De Voorzitter. Aan de orde is het verslag (A6-0309/2006) van Andreas Schwab, namens de Commissie verzoekschriften, over het jaarverslag over de activiteiten van de Europese ombudsman in 2005 (2006/2117(INI)).
Nikiforos Diamandouros, Ombudsman. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u bedanken voor deze gelegenheid om het Parlement toe te spreken en het jaarverslag 2005 te presenteren, een jaar waarin het bureau van de Europese Ombudsman een belangrijke mijlpaal heeft bereikt: het tienjarig bestaan.
In het jaarverslag wordt een overzicht gegeven van de vooruitgang die we hebben geboekt bij het afhandelen van klachten, het bevorderen van goed bestuur en het bekender maken van het werk van de Ombudsman bij de burgers. In totaal hebben we 3920 klachten ontvangen, 5 procent meer dan het jaar daarvoor.
Ik merk op dat deze toename van het aantal klachten niet noodzakelijkerwijs het gevolg is van een verslechtering van het gedrag van de Europese instellingen: integendeel, het kan ook weerspiegelen dat de burgers zich meer bewust zijn geworden van Europese aangelegenheden en beter weten welke rechten ze hebben en hoe ze deze rechten kunnen uitoefenen.
Deze algemene bewustwording was in 2005 ook zichtbaar in het debat over de toekomst van de Europese Unie en de Grondwet. Als bijdrage aan deze algemene bewustwording heb ik me intensief bezig gehouden met het informeren van de burgers over hun rechten en het bekendheid geven aan de positieve resultaten die zijn bereikt bij het verdedigen van die rechten. Alles bij elkaar hebben ik en mijn medewerkers 170 openbare lezingen, presentaties en interviews aan de pers gegeven, en daarnaast bijeenkomsten gehouden met andere ombudsmannen, overheidsfunctionarissen en andere gesprekspartners in de lidstaten.
Een van de meest bijzondere communicatieactiviteiten in 2005 was een reeks evenementen ter markering van het tienjarig bestaan van de Ombudsman, die gericht waren op specifieke doelgroepen, te weten het maatschappelijk middenveld, de academische wereld, de pers en de instellingen zelf, en onderdeel daarvan was ook een receptie op 27 september ter ere van het Europees Parlement, waarop Voorzitter Borrell Fontelles zelf heeft gesproken.
In het jaar 2005 kon ik in meer dan 75 procent van de gevallen de klager van dienst zijn door een onderzoek naar de zaak te starten, door deze over te dragen aan een bevoegd orgaan of door klagers mee te delen tot wie zij zich het beste konden wenden voor een snelle en effectieve oplossing van het probleem. Ik heb 312 onderzoeken afgesloten in 2005. In 36 procent van de gevallen was de uitkomst van het onderzoek dat er geen sprake was van wanbeheer. Zo’n bevinding is niet altijd negatief voor de klager, die in ieder geval een volledige uitleg van de betrokken instelling of het betrokken orgaan heeft gekregen. Bovendien kan ik zelfs als er geen sprake is van wanbeheer de betrokken instelling of het betrokken orgaan wijzen op een mogelijkheid om de kwaliteit van het beheer in de toekomst te verbeteren. Als dat het geval is, maak ik daar een opmerking over in mijn besluit.
Steeds wanneer ik een geval van wanbeheer tegenkom, probeer ik waar dat mogelijk is een positief resultaat te bereiken waarmee zowel de klager als de aangeklaagde instelling tevreden kan zijn. In 30 procent van de gevallen leidde mijn onderzoek ertoe dat de betrokken instelling de zaak naar tevredenheid van de klager oploste, of dat er in der minne werd geschikt. Wanneer een minnelijke schikking niet mogelijk is, sluit ik de zaak met een kritische opmerking of doe ik een ontwerpaanbeveling.
Een van de ontwerpaanbevelingen die in 2005 zijn aanvaard, betrof een zaak waarin de Commissie compensatie toekende aan een klager wiens project zeer kort voordat het van start zou gaan was geannuleerd. De Commissie stemde ermee in om 56.000 euro aan schadevergoeding betalen, de hoogste schikking die ooit door de Ombudsman is geregeld.
Indien een communautaire instelling of instantie niet afdoende reageert op een ontwerpaanbeveling, is het laatste wapen van de Ombudsman een speciaal verslag aan het Europees Parlement. In 2005 zijn drie speciale verslagen opgesteld: over de aanhoudende praktijk van de Raad om in zijn wetgevende hoedanigheid achter gesloten deuren te vergaderen; over de verantwoordelijkheid van de Commissie voor kinderen van EU-personeelsleden met speciale onderwijsbehoeften; en over de aard van de informatie die het Europees Bureau voor fraudebestrijding OLAF tijdens een eerder onderzoek aan de Ombudsman had verstrekt.
Ik ben het Parlement dankbaar voor de steun die het heeft uitgesproken in zijn resoluties van 4 en 6 april 2006, die gebaseerd waren op de respectieve verslagen-Hammerstein Mintz en -De Rossa en die betrekking hadden op de eerste twee van deze speciale verslagen.
Ik wil nu enkele woorden wijden aan mijn prioriteiten voor de toekomst. Zoals ik al eerder heb aangegeven, is de eerste prioriteit het bevorderen van een aanpak waarbij de burger centraal staat bij alle werkzaamheden van de instellingen en organen van de EU. Met dat doel grijp ik iedere gelegenheid aan om in gesprek te raken met de instellingen van de EU en om het gebruik van beste praktijken en minnelijke schikkingen aan te moedigen. De actieve medewerking van EU-instellingen en -organen is essentieel voor het welslagen van het werk dat de Ombudsman ten behoeve van de burgers verricht. Het jaarverslag bevat tal van voorbeelden van instellingen die snel actie ondernomen hebben om zaken die onder hun aandacht waren gebracht goed te regelen en die positief hebben gereageerd op mijn voorstellen en aanbevelingen.
Tijdens mijn bezoeken aan de instellingen en organen heb ik onderstreept hoe belangrijk het is om snel en constructief op klachten te reageren. Het uiteindelijke doel moet voor ons allemaal zijn om te zorgen voor de best mogelijke dienstverlening aan de burgers.
De Commissie heeft al constructieve stappen gezet om haar dienstverlening aan de burgers te vergroten, door een grondige herziening van haar systeem voor het reageren op door de Ombudsman ingestelde onderzoeken naar aanleiding van klachten. In haar mededeling van november 2005 heeft de Commissie de nieuwe procedure uiteengezet. De gedachte van commissaris Wallström bij het ontwerpen van de nieuwe procedure was om afzonderlijke commissarissen de politieke verantwoordelijkheid voor elke zaak op zich te laten nemen, terwijl de waardevolle rol van het secretariaat-generaal behouden blijft. Ik ben er haar bijzonder dankbaar voor dat ze dat concept heeft verwezenlijkt, en ook voor haar aanhoudende betrokkenheid bij een goede tenuitvoerlegging ervan.
Door de nieuwe procedure kunnen individuele commissarissen in een vroeg stadium bij de zaken worden betrokken, wanneer alle opties nog open liggen. De snelheid van de nieuwe procedure heeft zijn vruchten al afgeworpen in een zaak waarin ik van oordeel was dat de reactie van de Commissie op een inbreukprocedure van een burger niet afdoende was. Ik hield een bijeenkomst met commissaris McCreevy en hoorde van hem dat de Commissie stappen had gezet om een oplossing te vinden voor dat specifieke geval. Ik ben van mening dat de succesvolle oplossing van die zaak illustreert hoe waardevol de rol van de Ombudsman kan zijn bij het bevorderen van goed bestuur in de inbreukprocedure, en ook hoe waardevol het concept van het nemen van politieke verantwoordelijkheid door afzonderlijke commissarissen kan zijn. Ik wil de Commissie daarvoor bedanken in aanwezigheid van vicevoorzitter Wallström.
Ik ben ook teruggekomen op de kwestie van het Statuut van de Ombudsman door in juli aan Voorzitter Borrell Fontelles een aantal mogelijke herzieningsvoorstellen voor te leggen, als reactie op eerdere resoluties van dit Huis over het jaarverslag. In zijn algemeenheid blijft het Statuut een goed kader vormen voor de onderzoeken van de Ombudsman en voor een effectieve samenwerking met de instellingen bij het bevorderen van goed bestuur en het bestrijden van wanbeheer.
