Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2204(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0325/2006

Ingediende teksten :

A6-0325/2006

Debatten :

PV 31/01/2007 - 24
CRE 31/01/2007 - 24

Stemmingen :

PV 01/02/2007 - 7.12
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0022

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 31 januari 2007 - Brussel Uitgave PB

24. Betrekkingen tussen de EU en de eilanden in de Stille Oceaan - strategie voor versterkt partnerschap (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0325/2006) van Nirj Deva, namens de Commissie ontwikkelingssamenwerking, over de betrekkingen tussen de EU en de eilanden in de Stille Oceaan - strategie voor een versterkt partnerschap (2006/2204(INI)).

 
  
MPphoto
 
 

  Nirj Deva (PPE-DE), rapporteur. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, wat een eer om een zo goed als leeg Parlement toe te mogen spreken!

Cookeilanden, Fiji, Kiribati, Marshalleilanden, Federale Staten van Micronesia, Nauru, Papoea-Nieuw-Guinea, Samoa, Salomonseilanden, Oost-Timor, Tonga, Tuvalu, Vanuatu, Exotische planten, fantastische oorden, zo afgelegen, zo ver weg, zo romantisch en nog veel meer, maar al deze eilanden verkeren wel in moeilijkheden. Ze maken deel uit van het gebied van de Stille Oceaan. Historisch gezien heeft Europa, vanwege zijn koloniale verleden, de grootste invloed in de regio uitgeoefend. Het einde van de Tweede Wereldoorlog heeft het einde van het Europese kolonialisme bespoedigd, maar de betrekkingen zijn blijven bestaan. De Overeenkomsten van Lomé en Cotonou verbinden het gebied van de Stille Oceaan met ons en met ons dagelijks leven via de ACS.

Wij mogen niet vergeten dat de eilanden in de Stille Oceaan weliswaar dunbevolkt zijn, maar toch bijna 30 procent van het aardoppervlak bestrijken. De ligging te midden van de oceaan is enerzijds bevorderlijk voor de eilanden, omdat zij de visserij en het toerisme in de hand werkt, maar anderzijds zorgt de zogeheten ‘tirannie van de afstand’ voor een enorm isolement. Er zij evenwel op gewezen dat de technologische vooruitgang en de ontwikkeling van de luchtvaart en de infrastructuur hebben bijgedragen tot een verbetering van de plaatselijke economie.

De eilanden in de Stille Oceaan zouden overigens moeten inzien - en het verheugt mij dat de Commissie hier in vol ornaat aanwezig is - dat ook de Engelstalige digitale economie, met name via uitbesteding, een mogelijkheid biedt om vooruit te komen, namelijk door het verlenen van diensten met betrekking tot het bedrijfsproces en het kennisproces aan de Verenigde Staten en Austraal-Azië.

In de regio bestaat een enorm economisch contrast. Het jaarlijkse BBP per hoofd van de bevolking varieert maar liefst van 500 euro tot 8000 euro. Dit verschil is vergelijkbaar met dat tussen Somalië en Bulgarije. De beoogde strategie moet derhalve voldoende flexibel zijn om te waarborgen dat de ontwikkelingshulp wordt afgestemd op de nationale en regionale prioriteiten en aldus het maximale effect wordt gesorteerd, zowel in de meer als in de minder ontwikkelde landen.

Voor vele eilandbewoners zijn landbouwproducten de voornaamste producten van export naar de internationale markt. Zij leveren onder meer suiker, kopra, bananen, kokosnoten en palmolie. Zij hebben evenwel te kampen met problemen zoals de opwarming van de aarde, die hen voor een enorme uitdaging stelt. Wij hebben hun een ander interessant probleem bezorgd: economische partnerschapsovereenkomsten - EPO’s. Ook die uitdaging moeten zij aangaan. Zij zeggen mij dat hun inkomsten dalen ten gevolge van hun interne douane-unie. Wat moeten zij doen? Helpen en steunen wij hen? Ontwikkelen wij infrastructuur die hen in de gelegenheid stelt dit probleem op te lossen? Dat zijn vragen die enige reflectie verdienen.

Een van de grootste uitdagingen waarvoor de regio staat, is het duurzaam beheer van de visbestanden. In de Stille Oceaan zit vooral veel tonijn. De eilanden nemen een derde van de tonijnvangst van de gehele wereld voor hun rekening. De waarde hiervan wordt geschat op twee miljard euro. Beschermen wij hun vangsten? Zorgen wij ervoor dat de opbrengst ervan bij de eilandbewoners terechtkomt? Ik ken het antwoord op deze vragen niet. Misschien kan de Commissie deze kwestie eens onderzoeken. Ik weet niet precies wat er met de vangst gebeurt. Als de eilandbewoners twee miljard euro voor hun vangsten ontvingen, zouden ze niet zo arm mogen zijn als ze nu zijn.

In mijn verslag wordt onderstreept dat men bij elke actie ter bevordering van het toerisme in de regio ervoor moet zorgen dat een groot deel van de toeristische diensten in lokale handen komt. Ik moet erop wijzen dat doorgaans alleen de rijkere landen elk jaar veel toeristen aantrekken, met name omdat zij over een beter ontwikkelde infrastructuur en frequentere luchtverbindingen beschikken Daarom moet ook in de toekomst de armere landen ontwikkelingshulp worden verleend om infrastructuur te kunnen financieren en een duurzaam toerisme te kunnen bevorderen. Waarom hebben wij in dit verband in de Stille Oceaan overigens geen regionale hub gecreëerd? We zouden dat alsnog kunnen doen, naar het voorbeeld van Dubai. Wat had Dubai per slot van rekening te bieden? Twintig jaar geleden was daar alleen maar zand! Nu is het een knooppunt van regionaal luchtverkeer. Sheik Maktoum en die intelligente Arabieren hebben iets groots uit de grond gestampt. Waarom proberen wij niet iets soortgelijks tot stand te brengen voor de eilandbewoners van de Stille Oceaan?

In mijn verslag beveel ik de meer ontwikkelde eilandstaten in de Stille Oceaan aan om lokale verwerking verder te ontwikkelen en aldus de werkgelegenheid te bevorderen. Bovendien zouden zij moeten onderzoeken of de Europese Investeringsbank bereid is ‘zachte’ leningen te verstrekken aan kleine en middelgrote ondernemingen teneinde de export te stimuleren.

Op vele eilanden is de politieke situatie instabiel, zoals is gebleken uit de militaire staatsgrepen op Fiji. Ik heb mijn buik vol van militaire coups. De twee gemeenschappen van Fiji moeten beseffen dat zij een gemeenschappelijke toekomst hebben, en wij moeten hen daarbij helpen. Als zij niet stoppen, moeten wij onze hulp staken. Dat is een dreigement, maar wij hebben bij deze kwestie een soort quid pro quo nodig.

Het is van vitaal belang dat goed bestuur in de gehele regio van de Stille Oceaan wordt bevorderd. Om de millenniumdoelstellingen te kunnen verwezenlijken moet er bovendien een zekere mate van wederkerigheid bestaan. Papoea-Nieuw-Guinea en de Salomonseilanden worden bijvoorbeeld sterk getroffen door aids. Als voornaamste donor in de regio heeft de Europese Unie de gelegenheid om een strategie ten uitvoer te leggen die de inwoners van de eilandstaten in de Stille Oceaan kan helpen bij het verwezenlijken van de millenniumdoelstellingen en het ontwikkelingen van heel hun potentieel. Ons verslag is slechts een begin.

 
  
MPphoto
 
 

  Ján Figeľ, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik juich het verslag over de betrekkingen tussen de Europese Unie en de eilanden in de Stille Oceaan toe en feliciteer de rapporteur, de heer Deva, met het bereikte resultaat.

Het initiatief van mijn collega, commissaris Michel, om voor de eerste maal in de geschiedenis van de Europese Unie een strategie voor de ACS-landen in de Stille Oceaan te ontwikkelen berust op het toenemende belang van deze landen en op het feit dat zij voor enorme uitdagingen staan. Wij hebben baat bij een nauwer contact met de eilanden in de Stille Oceaan, aangezien de regio op wereldvlak een relevante rol speelt en wij op beslissende wijze kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het gebied. Dat komt duidelijk tot uiting in het verslag van het Parlement, waarin bakens voor de toekomst worden uitgezet.

De meeste van deze landen zijn verafgelegen, relatief arm, klein en hebben nog niet zo lang geleden hun onafhankelijkheid verkregen. Zij kenmerken zich doorgaans door een hoge bevolkingsgroei en hebben moeite om een evenwicht te vinden tussen enerzijds traditie en anderzijds de druk van het moderne leven. De globalisering opent kansen, maar houdt tegelijkertijd ook risico’s in voor het culturele erfgoed van de eilanden.

In vele landen uit het gebied van de Stille Oceaan komt de democratie maar moeizaam tot groei. Om vooruitgang te kunnen boeken is er bestuur van goede kwaliteit nodig. Daarom is het des te belangrijker dat de rapporteur de nadruk legt op democratie, blootstelling aan de buitenwereld en internationale contacten.

De eilanden beschikken over een aanzienlijke hoeveelheid natuurlijke rijkdommen zoals olie, gas, vis en tropische houtsoorten en een enorme biodiversiteit. Het gebied van de Stille Oceaan is zo belangrijk dat het beschouwd moet worden als een mondiaal publiek goed. Dit opent tal van mogelijkheden en toekomstperspectieven voor de insulaire ACS-staten op het wereldtoneel. Vele eilanden worden echter bedreigd door de klimaatverandering, soms zelfs in hun geheel.

De overzeese landen en gebieden slaan een brug tussen Europa en de Stille Oceaan en tussen onze beider culturen. Wij stellen voor om hulp te verlenen op terreinen waar de betrokken landen tekortschieten en Europa in verhouding een voorsprong heeft. Wij hebben het ‘blauwgroene’ thema gedefinieerd als de hoeksteen van ons optreden voor een duurzaam beheer van de natuurlijke rijkdommen van de regio. Bovendien hebben wij ons ertoe verbonden om de politieke betrekkingen te versterken, meer concrete ontwikkelingsacties ten uitvoer te leggen en efficiëntere hulp te verlenen.

Wij voorspelden in onze mededeling dat de landen in de Stille Oceaan in de toekomst meer problemen zouden ondervinden als bepaalde tendensen niet tijdig gekeerd werden. Het voorbije jaar alleen al hadden de Salomonseilanden, Oost-Timor, Tonga en Fiji te kampen met enorme veiligheidsproblemen en politieke crises. De moeilijkheden zijn zo groot en ernstig dat vele ACS landen in de Stille Oceaan ze niet in hun eentje aankunnen. Daarom verlenen wij onze medewerking aan onze vrienden uit Australië en Nieuw-Zeeland. Zoals de heer Deva hier terecht heeft gesignaleerd, is stabiliteit een noodzakelijke voorwaarde voor de verdere ontwikkeling van het toerisme in het gebied van de Stille Oceaan.

Het Parlement heeft uiteraard nota genomen van de conclusies van de Raad met betrekking tot de strategie voor de eilanden in de Stille Oceaan. Daarin wordt bevestigd dat de Europese Unie haar partnerschap met de regio zal versterken. Sommige lidstaten volgen de ontwikkelingen in het gebied van de Stille Oceaan op de voet. Op dit vlak is voor de Europese Unie een belangrijke rol weggelegd. Dat blijkt duidelijk uit het verslag van het Parlement. Wij rekenen op uw steun en solidariteit ten behoeve van deze werkelijk buitengewone landen.

 
  
MPphoto
 
 

  Rosa Miguélez Ramos, namens de PSE-Fractie. - (ES) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, wij debatteren vanavond over het verslag van de heer Deva over de betrekkingen van de Europese Unie met de eilanden van de Stille Oceaan - strategie voor een versterkt partnerschap.

Ik was rapporteur voor het advies dat de Commissie visserij over deze kwestie heeft opgesteld en goedgekeurd. Ik wens de heer Deva geluk met zijn werk en ik ben blij dat tenminste een deel van de voorstellen van de Commissie visserij zullen worden overgenomen in de tekst van de resolutie.

De Stille Oceaan behoort tot de rijkste visgronden ter wereld en de Europese tonijnvloot vist al geruime tijd in deze wateren dankzij de bilaterale overeenkomsten die wij met de landen in deze regio gesloten hebben.

Volgens wetenschappelijke studies verkeren de natuurlijke rijkdommen in de regio in een uiterst bevredigende staat, en de financiële steun van de Europese Unie vormt een belangrijke bron van inkomsten voor de betrokken landen.

Het is dan ook zaak dat we onze betrekkingen met deze landen verbeteren. Beide partijen hebben daar belang bij. Wij kunnen helpen bij het bevorderen van maatregelen voor een duurzaam beheer van de visbestanden, en voor de tonijnvissers uit de EU zou het bijzonder gunstig zijn als er meer vooruitgang werd geboekt met het opzetten van een netwerk van tonijnvisserijovereenkomsten, naar voorbeeld van het netwerk dat al bestaat voor de wateren van de Indische Oceaan, zoals de Commissie visserij in haar advies bepleit heeft.

Als we het partnerschap met deze regio van de wereld versterken, mogen we de visserij natuurlijk niet over het hoofd zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Marios Matsakis, namens de ALDE-Fractie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de rapporteur voor het harde werk. De benaming ‘strategie voor een versterkt partnerschap met de eilanden in de Stille Oceaan’ klinkt - als je die voor het eerst hoort - goed en is onschuldig genoeg om geen achterdocht of ongenoegen te wekken. Het is per slot van rekening de bedoeling om de betrekkingen, met name op handelsgebied, te verbeteren ten bate van zowel de Europese burgers als de bewoners van de eilanden in de Stille Oceaan.

Ofschoon dit voor het merendeel van de betrokken eilanden inderdaad zo is, wordt verdoezeld dat vele andere eilanden eenvoudigweg geen onafhankelijke landen zijn, maar als kolonies van de eenentwintigste eeuw moeten worden aangemerkt. Het toeval wil dat twee van de koloniserende landen tot de Europese Unie behoren, namelijk Frankrijk en Groot-Brittannië.

Laat ik een voorbeeld geven. Nieuw-Caledonië bestrijkt zo’n 18 500 km2. De 250 000 inwoners staan geregistreerd als een ‘sui generis gemeenschap’. Nieuw-Caledonië is geen land maar een overzeese provincie van Frankrijk. De Pitcairneilanden zijn - weliswaar op een veel kleinere schaal - een overzees gebied van Groot-Brittannië dat bestuurd wordt door een gouverneur die wordt aangesteld door de koningin van Engeland.

Beste collega's, ofschoon het vanuit ethisch oogpunt ronduit verachtelijk en schandalig is dat Frankrijk en Groot-Brittannië nog steeds kolonies hebben, lijken wij tevreden te zijn met het feit dat de betrekkingen met de bedoelde kolonies worden versterkt en doen wij alsof er geen vuiltje aan de lucht is. In dit verslag wordt althans met geen woord gerept van kolonisatie en het bijbehorende gebrek aan democratie.

Laat ik bij wijze van besluit enkele vragen formuleren. Sommige eilanden maken in wezen deel uit van voornoemde lidstaten van de Europese Unie. Moeten wij, gelet hierop, concluderen dat Frankrijk en Groot-Brittannië in het kader van deze strategie voor een versterkt partnerschap betrekkingen met zichzelf aangaan? Wellicht kan de commissaris enige klaarheid scheppen in deze opwindende maar vreemde kwestie.

 
  
MPphoto
 
 

  Józef Pinior (PSE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, in de eerste plaats wil ik collega Deva bedanken voor dit uiterst belangrijke verslag over een strategie voor een versterkt partnerschap tussen de Europese Unie en de eilanden in de Stille Oceaan. Het Europees Parlement steunt de mening van de Europese Commissie dat een intensievere politieke dialoog met het Forum van de eilanden in de Stille Oceaan nodig is. De leiders van deze eilanden hebben een nieuwe overeenkomst gesloten waarmee dit Forum een intergouvernementele organisatie wordt van internationaal recht.

Tegelijkertijd willen wij onderstrepen dat men bij de intensivering van de dialoog op regionaal niveau ook rekening moet houden met de behoeften van de armste landen in deze regio. De winning van natuurlijke hulpbronnen moet ten gunste komen van alle inwoners van de landen in de Stille Oceaan, en moet zeker bijdragen aan het terugdringen van de armoede. Het Europees Parlement vraagt aandacht voor het belang van het toerisme in de regio, rekening houdend met het feit, dat het landschapsschoon een van de grootste troeven van de eilanden in de Stille Oceaan is. Steun voor het toerisme moet gelijk opgaan met een grotere participatie van de inwoners van de eilanden in de toeristische sector, om ervoor te zorgen dat de sector zich duurzaam ontwikkelt en de lokale economie er optimaal van profiteert. Ik wil er daarom op wijzen dat in het verslag de nadruk wordt gelegd op steun in het kader van het tiende Europees Ontwikkelingsfonds voor onderwijs en technisch onderwijs in de landen van de regio.

Het Europees Parlement deelt de mening van de Commissie dat politieke instabiliteit en conflicten een destructieve uitwerking kunnen hebben op de economische ontwikkeling van de regio, met name door verlies van inkomsten uit het toerisme en schade aan de economische infrastructuur. We wijzen op de toestand in Oost-Timor, waar in mei en juni 2006 veel geweld plaatsvond. We hopen dat de Commissie in nauwe samenwerking met de internationale gemeenschap de leiders van Oost-Timor zal bijstaan bij het oplossen van de problemen die aan de basis liggen van de crisis. Daarbij moet men oog hebben voor de behoefte aan politieke stabiliteit, vermindering van de armoede, maatschappelijke ontwikkeling en samenwerking tussen de verschillende groepen in de samenleving.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag om 11.30 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Margie Sudre (PPE-DE). - (FR) Deze week wordt het Europees Parlement geraadpleegd over de eerste formele strategie in de dertig jaar dat de Europese Unie en de landen van de Stille Oceaan betrekkingen met elkaar onderhouden. Het doel van deze strategie is de politieke dialoog te versterken, de samenwerking te verbeteren en de ontwikkelingshulp, waarvan een kwart door de Europese Unie wordt verleend, efficiënter te maken.

Voor bepaalde essentiële sectoren wordt het accent gelegd op duurzame ontwikkeling vanuit ecologisch maar ook vanuit economisch oogpunt. Het gaat daarbij vooral om toerisme, vervoer, mijnbouw, landbouw en visserij.

In de Commissie visserij is op mijn verzoek een amendement goedgekeurd waarin de Europese Unie wordt verzocht regionale samenwerkingsprojecten op het vlak van evaluatie, toezicht en beheer van de visbestanden te ondersteunen, die worden uitgevoerd samen met derde landen in het gebied en met de overzeese landen en gebieden die met de Europese Unie zijn geassocieerd: Frans-Polynesië, Nieuw-Caledonië, Wallis en Futuna en Pitcairn.

Ik ben blij dat de Europese Unie bereid is zich constructiever met de landen van de Stille Oceaan bezig te houden. Zij legt daarbij de nadruk op economische ontwikkeling, politieke stabiliteit en een adequaat beheer van de aanwezige hulpbronnen in de onmiddellijke omgeving van onze overzeese landen en gebieden. Laten we hopen dat de beschikbare financiële middelen toereikend zijn om onze ambities waar te maken!

 
  
MPphoto
 
 

  Bogdan Golik (PSE). - (PL) Ik wil mijn steun uitspreken voor de aanbevelingen in het verslag van de heer Deva inzake de betrekkingen van de EU met de eilanden in de Stille Oceaan - strategie voor een versterkt partnerschap. Ik hoop, dat dit belangrijke document een nieuw tijdperk inluidt in de betrekkingen tussen de EU en de eilanden in de Stille Oceaan.

De Europese landen zijn al meer dan dertig jaar betrokken bij de ontwikkeling van de regio in de Stille Oceaan. Zij zijn belangrijke donoren, en daarom is een langetermijnstrategie uiterst belangrijk. Dit is tenslotte het laatste gebied ter wereld waarvoor de Unie geen alomvattende strategie heeft uitgezet.

Dit document biedt een uitgelezen kans om nieuwe economische en politieke banden aan te knopen met de regio. Dit zijn eilanden die een ongewoon belangrijke rol spelen bij de stabilisering van het klimaat en beschikken over een bijzondere rijkdom aan natuurlijke hulpbronnen, mineralen en vis. Het gaat om een partnerschap met een regio die op kop loopt in de tonijnvangst en die een derde van de tonijnvangst in de wereld binnenhaalt.

Mijn steun voor het genoemde document houdt ook verband met het bevorderen van democratie en stabiliteit en ziektepreventie in de regio in de Stille Oceaan. De EU, die historische banden heeft met de eilanden, moet deze eilanden steunen bij het bereiken van de millenniumontwikkelingsdoelstellingen.

Als we de strategie voor een versterkt partnerschap goedkeuren, kunnen we hogere economische en maatschappelijke doelen vaststellen, en kan de EU zich bij het verwezenlijken van die doelstellingen op een andere manier inzetten dan alleen als ondersteuner van voormalige kolonies.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid