Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0545/2006

Debatten :

PV 25/10/2006 - 12
CRE 25/10/2006 - 12

Stemmingen :

PV 26/10/2006 - 6.8

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 25 oktober 2006 - Straatsburg Uitgave PB

12. Uitvoer van giftig afval naar Afrika - Strafrechtelijke bescherming van het milieu (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is de gecombineerde behandeling van:

- de verklaringen van de Raad en de Commissie over de uitvoer van giftig afval naar Afrika;

- de mondelinge vraag (O-0067/2006) van Karl-Heinz Florenz, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, aan de Raad, over milieubescherming: misdaadbestrijding, misdrijven en straffen (B6-0438/2006); en

- de mondelinge vraag (O-0068/2006) van Karl-Heinz Florenz, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, aan de Commissie, over milieubescherming: misdaadbestrijding, misdrijven en straffen (B6-0439/2006).

 
  
MPphoto
 
 

  Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de Raad maakt zich grote zorgen over de milieuramp die enige tijd geleden in Ivoorkust aan het licht kwam met betrekking tot het schip Probo Koala. Het Finse voorzitterschap vindt het zeer belangrijk dat deze betreurenswaardige gebeurtenis grondig wordt onderzocht. De wereld werd weer eens gewezen op de ernstige gevaren die het overbrengen van afval naar ontwikkelingslanden met zich meebrengt. Dit is een probleem dat daadkrachtig moet worden aangepakt. De Europese Unie heeft laten weten dat zij in samenwerking met de Verenigde Naties bereid is te helpen bij het beschermen van de volksgezondheid en het milieu op de plaatsen waar de gevolgen van dit incident zeer groot zijn.

Door de recente gebeurtenissen in West-Afrika zijn wij er weer eens op gewezen hoe belangrijk het is om de overeenkomsten inzake grensoverschrijdende overbrenging van afval en de controle op afvalverwerking doeltreffend ten uitvoer te leggen. Het gaat hierbij vooral om het Verdrag van Bazel en de herziening ervan in 1995, het Marpol-Verdrag inzake het voorkomen van vervuiling door schepen alsmede plaatselijke overeenkomsten inzake maritieme bescherming. Met de herziening van het Verdrag van Bazel werd een verbod uitgevaardigd op de export van gevaarlijk afval uit de landen van de Europese Unie en de OESO en Liechtenstein, naar andere landen. Natuurlijk is de controle op de naleving van deze overeenkomsten even belangrijk.

De achtste bijeenkomst van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel inzake de controle van grensoverschrijdende overbrenging en de verwerking van gevaarlijk afval wordt eind november in Nairobi gehouden. Momenteel worden in de Raad de standpunten voorbereid die de Europese Unie op deze conferentie zal innemen met betrekking tot alle onderwerpen die op de agenda staan: illegale overbrenging van afval, het lossen van schepen, financiering van het Verdrag, synergie tussen afval- en chemicaliënclusters en de monitoring van het strategische plan ter uitvoering van het Verdrag.

Een deel van dit voorbereidende werk werd gedaan tijdens het grondige debat in de Milieuraad op 23 oktober, ofwel eergisteren. Aan het eind heeft de voorzitter zijn conclusies inzake de voorbereidingen van de Europese Unie op de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel gepresenteerd. In deze conclusies staat dat het belangrijk is om vastberaden en doeltreffend in te grijpen bij illegale grensoverschrijdende overbrenging van gevaarlijk afval.

Het is belangrijk dat naast de landen die de herziening met betrekking tot het exportverbod op gevaarlijk afval al hebben geratificeerd, zo veel mogelijk andere landen hetzelfde doen, zodat de herziening zo snel mogelijk wereldwijd van kracht kan worden. Zoals u weet, is het verbod al van kracht in alle EU-lidstaten, omdat het in zijn geheel is geïmplementeerd door middel van de verordening betreffende overbrenging van afvalstoffen. Bijna alle EU-landen hebben ook de wijziging daarvan geratificeerd.

De herziene EU-verordening inzake overbrenging van afvalstoffen, die in juli van kracht wordt, bevat ook bepalingen waarmee de samenwerking op nationaal en communautair niveau met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de verordening kan worden verbeterd. Er is ook een richtlijn uitgevaardigd betreffende de havenfaciliteiten voor afvalontvangst en overtollige lading van schepen. Deze is waarschijnlijk ook relevant in het geval van de Probo Koala.

In het debat van eergisteren hebben de ministers van Milieu het feit onderstreept dat een doeltreffende tenuitvoerlegging van de bestaande wetgeving een belangrijk doel van de Europese Unie is. Cruciaal voor het voorkomen van illegale overbrenging is het in toenemende mate harmoniseren van wetten inzake milieu en zeevaart, vooral op internationaal niveau, en het intensiveren van de samenwerking tussen de autoriteiten. Het belangrijkste is dat alle soorten afval op milieuvriendelijke wijze worden verwerkt, ongeacht waar dit gebeurt. Dit moet ook het primaire doel zijn bij het slopen van schepen.

In de conclusies van de voorzitter wordt ook benadrukt dat de ontwikkelingslanden externe hulp nodig hebben bij hun inspanningen om het Verdrag van Bazel ten uitvoer te leggen en op milieuvriendelijke wijze afval te verwerken. De ontwikkelingslanden moeten afvalverwerking opnemen in hun strategieën voor armoedebestrijding en duurzame ontwikkeling.

Op de Milieuraad heeft het voorzitterschap ook een ontmoeting gehad met een delegatie uit Ivoorkust die ons actuele informatie over de situatie heeft gegeven. De omvang van de milieuramp is enorm: naast het verlies van vele mensenlevens zijn er zeer veel acute gezondheidsproblemen. De ramp heeft ook een grote weerslag op het milieu, de middelen van bestaan, de woonomstandigheden en het functioneren van de samenleving. Op dit moment zijn de belangrijkste maatregelen het schoonmaken van de vervuilde gebieden en rioleringen en het beperken van de schade voor de mensen en het bedrijfsleven. In Ivoorkust vindt nationaal en internationaal onderzoek plaats naar de gebeurtenissen, waaronder strafrechtelijk onderzoek.

Ook in enkele lidstaten, zoals Nederland en Estland, is een strafrechtelijk onderzoek ingeleid om een grondige analyse te kunnen maken van de omstandigheden met betrekking tot het geval van de Probo Koala.

Ik zal nu de mondelinge vraag beantwoorden van Karl-Heinz Florenz, voorzitter van de Commissie milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid.

De lidstaten van de Europese Unie vinden het belangrijk dat in het kader van de Europese Unie wetten en samenwerkingsverbanden worden ontwikkeld om milieucriminaliteit te voorkomen en te onderzoeken en strafrechtelijke aansprakelijkheid af te dwingen. Milieucriminaliteit is gewoonlijk internationaal van aard, omdat de effecten van illegale emissies tot ver over de landsgrenzen reiken.

Zoals de geachte afgevaardigde in zijn vraag zegt, heeft echter het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen op 13 september 2005 het kaderbesluit van de Raad van 27 januari 2003 inzake de strafrechtelijke bescherming van het milieu nietig verklaard.

Op 25 november heeft de Commissie het Europees Parlement en de Raad een mededeling doen toekomen over de gevolgen van het arrest van het Hof van Justitie.