De wijzigingen die ik voorstel zijn daarom in zowel in aantal als in reikwijdte beperkt. Mijn voornaamste doelstelling is dat de burgers er volledig op kunnen vertrouwen dat de Ombudsman de waarheid kan vinden wanneer hij getuigen hoort of documenten inspecteert.
Ik wil ook graag samenwerken met het Parlement om ervoor te zorgen dat de klachten van de burgers over schendingen van de fundamentele rechten die worden genoemd in het Handvest van de grondrechten voor het Europees Hof van Justitie kunnen worden gebracht als een belangrijke principekwestie niet op een andere manier kan worden opgelost. Het Parlement heeft als instelling al het volle recht om zaken voor het Hof aanhangig te maken. In dit verband zou het nuttig zijn als de Ombudsman de bevoegdheid kreeg om in dergelijke zaken op te treden, een bevoegdheid die de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming, met wie ik een goede werkrelatie heb ontwikkeld, al heeft.
Ik zie uit naar de samenwerking met de heer Guardans Cambó en mevrouw Matsouka, wanneer deze een verslag en een advies over deze ontwerpvisie gaan opstellen in respectievelijk de Commissie constitutionele zaken en de Commissie verzoekschriften.
Mijn derde prioriteit is het verdiepen van mijn nauwe samenwerking met de ombudsmannen in de lidstaten door middel van het Europees netwerk van ombudsmannen. Het doel is om goed bestuur te bevorderen in de hele Unie, zodat de burgers hun rechten kunnen uitoefenen krachtens het Europese recht. Het doet me genoegen dat de Commissie verzoekschriften als volledig lid deelneemt aan het netwerk en dat zij was vertegenwoordigd op de bijeenkomst van nationale ombudsmannen die in september heeft plaatsgevonden in Den Haag. Volgende week zal in Londen een soortgelijke bijeenkomst worden gehouden voor regionale ombudsmannen in de Europese Unie, met wie ik heb afgesproken om iedere twee jaar bijeen te komen.
Ik wil de leden van de Commissie verzoekschriften, en in het bijzonder de rapporteur van dit jaar, de heer Schwab, bedanken voor hun steun en hun constructieve voorstellen zoals die uiteengezet worden in het verslag van het Parlement.
Ik heb vandaag al een groot aantal punten genoemd waarop het verslag wijze adviezen aan de Ombudsman bevat. Ik heb mij ertoe verbonden om het Parlement en de burgers betere informatie te verschaffen over de diensten die door mij en door het Europees netwerk van ombudsmannen worden geleverd. Ik heb al gevraagd om voor de Commissie verzoekschriften te mogen verschijnen in de gevallen dat ik een speciaal verslag aan dit Huis toezend.
Het is mijn bedoeling om volgend jaar een interactieve gids op onze website te zetten, die burgers de weg wijst naar de ombudsman tot wie ze zich het beste kunnen wenden, ongeacht of dit op Europees, nationaal of regionaal niveau is. Ik denk dat de burgers hier veel aan zullen hebben en dat dit zal bijdragen aan het wegnemen van de zorg over het hoge percentage niet-ontvankelijke klachten die terecht in het verslag van de heer Schwab wordt uitgesproken.
Vorig jaar hebben we met succes het bureau van de Europese Ombudsman geconsolideerd en zijn we vastberaden de weg ingeslagen van het vergroten van het vermogen van de instellingen om de klachten en vragen van de burgers van de uitgebreide Unie op een doelmatige wijze af te handelen. Daarbij konden we altijd rekenen op de steun van twee senior functionarissen van het Parlement die op het punt staan om met pensioen te gaan of inmiddels al met pensioen zijn – de heer Priestley en de heer Garzón Clariana. Hun wijze raad en hulp aan de Ombudsman zijn van onschatbare waarde geweest en zullen nog lang in onze herinnering blijven.
De relatie die in de afgelopen tien jaar tussen de Europese Ombudsman en de instellingen van de Europese Unie is opgebouwd en die wordt gekenmerkt door goodwill, vertrouwen en begrip, is naar mijn mening een kostbaar middel om de kwaliteit van het openbare bestuur in Europa in het belang van de burgers te verbeteren. Het is voor mij enorm geruststellend, zowel in persoonlijke als in institutionele zin, om te weten dat in dit opzicht het Europees Parlement en zijn Commissie verzoekschriften vitale partners zijn voor de Europese Ombudsman. Ik ben van plan om dat partnerschap zo goed mogelijk te benutten bij het verdiepen van een dienstverleningscultuur ten behoeve van de burgers van de Europese Unie. Dank u voor uw aandacht.
(Applaus)
Andreas Schwab (PPE-DE), rapporteur. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, geachte ombudsman, geachte commissaris Wallström, beste collega’s, ik ben blij dat u allemaal zo vroeg bent opgestaan om vandaag aanwezig te kunnen zijn bij het debat over het verslag over het Jaarverslag 2005 van de Europese Ombudsman.
U, mijnheer Diamandouros, wil ik allereerst hartelijk danken voor de constructieve bijdrage die u met dit jaarverslag geleverd hebt. Ik mocht namens de Commissie verzoekschriften het verslag van het Parlement over uw jaarverslag opstellen, en langs deze weg wil ik alle collega’s bedanken die met amendementen en persoonlijke commentaren een constructieve bijdrage aan de totstandkoming van dit verslag geleverd hebben, in het bijzonder onze coördinator, de heer Atkins, alsmede mijn voorganger van vorig jaar, de heer Mavromattis.
Ik ben blij dat u al in een vroeg stadium begrip hebt getoond voor de noodzaak om de status van de Ombudsman toch iets duidelijker te omschrijven, gezien het groeiend aantal taken waar de burgers u voor stellen. Ik ben u dan ook bijzonder dankbaar dat u dit vandaag nog eens gepreciseerd hebt. We doen er goed aan om de taken van de verschillende Europese instellingen zo scherp mogelijk ten opzichte van elkaar af te bakenen. Wat dat betreft kunnen de beraadslagingen over uw brief aan Voorzitter Borrell ons nog een eind in de goede richting brengen.
De Ombudsman is een belangrijke Europese instantie. Hij of zij is op geheel eigen wijze van belang voor de Europese ontwikkeling en in het bijzonder voor de Europese burgers. De Ombudsman staat voor nauw contact met de burger en voor een transparante Europese Unie. Tot deze persoon kunnen de Europese burgers zich wenden om gebrekkig functioneren van organen en instellingen aan de kaak te stellen. Dat levert een heel persoonlijke band met Europa op, zoals die op andere terreinen niet licht mogelijk is. Daarom neemt de ombudsman een bijzondere positie in.
In de toekomst zouden we ons nog meer moeten laten leiden door deze gedachte, namelijk dat we de Europese politiek nadrukkelijker moeten afstemmen op naar de belangen van de burgers! We moeten de burgers meer in het middelpunt van ons beleid stellen en hun tonen dat we de zaken waar zij belang in stellen – of die nu groot of klein zijn, veel of weinig importantie hebben – serieus nemen. Dat bereiken we enerzijds door Europees beleid beter over het voetlicht te brengen, anderzijds door meer transparantie, waarmee al twee belangrijke punten uit mijn verslag naar aanleiding van uw jaarverslag genoemd zijn.
In zijn jaarverslag, dat men de Commissie verzoekschriften heeft doen toekomen, informeert de Ombudsman over zijn activiteiten in het afgelopen jaar. U hebt met uw verslag uitstekend werk geleverd, waar ik u hartelijk voor dank. U vervult deze functie sinds 1 april 2003 en doet dat met groot succes.
Ik denk dat het verslag dat wij als Parlement opgesteld hebben, zeer uitgewogen is, en ik heb de amendementen van de collega’s zeer zorgvuldig bestudeerd om ze, zover als naar mijn oordeel ook maar enigszins mogelijk was, in te kunnen passen. Ik vind dat we ons voornaamste doel, een verslag dat voor de burgers inzichtelijk is, gehaald hebben. Ik was er na de stemming in de commissie echter wel van uitgegaan dat niet alle amendementen opnieuw ingediend zouden worden. Ik raad mijn fractie dan ook aan deze amendementen te verwerpen. Ik vraag om uw begrip daarvoor We zijn immers lang bezig geweest om in deze kwestie compromissen te vinden.
Het belangrijkste punt van uw verslag hebt u, mijnheer de Ombudsman, zelf uiteengezet. In het jaar 2005 waren er erg veel klachten, zelfs het hoogste aantal klachten dat de Ombudsman ooit te verwerken kreeg. Allereerst is dat natuurlijk een teken dat steeds meer burgers zich verdiepen in de EU en ook in haar manier van werken.
Alarmerend – en u hebt daar zelf op gewezen – is het nog altijd hoge percentage klachten waarvoor u niet de bevoegde instantie bent, namelijk ongeveer 70 procent. Dit komt vaak doordat burgers niet precies weten tot wie ze zich nu moeten wenden. Daarom uit ik hier nadrukkelijk mijn tevredenheid over uw toezegging dat u een onlineformulier op uw homepage zult plaatsen, dat als wegwijzer naar de juiste instelling kan dienen. Daarmee is in elk geval iedereen geholpen die zich via de computer tot u zou willen richten.
Er moet dus een nog grotere duidelijkheid geschapen worden over de bevoegdheden van de verschillende Europese organen, willen de burgers kunnen weten wie binnen de Europese Unie waarvoor verantwoordelijk is. U kunt ertoe bijdragen dat er meer transparantie in het doolhof van instellingen en competenties komt. Eigenlijk is dat allereerst een taak van het Europees Parlement, van de afgevaardigden in de kiesdistricten van de stad of streek waar ze vandaan komen, maar u kunt daar aan bijdragen.
Verder zijn we ook bijzonder ingenomen met de uitbouw van het Europese netwerk van ombudsmannen en verzoekschrifteninstanties, al was het maar omdat die in de verschillende lidstaten allemaal een andere positie hebben. Vandaar dat we met nadruk op uw informatiebijeenkomsten gewezen hebben.
Als we naar de inhoud van de klachten kijken, zien we dat die het vaakst het gebrek aan transparantie betreffen. Vandaar dat ons verslag de eis onderschrijft die de Ombudsman in zijn speciale verslag gesteld heeft, namelijk dat de zittingen van de Raad openbaar moeten zijn, om precies te zijn: alle zittingen waarin de Raad als wetgever bijeenkomt. Daarmee hebt u de democratie en de transparantie in Europa een goede dienst bewezen.
Daarnaast is meer transparantie ook nodig om het democratisch functioneren van de Europese Unie te kunnen waarborgen. Daarom dringen we er in ons verslag op aan – en daarvoor bent u. mevrouw Wallström, misschien eerder de aangewezen persoon – dat het internetportaal als toegang tot alle instellingen anders ingericht wordt dan nu het geval is en dat er een duidelijke wegwijzer naar de verschillende Europese instellingen op de eerste pagina komt te staan en geen uitputtende opsomming van alle werkterreinen van de Europese Unie.
Tot slot nog dit. U hebt uw jaarverslag over het vorige jaar in januari uitgebracht. Wij bespreken het vandaag, in de maand november van het jaar dat volgt op de verslagperiode. We zouden ons als Commissie verzoekschriften ervoor in moeten spannen om zulke verslagen kort na hun verschijnen te bespreken.
Margot Wallström, vicevoorzitter van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil om te beginnen de rapporteur, de heer Schwab, feliciteren met zijn werk met betrekking tot het verslag over de activiteiten van de Europese Ombudsman in 2005. Dit is een belangrijk verslag van het Parlement over de algemene beginselen, de stand van zaken en de toekomstige ontwikkeling van de samenwerking tussen de Ombudsman en de andere instellingen van de Europese Unie.
Ook wil ik de Ombudsman, de heer Diamandouros, feliciteren met zijn jaarverslag. Het deed me genoegen dat ik de heer Diamandouros hoorde zeggen dat hij zich zal blijven inzetten voor de handhaving van de hoogste standaarden voor goed bestuur in de Europese instellingen, en de Commissie sluit zich daarbij aan.
Ik steun de heer Schwab volledig wanneer hij de rol van de Ombudsman als extern controlemechanisme voor behoorlijk bestuur bevestigt. Door zijn werk draagt de Ombudsman bij aan het bevorderen van goed bestuur. Ik ben ervan overtuigd dat de instellingen van de Europese Unie door hun samenwerking met de Ombudsman geholpen worden bij het ontwikkelen van een op de burger gerichte aanpak van hun dagelijkse werk. Dat zorgt weer voor een grotere transparantie van het besluitvormingsproces binnen de EU en voor de ontwikkeling van beste praktijken, zodat aan de verwachtingen van de burgers kan worden voldaan en hun rechten kunnen worden gewaarborgd. Het gaat hier om het overbruggen van de kloof tussen de instellingen en de burgers van de Europese Unie.
Ik wil het hebben over drie specifieke punten in het verslag. In de eerste plaats denk ik dat de samenwerking tussen de Ombudsman en de Commissie zich over de afgelopen jaren goed heeft ontwikkeld. Zoals in het verslag wordt opgemerkt, heeft de Commissie een nieuwe interne procedure in gebruik genomen waardoor individuele commissarissen kunnen reageren op onderzoeken van de Ombudsman. Het verheugt me dat zowel de Ombudsman als de heer Schwab deze nieuwe procedure in hun verslagen verwelkomt. Daarnaast heeft de Commissie haar interne regels aangescherpt om de beantwoording aan de Ombudsman te versnellen. De Commissie zal haar samenwerking met de Ombudsman verder blijven ontwikkelen.
De rapporteur stelt voor om een dergelijke procedure ook in te voeren voor de behandeling van verzoekschriften. Terwijl de Commissie nauw zal blijven samenwerken met de Commissie verzoekschriften, is dit niet een mogelijkheid die de Commissie overweegt. De Commissie verzoekschriften en de Europese Ombudsman hebben verschillende rollen, die elk hun eigen nut hebben voor de burger.
In de tweede plaats wordt in het verslag gesproken over de Europa-website. Dat is een van de best bezochte websites ter wereld, maar het is tamelijk moeilijk geworden om je weg erop te vinden. Met het oog daarop is de Commissie al vrij ver gevorderd bij het opnieuw inrichten van haar eigen gedeelte van het Europa-portaal. Het uiteindelijke doel is het omvormen van de Europa-website tot een meer gebruikersvriendelijk, goed gestructureerd en samenhangend webportaal. De website zal meertalig zijn waar dat nodig is en zal meer gericht zijn op burgers en communicatie.
In de derde en laatste plaats ligt het besluit om het Statuut van de Ombudsman te herzien bij het Europees Parlement, en moet de Raad dat besluit goedkeuren. De Commissie wordt echter geraadpleegd en volgt de ontwikkelingen rond het voorstel op de voet, ook in de betrokken commissies. De Commissie bestudeert het voorstel op dit moment tot in detail en heeft contact gehad met het bureau van de Ombudsman om meer duidelijkheid te krijgen over een aantal aspecten van het voorstel.
Tot besluit begrijp ik dat de Ombudsman van plan is om volgend jaar een paar “voorbeeldige zaken” in zijn jaarverslag op te nemen. Dat zijn, zoals ik het begrijp, gevallen waarbij de afhandeling door de instellingen van de EU exemplarisch is geweest, of er nu sprake is geweest van wanbeheer of niet. Ik denk dat dit een uitstekend initiatief is en ik zie uit naar het jaarverslag van volgend jaar.
Manolis Mavrommatis, namens de PPE-DE-Fractie. – (EL) Mijnheer de Voorzitter, vicevoorzitter Wallström, mijnheer Diamantouros, geachte collega’s, ik wil allereerst de rapporteur, mijn vriend en collega Andreas Schwab, van harte gelukwensen met zijn excellente poging om door middel van zijn verslag aan te tonen hoe belangrijk de instelling van de Europese Ombudsman, via natuurlijk het werk dat de Europese Ombudsman verricht, elk jaar weer is voor de Europese burgers.
Ik wil tevens de heer Diamantouros bedanken. De nieuwe gegevens die hij vanuit zijn positie naar voren brengt, zijn een indicatie van het vertrouwen van de burgers in de communautaire instellingen.
Ik was de rapporteur voor het jaarverslag over de activiteiten van de Europese Ombudsman 2004 en wil erop wijzen dat in dat jaar het aantal verzoekschriften, in vergelijking met het jaar daarvoor, met 53 procent was toegenomen en dat het aantal door de ombudsman ontvangen verzoekschriften in 2005 in totaal 3920 bedroeg, dat wil zeggen 5 procent meer. Dit betekent niet dat er zich meer gevallen van wanbeheer hebben voorgedaan in de instellingen van de Europese Unie, maar veeleer dat de burgers beter geïnformeerd zijn over hun rechten. Voor een efficiënte werking van de Ombudsman is de samenwerking met de instellingen van de Europese Unie van doorslaggevend belang. Als voorbeeld noem ik de regelmatige ontmoetingen van de heer Diamantouros met de Commissie verzoekschriften en haar bureau en de informatie die hij verschaft. Het jaarverslag van de Ombudsman geeft onder meer ook weer welke inspanningen de ombudsman en de Commissie ondernemen voor de uitbreiding en verdere versterking van het netwerk van nationale en regionale ombudsmannen via de ontwikkeling van de informatie-uitwisseling over beste praktijken.
De betrokkenheid van de Commissie verzoekschriften bij dit netwerk is zeer belangrijk en zal de praktische samenwerking tussen de Europese instellingen en de nationale en regionale ombudsmannen vergemakkelijken. Ook zal het daarmee mogelijk worden de geregelde contacten tussen de vaste kamercommissies verzoekschriften van de nationale parlementen en de ombudsmannen in de lidstaten te verhogen.
Als men de verslagen 2004 en 2005 van de Ombudsman naast elkaar legt, komt men tot een positief resultaat. Wij kunnen ons dan ook toespitsen op de punten waar de Commissie verzoekschriften bijzondere belangstelling voor heeft en op die manier vaststellen wat haar fundamentele rol is en welke vooruitgang in een jaar tijd is geboekt.
Proinsias De Rossa, namens de PSE-Fractie. – (EN) Ook ik wil de heer Schwab bedanken, en tevens mijn collega’s uit andere fracties, voor de aanzienlijke hoeveelheid werk die zij in dit verslag gestopt hebben.
Het verslag van de Ombudsman, met name de samenvatting, is denk ik een uitstekend voorbeeld van hoe we ons werk aan de burgers kunnen presenteren. Het is duidelijk, beknopt en zakelijk. Transparantie is naar mijn mening de sleutel tot de Europese democratie, en de belangrijkste bouwsteen daarvan.
Ik verwelkom het feit dat de burgers zich in toenemende mate bewust zijn van de rol van de Europese Ombudsman, wat weerspiegeld wordt in de toename van het aantal klachten dat bij hem wordt ingediend. Ik heb er absoluut geen probleem mee dat veel van deze klachten niet direct onder zijn verantwoordelijkheid vallen. Dat is een gevolg van het feit dat hij zijn bureau met succes onder de aandacht van het publiek heeft gebracht en misschien ook een aanwijzing dat andere instellingen onvoldoende duidelijk maken wie ze zijn en hoe de mensen toegang tot ze kunnen krijgen.
Ik denk dat we niet van de burgers mogen verwachten dat ze hun weg kunnen vinden in het woud van de Europese instellingen. Ze hebben wel belangrijkere dingen aan hun hoofd. Wanneer ze een klacht hebben, zullen ze naar de instantie stappen die het dichtst bij ze staat. Ik denk dat het een goede zaak dat de burgers het recht hebben om een klacht in te dienen.
Dat de Ombudsman zaken waarvoor hij geen directe verantwoordelijkheid draagt doorverwijst naar de betrokken instelling, is een uitstekende manier om dergelijke klachten af te handelen. Ik denk dat andere instellingen hier een voorbeeld aan kunnen nemen.
Een laatste punt: tien jaar na de inwerkingtreding van het Statuut van de Ombudsman bestaat duidelijk de behoefte aan een herziening. Ik verwelkom wat dat betreft het initiatief van de Ombudsman en ik zie ernaar uit om hierover in de nabije toekomst in het Parlement te debatteren.
(Applaus)
Diana Wallis, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil de Ombudsman bedanken, zowel voor zijn verslag als voor zijn interessante presentatie vandaag. Ook wil ik de heer Schwab bedanken voor zijn bijzonder deskundige verslag en analyse van het verslag van de Ombudsman. Er valt weinig te zeggen, behalve dat alles goed lijkt te gaan, in de zin dat onze burgers zich meer bewust zijn van de activiteiten van de Ombudsman. Als het aantal klachten stijgt omdat de mensen zich meer bewust zijn van wat er mogelijk is en zich meer bewust zijn van Europa, dan zal dat helpen om de burgers dichterbij ons te brengen. Daar zou het allemaal om moeten gaan. Dit soort verslagen helpen ons zien wat er speelt en hoe we de dingen in de toekomst beter kunnen doen, en dit verslag bevat een groot aantal van deze lessen.
Ik wil mijn bijdrage concentreren op een punt dat al is genoemd door andere sprekers, namelijk dat als we de burger centraal willen stellen, we ervoor moeten zorgen dat het voor onze burgers makkelijk is om een klacht in te dienen, misschien met behulp van een éénloketsysteem. Alleen een goede website hebben is misschien niet genoeg.
Er zijn op dit moment veel mensen betrokken bij het afhandelen van klachten, problemen en geschillen. We hebben de zeer goede dienst van de Ombudsman, de Commissie verzoekschriften van het Parlement, de Commissie zelf, die allemaal klachten in behandeling nemen, en wijzelf als leden van het Parlement, die door onze kiezers worden aangesproken, en daarnaast nog SOLVIT en Eurojust. Ik ben bang dat sommige Europese burgers die zich tot een van deze instanties wenden, om vervolgens alleen maar te worden doorverwezen naar een andere instantie, zich uit het veld zullen laten slaan en de handdoek in de ring zullen gooien. We moeten nadenken over manieren om deze verschillende draden met elkaar te verbinden, zodat de burgers het gevoel hebben dat ze snel een reactie krijgen op hun klacht en dat ze naar de juiste instantie worden geleid. Dat is iets waarover we moeten nadenken voor de toekomst.
Nogmaals dank voor uw verslag.
David Hammerstein Mintz, namens de Verts/ALE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de Ombudsman en de heer Schwab bedanken voor dit grondige, volledige en positieve verslag.
Allereerst wil ik me aansluiten bij het voorstel van mevrouw Wallis en net als zij pleiten voor één Europees loket voor klachten van burgers. Eén enkel loket waarin SOLVIT, de Ombudsman en de Commissie verzoekschriften worden samengebracht, en waar de klachten van de burgers naar de juiste instelling worden doorverwezen. We kunnen niet van de gewone burger verwachten dat hij in een complex labyrint als de Europese Unie zijn weg vindt.
Het enige minpunt van dit over het algemeen zeer positieve verslag vind ik de opmerking over het derde speciale verslag van de Ombudsman, dat over OLAF zou gaan en dat geblokkeerd is door de Conferentie van voorzitters. Een bepaalde zin in het verslag Schwab lijkt een rechtvaardiging te zijn van de pogingen van de Conferentie van voorzitters van dit Parlement om de Ombudsman te dwarsbomen in zijn toezicht op Europese instanties, waaronder OLAF.
Voor bepaalde inspanningen moeten we de Ombudsman in het bijzonder danken, zoals de inspanningen in verband met het milieu, een thema dat erg speelt onder de burgers. Ik wil met name het geval van de industriehaven van Granadilla op de Canarische eilanden noemen, waarbij de Ombudsman met redelijk succes een striktere toepassing van de Habitatrichtlijn heeft nagestreefd.
Ook belangrijk is het speciale verslag, waaraan ik zelf heb mogen meewerken, over transparantie bij de Raad wanneer die als wetgever optreedt. We zien dat er op dit terrein beetje bij beetje, langzaam maar zeker vooruitgang wordt geboekt.
Ten slotte wil ik duidelijk stellen dat de rol van de Commissie verzoekschriften van het Parlement absoluut niet in strijd is met die van de Ombudsman; beide instanties vullen elkaar juist aan. De Ombudsman houdt toezicht op de dagelijkse werkzaamheden binnen de Europese instellingen zelf, terwijl de Commissie verzoekschriften direct bemiddelt tussen de burgers en het communautair acquis. De dagelijkse samenwerking moet steeds vloeiender verlopen, met meer uitwisseling van informatie en meer communicatie.
Mijnheer Schwab, dank u voor uw verslag, en dank u, mijnheer Diamandouros, voor uw intensieve, veelomvattende en belangrijke werk.
Willy Meyer Pleite, namens de GUE/NGL-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil de Ombudsman, de heer Diamandouros, en onze rapporteur, de heer Schwab, bedanken voor hun beider streven naar een betere afhandeling van al dan niet administratieve klachten van de Europese burgers.
