voor dierenwelzijn vormen de meest betrouwbare basis voor de verdere ontwikkeling van een haalbaar beleid voor dierenbescherming.
Dit verslag voor de periode 2006-2010 geeft de hoofdlijnen en bevat dus geen gedetailleerde beschrijving van specifieke maatregelen. Wij geven geen steun aan de amendementen waarin wordt gevraagd om een facultatieve toepassing van vrijwillige dierenbeschermingsnormen op nationaal niveau. Het verslag vraagt nadrukkelijk om een correcte toepassing en uitvoering van de reeds bestaande regels op het gebied van dierenbescherming, bijvoorbeeld waar het gaat om het vervoer van dieren. Wij juichen het voorgestelde verbod op de invoer van katten- en hondenbont toe en verzoeken om krachtige maatregelen ter beperking van de handel in zeehondenproducten. Er wordt nadrukkelijk op gewezen dat de kandidaat-lidstaten hun wetgeving moeten aanpassen. Ook zijn wij een sterk voorstander van een eenvoudig en verplicht EU-etiket voor dierenbescherming.
Er zijn veertien amendementen ingediend. Wij steunen de amendementen 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 12 en 14 en we zijn tegen de amendementen 1, 9, 10 en 13. We hebben verzocht om een stemming in onderdelen over de paragrafen 5, 7a, 29, 54 en 71.
Mevrouw de commissaris, op dit moment is commissaris Kyprianou in Brazilië. Ik ben ervan overtuigd dat hij hoog zal opgeven van de Europese dierenbeschermingsnormen. Ik hoop dat hij het ook zal hebben over de gebreken die het Voedsel- en Veterinair Bureau wederom heeft vastgesteld bij landbouwproducten die de Europese Unie uit Brazilië heeft geïmporteerd. Onder mededingingsverstoringen hebben zowel de Europese landbouw als de Europese consumenten te lijden. De verlangde Europese dierenbeschermingsnormen moeten ook een positieve invloed hebben op ons concurrentievermogen. Ik dank de commissaris en ik dank alle afgevaardigden voor de prettige samenwerking.
Neelie Kroes, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, wat het communautair actieplan inzake de bescherming en het welzijn van dieren betreft ben ik dankbaar voor het harde werk dat de leden van de betrokken commissies hebben verricht. Ik wil met name uiting geven aan mijn erkentelijkheid voor de inspanningen die mevrouw Jeggle voor dit belangrijke initiatief heeft ondernomen.
Dierenwelzijn is een onderwerp dat de burgers van de EU, de belanghebbenden en de leden van het Parlement grote zorgen baart. Uit alle hoeken wordt uitdrukkelijk gevraagd om strengere beschermingsnormen voor dieren, niet alleen in de EU, maar wereldwijd. De Commissie werkt hard en met enig succes aan de totstandkoming van een grotere internationale consensus over dierenwelzijn. Zo hebben wij bijvoorbeeld een belangrijke rol gespeeld bij de opstelling van normen voor dierenwelzijn door de Wereldorganisatie voor diergezondheid. We mogen niet vergeten dat deze kwestie niet beperkt blijft tot landbouwhuisdieren, maar ook betrekking heeft op proefdieren, dierentuindieren, circusdieren en dieren in het wild.
Met het actieplan probeert men een brede aanpak van dierenwelzijn te bevorderen en alle belanghebbenden daarbij te betrekken, zodat iedereen een rol kan spelen. Deze kwestie gaat niet alleen boeren of dierenverzorgers aan. Ook de wetenschappers, het bedrijfleven, de burgers en de overheden hebben hier een rol te vervullen. Bovendien is dit een gebied dat de concurrentiepositie van bepaalde sectoren van de EU-economie kan verbeteren, en de voorgestelde oprichting van een Europees informatieplatform kan een open dialoog en het delen van kennis en ervaringen vergemakkelijken.
Er zijn ook sterke banden met andere beleidsvormen van de Gemeenschap, zoals de Strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid, het principe van betere wetgeving en de noodzaak aandacht te besteden aan de wetenschappelijke, sociale en economische principes die het beleid van de Gemeenschap ondersteunen. Zoals werd benadrukt in het verslag van het Parlement en in de conclusies van het Oostenrijkse voorzitterschap, is er meer onderzoek vereist om de huidige hiaten in de kennis weg te nemen en de wetenschappelijke basis voor ons beleid te verstevigen. Voor een succesvolle implementatie van het actieplan is het evenwel van cruciaal belang dat er objectieve, wetenschappelijk gefundeerde indicatoren voor dierenwelzijn worden ontwikkeld en gevalideerd. Dit werk zou kunnen worden verbeterd met de oprichting van een centrum voor de bescherming en het welzijn van dieren binnen de Gemeenschap. De Commissie zal de komende maanden uitgebreid overleg plegen, onder andere met lidstaten en belanghebbenden, over de verwachtingen ten aanzien van een dergelijk centrum.
Belangrijk is voor de Commissie dat bij de implementatie van het actieplan wordt gewaarborgd dat het beleid op meer coherente en consequente wijze wordt ontwikkeld en uitgevoerd, en onze duidelijke verplichtingen uit hoofde van het protocol bij het EG-Verdrag in acht worden genomen.
Dierenwelzijn is een zeer belangrijke kwestie voor de burgers van de EU, en ik ben erg blij met de positieve houding van het Parlement ten aanzien van ons initiatief. De Commissie zal grote aandacht besteden aan de aspecten die in het verslag van het Parlement worden belicht en ik weet zeker dat we tijdens de implementatie nog vaak zullen terugkomen op het actieplan. Ik verheug me op de toekomstige steun van het Parlement voor de benodigde initiatieven om de in het actieplan uiteengezette strategie ten uitvoer te brengen.
Jens Holm (GUE/NGL), rapporteur voor advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. - (SV) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, miljoenen dieren lijden iedere dag, of dat nu in de bio-industrie, de Europese slachthuizen, tijdens het vervoer van dieren of bij dierproeven is. We hebben nu de kans om praktische verbeteringen aan te brengen in de omstandigheden waarin deze dieren leven.
Ik spreek namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. Mijn voorganger, de heer Sjöstedt, was verantwoordelijk voor het onderwerp dat we nu behandelen. In ons advies stellen we bijvoorbeeld dat dieren het recht hebben op natuurlijk gedrag, dat overproductie van vlees moet worden vermeden, dat alle legkippen uiterlijk 2016 het recht moeten hebben op vrije uitloop, dat zeugen gedurende hun hele leven vrij moeten kunnen rondlopen en dat het vervoer van dieren aan een maximale tijdsduur van acht uur moet worden gebonden. Daarom moet ik tot mijn teleurstelling vaststellen dat er in het verslag van mevrouw Jeggle geen enkele aandacht aan deze punten wordt besteed.