Het arrest van het Hof van Justitie en de mededeling van de Commissie zijn in januari besproken op de informele bijeenkomst van de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken in Wenen en zijn op 21 februari dit jaar behandeld in de Raad te Brussel.

In deze besprekingen heeft de Commissie aangegeven meer tijd te willen om na te denken over de manier waarop moet worden omgegaan met de eerder door de Raad genomen kaderbesluiten, die misschien heronderzocht moeten worden in het licht van het arrest het Hof van Justitie. Dezelfde redenering is van toepassing op het genoemde kaderbesluit dat door het Hof van Justitie nietig werd verklaard.

Zodoende wacht de Raad op een reactie van de Commissie. De Commissie kan een herziene versie presenteren van het voorstel voor een richtlijn dat zij in 2001 heeft ingediend en in 2002 heeft herzien, of zij kan ook een geheel nieuw voorstel indienen.

 
  
MPphoto
 
 

  Stavros Dimas, lid van de Commissie. - (EL) Mijnheer de Voorzitter, het recente voorval met de dumping van giftig afval in Ivoorkust heeft dramatische gevolgen. Tenminste 10 mensen hebben het leven verloren en duizenden zijn vergiftigd en worden verpleegd in ziekenhuizen.

Ofschoon de werkelijke toedracht van deze afschuwelijke milieumisdaad nog niet geheel is opgehelderd, is het noodzakelijker dan ooit om het verbod op de uitvoer van gevaarlijk afval naar Afrika strikt na te leven.

De Commissie probeert in samenwerking met de lidstaten, de Verenigde Naties en de autoriteiten van Ivoorkust de schade op verschillende manieren te herstellen, en neemt eveneens de geijkte maatregelen om de eventueel plaatsgevonden illegale activiteiten het hoofd te bieden.

Onmiddellijk na het voorval zijn vertegenwoordigers van de Commissie - en speciale teams van de lidstaten - naar de plek van het voorval gegaan om de getroffen bevolking bij te staan en bij de bescherming van het natuurlijk milieu te helpen. De Commissie volgt de ontwikkelingen in Ivoorkust op de voet en onderhoudt voortdurend contact met de autoriteiten van het land. Maandag heb ik, samen met het voorzitterschap, een ontmoeting gehad met een delegatie van Ivoorkust, waarvan drie ministers deel uitmaakten.

De instellingen en de lidstaten van de Europese Unie moeten nagaan op welke manier ze de slachtoffers in Ivoorkust kunnen bijstaan en ze moeten hun uiterste best doen om bij te dragen aan de milieusanering.

Er loopt momenteel een strafrechtelijk onderzoek in verschillende lidstaten. Wij onderhouden contact met die lidstaten. Na de terugkeer van de Probo Koala in de Europese Unie heb ik zelf op 28 september een bezoek gebracht aan de haven Paldiski in Estland om steun te geven aan het onderzoek en de meest recente inlichtingen te verkrijgen.

Als wij echter verder kijken dan het voorval in Ivoorkust, stellen wij vast dat er een ernstige leemte zit in de handhaving door de lidstaten van de verordening van de Europese Unie betreffende afvaloverbrenging. Deze verordening bevat duidelijke voorschriften en verbiedt uitvoer van gevaarlijk afval naar ontwikkelingslanden. Deze voorschriften zullen nog worden verscherpt en vanaf juli volgend jaar zullen de lidstaten gedwongen zijn om ter plekke controle en inspecties te verrichten en samen te werken in geval van illegale overbrenging van afvalstoffen. Het bestaan van regels op zich zegt echter niets. Deze moeten namelijk ook correct worden toegepast in de praktijk. De leemtes in de wetgeving moeten worden opgevuld met strenge aanvullende maatregelen voor correcte toepassing. Milieumisdaden behoren tot de meest ernstige problemen die de Gemeenschap moet aanpakken. Soms wordt daarmee enorme milieuschade aangericht en vaak zit daar ook de internationale georganiseerde misdaad achter, waardoor de bestrijding moeilijk maar ook absoluut noodzakelijk is. Voor een correcte toepassing van de communautaire milieuwetgeving is het absoluut noodzakelijk te voorzien in efficiënte sancties, met inbegrip van strafrechtelijke sancties. Juist daarom moet onmiddellijk actie worden ondernomen op communautair vlak.

In 2001 heeft de Commissie een ontwerprichtlijn ingediend betreffende de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht. Het ontwerp had tot doel om enerzijds in heel de Gemeenschap een minimumaantal strafbare feiten op milieugebied vast te stellen en anderzijds deze overtredingen te bestrijden met efficiënte strafrechtelijke sancties in alle lidstaten. Het is spijtig dat de Raad indertijd het voorstel van de Commissie niet heeft goedgekeurd. Het voorstel was gegrondvest op artikel 175 van het Verdrag en zou volgens de medebeslissingsprocedure moeten worden aangenomen. De Raad kon echter niet akkoord gaan met de rechtsgrondslag en heeft toen besloten om in plaats van de door ons voorgestelde richtlijn een kaderbesluit uit te vaardigen in het kader van de derde pijler. Volgens de Europese Commissie was het gekozen instrument juridisch gezien niet correct en maakte het onmogelijk om controle uit te oefenen op de omzetting van het kaderbesluit in de nationale wetgeving en op de tenuitvoerlegging daarvan door de lidstaten.

In krasse tegenstelling tot de Raad gaf het Europees Parlement wel volledige steun aan het voorstel van de Commissie. Het Parlement heeft de Commissie eveneens gesteund in de zaak die aanhangig werd gemaakt voor het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Ik wil erop wijzen hoe belangrijk de goede samenwerking tussen onze instellingen is, en ik hoop dat wij deze bij de verdere ontwikkelingen in de zaak kunnen voortzetten. Met het arrest van het Hof van Justitie is nu duidelijk geworden dat de strafrechtelijke maatregelen die noodzakelijk zijn om een efficiënte toepassing van het milieubeleid te waarborgen, kunnen worden uitgevaardigd in het kader van de eerste pijler. Het kaderbesluit van de Raad schond de in het Verdrag verankerde bevoegdheden van de Gemeenschap en moest nietig worden verklaard. De Europese Commissie is bijzonder voldaan over het arrest van het Hof. Het arrest regelt geen technisch probleem maar is van doorslaggevend belang voor de verduidelijking van de Verdragsbepalingen met betrekking tot de afbakening van de eerste en derde pijler. Dit heeft een enorme institutionele weerslag, aangezien verduidelijkt wordt dat de omstreden maatregelen genomen moeten worden overeenkomstig de medebeslissingsprocedure, dat wil zeggen met volledige deelneming van het Parlement.

Verder zijn, in het kader van de eerste pijler, de nationale toepassingsmaatregelen onderworpen aan toetsing door het Hof van Justitie, hetgeen niet geldt voor de maatregelen uit de derde pijler. Een richtlijn betreffende milieubescherming door middel van het strafrecht - in het kader van de eerste pijler - zal zorgen voor een betere milieubescherming en tegelijkertijd een democratischer methode zijn om wet te geven. Helaas is intussen veel kostbare tijd verloren. Er worden nog steeds milieumisdaden begaan en wij moeten de noodzakelijke juridische maatregelen nemen om deze het hoofd te bieden.

Wij hebben in de Commissie de diverse keuzemogelijkheden waarmee wij gevolg kunnen geven aan het arrest van het Hof van Justitie, onderzocht en besproken. Wij hebben met name twee keuzemogelijkheden bekeken. Wij kunnen ofwel het Commissievoorstel van 2001, in zijn huidige vorm, handhaven en de andere instellingen vragen de medebeslissingsprocedure voort te zetten, of wij kunnen een nieuw Commissievoorstel doen. Wij hebben de tweede mogelijkheid verkozen om rekening te kunnen houden met het arrest van het Hof. Het aanvankelijke voorstel dateert namelijk uit 2001 en sedert 2001 is er veel veranderd in de milieuwetgeving, en dus moet het voorstel worden aangepast.

Tot slot hebben zich nieuwe ontwikkelingen voorgedaan in de Europese samenwerking op strafrechtelijk gebied, en ook daar moet in het voorstel rekening mee worden gehouden. Wij moeten er zeker van kunnen zijn dat het voorstel strookt met de andere onderdelen van de communautaire wetgeving van strafrechtelijke aard.

Wij zitten momenteel in het voorbereidingsstadium van de nieuwe ontwerprichtlijn betreffende de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht. De eerste stap was, zoals ik reeds zei, een gedetailleerd onderzoek van het arrest van het Hof en de gevolgen daarvan, evenals een grondige vergelijking van de verschillende reeds van kracht zijnde wetgevingsmaatregelen. In het vervolg zullen wij een effectbeoordeling maken waarin de voor- en nadelen van de verschillende keuzemogelijkheden met elkaar zullen worden vergeleken. Daarna zal het voorstel in een definitieve vorm worden gegoten en, naar ik hoop, voor eind 2006 worden goedgekeurd.

 
  
MPphoto
 
 

  Karl-Heinz Florenz (PPE-DE), auteur. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, het gifschandaal in Ivoorkust is echt een afschuwelijke daad. Nu kunnen we natuurlijk gewoon de slachtoffers en het ernstige letsel van de mensen beklagen, maar als we niet tegelijkertijd vragen hoe dit kon gebeuren, is dat allemaal huichelarij. Daar doe ik niet aan mee. Daarom wil ik nogmaals duidelijk maken dat dit een humanitaire en milieuramp is. Een schandaal. Ik verbaas me steeds weer over het feit dat dit Parlement bij derden - bijvoorbeeld bij de productie van vlees - het principe “name and shame” hanteert. Dus als iemand zich misdraagt, wordt zijn naam bekend gemaakt en in de krant gezet. Toevallig gebeurt dat niet bij de lidstaten van deze Unie. Dat is toch hoogste merkwaardig!

Mevrouw de voorzitter van de Raad, u hebt de dingen natuurlijk in de juiste chronologische volgorde geplaatst, maar commissaris Dimas heeft u de ware reden genoemd waarom de wetgeving in Europa niet werkt: de Raad is te kleinmoedig. Daarmee bedoel ik geenszins u of uw land, maar bij dit soort grensoverschrijdende kwesties - zoals u dat terecht noemde - moet men ook de moed hebben om in de toekomst grensoverschrijdend te straffen en te vervolgen. De Commissie heeft hiertoe een voorstel gedaan, maar de Raad betwist in al zijn wijsheid de juridische grondslag daarvan, waartegen noch de Commissie noch Parlement enig verweer hebben, omdat u de inwerkingtreding van de wet met uw blokkerende minderheid tegenhoudt, dan is dat voor een volksvertegenwoordiger, dat wil zeggen voor degene die als taak heeft de regering te controleren, echt uitermate frustrerend. Daar moeten we een stokje voor steken. De Raad moet zijn kleinmoedigheid in deze kwestie laten varen!

Ik vraag u werkelijk uit de grond van mijn hart om tegen uw collega’s te zeggen dat de voorzitter van de commissie erg kwaad is. Het heeft namelijk geen zin om achteraf te klagen als we niet eerst ons huiswerk hebben gedaan. Wij hebben ons huiswerk gedaan, maar u hebt dit bij wijze van spreken naar de prullenbak verwezen. Dat is niet zoals het hoort. De Raad doet er mijns inziens goed aan om zich in de toekomst nog eens aan de omzetting van de Europese regels wijden.

Ik maak al heel lang deel uit van dit Parlement, en in die tijd is veel besproken en besloten. Als het dan echter op de omzetting van deze dingen aankomt, laten we het allemaal weer afweten. Ik woon dicht bij de grens met een sympathiek buurland, Nederland. Het heeft ongelooflijk lang geduurd voordat we het erover eens waren hoe we criminelen konden vangen. Gelukkig zijn we hier uitgekomen, maar bij de vervolging van afvaldelicten leven we nog in het stenen tijdperk. Dat kunt u, mevrouw de voorzitter van de Raad, toch niet accepteren. U zou de laatste maanden van uw voorzitterschap van de Raad ertoe moeten benutten de commissaris bij deze kwestie te ondersteunen en te motiveren.

We hebben een grote achterstand bij de omzetting van de EU-wetgeving in nationale wetgeving. Ik wil graag weten of er wordt gecontroleerd of de staat waar giftig afval naartoe wordt gebracht, daar toestemming voor heeft gegeven. Anders mogen deze giftige stoffen helemaal niet worden ingevoerd. We hebben alleen maar verstand en moed nodig om de vele regelingen op dit vlak om te zetten.

Het is overigens niet alleen een gezondheids- en milieuschandaal, maar ook een concurrentieschandaal. Als we deze maas in onze eigen wetgeving, maar ook in het Verdrag van Bazel, niet dichten, moedigen we mensen die het met de wet niet zo nauw nemen, aan om milieuvervuiling te exporteren. Ook dat is huichelarij, want aan de ene kant hebben we het in Europa over hoge normen, maar anderzijds creëren we volop mogelijkheden om de regels te omzeilen en dergelijke exporten mogelijk te maken. Degene die daarop wordt aangekeken, is commissaris Dimas en met hem de Commissie. In dit geval, mevrouw de voorzitter van de Raad, is de Commissie echter geheel onschuldig.

Onze beide instellingen waren op de goede weg. Wij verzoeken u vriendelijk de goede voorstellen van het Parlement en de Commissie in deze kwestie over te nemen.

 
  
MPphoto
 
 

  John Bowis, namens de PPE-DE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, Ivoorkust is een onstabiel land, dat nog onstabieler is geworden door de milieumisdaad die van ons continent naar Afrika is overgebracht. Het gaar hier om een Nederlands schip, om de Nederlandse havenautoriteiten, om een Grieks schip onder Panamese vlag en Ivoriaanse bedrijven en vrachtwagens die petrochemische stoffen hebben gedumpt. Daarbij werden volgens de Verenigde Naties 12 personen gedood en moesten - eveneens volgens de Verenigde Naties - 104 000 mensen medische verzorging ontvangen. Dat schip loste 500 ton chemisch afval in vrachtwagens, die het vervolgens stortten op 15 verschillende plaatsen rond Abidjan, een stad met 5 miljoen inwoners.

Volgens het Milieuprogramma van de Verenigde Naties is dit duidelijk een misdaad, hoewel eraan toe wordt gevoegd dat men nog niet weet wie verantwoordelijk is, of wat de eigenlijke aard van de misdaad is. Wat wij wel weten, is dat het Verdrag van Bazel deze misdaad had moeten voorkomen, maar daarin niet geslaagd is. Wij moeten dan ook uitzoeken waarom dat niet gelukt is. Ivoorkust ligt ver weg. De meeste landen in Afrika hebben geen sterke wetgeving om de gezondheid van mens en milieu te beschermen tegen de gevolgen van gevaarlijk afval, maar dat mag geen reden zijn voor ons hier in Straatsburg om deze zaak de rug toe te keren en hieruit geen lessen te trekken. Wij willen een veilige verwijdering, niet het doorgeven van giftige ladingen. Wij willen, en ik richt mij hierbij rechtstreeks tot u, commissaris, dat de landen die het Verdrag nog niet hebben geratificeerd, dit alsnog doen. Tot deze landen behoren onder andere Griekenland, Ierland, Italië, Malta en Slovenië. Ik hoop dat u hierop bij hen zult aandringen en ik hoop dat de Raad dat ook zal doen.

Misdaad, aansprakelijkheid en het oordeel daarover zijn zaken voor rechtbanken, maar het voeren van een onderzoek en het dichten van juridische achterpoortjes is onze verantwoordelijkheid. Ook moeten wij de ACS-landen helpen om te voldoen aan de hoge normen voor het verwijderen van gevaarlijk afval. Tevens moeten wij de slachtoffers van deze ontstellende gebeurtenis helpen, en dan denken wij in het bijzonder aan de kinderen in Ivoorkust die hierdoor lijden. Het is ook onze verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de Commissie, de Nederlandse autoriteiten, het EMA en de regering van Ivoorkust allen hun best doen om de schuldigen van deze misdaad op te sporen en te vervolgen.

Als de wetgeving niet voldoet, dan moet zij gewijzigd worden. Als de wetgeving toereikend is, dan moet zij worden toegepast. Wij weten echter dat de wetgeving maar al te vaak wordt genegeerd. Wij weten dat de kosten voor een verantwoorde en veilige afvalverwijdering al te gemakkelijk omzeild kunnen worden door niet OESO-landen te gebruiken en een beroep te doen op nationale en internationale cowboys. En precies daaraan moeten wij een eind maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Margrietus van den Berg, namens de PSE-Fractie. - Voorzitter, de socialistische fractie steunt van harte de vorige twee sprekers. Hoe is het mogelijk dat een groot vervuiler als Proba Koala niet is gestopt? Alle rode lampen hadden moeten gaan branden bij dit incident, maar de Nederlandse regering als eindverantwoordelijke wast haar handen in juridische onschuld. Ze weigert fouten openlijk te erkennen, het ontbreekt aan bereidheid een fonds op te richten voor slachtoffers in Ivoorkust, afschuiving vindt plaats van verantwoordelijkheid gecombineerd met de weigering morele en financiële verantwoordelijkheid te nemen. Dat kenmerkt het droevige gedrag van de Nederlandse regering. Daarom vraag ik de Commissie of zij bereid is om Nederland onder druk te zetten juridische steun te verlenen aan Ivoorkust en er ook voor te zorgen dat in overleg met de VN er een noodfonds wordt ingesteld voor de slachtoffers van deze ramp.

Mijn Afrikaanse parlementaire collega's hebben het gevoel dat Nederland en Europa hen ondanks de basisconventie niet hebben weten te behoeden voor dit misdadig gedrag. Blijkbaar mag Afrika gebruikt worden als dumpplaats. Dat schept een gevoel van minderwaardigheid dat een geloofwaardig partnerschap tussen Afrika en Europa ondergraaft. De schade aan onze relaties is enorm. Voorzitter, welke stappen gaan het Fins voorzitterschap en de Commissie zetten richting Ivoorkust en Afrikaanse Unie?

Is de Commissie bereid om voorstellen te doen voor maatregelen om deze dumping zo mogelijk te doen verdwijnen en waar wetten gelden ze toe te laten passen? Is de Commissie bereid jaarlijks een zwarte lijst op te stellen van landen en transnationale bedrijven die betrokken zijn bij de illegale dumping van chemisch afval in ontwikkelingslanden? Zijn Commissie en Raad bereid om wetsvoorstellen te doen om de loopholes in de basisconventie te dichten, onder andere met de verplichting voor schepen die de EU verlaten, om het spoelwater over te dragen aan de verantwoordelijke autoriteiten in de laatste EU-haven die ze aandoen?

Is de Commissie tot slot bereid om de noodzakelijke stappen te nemen om ontwikkelingslanden te assisteren bij het identificeren van gevaarlijke substanties en spoelwater dat op zee is geproduceerd, een veilige verwerking te garanderen? Voorzitter, ik reken op steun van u als Commissie en ik hoop dat de Raad Nederland intern nog een keer goed aanspreekt op zijn verantwoordelijkheid; de Raad is hier terecht door de voorzitter van de milieucommissie aangesproken op zijn verantwoordelijkheid. Mooie woorden genoeg, we willen nu praktijk, daden en toepassing van wetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Danutė Budreikaitė, namens de ALDE-Fractie. - (LT) Dit jaar heeft de Europese Unie haar strategie inzake duurzame energie herzien. Deze werd in 2001 goedgekeurd en in 2002 in Barcelona uitgebreid met een externe dimensie. Dankzij het beleid voor ontwikkelingssamenwerking van de Europese Unie kunnen wij armoede bestrijden en kunnen de ontwikkelingslanden stap voor stap geïntegreerd worden in de wereldeconomie.

Hoe streven we deze doelstellingen na? Wat we willen is groei voor de ontwikkelingslanden, bescherming van het milieu en terugdringing van het broeikaseffect, maar wat doen we om dat te bereiken?

Door vervuiling met giftig afval hebben in Ivoorkust 85 000 mensen gezondheidsklachten gekregen en zijn acht mensen overleden. Het Nederlandse bedrijf Trafigura Beheer BV verscheepte gifstoffen vanuit Amsterdam. Ofschoon ze wisten dat deze stoffen giftig waren, kozen ze vanwege de hoge kosten voor het goedkope alternatief om ze te dumpen in Ivoorkust.

De meeste Afrikaanse landen kennen geen voorschriften voor milieubescherming tegen gevaarlijk afval. In Nigeria worden gebruikte computers opgeslagen, in Somalië radioactief afval en in Kameroen chloor, ondanks het feit dat de EU in 1994 en 1997 verordeningen heeft uitgevaardigd waarmee uitvoer van afval werd verboden.

In 2002 heeft dit Parlement de richtlijn betreffende milieubescherming door middel van het strafrecht in eerste lezing goedgekeurd. Daar bleef het echter bij. We moeten het debat over deze richtlijn zo snel mogelijk hervatten.

De Commissie en de Nederlandse autoriteiten moeten de zaak van Ivoorkust onderzoeken, de daders opsporen, de gevolgen ongedaan maken en schadevergoeding betalen aan de slachtoffers. Als er geen serieuze maatregelen worden getroffen zal het moeilijk worden om het communautaire beleid voor ontwikkelingssamenwerking ten uitvoer te leggen, dat tot doel heeft de ontwikkelingslanden te ondersteunen en hun duurzame ontwikkeling te bevorderen. Dan dreigt de EU gezichtsverlies te lijden.

 
  
MPphoto
 
 

  Carl Schlyter, namens de Verts/ALE-Fractie. - (SV) Het is een tragedie wat er in Ivoorkust is gebeurd en wij betuigen allen ons medeleven en onze solidariteit met de slachtoffers van het criminele gedrag dat Europese ondernemingen hebben getoond. De slachtoffers moeten alle steun krijgen die hun in dit proces kan worden geboden.

Als sinds 1997 hebben we een verbod op de uitvoer van gevaarlijk afval naar landen buiten de OESO. Het is hoog tijd dat we ervoor zorgen dat dit verbod goed wordt nageleefd. Het is onaanvaardbaar dat de Nederlandse autoriteiten hun verantwoordelijkheid niet hebben genomen toen ze de kans hadden om het vaartuig te stoppen. Alle lof voor Estland dat deed wat er gedaan moest worden. Ik wil u, commissaris Dimas, bedanken dat u de ernst van de situatie snel inzag.

Nu moet er snel een voorstel van de Commissie komen voor een strengere naleving van de regels. We moeten ervoor zorgen dat telkens als iemand de taak op zich neemt om gevaarlijk afval te vervoeren, er iemand is die persoonlijk aansprakelijk is en een aansprakelijkheidsverzekering afsluit. Ook de raad van bestuur en de algemeen directeur moeten in ruimere mate persoonlijk aansprakelijk gesteld worden. Anders zullen de traditionele onduidelijke en ingewikkelde aansprakelijkheidsvoorwaarden het moeilijk maken om onverantwoordelijke transporteurs en reders aan te pakken.

Afrika heeft genoeg geleden onder kolonialisme en slavernij en onder de uitputting van de natuurlijke hulpbronnen. Willen wij ons beschaafde mensen kunnen noemen, dan moeten we nu een eind maken aan deze jongste vorm van neokolonialisme, waarbij we ons afval in armere landen dumpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Kartika Tamara Liotard, namens de GUE/NGL-Fractie. - Mijn fractie ondersteunt van harte al hetgeen er tot nu toe is gezegd en ook de resolutie die de aandacht vestigt op de giframp met de Proba Koala in Ivoorkust die tot nu toe een tiental levens heeft gekost en waardoor tienduizenden mensen moesten worden gehospitaliseerd; de nasleep hiervan ten aanzien van milieu en volksgezondheid is nog niet te overzien. Veel onduidelijkheid is er nu nog over wat er met het gif en de besmette bemanningsleden zal gebeuren.

Dit soort schandalige praktijken die respectloos zijn ten aanzien van het milieu en de burgers en waarbij overheden en verantwoordelijken zich bewust of onbewust onttrekken aan hun verplichtingen, moeten sowieso worden aangepakt op elk mogelijk niveau. En lidstaten, in dit geval Nederland, moeten duchtig aangesproken worden. Mijn waarnemer, die voor mij naar Estland is afgereisd, kan zich helemaal vinden in de woorden van de heer Dimas: "het is nog maar het topje van de ijsberg". Dit soort gif had de Europese Unie nooit mogen verlaten en Europese en internationale regelgeving zijn overtreden.

Nadat het mij keer op keer, ondanks eerder verleende toestemming, is geweigerd om met de bemanning van de Proba Koala te spreken, kan ik alleen maar stellen dat er een zeer duister spel wordt gespeeld met mensenlevens door diverse verantwoordelijken. Zichtbaarheid voor het publiek is noodzakelijk. Hard lik-op-stuk-beleid is nodig om herhaling te voorkomen of te ontmoedigen. Ik pleit voor een zwarte lijst van afvaldumpers en het publiek bekendmaken van afspraken met ontwikkelingslanden op het gebied van afvalverwerking.

 
  
MPphoto
 
 

  Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie. - Voorzitter, ik sluit mij aan bij alle voorgaande sprekers. Wat er in Ivoorkust gebeurd is met het afval afkomstig van het schip Proba Koala is verschrikkelijk en dit had nooit mogen gebeuren. Volstrekt duidelijk is dat het hier ging om illegale afvaltransporten. Het Verdrag van Bazel bevat een uitdrukkelijk verbod op het overbrengen van gevaarlijk afval naar niet OESO-landen en dit verbod is dus niet gehandhaafd. Het is al langer bekend dat de naleving van de huidige wetgeving inzake het overbrengen van afvalstoffen ernstig tekortschiet. Steekproeven in Engeland en Frankrijk wijzen uit dat in 75% tot 100% van de afvaltransporten de regels niet worden nageleefd.

Voor het Europees Parlement was goede handhaving en strengere controles een hard punt in de onderhandelingen tijdens de totstandkoming van de nieuwe verordening inzake overbrenging van afvalstoffen. En we hebben maar ten dele onze zin gekregen. Op dit moment hebben we niet zozeer behoefte aan nieuwe regels of een Europese minimumstraf voor overtreding, zoals commissaris Dimas suggereert. Wat we allereerst nodig hebben is handhaving van bestaande wetten. Het zou de Commissie en de lidstaten sieren als zij hier nu eindelijk werk van maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, binnenkort krijgen we enkele duizenden tonnen besmet materiaal en de 500 illegaal in Afrika gedumpte ton terug, zodat Europa een veelvoud van het oorspronkelijke gevaarlijke afval terugkrijgt. We moeten hiervoor de nodige voorbereidingen treffen.

Over het algemeen lijkt het zogenaamde Verdrag van Bazel redelijk te functioneren. Naar het schijnt is het aantal officiële exporten van giftig afval naar Afrika sterk teruggelopen. Steekproeven in Europese havens geven echter een heel ander beeld: ongeveer de helft van alle als niet-giftig gedeclareerde afvaltransporten bleek giftig te zijn. We moeten de controle en samenwerking dus verbeteren, willen we het probleem van de illegale handel in giftig afval onder controle krijgen.

Daarnaast zullen we ons moeten bezighouden met de problematiek van de groeiende handel in elektronisch afval en scheepswrakken, die nog niet in internationale verdragen is opgenomen. Om de afvalmaffia uiteindelijk te kunnen bestrijden, hebben we een zwarte lijst nodig van bedrijven die zich met dergelijke praktijken hebben beziggehouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Marie-Arlette Carlotti (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, deze gifaffaire is absoluut een misdaad. Het lijkt wel alsof het Zuiden de vuilnisbak is van het Noorden, en bij een misdaad horen schuldigen en straffen. Tot nu toe is het echter straffeloosheid en laisser faire wat de klok slaat.

Zeker, de Unie beschikt over wetgeving inzake het vervoer van giftig afval. Sinds 1997 is de uitvoer ervan verboden op grond van het Verdrag van Bazel. Tot op heden is dit verbod echter systematisch met voeten getreden. Deze laisser-faire houding is misdadig en de doden in Abidjan zijn er het slachtoffer van. De Unie moet nu snel in actie komen om paal en perk te stellen aan de onverantwoordelijkheid en straffeloosheid. Ze moet de bestaande wetgeving toepassen, en met name de richtlijn van juli 2006 waarin de lidstaten worden verplicht inspectienetwerken op te zetten. Zo nodig moet ze deze wetgeving handhaven door te zorgen voor snelle en doeltreffende sancties, waar zowel de Commissie als het Europees Parlement al sinds 2001 op aandringen. Tot slot moet ze de Afrikaanse landen helpen bij het zich voorzien van beschermende wetgeving.

Mijnheer de commissaris, we steunen uw proactieve verklaringen, maar we moeten nu overgaan tot concrete actie. En dat verwachten we met name van de Raad.

 
  
MPphoto
 
 

  Patrick Louis (IND/DEM). - (FR) Dames en heren, wat een ratjetoe! De paar burgers die zich voor onze debatten interesseren, zullen nauwelijks begrijpen hoe we vanmiddag een debat over vervuiling in Ivoorkust kunnen combineren met een ander debat over rechtspraak, waarmee het subsidiariteitsbeginsel onderuit wordt gehaald. Dat het arrest van 13 september 2005 gewezen is met betrekking tot een milieurichtlijn, verandert niets aan het feit dat het is geformuleerd als een principearrest over de communautarisering van het strafrecht. Het betreft een heuse constitutionele revolutie, want we weten dat minstens negen andere bevoegdheden ook op het punt staan om zonder verdrag te worden opgeslorpt door de Europese Unie, waaronder het strafrecht inzake immigratie en het strafrecht inzake intellectuele eigendom.

Ja, er is inderdaad vervuiling, dames en heren, en wel judiciële vervuiling van de Europese verdragen door het Hof van Luxemburg! In dit warrige en slecht doordachte arrest valt geen enkele tekstuele verwijzing te ontdekken en duidelijke principes met betrekking tot de rechtspraak ontbreken eveneens. De overhaaste en onzorgvuldige conclusie is gebaseerd op slecht onderbouwde overwegingen die er met de haren zijn bijgesleept. Het mechanisme is genoegzaam bekend: in vage conclusies wordt aangedrongen op een onbepaalde uitbreiding van de bevoegdheden van de Europese Unie; vervolgens wordt de interpretatie van de Commissie gerechtvaardigd en dan legitimeert de Commissie op haar beurt de overdracht van bevoegdheden van de lidstaten aan het Hof. Degenen die net als wij wantrouwend stonden tegenover de aanzienlijke uitbreiding van de doelstellingen van de Unie in artikel I-3 van de ontwerp-Grondwet, hadden daar maar al te zeer gelijk in. De commissarissen en rechters zijn niet van plan te buigen voor de wil van het volk en zijn vast van plan voorbij te gaan aan de afwijzing van de ratificatie van de ontwerp-Grondwet, waarmee het strafrecht juist werd opgenomen in de normale communautaire wetgevingsprocedure. Dit arrest vormt een verdraaiing van de wil van degenen die de Europese verdragen hebben ondertekend en geratificeerd. Het is een heuse juridische coup.

Dames en heren, we naderen het einde van een aantal belangrijke termijnen. Ons volkeren houden ons in de gaten en zullen ons weldra ter verantwoording roepen. Zouden er hier nog oprechte democraten te vinden zijn om deze schaamteloze dictatuur af te wijzen?

 
  
MPphoto
 
 

  Dorette Corbey (PSE). - Voorzitter, export van afval naar ontwikkelingslanden is verboden. Dat is heel erg duidelijk. Alleen normaal scheepsafval en spoelwater vallen niet onder het verbod. Maar het is ook duidelijk dat het spoelwater van de Proba Koala niet normaal was. De dodelijke slachtoffers, duizenden gewonden en de enorme ontreddering in Ivoorkust zijn daar het bewijs van. Maar eerder in Amsterdam was al gebleken dat het afvalwater niet normaal was. Er is iemand flauwgevallen en er was een ondraaglijke en ongewone stank.

Het is duidelijk dat het schip met deze inhoud Amsterdam nooit had mogen verlaten zonder waarschuwing aan de autoriteiten van de volgende Europese haven, namelijk Estland. In Nederland loopt daarom terecht een strafrechtelijk onderzoek om na te gaan hoe het gifschip Nederland heeft kunnen verlaten en of de havenautoriteiten en -inspecties fouten hebben gemaakt. Maar we moeten ons nu concentreren op de vraag hoe deze rampen in de toekomst te voorkomen zijn.

Commissaris, in dit verband heb ik drie vragen. In Estland heeft u gezegd dat het dumpen van gif in Ivoorkust het topje van de ijsberg is. Op grond waarvan hebt u deze uitspraak gedaan? Ten tweede, bent u het ermee eens dat schepen die de EU verlaten verplicht moeten worden in de laatste EU-haven hun afvalwater en afval af te staan? En tenslotte, welke maatregelen kan en wil de Commissie nemen om de controle op de uitvoer van gevaarlijk afval te versterken?

 
  
MPphoto
 
 

  Karin Scheele (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, al tientallen jaren lang wordt Afrika door exporten van giftige chemicaliën uit laboratoria, oplosmiddelen, verouderde pesticiden of zuiveringsslib uit geïndustrialiseerde landen veranderd in een gevaarlijke vuilnishoop. De illegale handel in giftig afval is voor een klein aantal personen in Europa en Afrika een zeer lucratieve bezigheid.

Wij weten dat de handelwijze van het Nederlandse bedrijf in Abidjan geheel in strijd was met het Verdrag van Bazel, evenals met het EU-recht, maar wij moeten ons afvragen hoe snel wij als Europese instellingen daarop kunnen reageren en hoe wij herhaling in de toekomst kunnen voorkomen.

De aankondigingen van commissaris Dimas klinken veelbelovend, en we hopen dat de lidstaten en de Europese Raad de ernst van de situatie ditmaal inzien en beseffen dat ingrijpen noodzakelijk is, in plaats van dat ze bij dergelijke rampen telkens alleen betreuren dat de ramp is gebeurd. De lidstaten van de Europese Unie moeten nu echt daadkracht tonen.

 
  
MPphoto
 
 

  Evangelia Tzampazi (PSE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik wil de betrokkenen feliciteren met dit initiatief.

Tot mijn ongerustheid moet ik vaststellen dat het Verdrag van Bazel minstens tien keer per jaar wordt geschonden door de overbrenging van giftig afval naar Afrikaanse landen.

Het recente voorval met de Probo Koala heeft het geweten van de mensen in de Europese Unie wakker geschud. De Unie moet de illegale praktijken bij de overbrenging van giftig afval strafrechtelijk vervolgen. Ook moet zij aandacht schenken aan de Organisatie van Europese Zeehavens om ervoor te zorgen dat de verordeningen betreffende de overbrenging van giftig afval door haar leden worden toegepast. Men name moet gewezen worden op de noodzaak van: voorlichting van het publiek, intern overleg en interne informatie tussen de betrokken diensten, onderzoek van de werking van het register van kwantitatieve en kwalitatieve gegevens en de hoeveelheden afval die worden geproduceerd en verhandeld. Dit alles moet op een transparante en voor alle belanghebbenden toegankelijke manier gebeuren om te voorkomen dat bepaalde Afrikaanse economieën zich specialiseren in het industrieel beheer van gevaarlijk afval.

 
  
MPphoto
 
 

  Ria Oomen-Ruijten (PPE-DE). - Voorzitter, waar we het eigenlijk vandaag over hebben, is een voorbeeld van milieucriminaliteit waarvan we niet zeker weten of die straks vervolgd zal worden. Overigens zeg ik tegen mijn collega's, ik zou niet graag Groenlinks wethouder willen zijn, wanneer ik het heb over het dossier van de Proba Koala; de vraag is dus of er al dan niet vervolgd wordt, er is onzekerheid of je als lidstaat vervolgd wordt. Dat is dus nu net de reden dat we zeggen, we moeten voor een goede handhaving van het milieubeleid, ook wetgeving ten aanzien van criminal law hebben. Dat wil zeggen dat we vinden dat er in elk geval veroordeeld moet worden, maar dat de lidstaten zelf mogen uitmaken op welke wijze die sancties aan de orde zijn. Voorzitter, dat is de manier waarop we het willen.

Er is 6 jaar geleden een wetsvoorstel ingediend. De Raad is op dat moment ook gekomen met een eigen kaderbesluit. Dat kaderbesluit is door de Europese Commissie tezamen met het Europees Parlement voorgedragen voor vernietiging. Dat is een jaar geleden gebeurd. De commissaris heeft afgelopen maandag aangekondigd dat hij met een nieuw voorstel komt. Wat ik van de commissaris zou willen weten is, hoe dat er precies gaat uitzien, want dat is nog een beetje in het vage gebleven afgelopen maandag. Voorts zou ik van de Raad willen weten, Voorzitter - ik was vroeger rapporteur - of de Raad zich neerlegt bij een nieuw voorstel voor het oplossen van de milieucriminaliteit? Dat is de belangrijkste vraag die hier aan de orde is. Er zijn voorbeelden genoeg, Voorzitter, het blijkt inderdaad nodig te zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Paula Lehtomäki, fungerend voorzitter van de Raad. - (FI) Mijnheer de Voorzitter, milieuvraagstukken zijn uitermate belangrijk en vormen een prioriteit. Het is daarom goed dat wij vandaag in het Parlement over dit onderwerp spreken. De Raad neemt de illegale overbrenging van afval en het gevaar dat zij voor het milieu en de volksgezondheid vormt, zeer serieus.

Zoals in dit debat duidelijk is gebleken, is het verhinderen van dergelijke illegale overbrenging een zeer lastige taak. Daarvoor zijn uiteenlopende maatregelen en een doeltreffende samenwerking op verschillende niveaus nodig, zonder dat daarbij de grenzen van de bevoegdheden van de autoriteiten mogen worden overschreden. Wij moeten ook eerlijk erkennen dat er volgens de uitgevoerde onderzoeken nog veel moet worden verbeterd in de wijze waarop de controle op de overbrenging van afval binnen en vanuit de Europese Unie plaatsvindt.

Wij moeten ook beseffen dat, hoe triest de incidenten ook mogen zijn die zoveel publieke aandacht krijgen - zoals het recente incident met de Probo Koala in Ivoorkust -, wij ook aandacht moeten schenken aan de talloze dagelijkse gebeurtenissen en situaties die de gezondheid en het milieu schaden. Een voorbeeld hiervan is het slopen van schepen onder slechte omstandigheden in ontwikkelingslanden. Het werk met betrekking tot deze belangrijke vraagstukken wordt eind november in Nairobi voortgezet, op de achtste bijeenkomst van de Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van Bazel.

Wij moeten ook zien en erkennen dat er tussen de lidstaten grote verschillen bestaan wat het nationale strafrecht inzake milieu betreft. In sommige lidstaten bestaan zeer moderne strafwetten met betrekking tot milieucriminaliteit, terwijl het in andere lidstaten waarschijnlijk noodzakelijk is deze wetten te herzien, zodat daarmee de huidige gevaren kunnen worden aangepakt. In feite kan men zeggen dat er in alle lidstaten nog veel moet worden gedaan om dit strafrecht ten uitvoer te leggen en vooral om de schuldigen te kunnen berechten.

De Raad neemt milieucriminaliteit en de bestrijding ervan zeer serieus. Wat betreft het voorstel dat nu wordt voorbereid, wil ik erop wijzen dat het voor de Raad natuurlijk lastig is een standpunt in te nemen over iets wat nog niet bestaat. Wij moeten eerst het voorstel onderzoeken en kunnen dan pas een standpunt innemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Stavros Dimas, Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag de voorzitter van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, de heer Florenz, en alle andere sprekers bedanken voor hun zeer positieve bijdragen tot het debat van vandaag.

Ik zou de lijst van nationaliteiten waarnaar de heer Bowis verwees nog willen uitbreiden. Dit was een Grieks schip dat de Panamese vlag voerde in het kader van een tijdbevrachtingcontract met een Nederlands bedrijf dat opereerde vanuit Zwitzerland. Het schip had een Russische bemanning, werd gefinancierd door Britse en internationale banken en de leden van de raad van bestuur van het bedrijf en de aandeelhouders kwamen uit een hele resem landen. Gelukkig werd het tegengehouden door Greenpeace in Estland en hebben de Estse autoriteiten de zaak grondig onderzocht.

Ik wil de rapporteur verzekeren dat het eerste voorstel, waarin een minimumniveau voor sancties wordt vastgelegd, zal worden samengevoegd met het kaderbesluit van de Raad. Het zal dan ook voornamelijk aansluiten op hetgeen u voorstelde, en daarbij zullen bepaalde amendementen uit eerste lezing worden overgenomen.

Wat de vraag betreft of een schip met gevaarlijk afval aan boord een haven van de Europese Unie mag verlaten: als het afval gevaarlijk is, mag het niet naar een bestemming buiten de OESO. Dat geldt ook voor spoelwater - het eigen afvalwater van het schip - dat gevaarlijk afval bevat.

Ik zal alle ontwikkelingen in het strafrechtelijk onderzoek en de procedures die gevoerd worden in Nederland en Estland met betrekking tot het storten van het giftig afval in Ivoorkust op de voet blijven volgen. De Commissie is ook alle in de andere lidstaten beschikbare informatie over het schip Proba Koala en zijn route aan het inzamelen. Ik hoop dat wij daar binnenkort conclusies uit kunnen trekken en de beste manier vinden om dergelijke incidenten in de toekomst te voorkomen. Wij mogen niet vergeten dat het tragische incident in Ivoorkust slechts het topje van de ijsberg is. Dat weten wij uit inspecties in de lidstaten, die zijn uitgevoerd door IMPEL, door hun netwerk van implementatie- en handhavingagentschappen. In 2005 was 51 procent van de onderzochte overbrengingen van afvalstoffen illegaal.

Hoewel de meeste gevallen de voorpagina’s niet halen, kunnen zij toch een ernstig risico inhouden voor de gezondheid van mens en milieu. Wij moeten heel duidelijk stellen dat onze maatschappij geen milieucriminaliteit tolereert en dat wij vastbesloten zijn alle nodige stappen te ondernemen om deze te bestrijden. De wetgeving die wij hebben goedgekeurd om ons milieu en de gezondheid van onze burgers beter te beschermen, zal haar doel echter niet bereiken als wij niet de nodige maatregelen treffen om ervoor te zorgen dat zij ook daadwerkelijk wordt toegepast. Ik kan u verzekeren dat de Commissie ervan overtuigd is dat de milieuwetgeving behoorlijk moet worden toegepast in de hele Unie.

Wij hebben al enkele specifieke initiatieven genomen om ervoor te zorgen dat de verordening van de Europese Unie over de overbrenging van afvalstoffen correct wordt toegepast en dat het illegale vervoer van afvalstoffen wordt voorkomen en verminderd. Deze omvatten de voorbereiding van richtsnoeren voor de toepassing van de nieuwe verordening inzake de overbrenging van afvalstoffen volgend jaar en het organiseren van bewustmakingsacties in de lidstaten.

De Commissie heeft regelmatig ontmoetingen met vertegenwoordigers van de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de overbrenging van afvalstoffen. Dit gebeurt binnen een welomschreven kader en omvat multilaterale bijeenkomsten in Brussel, evenals bilaterale contacten, maar deze initiatieven moeten worden aangevuld met maatregelen om doelmatige sancties te treffen.

Een van de vele maatregelen die de Commissie daartoe getroffen heeft, was een voorstel voor een richtlijn betreffende milieubescherming door middel van het strafrecht. Zoals ik reeds zei, is het betreurenswaardig dat het voorstel van de Commissie niet werd overgenomen door de Raad wegens onenigheid over de correcte rechtsgrond. Het Hof van Justitie heeft onlangs echter bevestigd dat het standpunt van de Commissie correct was.

De Commissie bereidt een nieuw voorstel voor een richtlijn voor dat gevolg geeft aan het arrest van het Hof en binnenkort zou moeten worden goedgekeurd. Het opstellen van het gewijzigde voorstel heeft enige tijd gevergd omdat de Commissie het arrest van het Hof zeer zorgvuldig heeft geanalyseerd en een vergelijking heeft gemaakt tussen het oorspronkelijke voorstel van de Commissie, zoals gewijzigd na eerste lezing in het Parlement, en het kaderbesluit van de Raad. Daarenboven wordt een impactbeoordeling gemaakt om de verschillende actiemogelijkheden te onderzoeken.

De Commissie acht het noodzakelijk haar voorstel uit 2001 te wijzigen in het licht van het arrest van het Hof om ervoor te zorgen dat alle vereiste strafrechtelijke maatregelen om de effectieve implementatie van het beleid van de Gemeenschap met betrekking tot milieubescherming te garanderen, opgenomen worden in het voorstel. Het Hof heeft duidelijk gesteld dat de parallelle uitvaardiging van een richtlijn en een kaderbesluit, zoals voorheen gebeurde, niet langer kan. Tevens moet het voorstel van de Commissie na vijf jaar worden aangepast aan de wettelijke ontwikkelingen.

Ik wil verduidelijken dat het niet de bedoeling is van de Commissie om het nationale strafrecht volledig te harmoniseren. Het doel is enkel die stappen die noodzakelijk zijn voor de effectieve implementatie van het milieubeleid op communautair niveau te tillen.

Tot slot wil ik nogmaals het belang beklemtonen van een goede samenwerking tussen de Commissie en het Parlement tijdens de komende medebeslissingsprocedure ter aanneming van de richtlijn betreffende de milieubescherming door middel van het strafrecht. Wij hebben dezelfde doelstellingen, namelijk het milieu beschermen door minimumnormen vast te leggen voor het bestraffen van milieucriminaliteit en proberen een einde te maken aan de mogelijkheid tot het vinden van veilige havens voor milieumisdadigers in de Europese Unie. Als wij samenwerken, kunnen wij een grote stap zetten op weg naar het bereiken van die doelstellingen.

Tenslotte, inzake de ratificatie van het Verdrag van Bazel, heb ik brieven geschreven naar meer dan 50 landen met de vraag het Verdrag te ratificeren. Om verkeerde conclusies te vermijden wil ik verduidelijken dat het Bazelverbod verplicht is, juridisch bindend, voor de lidstaten van de Europese Unie, zelfs voor de lidstaten die de Verdrag niet hebben geratificeerd, aangezien wij als Europese Unie de overeenkomst ondertekend en geratificeerd hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Tot besluit van het debat zijn er zeven ontwerpresoluties ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement en twee ontwerpresoluties overeenkomstig artikel 108, lid 5, van het Reglement(1).

De gecombineerde behandeling is gesloten.

De stemming vindt morgen om 11.30 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE). - (EN) Het dumpen van giftig afval door het Nederlandse bedrijf Trafigura in de stad Abidjan in Ivoorkust is een schande die tot op het bot uitgezocht moet worden en die strenge acties vereist. Het behoeft weinig twijfel dat deze lozing een inbreuk vormt op de Europese wetgeving en op het Verdrag van Bazel. Deze milieumisdaad zal eens te meer het beeld creëren dat het rijke Noorden het arme Afrika als een geschikte stortplaats voor afval beschouwt. Ik ben tevreden met de verklaring van de commissaris, die dit beeld probeert te bestrijden, maar verklaringen zijn één zaak: enkel actie zal de Afrikanen ervan overtuigen dat wij deze problematiek ernstig willen aanpakken. Los van alle andere aspecten die onderzocht moeten worden, moeten wij ook erachter zien te komen hoe dat schip Amsterdam heeft kunnen verlaten. Zijn de Nederlandse autoriteiten hun inspectiemethodes aan het herzien? Zal de Commissie volgende maand de hele problematiek van inspectie en handhaving aankaarten op het Forum van het Verdrag van Bazel?

 
  
MPphoto
 
 

  James Nicholson (PPE-DE). - (EN) Wat in Ivoorkust is gebeurd, is beschamend voor de Europese Unie. In dit Parlement nemen wij vaak het voortouw bij campagnes voor een betere milieubescherming. Hoewel wij maar al te graag verklaren dat vervuiling geen grenzen kent, worden wij in 2006 met een situatie geconfronteerd waarin 500 ton giftig afval uit een EU-lidstaat wordt overgebracht en gedumpt bij de lankmoedige bevolking van Ivoorkust. Het onmiddellijke gevolg hiervan is dat enkele mensen zijn overleden en dat tienduizenden anderen medische verzorging nodig hadden. Bovendien weten wij allemaal hoe slecht hun vooruitzichten op lange termijn kunnen zijn.

Indien wij enige betekenis willen geven aan onze plechtige verklaringen over milieubescherming, dan moeten de Commissie en de Nederlandse autoriteiten een diepgaand onderzoek uitvoeren naar de daders van deze misdaad. Het is duidelijk dat de huidige wetgeving onvoldoende bescherming biedt tegen gewetenloze mensen die zich niets aantrekken van de mensen in Ivoorkust en andere Afrikaanse staten. In de EU moeten wij actie ondernemen, zodat onze wetgeving over giftig afval de mensen in Afrika kan garanderen dat hun land geen stortplaats zal zijn voor ons gevaarlijk afval.

 
  
MPphoto
 
 

  Jules Maaten (ALDE). - Voorzitter, de ramp in de Ivoorkust vereist een snelle reactie vanuit Europa. Er moet genoegdoening komen voor de slachtoffers en de gemaakte schade aan het milieu, waarbij uiteraard de regel moet gelden dat de vervuiler voor de gemaakte kosten opdraait.

Als Europa verder wil, zal het aan haar burgers duidelijk moeten maken waar haar meerwaarde ligt. Het incident in de Ivoorkust is bij uitstek een aangelegenheid waar Europa duidelijk een verantwoordelijkheid heeft.

De scheepvaart staat bekend om haar complexiteit in eigendom en beheer en is bijna per definitie een grensoverschrijdende aangelegenheid. In een periode van 2 maanden heeft het schip de Proba Koala namelijk de havens van Gibraltar, Algeciras, Amsterdam, Skaw, Paldiski, Dover en Venkspits aangedaan. Het schip vaart bovendien onder Panamese vlag, is eigendom van een Grieks bedrijf, is gecharterd door Trafigura BV uit het Verenigd Koninkrijk en heeft een Russische bemanning. Trafigura BV heeft een postbus in Nederland.

Deze mate van complexiteit vereist helderheid en eenduidigheid in regelgeving. Als de Europese Unie effectief wil optreden zal het snel aan deze voorwaarden moeten voldoen. Alleen door resoluut op te treden kan Europa aantonen waarom verdere Europese integratie voor ons allen van belang is.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid