De Voorzitter. - Aan de orde zijn de opmerkingen van één minuut over kwesties van politiek belang.
Romana Jordan Cizelj (PPE-DE). - (SL) Ik wil allereerst Roemenië en Bulgarije een warm welkom in de Europese Unie wensen. Ik zou het echter willen hebben over een van de voorwaarden voor de toetreding van Bulgarije tot de Europese Unie, met name de sluiting van de kerncentrale van Kozloduy. Ondanks het moderne veiligheidssysteem en de positieve beoordeling van de veiligheid door de bevoegde Europese instellingen moet Bulgarije nog voor het einde van 2006 reactoren drie en vier sluiten.
Bulgarije voert elektriciteit uit naar alle buurlanden. Meerdere Parlementsleden hebben herhaaldelijk gewezen op de enorme sociale, economische en milieuproblemen en op de moeilijkheden in verband met een verhoogde invoerafhankelijkheid en betrouwbare energievoorziening, die zouden rijzen bij de sluiting van de twee reactoren. Door de aard van het probleem verwacht ik dat de Raad flexibel zal reageren en met de Bulgaarse regering zal afspreken om de sluiting van de twee eenheden uit te stellen. In een tijd waarin we zo sterk’ de nadruk leggen op concurrentievermogen, veiligheid en duurzame energievoorziening, is de eis om Kozloduy te sluiten ronduit belachelijk.
Yannick Vaugrenard (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, bepaalde lidstaten van de Wereldhandelsorganisatie eerbiedigen de fundamentele sociale normen niet. Door de sociale rechten niet te eerbiedigen, plegen zij oneerlijke concurrentie en verstoren zij de mededingingsregels. Er is weliswaar een Europese mededeling over fatsoenlijk werk maar hoe denkt de Unie, afgezien daarvan, druk uit te oefenen op de WTO om ervoor te zorgen dat de grondrechten van de werknemers van de WTO-lidstaten worden geëerbiedigd?
In de wereld doen 200 miljoen kinderen betaald werk, 12 miljoen mensen doen dwangarbeid, meer dan 2 miljoen loontrekkers sterven ten gevolge van arbeidsongevallen of beroepsziekten, en vorig jaar zijn 145 vakbondslieden vermoord. Onder dergelijke omstandigheden mag het ons niet verbazen dat de mondialisering onze burgers angst aanjaagt.
De goede intentieverklaringen zijn lovenswaardig maar volstaan niet. Het is hoog tijd dat er straffen worden opgelegd aan de landen die profijt trekken van de openstelling van de markten, maar weigeren de conventies van de Internationale Arbeidsorganisatie na te leven. Europa moet op georganiseerde en collectieve wijze haar gewicht in de schaal leggen in de WTO om ervoor te zorgen dat aan de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie wordt voldaan.
Margarita Starkevičiūtė (ALDE). - (LT) In het Europees Parlement komen vaak onderwerpen aan de orde die van belang zijn voor alle lidstaten, maar ook onderwerpen die alleen de vertegenwoordigers van bepaalde landen interesseren. De persdienst van het Europees Parlement maakt dit verschil echter niet, en aan het Europees Parlement gelieerde nationale persdiensten, zoals die van Litouwen, verklaren dat zij in hun samenvattingen geen prioriteit kunnen geven aan vraagstukken als dat niet door de persdienst van het Europees Parlement is gebeurd. Daarom worden zaken die voor Litouwen van belang zijn, zoals de strategie voor de Baltische Zee of de betrekkingen met Rusland, onvoldoende belicht in de Litouwse persverslagen en worden deze gedegradeerd tot zaken van secundair belang. Ik verzoek het Bureau van het Europees Parlement dringend ervoor te zorgen dat er niet alleen aandacht wordt besteed aan zaken van algemeen Europees belang, maar ook aan zaken die van belang zijn voor individuele landen, wier aangelegenheden ook worden besproken in het Parlement.
Kartika Tamara Liotard (GUE/NGL). - Voorzitter, morgen stemt dit Parlement over een voorstel om de Europese vuurwerkmarkt te liberaliseren. Er is niemand in Europa die hierom heeft gevraagd, behalve de vuurwerkindustrie, wiens hand overduidelijk zichtbaar is zowel in het Commissiestuk als in het verslag.
Er zijn grote verschillen tussen de wetgeving voor vuurwerk in de Europese landen. In mijn eigen land, Nederland, zijn wij sinds de afschuwelijke ramp in een vuurwerkfabriek in Enschede bijzonder voorzichtig. Wij zitten niet te wachten om vanuit Europa een opgelegde harmonisering te krijgen waarbij we niet meer onze eigen strengere eisen kunnen stellen aan vuurwerk.
De veiligheid van de burgers dient, wat mij betreft, altijd voor de winst van de vuurwerkindustrie te gaan. Daarom zal ik morgen ook iedereen aanraden om tegen dit verslag te stemmen.
Andrzej Tomasz Zapałowski (IND/DEM). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, gisteren heeft collega Giovanni Claudio Fava het ontwerpverslag over de veronderstelde CIA-gevangenissen op Europees grondgebied voorgelegd. In dit verslag wordt Polen genoemd als enige Europese lidstaat waar die geheime detentiecentra van de CIA zich zouden kunnen bevinden. Deze bewering wordt op geen enkele manier gestaafd met bewijs; het zijn loze veronderstellingen.
Het is een schandaal, dat men een nieuwe lidstaat door het slijk probeert te halen door een beschuldiging van medewerking aan het martelen van terroristen. We kunnen ons afvragen of sommige EU-lidstaten Polen proberen te straffen voor de nauwe militaire samenwerking met de Verenigde Staten. Misschien probeert men op deze manier Polen tot de orde te roepen. Ik wil onderstrepen, dat we te veel aandacht besteden aan deze beweringen, en te weinig aan de bedreiging van het terrorisme in Europa.
György Schöpflin (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, de collega’s zullen zich de tentoonstelling van vorige week in het Parlement over het verwerven van meertaligheid op de Babeş-Bolyai-universiteit van Cluj, Roemenië, nog herinneren.
Er heeft zich een uiterst betreurenswaardig incident voorgedaan waardoor ernstige twijfels zijn gerezen over de vraag hoe gecommitteerd de universiteit is aan echte meertaligheid. In 2005 heeft de senaat van de universiteit een resolutie aangenomen waarin wordt gesteld dat mededelingen van de universiteit in drie talen moeten worden gedaan: in het Roemeens, Hongaars en Duits. Vorige week echter zijn pogingen om Hongaarstalige mededelingen in het universiteitsgebouw op te hangen met geweld verhinderd, en degenen die erbij betrokken waren zijn maandag door de universiteit de laan uit gestuurd.
Er is hier sprake van een verstrekkende tegenstrijdigheid. Of de universiteit is echt meertalig, wat betekent dat zij de volledige gelijkheid van de Hongaarse taal moet accepteren, of ze is dat niet, in welk geval ze moet ophouden met te doen alsof ze dat wel is.
Marian Harkin (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, in Ierland wordt op dit moment een zestiendaagse campagne gevoerd om het probleem van het huiselijk geweld onder de aandacht te brengen. Het is van essentieel belang dat er iets gedaan wordt aan huiselijk geweld en dat er adequate diensten beschikbaar komen, want huiselijk geweld verwoest de levens van miljoenen mensen - vrouwen, kinderen en soms ook mannen - overal in Europa.
Bewustmaking is de eerste stap. Gisteren was ik in de gelegenheid om in Letterkenny in Noordwest-Ierland een tentoonstelling over kunst en poëzie te openen die was georganiseerd door de Women’s Domestic Violence Service van Donegal, met bijdragen van drie plaatselijke scholen: Saint Columba’s, de plaatselijke vakschool en Loreto Convent.
Een kwestie die hiermee verband houdt, en die belangrijk is voor Ierland, is de mensenhandel. Ik roep onze ‘Taoiseach’, die vandaag hier in het Parlement aanwezig was, op om zowel het Verdrag van de Raad van Europa tegen mensenhandel als het VN-protocol inzake mensenhandel onmiddellijk te ratificeren. Er is vastgesteld dat Ierland een doorvoer- en een bestemmingsland is voor de handel in vrouwen en kinderen, en de bewijzen duiden erop dat georganiseerde criminele bendes internationale mensenhandelaren helpen bij het vinden van routes in Ierland.
Gerard Batten (IND/DEM). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil eer bewijzen aan de heer Alexander Litvinenko, die ingezetene van mijn kiesdistrict was. Alexander kende geen angst als het erom ging de politieke gangsters te ontmaskeren die op dit moment Rusland regeren, evenals de protégés van de KGB en de FSB, die nog steeds hoge politieke ambten bekleden in Europa. Hij heeft de hoogste prijs betaald voor zijn moed.
Ik heb in april twee keer in dit Parlement gesproken over de beschuldiging die Alexander tegenover mij heeft uitgesproken, namelijk dat Romano Prodi op een of andere manier een agent van de KGB zou zijn geweest. Alexander vertelde me dat de sleutel tot het begrijpen van de vermeende relatie van de heer Prodi met de KGB in de jaren zeventig een man met naam Sokolov is, die ook bekend is onder naam Konopkine en die voor TASS in Italië werkte.
Omdat Alexander hier geen getuigenis meer over kan afleggen, waartoe hij wel genegen, bereid en in staat was, neem ik met genoegen de honneurs voor hem waar.
Witold Tomczak (IND/DEM). - (PL) Voorzitter, wij willen dat in Polen, net als in Zweden, via een referendum wordt besloten over het inruilen van onze nationale munt tegen de euro.
Het toetredingsverdrag uit 1994, waar de toetredingsvoorwaarden voor Zweden in vervat staan, verplicht de regering in Stockholm om de Zweedse kroon in te ruilen tegen de euro. Toch is in dat land een referendum over de invoering van de euro uitgeschreven in 2003. De uitkomst was een overwinning voor de voorstanders van het behoud van de kroon, en zodoende heeft men afgezien van invoering van de euro.
Ook de Polen hebben het recht om zich uit te spreken over een voor hen zo belangrijk onderwerp. Op dit moment denkt wel 36 procent van mijn landgenoten dat de euro de prijzen zal opdrijven en de levensomstandigheden zal doen verslechteren. Zij zijn van mening dat invoering van de euro een politiek experiment is dat waarschijnlijk geen voordeel zal opleveren. Wij willen het Poolse monetair beleid niet in handen geven van de Europese Centrale Bank in Frankfurt.
Oldřich Vlasák (PPE-DE). - (CS) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, niet alleen in de Tsjechische Republiek wordt er driftig gesproken over de verhoging van de verbruiksbelasting op bier, waarover de Raad van ministers van Financiën van de Europese Unie gisteren heeft beraadslaagd. Belastingheffing op bier, en op alcoholische dranken in het algemeen, dient te worden bekeken in diens specifieke context. Wij Tsjechen beschouwen bier namelijk als een onlosmakelijk onderdeel van onze nationale eetcultuur, net zoals de Fransen een goed glas wijn niet versmaden. Net zoals veel van mijn Franssprekende collega’s zich onmogelijk een goede lunch kunnen voorstellen zonder een glas rode wijn, kan ik mij niet onze traditionele lunch voorstellen zonder een halfliterglas goed Tsjechisch bier. Het veto dat Tsjechië gisteren heeft uitgesproken tegen de verhoging van de verbruiksbelasting op bier dient daarom niet alleen te worden gezien als een oproep tot een veelomvattende oplossing voor deze problematiek, maar ook als een poging om principieel alle Europese vraagstukken te behandelen op basis van gelijkwaardigheid.
Dames en heren, indien we ten strijde willen trekken tegen de negatieve gevolgen van alcoholgebruik, laten we dan één en dezelfde soort belasting heffen op alle soorten alcoholische dranken. Indien we de Europese landbouw een impuls willen geven, laten we dan het gemeenschappelijk landbouwbeleid hervormen en alle boeren gelijkelijk ondersteunen. Indien we willen strijden tegen het terrorisme, laten we er dan voor zorgen dat alle lidstaten zich in dezelfde mate inzetten voor deze strijd.
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, een jaar geleden heeft Rusland een embargo opgelegd op de invoer van sommige Poolse producten van dierlijke en plantaardige oorsprong. Dit was een van de redenen waarom Polen de onderhandelingen tussen de Europese Unie en Rusland over een nieuw partnerschaps- en samenwerkingsakkoord, waarover we vandaag gedebatteerd hebben, heeft geblokkeerd.
Met dit veto is Polen opgekomen voor zijn eigen belangen. Het veto was een test voor de Europese eenheid jegens Rusland en een uiting van een sterke geest van solidariteit in de Unie, een test waarvoor de Europese Unie met glans is geslaagd. De Unie heeft aangetoond oog te hebben voor de belangen van de afzonderlijke lidstaten. Het is alleen jammer dat de voorzitter van de Europese Commissie, de heer José Manuel Barroso, pas na een jaar Rusland opriep het embargo in te trekken, met het argument dat het invoerverbod ongegrond was.
Door het Poolse veto zijn voor de hele EU ongewoon belangrijke onderhandelingen over een nieuwe overeenkomst met Rusland niet doorgegaan. De huidige overeenkomst is al tien jaar oud en biedt geen oplossing voor de huidige problemen. Zonder een nieuwe overeenkomst is een gemeenschappelijk handels- en energiebeleid met Rusland, dat voor de hele Europese Unie van groot belang is, onmogelijk. Dus kunnen we alleen maar hopen dat in de toekomst een unilateraal embargo door een derde land tegen een lidstaat van de Europese Unie direct met hulp van de Europese Commissie wordt opgelost, zonder dat daarvoor essentiële onderhandelingen, zoals deze onderhandelingen over het gemeenschappelijk beleid van de Europese Unie jegens Rusland, moeten sneuvelen.
Marco Cappato (ALDE). - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, nu wij vandaag met elkaar zitten te discussiëren over het besluit om de toetredingsonderhandelingen met Turkije af te remmen, komt het me voor dat wij één ding toch absoluut niet moeten vertellen aan onze publieke opinie: dat die vertraging te wijten is aan de kwestie-Cyprus. Waarschijnlijk is slechts één op de duizend of tienduizend Europeanen bekend met de details van die onderhandelingen.
De waarheid is dat dit Europa bang is en inspeelt op de angst van degenen die illegale immigratie, fundamentalisme en terrorisme over één kam scheren. Men tracht deze vijanden weg te jagen alsof ze van buiten onze grenzen komen, en daarom wordt Turkije als zondebok beschouwd. Toch moet op dit soort angsten helemaal niet ingespeeld worden. Men zou er juist korte metten mee moeten maken via een politiek leiderschap van Europa dat ons een grote droom voor ogen weet te stellen, een visie van een niet-confessioneel, tolerant, gematigd en moedig Europa, van een Europa dat zijn deuren durft open te gooien om de externe vijanden, maar vooral de interne vijanden te verslaan, want die zijn er in steeds grotere getalen.
Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het Poolse ‘nee’ tegen een EU-onderhandelingsmandaat voor besprekingen met Rusland is geen daad tegen Rusland, en al helemaal geen ‘nee’ tegen onderhandelingen over de sluiting van een goede partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Rusland.
Ons standpunt was noodzakelijk, ook al weten we dat het een uiterste noodgreep is. In de toekomst willen we vermijden dat zulke situaties zich opnieuw voordoen. Ik zou graag willen, dat de EU en met name de Commissie en de Raad de hand in eigen boezem staken en keken naar de manier waarop de instellingen in dit conflict te werk zijn gegaan.
Ik heb zelf regelmatig drie commissarissen benaderd: die van handel, landbouw en voedselveiligheid. Ik heb vragen gesteld in de debatten van het Parlement, en ook in de Commissie voor landbouw en plattelandsontwikkeling. Ik stel vast, dat er in deze kwestie niet goed is samengewerkt door de verantwoordelijke directoraten-generaal en commissarissen. In de toekomst is in dergelijke situaties de steun en het gezamenlijk optreden van alle lidstaten van doorslaggevend belang. Hetzelfde geldt voor het standpunt dat de instellingen van de Europese Unie innemen.
Marios Matsakis (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, verslaving aan harddrugs is een wereldwijde ziekte waarvoor geen echte remedie bestaat. Mensen die aan deze ernstige ziekte lijden, moeten hun dagelijkse hoeveelheid drugs hebben, ongeacht de kosten of het gevaar voor henzelf. Ze zullen stelen, zichzelf prostitueren of moorden om aan hun dagelijkse dosis te komen. Door toe te geven aan hun verslaving vormen ze het fundament onder de florerende activiteiten van criminele drugshandelaren. Velen van hen zullen sterven als gevolg van hun verslaving, anderen zullen ernstige complicaties krijgen.
Onze samenleving heeft geprobeerd dit probleem onder controle te krijgen met behulp van dure politiemethoden, deels uit onwetendheid en deels uit wanhoop. Deze methoden hebben faliekant gefaald, omdat drugsverslaafden de hulp van een dokter nodig hebben, niet die van een politieagent. Recentelijk heeft een aantal hoge politiefunctionarissen in het Verenigd Koninkrijk, waaronder een plaatsvervangend hoofd van de regionale politie, de moed gehad om op te roepen tot een verandering van tactiek. Ze hebben gelijk! We moeten overwegen de moedige stap te nemen om de slachtoffers van drugsverslaving te behandelen door hen hun dagelijkse dosis drugs te verschaffen in een gecontroleerde medische omgeving, zonder kosten, zonder complicaties, zonder politie en justitie en zonder criminaliteit. Laten we ze nu eindelijk als patiënten gaan behandelen, en niet als criminelen.
Daniel Caspary (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik zou iets willen zeggen over de uitzending van onze vergaderingen. Wanneer een plenaire vergadering van het Parlement plaatsvindt, zoals nu, en we belangrijke onderwerpen behandelen, zoals straks het zevende kaderprogramma voor onderzoek, dan is het volgens mij volkomen onaanvaardbaar dat de diensten van het Parlement alles belangrijker vinden dan het opstellen van een aantal camera’s om dit debat via internet uit te zenden, en indirect dan ook de andere media ter beschikking te stellen. Ik zou u zeer dankbaar zijn als u hier iets aan deed, want het heeft directe gevolgen voor ons werk.
Vytautas Landsbergis (PPE-DE). - (LT) Uit de gebeurtenissen van de afgelopen maanden in de betrekkingen tussen de Europese Unie en Rusland blijkt dat Europa de werkelijkheid onder ogen begint te zien. De strategische partner met zogenaamde “gemeenschappelijke waarden” is al gedegradeerd tot een pragmatische partner, en het zal niet lang duren voor Europa Iran, met al zijn energiebronnen, eveneens erkent als pragmatische partner. Steun aan terroristen zal geen belemmering vormen. We hebben al geaccepteerd dat volgens de “soevereine” wetten van Rusland agenten tegenstanders van het regime waar ook ter wereld mogen vermoorden. We accepteren dat het Kremlin openlijk tegen Europa zegt dat de waarden die wij koesteren, kunstmatig zijn en dat het waarschuwt tegen de verspreiding van het kolonialisme van de Europese democratie. We houden onze mond en hopen daarvoor in ruil een energiehandvest in de wacht te slepen, hoewel Rusland herhaaldelijk heeft gezegd het document te zullen herschrijven naar zijn eigen smaak en Europa tot zwichten te zullen dwingen. Pas geleden heeft Polen nog geprobeerd het beginsel van Europese solidariteit te verdedigen, en daar was de EU ontstemd over. We schoven het door de Polen geopperde energieprobleem terzijde en spraken alleen over vlees. Daarom is het zinloos om over een grondwettelijke consensus te praten als we geen solidariteitsconsensus in onze geest en in ons hart dragen, en als Rusland niet alleen een gaspijplijn, maar ook Europese politici kan kopen.
De Voorzitter. - Hiermee zijn wij aan het einde gekomen van de opmerkingen van één minuut over kwesties van politiek belang.