1. Plechtige vergadering : Verwelkoming van de Bulgaarse en Roemeense leden
De Voorzitter. Dames en heren, met vreugde en ontroering verwelkomen we vandaag onze 53 nieuwe collega’s uit Bulgarije en Roemenië. Namens iedereen heet ik u van harte welkom en ik wens u veel succes in uw eerste termijn als leden van het Europees Parlement.
Het doet me genoegen om de voorzitters van de nationale parlementen van Roemenië en Bulgarije te begroeten, die zich op de officiële tribune bevinden…
(Het Parlement applaudisseert staande voor de nieuwe afgevaardigden)
Mijnheer Olteanu, voorzitter van de Roemeense Kamer van Afgevaardigden, mijnheer Vacaroiu, voorzitter van de Senaat van Roemenië, en mijnheer Pirinski, voorzitter van de Bulgaarse Nationale Vergadering, ook u heten wij welkom in het Europees Parlement.
Vanaf heden vormen we een groot collectief, bestaande uit 785 afgevaardigden uit 27 landen, dat is gestructureerd rond – schrikt u niet – 177 politieke partijen. Over enkele maanden zullen de Roemeense en Bulgaarse burgers naar de stembus gaan om hun vertegenwoordigers in het Europees Parlement te kiezen. Vanaf nu zal het Europees Parlement er alles aan doen om ervoor te zorgen dat zij zich volledig bewust zijn van het belang van hun deelname aan de eerste Europese verkiezingen die in deze twee landen zullen plaatsvinden.
Ik heb onlangs kunnen vaststellen hoe groot het enthousiasme van de Roemenen en de Bulgaren voor Europa is. Dat heb ik gezien tijdens de officiële ceremonies op 31 december 2006 in Boekarest en op 1 januari 2007 in Sofia. Deze gebeurtenissen behoren ongetwijfeld tot de meest bijzondere momenten van mijn ambtstermijn, zowel op het persoonlijke als op het politieke vlak – ik zou zelfs willen zeggen dat dit zeer bemoedigende momenten waren, gezien het euroscepticisme dat zo floreert in andere hoofdsteden.
Ik heb kunnen zien hoe trots de Roemenen en Bulgaren erop zijn dat ze nu Europese burgers zijn geworden. Alles wat hun aangaat, gaat ook ons nu ook veel meer aan. De zaak van de Bulgaarse verplegers die in Libië ter dood zijn veroordeeld, is nu een zaak van de Europese Unie. De Europese Unie moet zich onvermoeibaar inzetten voor deze Europese burgers, en ik maak van deze gelegenheid gebruik om opnieuw een oproep te doen aan de Libische regering ten gunste van deze verplegers, zonder daarbij de Palestijnse arts te vergeten die ook is veroordeeld.
(Luid applaus)
Waarde collega’s uit Roemenië en Bulgarije, u brengt uw geschiedenis, uw cultuur en uw geloof in Europa mee. U opent een nieuw venster op zee – de Zwarte Zee – waarvan we het strategische belang op dit moment allemaal inzien. Een groot deel van onze energie komt langs die weg de Europese Unie binnen. We bevinden ons midden in een debat over ons energiebeleid en de ligging van u beider landen zal het gewicht van Europa op het internationale podium aanzienlijk vergroten.
Door u zullen we onze buurlanden beter gaan begrijpen. Ik ben er zeker van dat u, burgers van twee landen die een grens delen met de westelijke Balkan, een steunpilaar zullen vormen onder het Europese gebouw dat we aan het construeren zijn.
Met Roemenië erbij zijn er nu vier landen van de Europese Unie die een gemeenschappelijke grens met Oekraïne hebben en is er nu ook een land met een gemeenschappelijke grens met Moldavië, waardoor het Europees nabuurschapsbeleid ongetwijfeld zal worden versterkt.
Met Bulgarije erbij zijn er nu twee landen die een gemeenschappelijke grens met Turkije hebben, en ook in dit geval ben ik er zeker van dat de ervaringen van Bulgarije bijzonder nuttig voor ons zullen zijn.
Uw landen en uw bevolkingen hebben een enorme inspanning verricht om zich te kunnen aansluiten bij de Europese Unie; een inspanning waarvan wij ons misschien niet voldoende bewust zijn, maar die u wel hebt verricht. Daarnaast moet er nog veel worden gedaan. Zoals u weet, heeft het Europees Parlement er in november vorig jaar bij uw regeringen op aangedrongen om het tempo van de hervormingen vast te houden. Wij denken dat u die hervormingen beter binnen de Europese Unie kunt uitvoeren dan daarbuiten, en de voortgangscontrole van die hervormingen zal een gezamenlijke inspanning worden.
Voor ons allen begint er vandaag een intensieve periode van wederzijdse kennismaking. Het oude Thracië en Dacië, delen van Europa toen Europa nog niet zo heette, hebben zich weer bij de gemeenschappelijke familie aangesloten. Ze zijn teruggekeerd in het Europa waar ze altijd al deel van hebben uitgemaakt. Hun terugkeer zal even verrijkend worden als die van andere landen op 1 mei 2004.
We staan voor grote uitdagingen en ik weet zeker dat we zullen samenwerken om deze het hoofd te bieden. Weet daarom dat u welkom bent.
(Applaus)
En nu verzoek ik u om naar de hymne van de Europese Unie te luisteren.
(Het Parlement luistert staande naar de hymne van de Europese Unie)
2. Hervatting van de zitting
De Voorzitter. Ik verklaar de zitting van het Europees Parlement, die op 18 december 2006 werd onderbroken, te zijn hervat.
(De vergadering wordt om 18.20 uur geopend)
3. Samenstelling Parlement: zie notulen
4. Verklaring van het voorzitterschap
De Voorzitter. Alvorens met de agenda te beginnen, moet ik u er met een zwaar gemoed aan herinneren dat de terroristische organisatie ETA het staakt-het-vuren dat zij afgelopen maart had afgekondigd, heeft geschonden. Haar barbaarse aanslag op het vliegveld van Madrid heeft het leven gekost aan twee Ecuadoranen, Carlos Alonso Palate en Diego Armando Estacio, die als immigranten hun plaats in de Spaanse maatschappij hadden gevonden en zo hun familie in Ecuador konden onderhouden.
Met deze aanslag heeft de ETA een einde gemaakt aan het proces dat door de Spaanse regering in gang was gezet en waarover in oktober 2006 werd gedebatteerd.
Ik wil namens het Europees Parlement ons oprechte medeleven uitspreken en onze condoleances doen uitgaan aan de nabestaanden en vrienden van de twee vermoorde mannen, alsmede aan alle Spanjaarden en Ecuadoranen.
Verder wil ik in dit Parlement deze wrede terroristische daad nogmaals veroordelen en het volstrekt helder maken dat geweld in een democratie totaal onverenigbaar is met dialoog en dat er niet kan worden overhandeld over vrede,
(Applaus)
over samenleven in vrijheid en over de eerbiediging van de mensenrechten .
Ook wil ik nogmaals onze steun toezeggen aan alle democratische instellingen van Spanje in de strijd die dat land voert tegen het ETA-terrorisme, en de hoop uitspreken van alle Europese democratieën dat de Spanjaarden, liever eerder dan later, een einde maken aan het geweld in heel Spanje.
Ik vraag u nu een minuut stilte in acht te nemen voor Carlos Alonso Palate en Diego Armando Estacio.
(Het Parlement neemt staande een minuut stilte in acht)
5. Goedkeuring van de notulen van de vorige vergadering: zie notulen
6. Samenstelling Parlement: zie notulen
7. Onderzoek geloofsbrieven: zie notulen
8. Oprichting van een fractie
De Voorzitter. Ik wil u op de hoogte stellen van de oprichting van een nieuwe fractie in het Europees Parlement met de naam “Identiteit, Traditie en Soevereiniteit”. Deze fractie bestaat uit twintig leden die afkomstig zijn uit meer dan een vijfde van de lidstaten en voldoet derhalve aan de voorwaarden die in het Reglement zijn vastgelegd. De samenstelling van deze fractie wordt gepubliceerd in de notulen van deze vergaderperiode.
Martin Schulz (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter. Ik verwijs naar artikel 29 van het huishoudelijk reglement van het Parlement. In dit artikel staat dat het vormen van politieke, parlementaire fracties enkel mag gebeuren op voorwaarde dat er overeenstemming bestaat tussen de leden van deze fractie in hun politieke opvattingen.
Ik ga ervan uit dat het interview dat afgevaardigde Mussolini op 8 januari aan het persagentschap APA gegeven heeft – of dat althans is gepubliceerd door APA – niet strookt met artikel 29 van het huishoudelijk reglement. Mevrouw Mussolini heeft in dit interview gezegd dat het bij de fractie die gevormd zal worden eerder gaat om een technische dan om een politieke fractie. Daarbij verwees ze naar het feit dat het politieke programma van deze fractie grotendeels niet strookt met haar eigen ideeën. Op die manier wordt niet voldaan aan artikel 29 van ons huishoudelijk reglement want technische fracties – dat weten we nog uit het verleden van dit Parlement – zijn niet toegelaten. Ik vraag u dus de commissie inzake het huishoudelijk reglement van het Parlement de opdracht te geven om de legitimiteit van de vorming van deze fractie na te gaan.
(Applaus)
Bruno Gollnisch (ITS). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, mijnheer Schulz, ik begrijp uw boosheid over het feit dat er bij deze gelegenheid een fractie is opgericht, die evenwel bescheiden van omvang is. Uw bezwaar zou gegrond zijn, mijnheer Schulz, als al onze leden niet expliciet een verklaring met een onmiskenbare politieke inhoud hadden ondertekend, die overigens in het bezit is van de Voorzitter en van de administratie van het Parlement. Ik wil u hiervan met alle plezier een kopie toesturen. In deze verklaring wordt gepleit vóór het behoud van de Europese identiteit en de identiteit van onze landen, om te waarborgen dat onze moderniteit geworteld is in Europese tradities. In de verklaring wordt tevens gepleit vóór financiële transparantie, terwijl er op niet-confessionele wijze wordt verwezen naar christelijke waarden en mensenrechten. Het gaat hier om een duidelijk omschreven tekst die door al onze leden is ondertekend.
