De Voorzitter. - Aan de orde is de aanbeveling voor de tweede lezing van de Commissie vervoer en toerisme betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (herschikking) [09010/1/2006 C6-0312/2006 2003/0252(COD)] (rapporteur: Mathieu Grosch) (A6-0414/2006).
Mathieu Grosch (PPE-DE), rapporteur. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, het was een hele klus. Tweeënhalf jaar geleden zijn we ermee begonnen. De verkiezingstijd was niet de gunstigste periode om al in eerste lezing overeenstemming te bereiken, maar we hebben het dossier naar mijn mening tot een goed einde gebracht. Ik wil vooraf graag mijn collega’s van de commissie bedanken, want we hebben een zeer openhartige discussie gevoerd en ook geconstateerd dat de verschillen niet zozeer van partijpolitieke aard waren, maar veeleer terug te voeren waren op verschillende tradities. Ik wil vooral degenen bedanken die het voorstel ondanks de gevoeligheden in hun eigen land in grote mate hebben gesteund.
Mijn dank gaat ook uit naar de Raad. Zowel het Finse als het Oostenrijkse voorzitterschap en niet te vergeten het Luxemburgse voorzitterschap, dat de basis legde voor het compromis, hebben er mede voor gezorgd dat we de zaak morgen tot een goed einde kunnen brengen.
(FR) Commissaris, ik wil ook u mijn dank uitspreken, want u en uw team hebben dit project op zeer effectieve wijze gesteund. Ik ben erg onder de indruk van de deskundigheid waarmee uw ambtenaren dit complexe dossier hebben behandeld. Zij hebben ons daardoor naar mijn mening zeer waardevolle oplossingen aan de hand gedaan.
(DE) De uitdagingen waarvoor we bij deze richtlijn staan, kunnen mijns inziens als volgt worden samengevat.
Allereerst vonden we het belangrijk om aan de bestaande 110 of 129 rijbewijzen niet het zoveelste nieuwe rijbewijs toe te voegen, maar om op den duur tot één enkel Europees rijbewijs te komen. Dat had echter vooral een symbolische betekenis. We wilden namelijk via de inwisseling van rijbewijzen eerst eens inventariseren welke rijbewijzen in omloop zijn. Als we over de nodige documenten beschikken, weten we precies hoeveel rijbewijzen er in de verschillende lidstaten in omloop zijn en wie ze bezit, zodat informatie kan worden uitgewisseld.
Uiteindelijk ging het ons ook om de verkeersveiligheid. Vooral op het gebied van motorrijwielen moest er hoognodig iets gebeuren. Daarin zijn we ook geslaagd. Verder is in de richtlijn sprake van een goed evenwicht tussen zuinigheid en veiligheid, vooral op het gebied van caravans. De gemeenschappelijke uitdagingen hebben tot een gemeenschappelijk standpunt geleid. De lidstaten zullen in zes jaar tijd bij nieuwe aanvragen het nieuwe rijbewijsmodel invoeren. Deze operatie zal - hoewel ze gefaseerd wordt uitgevoerd - uiteindelijk betrekking hebben op 300 miljoen burgers. Het heeft voor deze burgers echter meer dan alleen een symbolische waarde. Juist deze meerwaarde heeft ieder van ons overtuigd. De mobiliteit zal immers verbeteren. Met één enkel rijbewijs, dat overal wordt erkend, zal er een einde komen aan de problemen in verband met de erkenning van verworven rechten in de verschillende landen, niet alleen voor toeristen, maar ook voor beroepschauffeurs. Dat wordt nu met dit voorstel voor eens en voor altijd geregeld. De rechtszekerheid is een van onze belangrijkste oogmerken en die hebben wij met dit project gecreëerd.
Aangezien dit een compromis is, moet er iets worden gezegd over de termijnen. Ik had zelf natuurlijk het liefst gezien dat de hele operatie, zowel de eerste omwisseling als de procedure voor de periodieke omwisseling, binnen tien jaar zou zijn afgerond. Bepaalde landen wilden de termijn voor de definitieve omwisseling echter vastleggen op twintig jaar. Ik ga in dit geval dan maar wijselijk uit van het principe: beter laat dan nooit. Toch hoop ik dat een en ander eerder wordt uitgevoerd dan op de uiterste datum waarin de richtlijn voorziet.
Een van de belangrijkste aspecten blijft in mijn ogen de veiligheid. Op dit terrein hebben wij aan twee zaken prioriteit gegeven. In de eerste plaats willen we het zogenaamde rijbewijstoerisme tegengaan. Als de lidstaten willen meewerken, kunnen de gegevens waarover de verschillende lidstaten beschikken, worden gebruikt om rijbewijstoerisme tegen te gaan na intrekking, beperking of schorsing van de rijbevoegdheid. Wij vinden dat iemand die in een van de lidstaten een gevaar op de weg is, ook in de overige zesentwintig lidstaten een rijverbod moet krijgen. De basis is gelegd. Het wachten is nu op een duidelijk signaal van de lidstaten.
Het tweede punt met betrekking tot de veiligheid betreft de motorrijwielen. De gefaseerde toegang tot zware motoren, een beginsel dat op den duur wellicht ook op andere gebieden zal worden ingevoerd, is in de eerste plaats gebaseerd op statistische gegevens over ongevallen, die helaas nog geen positief beeld laten zien. In de tweede plaats vormt het ook een goede combinatie van theorie en praktijk. Door de theorie vooraf te laten gaan aan de praktijk wordt de toegang vergemakkelijkt.
Op het gebied van caravans werd een goed evenwicht gevonden tussen zuinigheid en veiligheid. Ik ben blij dat de Commissie ons voorstel heeft overgenomen. We hebben voor kampeerwagens en caravans niet alleen gevraagd om het extra rijbewijs B+E, maar vanaf een bepaalde gewichtsgrens ook om een klein examen.
Tot slot wil ik opmerken dat deze richtlijn dankzij de goede samenwerking tussen de drie instellingen en tussen de afgevaardigden in het Parlement een meerwaarde voor de burgers bezit: meer rechtszekerheid, meer verkeersveiligheid, meer mobiliteit en minder rijbewijstoerisme. Bovendien is de richtlijn bevorderlijk voor de economie en het toerisme. Over het geheel genomen vind ik dan ook dat we met dit verslag hebben laten zien tot welke pragmatische oplossingen de Commissie vervoer en toerisme in staat is.
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik bied u mijn verontschuldigingen aan. Iemand die, zoals ik, zoveel jaren de eer heeft gehad om zitting te mogen hebben in parlementaire vergaderingen, mag eigenlijk nooit te laat komen. Mijnheer de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, ik vraag u mij te verontschuldigen.
Dat gezegd zijnde ben ik in des te grotere verlegenheid gebracht omdat ik hulde moet betuigen aan het uitstekende werk dat het Parlement heeft geleverd met betrekking tot dit zeer belangrijke onderwerp: de richtlijn betreffende het rijbewijs. Tegen de heer Grosch wil ik zeggen dat ik hem zeer erkentelijk ben, want zijn verslag is van zeer hoge kwaliteit. Ik wil hem en de Commissie vervoer en toerisme hartelijk en oprecht bedanken voor hun steun voor het voorstel van de Commissie.
Uit de vele reacties die dit voorstel in de loop van het wetgevingsproces heeft losgemaakt, blijkt wel hoezeer dit onderwerp u ter harte gaat. Dat is ook begrijpelijk: het rijbewijs is heden ten dage het meest verbreide diploma in de Unie. Bijna 300 miljoen mensen hebben er een en zijn ervan afhankelijk voor hun mobiliteit en dus voor hun dagelijks leven. Het aantal mensen dat er verstand van heeft, of meent te hebben, is bijna even groot als het aantal houders van een rijbewijs en iedereen heeft er wel een mening over.
Niettemin tekent zich, na het politieke akkoord dat in maart jongstleden in de Raad werd bereikt, en na de goedkeuring door de Commissie vervoer en toerisme, een brede consensus af, hetgeen bevestigt dat de door de Commissie voorgestelde doelstellingen door de andere instellingen worden gedeeld. Het proces mag dan wat langer hebben geduurd dan voorzien, vandaag zijn we op het punt aangekomen dat over dit zeer gevoelige voorstel een akkoord in tweede lezing met de Raad kan worden bereikt. We zijn er bewust van geworden dat dit voorstel voor een derde richtlijn betreffende het rijbewijs om toepassing vroeg van de nieuwe comitologieprocedure. Langs die weg zal de wijziging van de technische bijlagen transparanter kunnen plaatsvinden. Het duurde niet lang voordat er tijdens de informele onderhandelingen tussen Parlement, Raad en Commissie een akkoord werd bereikt over dat punt. Ik sta dan ook zeer welwillend tegenover de amendementen van het Parlement over dit specifieke onderwerp.
Ik ben zo vrij, mijnheer de Voorzitter, om kort de drie doelstellingen langs te lopen die met dit voorstel voor een richtlijn betreffende het rijbewijs worden nagestreefd en ik ben het daarbij roerend eens met de zeer ter zake doende woorden van de heer Grosch.
De eerste doelstelling is bijdragen aan de bestrijding van fraude. Op termijn komt er een enkel rijbewijsmodel in creditcardformaat in de plaats van de minstens 110 bestaande modellen. De administratieve geldigheid van het rijbewijs zal worden beperkt tot tien jaar met een mogelijkheid van verlenging tot vijftien jaar. We zullen meer nadruk leggen op het beginsel van één rijbewijs per bestuurder en we zullen een optionele microchip invoeren. Tot zover wat de fraudebestrijding betreft, waar de heer Grosch heel duidelijk over was.
De tweede doelstelling is de verkeersveiligheid verbeteren. Welnu, we voeren een echt rijbewijs in voor de kwetsbaarste groep tweewielergebruikers, namelijk bromfietsers; we versterken de gefaseerde toegang tot het besturen van motorfietsen en vrachtwagens; we herdefiniëren de voertuigcategorieën B en B+E voor het besturen van een auto met een zware aanhangwagen, en tenslotte voeren we - en dat lijkt me een bijzonder belangrijk punt - een verplichte opleiding en nascholing voor examinatoren in.
De derde doelstelling is het vrije verkeer vergemakkelijken. We bekrachtigen het beginsel van wederzijdse erkenning van rijbewijzen binnen de Europese Unie, we harmoniseren de regels met betrekking tot de geldigheid van rijbewijzen, en we harmoniseren de frequentie van de medische keuringen van vrachtwagenbestuurders.
Tot slot wil ik zeggen dat de tekst van het gemeenschappelijk standpunt met de amendementen van de comitologieprocedure een prima compromis vormt. Mijns inziens is het eindresultaat een evenwichtige tekst die werkelijk een vooruitgang betekent ten opzichte van de huidige richtlijn. Dankzij het uitmuntende werk van de heer Grosch is een stap vooruit gezet in de verwezenlijking van ons gemeenschappelijke doel, namelijk om het aantal verkeersdoden in de Europese Unie voor 2010 met de helft terug te brengen.
Met uw welnemen, mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, wil ik in navolging van uw rapporteur, de heer Grosch, de wens uitspreken dat de lidstaten niet tot het laatste moment wachten met het invoeren van dit Europese rijbewijs, dat een sterk signaal zal zijn van ons Europese burgerschap en van de verantwoordelijkheid die iedere automobilist op zich neemt als hij of zij een auto bestuurt.
Georg Jarzembowski, namens de PPE-DE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de vice-voorzitter van de Commissie, dames en heren, ik zal het kort houden. In de eerste plaats wil ik met name de heer Grosch bedanken voor alles wat hij heeft gedaan. Aan buitenstaanders moeten we echter wel eerst duidelijk maken wat zijn verdiensten precies zijn. Voor de burgers lijkt het immers alsof hij slechts drie amendementen voor de comitologieprocedure heeft opgesteld en voor het overige de Raad zijn zin heeft gekregen. Het is echter de heer Grosch geweest die in samenwerking met zijn schaduwrapporteurs wekenlang, zo niet maandenlang, heeft onderhandeld om tot een behoorlijk gemeenschappelijk standpunt van de Raad te komen dat ook acceptabel was. We moeten daar expliciet op wijzen, want anders denken de burgers dat wij het gemeenschappelijk standpunt zomaar goedkeuren. Nee, we zijn de heer Grosch en de andere afgevaardigden dankbaar dat ze wekenlang hebben onderhandeld, zodat de Raad nu een gemeenschappelijk standpunt heeft voorgelegd waarover met ons overeenstemming is bereikt.
Ik wil nog twee korte opmerkingen maken: ik behoor tot de afgevaardigden die tegen de verplichte omwisseling en tegen de beperkte geldigheidsduur van rijbewijzen waren. We werden het er echter over eens dat het, omwille van de verkeersveiligheid en de fraudebestendigheid van de documenten, voor burgers acceptabel is om na 26 jaar het rijbewijs om te wisselen. Velen van ons hoeven dat misschien niet meer te doen, als ze verstandig zijn. Daarom is 26 jaar wel een goed compromis, dat voor ons in ieder geval acceptabel is.
Dan mij laatste opmerking. Mijnheer de commissaris, u zei terecht dat we hopen dat veel lidstaten al deze maatregelen al eerder uitvoeren. U moet er echter wel op toezien dat de lidstaten aan de door hen toegezegde uitwisseling van gegevens met betrekking tot rijbewijzen ook snel uitvoering geven. We zullen het rijbewijstoerisme alleen kunnen bestrijden wanneer de lidstaten de desbetreffende gegevens uitwisselen en weten dat ze aan een bepaalde persoon geen rijbewijs mogen afgeven omdat hem of haar een straf is opgelegd. Laten we er dus voor zorgen dat de lidstaten het informatienetwerk snel tot stand te brengen.
Ewa Hedkvist Petersen, namens de PSE-Fractie. - (SV) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, eindelijk kunnen wij de eerste stappen zetten in de richting van een gemeenschappelijk Europees rijbewijs. Helaas heeft men ons een termijn opgedrongen van maximaal 26 jaar waarbinnen alle lidstaten het gemeenschappelijk rijbewijs moeten hebben ingevoerd. Dat is een veel te lange periode. Ik geloof net als eerdere sprekers dat het sneller zal gaan. We moeten de lidstaten nu aansporen om deze kwestie serieus te nemen en om zich ervoor in te spannen dat we eerder een gemeenschappelijk rijbewijs krijgen, dat ook met regelmatige tussenpozen wordt vervangen. Bovendien moeten we de Commissie aansporen om de lidstaten bij deze inspanningen te steunen, precies zoals de heer Jarzembowski zei.
Dit is een belangrijke kwestie voor de burgers, omdat dit zo velen van hen aangaat. De meeste burgers in Europa hebben een rijbewijs. Eén ding weten wij zeker, namelijk dat de burgers willen dat het rijden in eigen land en in andere landen eenvoudig is en zij hun rijbewijs kunnen gebruiken zonder administratief gedoe. De burgers willen echter ook dat de weggebruikers een goede rijopleiding hebben gehad. Degenen die verkeersmisdrijven plegen of de regels schenden, moeten daarvoor gestraft kunnen worden, ook als ze uit een ander land komen.
In de loop van de tijd moet het nieuwe gemeenschappelijke rijbewijs aan al deze eisen voldoen. Natuurlijk mag het geen 26 jaar duren. Zoals reeds is benadrukt, gaat het erom de verkeersveiligheid te bevorderen, maar tegelijkertijd moet sociale dumping worden tegengegaan, zodat degenen die willen profiteren van het feit dat er valse rijbewijzen in omloop zijn, daar geen financieel voordeel van kunnen hebben.
Ook ik wil eindigen met alle collega’s te bedanken voor onze samenwerking. We hebben lang aan dit onderwerp gewerkt, en velen van ons hebben zich in het debat gemengd. Tot slot wil ik nog toevoegen dat ik het een goede zaak vind dat motorrijders stapsgewijs toegang krijgen tot het berijden van de motorfiets. Ik denk dat dat goed is voor de verkeersveiligheid.
Danutė Budreikaitė, namens de ALDE-Fractie. - (LT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de aanbeveling met betrekking tot de ontwerprichtlijn van de Europese Commissie inzake de nieuwe versie van het rijbewijs, die de richtlijn van 1991 moet gaan vervangen, lost een aantal belangrijke kwesties op, te weten het verkleinen van de kans op fraude, het waarborgen van het recht van vrij verkeer van burgers en het verbeteren van de verkeersveiligheid.
Ik wil het belang van zo’n rijbewijs voor het vrij verkeer van burgers benadrukken. In de EU bestaat het rijbewijs in meer dan honderd verschillende vormen, met verschillende geldigheidsperioden en verschillende tussenpozen voor medische keuringen van beroepschauffeurs.
Het vrij verkeer van personen schept ook mogelijkheden voor het misbruik van rijbewijzen. Een EU-burger die wegens een overtreding niet meer mag rijden in zijn eigen land, kan een rijbewijs in een ander land krijgen. Dit gedrag van gewetenloze automobilisten en chauffeurs brengt de verkeersveiligheid in heel Europa in gevaar. Daarom is het echt van het hoogste belang om het beginsel van een uniform rijbewijs door te voeren.
De periode voor de tenuitvoerlegging van de richtlijn is ongerechtvaardigd lang. De geldigheid van het rijbewijs kan tot 15 jaar worden verlengd, en worden gewijzigd – we hebben het dan over een periode van zo’n 20 jaar vanaf het moment van inwerkingtreding van de richtlijn.
Dergelijke periodes doen echt afbreuk aan de door de Commissie in de aanbeveling gestelde doelen van fraudebestrijding en verbetering van de verkeersveiligheid. Die doelen zijn op die manier verder weg dan ooit.
Michael Cramer, namens de Verts/ALE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik mijn hartelijke dank uitspreken aan het adres van de rapporteur. Kennelijk heeft het hem de meeste tijd gekost om met zijn fractiegenoot, de heer Jarzembowski, tot een akkoord te komen. Maar dat is gelukt, en dat was de moeilijkste klus. Mijn hartelijke felicitaties!
Na een discussie die begin jaren negentig - meer dan tien jaar geleden - van start ging, wordt het uniforme EU-rijbewijs in creditcardformaat nu eindelijk realiteit. Het komt in de plaats van de 110 verschillende rijbewijzen. Het moet iedere tien of vijftien jaar worden vernieuwd en van een recente pasfoto worden voorzien. Hoewel een geneeskundige keuring niet verplicht is - in Italië is zo’n keuring al jarenlang de normaalste zaak van de wereld -, draagt het EU-rijbewijs toch bij aan de verkeersveiligheid, omdat daarmee het rijbewijstoerisme wordt tegengegaan. Wie door te hard rijden of te veel alcohol in het bloed zijn papiertje kwijtraakt, kan op dit moment naar het buitenland uitwijken en daar een nieuw rijbewijs halen. Deze praktijk brengt grote risico’s voor de verkeersveiligheid met zich mee. De verkeersovertreders wijken namelijk vaak naar Polen of Tsjechië uit en ontlopen op deze wijze niet alleen de straf waarmee het rijbewijs voor een aantal maanden is ingetrokken, maar omzeilen zo ook de dringend noodzakelijke medische en psychologische keuring.
Met het EU-rijbewijs zal dat niet meer mogelijk zijn. All-inpakketten, waarmee alcohol-, drugs- en snelheidsovertreders in het buitenland een nieuw rijbewijs konden halen, zijn straks niet meer verkrijgbaar. Op die manier ontliepen wegpiraten voor duizend euro niet alleen de vervelende wachttijd, maar ook de kostbare medische en psychologische keuring. Gezien het grote aantal ongevallen die door te hard rijden en dronkenschap worden veroorzaakt, is dit een belangrijke bijdrage aan de verkeersveiligheid. Uit steekproeven is namelijk gebleken dat van 75 procent van de Duitse automobilisten met een buitenlands rijbewijs het rijbewijs al eens was ingetrokken vanwege drugs- of alcoholproblemen. Met het EU-rijbewijs wordt een dergelijk misbruik onmogelijk, omdat een zorgvuldige uitwisseling van gegevens dat verhindert.
Helaas trapte Duitsland, het land waar ik vandaan kom, op de rem. Nadat het besluitvormingsproces al 15 jaar in beslag had genomen, drukte mijn land ook nog een overgangstermijn van 26 jaar erdoor, voordat de houders van een rijbewijs hun papiertje moeten omwisselen. Dat is in de eerste plaats sociaal onrechtvaardig ten opzichte van toekomstige generaties. Nieuwe rijbewijshouders zullen vanwege de vernieuwingstermijn al hun tweede rijbewijs hebben voordat de oude generatie het rijbewijs voor de eerste keer moet omwisselen. In de tweede plaats betekent dit dat de overheid doorgaat met het gedogen van de georganiseerde criminaliteit, doordat de uitwisseling van gegevens wordt vertraagd.
In het belang van de verkeersveiligheid, maar zeker vanwege het langdurige besluitvormingsproces hadden het Parlement en de Raad van iedere overgangstermijn moeten afzien. Ze hadden een uniforme regeling moeten vaststellen voor de geldigheidsduur van oude en nieuwe rijbewijzen. Het staat de lidstaten vrij de termijnen te verkorten. Daarom roep ik u ertoe op ervoor te zorgen dat het EU-rijbewijs binnen tien jaar een feit is.
Erik Meijer, namens de GUE/NGL-Fractie. - Voorzitter, er bestaat al vele jaren ergernis over twee grote problemen rondom het rijbewijs. Het ene is het rijbewijstoerisme waardoor mensen die daarop eigenlijk geen recht hebben, toch over een rijbewijs kunnen beschikken. Het andere is de gevaarlijke situatie voor berijders van voertuigen op twee wielen temidden van het drukke autoverkeer. Het tweede probleem zouden we ook nationaal kunnen oplossen, maar het eerste niet.
We kennen al vanouds de situatie dat autorijlessen worden gevolgd tijdens vakanties en dat daarna in het Midden-Oosten of het Caribisch gebied een rijbewijs wordt verstrekt dat niet voldoet aan de eisen die we daaraan thuis stellen.
Nog erger wordt het als iemand, van wie na een ernstige verkeersfout of roekeloos rijgedrag als straf het rijbewijs is ingetrokken, de kans krijgt om een nieuw rijexamen af te leggen in een andere lidstaat van de Europese Unie. Door de wederzijdse erkenning van nationale rijbewijzen kan hij of zij dan ondanks de eerdere intrekking het recht krijgen om in eigen land opnieuw een auto te besturen. Zulke personen maken misbruik van het bestaan van staatsgrenzen en veroorzaken een ernstige bedreiging voor de verkeersveiligheid.
Het is een kerntaak van de Europese Unie om grensoverschrijdende vormen van overlast en miscommunicatie te bestrijden en de tot nu toe bestaande situatie met betrekking tot de rijbewijzen is daar een van. Het is hard nodig om duidelijk vast te leggen dat de lidstaten van inwoning op geen enkele wijze meer wordt gehinderd in het tegengaan van dit gevaarlijke misbruik. De nu als resultaat van de tweede lezing voorgestelde tekst biedt terecht die mogelijkheid.
Meer omstreden is de manier waarop aandacht is besteed aan ongevallen die te maken hebben met motorrijders en bromfietsers. Vaak gaat het om jonge mensen die of zelf slachtoffer worden of die de veroorzaker van een ongeluk voor anderen zijn. Sommige verse berijders van deze tweewielers willen trots aan anderen kunnen tonen dat zij in staat zijn tot levensgevaarlijk stuntwerk. Het is terecht als we proberen om potentiële veroorzakers van ongelukken tegen zichzelf te beschermen en ook andere weggebruikers te beschermen tegen het roekeloze gedrag van enkelen.
Maar er zit ook een andere kant aan deze zaak. Bij motorrijders en motorfietsers heerst terecht de verdenking dat autorijders de weg voor zichzelf alleen willen. En dat zij daarom de tweewielers liever kwijt dan rijk zijn. Motorrijders ervaren het als discriminatie dat zij aan zwaardere eisen moeten voldoen dan automobilisten en in de praktijk daardoor ook ouder moeten zijn, voordat zij hun eerste legale rit mogen maken. Pas op de leeftijd van 24 jaar kan men zonder tussenstappen het recht krijgen om de zwaarste motoren te berijden. Dit leidt tot botsende belangen tussen jong en oud en tussen berijders van gepantserde vierwielers en onbeschermde tweewielers.
Mijn fractie zou het gevoelsmatig het liefst opnemen voor de zwakste groep, de tweewielers, maar in landen met agressieve automobilisten kan dat ertoe leiden dat er onnodig meer slachtoffers onder die groep vallen. Misschien zouden we de oplossing van dat gevoelige probleem beter per afzonderlijke lidstaat kunnen regelen, maar in een tijd van toenemend grensoverschrijdend verkeer, wordt de handhaving daarvan moeilijk.
Drie jaar van discussie over het voorstel om de tot nu toe nationale rijbewijzen te harmoniseren heeft geleid tot de grootste gemene deler van wensen van verschillende lidstaten en belangenorganisaties. Lang niet alle betrokkenen, zoals organisaties van motorrijders, zijn hiermee tevreden. De praktijkervaring die we met deze richtlijn zullen opdoen en de mogelijke problemen daarbij worden waarschijnlijk aanleiding tot aanpassingen ervan.
Toch vindt mijn fractie dit voorstel voor de komende tijd beter dan voortzetting van de huidige situatie. Het door de heer Bradbourn verdedigde alternatief functioneert misschien goed in de splendid isolation van Groot-Brittannië, maar niet voor lidstaten met landgrenzen die door dichtbevolkte gebieden lopen.
Kathy Sinnott, namens de IND/DEM-Fractie. - (EN) Voorzitter, eerder dit jaar heeft er een verschrikkelijk auto-ongeluk plaatsgevonden in mijn district. Vier jonge burgers uit Oost-Europa vonden daarbij de dood. Ze hadden in het donker een van die vreselijke Ierse plattelandswegen gekozen en waren niet gewend aan de andere verkeersomstandigheden in Ierland. Dit ongeval staat helaas niet op zichzelf. Op vergelijkbare wijze is een Ierse werknemer omgekomen toen hij in Spanje werkte.
Europeanen reizen. Ik ga naar uw land, u komt naar het mijne. Dat is prachtig, maar als het om veilig verkeer gaat, blijft het een feit dat sommigen gewend zijn om rechts te rijden en anderen om links te rijden, dat verschillende snelheden acceptabel worden gevonden, dat er verschillende weersomstandigheden en zeer verschillende wegen zijn, en dat automobilisten, en dat is essentieel, op verschillende niveaus worden opgeleid en geëxamineerd en hun rijbewijs krijgen op heel verschillende vaardigheidsniveaus. Een oefenrijbewijs in het ene land kan dezelfde waarde hebben als een volledig rijbewijs in een ander land.
Omdat we vrij door Europa kunnen reizen, rijden we op elkaars wegen. Het probleem is dat we dergelijke verschillen niet langer kunnen tolereren wanneer ze leiden tot dodelijke ongevallen.
Ik ben het eens met een aantal zaken in het verslag. Het principe van gefaseerde toegang voor tweewielers zou zeker de veiligheid ten goede komen. Het is ook duidelijk niet praktisch dat er 110 verschillende rijbewijsmodellen zijn die, wanneer ze worden getoond, niet worden herkend, en het voorstel voor één enkel model met één enkele codering voor categorieën is dan ook redelijk.
De verkeersregels, wegen, weersomstandigheden, enzovoort, zijn echter zo verschillend dat opleiding en examinering op nationaal niveau essentieel zijn voor bestuurders. Er zou echter een Europees rijbewijs moeten zijn, vergelijkbaar met het oude internationale rijbewijs, voor degenen die langer dan gedurende een korte vakantie in andere landen van de Unie rijden.
Tot slot zouden we, ook al maakt het geen deel uit van het verslag, moeten zoeken naar een ander model dan het examen-voor-het-leven dat we in Europa kennen, als we uiteindelijk willen werken met een Europees rijbewijs. Dat model kan tot gevolg hebben dat het examen zeer hoge kwaliteitseisen stelt, wat het voor jonge mensen erg moeilijk en erg duur maakt om het rijbewijs te halen, terwijl niemand zich bekommert om de vaardigheid na twintig jaar. Ik zou het Amerikaanse systeem van herhalingsexamens willen aanbevelen: om de vier jaar wordt een theorie-examen afgelegd, en om de acht jaar een praktijkexamen, waaruit blijkt dat de vaardigheden nog op peil zijn. Het veiligheidsniveau speelt een grote rol bij het examen, waarschijnlijk zal het niveau van de technische kennis en dergelijke minder hoog zijn, maar mensen blijven rijden…
(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)
Reinhard Rack (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, vanavond mogen we onszelf wel eens een compliment geven! Nu hebben we voor een keer een Europees wetsvoorstel dat voor de burgers echt van belang is en dan stoppen we het weg in een nachtzitting, zodat niemand ziet of hoort wat we in het kader van Europese wetgeving daadwerkelijk voor Europa doen.
Daarbij zou er veel te vertellen zijn over de Europese meerwaarde die het uniforme Europese rijbewijs kan opleveren. Het is aan de heer Grosch te danken dat hij dit allegaartje tot een geheel heeft samengesmeed. Hij heeft er zelf al het een en ander over gezegd. We zorgen voor vereenvoudiging. We maken van 110 verschillende nationale rijbewijzen - en met de nieuwe lidstaten erbij zijn het er inmiddels duidelijk meer dan 110 - één Europees rijbewijs. We zorgen voor meer veiligheid. Gewezen werd ook al op het punt van de gefaseerde toegang. Er zouden echter nog veel meer bijzonderheden kunnen worden genoemd.
We proberen het rijbewijstoerisme tegen te gaan. Ik kan me slechts aansluiten bij degenen die een beroep hebben gedaan op de Commissie om de lidstaten daar zo snel mogelijk toe te verplichten. We hebben er ook voor gezorgd dat oudere houders van een rijbewijs niet worden gediscrimineerd door hen permanent aan geneeskundige onderzoeken te onderwerpen. Ouderen met een rijbewijs kunnen in bepaalde situaties zeker een gevaar op de weg zijn, maar de werkelijke risico’s voor de verkeersveiligheid worden vaak door jongeren veroorzaakt.
Het doet mij goed - de heer Grosch noemde dat ook - dat het Oostenrijkse voorzitterschap aan het succes van vandaag heeft bijgedragen. Dat die regering vervolgens door de eigen burgers naar huis werd gestuurd, was te verwachten.
Willi Piecyk (PSE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, met de stemming van morgen zal het Europees rijbewijs eindelijk een feit zijn. Het heeft lang geduurd en het is een compromis, maar het is wel een compromis waarmee effectieve en belangrijke stappen worden gezet. De misschien wel belangrijkste stap is dat er een einde komt aan het vermaledijde rijbewijstoerisme. Als nu bijvoorbeeld in Duitsland iemands rijbewijs wegens rijden onder invloed wordt ingetrokken, dan kan die persoon zonder problemen in een buurland voor weinig geld aan een nieuw rijbewijs komen en vervolgens volkomen legaal overal in Europa weer de weg op gaan. Aan deze schandalige situatie komt nu een eind. Het spel is uit en dat is maar goed ook.
Het vrije verkeer van automobilisten in Europa is een belangrijke verworvenheid. Met meer dan 110 verschillende rijbewijsmodellen zijn controles echter meer dan problematisch. Het zogenoemde “grijze vod” dat in Duitsland in de jaren vijftig en zestig werd afgegeven - met een leuke jeugdfoto erop - en minstens viermaal is meegewassen, is natuurlijk een heerlijk stukje nostalgie, maar niet meer bruikbaar als legitimatiebewijs bij politiecontroles. De omwisselingstermijn van 26 jaar waarop men nu is uitgekomen, vind ik zelf - en met mij kennelijk een groot aantal andere afgevaardigden - veel te lang, want die termijn lijkt eerder een biologische dan een praktische oplossing te zijn. Er is al op gewezen dat de lidstaten de omwisseling eerder kunnen realiseren. We zullen zien.
Uit alle statistische gegevens over ongevallen blijkt duidelijk dat de meeste verkeersdoden vallen onder mannelijke motorrijders tussen de 18 en 25 jaar. Daarom is het zinvol een gefaseerde toegang tot het motorrijbewijs in te voeren. Dat spaart mensenlevens en verhoogt de verkeersveiligheid.
Namens mijn fractie is een hartelijk woord van dank aan de rapporteur, de heer Grosch, op zijn plaats. Hij heeft de zaak tot een goed einde gebracht. Daarom zullen er morgen bij de stemming geen overgangstermijnen, uitzonderingsregelingen of voorbehouden zijn. We zullen je unaniem en van ganser harte steunen, zodat we dit dossier gezamenlijk succesvol kunnen afsluiten. Hartelijk dank voor al je werk!
Michael Henry Nattrass (IND/DEM). - (EN) Voorzitter, gisteren fluisterde de Voorzitter, toen hij geconfronteerd was met een richtlijn betreffende een papierloze omgeving: “droom maar lekker verder”. De EU gaat schuil achter een papieren gordijn, of zoals de Engelsen zeggen, onder de grote natte papieren deken van de EU. Overregulering sluit bedrijven en de grote natte papieren deken van de EU dooft het vuur van de ondernemingszin en de gloeiende kool van de innovatie. De interne markt, zo is ons verteld, had te maken met handel, niet met papieren regels over hoe je op een brommer moet rijden. Of verweert u zich tegen een invasie van Britse brommers op de stranden van Duinkerken? Droom maar lekker verder.
Bepaalde EU-lidstaten beschouwen al het papier van de EU als moppenblaadjes die worden afgedwongen door papieren tijgers met papieren tanden, terwijl ze als jaknikkende papieren honden zitting blijven houden in commissies en nog meer waanzinnige papieren regels genereren voor ons allemaal, en papieren declaraties invullen, en niet eens in staat zijn om eenvoudige regels over het gebruik van een helm af te dwingen. Het is nog maar een kwestie van tijd voordat er papier komt waarmee de Britten worden gedwongen om rechts te rijden.
In dit verslag heeft de EU, naar zeggen van de British Motorcyclists Federation, haar eigen onderzoeksverslag genegeerd, waarin wordt gesteld dat deze voorstellen potsierlijk zijn en niet op hun plaats. De BMF heeft gewezen op het grondige onderzoek naar ongevallen met motorfietsen, dat heeft aangetoond dat de meeste ongevallen waarbij motorrijders betrokken zijn, botsingen zijn bij lage snelheden in stedelijke gebieden, meestal veroorzaakt door automobilisten. Dat onderzoek is gefinancierd met 2,5 miljoen euro door Europese belastingbetalers, en deze richtlijn zal nu een verspilling van papier zijn van 2,5 miljoen euro.
De BMF stelt dat de regelingen met betrekking tot motorrijders in de richtlijn lijnrecht tegenover de eigen strategie van de regering van het Verenigd Koninkrijk staan, niets bijdragen aan de veiligheid op de weg, en zullen leiden tot geringe naleving, wat mogelijk een negatief effect zal hebben op de veiligheid. De verantwoordelijke man bij de BMF voor de relatie met de overheid, Travis Magnus, noemde dit typerend voor het gebrek aan democratie in de EU en de minachting voor burgers.
Ik besluit met een suggestie: gooit u dit hele voorstel in de papierbak en recycleert u het - hopelijk echter niet met een nieuwe natte deken als gevolg.
Stanisław Jałowiecki (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik stel met tevredenheid vast dat het einde van de besprekingen over dit belangrijke verslag met rasse schreden nadert. Elke maatregel die genomen wordt om de verkeersveiligheid te bevorderen, is ongetwijfeld de moeite waard. Het staat buiten kijf dat de invoering van een internationale registratieprocedure voor alle gevallen van intrekking of opschorting van rijbewijzen hier een uitstekend voorbeeld van is.
Het behoeft geen betoog dat deze maatregel tot doel heeft paal en perk te stellen aan het zogenoemde rijbewijstoerisme. De hoofdverantwoordelijkheid ligt hier echter bij de lidstaten. Zij zouden in de eerste plaats werk moeten maken van de verbetering van hun registratiesystemen voor personen wier rijbevoegdheid tijdelijk of definitief ingetrokken is. Ik hoop dat deze richtlijn de lidstaten zal dwingen om eerst en vooral de bezem te halen door hun eigen administratieve procedures. Op dit punt is er zeker reden tot tevredenheid. Ik voel me echter gedwongen daaraan toe te voegen dat we sterk betreuren dat het gemeenschappelijk Europees rijbewijs pas over een kwarteeuw realiteit zal worden. Is het niet nogal paradoxaal dat buitengewoon ingewikkelde wetgeving, bijvoorbeeld REACH of de dienstenrichtlijn, bijna onmiddellijk van kracht wordt, terwijl een uiterst eenvoudig document, zoals een rijbewijs, pas in 2033 volledig ten uitvoer zal worden gelegd? Er kan in tussentijd nog zoveel veranderen. Misschien hebben we in 2033 niet eens meer een rijbewijs nodig en wordt het vervangen door andere instrumenten, bijvoorbeeld elektronische middelen. Zelfs het Europees burgerschap is tegen dan misschien al een feit. We zullen evenwel nog steeds geen Europees rijbewijs bezitten.
Ik begrijp dat een aantal lidstaten hun tradities hoog in het vaandel hebben, maar dit heeft, zo lijkt mij althans, niets met traditie te maken. Ik noem dit eerder obsessie dan traditie.
Gary Titley (PSE). - (EN) Voorzitter, mijn assistent heeft onlangs een website ontdekt waarop openlijk wordt geadverteerd met de mogelijkheid om tegen betaling een rijbewijs elders te halen wanneer in het eigen land het rijbewijs is ingetrokken. Dat is duidelijk onacceptabel in een moderne maatschappij, even goed als het volstrekt onacceptabel is dat mensen die in het ene land zware overtredingen hebben begaan, in een ander land vervolging kunnen ontlopen. Dit voorstel zal geleidelijk een einde maken aan die situatie, maar ik betreur het dat het zo lang zal duren, en ik hoop dat de ontwikkeling kan worden versneld.
Dit voorstel leidt tot vereenvoudiging en transparantie en reduceert bureaucratie, al valt het mij op dat de heer Nattrass niet de moeite heeft genomen om te blijven en naar die opmerking te luisteren. Het is in feite een sleutelelement voor betere regulering. Het oorspronkelijke voorstel was veel bureaucratischer, en we hebben hier in het Parlement goed werk verricht door het te vereenvoudigen. Het zal de veiligheid op de weg verbeteren en fraude bestrijden.
Ik ben in het bijzonder blij met iets wat nog niemand heeft genoemd, namelijk met de nadruk die in het verslag wordt gelegd op de bekwaamheid van examinatoren bij rijexamens. We moeten het gemiddelde niveau van rijopleidingen in de hele Europese Unie verhogen.
Ik ben niet blij met de voorstellen voor motorrijwielen. Ze zijn onnodig ingewikkeld en leggen niet genoeg nadruk op vroegtijdige opleiding en een verplicht examen. Ik constateer echter dat daarvoor niet werkelijk steun bestaat in het Parlement en de Raad, en ik moet mij daarbij neerleggen. In tegenstelling tot het spookbeeld dat door sommigen van mijn collega's wordt opgeroepen, wijkt dit voorstel maar op heel weinig punten af van de bestaande traditie en praktijk in het Verenigd Koninkrijk.
Philip Bradbourn (PPE-DE). - (EN) Voorzitter, in de eerste plaats wil ik het Parlement erop wijzen dat ik gedurende het hele proces van deze wetgevingsprocedure voorstander ben geweest van een gemeenschappelijk “formaat” - en ik benadruk het woord “formaat” - voor een Europees rijbewijs. Dat zal ertoe leiden dat politie en andere rechtshandhavers in alle lidstaten rijbewijzen gemakkelijker kunnen herkennen en dat de fraude zal afnemen, wat al aan de orde is geweest.
Dan kan echter worden bereikt zonder alle bureaucratie waarvan deze voorstellen vergezeld gaan. Het is ook essentieel voor het subsidiariteits- en proportionaliteitsbeginsel dat de lidstaten zeggenschap behouden over de manier waarop hun burgers het rijbewijs behalen en behouden. De maatregelen die nu worden voorgesteld, keren bijvoorbeeld de bewijslast volledig om en eisen van de burger dat hij of zij aantoont veilig te kunnen rijden, in plaats van, zoals de situatie nu is, van de overheid te eisen aan te tonen dat de burger niet veilig kan rijden. Regelmatige vernieuwingen van het rijbewijs, zelfs zogenaamde administratieve vernieuwingen, jagen de houder van het rijbewijs alleen maar op kosten, zonder de veiligheid op de weg ook maar in de geringste mate ten goede te komen.
Ik wil u één voorbeeld geven met betrekking tot motorrijwielen. Deze maatregelen zijn slecht doordacht, te bevoogdend en zullen niet leiden tot meer veiligheid op de weg, alleen omdat het motorrijders moeilijker wordt gemaakt om over te gaan naar een zwaarder model. Dit is geen maatregel die de veiligheid verhoogt. Het is niets anders dan een cynische poging om de mensen die van dit transportmiddel gebruikmaken, het leven zwaarder te maken.
Helaas ontbreekt mij de tijd om in detail in te gaan op alle elementen van deze richtlijn waartegen ik bezwaar maak, maar, eenvoudig gezegd, voegen deze voorstellen niets toe. Ze zijn te bevoogdend, te bureaucratisch en overbodig. Ik dring er bij mijn collega's op aan mijn amendementen te steunen om het gemeenschappelijke standpunt in zijn geheel af te wijzen.
Bogusław Liberadzki (PSE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, in tegenstelling tot de vorige spreker zou ik willen benadrukken dat het document dat we vandaag behandelen en dat de invoering van een gemeenschappelijk Europees rijbewijs betreft, misschien wel het eerste document is dat blijk geeft van een Europese identiteit. Het is een erg belangrijk document dat ervoor zal zorgen dat ik me als Europeaan veilig kan voelen. Ik zou mijn waardering willen uitspreken voor het werk van de heer Grosch. Het is hem gelukt drie groepen achter dit voorstel te scharen: pragmatici, traditionalisten en ultratraditionalisten. Dat verklaart waarom we in deze kwestie enige vertraging hebben opgelopen. Ik steun deze tekst, hoewel ik persoonlijk voorstander ben van een snellere invoering van de nieuwe rijbewijzen. Dit is een compromisoplossing. Laten we dat respecteren.
Een ander belangrijk punt dat ik aan de orde wil stellen, is dat we erin geslaagd zijn de procedures voor het verkrijgen van een rijbewijs beter op elkaar af te stemmen. Hetzelfde geldt voor de opleidingen en de methodes voor het afnemen van examens. Ik vermoed dat deze maatregel tevens een einde zal maken aan de bestaande verschillen in rijgedrag. In de toekomst zal er in de Europese Unie nog meer gereisd worden. Met het oog hierop is dit een zeer belangrijk instrument om de verkeersveiligheid te verbeteren. Een volgend aspect is de creatie van een databank. Volgens mij is er niets mis met het verkrijgen van een rijbewijs in het buitenland. Wat echter niet kan, is dat iemand die in eigen land de voorschriften heeft geschonden en als gevolg daarvan zijn rijbewijs heeft moeten inleveren, in het buitenland alsnog een rijbewijs krijgt.
Om bovengenoemde redenen geef ik met genoegen mijn stem aan dit verslag.
Luís Queiró (PPE-DE). - (PT) Wij vertrouwen erop dat de wetgevingsprocedure voor de aanneming van een Europees rijbewijs tijdens de stemming van morgen zal worden afgerond. Ten eerste wil ik de heer Grosch van harte feliciteren met zijn uitstekende verslag. Hij had de leiding over dit lange proces. Dankzij zijn onderhandelingscapaciteit en zijn efficiëntie is hij erin geslaagd een compromis te bereiken waarin rekening wordt gehouden met de verschillende standpunten van de lidstaten en de Europese instellingen zonder dat de coherentie in het gedrang komt. Zoals de rapporteur terecht heeft onderstreept, gaat het hier om een kwestie die ongeveer tweederde van de volwassen bevolking van Europa aangaat.
Ik vreesde dat dit goede idee ondermijnd zou worden door een overmaat aan regulering en uiteindelijk niet zou bijdragen aan de verbetering van de veiligheid op de weg. De bereikte consensus, die geënt is op de basisgedachten van de richtlijn, stelt ons echter in de gelegenheid de toekomst met optimisme tegemoet te zien.
Over het geheel genomen beantwoordt de tekst aan de beoogde doelstellingen en worden hiermee het subsidiariteitsbeginsel en de bij wet vastgestelde praktijken die in de lidstaten van kracht zijn, in acht genomen.
Het gaat hier om een gunstige ontwikkeling die de burgers heldere en eenvormige regels verschaft, en derhalve zal leiden tot meer mobiliteit en meer veiligheid op de weg. De regelgeving is tevens een middel om paal en perk te stellen aan het frauduleuze gebruik van valse rijbewijzen en om effectieve maatregelen tegen overtreders te treffen. Ik vertrouw erop dat deze, naar ik hoop, eenvoudige en begrijpelijke boodschap de burgers zal bereiken, zodat zij de nieuwe richtlijn zonder al te veel moeilijkheden in de praktijk kunnen brengen. Wij moeten duidelijk maken dat wij het leven van de burgers en de verantwoordelijken van de sector willen vergemakkelijken en de veiligheid op de weg willen vergroten.
Tot slot nog een laatste opmerking over de omstreden kwestie van de gefaseerde, geleidelijke toegang van motorrijwielen en de verhoging van de leeftijd voor de directe toegang tot motorrijwielen met de hoogste vermogens, zonder voorafgaande praktijkervaring, naar vierentwintig jaar. Ofschoon ik mij er als motorrijder - ja, ik ben een oude motorfanaat! - van bewust ben dat leeftijd niet het enige criterium is voor volwassen en verantwoord weggebruik, is leeftijd, samen met ervaring, de beste indicator die de wet tot haar beschikking heeft. Het probleem is dat er motorrijwielen op de markt zijn die haast Formule-1-snelheden kunnen bereiken. Die voertuigen zouden niet verkocht mogen worden aan jongeren van nauwelijks achttien jaar. Als ik kinderen van die leeftijd had, zou ik hen nooit met een dergelijk motorrijwiel laten rijden. Daarom onderschrijf ik deze resolutie, die bedoeld is voor de meest kwetsbare motorrijders, namelijk de jongste leden van onze samenleving.
Inés Ayala Sender (PSE). - (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik vind dat we de rapporteur, de heer Grosch, speciaal mogen bedanken voor dit kerstcadeau van de Europese Unie aan driehonderd miljoen Europese burgers. Feit is natuurlijk dat hij als vroege kerstman vergezeld was door commissaris Barrot en zijn diensten, alsook door de schaduwrapporteurs, waarmee hij dit uitstekende verslag heeft opgesteld.
Dank u, mijnheer Grosch. Ik dank u omdat u de verkeersveiligheid heeft uitgebreid met belangrijke elementen zoals fraudebestrijding en rijbewijstoerisme, via de verbetering van de controle door middel van een online database.
Voor een toeristisch land als het mijne was dit van essentieel belang en dringend noodzakelijk, temeer daar er nu met de toepassing van het puntensysteem voor rijbewijzen een volstrekt ontoelaatbare vorm van toerisme gecreëerd wordt, waarbij nieuwe rijbewijzen aan de andere kant van de grens of via internet verkregen worden, zoals de heer Titley zojuist gezegd heeft.
Wat motorrijwielen betreft is er een pedagogisch verstandige procedure ingevoerd van gefaseerde toegang die onze jongeren in staat stelt om te groeien, ook al denken sommigen van hen dat ze sneller kunnen.
De bepalingen betreffende aanhangwagens en caravans zorgen voor een betere controle zonder dat de lasten worden verzwaard.
Ik ben de heer Grosch ook dankbaar voor het feit dat dit instrument het vrije verkeer van personen zichtbaarder maakt en bevordert. Ook beroepschauffeurs zullen bijzonder gebaat zijn bij dit instrument.
De termijnen lijken inderdaad eindeloos, maar ik deel het optimisme van de rapporteur dat die verandering in de praktijk sneller zal verlopen. De burgers lopen immers bijna altijd vooruit op de wetgevers.
Ten slotte denk ik - ook al wijst de rapporteur ons erop dat de regelmatige en verplichte verlenging van het rijbewijs niet leidt tot verplichte herhalingstests, medische keuringen of oogonderzoeken van bestuurders - dat we nu een uitstekende basis hebben om in de toekomst een praktische consensus over dit element te bereiken.
Ook in dit opzicht ben ik optimistisch, en ik zou de heer Grosch willen aanmoedigen om zich in te zetten voor het welslagen van dit nieuwe element.
Corien Wortmann-Kool (PPE-DE). - (EN) Voorzitter, Ik wil om te beginnen de heer Grosch feliciteren met het goede resultaat. Tijdens de onderhandelingen met de Raad is hij erin geslaagd steun te vinden voor veel aspecten van het standpunt van het Parlement, inclusief het uiteindelijke compromis. En zo zullen we, in aanvulling op de euro - onze Europese munt - een Europees rijbewijs krijgen. Dat zal eindelijk een einde maken aan het rijbewijstoerisme: als je rijbewijs in het ene land is ingetrokken, zul je geen nieuw rijbewijs kunnen krijgen in een ander land. Het is ook heel goed dat de fraude wordt gereduceerd. Wij zijn er immers in geslaagd in de lidstaten een beperkte geldigheidsduur te bewerkstelligen. Dat is jammer voor de heer Jarzembowski en andere Duitse collega's, maar goed voor de veiligheid op de weg in Europa.
Een compromis is altijd een kwestie van geven en nemen. Het zou eerlijker zijn geweest ten opzichte van de motorrijders als zij toegang konden krijgen tot zware motorrijwielen op de leeftijd van 21 jaar in plaats van 24. Je mag in een zware SUV of een Ferrari rijden als je 18 bent, maar volgens dit voorstel, moet je nog eens zes jaar wachten voordat je toegang krijgt tot zware motorrijwielen. Dat is disproportioneel. Als de commissaris werkelijk iets wil doen aan de veiligheid van motorrijders, zou hij het onderzoek op dat terrein moeten intensiveren en maatregelen moeten nemen op basis van dat onderzoek. Het zal duidelijk worden dat we naast een goede rijopleiding, onze infrastructuur zullen moeten verbeteren - met betere vangrails bijvoorbeeld - om motorrijders meer veiligheid te bieden.
Tot slot ben ik blij met de introductie van extra mogelijkheden voor de houders van een rijbewijs van de categorie B voor het trekken van zware aanhangers. Daarom steun ik deze nieuwe richtlijn voor een Europees rijbewijs van harte.
Proinsias De Rossa (PSE). - (EN) Voorzitter, ik wil in de eerste plaats de heer Grosch en alle andere leden van het Parlement die hebben gewerkt aan de totstandkoming van deze belangrijke Europese wetgeving, hartelijk bedanken. Ik steun zo ongeveer alles wat de veiligheid op onze wegen ten goede komt. Ik kom uit een lidstaat - Ierland - die behoort tot de landen met de hoogste dodencijfers, wat onze burgers zeer verontrust.
Het heeft deels te maken met het feit dat onze rijopleiding niet adequaat is, deels met het feit dat er veel bestuurders op de weg zijn die niet gekwalificeerd zijn. Van de 2,5 miljoen bestuurders op de Ierse wegen, hebben 410 000 geen rijbewijs - zij hebben een, zoals wij dat noemen, voorlopig rijbewijs. Zo'n 30 000 daarvan zijn al aan hun vijfde voorlopige rijbewijs toe. Zij vormen een duidelijk gevaar voor andere weggebruikers en ik vraag iedereen die voorbehouden heeft ten aanzien van deze wetgeving, om deze toch te steunen en een bijdrage te leveren aan het behoud van mensenlevens op onze wegen.
Rodi Kratsa-Tsagaropoulou (PPE-DE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, geachte collega’s, ook ik wil mijn genoegen tot uiting brengen over het beleid en het interinstitutioneel akkoord met betrekking tot dit vraagstuk, dat uitermate belangrijk is voor de verkeersveiligheid en de rechtszekerheid in Europa, voor het vrij verkeer, de transparantie en de werking van de interne markt. Voor mij is dit eenmakingsproces een belangrijk succes.
Er zijn ongeveer 110 verschillende rijbewijzen. Deze weerspiegelen de verschillende tradities en praktijken in het overheidsbestuur in onze lidstaten. Nu moeten wij ervoor zorgen dat een efficiënte Europese harmonisatie samengaat met eerbiediging van de subsidiariteit, en dat is een grote uitdaging, een uitdaging waarvoor wij ons continu voor moeten inzetten. Daarom geloof ik dat dit een belangrijk resultaat is. Dit geeft ons een gemeenschappelijk rijbewijsmodel in creditcardformaat en tegelijkertijd wordt voorzien in de vervanging van de oude rijbewijzen, waarvoor een tevredenstellende termijn is vastgesteld. Op die manier kunnen de overheidsdiensten zich in economisch en bureaucratisch opzicht aanpassen.
Deze inspanning wordt echter nog verder aangevuld en van meerwaarde voorzien. Er is namelijk ook sprake van uniforme modellen voor opleiding, controle van examinatoren en natuurlijk zal deze meerwaarde verder vergroot worden met de verwezenlijking van de geschikte infrastructuur, zoals signalering en elk soort infrastructuur voor de verbetering van de veiligheid, met inbegrip van kwalitatief goede wegen.
Wij zijn van mening dat het Europese rijbewijs Europa heel dicht bij de burgers brengt. Dit is een weddenschap die wij niet mogen verliezen.
Dieter-Lebrecht Koch (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dat legitimatiebewijzen zoals paspoorten en identiteitsbewijzen na een bepaalde periode moeten worden vernieuwd, is allang de normaalste zaak van de wereld. Dat geldt echter niet voor rijbewijzen. Menigeen rijdt nog steeds rond met zijn eerste rijbewijs, zelfs als zijn naam inmiddels verschillende keren is veranderd en zijn pasfoto meer dan veertig jaar oud is. Nodigt dat niet uit tot wetsovertredingen en rijbewijstoerisme? Is dat niet vaak de oorzaak van onaangename situaties bij verkeerscontroles? Zelfs de kentekens van in de EU toegelaten motorvoertuigen hebben een herkenningswaarde en dragen daardoor - al is het maar voor een heel klein deel - bij aan de ontwikkeling van een Europees identiteitsbesef. De 110 verschillende rijbewijsmodellen die in omloop zijn, roepen echter het beeld op van een Europese lappendeken. Is dat wat de tegenstanders van de richtlijn willen? Het wordt eindelijk tijd voor een uniform Europees rijbewijs in creditcardformaat. Het gemeenschappelijk standpunt van de Raad verwoordt voor een belangrijk deel de wil van het Parlement en belooft grote vooruitgang op het gebied van de verkeersveiligheid. Laten we er morgen onze goedkeuring aan geven, zodat de richtlijn zo snel mogelijk kan worden omgezet.
Ik begrijp echter nog steeds niet waarom wij instemmen met zulke lange overgangstermijnen voor de lidstaten. Ik doe een beroep op Duitsland, het land waar ik vandaan kom, om het goede voorbeeld te geven en er zelf voor te kiezen sneller actie te ondernemen. Wanneer alle lidstaten dat doen, kunnen de positieve maatregelen van de rijbewijsrichtlijn nog tijdens de looptijd van het derde Europees actieprogramma voor verkeersveiligheid, dus voor 2010, in werking treden. Helaas beantwoorden de beslissingen van de Raad niet in ieder opzicht aan de Strategie van Lissabon. Er gaat bijvoorbeeld onnodig groei- en werkgelegenheidspotentiaal verloren wanneer garagemedewerkers wel een 40-tonner, maar geen lege bus voor reparatie naar de werkplaats mogen rijden. Wanneer onder bepaalde voorwaarden een rijbewijs B volstaat voor het besturen van een auto met caravan tot 4,25 ton, maar niet voor het besturen van een eenvoudiger te manoeuvreren kampeerwagen, dan begrijp ik de logica niet. Jammer!
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, ik dank u voor dit verrijkende debat, waarin bevestigd is dat het compromis dat uit de onderhandelingen tussen onze drie instellingen is gekomen, zeer brede steun geniet. Ik wil u allen, en in het bijzonder uw rapporteur, de heer Grosch, graag feliciteren met dit uitstekende resultaat.
In antwoord op een aantal negatieve opmerkingen die zijn geuit, zou ik erop willen wijzen dat wij ons op het morele vlak verbonden hebben aan een hoogst belangrijke doelstelling, dames en heren afgevaardigden, namelijk om voor 2010 het aantal verkeersdoden met de helft terug te brengen. Het is dus aan eenieder van u om na te denken over uw verantwoordelijkheid in dit opzicht.
Met de lidstaten hebben we een totaalaanpak afgesproken, die in de eerste plaats berust op de kwaliteit van de voertuigen. Samen met mijn collega Verheugen hebben we een stappenplan opgesteld voor de automobielindustrie voor een geleidelijke invoering van alle systemen die het voertuig veiliger maken. Vervolgens heeft de Commissie, als tweede steunpunt van onze aanpak, op 5 oktober 2006 haar goedkeuring gehecht aan een voorstel voor een richtlijn betreffende het veiligheidsbeheer van wegeninfrastructuur. Wat wij willen is namelijk dat er vanaf het ontwerp tot aan de aanleg van de infrastructuur, meer rekening wordt gehouden met de veiligheid van alle gebruikers, inclusief motorrijders.
Het derde steunpunt is natuurlijk het persoonlijke gedrag van iedere bestuurder en mijns inziens levert de morgen door u aan te nemen tekst een belangrijke bijdrage in dat opzicht. In dit verband zou ik nogmaals willen benadrukken, mijnheer de Voorzitter, hoezeer het Parlement in dit proces werkelijk het Europees belang heeft hooggehouden. Door belangrijke voorstellen in te dienen en erdoor te krijgen - bijvoorbeeld de stapsgewijze vervanging van de oude rijbewijzen en de uitvoeringsvoorwaarden voor de gefaseerde toegang tot bepaalde voertuigcategorieën -, heeft het Europees Parlement werkelijk laten zien, zo dat al nodig was, dat het het belang van de Europese burgers wil behartigen.
Wat motorrijders betreft, is op een paar punten enige ongerustheid gerezen. De veiligheid voor motorfietsers is evenwel een onderwerp dat ons ten zeerste bezighoudt. Ondanks de verbetering van de verkeersveiligheid in het algemeen, vormen motorrijders de groep weggebruikers die de grootste risico's lopen: een op de vijf verkeersdoden in de Europese Unie is een motorrijder. Om deze tendens te keren hebben wij in deze richtlijn de nadruk gelegd op de gefaseerde toegang tot krachtiger motoren. Door meer ervaring, doelgerichte opleiding of een passende examinering zouden we het aantal doden kunnen terugbrengen. Het gaat hierbij niet om extra papieren rompslomp. In tegendeel, we maken de zaken eenvoudiger, maar het is niet meer dan logisch dat motorrijders een zekere opleiding krijgen. De opleiding van motorrijders is essentieel. Bijlage 6 bij deze richtlijn is hieraan gewijd en zal naargelang van de behoeften kunnen worden gewijzigd.
Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, het akkoord waarover morgen gestemd zal worden vormt een belangrijke stap in het kader van ons actieplan voor de verkeersveiligheid. Denkend aan de bijna veertigduizend doden die het verkeer in de Europese Unie nog jaarlijks eist, kan gezegd worden dat het Parlement hoogst belangrijk werk doet door ontegenzeglijk een aantal levens te redden via deze nieuwe bepalingen. Ik wil het Parlement en de rapporteur dus hartelijk bedanken voor de kwaliteit van het geleverde werk.