De Voorzitter. – Aan de orde is het debat over vijf ontwerpresoluties over het proces tegen Ríos Montt(1).
Luis Yáñez-Barnuevo García (PSE), auteur. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, in tegenstelling tot Tibet hebben we het in dit Huis niet vaak over Guatemala gehad, althans sinds ik hier zit. Dit kleine Midden-Amerikaanse land is niettemin jarenlang gebukt gegaan onder een keiharde onderdrukking, onder een meedogenloze dictatuur, en degenen die daar verantwoordelijk voor zijn, zijn er tot nog toe zonder enige vorm van rechtsvervolging vanaf gekomen.
Het Spaans Hooggerechtshof heeft een internationaal arrestatiebevel uitgevaardigd, en wat wij hier doen, is het verzoek om uitlevering ondersteunen van generaal Ríos Montt, als eerste verantwoordelijke, en van nog vijf generaals, waarvan sommigen de facto president zijn geweest, dat wil zeggen dictator, gedurende die dertig jaar waarin 200 000 mensen werden vermoord, 45 000 verdwenen zijn en een tiende deel van de bevolking verplaatst werd; het overgrote deel van de verplaatste bevolking – 83 procent – behoorde tot de bevolkingsgroep van de Maya’s. Tot de slachtoffers behoren echter ook Europeanen, Belgen en Spanjaarden, met name priesters.
Mijnheer de Voorzitter, net zoals we de uitlevering van Pinochet en die van Fujimori hebben ondersteund, vind ik dat wij nu, liefst met eenparigheid van stemmen, de uitlevering van generaal Ríos Montt en zijn medeplichtigen behoren te ondersteunen.
Raül Romeva i Rueda (Verts/ALE), auteur. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik schaar mij natuurlijk achter wat mijn collega, de heer Yáñez-Barnuevo, zojuist gezegd heeft, want tien jaar na de ondertekening van de vredesakkoorden in Guatemala, een land dat lid wil worden van de Veiligheidsraad en waarmee wij in onderhandeling zijn over een associatieovereenkomst, heeft Guatemala de algemene overeenkomst inzake de mensenrechten nog steeds niet geïmplementeerd. Dat is werkelijk verontrustend, in een land dat, zoals gezegd, het slachtoffer is geweest van dictaturen, volkerenmoord, en misdrijven tegen de menselijkheid, en – wat nog het ergste is – de mensen die hiervoor verantwoordelijk zijn, lopen nog steeds ongestraft rond, in Guatemala zelf en elders in de wereld.
Daarom is het toe te juichen – en dat doen wij ook in deze resolutie – dat het Spaanse hooggerechtshof op 7 juli jongstleden dit internationale arrestatiebevel heeft uitgevaardigd. Hiermee kan namelijk tot op zekere hoogte een begin worden gemaakt met het corrigeren van die straffeloosheid en daadwerkelijk worden bereikt dat de verantwoordelijke personen betalen voor wat zij hebben aangericht.
Daarbij zouden we het echter niet moeten laten. We moeten de Guatemalteekse autoriteiten ook vragen om op dit gebied op doeltreffende wijze hun medewerking te verlenen. We dienen er natuurlijk bij hen op aan te dringen zich op dit vlak van toenemende samenwerking zo coöperatief mogelijk op te stellen zodat zij, op grond van dat internationale bevel, kunnen meewerken aan de aanhouding, uitlevering en veroordeling van deze personen. Verder moeten we de bankautoriteiten om hun medewerking vragen, die onderdak hebben verleend aan de winsten en verrijking van deze personen, zodat deze mensen wettelijk en financieel aansprakelijk kunnen worden gesteld.
Ten slotte moet gezegd dat het voor Europol en Interpol buitengewoon zinvol zou zijn als zij op dit vlak de handen ineenslaan, voor zover zij daartoe in staat zijn.
Bernd Posselt (PPE-DE), auteur. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, Guatemala heeft een lange en bloedige geschiedenis van geweld achter de rug, en we mogen hier zeker geen partijdig oordeel over vellen, omdat er naast vreselijke dictaturen en repressies ook een even wrede en bloeddorstige revolutionaire beweging van de Tupamaros is geweest.
