De Voorzitter. – Aan de orde is de verklaring van de Commissie betreffende de Overeenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten van Amerika inzake luchtdiensten.
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren afgevaardigden, dankzij het werk van uw rapporteur, de heer El Khadraoui, en dankzij de leden van de Commissie vervoer en toerisme heeft het Europees Parlement vandaag de gelegenheid zijn stem te laten horen over een ontwerpovereenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten die mijns inziens van groot belang is.
Het gaat om de luchtvaartovereenkomst die tien dagen geleden tussen de Amerikaanse en Europese onderhandelaars in Brussel tot stand is gekomen. Ik zal deze ontwerpovereenkomst binnen tien dagen ter politieke besluitvorming voorleggen aan de ministers van vervoer van de Europese Unie.
Uw optreden komt op een cruciaal moment, en op die manier kunt u de stem van de Europese burgers laten horen, niet alleen aan de Raad, maar ook aan de Amerikaanse instellingen zelf.
Het zijn langdurige en complexe onderhandelingen geweest. Er is vier jaar onderhandeld sinds de arresten van het Hof van Justitie in de zogenoemde open skies-kwestie. Er zijn elf onderhandelingsronden geweest, die tot opschudding en beroering hebben geleid. Maar dankzij deze langdurige onderhandelingen kunnen wij de trans-Atlantische banden nauwer aanhalen en een positieve bijdrage leveren aan de strategie van Lissabon.
Wat binnen ons bereik ligt, is dat een Europese luchtvaartmaatschappij de mogelijkheid krijgt om vanaf een willekeurig vertrekpunt in Europa ongehinderd naar een willekeurige bestemming in de Verenigde Staten te vliegen, ongeacht de nationaliteit van de Europese maatschappij.
Als u vandaag de dag van Brussel naar Washington wilt vliegen en omgekeerd, dan kunt u uitsluitend met een Amerikaanse of een Belgische luchtvaartmaatschappij reizen. Sinds Sabena failliet is gegaan, kunt u – bij gebrek aan een Belgische vervoerder op dit traject – alleen nog naar Washington vliegen met een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij.
Om die reden heeft het Hof van Justitie geoordeeld dat deze bilaterale luchtvaartakkoorden onwettig zijn. Door deze akkoorden worden onze Europese luchtvaartmaatschappijen op basis van nationaliteit gediscrimineerd. Met deze overeenkomst keren wij het tij. De Verenigde Staten erkennen het Europese karakter van onze luchtvaartmaatschappijen.
Er wordt nog te vaak aan voorbijgegaan dat niet iedereen zomaar naar de Verenigde Staten kan vliegen. Zestien landen hebben open skies-overeenkomsten, maar elf hebben dat niet. Het is niet mogelijk rechtstreeks vanuit de Oostzeestaten naar de Verenigde Staten te vliegen, en het aantal routes naar de Verenigde Staten vanuit met name Spanje, Ierland en Griekenland is zeer beperkt. Nu gaan wij dus nieuwe wegen ontsluiten voor deze landen.
Wat echter van meet af aan problemen heeft opgeleverd, is om het evenwicht tussen Europa en de Verenigde Staten te bewaren in de overeenkomst. In november 2005 juichte de Raad de geboekte vooruitgang toe: vooruitgang bij de onderlinge aanpassing van de Europese en Amerikaanse regels inzake staatssteun, mededinging en veiligheid, en vooruitgang in termen van markttoegang. De Raad eiste echter tevens ruimere toegang tot de Amerikaanse markt.
Ik wil u graag uitleggen waarom deze overeenkomst – aan het slot van de laatste onderhandelingsronde – gunstiger is voor Europa. Ik zal niet in detail treden wat de vrijheden van het luchtvervoer betreft – zoals de vijfde vrijheid en de zevende vrijheid – die voortvloeiden uit het in 1944 in Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart. Deze vrijheden zijn weliswaar belangrijk, maar ze zijn van technische aard. De eerste de beste technicus zal zien dat de Europese Unie wat deze fameuze vrijheden betreft, meer heeft gekregen dan ze heeft afgestaan.
Ik wil mij in mijn betoog richten op de problemen inzake eigendom, investeringen en kapitaal van de luchtvaartmaatschappijen. Ten eerste: investeringen in de Verenigde Staten. De Amerikaanse wet, die vanwege een sterke politieke controverse niet op korte termijn door het Congres zal worden herzien, bepaalt dat buitenlanders niet meer dan 25 procent stemhebbende aandelen in een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij mogen bezitten en dat zij er geen meerderheidsbelang in mogen hebben.
Tegen de achtergrond van deze twee beperkingen hebben wij voor Europese investeerders het recht veiliggesteld om meer dan 50 procent van het totale kapitaal aan te houden, evenwel zonder dat dit wordt opgevat als een meerderheidsbelang in de luchtvaartmaatschappij. Wij hebben bereikt dat de Amerikaanse autoriteiten de investeringen op een rechtvaardige en snelle manier behandelen. Daarnaast hebben wij het recht voor Europese investeerders veiliggesteld om franchiseovereenkomsten te sluiten. Lufthansa kan zijn naam, merk en kleuren koppelen aan een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij voor het binnenlandse, Amerikaanse vervoer, en hieraan tevens zijn knowhow verkopen. Dit is geen theoretische regeling. Het concern Virgin, dat zijn boeken en cd’s vrijelijk in New York verkoopt, probeert zijn merk momenteel te verkopen, teneinde Virgin America in San Francisco op te richten. De operatie is op ernstige problemen gestuit. De verplichtingen die de Verenigde Staten zijn aangegaan, maken duidelijk wat er met betrekking tot deze investeringen precies kan worden gedaan.
In vergelijking met de bepalingen van de Amerikaanse hervorming, die het in 2006 na een bijzonder sterke oppositie niet gehaald heeft en die sommigen van u van nabij gevolgd hebben, kunnen de rechten waarover wij hebben onderhandeld, niet ter discussie worden gesteld. Deze nieuwe rechten zijn in de overeenkomst in steen gebeiteld en kunnen niet eenzijdig door de Verenigde Staten worden veranderd. Tot zover wat de investeringen in de Verenigde Staten betreft.
Ten tweede: investeringen van de VS in Europa. Aangezien de Verenigde Staten hun 25 procentsregel niet kunnen veranderen, hebben wij ons de mogelijkheid voorbehouden om Amerikaanse investeringen in Europese luchtvaartmaatschappijen tot hetzelfde niveau te beperken. Hiermee wordt het evenwicht hersteld.
Ten derde: Europese investeringen in derde landen. Met de huidige regels kunnen wij niet investeren en een meerderheidsbelang hebben in een luchtvaartmaatschappij van een derde land, zonder het risico te lopen dat wij de verkeersrechten van dat land voor vluchten naar de Verenigde Staten in gevaar brengen. Een voorbeeld: Virgin heeft in Nigeria geïnvesteerd. De Verenigde Staten keuren operaties van Virgin Nigeria naar de Verenigde Staten af, omdat de maatschappij niet langer de juiste nationaliteit heeft. Met onze overeenkomst kunnen de Verenigde Staten niet langer bezwaar maken tegen communautaire investeringen in Europese landen van buiten de Europese Unie - zoals Zwitserland - en in achttien Afrikaanse landen. De Amerikanen zullen zich op dit punt niet meer verzetten. Ze zullen ermee instemmen dat er in deze luchtvaartmaatschappijen van derde landen belangrijke investeringen kunnen worden gedaan door Europese maatschappijen.
