De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0417/2006) van Fernand Le Rachinel, namens de Commissie vervoer en toerisme, over het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 417/2002 betreffende het versneld invoeren van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 2978/94 van de Raad [COM(2006)0111 - C6-0104/2006 - 2006/0046(COD)].
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, ik ben blij u vandaag de wijziging te mogen presenteren van de verordening betreffende dubbelwandige olietankschepen. Dit voorstel is bedoeld om de verordening in overeenstemming te brengen met de politieke verklaring die het voorzitterschap van de Europese Unie in 2003 namens de lidstaten en de Europese Commissie heeft afgelegd in de Internationale Maritieme Organisatie (IMO). Deze verklaring was glashelder. Ze was bedoeld om alle verdragsluitende partijen van het MARPOL-verdrag erop te wijzen dat de lidstaten van de Europese Unie geen van allen zouden toestaan dat de onder hun vlag varende olietankschepen zich op één van de in het verdrag voorziene ontheffingen beroepen, namelijk het gebruik van enkelwandige schepen voor het vervoer van olie.
Wat betreft het verbod op het vervoer van zware oliesoorten in enkelwandige schepen, is de huidige verordening alleen van toepassing op schepen die de onder communautaire rechtsbevoegdheid vallende wateren binnenvaren. Dat wil zeggen dat een lidstaat in theorie, en in tegenstelling tot de in het openbaar gedane toezegging van 2003, het vervoer van zware oliesoorten in onder zijn vlag varende enkelwandige olietankschepen kan toestaan, zolang deze schepen buiten de communautaire wateren opereren.
Dames en heren, dit is een onaanvaardbare situatie. Eenieder kan zich de consequenties voorstellen als een olietanker onder communautaire vlag in een derde land een olieramp veroorzaakt, terwijl Europa zichzelf hiertegen beschermt! Bovendien hebben nagenoeg alle lidstaten de Internationale Maritieme Organisatie al formeel te kennen gegeven geen gebruik te zullen maken van deze mogelijkheid.
Onze politieke verbintenissen voor de veiligheid op zee ten overstaan van onze partners moeten juridisch worden geconcretiseerd en gewaarborgd. Vandaar deze wijziging. Ik wil de heer Le Rachinel en de Commissie vervoer en toerisme graag bedanken voor hun steun aan dit voorstel.
Fernand Le Rachinel (NI), rapporteur. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, allereerst wil ik graag met name het secretariaat van de Commissie vervoer en toerisme bedanken voor zijn uitstekende werk bij de voorbereiding van dit verslag en de raadpleging van de bij deze belangrijke kwestie betrokken partijen.
Waar het om gaat is in de allereerste plaats de bescherming van het milieu tegen zeevervuiling. Het verslag dat ik u vandaag voorleg, gaat over het versneld invoeren van de vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen.
Het belangrijkste is dat er een einde komt aan de ontheffingen die sinds 2002 bestaan. Na de schipbreuk van de olietanker "Prestige" in 2002, had de Commissie al besloten het uit de vaart nemen van enkelwandige olietankers te versnellen krachtens de verordening van december 2002. Bovendien ging het om een verbod, met onmiddellijke ingang, op het vervoer van zware oliesoorten in enkelwandige olietankers van en naar de havens van een lidstaat van de Europese Unie. Op dit moment voorziet de internationale maritieme wetgeving in ontheffingen waarop een schip dat onder de vlag van een lidstaat vaart, zich kan beroepen met betrekking tot dit verbod, voor zover het - dat spreekt voor zich - buiten de Europese havens vaart.
Zoals commissaris Barrot zojuist al vermeldde, heeft tijdens een vergadering van de Internationale Maritieme Organisatie het toenmalig Italiaans voorzitterschap namens de vijftien lidstaten verklaard dat deze niet zouden toestaan dat hun tankers zich op deze ontheffing op regel 13H zouden beroepen. De Commissie achtte het daarom wenselijk om de verordening uit 2002 aan te passen door deze ontheffing op regel 13H te schrappen en bijgevolg het vervoer van zware oliesoorten in enkelwandige olietankers onder de vlag van een lidstaat te verbieden, ongeacht de rechtsbevoegdheid waaronder de havens, de offshore terminals of het zeeruim vallen waar deze tankers varen.
Slechts één Europees land, Griekenland, had zich tegen dit standpunt van het Italiaans voorzitterschap verzet en achtte zich niet aan deze verklaring gebonden. Blijkbaar wilde het de eigen enkelwandige tankers blijven toestaan buiten de Europese wateren te varen met, uiteraard, zware oliesoorten aan boord.
Uiteindelijk werd dit verzet tijdens de werkzaamheden van de Commissie vervoer en toerisme niet herhaald. De vijfentwintig lidstaten van de Europese Unie zijn nu overeengekomen dat geen enkele olietanker met zware oliesoorten aan boord meer onder de vlag van een lidstaat mag varen als hij enkelwandig is. In werkelijkheid is dat niet meer dan een bevestiging van de regel die in de overgrote meerderheid van de lidstaten al in acht wordt genomen en toegepast. De absolute eis om de doelstelling van maximale veiligheid op zee in acht te nemen, heeft eens te meer geprevaleerd in deze kwestie, evenals de terugdringing van de risico's op vervuiling door koolwaterstoffen.
De risico's op vervuiling zijn talrijk en kunnen van uiteenlopende aard zijn. Nog maar net vijf dagen geleden dreven in mijn regio, tussen Cotentin en de Atlantische Oceaan, gifvaten rond. Afgelopen vrijdagavond waren deze vaten door een storm van het dek geslagen van een Zwitsers containerschip dat vanuit Antwerpen op weg was naar Portugal. Zeker, de nieuwe wetgeving ten aanzien van dubbelwandige schepen vormt een aanmerkelijke vooruitgang op het gebied van de preventie van zeevervuiling, maar we moeten doorgaan met het uitvaardigen van normen waarmee tankers en vrachtschepen zo veel mogelijk zekerheid kunnen bieden. De zeesnelwegen zorgen voor een goede doorstroming van het scheepvaartverkeer, maar we mogen de veiligheid van de schepen vooral niet verwaarlozen. Het gaat om de toekomst van onze hele aarde.
Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik zou erop willen wijzen dat uw rapporteur een technisch amendement zal indienen - dat eveneens de steun heeft van de Europese Commissie - om te voorkomen dat een hele reeks verwijzingen moet worden aangepast. Dit is trouwens een taalkundig amendement, dat slechts betrekking heeft op de Engelse versie, en geen enkele inhoudelijke wijziging van de tekst met zich meebrengt. Het Finse voorzitterschap heeft ons bevestigd dat de Raad er geen enkel bezwaar tegen heeft.
Georg Jarzembowski, namens de PPE-DE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de vice-voorzitter van de Commissie, dames en heren, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten dankt de rapporteur voor de snelheid en voortvarendheid waarmee hij dit heldere en nauwkeurige verslag heeft opgesteld. Wij kunnen ons erachter scharen. Ik hoop ook dat de Raad zijn belofte nakomt en ons amendement zal overnemen, zodat we dit dossier in eerste lezing kunnen afsluiten.
Mijnheer de vice-voorzitter van de Commissie, u hebt volkomen gelijk: we moeten de nog altijd bestaande ontheffingsbepaling met betrekking tot het verplicht gebruik van dubbelwandige olietankschepen intrekken. Ik ben erg ingenomen met de laatste zin die wij uit het amendement van de rapporteur overnemen. Daarin wordt simpelweg gezegd dat olietankschepen die zware oliesoorten vervoeren, ongeacht de vlag waaronder zij varen - dus ook als ze varen onder de vlag van een derde land - onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallende havens of offshore terminals niet mogen binnenvaren en in een onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat vallend gebied niet voor anker mogen gaan, tenzij het gaat om een dubbelwandig olietankschip. Dat is belangrijk. Er hebben zich in de Oostzee al enkele zeer moeilijke situaties voorgedaan. Ik hoop dat we nu eindelijk voor elkaar krijgen wat we in 2003 al hebben gezegd, namelijk dat zware oliesoorten alleen in dubbelwandige olietankschepen mogen worden vervoerd.
Als we de behandeling van het Commissievoorstel met dit amendement inderdaad snel in eerste lezing kunnen afronden, moeten we de Raad er nog op wijzen dat we volgend jaar met het Erika III-pakket zeven afzonderlijke voorstellen moeten behandelen. Ik hoop dat de Raad zich samen met ons, met de dezelfde voortvarendheid, zal inspannen om de vlagstaatcontroles, havenstaatcontroles en de aansprakelijkheid te verbeteren. Ik ben benieuwd of de Raad volgend jaar, bij het aanpakken van de milieuvervuiling op zee, dezelfde moed aan de dag zal leggen als de Commissie en het Parlement .
Willi Piecyk, namens de PSE-Fractie. - (DE) Mijnheer de Voorzitter, wie wil weten wat de gevolgen en effecten zijn van slechte en oude enkelwandige olietankschepen, moet naar de kust van Bretagne of Galicië gaan en praten met de bewoners daar. De namen “Erika” en “Prestige” roepen verschrikkelijke herinneringen op.
De Erika-pakketten van de Commissie vormden een verstandige reactie op deze rampen. Daartoe behoort ook Verordening nr. 417/2002 betreffende het versneld invoeren van dubbelwandige olietankschepen en het verbod op het vervoeren van zware oliesoorten van en naar Europese havens in enkelwandige tankers. Het voorstel van de Commissie om voor onder Europese vlag varende tankers het vervoer van zware oliesoorten alleen in dubbelwandige schepen toe te staan, is een logische volgende stap. Het leidt tot meer veiligheid in de scheepvaart en op zee. U ziet, commissaris, dat het Parlement voorstellen van u ook zonder commentaar kan accepteren en toejuichen. Zo kort voor de kerst mag de Commissie wel eens een compliment krijgen voor een goed voorstel waarop niets valt aan te merken.
Het Europees Parlement hoeft niet rouwig te zijn om het feit dat Intertanko, de internationale vereniging van onafhankelijke tankerreders, niet staat te juichen bij het voorstel van de Commissie. De rapporteur, de heer Le Rachinel, die ik op deze plaats ook namens mijn fractie hartelijk wil bedanken, heeft er goed aan gedaan om de prioriteit niet bij Intertanko, maar bij de veiligheid op zee te leggen. Ik ga er dan ook vanuit dat de stemming in het Parlement morgen goed zal verlopen en dat onze zeeën daardoor wat veiliger zullen worden.
Danutė Budreikaitė, namens de ALDE-Fractie. - (LT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, na diverse rampen met enkelwandige olietankschepen langs de Franse en Spaanse kust zijn deskundigen tot de conclusie gekomen dat met enkelwandige constructies schepen onvoldoende beschermd zijn, dat de testmethoden voor schepen niet deugen en dat het bovendien van essentieel belang is om het probleem van de goedkope vlaggen - vlaggen van landen die niet voldoen aan de veiligheidseisen van de EU - daadkrachtiger aan te pakken.
In 2002 heeft de EU een verordening aangenomen betreffende vereisten inzake een dubbelwandige uitvoering of een gelijkwaardig ontwerp voor enkelwandige olietankschepen. Een van die vereisten houdt in dat enkelwandige tankers geleidelijk uit de EU-wateren moeten verdwijnen. Uiterlijk in 2015 moeten zij allemaal zijn vervangen door dubbelwandige schepen, die veel veiliger zijn .
In de verordening is bepaald dat enkelwandige olietankschepen niet meer onder de vlag van een EU-lidstaat mogen varen vanaf één jaar na de datum van oplevering van het schip. Verder is bepaald dat na deze datum geen enkel olietankschip, ongeacht de vlag waaronder het vaart, een haven die onder de rechtsbevoegdheid van een lidstaat valt, mag binnenvaren, tenzij het een dubbelwandig olietankschip is.
In oktober 2003 is een verordening in werking getreden die de verordening van 2002 deels verving, en die het vervoer van olie in enkelwandige olietankschepen in en uit havens die onder de rechtsbevoegdheid van EU-lidstaten vallen, verbood.
In het voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad van 2006 worden meer wijzigingen aanbevolen, zoals het aanscherpen van de vereisten inzake het vervoer van zware olieproducten door schepen die onder de vlag van een EU-lidstaat varen en bepalingen betreffende de toepassingsgebieden van die vereisten, waarbij het vervoer van zware olieproducten door alle enkelwandige olietankschepen die onder de vlag van een EU-lidstaat varen wordt verboden, ongeacht het rechtsgebied waaronder de havens, de offshore terminals of het zeegebied waarin zij varen, vallen. Verder wordt aanbevolen een totaal verbod op EU-niveau in te stellen en derde landen zelf te laten bepalen of ze enkelwandige olietankschepen al dan niet in hun havens toelaten.
Ik wil in het bijzonder aandacht vragen voor de kwestie van de ‘goedkope vlaggen’, of anders gesteld, de mogelijkheid om schepen te registreren in landen waar dat goedkoop is en niet wordt toegezien op de naleving van technische veiligheids- en milieueisen. In geval van een olielozing is vrijwel niet vast te stellen wie de eigenaar van het schip is en wie de vervuiler. De giftige vervuiling in Ivoorkust zou in dit verband als voorbeeld kunnen gelden. Ik denk dat deze registratiekwestie afzonderlijk aan de orde moet komen in het Parlement.
Een ander belangrijk onderwerp betreft de kwalificaties van de scheepsbemanningen. Op in EU-landen geregistreerde schepen is een derde van de bemanning afkomstig uit derde landen, en volgens deskundigen zijn de meeste ongevallen aan boord te wijten aan het gebrekkige opleidingsniveau van de bemanning.
Mijn land, Litouwen, importeert olie via een terminal in de Oostzee. Daarom maken we ons zowel zorgen over de veiligheid van de schepen als over het milieu.
Erik Meijer, namens de GUE/NGL-Fractie. - Voorzitter, 10 jaar geleden waren harde maatregelen die bedoeld waren om een eind te maken aan enkelwandige olietankers nog niet haalbaar. De problemen werden onderschat en vooral de kosten van verandering kregen de meeste aandacht. Er waren eerst de rampen met olietankers en de grootschalige verwoesting van het zee- en kustmilieu voor nodig om tot het besef te komen dat Europa niet achterop moet lopen maar voorop. Enkelwandige tankers voor het vervoer van zware oliesoorten zijn gevaarlijk en moeten zo snel mogelijk uitsterven. Pas na een Amerikaans verbod en de dreiging dat alle oude tankschepen uit Amerika zouden uitwijken naar Europa ontstond hier een meerderheid voor zo'n uitsterfbeleid.
Helaas blijkt de verordening van 2002 nog niet duidelijk genoeg. Het is nog steeds mogelijk dat enkelwandige tankers onder Europese vlag in het bijzonder 20 oude Griekse tankers in andere delen van de wereld rampen veroorzaken. Het is hard nodig dat dit gat gedicht wordt. Europa wil geen enkelwandige tankers van anderen in de eigen havens, maar we moeten ook geen enkelwandige tankers naar de havens van andere landen willen sturen. De vrijheid voor bestaande enkelwandige tankers om nog tot 2015 zware soorten olie te blijven vervoeren kan grote problemen opleveren. Dat probleem wordt nu niet opgelost, maar het is goed dat we het andere probleem nu wel aanpakken.
De bezwaren van de redersorganisatie Intertanko en de lidstaat Griekenland behoren ondergeschikt te zijn aan de bescherming van ons zee-, kust- en havenmilieu. De Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links ondersteunt dit voorstel ook in tweede lezing.
Rodi Kratsa-Tsagaropoulou (PPE-DE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, geachte collega’s, ik wil de rapporteur bedanken voor zijn vastberaden standpunt, dat erop is gericht de omstandigheden te creëren waaronder ongelukken op zee, met alle nefaste gevolgen van dien, zoals verontreiniging, kunnen worden voorkomen. Dit is een morele maar ook politieke plicht van zowel de Europese Unie en haar lidstaten als de internationale organisaties.
Mijn land, Griekenland - en ik zeg dit omdat twee collega’s over Griekenland spraken - beschouwt milieubescherming als een bijzonder belangrijk doel. Wij zijn een land met kusten, eilanden en met een grote toeristische economie, een land dat een knooppunt wil worden voor heel het oostelijk Middellandse-Zeegebied. Dat betekent meer schepen op zee en dus een groter gevaar op verontreiniging en ongelukken. Onze strategie wordt tot uiting gebracht met zowel het beleid van de regering als de enorme investeringen van Griekse reders in moderne schepen. Wegens onze bijzonder grote koopvaardijvloot zijn wij echter het land dat de meeste problemen ondervindt bij de aanpassing aan de nieuwe verordening, die afwijkt van de internationale verdragen en onvermijdelijk leidt tot snelle veranderingen, met alle economische gevolgen van dien. Het ondernemingsvermogen en de arbeidsplaatsen die op de helling komen te staan, zijn parameters die in geen enkel land een zo grote rol spelen als in Griekenland. Daarom willen wij graag dat in de verordening, wat het tijdschema betreft, rekening wordt gehouden met de handelsactiviteiten die zich aan het ontwikkelen zijn en met de contractuele verplichtingen van de olietankschepen. Wij weten bovendien allen dat losse maatregelen niet volstaan. De classificatiebureaus voor de scheepvaart hebben eveneens een grote verantwoordelijkheid. Zeer belangrijk zijn verder de opleiding van bemanningen, de communicatie en coördinatie tussen de lidstaten en de beschikbaarheid van vluchthavens. Wij doen ons uiterste best, mijnheer de commissaris, dames en heren collega’s, om de milieubescherming op optimale wijze te combineren met de concurrentiekracht van onze Europese vloot en onze economie.
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, ik wil de heer Le Rachinel en de Commissie vervoer en toerisme nogmaals bedanken voor dit uitstekende werk, waarmee dit voorstel in eerste lezing zou moeten kunnen worden aangenomen. Ook wil ik alle afgevaardigden bedanken die hebben benadrukt hoezeer deze verplichting in de lijn ligt van ons optreden ten behoeve van de veiligheid op zee.
Mijnheer Le Rachinel, het door u voorgestelde amendement, dat de Commissie vervoer en toerisme unaniem heeft goedgekeurd, mag dan van zuiver technische aard zijn, maar het is er niet minder belangrijk om. Het maakt de tekst namelijk nog helderder en ik kan het daarom zeker aanvaarden.
Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik ben het Parlement erkentelijk dat het zich opnieuw achter dit beleid voor veiligheid op zee heeft geschaard. Zoals een van de sprekers al onderstreepte, is dit beleid hard nodig. De ontwikkelingen op het gebied van de zeesnelwegen en het zeeverkeer vergen immers een steeds grotere waakzaamheid ten aanzien van de veiligheid.