Ik denk dat de tijd rijp is voor concrete initiatieven. Er zijn al een aantal interessante ideeën genoemd, zoals het onlineformulier en een betere afbakening van de bevoegdheden van de instanties, maar mijns inziens moeten we wat verder durven gaan. We zouden moeten streven naar een administratieve gedragscode voor alle Europese instellingen, en ook één centraal loket, dat collega Hammerstein al noemde, kan belangrijk zijn.
In de verslagen wordt geconstateerd dat 24 procent van de klachten een gebrek aan transparantie betreft. Mijns inziens moeten we een openbaar debat op gang brengen over de afstand tussen de burgers en de instellingen en moeten we ons inspannen voor een volledig transparante werkwijze binnen de instellingen.
In die zin wil ik wijzen op een ander probleem dat de leden van de Commissie verzoekschriften moeten oplossen. We krijgen veel klachten van burgers over grote bouwprojecten, omvangrijke infrastructuurprojecten, die zonder de verplichte milieueffectrapportage worden uitgevoerd. Soms komt het verslag van de Europese Commissie te laat omdat de door bepaalde mammoetprojecten aangebrachte schade al onomkeerbaar is.
Ik geloof dat de Europese Commissie veel sneller moet handelen, om desastreuze gevolgen voor het milieu te voorkomen. En ieder van ons moet een steentje bijdragen aan de ontwikkeling van mechanismen voor een snelle beoordeling van dit soort projecten, om te voorkomen dat milieuschade ontstaat.
Mijns inziens is het Europees netwerk van ombudsmannen belangrijk, omdat het een sleutelrol kan spelen bij het vinden van oplossingen die klachten van Europese burgers kunnen voorkomen en de afhandeling ervan verbeteren.
Marcin Libicki, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, in zekere zin vervul ik vandaag een dubbele functie. Zoals u net heeft gezegd, spreek ik zowel namens de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten als in mijn hoedanigheid van voorzitter van de Commissie verzoekschriften. Daarom ben ik wellicht de aangewezen persoon om in deze aangelegenheid het woord te nemen. Uiteraard wil ik de heer Schwab van harte bedanken voor zijn verslag, dat in onze commissie zeer grondig voorbereid en vervolgens aangenomen is. Ik ben het bijgevolg volkomen eens met alles wat de heer Schwab heeft gezegd. Mijn bijzondere dank gaat uit naar de heer Diamandouros die zijn functie op voortreffelijke wijze uitoefent. Dat zijn werk erg gewaardeerd wordt, blijkt overigens uit het feit – ik herinner u er kort aan – dat de heer Diamandouros met meer dan 90 procent van de stemmen opnieuw tot Europese Ombudsman is verkozen.
Ik hecht erg veel belang aan de contacten die de heer Diamandouros met de Europese burgers onderhoudt, naast zijn belangrijkste taak als Ombudsman. Hij heeft meer dan 170 bijeenkomsten bijgewoond. Ik had het genoegen om in Polen zelf op een dergelijke bijeenkomst aanwezig te zijn. Daaraan namen meer dan 150 personen deel, stuk voor stuk burgers die met eigen ogen wilden zien wie de Europese Ombudsman is en wat hij te vertellen heeft en wilden horen welke boodschap hij voor hen in petto had. Dit is een van de verdiensten van de praktijkgerichte aanpak van de heer Diamandouros.
Net als alle vorige sprekers zou ik willen stellen dat de actieve betrokkenheid van de Europese Ombudsman onlosmakelijk verbonden is met, bijdraagt tot en de weerspiegeling is van een groter bewustzijn van de rechten van de Europese burgers. Dankzij de activiteiten van de Europese Ombudsman worden de EU-burgers zich in toenemende mate bewust van hun rechten. De Commissie verzoekschriften, waarvan ik voorzitter ben, werkt nauw met de Europese Ombudsman samen. Hoewel onze bevoegdheidsgebieden overeenkomsten vertonen, zijn ze niet identiek. Het is bijgevolg van cruciaal belang dat men zich terdege bewust is van de verschillen tussen de bevoegdheden van de Europese ombudsman en de Commissie verzoekschriften.
Als u toestaat, mijnheer de Voorzitter, dat ik mijn spreektijd met enkele seconden overschrijd, wil ik de aandacht graag nog op een laatste kwestie vestigen. De Commissie verzoekschriften is een orgaan van het Europees Parlement. We betreuren bijgevolg ten zeerste dat het Europees Parlement en zijn organen de Commissie verzoekschriften soms links laten liggen in de contacten met de Ombudsman. Zo was de commissie die ik voorzit bijvoorbeeld niet betrokken bij de ondertekening van een nieuw interinstitutioneel akkoord tussen het Europees Parlement en de Europese ombudsman op 15 maart 2006.
Witold Tomczak, namens de IND/DEM-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, uit het verslag over de activiteiten van de Europese Ombudsman in 2005 blijkt dat steeds meer burgers misnoegd zijn over de Europese instellingen.
Er is een schrijnend gebrek aan transparantie in de werking van de Europese instellingen. Daarnaast ontbreekt het aan een doeltreffende controle op de manier waarop onze middelen worden besteed. De schending van het recht van de burgers op informatie kan in geen geval door de beugel. De promotiecampagne voor de zogenaamde Europese Grondwet was hier een flagrant voorbeeld van.
In maart vorig jaar heb ik bij de Europese Ombudsman een klacht ingediend met betrekking tot het gebruik van acht miljoen euro om de Europese Grondwet te promoten. Enkel voorstanders van het Grondwettelijk Verdrag konden een beroep doen op deze middelen. Dit werd op 16 februari 2005 door een woordvoerder van de Europese Commissie bevestigd. Toen de media hem vroegen of het geld van de Europese Unie ook kon worden gebruikt om een campagne van tegenstanders van de Europese Grondwet te financieren, antwoordde hij – en ik citeer: “De Commissie behandelt de Europese Grondwet als haar eigen kind en de ratificatie van het document ligt haar nauw aan het hart”. Hij voegde daaraan toe: “Het Bureau voor Officiële Publicaties van de Europese Unie is niet van plan de foldertjes van de tegenstanders van de Grondwet uit te geven”.
Uit deze onverbloemde uitspraken van de woordvoerder van commissaris Wallström blijkt ontegenzeggelijk dat de tegenstanders van de Grondwet geen enkele mogelijkheid hadden, en nog steeds niet hebben, om ruchtbaarheid aan hun standpunten te geven. De Europese Commissie trok bijvoorbeeld wel 1 miljoen euro uit om aan de vooravond van het referendum in Spanje vijf miljoen strooibriefjes en stickers te laten drukken ter promotie van de Grondwet. Die werden vervolgens op openbare plaatsen uitgedeeld. Over de negatieve aspecten van de Europese Grondwet werd willens en wetens geen informatie verspreid. Zo werd het basisrecht van de Europese burgers op gelijke toegang tot informatie op schandelijke wijze met de voeten getreden.
Nadat de Europese ombudsman mijn klacht een jaar lang had onderzocht, kwam hij tot het besluit dat de Europese Commissie het recht van de burgers op gelijke toegang tot informatie niet had geschonden. Wie dan wel, vraag ik me af.
Wanneer de Europese instellingen vaststellen dat hun geloofwaardigheid zienderogen vermindert en zelfs geleidelijk aan verdwijnt, nemen ze nog krampachtiger hun toevlucht tot bedrieglijke propaganda. Ze stellen alles in het werk om de enige juiste en gerechtvaardigde visie van de Europese eenheid te financieren en voor te schrijven. Ik waardeer de inspanningen van de Ombudsman om de transparantie aangaande de werkzaamheden van de Europese instellingen te bevorderen. Er moet echter nog een lange weg afgelegd worden. Etentjes met de vertegenwoordigers van de instellingen die de Ombudsman controleren, volstaan immers niet om de geloofwaardigheid en het gezag van zijn instelling te vergroten. De functie van Europese Ombudsman zou moeten uitgroeien tot een echte Ombudsman. die onze rechten verdedigt, een ombudsman die opkomt voor de waarheid en de burgers beschermt voor de plagen van de Europese machine. Daar is echter moed en onafhankelijkheid voor nodig.
Robert Atkins (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik feliciteer de heer Schwab. Hij heeft een heel goed verslag geproduceerd en ik ben blij dat ik daaraan heb kunnen meewerken.
De Ombudsman is buitengewoon succesvol geweest, maar de ironie wil dat zijn succes de belangstelling alleen maar heeft verhoogd. Dat is overigens goed nieuws voor de Commissie verzoekschriften, waaraan de Ombudsman rapporteert en wier gezamenlijke werk met de Ombudsman zo belangrijk is.
Ik ben het volledig eens met Diana Wallis dat het van essentieel belang is dat de burgers van de Europese Unie beter worden gewezen op de faciliteiten die hun ter beschikking staan om hun grieven te uiten, en vooral op die van de Ombudsman en de Commissie verzoekschriften.
Ik feliciteer net als alle anderen de heer Diamandouros met wat hij heeft bereikt, en met name, als ik dat mag zeggen, met zijn vastbeslotenheid, nu, in het verleden en in de toekomst, om het gebruik van zijn bevoegdheden uit te leggen aan de lidstaten en de lidstaten aan te moedigen om gebruik te maken van zijn diensten. We hebben plannen om hetzelfde te doen namens de Commissie verzoekschriften en ik moet zeggen dat de combinatie van een commissaris uit Zweden, waar de ombudsman ooit is uitgevonden, en een Ombudsman uit Griekenland, krachtig en invloedrijk is.
Ik ben in het bijzonder geïnteresseerd in de speciale verslagen van de Ombudsman. Hij weet ongetwijfeld dat ik de “gemankeerde” rapporteur ben voor één zo’n verslag, dat over OLAF. Hij moet weten, en ook dit Huis moet weten, dat ik deze kwestie niet loslaat. Transparantie en openheid moeten voorop staan en dit verslag moet en zal aan de orde komen wanneer de gerechtelijke procedure is afgerond.
Zoals de voorzitter heeft gezegd, wordt de Commissie verzoekschriften steeds belangrijker en zal zij spoedig niet meer worden gezien als de Assepoester onder de commissies, die onderaan de lijst bungelt en waar weinig belang aan wordt gehecht. De activiteiten van de Ombudsman en van de Commissie verzoekschriften zijn omvangrijk en gevarieerd en ze groeien exponentieel. Het Parlement en de Conferentie van voorzitters moeten dat erkennen en deze organen de autoriteit toekennen die ze verdienen.
(Applaus)
Inés Ayala Sender (PSE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de heer Diamandouros feliciteren met zijn uitvoerige verslag, waaruit blijkt dat de verstandhouding tussen de burgers en de Europese overheid allengs beter wordt. Ik wil ook commissaris Wallström complimenteren; ik ben haar dankbaar voor haar onvermoeibare inzet voor een betere communicatie tussen de burgers en de Europese instellingen en snelle, eenvoudiger en interactieve oplossingen. En natuurlijk wil ik ook de heer Schwab feliciteren met zijn uitvoerige behandeling van deze kwesties, die routineus mogen lijken, maar ongetwijfeld het pad zullen effenen voor “meer Europa”.
Ik ben vooral blij met de vorderingen op het gebied van bemiddeling en afhandeling van klachten van de burgers en ben uitermate geïnteresseerd in de vermelde minnelijke schikkingen.
Ik zou de heer Diamandouros zelfs willen oproepen een format te ontwikkelen voor een vreedzame geschillenbeslechting dat kan dienen als Europees model. Ik ben ervan overtuigd dat door een betere, transparantere administratie zowel de overheid als de burger een grotere mate van democratie zullen genieten.
Voorts ben ik verheugd over het concrete voorstel om de websites van alle instellingen in alle officiële talen van de Unie aan te bieden.
De verwijzing van de heer Schwab naar de noodzaak van een betere samenwerking tussen het Parlement en de Europese ombudsman, zonder vooroordelen en misverstanden, lijkt me constructief en belangrijk, maar overlappingen tussen beide instanties moeten worden voorkomen: de Commissie verzoekschriften en de Ombudsman zoeken ieder nog hun eigen weg, en daarom is de deelname van de Commissie verzoekschriften aan het Europees netwerk van ombudsmannen positief.
Ten slotte vind ik het enigszins verontrustend – misschien omdat ik er niet het fijne van weet – dat de toekomst van de Ombudsman blijkbaar in de rechtbank ligt. Ik hoop niet dat dat betekent dat er vroegtijdig wordt opgehouden met het verbeteren van de voorlichting en vooral niet met de inspanningen voor minnelijke schikkingen. Meteen doorverwijzen naar de rechtbank is niet de beste manier om de band tussen burgers en Europese overheid te verbeteren, en daarbij verwijs ik naar de bestaande voorbeelden die net zijn genoemd.
In alle eerlijkheid denk ik dat het vertrouwen van de Europese burgers in hun Ombudsman juist afhangt van zijn vermogen om conflicten op vreedzame wijze op te lossen.
Mairead McGuinness (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de heer Diamandouros bedanken voor zijn verslag en de heer Schwab voor het verslag waarover we vandaag debatteren. Ik deel zijn zorg dat dit debat wat aan de late kant plaatsvindt, maar beter laat dan nooit!
De Ombudsman is de waakhond van het systeem. Ik zie hem het liefst als een rottweiler, want dat is wat we nodig hebben, en niet een tammer ras! Mijn Ierse collega’s zullen moeten grinniken om de typering rottweiler, omdat we er daar politiek gezien een van hebben in ons nationale parlement.
De Ombudsman heeft een belangrijke rol te spelen en ik deel niet de zorg van degenen die zeggen dat 70 procent van de klachten buiten zijn bevoegdheid vallen. Zoals ook anderen hebben gezegd, weerspiegelt dit het feit dat er veel frustratie bestaat en dat mensen wel bij iemand moeten kunnen aankloppen. Het is belangrijk om dat te onderstrepen. Ik ben blij dat de Ombudsman hen in zijn wijsheid niet de deur wijst, maar helpt. Daar moet hij zeker mee doorgaan. Anderen zijn het daar misschien niet mee eens, maar dat hoort bij zijn werk, en die flexibiliteit kunnen we goed gebruiken.
Ik complimenteer de Ombudsman met zijn pogingen om zijn werk meer onder de aandacht te brengen. Wij in dit Huis hebben allemaal de plicht om hem hierbij te helpen, ook al beschouw ik mijn eigen bureau – en ik denk dat andere collega’s er hetzelfde over denken – ook als een éénloketsysteem. Ik hoop dat de leden van het Parlement uiteindelijk de eerste deur zullen zijn waar burgers die een probleem hebben bij aankloppen. Het voorstel van mevrouw Wallis om een éénloketsysteem op te zetten is een goed voorstel, maar laten we niet vergeten dat we als gekozen vertegenwoordigers ook tot taak hebben informatie voor onze burgers te vergaren.
De Ombudsman moet bedenken dat wij in dit Huis vaak even gefrustreerd raken als het publiek wanneer het gaat om het verkrijgen van informatie van de Commissie. Bestuurders hebben de plicht om zichzelf als dienaars van het publiek te zien en niet als beschermers van het systeem. Indien nodig moeten we mensen trainen en hun cultuur veranderen. Ik zou het interessant vinden om van de Ombudsman te horen of hij gekeken heeft naar de houding van degenen die aan de basis van het probleem staan. Met andere woorden, is hem bij de klachten die hij heeft onderzocht iets van een verkeerde houding bij bestuurders gebleken? Als dat zo is, moeten we daar iets aan doen.
Ik wil alle betrokkenen nogmaals bedanken en ik hoop dat de hoeveelheid werk van de Ombudsman exponentieel zal groeien, zoals het hoort.
Thijs Berman (PSE). – Voorzitter, de Europese Ombudsman laat in zijn jaarverslag zien dat een kwart van de klachten komt van burgers die een gebrek aan transparantie ervaren bij de Europese instellingen. Die klachten zijn natuurlijk niet altijd terecht en ook dat staat in het uitvoerige verslag, maar toch is dit een naar verhouding groot aantal. Er valt dus nog steeds veel te verbeteren. De rapporteur wijst er terecht op dat volgens het Verdrag van Nice elke Europese instelling moet streven naar maximale openheid en toegankelijkheid.
De klachten richten zich natuurlijk meestal tegen de Europese Commissie, want daarmee hebben burgers het meest te maken, maar eigenlijk is het vooral de Raad van Ministers die zo langzaam mogelijk haast maakt. Openheid kan nog wel even wachten in de ouderwetse cultuur van de paternalistische macht, van de top down-benadering. Toch is vertrouwen een essentiële voorwaarde voor effectiviteit in het beleid. Toch heeft de wereld een sterke EU nodig die door haar burgers gedragen wordt, want er staat meer op het spel dan een beetje besturen.
Alleen Europa zal willen opkomen voor een andere globalisering, een sociale, een duurzame en rechtvaardige ontwikkeling. Alleen als Europa zich daarvoor inzet kan de EU werkelijk vertrouwen verwerven. Maar alleen een Europa dat tegelijkertijd bij elk besluit openheid biedt, krijgt ook dat vertrouwen. En als we het vertrouwen van de Europeanen in hun eigen Europese Unie blijvend willen vergroten, zijn openheid en toegankelijkheid daarom allereerst een politieke, absolute prioriteit. Europa gooi de deuren open!
Andreas Schwab (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, onder verwijzing naar het Reglement zou ik een opmerking willen maken over hetgeen de gewaardeerde collega McGuinness gezegd heeft: de rottweilers waar ze het over had, zijn honden die afkomstig zijn uit mijn geboortestad. Ik beschouw mijzelf dus als Rottweiler. Als ik u, mijnheer Diamandouros, hiermee een steuntje in de rug kan geven, doe ik dat met alle plezier.
Richard Seeber (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de vicevoorzitter van de Commissie, mijnheer de Ombudsman, geachte collega Schwab, ik dank vooral u beiden voor het uitstekende werk dat is geleverd en hoop maar dat de heer Schwab, die uit Rottweil komt, ook in politiek opzicht zo stevig kan blijven bijten als dit bekende hondenras. Ik wens hem daarbij in elk geval veel geluk.
Ook u, mijnheer de ombudsman, vervult een belangrijke rol. In mijn ogen bent u niet minder dan het relais tussen de burger en de Europese instellingen. Telkens als burgers zorgen over Europese instellingen hebben, wenden ze zich tot u. Aan u dan de taak om te bemiddelen en te proberen een oplossing te vinden. Bij niet minder dan 75 procent van de 3920 verzoekschriften die vorig jaar ingediend werden, kon een oplossing gevonden worden, hetzij door een onderzoek in te stellen, hetzij door doorzending aan de bevoegde instanties. Dat is werkelijk een zeer hoog percentage!
Ook de Europese Commissie speelt in dit verband een hoofdrol. Zij probeert in verschillende transparantie-initiatieven keer op keer openheid te tonen en ik kan haar en vooral u, mevrouw de vicevoorzitter, slechts toewensen voort te gaan op de ingeslagen weg. Zoals ieder van ons weet, hebben grote organisaties – niet alleen de Europese Commissie, maar ook in het bedrijfsleven – nu eenmaal de neiging zich te verzelfstandigen en een eigen leven te gaan leiden, wat ze moeilijk te controleren maakt. Gaat u daarom vooral door met uw transparantie-initiatief!
Tegen mijn Poolse collega zou ik willen zeggen dat ik het uiterst schijnheilig vind als hij de Commissie nu verwijt dat zij alleen positief gekleurde informatie over het Grondwettelijk Verdrag geeft. De publicaties die ik gelezen heb, waren allemaal behoorlijk objectief gehouden en ze waren nodig om de burgers duidelijk te maken waar het hier om gaat.
(Applaus)
Enerzijds meer informatie eisen en anderzijds de voorlichting op een bepaald terrein een halt toeroepen, dat is werkelijk schijnheilig! Daarom moeten we ook samen doorgaan op deze weg om dit gemeenschappelijke Europa te kunnen bouwen.
(Applaus)
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, uit het jaarverslag van de Europese Ombudsman voor 2005 kunnen we besluiten dat de Europese Ombudsman met succes de werkzaamheden heeft voortgezet om de doeltreffendheid van zijn instelling te verbeteren, teneinde een goed bestuur evenals de eerbiediging van de mensenrechten en van de beginselen van de rechtsstaat te bevorderen.
Met het oog hierop zouden we onze dank moeten betuigen aan professor Diamandouros, die aan het hoofd van de instelling staat. Het publieke profiel van de Ombudsman verdient zeer zeker lof. Het is echter verontrustend dat nog altijd 70 procent van de ontvangen klachten buiten het bevoegdheidsgebied van de Ombudsman valt. In vrijwel alle gevallen is dit te wijten aan het feit dat de klachten inhoudelijk niet tegen een instelling of orgaan van de Gemeenschap zijn gericht. Hieruit blijkt dat de afbakening van de bevoegdheden van de verschillende instellingen en de besluitvormingsprocessen voor vele Europese burgers nog altijd ondoorzichtig zijn.
Het is bijgevolg van wezenlijk belang om de rol van de Europese Ombudsman en die van de Commissie verzoekschriften van het Europees Parlement op een voor de burgers begrijpelijke manier te definiëren en af te bakenen. Het aantal klachten dat vorig jaar is ingediend, ligt 5 procent hoger dan in het voorafgaande jaar. Dit kan er enerzijds op wijzen dat de diensten van de Ombudsman steeds beter bekend en ingeschakeld worden. Anderzijds ligt de oorzaak misschien in het feit dat niet alle lidstaten een ombudsman hebben, wat tot gevolg heeft dat veel burgers zich tot de Europese Ombudsman wenden wanneer ze een probleem hebben met een nationaal, regionaal of plaatselijk bestuursorgaan.
De Ombudsman moet alles doen wat in zijn vermogen ligt om de publieke opinie op een betrouwbare manier te informeren. De burgers moeten probleemloos toegang hebben tot informatie in hun moedertaal. Zo zullen ze het gevoel krijgen volwaardige EU-burgers te zijn, wier welzijn van belang is en van wie de stem wordt gehoord.
Tot slot wil ik de rapporteur, de heer Schwab, van harte gelukwensen met dit uitstekende verslag. Ik ben ervan overtuigd dat hij in de toekomst zijn rol van waakhond, of liever van rottweiler, van de wet verder zal vervullen.
Marie Panayotopoulos-Cassiotou (PPE-DE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, vandaag, elf maanden na de viering van de tiende verjaardag van de instelling van de Europese Ombudsman, wordt het activiteitenverslag van het tiende jaar goedgekeurd. Ik wil, mijnheer de Voorzitter, de heer Diamantouros van harte gelukwensen met zijn verdienstelijke vertegenwoordiging en met de efficiënte manier waarop hij zich van zijn taken als hoeder van transparantie en behoorlijk bestuur in de Europese Unie kwijt.
Misschien zouden wij volgend jaar zijn jaarverslag vroeger en sneller in het Parlement moeten bespreken en zou de Commissie verzoekschriften als bevoegde commissie rechtstreeks contact moeten onderhouden met de Ombudsman, opdat zij op de hoogte gehouden wordt van de procedure met betrekking tot de ondertekening van interinstitutionele akkoorden tussen de Ombudsman en het Europees Parlement.
Terecht zeggen wij in paragraaf 6 van het verslag-Schwab het feit te betreuren dat er een nieuw akkoord is ondertekend dat op 1 april 2006 van kracht is geworden, dat wil zeggen voordat het verslag 2005 werd goedgekeurd. De Ombudsman heeft eveneens op 11 juli een voorstel gedaan voor herziening van zijn Statuut. In paragraaf 13 van het verslag-Schwab zeggen wij voldaan te zijn over de indiening van dit voorstel, maar ik wilde hierbij aantekenen dat de vraagstukken die in zijn verzoeken aan de orde worden gesteld, heel gevoelig liggen en dat de argumenten die hij aanvoert bijzonder zwak zijn. Het verbod om op te treden als een zaak aanhangig is voor een rechtbank, kan niet op grond van de Verdragen worden betwist. De communautaire ambtenaren moeten gehouden zijn aan beroepsvertrouwelijkheid. Wij hebben instanties die bevoegd zijn voor de behandeling van de mensenrechten, en ook wij, als rechtstreeks door de burgers gekozen Parlement, hebben de bevoegdheid om zaken te behandelen en aan de kaak te stellen. Er zijn ook talloze buitengerechtelijke procedures. De Ombudsman heeft al genoeg taken en het zou geweldig zijn indien hij met het personeel van zijn dienst – dat gelukkig voortdurend wordt uitgebreid: van 38 tot 51 en 57 leden in 2006 – alles kan afwikkelen en het hoofd kan bieden aan het steeds stijgend aantal verzoekschriften. De Ombudsman stelt echter het gebrek aan transparantie in de werkzaamheden van de Raad aan de kaak en daarom vragen wij hem in amendement 1 – waarvoor ik uw steun vraag – om niet pas na concrete klachten van burgers maar uit eigen beweging een onderzoek in te stellen naar het gebrek aan transparantie in de vergelijkende onderzoeken van EPSO evenals in de manier van aanwerving door de Europese organisaties, met inbegrip van zijn eigen dienst. Dat vraagstuk ligt zeer gevoelig bij vooral jonge Europeanen, die met duizenden deelnemen aan vergelijkende onderzoeken en interviews en geen enkel recht hebben om te vernemen waarom zij zijn gezakt.
Ik dank ook de commissaris. Zij heeft namelijk gewezen op de intentie van de Ombudsman om tijd uit te trekken en de Commissie lof toe te zwaaien.
Nikiforos Diamandouros, Ombudsman. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil alle leden van dit hooggeachte Parlement van harte bedanken voor hun zeer bemoedigende woorden. Ik put moed uit steun die ik krijg van met name deze instelling, en ik waardeer de samenwerking met u enorm. Ook verplicht ik mijzelf en mijn medewerkers ertoe om te proberen verdere vooruitgang te boeken, om meer te doen van hetzelfde en om meer te doen wat er van mij gevraagd wordt om te doen.
Ik kan helaas niet ingaan op alle opmerkingen die zijn gemaakt, maar over een paar punten wil ik wel iets zeggen.
Allereerst ben ik zeer dankbaar voor de steun die ik heb gekregen met betrekking tot het Statuut. Met permissie van mevrouw Panayotopoulos-Cassiotou wil ik in verband hiermee twee punten verhelderen, wat ik in het Grieks zal doen, aangezien zij mij in het Grieks heeft aangesproken.
(EL) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw Panayotopoulos, ik wil u verzekeren dat EPSO, het Europees Bureau voor Personeelsselectie, reeds onder de bevoegdheden van de Europese Ombudsman valt. Dit vraagstuk houdt ons trouwens bijzonder bezig en wij volgen dit op de voet.
Wat dan mijn eigen voorstellen betreft, wil ik u eveneens verzekeren dat mijn verzoek…..
(Spreker wordt onderbroken door de Voorzitter, die hem wijst op een probleem met de
(EN) Mijn excuses, mijnheer de Voorzitter. Ik had niet in de gaten dat er een probleem met de vertolking was. Ik dacht dat het een poging was om te zien of ik in mijn moedertaal kon spreken!
Met permissie van de Voorzitter wil ik mevrouw Panayotopoulos-Cassiotou en het Huis in slechts enkele woorden verzekeren dat het Europees Bureau voor personeelsselectie al binnen het mandaat van de Ombudsman valt en dat we een groot deel van onze tijd besteden aan het beantwoorden van vragen over aanwervingen.
Met betrekking tot het Statuut wil ik hier onomwonden zeggen dat de Ombudsman onder geen enkele omstandigheid vraagt om het recht om zaken aanhangig te maken bij het Europees Hof van Justitie. Het Hof en de Ombudsman zijn gescheiden organisaties. Waar we wel om vragen is het recht om voor het Hof te mogen optreden, omdat dat recht ook is verleend aan het Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming in gevallen dat er sprake is van een belangrijke schending van grondrechten. Dat is een fundamenteel verschil. Ik herhaal, we streven er onder geen enkele omstandigheid naar om toegang te krijgen tot het Europees Hof van Justitie op een wijze die niet binnen ons mandaat past.
Ik apprecieer de aanmoediging voor het instellen van één Europese Code en ik werk samen met commissaris Wallström om te bekijken of dat mogelijk is; zij heeft daar in haar eigen opmerkingen ook naar verwezen.
Ik wil met name Sir Robert Atkins bedanken voor het feit dat hij zo vastbesloten is om ervoor te zorgen dat alle speciale verslagen die door de Ombudsman aan het Parlement worden voorgelegd uiteindelijk ook in behandeling worden genomen. Ik hoop dat dit ook zal gebeuren.
Het idee van één loket is heel belangrijk. Ik zie erg uit naar de samenwerking met commissaris Wallström en met de andere instellingen. Misschien moeten we een brainstorm- en reflectieprocedure in gang zetten over dat idee, zodat we de burgers nog beter van dienst kunnen zijn. Ik wil beklemtonen dat de Europese Ombudsman en de Commissie verzoekschriften elkaar aanvullen; ik ben de commissie er dankbaar voor dat we voortdurend zullen samenwerken om vooruitgang te boeken.
Tot slot wil ik graag nog een paar opmerkingen maken. De niet-ontvankelijk verklaarde klachten zijn inderdaad erg belangrijk en we zullen proberen om dat aantal te verminderen. Maar we zullen doorgaan met het helpen van alle burgers die om de verkeerde reden bij ons aankloppen, door het netwerk van ombudsmannen van de Europese Unie te gebruiken om de klachten aan hen over te dragen, waarmee we die burgers helpen en in zekere zin het subsidiariteitsbeginsel proberen toe te passen in niet-juridische mechanismen. We werken met onze collega’s op nationaal en regionaal niveau samen om de burgers beter van dienst te kunnen zijn, en daar hoort de overdracht van niet-ontvankelijk verklaarde klachten bij.
Ik dank mevrouw McGuinness zeer voor haar buitengewoon lovende opmerkingen. Ik zie mezelf als een extern controlemechanisme op het bestuur en ja, daarom zal ik inderdaad ook als een rottweiler moeten optreden als al het andere niet is gelukt. Even afgezien van de Ierse connotaties – ik wil me hier niet verliezen in theologische haarkloverijen of in discussies over goddelijkheid – denk ik inderdaad dat dit de laatste stap moet zijn. De eerste stap, waarbij ik nauw samenwerk met de Commissie, met de secretaris-generaal van de Commissie en met mevrouw Wallström, is om de relatie met de instellingen aan te halen, om de relatie met de Commissie aan te halen, en ze te helpen begrijpen wat hun plichten zijn. Het gaat er inderdaad om dat de Europese instellingen, waaronder de Commissie, het besef wordt bijgebracht dat een cultuurverandering buitengewoon belangrijk is als ze willen begrijpen dat zij er voor de burgers zijn en niet andersom.
Dank u zeer dat u mij de tijd heeft gegeven om deze punten te verduidelijken. Ik wil dit Huis nogmaals bedanken voor de zeer bemoedigende en warme reacties op mijn verslag.
(Applaus)
De Voorzitter. Het debat is gesloten.
De stemming vindt vandaag om 12.00 uur plaats.
Schriftelijke verklaring (artikel 142)
András Gyürk (PPE-DE). – (HU) Naar aanleiding van het jaarverslag van de heer Diamandouros over zijn activiteiten als Europese Ombudsman in 2005, wil ik graag de aandacht vestigen op een kwestie waarover het Europees Parlement dit jaar al een resolutie heeft aangenomen.
In 2005 heeft de Europese Ombudsman een speciaal verslag naar het Parlement gezonden, nadat hij tot de slotsom was gekomen dat er sprake was van niet te rechtvaardigen discriminatie in de afwijkende financiële behandeling van EU-personeelsleden die kinderen met speciale onderwijsbehoeften hebben. In zijn ontwerpaanbeveling verzocht hij de Europese Commissie noodzakelijke stappen te ondernemen opdat ouders van kinderen met speciale onderwijsbehoeften die vanwege de ernst van hun handicap niet worden toegelaten tot Europese Scholen, niet hoefden bij te dragen aan de onderwijskosten van hun kinderen. Het Parlement heeft in zijn resolutie de Commissie opgeroepen het beginsel van gelijke behandeling te respecteren.
De benodigde stappen bleven echter achterwege: helaas werd er aan het begin van het schooljaar in de herfst opnieuw een leerling met speciale onderwijsbehoeften geweigerd. Vanwege het feit dat de mensenrechten in de praktijk niet worden gerespecteerd, wonen verscheidene gezinnen gescheiden van elkaar en voelen zij zich genoodzaakt Brussel – en daarmee vaak tevens de Europese instellingen – te verlaten.
Op grond van de bepalingen in het Handvest van de grondrechten en het EG-Verdrag vormen het recht op onderwijs, het beginsel van gelijke behandeling en het verbod op elke vorm van discriminatie de basisbeginselen van de rechtsorde binnen de Europese Unie. Daarom wil ik de Europese Commissie vragen om, met inachtneming van de aanbeveling van de Ombudsman en de resolutie van het Parlement en in de geest van het Europese gedachtegoed de randvoorwaarden te scheppen voor gelijkwaardig onderwijs voor kinderen met speciale onderwijsbehoeften.