Ten vierde: investeringen van derde landen in Europese luchtvaartmaatschappijen. Evenzo zullen de Verenigde Staten vluchten van communautaire luchtvaartmaatschappijen naar de Verenigde Staten niet aanvechten, als Europese landen - zoals IJsland - in het kapitaal van deze maatschappijen investeren. Hierdoor kunnen wij Europese investeringen in onze luchtvaartmaatschappijen aantrekken en de luchtvervoersindustrie standaardiseren.
Zo ziet u, dames en heren afgevaardigden, waarom deze overeenkomst evenwichtiger is, en dat deze balans in het voordeel van Europa is. Wij mogen deze eerste fase niet overslaan. Het is namelijk belangrijk een eerste fase af te ronden voordat wij aan een tweede fase beginnen, met als uiteindelijke doelstelling om een open luchtvaartruimte te creëren.
Toegegeven, sommige tegenstanders van de overeenkomst vrezen dat er nooit een tweede fase komt, omdat de Verenigde Staten al op alle fronten in de eerste fase hebben gewonnen, hetgeen onjuist is. U vraagt terecht om een mechanisme dat ons garandeert dat die overstap op de tweede fase er komt: welnu, dat heb ik bereikt! De onderhandelingen zullen uiterlijk in januari 2008 van start gaan. Als wij binnen nu en medio 2010 niet tot een akkoord komen in de tweede fase, dan kunnen wij de voorwaarden van de overeenkomst opschorten.
Afgezien van represaillemaatregelen ben ik er persoonlijk van overtuigd dat de dynamiek die wij in gang hebben gezet, de laatste weerstand op het gebied van eigendom en controle zal weten te breken.
Wij hebben de interne markt niet in één keer tot stand gebracht. Die is in drie fasen, maar wel binnen tien jaar, opgebouwd. U ziet dus, dames en heren, dat wij dankzij deze elf onderhandelingssessies echt vooruitgang hebben geboekt. Wat staat er, afgezien van deze overeenkomst, op het spel? Dat is, in vijf jaar tijd, een winst van zes à twaalf miljard euro. Dat zijn, anders gezegd, in de komende vijf jaar 80 000 banen aan weerszijden van de Atlantische Oceaan, en, ten slotte, 26 miljoen passagiers die de mogelijkheid krijgen tussen Europa en de Verenigde Staten te reizen, bovenop de 50 miljoen passagiers die al van de trans-Atlantische vluchten profiteren. In vijf jaar tijd zal het aantal passagiers dus waarschijnlijk van 50 naar 75 miljoen gaan. Deze schattingen zijn de uitkomst van serieuze onderzoeken.
Tot besluit wil ik dan ook opmerken, dames en heren, dat deze overeenkomst beslist van groot belang is en bijzonder waardevol kan zijn voor Europa. Ik wil hieraan toevoegen dat ik dankzij de vergadering van vanmorgen tevens een beter beeld zal kunnen krijgen van uw verwachtingen en eventueel uw vragen zal kunnen beantwoorden. Ik zeg u nogmaals dat ik er vertrouwen in heb: wij kunnen deze eerste fase afsluiten, terwijl wij de zekerheid hebben dat de tweede fase nu ook in zicht is.
Dames en heren, dit was de informatie die ik u graag wilde geven.
VOORZITTER: LUISA MORGANTINI Ondervoorzitter
Georg Jarzembowski, namens de PPE-DE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte vice-voorzitter Barrot, de PPE-DE-Fractie feliciteert u, uw onderhandelingsdelegatie en Daniel Calleja Crespo hartelijk met het afsluiten van dit eerste deel van de belangrijke luchtvaartovereenkomst met de VS. Laten wij samen echter ook de Amerikaanse delegatie en John Byerly bedanken, want ook voor hem was het geen sinecure om deze onderhandelingen tot een goed einde te brengen.
We zijn er rotsvast van overtuigd dat er door deze overeenkomst eindelijk een gemeenschappelijke, trans-Atlantische luchtverkeersmarkt ontstaat, die in het voordeel is van luchtvaartmaatschappijen en passagiers. Nu kunnen de Europese maatschappijen zonder nationale beperkingen vanuit alle delen van de Europese Unie vluchten naar de Amerikaanse markt organiseren. Tegelijk geven we daarmee uitvoering aan de uitspraak van het Europees Hof van Justitie uit 2002. Overigens zullen ook de beperkingen op de Londense luchthaven Heathrow die in strijd zijn met het Gemeenschapsrecht, opgeheven moeten worden. Een open luchtruim boven de Atlantische Oceaan zal vast en zeker ook leiden tot gunstigere prijzen voor de passagiers.
Evenwichtig mag de overeenkomst heten omdat de Commissie er voor het eerst in geslaagd is de deur van de Amerikaanse markt voor Europese luchtvaartmaatschappijen op een kier te krijgen. De opening had wel wat groter mogen zijn, maar toch. Er zijn nu nieuwe regelingen voor eigendoms- en controlerechten, voor licenties en voor het merkenrecht. Ik denk dat je door deze voordelen met recht kunt spreken van een evenwichtige overeenkomst.
Voor mij is van nog groter belang dat we een gemeenschappelijke commissie met deelname uit het bedrijfsleven ingesteld hebben, want daarmee kan voortaan verhinderd worden dat de Amerikanen of de Europeanen eenzijdig veiligheidsmaatregelen treffen die ten nadele zijn van de luchtvaartmaatschappijen of de passagiers.
De PPE-DE-Fractie doet een beroep op het Duitse voorzitterschap om in de Raad nu snel voor instemming met het gevonden compromis te zorgen. Dat zou ook een grote symbolische waarde hebben.
Ik dank onze vriend El Khadraoui hartelijk voor het opstellen van een uitstekende resolutie, die wij morgen naar ik aanneem met grote meerderheid en met de intentie die uit onze beraadslagingen naar voren is gekomen, aan zullen nemen.
Saïd El Khadraoui, namens de PSE-Fractie. – Voorzitter, commissaris, collega's, dit debat komt inderdaad op het juiste moment. De onderhandelingen zijn net afgerond. De Raad Vervoer zal zich volgende week uitspreken. In feite zal het Europees Parlement zich pas nadien formeel over het akkoord kunnen uitspreken door middel van een verslag dat ik dan zo snel mogelijk zal opstellen.
Met de resolutie, die we op mijn initiatief samen met de verschillende fracties hebben opgesteld, willen we echter een duidelijk signaal sturen naar de Raad en de Commissie. Meneer de commissaris, kort samengevat, u krijgt onze steun en we vragen de Raad om het onderhandelde akkoord goed te keuren. Dit akkoord betekent een belangrijke doorbraak op weg naar een volledige geïntegreerde trans-Atlantische luchtvaartmarkt en het biedt een uitweg voor het juridische zwaard van Damocles dat al een tijdje boven de luchtvaartsector hangt.