Het is daarom belangrijk voor ons om dit verslag zo veel mogelijk te beïnvloeden. De Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links heeft gevraagd om stemming in onderdelen over de punten waarin volgens ons de waarde van dieren afhankelijk wordt gemaakt van commerciële overwegingen. Als het verslag van mevrouw Jeggle wordt aangenomen, zal dierenbescherming iets worden dat alleen kan worden nagestreefd als het niet in strijd is met de WTO-regels en met commerciële belangen. Zo staan de zaken er momenteel voor, maar we kunnen niet toestaan dat dit zo blijft. Dieren hebben waarde, ongeacht hoe het ervoor staat met onze concurrentiepositie.
Het is belangrijk dat we in Europa het initiatief nemen en concurrerend worden door middel van hogere normen voor en een betere bescherming van dieren. Ik wil u daarom vragen de formulering van overweging G en van de paragrafen 51, 52, 53 en 59 te verwerpen. Ook vraag ik u om voor bijvoorbeeld de amendementen 11 en 12 te stemmen, die nu gelukkig ook worden gesteund door mevrouw Jeggle. Als u op deze manier stemt, kunnen we eindelijk een actieplan krijgen dat het leven voor honderden miljoenen dieren in de EU een stuk beter maakt. Dat verdienen de dieren.
Agnes Schierhuber, namens de PPE-DE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Commissie, mevrouw de commissaris, dames en heren, allereerst dank ik de rapporteur, mevrouw Jeggle, voor het degelijke en vakkundige verslag. Het is bekend dat mijn land, Oostenrijk, een nationale wet inzake dierenbescherming heeft die tot de modernste van Europa behoort. Het doet mij goed dat het verslag heel veel inspiratie heeft geput uit de Oostenrijkse wet, die in de praktijk erg goed werkt en gericht is op geschikte leefomstandigheden voor elke diersoort.
De hele problematiek is erg lastig, ook omdat deze kwestie de Europese burgers terecht bezighoudt. We moeten immers rekening houden met het welzijn van alle dieren. Ik vind het dan ook erg jammer dat de vorige spreker het alweer alleen maar had over fok- en productiedieren, maar niet over alle dieren. Elk dier is een levend wezen dat recht heeft op passende leefomstandigheden, of het nu om dieren in de dierentuin, om huisdieren of landbouwhuisdieren gaat. Ik ben zelf boerin en heb meer dan dertig jaar een boerenbedrijf beheerd waar dieren werden gehouden. Ik weet hoe belangrijk het is dat dieren in passende leefomstandigheden worden gehouden. De wijze waarop dieren worden gehouden en worden gevoed is van grote invloed op de kwaliteit van het product, van het voedingsmiddel dat zij produceren. Op basis van mijn kennis en praktijkervaring sla ik dit verslag dan ook zeer hoog aan.
Ik ben erg blij dat het verslag ook ingaat op dierenbescherming in relatie tot de WTO en - belangrijker nog - tot de invoer uit derde landen. Laat één ding namelijk duidelijk zijn: als we er niet in slagen om het fokken en houden van dieren - of het nu gaat om dieren uit de Europese Unie of om geïmporteerde dieren - aan dezelfde regels te onderwerpen, zullen de boeren, de dieren en de consumenten in Europa er geen enkele baat bij hebben, omdat de productiemethoden dan eenvoudig niet zijn zoals ze zouden moeten zijn.
Elk dier is een levend wezen, zoals ik al zei. Daarom wil ik mevrouw Jeggle nogmaals heel hartelijk bedanken voor haar verslag.
Marc Tarabella, namens de PSE-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, ik zou allereerst mevrouw Jeggle willen bedanken voor haar uitstekende verslag. Morgen zullen we stemmen over deze vrucht van langdurige arbeid en ik kan niet anders dan verheugd zijn over het gemeenschappelijke standpunt dat uit de bus is gekomen. Ik zou echter drie fundamentele punten in herinnering willen brengen, die overigens ook in het verslag staan en die ik bijzonder wil beklemtonen.
In de eerste plaats zou ik erop willen aandringen dat de ontwikkeling, validatie en aanvaarding van methodes zonder dierproeven worden versneld. We moeten zorgen voor de financiële en logistieke middelen om alternatieve methodes te vinden waarmee dierproeven kunnen worden vermeden. Daarnaast moeten we deze proeven beperken en aan strenge regels onderwerpen in de gevallen waarin nog geen alternatief mogelijk is.
In de tweede plaats mogen we niet vergeten dat het belangrijkste gevolg van een beter dierenwelzijn een hogere kostprijs is voor de Europese producenten. Ik dring er dus op aan dat waardering wordt getoond voor hun inspanningen middels etikettering en voorlichtingscampagnes om de reden voor het prijsverschil te verklaren. De Europese producenten mogen niet worden gestraft omdat ze aan de eisen van de Europese Unie tegemoet komen en onze voeding verbeteren. De consumenten moeten op hun beurt weten dat de prijsverhoging verband houdt met betere voedingsmiddelen. Door middel van een Europees etiket en passende marketing- en voorlichtingscampagnes kunnen we de consument in staat stellen producten met extra aandacht voor dierenwelzijn te herkennen.
In de derde plaats, ten slotte, mag dierenwelzijn geen louter Europese waarde blijven. De maatregelen die wij treffen in het kader van de Unie moeten ook worden nageleefd door de landen waar wij vlees vandaan halen. Dit is om zowel economische als kwalitatieve redenen cruciaal. De Europese Commissie moet dus alles in het werk stellen om, met de hulp van internationale organisaties als de Raad van Europa of de Wereldorganisatie voor diergezondheid, ervoor te zorgen dat de WTO meer aandacht schenkt aan dierenwelzijn en de maatregelen die daarop betrekking hebben naar boven toe harmoniseert. Op de lange termijn moet het doel natuurlijk zijn om wereldwijd een zo hoog en zo uniform mogelijk beschermingsniveau voor dieren te bereiken.
Karin Resetarits, namens de ALDE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, mevrouw de rapporteur, dames en heren, in het verslag-Jeggle staan veel zaken die noodzakelijk en urgent zijn om de dierenbescherming in Europa te verbeteren. Voor ons liberalen zijn de inspanningen om de consument te informeren, zodat hij of zij een bewuste keuze kan maken, de grootste prioriteit. In een op de markteconomie gebaseerde consumptiemaatschappij heeft de consument immers de sleutel in handen. De consument bepaalt of onze kippen op stro zitten of aan tralies zijn vastgeketend voordat ze als Chicken McNuggets in onze maag verdwijnen, of onze varkens worden volgestouwd met medicamenten om de kwellingen van hun korte leven te doorstaan, of zwerfkatten en zwerfhonden worden gevild om te eindigen als chique franje op winterjassen.