Natuurlijk zijn wij ook van plan, zoals mevrouw Mussolini heeft gezegd, om een einde te maken aan de – in zekere zin – discriminerende situatie waarin de Niet-ingeschrevenen zich bevinden, vergeleken met afgevaardigden die lid zijn van een fractie. Helaas zal deze discriminerende situatie voortduren voor degenen die niet-ingeschreven blijven, aangezien zij niet over dezelfde politieke, administratieve en financiële middelen beschikken als de andere fracties.
Ik kan u op dit punt echter volledig geruststellen, mijnheer Schulz: de Fractie Identiteit, Traditie en Soevereiniteit heeft wel degelijk een politieke inhoud en is volledig in overeenstemming met het Reglement van het Parlement, evenals met de jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie. Alstublieft, mijnheer Schultz, gedraagt u zich nu niet als de booswicht die een minderheidsfractie wil treiteren, met het risico te worden teruggefloten door het Hof van Justitie in Luxemburg.
De Voorzitter. Mijnheer Schulz, Mijnheer Gollnisch, in artikel 29 en de bijbehorende voetnoot waarin de werkingssfeer van zijn bepalingen worden toegelicht, staat dat het Parlement de politieke verwantschap van leden van een fractie niet beoordeelt. Alleen indien de betreffende leden ontkennen te beschikken over de politieke verwantschap waarvan de fractie gewag maakt, dient het Parlement na te gaan of de fractie is opgericht in overeenstemming met het Reglement.
Ik geloof niet dat dit het geval is. De fractie heeft een beginselverklaring of politieke verklaring opgesteld. Ik ben hiervan op de hoogte gesteld, en de verklaring wordt gepubliceerd in het Publicatieblad en ondertekend door alle leden van de fractie. Ik ben van mening dat hieruit op dit moment voldoende politieke verwantschap tussen zijn leden blijkt en kan derhalve geen gevolg geven aan uw verzoek, mijnheer Schulz.
9. Toespraak van de Voorzitter van het Parlement
De Voorzitter. Geachte afgevaardigden, na onze Bulgaarse en Roemeense collega’s welkom te hebben geheten, wil ik graag enkele minuten stilstaan bij het werk dat we tijdens de eerste helft van deze zittingsperiode hebben verricht.
Ik denk dat er brede consensus bestaat over het groeiende belang en de grotere rol van het Europees Parlement. Het publiek weet nu beter wat het Europees Parlement doet en het Europees Parlement krijgt ook meer erkenning voor de uitoefening van zijn taken. We hebben de uitdaging van de uitbreiding goed doorstaan en belangrijke interne problemen opgelost.
Dat hebben we te danken aan u allen, aan het Secretariaat-generaal, aan de administratievan het Parlement. Ik wil u allemaal bedanken.
Ook wil ik u herinneren aan de twijfels die we dertig maanden geleden hadden over ons vermogen om met meer afgevaardigden te werken, en met op dat moment negen extra talen – dat zijn er nu twaalf geworden – en met parlementaire culturen die nog sterker van elkaar verschilden.
Ik denk dat we vandaag kunnen constateren dat we deze moeilijkheden te boven zijn gekomen en dat het uitgebreide Parlement functioneert. Er is geen tweedeling tussen het oude en het nieuwe Europa ontstaan.
De afgevaardigden uit de nieuwe lidstaten hebben zich perfect geïntegreerd in de verschillende transnationale fracties en hebben op Europese schaal en vanuit een Europees perspectief gewerkt. We hebben een belangrijke rol gespeeld bij het verminderen van de spanningen tussen Oost en West, en op die manier hebben we belangrijke akkoorden kunnen bereiken, zoals in het paradigmatische geval van de dienstenrichtlijn.
De afgevaardigden uit de tien nieuwe lidstaten zijn opgeklommen tot de hoogste politieke functies van ons Parlement en er bevindt zich een groot aantal rapporteurs onder hen.
Ik hoop dat ze in de toekomst op deze geïntegreerde manier zullen blijven werken.
U zult zich eveneens herinneren dat ik u aan het begin van de zittingsperiode heb gezegd dat het Statuut van de leden prioriteit zou krijgen. De afgevaardigden met meer ervaring toonden zich wat sceptisch toen ik dat zei, maar nu hebben we een statuut dat, wanneer het van kracht wordt, de gelijke behandeling tussen de afgevaardigden en de transparantie van hun uitgaven zal waarborgen. Dit was een moeilijke kwestie die het imago van het Europees Parlement ernstig aantastte en ik denk dat we allemaal heel blij zijn dat we dit probleem hebben opgelost.
Om met meer afgevaardigden te kunnen functioneren, hebben we belangrijke interne hervormingen moeten doorvoeren. Meer programmering, meer selectiviteit, een meer politieke oriëntatie van de debatten, meer snelheid bij het innemen van een standpunt bij internationale gebeurtenissen en bij het innemen van een standpunt over de besluiten en voorstellen van de Commissie, een grotere doelmatigheid van onze delegaties in derde landen, meer dynamiek in het werk van onze parlementaire commissies.
Iedereen heeft iets bijgedragen aan het vinden en in de praktijk brengen van originele en doelmatige oplossingen. Ik wil iedereen bedanken, en met name de fractievoorzitters, de ondervoorzitters en de quaestoren die met mij hebben samengewerkt in het Bureau, de commissievoorzitters, en ook – en staat u mij toe dat ik dat nu zeg – heel in het bijzonder de secretaris-generaal, de heer Priestley, die ons binnenkort gaat verlaten.
(Luid applaus)
Gelooft u mij – ik zeg dit met de kennis die ik heb opgedaan in de functie die ik heb uitgeoefend – hij, Julian, en zijn medewerkers, zijn de mensen die echt verantwoordelijk zijn voor dat dagelijkse wonder dat het functioneren van deze complexe instelling is.
Om die instelling te laten functioneren hebben we ook een vastgoedbeleid moeten ontwikkelen, dat altijd voor de nodige discussies heeft gezorgd. We hebben grote investeringen gedaan in gebouwen in Brussel en Luxemburg, die mijn opvolger in de nabije toekomst officieel in gebruik mag nemen.
We hebben gebouwen gekocht in de drie steden waar we een zetel hebben en in de 27 landen waar we voorlichtingsbureaus hebben. We zijn een grote partij op de vastgoedmarkt in heel Europa, en ik kan u zeggen dat we door dit beleid honderd miljoen euro per jaar zullen kunnen besparen in vergelijking met de situatie dat we huur hadden moeten betalen, met als gevolg dat we het Statuut van de afgevaardigden kunnen toepassen zonder de Europese belastingbetaler om extra middelen te hoeven vragen.
Ik wil de heer Onesta, Ondervoorzitter van het Parlement, en het team van het Secretariaat-generaal bedanken voor hun werk op dit gebied.
(Luid applaus)
U zult zich eveneens herinneren dat sinds juli 2004 onze betrekkingen met de andere instellingen een belangrijke kwestie zijn geworden.
Nu erkent iedereen dat het Europees Parlement in die turbulente tijd rond de investituur van de Europese Commissie de politieke volwassenheid heeft bereikt.
Waarom? Simpelweg omdat het Parlement zijn bevoegdheden heeft gebruikt en zijn verantwoordelijkheid heeft genomen door voorstellen te verwerpen die het niet goed vond.
Daarmee liet het Europees Parlement zien dat de hoorzittingen met commissarissen niet alleen maar formele procedures zijn, dat het Parlement geen papieren tijger is en dat het zijn bevoegdheden op een dwingende en tegelijk verantwoordelijke wijze kan uitoefenen zonder een crisis te veroorzaken.
Ik denk echt dat het Parlement, de Commissie en het Europese project versterkt tevoorschijn zijn gekomen uit deze oefening in parlementaire democratie die we nu als normaal kunnen beschouwen.
Sindsdien is onze relatie met de Commissie hoffelijk, open en coöperatief geweest. Ik wil de Commissie, in de persoon van de hier aanwezige vicevoorzitter, bedanken voor deze relatie.
Het Parlement en de Commissie moeten met elkaar samenwerken, omdat beide instellingen het algemeen belang van Europa vertegenwoordigen. Wij zijn geroepen om met elkaar samen te werken, omdat we, allebei op onze eigen manier, het algemeen belang van Europa vertegenwoordigen. Maar wij zijn ook de instantie die de Commissie controleert, en dat leidt soms tot confrontaties.
Soms heeft de Commissie niet naar ons geluisterd, en daarom hebben we sommige Commissievoorstellen ook verworpen, zoals die met betrekking tot de havendiensten of het spoorwegvervoer. Maar dat moet ons aanmoedigen om meer samen te werken bij de uitvoering van het jaarlijkse wetgevingsprogramma van de Commissie.
Onze relatie met de Raad is ook verbeterd, hoewel die op sommige momenten moeilijk was.
Ik wil nogmaals blijk geven van mijn teleurstelling dat de lidstaten zich met betrekking tot de financiële vooruitzichten niet meer hebben aangetrokken van het ambitieuze en realistische standpunt dat het Europees Parlement had ontwikkeld met behulp van een ad-hoccommissie die ik de eer had te mogen voorzitten. Voor het eerst nam het Europees Parlement een standpunt in nog voordat het standpunt van de Raad bekend was.
Het Parlement en de Commissie zijn allebei medewetgevers. En ik denk dat we tevreden mogen zijn over ons aandeel in die medewetgevende taak. We zijn het vaak eens geworden, behalve bij belangrijke zaken als de richtlijn over de octrooieerbaarheid van software, waarbij we het gemeenschappelijk standpunt van de Raad hebben verworpen.
Maar ook erkent iedereen in Europa dat dit Parlement een sleutelrol heeft vervuld bij ten minste drie van de belangrijkste onderwerpen die we in deze eerste helft van de legislatuur hebben behandeld.
In het geval van de dienstenrichtlijn erkent iedereen dat het Parlement de Europese Unie heeft gered uit de moeilijke situatie die was ontstaan rond het oorspronkelijke voorstel, dat diepgaand is gewijzigd. We kunnen zeggen dat het Parlement de facto als initiatiefwetgever is opgetreden, een bevoegdheid die het formeel niet heeft. En het ging hier niet om een amendement, maar om een radicale en diepgaande wijziging van het oorspronkelijke voorstel.
In het geval van REACH hebben het definitieve compromis mede mogelijk gemaakt.
Op het gebied van de strijd tegen het terrorisme hebben we een akkoord bereikt over de bewaring van gegevens, iets wat zonder onze gedecideerde deelname, samen met het Britse voorzitterschap, heel moeilijk zou zijn geworden.
Nu hebben we die grote wetgevingsprojecten afgerond, en ik moet het Parlement waarschuwen dat het gevaar bestaat dat er een zekere ‘wetgevingsarmoede’ kan gaan ontstaan, dat het gevaar bestaat dat we geen voorstellen zullen hebben om onze taak als wetgever te kunnen uitoefenen.
Zeker, we moeten beter wetgeven, zowel degenen die de wetgeving voorstellen als degenen die de wetgeving amenderen en aannemen, maar “better regulation” moet niet verward worden met “less regulation”…
(Applaus)
… en mag ook niet ten koste gaan van de rechten – met name de sociale rechten en de milieurechten – van het acquis communautaire.
En ook moet ik u, op dit moment van afscheid, deelgenoot maken van mijn vrees dat de huidige verschuiving naar een meer intergouvernementeel functioneren van de Unie ertoe kan leiden dat de rol van het Europees Parlement afneemt. We zullen op onze hoede moeten zijn om dat te voorkomen.
Het Parlement is niet alleen medewetgever. We maken hier niet alleen wetten. We nemen ook initiatieven wanneer de omstandigheden daarom vragen. Dat doen we door tijdelijke commissies of onderzoekscommissies in te stellen.
Van die commissies hebben we ertwee heel belangrijke ingesteld. Eén voor de veronderstelde activiteiten van de CIA, die ons eraan heeft herinnerd hoe belangrijk het is om de democratische waarden te waarborgen waarop onze Unie is gebaseerd. En we moeten zelf het goede voorbeeld geven. We kunnen niet van anderen eisen wat we zelf, in eigen huis, ook niet doen.
Wat betreft de tijdelijke commissie voor het onderzoek naar Equitable Life, is het duidelijk dat we hier onze bijdrage hebben geleverd aan het vaststellen van de verantwoordelijkheid voor de financiële ramp die duizenden Europese burgers ernstige schade heeft toegebracht.
Dames en heren, we hebben ons ook intensief beziggehouden met de illegale immigratie, een probleem dat het sociaaleconomische evenwicht in Europa aantast, dat raakt aan de kern van de waarden waar wij voor staan en dat tot drama’s leidt die ons allemaal aangrijpen.
We hebben missies gestuurd naar Ceuta, Melilla, Lampedusa, de Canarische Eilanden, Parijs en Malta, en daarmee hebben we de behandeling van illegale immigranten en asielzoekers kunnen verbeteren en de regeringen op hun verantwoordelijkheid in dezen kunnen wijzen. Dat is belangrijk veldwerk geweest, dat gepaard is gegaan met een zeer actieve deelname aan het nadenken over de toekomst van Europa.
U zult zich herinneren dat het Parlement bij meerderheid het Grondwettelijk Verdrag heeft goedgekeurd, dat ik, als uw Voorzitter, dat standpunt heb verdedigd in de debatten rond de referenda in de verschillende landen – niet alleen in mijn eigen land – en dat we na het “nee” van de Fransen en de Nederlanders en het stilzwijgen van veel andere landen, in samenwerking met de Commissie belangrijke initiatieven hebben genomen in dat proces van reflectie dat het Duitse voorzitterschap nu als afgesloten beschouwt.
De Conferentie van voorzitters heeft zich sterk gecommitteerd aan deze taak, door elk land dat het voorzitterschap bekleedde te bezoeken en in elk land discussies te voeren met het maatschappelijk middenveld.
Dit is niet het moment om een analyse te geven van de ernst van de crisis waarin de Unie zich momenteel bevindt als gevolg van de afwijzing van het Grondwettelijk Verdrag. We zijn ons allemaal bewust van de ernst van deze crisis. Maar vanaf deze plaats, in mijn laatste woorden als Voorzitter, eis ik dat het Parlement nauw betrokken blijft bij het zoeken naar een oplossing, en het verheugt me dat het Duitse voorzitterschap heeft aangekondigd dat het aan het Europees Parlement zal vragen een vertegenwoordiger voor deze taak aan te wijzen, zoals het dat ook aan de Commissie en de lidstaten zal vragen.
We hebben een hele reeks initiatieven genomen, met betrekking tot het absorptievermogen, dat we hebben herdoopt tot integratievermogen, en met betrekking tot de kosten van het ontbreken van een Grondwet, waarbij we de Commissie hebben gevraagd om een verslag over dit onderwerp op te stellen. En dat hebben we gedaan omdat een grote meerderheid van de leden van dit Parlement – niet iedereen, zoals we hebben kunnen zien toen we naar de hymne luisterden – gelooft in de noodzaak van een politiek Europa dat zich op het internationale podium als een mondiale speler kan manifesteren, en ik kan u zeggen dat er in de wereld een groot verlangen naar Europa bestaat, dat Europa in de hele wereld gewaardeerd wordt en gewenst is, misschien wel meer dan binnen Europa zelf.
En als reactie op die vraag naar Europa hebben we iets ontwikkeld dat parlementaire diplomatie wordt genoemd.
Ikzelf heb verschillende niet-lidstaten bezocht om uit te leggen wat Europa is, om te luisteren naar de problemen die ze hebben met de wereld in het algemeen en met ons in het bijzonder, en soms ook om te onderhandelen. In India, in China, in veel Latijns-Amerikaanse landen, in Afrika, in alle kandidaat-lidstaten en in bijna alle mediterrane landen.
Ik ben echter niet de enige geweest. Onze rol als waarnemer bij verkiezingen is inmiddels van groot belang in de wereld.
Wist u dat we 33 delegaties hebben gestuurd naar 26 landen, en dat daaraan 242 afgevaardigden hebben deelgenomen? Weet u welke rol we hebben gespeeld in Oekraïne, in Palestina, in Afghanistan, in Congo en in Venezuela, om alleen de belangrijkste te noemen?
Ja, we kunnen tevreden zijn over de rol die we in de wereld spelen. Door naar die wereld toe gaan en hem hier ontvangen.
De staatshoofden van de lidstaten van de Unie komen hier langs, maar ook hebben in dit Parlement, op uitnodiging van uw Voorzitter, vijftien staatshoofden van andere landen gesproken, op belangrijke momenten voor hen en voor ons.
Dat blijkt duidelijk uit hun namen: Viktor Joesjenko, Hamid Karzai, Mahmud Abbas, Fouad Siniora, Evo Morales, Ellen Johnson Sirleaf, om er maar een paar te noemen.
Ook in dat opzicht hebben we aan politiek gewicht gewonnen, en dat is een reden temeer om er trots op te kunnen zijn dat we bij deze instelling werken.
Zoals we ook tevreden kunnen zijn over de rol van de Sacharov-prijs, die een aanmoediging vormt voor zovelen die voor de vrijheid strijden, zoals Alexander Milinkevitsj ons afgelopen december heeft verteld, of zoals Leyla Zana me in herinnering bracht toen ze me in Istanbul vertelde hoe belangrijk het voor haar en voor haar streven was geweest om naar Straatsburg te komen en haar beeltenis overal in de hele wereld op televisie te zien, en ook hoezeer we haar hebben geholpen bij haar strijd. En daarom betreur ik het dat we hier de “Damas de Blanco” niet hebben kunnen ontvangen, of Aung San Suu Kyi, de winnares van de Sacharov-prijs in 1990, die zestien jaar later nog steeds onder huisarrest staat in haar land.
(Applaus)
Dames en heren,
In deze dertig maanden is het opkomen voor de democratische waarden en de mensenrechten geconsolideerd als een van de kenmerken van onze identiteit.
Dit Parlement is bekend om zijn verdediging van de mensenrechten, een centraal punt in onze betrekkingen met andere landen. Onze delegaties houden zich daar intensief mee bezig en tijdens al mijn officiële bezoeken is daarover gesproken.
Ik heb dit onderwerp – soms met concrete resultaten – aangesneden in Colombia, in China, in Tunesië, in Egypte, in Algerije, in Turkije ... en in Lahti, Finland, heb ik me rechtstreeks tot president Poetin kunnen wenden en hem verteld dat Europa de mensenrechten niet zal inruilen voor energie.
Ook hebben we ons ingezet om de samenwerking tussen grote regionale blokken te stimuleren.
In de Euromediterrane Parlementaire Vergadering hebben we een grote bijdrage geleverd aan het proces van Barcelona, maar helaas is dit gepaard gegaan met een toename van de spanningen tussen de westerse en de islamitische wereld. De Euromediterrane Parlementaire Vergadering blijft de enige plek waar gemeenschappelijke standpunten kunnen worden ingenomen over conflictsituaties, zoals tijdens de crisis rond de spotprenten van Mohammed of de oorlog in Libanon.
Geachte collega’s, we moeten de Euromediterrane Parlementaire Vergadering levend en actief houden, omdat het belangrijkste geopolitieke probleem van Europa zijn relatie met de islamitische wereld is, omdat de Middellandse Zee de meest ongelijke grens ter wereld is en omdat alle problemen van onze tijd zich in dit gebied samenballen.
Het werk van de Paritaire Vergadering EU-ACS is van cruciaal belang geweest bij het voorkomen dat Afrika het vergeten continent van de globalisering wordt.
Daarnaast hebben we ons ingespannen om de Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering in het leven te roepen, en na intensieve arbeid in de zomer is deze ook opgericht. Ik hoop dat het Parlement aan dit nieuwe instrument voor de betrekkingen tussen Europa en Latijns-Amerika alle belang zal hechten dat het heeft.
We hebben de achterdocht en het antagonisme weggenomen dat er tussen ons en de nationale parlementen bestond. We hebben systematisch interparlementaire conferenties gehouden, omdat we moeten samenwerken, met de afgevaardigden en senatoren van de parlementen van elk land, en ik hoop dat de gewoonte om tijdens ieder voorzitterschap conferenties te houden in stand zal worden gehouden, zodat we onze samenwerking zullen kunnen voorzetten.
Dames en heren,
Bij het neerleggen van deze hoge functie constateer ik met u dat de Europese Unie op zoek is naar een economisch en sociaal antwoord op de globalisering, het grootste vraagstuk van onze tijd, en veel Europeanen, veel burgers die wij hier vertegenwoordigen, zien de globalisering op dit moment meer als een gevaar dan als een kans. Dat kunnen we betreuren of niet, maar het is zo.
Volgens Eurostat stond in 2003 56 procent van de burgers positief tegenover de globalisering. Nu, in de laatste enquête van Eurostat, is dat 37 procent. Een daling met 20 procent in drie jaar is zonder meer zorgwekkend.
Er bestaan grote verschillen tussen landen, en in het ene Europese land wordt er anders tegenaan gekeken dan in het andere. Maar ik weet zeker dat als elk land er in de globaliserende wereld alleen voor zou staan, ieder afzonderlijk land zich eenzaam zou voelen en overweldigd zou worden door de omvang van de uitdagingen, waarop we beter samen een antwoord kunnen geven. Samen kunnen we meer, en daarom moeten we onze Unie versterken bij het zoeken naar een gemeenschappelijk energiebeleid, vooral nu we de wolf uit het Oosten die ons gas levert aan het werk hebben gezien.
Tot dusverre hebben we geen energiebeleid gehad in Europa. Het enige dat we gedaan hebben is het mededingingsbeleid toepassen op de sector, alsof het om een sector als alle andere gaat. Maar dat is niet genoeg, want de markten, de markt, zelfs de meest efficiënte, creëert geen macht, creëert geen zekerheid en creëert geen onderhandelingskracht tegenover derden.
Ik ben er volledig van overtuigd dat er in de wereld van morgen een onscheidbaar koppel zal bestaan: het koppel energie en milieu, en dit onscheidbare koppel kan Europa een nieuwe bestaansreden geven.
Zoals die ook te vinden is in de problemen rond de immigratie, de onmisbare tegenhanger van onze zwakke demografische structuur. Op de korte termijn zal het demografisch tekort in Europa alleen kunnen worden opgevangen door meer immigratie. Maar terwijl wij een immigratiebeleid proberen te ontwikkelen, blijven wanhopige inwoners van onderontwikkelde landen met gevaar voor eigen leven naar onze kusten komen. En het is een illusie om te denken dat ieder land, nadat de binnengrenzen zijn opgeheven, nadat we besloten hebben om geen binnengrenzen meer tussen onze landen te hebben, zijn eigen immigratiebeleid kan blijven voeren, waarbij elk land zijn eigen buitengrens bewaakt.
We hebben immigranten nodig, dat moeten we tegen de Europeanen zeggen, maar we moeten die immigranten ook kunnen integreren. En geen enkel beleid dat de immigratie wil controleren zal succes hebben als de landen van herkomst zich niet ontwikkelen. Wie een reis maakt langs de bocht van de Niger zal dat onmiddellijk begrijpen.
De Europese Unie zoekt ook naar eigen middelen. Eigen middelen die echt van de Unie zijn. Daar hebben we het debat tijdens de afgelopen twee interparlementaire conferenties aan gewijd. We hebben een systeem nodig waarmee we begrotingsakkoorden kunnen sluiten die niet worden beheerst door kortzichtige en zuiver boekhoudkundige overwegingen over de nettobalans in elk individueel land. Met deze wijze van debatteren over de financiële vooruitzichten zullen we nooit een ambitieuze begroting voor de Unie krijgen.
Voor ons, parlementariërs, is dit onderwerp van groot belang. Denkt u maar aan datgene wat bij het begin van het parlementarisme werd gezegd: “no taxation without representation”. Welnu, misschien moeten we dat nu, bij de constructie van Europa, omkeren: “no real representation without taxation”.
(Applaus)
Dames en heren,
De Europese burgers verwachten dat hun Unie helpt bij het vinden van een antwoord op veel van hun dagelijkse zorgen. Vaak vinden ze dat Europa te veel afwezig is bij de grote problemen die geen enkel land in zijn eentje kan oplossen, en dat Europa te veel aanwezig is bij problemen die minder belangrijk zijn.
Zeker, zoals de Commissie ons regelmatig in herinnering brengt, moet de Europese Unie haar legitimiteit versterken door met goed beleid resultaten te produceren. Maar goed beleid ontstaat niet vanzelf. Goed beleid is het gevolg van sterke, effectieve en democratische instellingen.
Daarom moet dit Parlement, symbool van de Europese vertegenwoordigende democratie, embryo van de supranationale democratie die we aan het opbouwen zijn, zijn eigen functioneren blijven verbeteren om te kunnen bijdragen aan het weer vlot trekken van de Europese integratie.
Na het uiten van deze wens wil ik afsluiten met een denkbeeldige dialoog tussen Jean Monnet en de Spaanse dichter Antonio Machado, een van onze grote dichters, die in ballingschap is gestorven en die een gedicht heeft geschreven dat elke Spanjaard kent:
“Alles gaat voorbij en alles blijft. Maar het lot van de mens is om een voorbijganger te zijn.”
Ja, had Monnet hem kunnen antwoorden, de mensen zijn voorbijgangers, maar de instellingen blijven. Niemand kan al zijn ervaring op iemand anders overbrengen, en daarom zijn we nergens zonder die instellingen.
Ja, dames en heren, alles gaat voorbij. Maar het belangrijkste is niet dat ieder van ons een voorbijganger is, maar dat we instellingen hebben die blijven bestaan en die getuigen zijn van de geschiedenis die wij met elkaar schrijven.
Ja, dames en heren, alles blijft. De emoties blijven en de warme gevoelens blijven, op het persoonlijke en op het politieke vlak, en dat is ons belangrijkste menselijk kapitaal.
Er zullen momenten van stilte blijven, die niemand te weten zal komen, en er zullen plechtige momenten blijven, zoals de bijeenkomsten van de Europese Raad die ik als uw vertegenwoordiger heb mogen bijwonen. Namens u heb ik me tot de staatshoofden en regeringsleiders gericht, en ik kan u zeggen dat zij steeds aandachtiger naar ons hebben geluisterd en dat ze ons steeds vaker hebben uitgenodigd om deel te nemen aan hun werk. Dat is een voldoening die ik met u wil delen.
Het is een grote eer geweest om Voorzitter van het Europees Parlement te zijn.
Ik dank u voor uw vertrouwen en ik wens mijn opvolger veel succes.
Dank u wel.
(De vergadering geeft spreker een staande ovatie)
Joseph Daul, namens de PPE-DE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, namens de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen democraten) en Europese Democraten wil ik Roemenië en Bulgarije graag bijzonder hartelijk welkom heten als nieuwe leden van de Europese familie en wil ik tevens de nieuwe afgevaardigden van deze twee landen verwelkomen: zij zijn hier voortaan thuis. Wij werken al sinds september 2005 met de Bulgaarse en Roemeense waarnemers en ik ben ervan overtuigd dat wij onze uitstekende samenwerking de komende jaren zullen voortzetten.
Onze fractie beschouwt deze nieuwe toetredingen als een enorm belangrijke gebeurtenis. Het is nu aan de EU-27 om de belangrijke uitdagingen voor de toekomst het hoofd te bieden. Ik hoop dat zij dit op zo hecht mogelijke wijze, maar vooral zo verantwoordelijk mogelijk zal doen.
Eén ding is zeker: de huidige Verdragen voldoen niet langer om de nieuwe uitdagingen aan te gaan. Er moeten nieuwe institutionele spelregels komen en hiervoor geldt: hoe eerder hoe beter. Als deze spelregels uitblijven, zal Europa niet in staat zijn de belangrijkste problemen waarmee ons continent kampt, op te lossen.
Mijnheer de Voorzitter, sinds uw verkiezing, tweeënhalf jaar geleden, heeft het Europees Parlement veel vooruitgang geboekt. De toegenomen bevoegdheden van het Parlement, de manier waarop het zijn verantwoordelijkheden uitoefent en zijn politieke volwassenheid vormen daarvan het voor iedereen zichtbare bewijs.
Om slechts twee voorbeelden te noemen: de Dienstenrichtlijn en de REACH-verordening inzake chemische producten zijn twee belangrijke dossiers waarin het Parlement een prominente rol heeft gespeeld. Een andere positieve ontwikkeling is dat de betrekkingen met de Europese Commissie dankzij de nieuwe kaderovereenkomst beter zijn gedefinieerd. Ik ben er zeker van, mevrouw Wallström, dat de Commissie zich in dit opzicht aan al haar beloften zal houden, net als het Europees Parlement.
Europa zal uitsluitend vorderingen kunnen maken als de Europese instellingen, en met name de Commissie en het Parlement, met wederzijds respect en in een zeer goede verstandhouding samenwerken.
Mijnheer de Voorzitter, u hebt er hard aan gewerkt om de dialoog tussen het Europees Parlement en de nationale parlementen te versterken. Op die manier zullen wij de burgers kunnen overtuigen van het belang van een gezamenlijk optreden van de lidstaten van de Unie om hun alledaagse zorgen aan te pakken. Wij moeten vaart zetten achter dit partnerschap en de structuur ervan verder verbeteren. De Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten zal krachtige initiatieven ontplooien om deze doelstelling te verwezenlijken.
Mijnheer de Voorzitter, gedurende uw mandaat hebt u laten zien dat dit Parlement in staat is op doeltreffende wijze te functioneren met vertegenwoordigers van de 25 lidstaten, en zelfs 27, als we de Bulgaarse en Roemeense waarnemers meetellen. En opdat het in de toekomst nog beter functioneert, hebt u in uw wijsheid een parlementaire hervorming voorgesteld; die zal er eveneens toe bijdragen dat deze doelstelling wordt gehaald, als wij hieraan eenmaal onze goedkeuring hebben gegeven.
Verder hebt u, samen met het Luxemburgse voorzitterschap, toegewerkt naar de goedkeuring van een Statuut van de afgevaardigden. Ik feliciteer u daarmee. Zoals wij allen weten, hebt u zich hiermee van een bijzonder lastige taak gekweten.
Mijnheer de Voorzitter, beste mijnheer Borrell, u bent een voorzitter voor ons allen geweest. De PPE-DE-Fractie heeft u haar vertrouwen gegeven en daar hebben wij geen spijt van. U stond altijd open voor verzoeken van de leden van dit Huis. U hebt ervoor gezorgd dat de stem van het Parlement luid en duidelijk werd gehoord, met name tijdens de bijeenkomsten van de Europese Raad. Namens de PPE-DE-Fractie wil ik u hiervoor bijzonder hartelijk bedanken. Ik wens u veel geluk, waarbij ik deze woorden van Federico García Lorca wil gebruiken, met excuses voor mijn Spaanse uitspraak: “Caminante, no hay camino. Se hace camino al andar.” [Wandelaar, er is geen weg. Al wandelend wordt de weg gebaand.]
(Applaus)
Martin Schulz, namens de PSE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren. Ik wil me eerst aansluiten bij de gelukwensen van collega Daul. Ik denk dat hij de moeilijkste taak heeft van iedereen die zich vandaag in de plenaire bevindt. Ik wens hem veel succes bij het leiden van de niet zo eenvoudige fractie waarvan hij net de voorzitter geworden is. Veel succes gewenst, beste Josep.
Mijnheer de Voorzitter. Ik heet onze collega's uit Bulgarije en Roemenië welkom. Als geen ander hebben wij er als socialistische fractie in dit Parlement voor gepleit de datum 1 januari 2007 te handhaven, omdat we van mening waren dat hoe sneller we zorgen voor eenheid van ons continent in vrijheid, vrede en binnenkort ook algemene welvaart, hoe beter. Vandaag is een mooie dag, want de collega's uit Bulgarije en Roemenië zijn vanaf vandaag officieel lid. Ook voor onze fractie is dit een succes.
(Applaus)
Ook u, mijnheer Borrell, wil ik bedanken, en wel om twee redenen. Ik wil beginnen met een verontschuldiging. Ik moet bij u mijn verontschuldigingen aanbieden voor die talloze vergaderingen van de Conferentie van voorzitters waarop u, als leider, mij moest verdragen – leidend en lijdend. U hebt deze vergaderingen geleid en daarbij geprobeerd mijn welbekende en rustige temperament te kalmeren. Daar bent u niet altijd in geslaagd – en ik ook niet. Ik bied u persoonlijk mijn verontschuldigingen aan voor alles wat ik u heb aangedaan.
Maar, Mijnheer de Voorzitter, ik wil u namens de socialistische fractie zeggen: u was een buitengewoon waardig voorzitter voor dit Parlement. U hebt het Parlement binnen Europa maar ook daarbuiten met veel waarde vertegenwoordigd, en met het respect dat u verdiend hebt. Ik heb me door een lid van de Europese Raad laten vertellen dat er geen staatshoofd of regeringsleider is die bij de Raden van de staatshoofden en regeringsleiders niet aandachtig luistert wanneer Josep Borrell het woord neemt. En daar zijn twee redenen voor. De waarde van uw persoon en de intelligente inhoud van uw toespraken hebben beide evenveel bijgedragen tot het feit dat u een uitgelezen vertegenwoordiger van deze vrij verkozen Europese instelling was.
Wij, als socialistische fractie, hebben u verkozen. Vele collega's in het Parlement hebben u als nieuwe en onbekende collega het vertrouwen gegeven. Ik denk dat ik vandaag voor iedereen spreek wanneer ik zeg: Josep Borrell heeft dit vertrouwen op elke mogelijke manier bevestigd.
Mijnheer de Voorzitter, wij als socialistische fractie zijn nu heel opgetogen, want u komt opnieuw in de fractie terug. U wordt weer een normale afgevaardigde. Iedereen die u kent weet dat u een pretentieloze en normale afgevaardigde zult zijn, want u bent in staat een hoge positie te bekleden maar daarna ook weer als normaal lid van dit Parlement in onze rangen terug te keren. Deze persoonlijke bescheidenheid is misschien het duidelijkste en voortreffelijkste kenmerk van de persoonlijkheid van Josep Borrell.
Voor alles wat u in het Parlement bereikt heeft, wil ik u namens mijn Fractie van harte bedanken!
(Applaus)
Graham Watson, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik moet eerlijk bekennen dat u in 2004 niet de kandidaat van mijn fractie was. Wij hadden Bronislaw Geremek voorgesteld, een van de grondleggers en architecten van het huidige Europa van 27 lidstaten en een symbool van de Europese hereniging. U hebt het voorzitterschap in dit Parlement echter rechtvaardig en fatsoenlijk bekleed: u hebt de afgevaardigden voorkomend behandeld en bent de werkzaamheden van dit Parlement met geduld en waardigheid tegemoet getreden. Voor u als nieuwkomer in dit Parlement was het geen eenvoudige opdracht om meteen gevraagd te worden leiding aan datzelfde Parlement te geven, maar u bent de uitdaging aangegaan. Indachtig hetgeen de heer Schulz zojuist heeft gezegd, vraag ik mij af of hij bang is dat zijn eigen functie op het spel komt te staan als u weer in de vergaderbankjes plaats gaat nemen.
(Gelach)
Mijnheer de Voorzitter, ik heb vooral waardering voor uw betrokkenheid bij de burgers. U hebt velen van ons uitgenodigd om in uw land van herkomst aan uw activiteiten als actieve Europeaan deel te nemen. U hebt ook een prijzenswaardige passie en vrijwel onuitputtelijke energie aan de dag gelegd bij het promoten van de Europese Unie op ons gehele continent. Met name uw missie als voorvechter van de jonge mensen in Europa is kenmerkend voor uw werk.
U hebt uw werk echter niet uitsluitend tot de Europese Unie beperkt: u was ook buiten onze grenzen een actieve Voorzitter van dit Parlement in het kader van bijvoorbeeld het promoten van de Euromediterrane Parlementaire Vergadering, het bevorderen van de oprichting van een Euro-Latijns-Amerikaanse Parlementaire Vergadering en nog veel meer. Desalniettemin vermoed ik dat uw grootste wapenfeit gedurende uw Voorzitterschap de succesvolle integratie is geweest van Bulgaarse en Roemeense waarnemers in dit Parlement, een integratie die onder uw wakend oog tot stand is gebracht.
De aanwezigheid vandaag van nieuwe afgevaardigden markeert de voltooiing van de vijfde uitbreiding van onze Unie. Het is hartverwarmend om de gezichten van de twee nieuwe commissarissen Leonard Orban en Meglena Kuneva te zien, die per 1 januari met hun werk zijn begonnen. De aanwezigheid van twee nieuwe landen in de Raad van ministers vormt bovendien een versterking van onze Unie in de aanloop naar een belangrijke verjaardag.
Mijnheer de Voorzitter, uw voorganger, Pat Cox, heeft veel energie gestoken in de modernisering van dit Parlement. Wij weten dat u weliswaar een voorstander van hervormingen bent, maar desondanks zou mijn Fractie met het oog op het functioneren van dit Parlement de voorkeur aan nóg meer hervormingen hebben gegeven. Wij weten ook dat u van alles hebt geprobeerd, maar dat u hebt moeten constateren dat u, net als Gulliver, op vele punten vastgebonden was door de bureaucratie van twee politieke fracties. Hun houding – die koppige, achterhaalde houding – trekt een zware wissel op ons werk. Waarom zou het Europees Parlement niet elke week officieel bijeen kunnen komen om een verslag van de Commissie aan te horen? Waarom kan elke afgevaardigde geen scherm op zijn tafeltje krijgen zodat ook wij de 21e eeuw kunnen binnenstappen? Waarom zou onze democratie gebonden moeten zijn aan de regels die in de 19e eeuw door een Belgische wiskundige met de naam D’Hondt zijn opgesteld? Die regels leiden tot resultaten die via een rekenmachine en niet via stembriefjes tot stand komen; resultaten die meer afhankelijk zijn van de omvang en macht van landen dan van de Europese betrokkenheid en competentie van de kandidaten. Wij moeten dergelijke zaken opnieuw evalueren als wij onze democratische geloofwaardigheid in dit jubileumjaar, het vijftigste jaar na de ondertekening van het Verdrag van Rome, willen handhaven. Als wij namelijk niet met onze tijd meegaan, zal de publieke teleurstelling alleen maar groter worden. Dan zou de aantrekkingskracht van het weerzinwekkende, reflexmatige extreem-rechtse nationalisme nog wel eens groter kunnen worden.
Daarom vertrouw ik erop, mijnheer de Voorzitter, dat uw opvolgers het debat over de organisatie van onze werkzaamheden met alle afgevaardigden in dit Parlement zullen aangaan om de normen en waarden in stand te houden en verder te ontwikkelen waar u zich zo moedig voor heeft ingezet tijdens uw Voorzitterschap.
Sta mij toe om tot slot de heer Daul te feliciteren met zijn maidenspeech als leider van zijn Fractie. Wij zullen de komende jaren ongetwijfeld nog veel meer van hem horen.
(Applaus)
Brian Crowley, thar ceann an Ghrúpa UEN. – A Uachtaráin, is mór an onóir dom labhairt i mo theanga dhúchais anseo tráthnóna inniu. Ba mhaith buíochas ó chroí a ghabháil le rialtaisí uilig an Aontais Eorpaigh agus le Feisirí an tí seo as ucht a gcuid tacaíochta chun stádas oifigiúil oibre a bhaint amach don Ghaeilge. Tá cur chun cinn teangacha rí-thábhachtach ó thaobh forbairt iomlán a dhéanamh ar an Aontas Eorpach. Tá ceangal láidir idir éagsúlacht chultúir agus comhoibriú eacnamaíochta san Eoraip agus creidim, a Uachtaráin Borrell, gur éirigh leat an dá aidhm seo a bhaint amach le linn do théarma in oifig an Uachtaráin.
(EN) Ik heb vandaag de grote eer en het voorrecht dit Parlement voor de eerste keer in het Gaeilge – mijn moedertaal – toe te mogen spreken. Ik dank u, mijnheer de Voorzitter, en met name uw diensten, dat u dit ter gelegenheid van deze gebeurtenis mogelijk heeft gemaakt. In dat verband gaat mijn dank eveneens uit naar het geduld en de veerkracht die de heer Priestly en zijn medewerkers aan de dag hebben gelegd. Dit is vanuit Iers perspectief een historisch moment. Dat neemt niet weg dat wij met de toetreding van Roemenië en Bulgarije eigenlijk een nog veel grotere historische gebeurtenis vieren. Ik heet mijn nieuwe collega’s van harte welkom als afgevaardigden in dit Parlement en als gelijkwaardige, participerende, stemgerechtigde en richtinggevende leden van het Europees Parlement in 2007. Ik feliciteer hen met het werk dat zij hebben verzet om aan de criteria te voldoen zoals die door de Europese instellingen zijn gehanteerd voor deelname aan dit geweldige proces van vrede, welvaart en stabiliteit.
Mijnheer de Voorzitter, op de Conferentie van voorzitters heb ik duidelijk mijn dank en waardering laten blijken voor alle steun die u niet alleen aan mij en Ierland heeft gegeven, maar ook aan de burgers van Ierland die op institutioneel niveau hulp nodig hadden. Veel van mijn collega’s hebben uiteenlopende Spaanse dichters geciteerd. Ik kan alleen maar een oude Ierse dichter citeren die het volgende zei: “Hij kwam als vreemdeling en wij bespeurden angst, maar door zijn werk, door zijn inspanningen, maar vooral door zijn eerlijkheid werd hij een vriend. Nu betreuren wij zijn heengaan, maar het belangrijkste van alles is dat wij in zijn voetstappen treden omdat die ons naar de grootste dingen zullen leiden”.
(Applaus)
Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ook namens de Fractie De Groenen/Vrije Europese Alliantie wil ik de Roemeense en Bulgaarse collega’s en de nieuwe commissarissen van harte welkom heten. Bovendien wil ik u bedanken, Voorzitter, omdat u ons de kans hebt gegeven nog eens naar het Europese volkslied te luisteren. Dit is werkelijk het mooiste volkslied ter wereld. Het is telkens weer ontroerend om ernaar te luisteren!
Vanaf vandaag zullen onze problemen, onze ambities en doelstellingen ook de uwe zijn, in positieve en negatieve zin. Uw bekommernis, uw zwakke plekken en uw ambities zullen ook een beetje van ons zijn. Ik hoop dat na de toetreding de moeizame tocht naar de hervormingen hervat kan worden, maar ik moet helaas constateren dat het lidmaatschap van de Europese Unie niet steevast voldoende garantie biedt voor stabiliteit. Het is niet zo dat problemen of onevenwichtige situaties automatisch worden rechtgetrokken als een land lid wordt van de Europese Unie. Daarvoor hoeft men maar te kijken naar sommige oude en nieuwe lidstaten, waar helaas mijn land ook bij gerekend moet worden.
Voorzitter, ik dank u van harte, mede namens mijn fractie. U hebt hier een overzicht gegeven van de gebeurtenissen van de afgelopen tweeënhalf jaar. Zelf had ik er niet eens bij stilgestaan dat er in die tijd zoveel is voorgevallen. In bepaald opzicht zijn er ook dramatische gebeurtenissen voorgevallen. Namens mijn fractie wil ik u van harte danken, ook al stonden wij destijds niet achter uw verkiezing, overigens om redenen die uiteraard te maken hadden met u als persoon. Vooral echter wil ik u danken omdat u altijd uw best hebt gedaan om van dit Parlement een geloofwaardig overlegkader te maken, om de waarde die ons Parlement bekleedt qua eendracht en democratisch gehalte, naar de gehele wereld uit te dragen.
Wij hebben u meerdere malen gesteund, juist zodra twee meerderheidsfracties, die wel op u gestemd hadden, u min of meer in de steek lieten: bijvoorbeeld toen u verder wilde gaan met de Grondwet, met de financiële vooruitzichten en de interne hervormingen, welke helaas onvoltooid zijn gebleven.
Vandaag legt u uw functie als Voorzitter van het Europees Parlement neer. U zult vast en zeker andere functies op u nemen, of anders zult u hier naast ons plaatsnemen, in deze plenaire vergadering. Nogmaals, hartelijk dank voor uw vriendelijke en beminnelijke houding, en ook – dat mag ik toch wel zeggen – voor de sympathie die u altijd uitstraalde.
Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, nadat u, aan het begin van deze zittingsperiode, uw eerste toespraak had gehouden, waarin u de grote lijnen van uw Voorzitterschap uiteenzette, heb ik daarop als volgt gereageerd. “Uw woorden”, zei ik toen, “sterken ons in onze overtuiging dat wij een constructieve samenwerking met u kunnen ontwikkelen.” Dat was inderdaad het geval en ik wil u daar graag om verschillende redenen voor bedanken.
Om te beginnen wil ik u prijzen als een waarachtig progressief persoon. Ondanks de beperkingen die uw functie met zich meebrengt en de bijzondere omstandigheden waaronder u uw mandaat hebt uitgeoefend, bent u erin geslaagd trouw te blijven aan onze gezamenlijke idealen. Enkele dagen geleden nog, tijdens uw toespraak aan de Humboldt-universiteit, hekelde u de tendens, ik citeer: “om sociale en fiscale concurrentie tussen onze landen te laten ontstaan, waardoor Europa zich niet ontpopt als een constructief antwoord op de globalisering, maar eerder als een paard van Troje dat de sociale betrekkingen ondermijnt”. Ik deel deze visie. Een dergelijke gelijkgerichtheid zou op zich al volstaan om aan te tonen dat wij een uitstekende relatie hebben.
Er is echter een tweede eigenschap waarvan u blijk hebt gegeven en die ik onder de aandacht zou willen brengen. Hoewel uw politieke standpunten en de standpunten die mijn fractie verdedigt op tal van punten gelijkenis vertonen, overlappen ze elkaar niet. In bepaalde kwesties liggen ze zelfs ver uiteen, bijvoorbeeld wat het ontwerpverdrag voor een Europese Grondwet betreft. Wat wij echter in u gewaardeerd hebben, is uw vermogen om naar de verschillende gezichtspunten te luisteren, ook als het om een gevoelig onderwerp als dit ging. En dan bedoel ik niet beleefd luisteren met een ondergrond van onverschilligheid, maar aandachtig luisteren vanuit respect voor de spreker en, daaruit voortvloeiend, vanuit de wens om de motieven van de spreker te doorgronden.
Ik ben u er dankbaar voor dat u begrip hebt gehad voor de gedachte dat iemand voorstander kan zijn van de Europese integratie, maar tegelijkertijd fel gekant is tegen Europa’s mercantiele en financiële vlucht naar voren en tegen de wijdverbreide concurrentie die daarmee gepaard gaat: dat wat wij het liberale Europa noemen. Ik wil dit vandaag, op de dag dat wij onze collega’s uit Roemenië en Bulgarije welkom heten, nog eens herhalen: als wij met elkaar de huidige crisis over het vertrouwen in – en zelfs de zin van – Europa te boven willen komen, dan moeten wij met een kritisch oog naar het huidige model kijken. Dat wij tot ingrijpende veranderingen oproepen, is om de burgers van onze 27 landen te laten inzien dat de Unie van hen is. Onze kritiek is dus opbouwend, en ik ben u er erkentelijk voor dat u dit begrepen hebt.
Tot slot: op het moment dat de politieke balans wordt opgemaakt van het functioneren van een Voorzitter van het Parlement, is er vrijwel altijd een gebeurtenis die er bovenuit steekt, een opvallende daad, of in zekere zin een handelsmerk. Als ik dat sleutelmoment in uw mandaat zou moeten aanwijzen, dan zou ik zeggen dat dat afgelopen zomer was, toen er oorlog werd gevoerd tegen Palestina en Libanon. Zoals ieder verantwoordelijk politicus in zo’n geval zou moeten doen, hebt u zich waarschijnlijk afgevraagd: wat kan ik in mijn positie, al was het maar op bescheiden wijze, tegen een dergelijk onrecht doen? Uw antwoord was dat u alle fractievoorzitters van hun vakantie terugriep om – uit naam van het Parlement – datgene te doen waartoe de 25 EU-lidstaten – op hun eigen niveau – niet in staat bleken te zijn, namelijk eisen dat er op zijn minst een onmiddellijk staakt-het-vuren zou komen, dat men zich weer aan de internationale wetten zou houden, dat er besprekingen zouden worden gevoerd om gevangenen uit te wisselen en dat er zo snel mogelijk internationale onderhandelingen zouden plaatsvinden op basis van alle relevante resoluties van de Verenigde Naties met betrekking tot het Midden-Oosten. Met onze unanieme resolutie zijn wij er weliswaar niet in geslaagd het aanzien van de wereld te veranderen, maar dankzij uw initiatief hebben wij in ieder geval de eer van Europa gered.
Om al deze redenen, mijnheer de Voorzitter, wil ik u bedanken. Ik hoop dat uw toekomstige verantwoordelijkheden ertoe zullen leiden dat wij onze uitstekende en vruchtbare samenwerking kunnen voortzetten.
(Applaus)
Jens-Peter Bonde, namens de IND/DEM-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, buña seara Roemenië, добър ден Bulgarije, wees welkom, en sta mij toe om u in mijn hoedanigheid als afgevaardigde met de meeste dienstjaren een kijkje te geven in de keuken van dit Parlement. 84 procent van de Duitse wetten is uit Brussel afkomstig – een alarmerend gebrek aan democratie en een feitelijke opschorting van de scheiding van de machten om het maar eens in de woorden van Roman Herzog, de voormalige president van Duitsland, te zeggen. Hij heeft helaas gelijk.
Indien de EU zelf het lidmaatschap van de Unie zou moeten aanvragen, zou zij het volgende te horen krijgen: “Sorry, daarvoor zult u toch eerst uw eigen democratische tekortkomingen moeten oplossen.” Doorgaans is het houden van verkiezingen de kern van een democratie zodat er een nieuwe meerderheid gevormd kan worden die vervolgens nieuwe wetten kan uitvaardigen. Die kern is hier nauwelijks aanwezig. Dat betekent, geachte Roemeens en Bulgaarse collega’s, dat u nu deel uitmaakt van een Parlement waar geen levendige debatten plaatsvinden, maar waar straks wel sprake is van een voorgekookte kroning van onze volgende Voorzitter.
Ik heet u ook welkom bij de 22 verspilde werkdagen, de 50 extra hotelrekeningen en de 250 miljoen EUR die verspild worden aan het reizende circus tussen Straatsburg, Luxemburg en Brussel. U bent ook van harte uitgenodigd om deel te nemen aan de 5 500 stemmingen per jaar waarbij het moeilijk is om precies te achterhalen waar nu precies voor gestemd is.
Dankzij het systeem-D’Hondt komt u niet in aanmerking voor de meest interessante functies en verslagen. In uw Parlementaire commissies zitten jonge assistenten en stagiaires van de Raad achter u met al de geheime wetgevingsdocumenten die u niet mag lezen. De EU beschikt over meer dan 90 000 pagina’s wetgeving – bureaucratie – die u als gekozen afgevaardigde in dit Parlement nooit zult kunnen wijzigen. Als u veranderingen wilt bewerkstelligen, dient u aan te kloppen bij iemand die niet is gekozen. Van de 480 miljoen burgers hebben namelijk uitsluitend de 27 niet-gekozen commissarissen de mogelijkheid om voorstellen voor nieuwe wetten te doen of om het initiatief te nemen tot wijzigingen op de bestaande wetgeving.
In 2005 hebben wij in de EU meer dan 3 000 verschillende regels vastgesteld waarbij er slechts in 57 gevallen sprake is geweest van een medebeslissingsprocedure. De meeste regels worden door ambtenaren in een van de 300 geheime werkgroepen van de Raad vastgesteld; die regels zijn voorbereid door nog eens 3 000 geheime werkgroepen van de Commissie.
Geachte nieuwe collega’s, ik heet u welkom bij de strijd voor transparantie, nabijheid en democratie. Ik heb een welkomstgeschenk voor u en wel dit nieuwe oranje handboek met een lange lijst van overwinningen voor de transparantie en een nog langere lijst van taken die ons nog te wachten staan. De leden van alle Fracties, dus ook van de Fractie Onafhankelijkheid/Democratie, hebben een programma voor een eerlijk Voorzitterschap (“Fair Chair”) opgesteld voor onze volgende Voorzitter. Wij zouden ons bijvoorbeeld gewoonweg kunnen beperken tot één enkele hoofdzetel en de kosten van het reizende circus kunnen besparen., Wij zouden levendige debatten kunnen introduceren en alleen over de belangrijke onderwerpen kunnen stemmen. Tot slot zouden wij het systeem-D’Hondt kunnen wijzigen in een eerlijker systeem om niet alleen de discriminatie van kleinere delegaties in de grote fracties te voorkomen, maar ook de discriminatie van de kleinere fracties en van de onafhankelijken uit te bannen. Eén miljoen burgers heeft een verzoekschrift ondertekend om voor één enkele vergaderlocatie te kiezen, maar de heer Poettering geeft ons niet eens de kans om over het verzoekschrift voor één hoofdzetel te debatteren. Wat ons morgen rest, is een geheime stemming; ik roep u om uw eerste stem morgen om 10.00 uur te gebruiken om uw steun te laten blijken voor één zetel van het Parlement en een Fair Chair.
(ES) Geachte Voorzitter Josep Borrell, morgen heeft u de kans om dit systeem te veranderen. Dank u, mijnheer de Voorzitter.
Bruno Gollnisch, namens de ITS-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, er gaat een Voorzitter weg en er komt een nieuwe fractie bij: de Fractie Identiteit, Traditie en Soevereiniteit.
Om te beginnen wil ik graag de Roemeense, Bulgaarse, Vlaamse, Italiaanse, Oostenrijkse, Britse en natuurlijk Franse patriotten bedanken die ons in staat hebben gesteld deze fractie op te richten. Wij verwachten dat zich nog andere moedige en scherpzinnige afgevaardigden bij ons zullen aansluiten. Tevens wil ik mijn persoonlijke gelukwensen overbrengen aan onze collega, de heer Daul, voor zijn verkiezing.
Met deze fractie zullen wij beter zichtbaar zijn en krijgen wij meer middelen en bevoegdheden binnen deze instelling. Daarnaast zullen wij de woordvoerders zijn van de tientallen miljoenen Europeanen – 23 miljoen volgens mijn berekeningen – die zonder onze fractie niet vertegenwoordigd zouden zijn in het Europees Parlement.
De nationale krachten zijn de toekomst van Europa, van het echte Europa: het Europa van de volkeren en de soevereine naties, van identiteit en tradities, zoals onze fractienaam aangeeft. Om een voorbeeld te noemen: in de afgelopen vijf jaar zijn drie patriotten doorgedrongen tot de laatste ronde van de presidentsverkiezingen in hun respectieve landen, namelijk de heer Siderov in Bulgarije, de heer Tudor in Roemenië en de heer Le Pen in Frankrijk, en dat is nog maar het begin. Hieraan ziet u wel hoeveel politiek gewicht onze fractie in de schaal legt, zowel in Oost- als in West- Europa.
Mijnheer de Voorzitter, u mag dan soms misleid zijn door lasterpraat die over sommigen van ons de ronde deed, aan het eind van uw Voorzitterschap wil ik u in ieder geval prijzen voor het feit dat u zowel het Reglement als de intentieverklaring van onze fractie volkomen correct hebt geïnterpreteerd en dat u in uw hoedanigheid van Voorzitter weerstand hebt geboden aan de – in mijn ogen vreselijk totalitaire – verzoeken die u werden gedaan. In welk opzicht, geachte collega’s, is het namelijk abnormaal dat politici zich in een democratie aaneensluiten om hun ideeën beter te doen uitkomen en hun standpunten te verdedigen; standpunten op basis waarvan zij door de kiezers zijn gekozen en die deze kiezers willen horen?
Ik betreur in hoge mate het vervagen van de grenzen en de soort van samenspanning die bestaat tussen de twee belangrijkste fracties in dit Parlement, die voor de kiezers tegenpolen zijn, die verschillende programma’s presenteren en waarvan men denkt dat het rivalen en concurrenten zijn, terwijl zij op één lijn zitten zowel als het gaat om de verkiezing van de Voorzitter, als om het uitsluiten van de een of andere minderheid die het niet met hun dominante standpunten eens is.
Ik heb nog een opmerking, mijnheer de Voorzitter, in het kader van het opmaken van de balans. Het Parlement heeft zich tegenover de Raad en de Commissie inderdaad doen gelden door ingrijpende wijzigingen aan te brengen in de dienstenrichtlijn, met het verslag-Gebhart, en in de REACH-richtlijn. Ik betreur het echter dat het Parlement zich, in wat wij de institutionele driehoek noemen, tegen de officiële benoeming van de Italiaanse commissaris Buttiglione heeft gekant. Dit was een ware intellectuele en morele heksenjacht die onze Vergadering mijns inziens onwaardig was. Anderzijds heeft de meerderheid van dit Parlement een aantal tegenslagen te verduren gehad, in het bijzonder wat betreft de Europese Grondwet, die in zijn huidige vorm door de Franse en Nederlandse bevolking verworpen werd. Ik hoop dat men deze afwijzing serieus neemt.
Wat zal er in de tweede helft van 2008 gebeuren onder het Franse voorzitterschap, misschien wel onder het voorzitterschap van Jean-Marie Le Pen, zoals wij allen hopen?
(Spreker richt zich tot de heren Schultz en Cohn-Bendit die hem in de rede vallen)
Jazeker, mijnheer Schultz, er zijn in het verleden wel verrassender dingen gebeurd. Mijnheer Cohn-Bendit, we hebben zelfs meegemaakt dat u lid van het Europees Parlement werd.
Hoe komt het energiebeleid van Europa eruit te zien? Hoe komt het Europese immigratiebeleid eruit te zien? Wat wordt het beleid van Brussel inzake de liberalisering van de openbare dienstverlening? Over al deze vraagstukken – en over veel andere kwesties – zullen wij natuurlijk onze mening kenbaar maken. Wees gerust, geachte collega’s, wees gerust, mijnheer de Voorzitter, wij zullen optreden als het slechte geweten van het Europees Parlement, als zijn waakzame criticus, als onvermoeibaar verdediger van de Europese volkeren en naties die ons continent en onze beschaving groot hebben gemaakt.
(Applaus van de ITS-Fractie)
Irena Belohorská (NI). – (SK) We hebben inmiddels de helft van onze zittingsperiode achter de rug, en voor velen van ons was dit onze eerste ervaring met Europese politiek op hoog niveau. Het lijkt me gepast hierbij stil te staan en de balans op te maken, en wellicht te evalueren wat we wilden bereiken en wat we daadwerkelijk voor elkaar hebben gekregen.
Als ik kijk naar de werkzaamheden van het Europees Parlement en naar de verordeningen, richtlijnen en aanbevelingen die we hebben aangenomen voor de lidstaten en hun burgers, kan ik zeggen dat we goed hebben gewerkt en op doelmatige wijze aan de slag zijn gegaan ten behoeve van onze kiezers. Om positieve resultaten te bereiken, moeten we echter de realiteit van de situatie onder ogen zien en begrijpen wat we verzuimd hebben te verwezenlijken, of op welke punten we niet hebben kunnen voldoen aan de verwachtingen van onze kiezers. Ik denk dat de voornaamste tekortkoming erin bestaat dat de tien nieuwe lidstaten onvoldoende worden geaccepteerd. Dit blijkt vooral uit onze bijzonder slechte vertegenwoordiging op sleutelposities, het kleine aantal van onze burgers dat bij de Europese Commissie werkt en onze nauwelijks bestaande vertegenwoordiging in EU-agentschappen, om nog maar te zwijgen van het feit dat onze burgers worden benoemd op de laagste posities. Ik probeer deze situatie te rechtvaardigen uit ons gebrek aan ervaring op Europees niveau. Dit klopt echter niet meer, en ik hoop dat de situatie in de tweede helft van onze zittingsperiode zal worden rechtgezet. Dit is geen kwestie van het verbeteren van het profiel van individuen, maar op de eerste plaats van het accepteren van de tien nieuwe lidstaten als gelijkwaardige partners, niet alleen met betrekking tot hun plichten, maar ook wat betreft hun rechten.
We hebben onszelf het prachtige doel gesteld een voortrekkersrol te vervullen en als winnaar uit de concurrentiestrijd met belangrijke wereldspelers als de Verenigde Staten en China te komen. In de realiteit ligt de situatie heel anders. De Europese Unie kan zich niet identificeren met de doelen die zij zichzelf heeft gesteld. We maken pas op de plaats en zitten met de handen in het haar wat betreft het Grondwettelijk Verdrag, ook al weten we dat de ratificatie ervan gunstig voor ons zou zijn. Concurrentievermogen hangt af van de mate van vooruitgang die we weten te boeken op het terrein van moderne technologieën, maar toch verlaten er iedere dag jonge wetenschappers, doctoren en technici Europa omdat ze hier onvoldoende worden ondersteund.
Voorzitter Borrell, dit zijn de laatste dagen van uw voorzitterschap van het Europees Parlement. Staat u mij toe mijn dank en respect uit te spreken voor uw werk in een periode die uitdagend is geweest en waarin de toetreding van de tien nieuwe lidstaten haar beslag kreeg. U hebt veel uitdagende situaties met begrip en beheersing afgehandeld, en u hebt de bereidheid getoond geduldig te luisteren naar anderen. Ik wens u veel succes in uw beroeps- en privéleven. Dit is een belangrijke dag voor de Europese Unie, niet alleen vanwege de wisseling van de wacht op sleutelposities in het Europees Parlement, maar ook omdat dit de dag is waarop met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie de doelstellingen van het Verdrag van Nice zijn gerealiseerd. Hiermee komt een einde aan een zeer belangrijke periode van politieke verandering in Europa. Ik weet uit eigen ervaring hoe lang en uitputtend de periode in de wachtkamer heeft geduurd voordat deze dag eindelijk aanbrak. Om aan de toetredingscriteria te voldoen, was ook de invoering van strenge en vaak impopulaire maatregelen noodzakelijk. We hebben hiermee een belangrijke periode achter ons gelaten. Uw rol in het Europees Parlement zal echter afhangen van de vraag of u zich actief opstelt, en daarom kan de ervaring die de tien nieuwe lidstaten in de voorgaande periode hebben opgedaan nuttig blijken te zijn.
Een warm welkom voor iedereen wier acties en intenties eerlijk en oprecht zijn geweest. Ik wens u uithoudingsvermogen, moed en succes toe.
Ignasi Guardans Cambó (ALDE). (ES) Mijnheer de Voorzitter, staat u mij toe dat ik dertig seconden de tijd neem om erop te wijzen dat, nu u het voorzitterschap neerlegt, op het moment dat alle leden van dit Huis u eer bewezen, alleen de Spaanse afgevaardigden van de Partido Popular weigerden voor u te applaudisseren.
Als in Spanje gekozen afgevaardigde die ook niet voor u gestemd heeft, betreur ik deze opstelling, want hiermee wordt de verdeeldheid die zich in Spanje voordoet en die zijn weerslag heeft op veel ernstiger zaken, naar dit Huis overgebracht.
Dat betreur ik en ik wil dat publiekelijk aan de kaak stellen. Ik wil u gelukwensen, met alle afstand en alle meningsverschillen die er tussen ons bestaan, zoals andere collega’s, met een andere politieke kleur, dat ook hebben gedaan, en ik betreur deze opstelling van de leden van de Spaanse Partido Popular, die zijn blijven zitten terwijl het hele Parlement u een staand applaus gaf.
Jean-Claude Martinez (ITS). –
(Spreker spreekt een mengeling van Catalaans en Valenciaans)
De Voorzitter. Dank u zeer. Helaas zullen uw woorden niet in het volledig verslag worden opgenomen, aangezien u het woord voerde in een taal die niet behoort tot een van de officiële talen van de Gemeenschap, maar die ik persoonlijk prima kon verstaan. Het doel van uw toespraak was echter ongetwijfeld niet om uw opmerkingen in het volledig verslag opgenomen te krijgen, maar blijk te geven van uw warme gevoelens door mijn moedertaal te spreken, waarvoor ik u zeer erkentelijk ben.
Margot Wallström, vice-voorzitter van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, de temperatuur in dit Parlement is ongetwijfeld een paar graden gestegen toen onze nieuwe collega’s uit Roemenië en Bulgarije binnenkwamen. Zij kunnen op een waardig en warm welkom rekenen. Tegelijkertijd hebben wij echter ook een behoorlijk kille wind kunnen voelen vanuit nationaal-extremistische en xenofobische hoek, een wind die helaas overal in Europa waait.
(Applaus)
Dat herinnert ons aan de fundamentele gemeenschappelijke taak waar wij allen, ongeacht onze partijpolitieke afkomst, voor staan, namelijk het beschermen en versterken van de Europese democratie.
Het is mij een eer en een genoegen om namens de Europese Commissie een bijzonder hartelijk woord welkomstwoord te richten tot de 53 nieuwe leden van het Europees Parlement uit Bulgarije en Roemenië die vanaf vandaag deel uit maken van deze Vergadering.
Bine aţi venit, Roemenië!
Добре дошли, Bulgarije!
Velen van u hebben als waarnemers al meer dan een jaar deelgenomen aan onze parlementaire handelingen. Ik ben ervan overtuigd dat u zeer snel gewend zult zijn aan het fascinerende ritme van dit Huis. U zult een positieve bijdrage leveren aan ons werk en een verrijking vormen voor de discussies en bespiegelingen in en tussen de politieke Fracties in de parlementaire commissies en ook hier in de plenaire vergadering. De Commissie en haar diensten verheugen zich zeer op de samenwerking met u.
Wij hebben als vertegenwoordigers van de Europese instellingen een enorme verantwoordelijkheid ten opzichte van de mensen in Roemenië en Bulgarije en ten aanzien van de hoopvolle verwachtingen die zij van de toekomst hebben. Wij moeten alles in het werk stellen om aan die verwachtingen te beantwoorden en te bewijzen dat hun vertrouwen in de Europese integratie zijn vruchten zal afwerpen en Europa als geheel sterker zal maken.
Als Parlementsledenhebt u een cruciale taak om het lidmaatschap van uw land tot een succes te maken; communicatie speelt daarbij op alle fronten een sleutelrol. Ga dan ook het veld in en praat met uw kiezers, luister naar de burgers en laat merken hoe u met hun standpunten en zorgen om zult gaan. Neem de tijd om hen uit te leggen hoe Europa functioneert en op welke manier ons beleid van invloed is op hun dagelijks leven. Probeer de mensen een realistisch beeld van de betekenis van Europa te schetsen en geef aan waarom het belangrijk is om Europeaan te zijn.
1 januari van dit jaar was waarlijk een historische moment voor ieder van ons, niet alleen voor u – de 53 nieuwe afgevaardigden in dit Europees Parlement die er eindelijk getuige van konden zijn dat hun landen tot de Europese familie toetraden – maar ook voor ons. Door de toetreding van Bulgarije en Roemenië is immers de vijfde uitbreidingsronde van de Europese Unie voltooid. Daardoor wordt een bijdrage geleverd aan vrede, welvaart, stabiliteit en democratie in heel Europa.
Sta mij toe om mijn aandacht nu op u te richten, Voorzitter Borrell Fontelles. Tijdens deze zittingsperiode heeft u een significante rol gespeeld bij de soepele integratie van 162 afgevaardigden uit de tien nieuwe lidstaten in de werkprocedures van dit Parlement. U hebt daarnaast de Roemeense en Bulgaarse waarnemers niet alleen ondersteund bij het vinden van de weg in zowel Brussel als Straatsburg, maar u hebt hen ook op het gemak gesteld. Namens president Barroso en de voltallige Commissie wil ik u bedanken voor de uitstekende samenwerking tussen onze twee instellingen gedurende uw Voorzitterschap, een samenwerking die toentertijd begonnen is met de hervatting van de onderhandelingen over en het herzien van de kaderovereenkomst. Ik dank u ook voor uw grote persoonlijke en politieke betrokkenheid bij en nimmer aflatende inzet voor het vergroten van de verantwoordelijkheden van dit Parlement ter bevordering van ons gemeenschappelijke Europese project en met het oog op het beschermen van onze gezamenlijke normen en waarden. U hebt een essentiële stempel op dit Parlement gedrukt. Dat geldt niet alleen voor uw belangrijke rol bij het tot stand brengen van een akkoord over de financiële vooruitzichten als voorzitter van de tijdelijke commissie, maar ook voor uw persoonlijke initiatief om de werkmethoden van het Europees Parlement te hervormen en voor uw bezoeken aan derde landen, waar u zich een onvermoeibare pleitbezorger voor pluralisme en democratie hebt betoond. U zult aan uw opvolger een Parlement overdragen dat in de afgelopen tweeënhalf jaar met succes heeft aangetoond dat het een betrouwbare en competente partner is, die zijn rol als medewetgever op verantwoorde en gezaghebbende wijze heeft ingevuld. Dat geldt zowel voor bijvoorbeeld het zoeken naar een compromis over de dienstenrichtlijn als voor de onderhandelingen tussen de instellingen over belangrijke nieuwe wetgeving met betrekking tot chemicaliën.
In uw inaugurele rede in 2004 zei u dat u als Voorzitter van het Europees Parlement uw passie voor democratie nu kon combineren met uw passie voor Europa.
Op persoonlijke titel zou ik daaraan toe willen voegen dat ik hoop dat dit huwelijk tussen beide passies nog jaren stand zal houden. Uit de grond van mijn hart wil ik daarnaast graag zeggen dat ik een aantal keren samen met u op bijeenkomsten ben geweest met jonge mensen en dat ik bijzonder trots ben op de manier waarop u die situaties heeft aangepakt. Net als iedereen heb ook ik Spaanse les gevolgd, zij het met wisselend resultaat. Ik wil dan ook graag met de volgende opmerking besluiten:
(ES) Bedankt voor alles, en ik wens u veel succes bij de uitvoering van uw nieuwe taken.
10. Ingekomen stukken: zie notulen
11. Mondelinge vragen en schriftelijke verklaringen (indiening): zie notulen
12. Verzoekschriften: zie notulen
13. Van de Raad ontvangen verdragsteksten: zie notulen
14. Aan de resoluties van het Parlement gegeven gevolg: zie notulen
15. Agenda van de volgende vergadering: zie notulen