Het is al meer dan drie decennia geleden dat de ogen van heel Duitsland waren gericht op dit deel van Midden-Amerika, toen de Duitse ambassadeur Karl Graf Spreti – wiens zoon een van mijn medewerkers is – werd ontvoerd en vermoord. Karl Graf Spreti was een van de grote wegbereiders van Europa; hij was ook lid van de Duitse Bundestag voor mijn partij, maar het was in zijn hoedanigheid van diplomaat en onschuldig man dat hij werd weggevoerd en op wrede wijze in het oerwoud werd omgebracht. Sindsdien is het land door een periode van vreselijke crises gegaan. Daarom moeten wij heel behoedzaam, maar ook heel stellig het vredesproces daar steunen door ondubbelzinnig degenen te veroordelen die in hun machtspositie geweld hebben uitgeoefend, maar ook degenen die het woord ‘vrijheid’ hebben misbruikt als rechtvaardiging om hetzelfde te doen.
Guatemala is ook herhaaldelijk het toneel geweest van wrede genocide, en het verdient dank dat de resolutie geen blad voor de mond neemt als het gaat om de verdrijving van ongeveer tien procent van de Maya’s, een volk met een oude cultuur, en de moord op tienduizenden van hen.
We moeten ook van deze gelegenheid gebruikmaken om onze definitie van genocide aan te scherpen. Er wordt herhaaldelijk gezegd dat de term ‘genocide’ alleen mag worden gebruikt als een groep systematisch wordt uitgeroeid. Dat is niet zo: we spreken ook van genocide als een etnische groepering haar bestaansbasis wordt ontnomen door haar te beroven van haar geboorteland door middel van verdrijving en moorddadig geweld. Dit is bij veel etnische groepen gebeurd, niet alleen bij de Maya’s, maar ook bij kleinere groeperingen in Guatemala. Er is geen verjaringstermijn voor dit soort misdaden, en daarom moeten wij alles op alles zetten om degenen die hiervoor verantwoordelijk zijn ter verantwoording te roepen en er niet onze ogen voor te sluiten en over te gaan naar het volgende agendapunt.
Bairbre de Brún (GUE/NGL), auteur.
(Spreekster spreekt Iers)
(EN) In de jaren tachtig en negentig was Guatemala voortdurend in het internationale nieuws. Een conflict van dertig jaar en een vredesproces van tien jaar hebben ervoor gezorgd dat mensen over de hele wereld, inclusief wij hier in het Europees Parlement, geïnformeerd bleven. Collega’s hebben een paar grimmige cijfers over die periode genoemd: 200 000 mensen zijn omgekomen, duizenden ontheemd en hele dorpen en gemeenschappen zijn voor altijd vernietigd. Het eigen onderzoek van de regering heeft bevestigd dat 93 procent van de moordpartijen gepleegd is door de eigen strijdkrachten van de regering.
De militaire dictatuur van Ríos Montt van begin jaren tachtig wordt beschouwd als een van de wreedste perioden in het conflict. Er was groot optimisme na de ondertekening van het vredesakkoord, maar tien jaar na dato is er maar weinig veranderd voor de mensen in dat land, waar 80 procent van de mensen in armoede leeft. Tien jaar later zijn niet alleen de daders van genocide die in de jaren tachtig is uitgevoerd niet vervolgd, maar spelen ze nog steeds een prominente rol in het openbare leven. De slachtoffers en overlevenden van het conflict hebben noch adequate financiële bijstand, noch erkenning voor hun lijden gekregen. De overgrote meerderheid van de vermiste personen is zelfs nooit gevonden. Veel ontheemden moeten nog terugkeren naar hun oorspronkelijke woningen.
Ik verwelkom de oproep die in deze resolutie wordt gedaan aan de regering van Guatemala, de regeringen van de andere landen in Midden-Amerika, de regering van Spanje en de regering van de Verenigde Staten om de werking van het Europese arrestatiebevel mogelijk te maken, onder verwijzing naar het internationale arrestatiebevel, zodat de personen die genoemd worden in het opsporings- en aanhoudingsverzoek van 7 juli 2005 - die allemaal genocide ten laste worden gelegd, ook Ríos Montt - voor het gerecht kunnen worden gebracht.
Ik wil de geachte afgevaardigden op het hart drukken om zich bewust te zijn van het feit dat er voor de mensen heel weinig is veranderd. Voor de meerderheid van de Guatemalteken verschillen de omstandigheden op dit moment weinig van de omstandigheden zoals die in 1996 waren. In het vredesakkoord werd de belofte gedaan dat de samenleving zou worden gedemilitariseerd en dat er een hoognodige land- en belastinghervorming zou plaatsvinden, met als doel de opbouw van een rechtvaardigere en meer gelijke samenleving. Dat moeten we vandaag zeker niet vergeten, ook al is Guatemala niet meer zo vaak in het nieuws, en we moeten blijven aandringen op en druk uitoefenen voor een rechtvaardigere en meer gelijke samenleving.
Daarom verwelkom en beklemtoon ik het engagement van de resolutie met het beginsel van universele rechtvaardigheid en bescherming van de mensenrechten. Onze ervaringen in Ierland hebben ons geleerd dat vrede alleen kan worden gebouwd op rechtvaardigheid en respect voor de rechten van iedereen.
De Voorzitter. – Onze bezoekers op de officiële tribune hebben zich er wellicht even over verbaasd dat er niet werd getolkt, maar dat komt omdat mevrouw de Brún Iers sprak, en dat is nog geen officiële werktaal van het Parlement. Dat wordt het pas op 1 januari.
Marios Matsakis (ALDE), auteur. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, het is verschrikkelijk spijtig en kwalijk dat het overgrote deel van degenen die afkeurenswaardige en wrede misdaden tegen de menselijkheid plegen, waaronder genocide, ongestraft blijven. Feitelijk worden de meesten van deze meedogenloze moordenaars van grotendeels onschuldige, weerloze burgers nooit strafrechtelijk vervolgd. Wat nog veel schandelijker is, is dat dergelijke wrede, onmenselijke criminelen feitelijk niet alleen ontkomen aan de arm der wet, maar ook nog eens genieten van een hoge levensstandaard en een belangrijke politieke status.
Er zijn talloze voorbeelden van deze schandelijke stand van zaken te vinden over de hele wereld, binnen onze historie en binnen de meeste politieke systemen en ideologieën. Dit bewijst dat een juiste handhaving van de rechtsorde slechts een wensbeeld en een misvatting is. Dit weten wij allemaal, maar de meesten van ons zijn bang het openlijk toe te geven.
De recente historie van Guatemala illustreert duidelijk waar ik het over heb. In de periode van 1960 tot 1996 zijn ruim 200 000 mensen vermoord tijdens door de staat georganiseerde moordpartijen in opdracht van de beruchte legergeneraal en dictator Efraín Ríos Montt, gesteund door een reeks bekende topambtenaren en hooggeplaatste militaire officiers. Geen van deze mensen is ooit gestraft. Ríos Montt is tot op heden actief in de politiek als leider van het Republikeins Front in Guatemala, één van de invloedrijkste partijen van het land. Hij bekleedde slechts twee jaar geleden nog het ambt van voorzitter van het nationale congres.
Er dient hierbij natuurlijk te worden opgemerkt dat Ríos Montt is opgeleid door de Verenigde Staten van Amerika en zijn klim naar de macht kon worden gerealiseerd door toedoen van de CIA en dankzij de volledige politieke en financiële steun van opeenvolgende VS-regeringen. Hoe pathetisch kan het Amerikaanse buitenlandbeleid zijn? Soms vraagt men zich dat wel eens af. Werkten er op het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken de afgelopen decennia dan helemaal geen weldenkende, verstandige mensen met een gemiddeld IQ?
Ik verzoek u dringend deze resolutie te steunen. Hiermee worden de Guatemalaanse instanties immers bijgestaan in hun pogingen Ríos Montt en een aantal verfoeilijke criminelen te berechten.
Karin Scheele, namens de PSE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, het gewapende conflict in Guatemala heeft decennia geduurd, en in die periode zijn verschrikkelijke misdrijven tegen de menselijkheid begaan; er zijn 200 000 mensen vermoord, er zijn 45 000 mensen van huis verdreven en sommige inheemse gemeenschappen zijn volledig uitgeroeid.
Het vredesakkoord is tien jaar oud in december van dit jaar. De Algemene Verklaring van de rechten van de mens is nog steeds niet omgezet in Guatemala, en de slachtoffers van de genocide hebben geen compensatie gekregen, noch materieel noch symbolisch. Het arrestatiebevel dat het Spaanse hooggerechtshof in juli 2006 tegen Efraín Ríos Montt heeft uitgevaardigd, is een teken van hoop dat de daders niet langer ongestraft zullen blijven.
Wij roepen de Guatemalteekse autoriteiten op tot onvoorwaardelijke samenwerking; zij moeten alles doen wat in hun macht ligt om de misdrijven tegen de menselijkheid te onderzoeken, en de ex-dictator en de zeven andere beschuldigden van het land moeten worden gearresteerd en uitgeleverd.
Mariann Fischer Boel, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, nu Guatemala voorbereidingen treft voor de tiende jaardag van de tekening van de vredesakkoorden die een einde maakten aan 36 jaar burgeroorlog, is ook de Commissie van mening dat er alles aan moet worden gedaan om recht te doen aan degenen die hebben geleden onder de schending van de mensenrechten tijdens het zwartste uur van het conflict. Binnen dit kader wil de Commissie de wettelijke procedures noemen die zijn ingesteld tegen voormalige militaire en politieke kopstukken voor hun vermeende rol in die tijd. De Commissie verzoekt opnieuw alle fracties dringend om de queeste naar waarheid en recht en de strijd tegen straffeloosheid hartgrondig te steunen.
De Commissie verwelkomt de, weliswaar schoorvoetende, bereidheid van de huidige regering de verantwoordelijkheid van de staat voor de eerdere schendingen van de mensenrechten te erkennen en de compensatie van de slachtoffers te waarborgen. De Commissie heeft daarnaast waardering voor de toezegging van het land de vredesakkoorden ten uitvoer te leggen, zoals bevestigd door het congres in augustus 2005 met een stemming over een kaderwet die voorziet in de instelling van procedures en mechanismen waarmee de doeltreffende verwezenlijking van de tien jaar geleden geformuleerde doelstellingen moet worden veiliggesteld.
Ten slotte spreekt de Commissie haar lof uit over het werk van de Ombudsman voor de mensenrechten en begroet zij de opening van een kantoor van de VN-Hoge Commissaris voor de rechten van de mens in juli 2005.
Helaas gaat het land nog steeds gebukt onder de straffeloosheid die voor oude en huidige misdaden geldt. Dit heeft zijn weerslag op alle inwoners, waaronder mensenrechtenactivisten die zich voornamelijk inzetten voor de slachtoffers van de burgeroorlog. De regering is het erover eens dat deze situatie onacceptabel is, maar moet nog steeds duidelijke acties nemen ter versterking van de rechtsstaat. Het rechtswezen wordt momenteel ondersteund door een Europees programma, maar voor blijvende verbeteringen zullen er meer publieke fondsen en structurele hervormingen nodig zijn. De Commissie wacht verder op de instelling van de VN-commissie voor onderzoek naar gewapende groepen en clandestiene veiligheidsdiensten (CICIACS). Wij hopen hiervoor op de nodige steun van het Guatemalaanse congres, en ook voor de aanstaande ratificatie van het Statuut van Rome inzake het Internationaal Strafhof.
De Commissie is ervan overtuigd dat de Europese Unie de dialoog met Guatemala moet openhouden over belangrijke kwesties met betrekking tot de tenuitvoerlegging van de vredesakkoorden, vooral nu het land zich voorbereid op de parlementsverkiezingen die voor eind 2007 gepland staan. Het Constitutioneel Hof heeft overigens recentelijk generaal Ríos Montt onverkiesbaar verklaard vanwege de coup die hij in 1982 leidde. De kwestie van straffeloosheid voor misdaden in het verleden en heden dient binnen deze context centraal te staan.
De Voorzitter. – Het debat is gesloten.
De stemming vindt na afloop van de debatten plaats.