De consument kan bepalen of in Europa de boeren worden gestimuleerd en gesteund die waarde hechten aan dierenwelzijn, aan passende leefomstandigheden en gezonde voedingsmiddelen, of onze boeren gedwongen zijn mee te doen aan het wereldwijd dumpen tegen de laagste prijzen van producten die aan de laagste normen voldoen. Ik ben ervan overtuigd dat het merendeel van de goedgeïnformeerde en bewuste consumenten nooit een product zal kopen dat na de vreselijkste martelingen in de schappen is beland. De mens heeft de neiging om zaken te verdringen. Hij denkt liever niet aan ellendige zaken als dierenmishandeling, wanneer hij zijn vlees in de oven doet.
Het is onze politieke taak om ervoor te zorgen dat de consumenten van de werkelijke productieomstandigheden op de hoogte zijn. Het is de taak van politici om de consument voor te lichten. Welk effect vermeldingen op verpakkingen kunnen hebben, bewijzen de waarschuwingen op sigarettenpakjes. In het verslag-Jeggle dringen wij aan op een etiketteringsprogramma dat de consument in staat stelt een product te herkennen dat op diervriendelijke wijze tot stand is gekomen. Ik vind dat we op dit punt de nodige moed moeten tonen. De consument zou ook een product moeten kunnen herkennen voor de totstandkoming waarvan dieren vreselijk zijn mishandeld. Ik weet zeker dat de consument niet de goedkoopste waar zou pakken, maar liever een wat duurder product zou kopen, als hij daarmee kan laten zien dat hij ook een dierenvriend is. Europese politici zijn op dit punt veel te defensief.
We moeten niet bang zijn voor goedkope concurrentie uit derde landen. Zo goedkoop als zij kunnen wij toch nooit produceren. We kunnen beter vertrouwen op de steeds groter wordende gemeenschap van consumenten die bij het boodschappen doen bewuste keuzes maken en producten kopen die garanderen dat de dieren waarvan ze afkomstig zijn, met respect worden behandeld.
Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf, namens de Verts/ALE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik neem mijn petje af voor het werk dat mevrouw Jeggle verzet heeft. Zij had het allesbehalve gemakkelijk en nog steeds zijn er enkele tegenstrijdigheden aan te wijzen, maar de teneur is de juiste en de tegenstrijdigheden kun je haar niet verwijten. Ik ben het met u eens, mevrouw Jeggle, dat we in de dierenbescherming normen moeten stellen waar men wereldwijd een voorbeeld aan kan nemen. Dat is des te wenselijker, nu wij als culturele ruimte de laatste jaren niet zo’n goed figuur hebben geslagen. Ik denk daarbij aan BSE, dioxine, de ruimingen wegens mond- en klauwzeer, de miljoenen dieren die vernietigd werden en de smeulende brandstapels - daar hoefden we ons in de wereld bepaald niet voor op de borst te kloppen. Daarom is het zo belangrijk om een andere koers in te slaan.
Daarnaast is er het verkoopargument, dat we bij een direct contact met de consumenten voor ogen moeten houden: wie tegen kippen in een legbatterij is, laat zich niets meer wijs maken. Zo iemand wil een echt scharrelei hebben. Van iets anders wordt hij of zij bij de gedachte aan kippen onpasselijk. Dat betekent dat we dierenbeschermingsmaatregelen op de markt toe moeten snijden, maar tegelijk dienen we te beseffen dat ze ook kosten met zich meebrengen. Als we op een anonieme markt opereren - en bij importen uit derde landen is dat meestal het geval - moeten we er door een goede controle aan de buitengrenzen voor zorgen dat onze normen niet door prijsdruk uitgehold worden. Natuurlijk geldt, mevrouw Jeggle, hetzelfde binnen Europa. Als we er niet voor zorgen dat onze normen voor dierenwelzijn een plaats krijgen in het productieproces, ontstaat er ook binnen Europa concurrentievervalsing. Vandaar dat we moeten overwegen om het dierenwelzijn bij de Cross Compliance te betrekken, zodat niet alleen strafrechtelijke, maar ook financiële maatregelen (zoals aftrek van subsidies) als prikkel kunnen dienen om bedrijven ertoe aan te zetten zich aan de normen voor dierenwelzijn te houden.
Kartika Tamara Liotard, namens de GUE/NGL-Fractie. - Voorzitter, allereerst wil ik laten weten dat ik het actieplan voor dierenwelzijn van harte verwelkom. Wat ik echter erg betreur is dat zoiets überhaupt nodig is. De manier waarop mensen met dieren omgaan, laat vaak de ware aard van de mens zien. Dat beeld van mensen ziet er nog steeds niet altijd even mooi uit. Te vaak nog worden dieren behandeld als handelswaar en gaat economisch gewin vóór op het welzijn van de dieren. Ik denk dat het voorliggend verslag tenminste een einde kan maken aan een aantal helse praktijken die dieren moeten ondergaan. Het verslag bevat o.a. een zaak waar ik heel lang voor gestreden heb, namelijk om op Europees niveau een einde te maken aan het onverdoofd castreren van biggen, een handeling waar zowel biggen als boeren niet blij mee zijn. Het feit dat er meer actieve ondersteuning gevraagd wordt voor onderzoek om dierproeven te vervangen door alternatieve proefmethoden, is een hele opsteker voor een grote groep dieren. Natuurlijk heb ik zelf nog veel verdergaande ideeën over de bescherming van dieren, bijvoorbeeld veel meer vrije uitloop van vee, het tegengaan van stierenvechten, het stoppen van het volgooien van ganzen met voedsel voor een grote lever, het verbieden van legbatterijen en veel kortere transporttijden voor dieren en ik kan nog wel even doorgaan. Het is erg jammer dat een aantal goede amendementen van de Commissie ENVI in de Commissie AGRI is weggestemd. Graag wil ik erop wijzen dat dierenwelzijn zeker niet alleen gerelateerd is aan landbouwdieren, ook huisdieren en wilde dieren dienen onder het actieplan te vallen. Ik roep eenieder op om morgen zijn humane hart ten aanzien van onze medewezens te laten spreken en verdergaande amendementen vóór het welzijn van dieren ten volle te ondersteunen. Laat zien dat we geen beesten zijn in het EP en stem in het voordeel van de dieren.
Janusz Wojciechowski, namens de UEN-Fractie. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, dierenbescherming en dierenwelzijn vormen een uitdaging voor de cultuur en de beschaving van de mensen in de eenentwintigste eeuw. Het verheugt mij zeer dat het amendement waarin ik dit tot uitdrukking heb gebracht, is overgenomen in de ontwerpresolutie.
Mahatma Ghandi zei ooit eens dat de beschaving van een samenleving gemeten kan worden aan de manier waarop zij dieren behandelt. In het Europa van de eenentwintigste eeuw is er geen plaats voor wreedheid tegen dieren. Daardoor wordt onze menselijkheid omlaag gehaald, en daar is geen ruimte voor. De stap van wreedheid tegen dieren naar wreedheid tegen mensen is zeer klein. De dierenbescherming zou niet uitgedrukt mogen worden in monetaire termen, omdat onze beschaving niet uitgedrukt kan worden in monetaire termen. Dieren moeten beschermd worden tegen wreedheid ongeacht de kosten, onder één voorwaarde evenwel, namelijk dat wij de voorwaarden van de Europese Unie ook van toepassing laten zijn op degenen die hun dierlijke producten naar de Europese markt uitvoeren.
Andrzej Tomasz Zapałowski, namens de IND/DEM-Fractie. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het vraagstuk met betrekking tot de handhaving van adequate normen voor de dierenbescherming in de EU-lidstaten en voor de levensmiddelen van dierlijke oorsprong is zeer belangrijk. Daarom moet alles in het werk worden gesteld om ervoor te zorgen dat alleen aan hoge normen beantwoordende levensmiddelen op de gemeenschappelijke markt worden gebracht. Er moeten strenge maatregelen worden genomen om de import van producten te beperken als de verdenking bestaat dat de productie daarvan niet beantwoordt aan de Europese veeteeltnormen. Het toepassen van enkel hogere belastingen voor oneerlijke exporteurs zal geen zoden aan de dijk zetten.
Ik wil erop wijzen dat de Gemeenschap er tot nu toe niet in geslaagd is om de eerbiediging van de mensenrechten af te dwingen, om van de dierenrechten maar te zwijgen. Een grote hoeveelheid voedsel wordt uit dergelijke landen op de Europese markt gebracht. Ik wilde ook nog zeggen dat op kleine boerderijen en in gezinsbedrijven de dieren traditioneel humaan worden behandeld. Het zijn de grote boerderijen waar men van deze normen afwijkt. Er zijn ook distorsies ontstaan door de richtsnoeren die zijn uitgevaardigd voor het slachten van dieren. Het is een grote fout het slachten van dieren voor eigen gebruik in gezinsbedrijven te verbieden. Dit is een eeuwenlange traditie en de boeren zorgen er altijd voor dat de dieren onder geschikte omstandigheden worden geslacht.
Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, sinds de opkomst van de dierenbescherming als reactie op de oprukkende techniek in de negentiende-eeuwse veeteelt is er natuurlijk wel het nodige bereikt. Het actieplan waar we het nu over hebben, is zonder twijfel een volgende stap in de goede richting.
Zoals u weet, heeft de EU al in 2003 uiting gegeven aan haar bezorgdheid over honden-, stieren- en hanengevechten, wat gelukkig ook zijn neerslag in het voorliggende document gevonden heeft. Vreemd genoeg is men daarbij echter de vossenjacht vergeten. Daarnaast vind ik dat er maatregelen nodig zijn voor in het wild levende vogels, want de EU geeft nog altijd soorten voor de jacht vrij die al decennia lang in aantal afnemen.
Verder acht ik het van bijzonder belang om nu eindelijk eens onze landbouwsubsidies zo te veranderen dat ze niet langer vooral als EU-steun voor grootgrondbezitters fungeren, maar een diervriendelijke veehouderij lonend maken, zoals ontelbare kleine boeren die al in praktijk brengen.
Tot slot de afschaffing van exportsubsidie op diertransporten. Dat is niet alleen een manier om te tonen dat je hart voor dieren hebt, maar het spaart ook het milieu en brengt vele mensen verlichting die onder het transitverkeer te lijden hebben.
María del Pilar Ayuso González (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, ik moet de commissie feliciteren met dit voorstel, en ik moet heel in het bijzonder mevrouw Jeggle feliciteren met dit prachtige verslag en het uitstekende werk dat zij heeft verricht.
Ik wil alleen wijzen op paragraaf 71. In paragraaf 71 wordt gevraagd om een einde te maken aan honden-, stieren- en hanengevechten. Wanneer u het heeft over stierengevechten, heeft u het natuurlijk over de Spaanse ‘corrida’. Het is echt onzinnig om de corrida gelijk te stellen aan honden- en hanengevechten. In de eerste plaats vechten de stieren niet met elkaar. Het is geen gevecht tussen twee dieren maar een zeer nobele strijd van de mens tegen de stier, en soms is het de mens die sterft, en vaak ook raakt hij gewond. Bovendien gaat het om een traditie die tot de cultuur van ons land behoort. Misschien begrijpen sommige mensen het niet, maar de stier is iets heel belangrijks voor ons Spanjaarden, voor de corrida. Ik heb respect voor de tradities van andere landen en ik vraag dat anderen evenveel respect hebben voor de tradities van mijn land. Dank u.
De stier draagt bij aan de instandhouding van de weidegronden, aan de bescherming van het milieu en de plattelandsontwikkeling. Bovendien heeft de stier van al het rundvee het beste leven. Als we het over dierenwelzijn hebben, moet opgemerkt worden dat de stier uitstekende voeding krijgt, in de open lucht leeft, vrijuit kan rennen, zoals dieren dat graag doen, en tenslotte strijdend ten onder gaat. De corrida is veel nobeler dan de jacht, waarin het dier per slot van rekening wordt gedood zonder dat het zich kan verdedigen.
Ik wil mevrouw Jeggle en mijn hele fractie bedanken voor het feit dat ze dit hebben begrepen en gevraagd zal worden om dit woord te schrappen in paragraaf 71.
Rosa Miguélez Ramos (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, dierenwelzijn maakt sinds de laatste hervorming deel uit van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en is nu al een verworvenheid in de Europese landbouw, hoewel de Europeanen volgens de speciale Eurobarometer die in 2005 over dit punt werd gehouden niet weten welke inspanningen onze producenten zich getroosten en die inspanningen dan ook niet op waarde weten te schatten, ook al hebben wij de meest beschermende wetgeving. De Europese Commissie heeft inmiddels toegegeven dat er meer voorlichting aan de consumenten moet worden gegeven over dit punt als we willen dat de inspanningen die onze landbouwers doen op waarde worden geschat.
Maar dit hoge niveau van bescherming brengt economische kosten met zich mee, die kunnen leiden tot vermindering van het concurrentievermogen van onze agroalimentaire industrie. Er zijn systematische impactstudies nodig om de sociale en economische gevolgen van elke nieuwe regel te onderzoeken, alsmede doortimmerde wetenschappelijke studies die de grote variëteit aan situaties in de Europese Unie weerspiegelen en waarin objectieve indicatoren voor het dierenwelzijn worden aangedragen en samenhang met het overige beleid van de Unie wordt gerealiseerd, met name met de Lissabon-strategie, het concurrentievermogen en de werkgelegenheid.
Vijf fundamentele aspecten dus: verbetering van de communicatie met de samenleving, nauwgezette sociaaleconomische analyses, doortimmerde wetenschappelijke bases, grotere samenhang met ander gemeenschappelijk beleid en bevordering van de Europese normen in de internationale fora.
Met betrekking tot paragraaf 71 wil ik nog zeggen dat mijn fractie uiteraard tegen deze paragraaf zal stemmen, onder andere en vooral omdat daarin een reeks technische onjuistheden staat en daarmee een debat wordt uitgelokt dat hier helemaal niet op zijn plaats is en dat het zicht zou onttrekken aan de belangrijkste aspecten van dit verslag en vooral - en ik moet dat hier zeggen - aan het uitstekende werk van de rapporteur, mevrouw Jeggle, die een behendige, hardwerkende en zeer weldenkende rapporteur is geweest.
Mojca Drčar Murko (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij met het actieplan en wil mevrouw Jeggle graag bedanken voor haar werk.
Het bewustzijn dat veel dieren in de Europese Unie slecht worden behandeld en dat er meer moet worden gedaan, is van groot belang, niet alleen uit barmhartigheid, maar ook omdat een humane behandeling van dieren als een evoluerende marktaanpak, mits correct ontwikkeld, een kans is voor Europese producenten. De in de wet vastgelegde dierenbescherming wordt door steeds meer Europeanen positief gewaardeerd, en het etiketteren van levensmiddelen afkomstig van humaan behandelde dieren zou uiteindelijk economisch voordeel kunnen opleveren voor producenten en deel kunnen gaan uitmaken van het Europese sociale model. Door wereldwijde concurrentie worden producenten daarentegen in de richting gedreven van winst tegen een zo laag mogelijk dierenbeschermingsniveau.
Daarom is het actieplan ook een sterk politiek signaal aan de wereld. Door uiting te geven aan onze voornemens om minimaal verplichte normen ter bestrijding van de ergste vormen van mishandeling vast te stellen, benadrukken wij de noodzaak van besprekingen op wereldniveau, op WTO-niveau. Door prioriteiten voor een betere behandeling van landbouwhuisdieren vast te stellen, door onnodig lijden tengevolge van vervangbare proeven te voorkomen, door de import van producten waarbij sprake is van mishandeling te verbieden, door de behandeling van dieren tijdens transport te verbeteren, enzovoort, eisen wij wereldwijde oplossingen.
We zouden graag meer willen doen, zoals blijkt uit de amendementen, maar het plan is desondanks een solide basis voor een alomvattend EU-beleid op dit gebied.
David Hammerstein Mintz (Verts/ALE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, wreedheid is geen cultuur. Het veroorzaken van lijden mag niet worden gezien als amusement. Het is niet te rechtvaardigen dat er in de bio-industrie geld verdiend wordt aan het massale lijden van dieren. De eis van rechtvaardigheid in onze relaties met dieren stelt de heersende menselijke moraal ter discussie en verbreedt die. Als we het dierenwelzijn willen vergroten, zullen we onze traditionele visie op morele verantwoordelijkheid moeten herijken en rechten en bescherming moeten geven aan individuele, niet-menselijke wezens met zintuiglijke, emotionele en intellectuele vermogens.
Als we de rechten van dieren willen erkennen en uitbreiden, moeten we dieren onnodig lijden besparen en ophouden ze wreed te behandelen: daar gaat het om in dit verslag.
De groenen zullen het voorstel steunen, met een reeks amendementen, en we zullen eisen dat de Raad de mening van de meerderheid van de Europeanen, die strengere maatregelen op het gebied van dierenwelzijn wil, niet langer negeert; dat kan niet meer.
Wij zijn van mening dat we op dit gebied ethisch en altruïstisch moeten handelen, maar daarnaast ook rekening moeten houden met de behoeften en belangen van de mensen. Wij zijn voor de verbetering van het dierenwelzijn omdat we alleen op deze manier de menselijke gezondheid, het milieu en sociale rechtvaardigheid kunnen verbeteren.
Jeffrey Titford (IND/DEM). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het aantal initiatieven dat in dit document wordt voorgesteld, is zo groot dat het de bureaucraten van de EU de komende twintig jaar nog vrolijk laat doorploeteren.
Laten we echter eens kijken naar een van de hoogtepunten in de staat van dienst van de EU op het gebied van dierenwelzijn. In 2001 werden in Groot-Brittannië tijdens de beruchte uitbraak van mondenklauwzeer zeven miljoen dieren vernietigd op last van de EU. De meeste van deze dieren waren volkomen gezond. Ik kan me de enorme brandstapels van brandende dieren nog goed herinneren. De EU weigerde koppig om vaccinatie toe te staan, wat het belang van het welzijn van zowel de dieren als de Britse landbouw het best gediend zou hebben. In plaats daarvan werd de voorkeur gegeven aan de wettelijk twijfelachtige en moreel onverdedigbare aanpak van de verschroeide aarde. Ik geloof daarom niet dat de EU het recht heeft om zich moreel superieur te voelen op het gebied van dierenwelzijn en om de lidstaten, laat staan de rest van de wereld, hierover de les te lezen, zoals dit hoogdravende document beweert te zullen doen.
Dit verslag voorziet in alles, inclusief de oprichting van een informatieforum voor dierenwelzijn. Dit zal ongetwijfeld weer de zoveelste geldverslindende semi-overheidsinstelling worden. Wie gaat dat betalen? De belastingbetalers. Voor wie is al het papierwerk? Voor de boeren, die de huidige administratieve rompslomp al amper kunnen bolwerken.
Dit document is bezeten van normen en uniformiteit. In het document lijkt echter geen rekening te worden gehouden met de sterk verschillende landbouwculturen en klimaten van de landen die zich uitstrekken van Portugal tot Zweden. Er wordt geen rekening gehouden met de nu al hoge normen op het gebied van dierenwelzijn in Groot-Brittannië. Het document is gebaseerd op de centrale theorie dat de EU het allemaal beter kan. Maar dat is niet zo.
Albert Jan Maat (PPE-DE). - Voorzitter, voordat ik mijn reactie geef, wil ik de rapporteur hartelijk danken voor haar excellente verslag en het goede evenwicht dat erin zit tussen wat kan en wat niet kan en wat wij willen voor het dierenwelzijn in Europa; ook wil ik mijn collega Titford toch wel graag even antwoorden, want hij zei dat door de Europese bureaucratie 7 miljoen dieren in Groot-Brittannië zijn afgemaakt tijdens de MKZ-crisis. Ik moet hem even uit de droom helpen: Europa werd bij de toetreding van Groot-Brittannië tot de Europese Unie gedwongen de wetgeving aan te passen. Wij mochten niet meer preventief vaccineren. Wij mochten niet meer vaccineren voor MKZ. Dat hebben we te danken aan de Britse regering in die tijd en laat hij me nu niet vertellen dat Europa de oorzaak is van het afmaken van 7 miljoen koeien in Groot-Brittannië. Dat heeft alles te maken met de Britse positie op dat moment. Dat wil ik toch wel even kwijt. Ik zeg dat ook, omdat in dit verslag van mijn collega Jeggle heel nadrukkelijk staat dat vaccinatie weer een echt middel moet zijn voor beter dierenwelzijn in de Europese Unie. Als we kijken naar alle uitbraken van besmettelijke dierziekten, is het goed dat wij weer een stap vooruit maken en in ieder geval die wetenschappelijke technieken gebruiken om dierziekten te bestrijden. Dat is de beste vorm van dierenwelzijn in Europa.
Een tweede punt dat ik uit het verslag wil aanhalen, betreft het transport van dieren. Wij als Parlement hebben gezegd: beperk de transportduur voor dieren bestemd voor de slacht. Helaas heeft de Raad dat niet overgenomen, maar de positie van het Parlement is duidelijk. In die zin zou ik collega Titford willen oproepen, als hij daadwerkelijk het dierenwelzijn ook in zijn eigen land wil beschermen, om vóór het verslag-Jeggle te stemmen. Dat is essentieel, dan doet u echt wat voor de burgers van Groot-Brittannië en ook voor de burgers van Europa.
Het derde punt waarom ik dit verslag goed vind, is dat het nadrukkelijk vraagt om aandacht voor de import van producten van buiten de Europese Unie. Want wij kunnen prachtige regels hebben, maar wanneer we niets kunnen controleren aan de buitengrens, dan zullen dat papieren regels blijven; het is essentieel dat het Europees Parlement met het verslag-Jeggle dat opnieuw op de agenda zet.
Wiesław Stefan Kuc (PSE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, als dieren konden praten zouden zij de rapporteur, mevrouw Jeggle, zeker bedanken voor het feit dat zij het voor hen opneemt. In haar hebben zij een hartstochtelijke woordvoerster en beschermvrouw gevonden. Het verslag verdient grote waardering. Daarin worden alle belangrijke vraagstukken behandeld, met inbegrip van de bescherming van landbouwhuisdieren en in het wild levende dieren. De rapporteur heeft zich ook gebogen over transport, productiehuishouding, internationale aspecten, productetikettering, het gebruik van dieren voor onderzoek, humane slachting, enzovoort. Ik geloof dat de talrijke doelstellingen van het verslag met onze hulp kunnen worden bereikt. Wij moeten echter bijzondere aandacht schenken aan de noodzakelijke voorlichting van de samenleving over dit vraagstuk, aan de continue betrokkenheid van de internationale organisaties en aan bewustmaking. Dan zullen wij dezelfde resultaten kunnen bereiken als destijds met de robbenjacht. Er is niets dat aan het verslag zou moeten worden toegevoegd. Ik wil de rapporteur uit de grond van mijn hart gelukwensen en ik denk dat de dieren hetzelfde doen.
Carl Schlyter (Verts/ALE). - (SV) Mijnheer de Voorzitter, een beschaafde samenleving mag nooit concurreren op basis van de laagste prijzen, waarbij dieren worden gefokt in omstandigheden die op marteling lijken. Alleen door strenge eisen op het gebied van dierenwelzijn te stellen zal de veehouderij in EU kunnen overleven. De toekomst ligt bij lokale productie en bij dierenvervoer over korte afstanden, evenals bij de bescherming van de consument. Daarbij worden dieren gefokt in natuurlijke omstandigheden. We hebben een landbouwbeleid dat lijden veroorzaakt bij slachtkuikens, dat tot gevolg heeft dat dieren gedwongen over lange afstanden worden vervoerd, varkens worden gecastreerd en er meer medicijnen aan dieren worden toegediend dan aan mensen. Niet de varkens, maar een landbouwbeleid als dit moet gecastreerd worden.
Een maximum tijdsduur van acht uur voor het vervoer van dieren is een redelijke eis. Minimumnormen voor dierenwelzijn - zoals geformuleerd in amendement 11 - zijn noodzakelijk. We zijn in de afgelopen 40 jaar vier maal zo rijk geworden. Als we het ons niet kunnen veroorloven om een percentage van deze rijkdom op te offeren voor de bescherming van weerloze dieren, mogen we onszelf niet beschaafd noemen.
Tegen mijn Spaanse vrienden zou ik het volgende willen zeggen: een nobel gevecht zou bestaan uit een gevecht van een ongewapende ‘matador’ tegen een ongewapende stier die niet behandeld is, waarvan de rug niet wordt gebroken, die geen verdovende middelen krijgt toegediend en die niet wordt gemarteld. Dat zou een nobel gevecht zijn. Maar op de manier waarop deze gevechten nu plaatsvinden, is er sprake van wreedheid tegen dieren en dat mag niet gesubsidieerd worden.
VOORZITTER: MARIO MAURO Ondervoorzitter
Neil Parish (PPE-DE). - (EN) Dank u, mijnheer de Voorzitter, dank u, commissaris, en dank u, mevrouw Jeggle, voor dit zeer goede verslag, want het is van essentieel belang dat wij zorgen voor de dieren in Europa.
Feitelijk hebben we een zeer goede staat van dienst op dit gebied, omdat we hoge productienormen hebben. We moeten ons echter veel meer op de consumenten richten. Ik ben het eens met een van de voorgaande sprekers, die zei dat de consument moet kunnen kiezen, de etiketten moet kunnen lezen en absoluut zeker moet kunnen zijn van de daarop vermelde productie. Wie een willekeurige supermarkt binnenloopt en een scharrelkip, een biokip of een kip uit de intensieve veeteelt bekijkt, ziet daar geen verschil tussen. De consument moet er absoluut zeker van kunnen zijn dat het etiket klopt. Het etiket moet niet alleen kloppen voor de productie die hier uit Europa afkomstig is, maar ook voor de productie van buiten Europa. Consumenten moeten dus zeer sterk kunnen vertrouwen op de etiketten.
Ook moeten er minder dieren worden gebruikt voor proeven en op dat gebied moeten we ook zeer voorzichtig zijn met de Europese wetgeving, want als we dat niet zijn, zou REACH het aantal dieren waarop onnodig proeven worden uitgevoerd zelfs kunnen verhogen.
Mag ik even terugkomen op de woorden van meneer Titford en hem op twee punten terechtwijzen? Allereerst ziet hij volgens mijn in vrijwel alles de schuld van de Europese bureaucraten, maar in de mondenklauwzeer-zaak was het de Britse overheid die vastbesloten was om dieren te slachten. Het was de Britse overheid die zó bezorgd was dat de algemene verkiezingen zouden worden uitgesteld dat ze last kreeg van de zogenaamde 'contiguous cull', waardoor miljoenen dieren onnodig werden geslacht. In Nederland werden er wel vaccinaties uitgevoerd in een poging een einde te maken aan de massale brandstapels. Dus, meneer Titford, was het niet de Europese Unie die een probleem had met mondenklauwzeer, maar de Britse overheid.
Ioannis Gklavakis (PPE-DE) . - (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur gelukwensen met haar verslag. Mevrouw Jeggle is een tactvol, bekwaam en uitmuntend lid van het Europees Parlement.
De grote Indiase leider Ghandi heeft gezegd dat als de mens dieren goed behandelt, hij blijk geeft van zijn menselijkheid en hogere gevoelens. Bijgevolg kan ik zonder enig voorbehoud instemmen met de rapporteur, mevrouw Jeggle. Toch wil ik een delicaat en belangrijk punt aankaarten dat verband houdt met de veehouderij, met de mens. Ik verwijs daarbij niet naar huisdieren, naar hanengevechten of hondengevechten, hierover ben ik het eens met de rapporteur, maar wil het hebben over gefokte dieren. Als de maatregelen in het verslag - waarmee ik het dus eens ben - worden toegepast, zullen onze veehouders hogere productiekosten moeten dragen. Daarom zullen we hen financieel moeten ondersteunen, of zullen we manieren moeten vinden om in derde landen de levensomstandigheden te controleren van de gefokte dieren waarvan het vlees wordt ingevoerd in de Europese Unie. Anders zullen we niets bereiken. De Europese veehouderij zal wegkwijnen door de oneerlijke concurrentie. Wij zullen hiermee bewijzen dat we hypocrieten zijn en allesbehalve dierenvrienden en dat we geen greintje solidariteit voelen met de veehouders.
Daarnaast wil ik nog een ander onderwerp belichten. Ik zou strengere controles willen op de jacht op wilde dieren. In vele berggebieden en bossen komen geen wilde dieren meer voor omdat zij zonder enige controle zijn leeg gestroopt. Dat heeft niet alleen een weerslag op de fauna, maar verstoort het hele ecosysteem in de bergen en wouden van Europa en in de rest van de wereld.
Esther Herranz García (PPE-DE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur, mevrouw Jeggle, bedanken voor haar werk. Dit initiatief is een reactie op een maatschappelijk probleem waar naar mijn stellige mening iets aan moet worden gedaan, niet alleen in de Europese Unie, maar in de hele wereld.
Het welzijn van dieren is belangrijk en het is belangrijk dat we één enkele Europese norm krijgen waar alle landen van de Europese Unie zich aan houden. Wij zijn pioniers op dit gebied en deze normen moeten gerespecteerd worden, want er zijn maar weinig landen in de wereld die kunnen zeggen dat ze dezelfde normen hanteren als wij in de Europese Unie.
Nog niet zo lang geleden hebben we het gehad over bijvoorbeeld het fokken van vleeskippen en het vervoer van dieren. In dit verslag van mevrouw Jeggle hebben we het niet alleen over de productiebedrijven, maar bijvoorbeeld ook over het tentoonstellen van dieren, over dierentuinen en circussen, over onderzoek en ontwikkeling waarbij dieren worden gebruikt. Ook moeten we het hebben over de huisdieren die ons thuis gezelschap houden en die we aandacht moeten geven, en uiteraard mogen we niet tolerant zijn jegens mensen die dieren in de steek laten, ze van honger laten sterven of misbruik van ze maken.
We moeten serieuze, wetenschappelijke criteria toepassen waarmee we kunnen bepalen of de dieren die ons in ons dagelijks leven in de Europese Unie vergezellen, gelukkig zijn. Daarom wil ik erop wijzen dat we in dit Parlement hoorzittingen hebben gehouden waarin we naar internationale deskundigen hebben kunnen luisteren, zoals de heer Gonsálvez uit Spanje die ons duidelijk heeft gemaakt dat we epizoötiën moeten zien te voorkomen en dat we daar ook in moeten investeren, dat we moeten investeren in respect voor de leefruimte van dieren in de bedrijven en dat we kinderen moeten leren respect te hebben voor dieren.
En we moeten natuurlijk voorkomen wat er gebeurd is met paragraaf 71, die in het verslag is gekomen door de onwetendheid en het gebrek aan kennis van enkele leden van de socialistische fractie, die een aantal zaken door elkaar hebben gehaald, want hier blijkt geen enkel respect uit voor de kunst, de traditie, de cultuur van andere mensen die niet denken zoals zij en die levende voorbeelden zijn van vrijheid en respect voor diversiteit.
Daarom zullen wij, met het allergrootste respect voor degenen die anders denken dan wij, tegen deze paragraaf 71 stemmen.
Christa Klaß (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, geachte afgevaardigden, alles wat wij, mensen, dieren aandoen, heeft gevolgen voor onszelf. Dat besefte Pythagoras al tweeduizend jaar geleden.
Als ik kijk naar de samenhang tussen dierenbescherming, dierenwelzijn, duurzaamheid, milieu en voedselveiligheid, gaat die constatering nog steeds op. Godzijdank speelt dierenwelzijn inmiddels een belangrijke rol in onze maatschappij. De vraag van het publiek naar ethisch en sociaal verantwoorde producten zwelt aan en we houden ons de laatste tijd sterker bezig met gevoelige thema’s als diervriendelijke methodes bij het fokken, transporteren en slachten.
Ik ben blij met het actieplan inzake de bescherming en het welzijn van dieren en ik feliciteer mevrouw Jeggle met haar verslag, dat harde noten kraakt. Er moeten maatregelen komen om de bevolking beter voor te kunnen lichten over moderne dierenbeschermingstechnieken en hun praktische betekenis voor de omgang met dieren. We moeten marketing, etikettering en communicatiestrategieën beter op de voorlichting van de consument afstemmen en die consument in staat stellen in zijn koopgedrag beredeneerde keuzes te maken.
Met een eenvoudig en duidelijk Europees keurmerk voor dierenwelzijn zouden we eenheid kunnen brengen in de vele aan dierenwelzijn gerelateerde certificeringssystemen en op die manier minimumeisen voor dierenwelzijn vast kunnen leggen voor de hele EU, en hopelijk snel ook tot over onze grenzen heen. We mogen echter niet vergeten om fokkers en veehouders bij het dierenbeschermingsbeleid te betrekken, net zoals we goed op de openbare mening dienen te letten.
Waarom heeft het communautaire dierenwelzijnsbeleid tot nu toe eigenlijk alleen betrekking gehad op vee? Hoeven honden en katten niet beschermd te worden omdat we die niet opeten? Dat lijkt mij een geoorloofde vraag, evenals de vraag of huisdieren wel altijd op gepaste wijze gehouden worden en of papegaaien wel in kooien, slangen en reptielen wel in stadswoningen thuishoren. Dit is gewoon het soort vragen dat bij ieder van ons opkomt. Daarom hoort ook deze invalshoek in het verslag thuis.
We hebben ons ingespannen om het gebruik van dieren voor onderzoek, wetenschap en marktintroductie te beperken. Dierproeven zijn nu alleen nog maar toegestaan als er geen alternatief voor is.
Neelie Kroes, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, bedankt voor dit interessant en stimulerend debat. Ik zal mijn collega, mijnheer Kyprianou, op de hoogte brengen van uw opmerkingen.
Ik wil graag kort ingaan op enkele van die opmerkingen. Mijnheer Holm benadrukte de handelsproblemen en deed voorkomen dat concurrentie onverenigbaar is met dierenwelzijn. Ik ben het niet met hem eens. Het zal voor producenten uit de EU erg moeilijk zijn om op de wereldmarkt alleen op basis van de prijs te concurreren. Dat wordt duidelijk als we kijken naar het concurrentievoordeel dat bepaalde derdewereldlanden hebben wegens lagere grond-, arbeids- of infrastructuurkosten. In plaats daarvan denk ik dat hoge normen voor dierenwelzijn juist als een van onze concurrentievoordelen moet worden gepromoot. Zoals mijnheer Tarabella al zei, mogen we niet vergeten dat de consument echt moet kunnen kiezen.
Uit recente enquêtes en onderzoeksprojecten is gebleken dat de consumenten een actief interesse hebben in het welzijn van landbouwhuisdieren. Het is duidelijk dat de consumenten denken het dierenwelzijn te kunnen verbeteren via hun koopkracht en dat een groot deel van hen bereid is om meer te betalen voor zulke producten. Ook mevrouw Resetarits benadrukte dit.
De Commissie is van mening dat deze producten dankzij de etikettering uiteindelijk beter kunnen concurreren, waar de branche dan weer van kan profiteren, met name het deel van de branche met een diervriendelijke productie. Wij zijn ervan overtuigd dat de hoge Europese normen voor dierenwelzijn moeten worden gezien als een marketingkans en een concurrentievoordeel, in plaats van als een last of handicap. Een vaccinatiebeleid ter preventie van de verspreiding van dierenziekten is zorgvuldig onderzocht door de Commissie en wordt nu geïntegreerd in de specifieke wetgeving van de Gemeenschap voor de preventie van mondenklauwzeer. Dezelfde principes worden momenteel overgenomen in de maatregelen voor de vogelgriep.
Ik wil mevrouw Ayuso González er graag aan herinneren dat het Verdrag optreden van de Gemeenschap met betrekking tot het gebruik van dieren bij culturele en traditionele evenementen, zoals stierenvechten, niet toelaat. Daarom bevat het actieplan ook geen maatregelen op dit gebied.
De Voorzitter. - Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen om 11.00 uur plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
David Martin (PSE). - (EN) Ik ben blij met dit debat. De EU heeft het dierenwelzijn langzaam maar zeker verbeterd door een aantal maatregelen op het gebied van huisvesting en transport van dieren te treffen. Nu moeten we hierop voortbouwen door meetbare indicatoren voor dierenwelzijn te ontwikkelen en een formeel kader vast te stellen voor impactbeoordelingen van dierenwelzijn in het toekomstige EU-beleid. Ook moeten we kijken naar de invoering van een EU-etiketteringssysteem om producten die zijn gemaakt volgens systemen met hogere welzijnsnormen te kunnen onderscheiden van andere producten, zodat de consumenten bewuste keuzes kunnen maken. Tot slot wil ik, als lid van de Commissie internationale handel, extra nadruk leggen op het invoeren van internationaal erkende handelsnormen voor dierenwelzijn.
Hélène Goudin (IND/DEM). - (SV) Een behoorlijk dierenwelzijn is een noodzaak in een moderne samenleving.
Er bestaan grote verschillen tussen de EU-lidstaten op het gebied van dierenwelzijn. Het kan daarom goed zijn om een aantal gemeenschappelijke regels te hebben, bijvoorbeeld als het gaat om het vervoer van dieren.
De Junilijst ziet de EU als een Unie van waarden, waarin ethische vraagstukken met betrekking tot dieren belangrijk zijn. Wij zetten echter vraagtekens bij, en zijn ook gekant tegen het idee van een autoriteit voor dierenwelzijn onder auspiciën van de EU. De bestaande structuren in de lidstaten van de Europese Unie moeten voldoende zijn. Als er communautaire wetgeving zou zijn, zouden de lidstaten die gedwongen moeten toepassen. En als ze dat niet zouden doen, zou in eerste instantie de Commissie, en uiteindelijk het Europees Hof van Justitie maatregelen moeten nemen tegen het land of de landen die zich niet aan de wet houden.
Als zo vaak is het heel moeilijk om een evenwicht te vinden tussen besluitvorming op het niveau van de EU en besluitvorming op nationaal, regionaal of plaatselijk niveau. Er zijn echter waarden die ten koste van alles verdedigd moeten worden, zoals de mensenrechten en een minimumdierenwelzijn. Dat kan het best op internationaal niveau gebeuren.