Tegenstanders van het akkoord zeggen, terecht, dat er nog altijd een gebrek aan evenwicht bestaat tussen de rechten die Amerikaanse maatschappijen in Europa kunnen doen gelden en de rechten die wij in de Verenigde Staten kunnen doen gelden. Dit heeft historische redenen, omdat de VS door een combinatie van bilaterale akkoorden vandaag al veel meer kunnen dan wij. Maar we mogen niet vergeten dat de vrijmaking van de Europese luchtvaartmarkt niet in één fase is gebeurd en ook niet op een korte periode is afgerond. Wij waren duidelijk voorstander van één groot akkoord, maar we denken dat dit politiek niet haalbaar is. Voor Europese consumenten is dit akkoord alvast goed nieuws. Europese maatschappijen, u heeft het al gezegd, zullen vanaf elk punt in Europa naar elk punt in de Verenigde Staten kunnen vliegen, hetgeen leidt tot een groter aanbod en wellicht ook tot lagere prijzen. Er zijn ook een aantal toegevingen aan Amerikaanse zijde gedaan om Europese maatschappijen toch wat meer toegang te geven tot de binnenlandse Amerikaanse markt. U heeft daarnet een aantal voorbeelden gegeven. Maar belangrijk voor ons is inderdaad dat er nog een tweede fase komt.
Ook denken we dat door de oprichting van het gezamenlijk comité een permanente dialoog zal kunnen ontstaan om een hele reeks aspecten te bespreken met betrekking tot de sociale dimensie, het milieu, de veiligheid en de beveiliging. We hebben daar in de resolutie nogal sterk de nadruk op gelegd, omdat voor ons de vrijmaking van de luchtvaartsector met alle gevolgen van dien, zowel negatief als positief, moet samengaan met het vastleggen van hoge standaarden op de gebieden die ik net heb aangehaald. We stellen vast dat bijvoorbeeld in technische samenwerking is voorzien op het vlak van het milieu om in de toekomst de meest efficiënte vliegroutes te gebruiken. Dat is positief.
Tot de twijfelaars, in het bijzonder onze Britse collega's die onder druk staan, wil ik zeggen dat volgens mij ook zij heel veel voordeel uit het akkoord zullen halen. De luchthaven van Heathrow zal zich meer dan ooit kunnen ontwikkelen tot de poort naar Amerika met meer rechtstreekse verbindingen in de nabijheid van de Britse consumenten.
Tenslotte, meneer de commissaris, zullen wij ook ons best doen om de volgende fases tot een goed einde te brengen door bijvoorbeeld contacten te leggen met onze collega's van het Congres. Wij hopen ook op uw medewerking om steeds op een continue wijze bij de komende onderhandelingen betrokken te blijven.
Jeanine Hennis-Plasschaert, namens de ALDE-Fractie. – Voorzitter, het luchtverkeer tussen de VS en de EU, de twee grootste markten ter wereld en samen goed voor 60 procent van alle mondiale vliegbewegingen, is vooralsnog geregeld in bilaterale open skies-verdragen. De meeste lidstaten hebben zo'n afzonderlijke regeling met de VS. Met het akkoord dat op 2 maart jl. werd gesloten, houden die bilaterale verdragen straks definitief op te bestaan. Een enorme stap vooruit waarvan ik groot voorstander ben. Deze bilaterale overeenkomsten vormen immers een belemmering voor de vrije concurrentie, als start- en landingsrechten worden voorbehouden aan nationale luchtvaartmaatschappijen. Niet goed voor de industrie en zeker niet goed voor de consument.
Zo oordeelde ook het Hof reeds in 2002. En nu na jaren onderhandelingen is er dan eindelijk een redelijk evenwichtig akkoord. Niet perfect, maar wel degelijk redelijk. Ik mag toch hopen dat de Raad hieraan zo spoedig mogelijk zijn goedkeuring verleent, en wel tijdens de vergadering op 22 maart aanstaande.
De bezwaren die met name door het Verenigd Koninkrijk worden opgeworpen, beschouw ik als weinig constructief. Het afschermen van de eigen markt is anno 2007 een gotspe en heeft weinig van doen met de Europese gedachte. Duidelijk is dat het nieuwe juridische kader voor trans-Atlantisch luchtvervoer voordelig zal uitwerken voor zowel de luchtvaartindustrie, de consument alsook de werkgelegenheid. Het biedt ook de zo belangrijke, de zo noodzakelijke juridische zekerheid voor onze Europese luchtvaartmaatschappijen.
Het voorstel is, zoals ik net al zei, niet perfect. Nog altijd worden er door de VS argumenten gebruikt als veiligheid en beveiliging om bijvoorbeeld de onderhandelingen ten aanzien van cabotage te bemoeilijken, waardoor er op dat punt geen vooruitgang is geboekt. En ook de mogelijkheid voor luchtvaartmaatschappijen uit de EU om een effectieve controle uit te oefenen over een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij is nog steeds beperkt, zelfs met de uitgebreide eigendomsbepalingen. Het afschermen van de eigen markt onder de noemer veiligheid en beveiliging is onzinnig en wat mij betreft een zwaktebod.
Tegelijkertijd, meneer de commissaris, heb ik goede hoop voor de toekomst. Het nieuwe kader voorziet immers in een bindend tijdspad voor een tweede overeenkomst waarin deze beperkingen wederom aan de orde worden gesteld. Als de VS verdere tegemoetkomingen blijven weigeren, dan dient de Unie haar poot stijf te houden. Dit dient boven alles aan de Amerikanen duidelijk te worden gemaakt.
Mijn dank, commissaris, aan u en uw team voor uw standvastigheid en ik hoop dat u die ook in de toekomst aan ons laat zien. Ook mijn dank aan onze rapporteur, de heer El Khadraoui, voor zijn gedrevenheid en actuele inbreng met betrekking tot de resolutie waarover wij morgen stemmen.
Ryszard Czarnecki, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mevrouw de Voorzitter, over tien dagen zal de commissaris de ontwerptekst voor de open skies-overeenkomst tussen de EU en de VS officieel voorleggen aan de ministers van vervoer van de lidstaten. De onderhandelingen zijn met succes bekroond, maar ze zijn eigenlijk nog niet achter de rug, want nog niet alles is in kannen en kruiken. Deze overeenkomst creëert een trans-Atlantisch, open luchtruim en luidt het einde in van de moeizame, bilaterale onderhandelingen tussen de VS en de afzonderlijke lidstaten.
In de praktijk zal de merkbaar sterkere concurrentie voor de consument meer verbindingen en goedkopere tickets voor de passagiers opleveren. De Verenigde Staten krijgen geen speciale behandeling van de Unie, want er zijn eerder al zestien gelijksoortige overeenkomsten afgesloten tussen de Europese Unie en landen in Europa, Azië, Afrika, Australië (bijvoorbeeld met Kroatië, Oekraïne, Marokko, Libanon, Singapore en Australië), en onlangs heeft de Commissie nog een dergelijk akkoord gesloten met Chili. De vorige spreekster heeft echter wel gelijk wanneer ze zegt dat deze overeenkomst toch redelijk uitzonderlijk is, gezien de schaal en het belang van de vluchten.
Er is echter nog wat werk aan de winkel in verband met het wegnemen van belemmeringen en de liberalisering van de diensten. Laten we vooral niet vergeten dat we in een volgende fase met de Amerikanen afspraken moeten maken die het voor Europese bedrijven makkelijker maken om te investeren in de Amerikaanse vervoersmarkt.
Het gebeurt niet vaak, maar nu zou ik de commissaris toch willen feliciteren. De overeenkomst die door de Europese Commissie is afgesloten kan namelijk op bijzonder veel instemming rekenen en de Europese consument doet hier duidelijk zijn voordeel mee. Een open luchtruim biedt een vooruitzicht op betere, frequentere en goedkopere verbindingen tussen Europa en Amerika. We kunnen nu goedkoper en comfortabeler dan ooit tevoren de Atlantische Oceaan overvliegen.
Eva Lichtenberger, namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte collega’s, ook ik begin met een woord van dank voor de heer El Khadraoui. De overeenkomst die nu besproken wordt vermindert weliswaar op een aantal punten het economische onrecht dat Europa tot nu toe werd aangedaan, maar sluit zich in zekere zin af voor problemen waar de toekomst ons voor stelt.
De uitstoot van het luchtverkeer is helaas grotendeels buiten beschouwing gelaten, terwijl we ons er, met het klimaatprobleem voor ogen, van bewust dienen te zijn dat ook het luchtverkeer een bijdrage zal moeten leveren aan een verminderde belasting van de atmosfeer.
Een groot probleem is in mijn ogen dat er nog altijd geen sprake is van een volledige gelijkwaardigheid. We moeten daarvoor vertrouwen op een stappenplan. Als de Verenigde Staten zich niet aan dit stappenplan houden, moeten wij als Parlement erop letten dat Europa de rug recht houdt. Dat geldt voor investeringen, maar het moet ook gelden voor de bescherming van doorgegeven gegevens en vooral voor de kwestie van de emissiebeperking. We moeten ervoor waken dat de Europese belangen aan bepaalde sentimenten ten prooi vallen of dat economisch eigenbelang boven het algemeen belang gesteld wordt.
Tot slot, mijnheer de commissaris, wil ik u nog bedanken voor een uitlating van u die elke theoloog deugd zal doen, namelijk dat u zich inzet voor een hemel die voor allen openstaat. Een heel democratisch principe, ook voor zondaars!
Jaromír Kohlíček, namens de GUE/NGL-Fractie. – (CS) Dames en heren, het luchtvervoer tussen de EU en de VS bedraagt ongeveer 60 procent van het totale luchtvervoer in de wereld. Daarom moeten deze twee partners een overeenkomst bereiken, als men vooruitgang wil boeken op het gebied van het internationale luchtvervoer. Het allerbelangrijkste daarbij is dat een dergelijke overeenkomst evenwichtig is, voor beide partijen aanvaardbaar en duidelijk omschreven in technisch opzicht. Uit de lopende onderhandelingen is echter gebleken dat de Verenigde Staten hier – net als elders – een aanpak volgen die discriminatoir is en een gebrek aan transparantie vertoont. Bovendien is gebleken dat de interpretatie van de overeenkomst na verloop van tijd aan aanzienlijke veranderingen onderhevig zal zijn. Daarom is het van vitaal belang dat steun wordt gegeven aan de voortzetting van de onderhandelingen, opdat er een zo goed mogelijk overeenkomst wordt gesloten, namens de gehele EU. Ondanks de gemaakte vorderingen is het voorbarig om te spreken over een geïntegreerde trans-Atlantische vervoersmarkt. Wij zullen ons ook door deze overwegingen laten leiden bij het onderzoek van de voorgestelde amendementen.
Laten wij een aantal van de specifieke vraagstukken die spelen in de betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de EU eens nader bekijken. Momenteel is er een reeks bilaterale overeenkomsten tussen de afzonderlijke lidstaten van de EU en de Verenigde Staten. De situatie is verwarrend, en als wij denken volledige naleving van de EU-wetgeving te kunnen garanderen, houden wij onszelf voor de gek. De belangrijkste vraag in deze fase is hoeveel gewicht elk van beide partners in de schaal kan leggen bij de onderhandelingen. De positie van de VS is in dit opzicht natuurlijk veel sterker en bezorgt onze trans-Atlantische partners een oneerlijk voordeel.
Vóór alles dient er natuurlijk iets te gebeuren op het vlak van wat cabotage wordt genoemd. In de Verenigde Staten wordt het luchtverkeer tussen de staten als cabotage ingedeeld, terwijl het verkeer in de Unie nog niet als dusdanig is opgenomen in de Verdragen. Dit gebied moet worden geharmoniseerd. Het is eveneens noodzakelijk om te spreken over de typische beschermingsmaatregelen die in de Verenigde Staten worden toegepast om instanties uit andere landen ervan te weerhouden controle uit te oefenen op Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen. De heer Barrot heeft hier enkele zeer goede opmerkingen over gemaakt.
Problematisch is eveneens de vereiste inzake de controle op de infrastructuur, dat wil zeggen op de luchthavens. De kloof tussen de vastgestelde liberalisatiedoelstellingen en de realiteit is op dit gebied wel bijzonder groot. Wat het luchtvervoer in de Unie betreft, is de discussie over de milieugevolgen van dit vervoer toegespitst op enkele zeer specifieke punten. Daaronder vallen brandstofbelasting, emissieaandeel, met name wat koolstofdioxide betreft, geluidsoverlast en andere controversiële thema’s. Als de maatschappijen in de Unie gedwongen worden deel te nemen aan de emissiehandel op grond van het Protocol van Kyoto, is het van essentieel belang dat de concurrenten aan dezelfde verplichting worden onderworpen, en met name onze grootste concurrent, de Verenigde Staten. Wij moeten wel beseffen dat wij een precedent scheppen door nieuwe internationale regels in het leven te roepen en daarmee een norm vast te stellen voor de hele sector.
Wat de sociale voorwaarden betreft, ben ik van mening dat er drie soorten van problemen zijn. Ten eerste is het verplicht om een gekwalificeerde bemanning te hebben; ten tweede moeten de arbeidstijden worden geharmoniseerd, wat de toerbeurt van vliegend personeel betreft, en ten derde moeten er duidelijke vereisten zijn met betrekking tot de kwalificaties van het grondpersoneel, dat de vliegtuigen vliegklaar maakt en de controles verricht tijdens tussenlandingen.
In het recente verleden moesten wij ons bezighouden met veiligheidsrisico’s, verplichtingen inzake biometrische gegevens, doorgifte van passagierslijsten en allerlei instructies en verboden. Daarom moeten wij voortdurend het oog gericht houden op de recent aangenomen richtlijn betreffende de rechten van gehandicapten en personen met beperkte mobiliteit die per luchtvervoer reizen. Een aantal van de op luchthavens getroffen maatregelen staan haaks op de mensenrechten van passagiers. Een typisch voorbeeld is de verwerking van persoonsgegevens van passagiers. Commissaris, ik wil graag weten wat het verband is tussen dit vraagstuk en de gegevensbescherming uit hoofde van het Schengensysteem, dat dit jaar zal worden uitgebreid. Er zijn maatregelen die overhellen naar regelrechte intimidatie, bijvoorbeeld wanneer bagage meerdere malen wordt gecontroleerd bij overstappen op luchthavens. Mijns inziens zullen deze problemen worden opgelost, en ik kijk uit naar de samenwerking met de Commissie.
Kathy Sinnott, namens de IND/DEM-Fractie. – (EN) Mevrouw de Voorzitter, de afgelopen week heerste er in bepaalde kringen een jubelstemming omdat er eindelijk een grote doorbraak is gekomen in de onderhandelingen over een overeenkomst inzake het open luchtruim.
Ik sta hier met zeer gemengde gevoelens tegenover. Aan de ene kant denk ik dat het goed is dat vliegen betaalbaarder wordt en dat er meer vluchten beschikbaar komen. Natuurlijk moet die toename gepaard gaan met een efficiënter brandstofgebruik om te voorkomen dat de uitstoot drastisch toeneemt. Als goedkopere vluchten er echter toe leiden dat het vliegverkeer zich concentreert op de drie grote Europese luchthavens, wordt vliegen een nog grotere nachtmerrie dan het nu al is.
We hebben veel regionale luchthavens die delen van Europa kunnen ontsluiten voor bezoekers en bedrijven, maar ik ben bang dat zij geen rol van betekenis zullen spelen in de gedereguleerde, concurrentiegerichte omgeving van het open luchtruim, als wij dat niet op een zorgvuldige manier regelen.
Onderzocht moet worden wat het effect is op regionale luchthavens en de omringende gebieden. In mijn kiesdistrict vragen we al geruime tijd om een dergelijk onderzoek, met name voor het gebied rond Shannon. Zelfs in dit late stadium is het van belang dat dergelijk onderzoek wordt uitgevoerd.
Reinhard Rack (PPE-DE). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte collega’s, we horen de laatste jaren steeds meer over de Europese burger, maar uit heel veel Europese hoofdsteden juist ook de klacht dat Europa zich overal mee bemoeit. Deze kritiek komt niet helemaal uit de lucht vallen en is in een aantal gevallen ook terecht. Toch bewijst ons voorbeeld van vandaag dat we in een heleboel kwesties juist meer Europa nodig hebben en ook meer gemeenschappelijkheid in dit Europa. In dat opzicht kunnen we de aanstaande sluiting van de Open Sky-overeenkomst tussen Europa en de Verenigde Staten alleen maar toejuichen. Deze overeenkomst zal tal van afzonderlijke overeenkomsten vervangen en als voorbeeld fungeren voor zeer veel andere overeenkomsten tussen de Europese Unie en andere delen van deze wereld.
Het is niet eenvoudig met de Amerikanen een goede overeenkomst te sluiten, zoals u, mijnheer de vice-voorzitter, aangegeven en met de nodige voorbeelden geïllustreerd hebt. Dat het in bepaalde situaties met het huidige Congres nog moeilijker geworden is om tot een wederzijds bevredigend resultaat te komen, is ons bekend. Dit mag er echter niet toe leiden dat de VS eenzijdig bijzondere voordelen halen uit hun onderhandelingspositie. Ik zou het trouwens liever omkeren en zeggen dat het goed zou zijn als de Europese Commissie en de Raad nog meer dan tot nu toe het geval was rekening zouden houden met het feit dat het Europees Parlement als volksvertegenwoordiging mee wil praten over dit onderwerp.
Een heel concreet voorbeeld in dit verband, dat weliswaar niet direct onder de overeenkomst valt, maar er wel heel veel mee te maken heeft: de veiligheidsvoorschriften in het internationale vliegverkeer zijn tot nu toe voor een heel groot deel eenzijdig bepaald door de belangen van de Amerikanen. Dat moet eens goed tegen het licht gehouden en indien nodig ook aangepast worden.
Brian Simpson (PSE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, deze overeenkomst, die betrekking heeft op meer dan 40 procent van de markt tussen de EU en de VS, is uiteraard van groot belang voor het Verenigd Koninkrijk. Ik zie best in dat de overeenkomst bepaalde voordelen voor de consument oplevert, maar ik vind dat er is voorbijgegaan aan enkele fundamentele kwesties en dat er nog wel wat vraagtekens bij kunnen worden geplaatst. In de overeenkomst wordt met name niets geregeld over het type toegang tot de Amerikaanse markt dat een aantal EU-maatschappijen graag wil hebben. Er wordt nauwelijks aandacht besteed aan de eigendomskwestie van Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen en is er op het oog weinig verschil met eerdere overeenkomsten die door de Europese Unie zijn verworpen.
Naar mijn mening moeten degenen die zich enthousiast hebben betoond over de overeenkomst zich dus misschien enigszins inhouden en deze wat beter bestuderen om te zien wat de EU ermee opschiet. Ik weet dat het uiteindelijke doel is om een open luchtruim met de VS te realiseren en ik steun van harte een overeenkomst die de trans-Atlantische luchtvaartmarkt zou ontsluiten. De vraag is echter: draagt deze overeenkomst daartoe bij? Ik zie het als een akkoord dat de EU voordelen belooft voor de toekomst en de VS nu direct voordelen biedt. Als deze overeenkomst echter doorgaat, moeten we ervoor zorgen dat er snel een duidelijk tijdschema komt en dat beide partijen serieus worden aangespoord om aan een vervolgovereenkomst te werken die tot een volledig open luchtvaartmarkt leidt.
Om kort te gaan, ik geloof niet dat dit akkoord een ramp is, maar het is ook niet zo geweldig als de Commissie u wil doen geloven. Het is niet meer dan een eerste stap en een die in het voordeel van de VS lijkt te zijn. Ik hoop dat de VS in toekomstige overeenkomsten wat royaler over de brug komt en dat dit land zijn luchtvaartindustrie niet langer overdreven beschermt.
Paolo Costa (ALDE). – (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, commissaris, ik ben niet enthousiast en ook niet teleurgesteld, maar ik denk wel dat het op zijn plaats is om te erkennen dat de commissaris en de Commissie deze onderhandelingsfase op pragmatische wijze hebben afgerond. Natuurlijk zouden we allemaal voorstander zijn geweest van een algemeen akkoord waar ook eigendom, controle en openstelling van de Amerikaanse interne markt onder vallen. Het is echter duidelijk dat deze voorkeur op gespannen voet staat met het zeer belangrijke gegeven dat we de onderhandelingen in kwestie tegemoet zijn getreden met twee doelstellingen voor ogen: één interne en één externe doelstelling.
Deze doelstellingen geven blijk van een behoefte en een belang: de behoefte om een eind te maken aan de discriminatie binnen de Europese Unie, dat wil zeggen de discriminatie die is gegroeid omdat we het bestaan van dusdanig uiteenlopende markten en mogelijkheden tot bilaterale overeenkomsten hebben toegelaten – iets wat het Hof van Justitie heeft afgewezen – waardoor er onrechtvaardige situaties binnen de Gemeenschap zijn ontstaan. Het is duidelijk dat deze behoefte, die alleen voor Europa geldt, om een eind aan de discriminatie te maken onze onderhandelingspositie ten opzichte van de Verenigde Staten verzwakt.
Hieruit kunnen we realistisch gezien opmaken dat deze eerste fase zonder twijfel 'intern' is en in dit opzicht kan het resultaat van een willekeurige effectbeoordeling eenvoudig worden voorspeld: sommige landen, bedrijven en luchthavens zullen benadeeld worden door dit akkoord en andere zullen er hun voordeel mee kunnen doen. Het feit blijft dat we monopolistische machten proberen terug te dringen ten behoeve van een gelijke openstelling voor iedereen, in alle landen en in heel Europa. Ik ben van mening dat deze doelstelling als een positief feit moet worden gezien.
Ten tweede wil ik de aandacht vestigen op het vraagstuk van beveiliging en veiligheid, die beide betrekking hebben op eigendom en openstelling van de interne markt. Het is duidelijk dat dit voor de Verenigde Staten als geldige reden of als excuus kan gelden. Wij moeten iedere vorm van excuus uitsluiten. Overeenstemming op het gebied van beveiligings- en veiligheidsregels moet de hoogste prioriteit genieten om ervoor te zorgen dat dit probleem kan worden opgelost, aangezien een oplossing voor dit probleem ieder ander argument waarmee wordt gesuggereerd dat er sprake is van onzekerheid als bedrijven in de Verenigde Staten in buitenlandse handen zijn, of als de interne markt wordt opengesteld, onderuit zal halen.
Ik wil er ook op wijzen dat de veiligheidsproblematiek als geheel in de Verenigde Staten onder de federale begroting valt, en vanuit dit perspectief zou het nuttig zijn als Europa nadenkt over de wijze waarop het deze kwestie aanpakt.
Timothy Kirkhope (PPE-DE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag in de eerste plaats de commissaris bedanken voor zijn uiteenzetting en hem loven voor de vooruitgang die hij in deze zaak heeft geboekt. Ik kan het helaas echter niet eens zijn met enkele van mijn collega's hier. Hoewel ik een voorstander ben van het openbreken van markten, vind ik wel dat dit eerlijk moet gebeuren en ik vrees dat deze overeenkomst niet ver genoeg gaat.
Niet alleen zouden de huidige voorstellen het Britse bedrijfsleven schaden, maar ze zouden ook nadelige gevolgen hebben voor bepaalde segmenten van het bedrijfsleven van de EU in het algemeen. Met de overeenkomst zoals die nu is, krijgen Amerikaanse bedrijven ongetwijfeld een aanmerkelijk deel van onze niet-gereguleerde markt in handen, terwijl EU-bedrijven mogen vechten om de restjes van de gereguleerde Amerikaanse markt. Ik vind dat we harder moeten vechten voor wederzijdse afspraken over eigendomsrechten.
Als ik het goed heb begrepen, kunnen Amerikaanse belanghebbenden volgens de huidige afspraken maximaal 49 procent van de aandelen met stemrecht in een EU-luchtvaartmaatschappij bezitten, terwijl EU-belanghebbenden slechts maximaal 25 procent van de aandelen met stemrecht in een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij kunnen bezitten, en ik betwijfel of dit eerlijk dan wel open is. Volgens het Hof van Justitie moeten bilaterale overeenkomsten van lidstaten, zoals Bermuda II, bij alle trans-Atlantische afspraken worden gerespecteerd, en volgens mij is dat bij deze overeenkomst niet het geval.
De Commissie streeft naar harmonisatie van haar beleid en heeft niet alle verschillen tussen de staten in aanmerking genomen. Wat wij in deze zaak verlangen is verdere actie en niet alleen maar dialoog. De Commissie heeft zeker vooruitgang geboekt, maar het is ook belangrijk dat er, wanneer we over drie maanden terugkeren aan de onderhandelingstafel – waarover ik zeer verheugd ben – enkele harde toezeggingen van de Verenigde Staten komen om meer aan onze wensen in dezen tegemoet te komen.
Inés Ayala Sender (PSE). – (ES) Mevrouw de Voorzitter, vice-voorzitter, ik ben bijzonder blij u geluk te kunnen wensen met dit succes dat de Commissie onder de vleugels van het Duitse voorzitterschap en mede dankzij haar efficiënte diensten behaald heeft, en waarop Spanje in zekere zin zijn stempel gedrukt heeft, dat mag wel erkend worden.
Verder is dit succes een gevolg van de druk die onder meer is uitgeoefend door dit Parlement, dat de Commissie vanaf het begin heeft gesteund in haar open skies-strategie en haar is blijven aanmoedigen, ook toen er meer problemen kwamen zoals in die gecompliceerde trans-Atlantische verhoudingen het geval is geweest.
Deze overeenkomst heeft het grote voordeel dat zij die trans-Atlantische verhoudingen versterkt op een moment dat voor beide partijen cruciaal is: voor de Verenigde Staten omdat zij aan de vooravond van de verkiezingen staan, en voor de Europese Unie omdat zij voor de noodzaak staat om vorderingen te maken op het gebied van de milieuvereisten voor de luchtvaartsector in Europa.
Verder is deze overeenkomst goed om de Europese identiteit en die van de Europese Unie als partner op globaal niveau te versterken. In die zin denk ik dat deze overeenkomst een positief signaal is in de richting van de burgers.
Met deze overeenkomst wordt ook een beslissende bijdrage geleverd aan de Lissabon-strategie, en op het concrete punt van de antitrust-onschendbaarheid, aan het vergemakkelijken van handelsakkoorden en de totstandkoming van allianties tussen maatschappijen, die ongetwijfeld bevorderlijk zullen zijn voor de groei van het luchtvervoer en voor het haalbaar zijn daarvan voor de burgers.
Voorts bevat de overeenkomst maatregelen voor technische samenwerking met betrekking tot de klimaatverandering, die hopelijk van nut zullen blijken te zijn bij de aanpak van de impact van de luchtvaartsector.
Verder ben ik blij met de maatregelen voor het toezicht op de luchtvaartmaatschappijen en wat betreft de veiligheid waar de heer Costa het over had, zou ik in feite liever hebben dat we eerst de resultaten van het Amerikaanse systeem eens grondig onder de loep nemen, want zo nu en dan zijn er serieuze twijfels gerezen ten aanzien van de betrouwbaarheid van die gegevens.
Dan moeten we nu de laatste weerstand in de Raad nog overwinnen, en ik hoop dat het werk van onze collega Saïd El Khadraoui u hierbij van dienst zal zijn.
Jim Higgins (PPE-DE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben erg blij met het recente principeakkoord tussen de Verenigde Staten en de EU inzake het open luchtruim, aangezien de situatie een aantal maanden geleden nog volkomen uitzichtloos leek en we nu dicht in de buurt zijn van een open luchtvaartmarkt. Hiervan zullen de reizigers profiteren.
Door de concurrentie in de luchtvaartsector heeft er een revolutie plaatsgevonden in het luchtvervoer. Passagiers hebben nu keuze, en goedkoop vliegen zonder allerlei extra's is normaal geworden. Met de nieuwe overeenkomst zullen zij nog meer profiteren. De eigendomskwestie, waarmee de Verenigde Staten problemen hadden, is hopelijk met een fatsoenlijk compromis opgelost. Ik ben het echter met mijn collega's Simpson en Kirkhope eens en ik zou de Commissie dan ook willen aanmoedigen om zich zeer vasthoudend op te stellen in toekomstige onderhandelingen met de Verenigde Staten.
Ik prijs de Commissie dat zij de rug recht heeft gehouden en geen individuele bilaterale overeenkomsten tussen EU-lidstaten en de Verenigde Staten heeft toegestaan. Dergelijke overeenkomsten zouden het zojuist gesloten akkoord ondermijnen en vertragen. Met de nieuwe overeenkomst wordt de positie van Shannon Airport aan de westkust van Ierland hopelijk beter beschermd. Shannon Airport is meer dan zeventig jaar lang de poort geweest tussen de Verenigde Staten en Ierland. Alle vliegtuigen van en naar de VS vlogen via Shannon. Enkele jaren geleden is deze verplichting afgeschaft. Wat echter cruciaal is, is dat er in de nieuwe overeenkomst sprake is van een overgangsperiode voor luchthavens als Shannon om zich aan de nieuwe situatie aan te passen.
Ook is het belangrijk dat het luchtvaartakkoord om de zoveel jaar opnieuw wordt bekeken om de gevolgen van de overeenkomst voor Shannon en vergelijkbare luchthavens te evalueren. Het is een zeer historisch akkoord. We mogen wel zeggen dat het het meest historische akkoord is sinds het Verdrag van Chicago uit 1944. Mijn complimenten aan beide partijen, en met name de Commissie, voor het feit dat zij een overeenkomst hebben gered die nog maar enkele maanden geleden tot mislukken gedoemd leek.
Józef Pinior (PSE). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, de Europese Unie en de Verenigde Staten hebben samen een marktaandeel van ongeveer 60 procent in het luchtvervoer wereldwijd, dus de luchtvaartovereenkomst van de Europese Unie en de Verenigde Staten is gunstig voor de consument aan beide zijden van de Atlantische Oceaan. De trans-Atlantische betrekkingen krijgen door dit akkoord een nieuwe dimensie en het zou wel eens als voorbeeld kunnen dienen voor een verdergaande liberalisering en onderlinge afstemming van de wettelijke voorschriften wereldwijd.
Volgens het arrest van het Hof van Justitie vormen de bilaterale luchtvaartovereenkomsten die een aantal lidstaten met de Verenigde Staten hebben afgesloten een inbreuk op de rechtsbeginselen van de Europese Unie en is een luchtvaartovereenkomst tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten de beste manier om ervoor te zorgen dat het Gemeenschapsrecht wordt nageleefd. Bij dit soort luchtvaartovereenkomsten gaat het er vooral om dat de wettelijke voorschriften met elkaar in overeenstemming worden gebracht, met name op het gebied van veiligheid, milieubescherming en de sociale rechten van de werknemers.
Het is van het grootste belang dat er in verband met de veiligheid in de luchtvaart tussen de daartoe bevoegde organen van de Europese Unie en de Verenigde Staten, zowel op het niveau van de Europese Unie en op federaal niveau in de VS, als op het niveau van de lidstaten, een nauwe samenwerking ontstaat. Op het gebied van de veiligheid moeten we streven naar een eengemaakt luchtruim, wat inhoudt dat zowel passagiers als bagage voor het begin van de reis worden gecontroleerd en niet nog eens bij elke overstap.
Ik zou tevens willen benadrukken dat bij de uitwisseling van persoonsgegevens tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten de privacy van de Europese en Amerikaanse burgers beschermd zou moeten worden. Hier is al op gewezen in verschillende resoluties van het Europees Parlement. De trans-Atlantische luchtvaartvaartovereenkomst moet stroken met het Mensenrechtenverdrag en andere internationale verdragen die de rechten en vrijheden van de burger garanderen.
Tevens zou ik mijn waardering willen uitspreken voor de consciëntieuze aanpak van Saïd El Khadraoui bij het uitwerken van het standpunt van het Europees Parlement.
Christine De Veyrac (PPE-DE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de vice-voorzitter van de Commissie, mijn complimenten! Wij praten en onderhandelen hier nu al jaren over. Uw taak was lastig, maar u bent erin geslaagd overtuigend en doeltreffend te zijn. Ik wil het behaalde akkoord graag toejuichen, omdat het goed is voor de Europese belangen.
De liberalisering van het trans-Atlantische luchtverkeer zal de groei van onze luchtvaartmaatschappijen namelijk een krachtige impuls geven, juist nu deze maatschappijen geconfronteerd worden met een prijsstijging van kerosine, met steeds strengere veiligheidsvoorschriften en met een toekomstige belasting in de strijd tegen de opwarming van de aarde. Door hen in staat te stellen vluchten naar de Verenigde Staten te verzorgen vanuit een willekeurige Europese stad en niet alleen vanuit hun herkomstland, zorgt u voor een uitbreiding van de activiteiten van onze luchtvaartmaatschappijen, en dus voor meer werkgelegenheid voor onze burgers. Meer luchtlijnen, maar ook meer vrijheid ten aanzien van frequenties en vluchtschema’s, betekent ook meer keus voor de consument: daarom zijn de Europese en Amerikaanse passagiers de tweede partij die in belangrijke mate van deze overeenkomst profiteert.
Een derde reden voor tevredenheid is dat Europese luchtvaartmaatschappijen voortaan de mogelijkheid krijgen om meer dan 50 procent van het kapitaal van Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen te verwerven. Het valt weliswaar te betreuren dat onze Amerikaanse vrienden de vrije marktwerking beperken met hun weigering de Europese luchtvaartmaatschappijen meer dan 25 procent van de stemrechten toe te kennen, maar laten wij niet moeilijk doen, want het betere is vaak de vijand van het goede. Bovendien hebt u gezegd, mijnheer de commissaris, dat de overeenkomst de Unie als tegenwicht de mogelijkheid biedt om Amerikaanse deelnemingen in onze eigen luchtvaartmaatschappijen te beperken.
Net als de heer Jarzembowski wil ik tot slot de Europese ministers van vervoer aansporen de Commissie over enkele dagen hun volledige steun te geven, want het zijn de belangen van een van onze grootste bedrijfssectoren die op het spel staan, en die moeten wij verdedigen. Met de Verenigde Staten als tegenspeler had een dergelijk resultaat niet kunnen worden behaald zonder onze krachten te bundelen. In ons eentje kunnen wij weinig bereiken, maar samen, mijnheer de commissaris, wordt alles mogelijk.
Antonio López-Istúriz White (PPE-DE). – (ES) Mevrouw de Voorzitter, de goede betrekkingen tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie zijn aan beide zijden van de Atlantische Oceaan van essentieel belang, ook al zouden sommigen wensen dat dit niet zo was.
Gelukkig liggen de tijden dat Columbus op ecologisch verantwoorde wijze de nieuwe wereld bereikte, ver achter ons. Ver achter ons liggen de tijden van de verheerlijking van de monopolies, die Europa met zo’n achterstand opgezadeld hebben.
De Europese Commissie heeft zojuist een overeenkomst voor het luchtvervoer gesloten met de Verenigde Staten, waardoor voor de Europese luchtvaartmaatschappijen een nieuwe horizon ontsloten wordt.
Vice-voorzitter van de Commissie, staat u mij toe u van harte geluk te wensen met al het werk dat verricht is. Mijn gelukwensen ook aan uw directeur, de heer Daniel Calleja, en staat u mij toe, vice-voorzitter, erop te wijzen dat deze overeenkomst beslist ook in de geest is van uw voorgangster, mevrouw Loyola de Palacio.
Ik denk oprecht dat de Commissie hiermee een belangrijk resultaat behaald heeft, en ik hoop dat de Raad deze overeenkomst zo spoedig mogelijk en zonder ingrepen zal goedkeuren. Het is zaak de bilaterale akkoorden tussen de Verenigde Staten en de lidstaten te vervangen door bredere overeenkomsten. Als deze overeenkomst vanaf oktober van kracht wordt, zoals de Commissie van plan is, dan is dat des te beter.
Wanneer dat een feit is, wanneer het eengemaakte luchtruim een feit is, zullen de Europese burgers en ondernemingen tal van voordelen genieten: gemeenschappelijke regels aan deze en gene zijde van de Oceaan, de mogelijkheid om nieuwe vervoersroutes voor passagiers en goederen te openen, en lagere kosten, die zullen resulteren in een beter concurrentievermogen van ondernemingen en van ons luchtvervoer. Dit alles zou de consument voordeel moeten opleveren, in termen van de prijs die hij uiteindelijk voor zijn vliegticket betaalt.
Het laatste oogmerk van deze overeenkomsten is de totstandbrenging, in de toekomst, van een ruimte van vrije verlening van luchtvaartdiensten tussen de Verenigde Staten en de Europese Unie, wat aansluit bij de Lissabon-strategie en de trans-Atlantische betrekkingen zal versterken, die zo belangrijk zijn.
Gay Mitchell (PPE-DE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, excuses voor mijn late binnenkomst en dank voor uw geduld. Ik had wat problemen met de liften.
Het trans-Atlantische toerisme is van vitaal belang voor Ierland en is vatbaar voor uitbreiding. Van de bijna zeven miljoen mensen die Ierland in 2005 hebben bezocht kwamen er meer dan een half miljoen uit de Verenigde Staten, en zij hebben meer dan 500 miljoen euro bijgedragen aan de Ierse economie. Volgens ramingen kunnen deze getallen verdrievoudigen als de overeenkomst inzake het open luchtruim wordt geratificeerd, wat de Ierse economie dus nog eens één miljard euro zou opleveren. Met een open luchtruim kunnen we blijven profiteren van de goodwill die we hebben opgebouwd door als gastland op te treden voor evenementen zoals de Tour de France, de Special Olympics en de Ryder Cup. Als een klein land als Ierland er al op zo'n manier van profiteert, wat kan het dan niet opleveren voor de rest van Europa?
We moeten ons natuurlijk zorgen maken over de klimaatverandering, maar de oplossing daarvoor is zoeken naar nieuwe brandstoffen voor de luchtvaart en een efficiënter gebruik van bestaande brandstoffen. Protectionisme is niet in het belang van de consument of onze economieën. Een helder openluchtruimbeleid stimuleert niet alleen individuen om naar Europa te reizen, maar is ook goed voor de promotie van Europese goederen in Noord-Amerika. Met een open luchtruim wordt de Amerikaanse markt verder geopend voor Europese consumenten en zakenlieden. Als we naar meer steden kunnen reizen en met meer steden handel kunnen drijven, kan dat alleen maar een stimulans betekenen voor onze economieën en ons extra toegang geven tot de krachtige Amerikaanse economie, vooral nu de euro zo sterk staat ten opzichte van de dollar. Dit kan zeer gunstig zijn voor het Europese bedrijfsleven.
Tot besluit: het economische en culturele verkeer over en weer dat door deze overeenkomst mogelijk wordt gemaakt zal nog jarenlang voor een gezonde relatie tussen de Verenigde Staten en Europa zorgen, en ik dring er bij de Commissie en de Raad op aan om in dit verband geen ruimte te laten voor protectionisme en eigenbelang.
Jacques Barrot, vice-voorzitter van de Commissie. – (FR) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de afgevaardigden hartelijk bedanken, en ik dank alle sprekers voor hun steun en voor hun bijzonder waardevolle bijdrage aan dit belangrijke debat. Het lijdt geen twijfel dat wij op het punt staan een historische overeenkomst te sluiten wat de trans-Atlantische betrekkingen betreft, historisch ook vanuit het oogpunt om de luchtvaart in de wereld vooruit te helpen, om het luchtvervoer voor meer mensen haalbaar te maken – zoals werd onderstreept – en binnen het bereik van zoveel mogelijk mensen te brengen.
Ik zal het niet meer hebben over de voordelen van de overeenkomst, die onder andere benadrukt zijn door de heer Jarzembowski en de heer El Khadraoui, die ik in het bijzonder wil bedanken voor zijn initiatief. Dat luchtvaartmaatschappijen uit een willekeurig Europees land toegang krijgen tot een willekeurige bestemming in de Verenigde Staten, zonder dat er onderscheid wordt gemaakt naar nationaliteit, is een van de belangrijke voordelen. Hierdoor zullen wij bovenal in staat zijn, mijnheer de voorzitter van de Commissie vervoer en toerisme, mijnheer Costa, om een aantal juridische problemen op te lossen die na de open skies-arresten aan het licht zijn gekomen. Een ander enorm voordeel voor de consumenten is dat er meer keus komt tegen gunstigere prijzen. Bovendien omvatten wij hiermee 60 procent van het wereldverkeer.
We moeten niet vergeten dat er een gezamenlijk comité bestaat dat een sleutelrol zal spelen bij de implementatie van de overeenkomst, bij de discussie over sociale vraagstukken, bij de behandeling van de kwesties inzake eigendom en zeggenschap, en op het gebied van concurrentie, steun en de milieuproblematiek.
Sommigen van u hebben het probleem van de veiligheid aan de orde gesteld, zoals met name mevrouw Hennis-Plasschaert. Deze overeenkomst bevat een aantal cruciale bepalingen om de controles aan weerszijden van de Atlantische Oceaan te vergemakkelijken en om op termijn over gelijkwaardige systemen te kunnen beschikken die de overstap op één veiligheidscontrole of one stop security mogelijk maken.
Wat de milieuaspecten betreft, wil ik mij met name tot mevrouw Lichtenberger richten om haar te zeggen dat zij gelijk heeft. Wij zijn inderdaad van plan om veel efficiënter te gaan samenwerken met de Federal Aviation Administration. Op dit punt gaan wij de wijze waarop de trans-Atlantische vluchten worden uitgevoerd opnieuw bekijken, teneinde het aantal vliegbanen te verminderen. Bovendien gaan wij op zoek naar oplossingen om brandstof efficiënter te gebruiken en de emissies terug te dringen. Het milieu neemt dus een belangrijke plaats in de overeenkomst in.
Een aantal sprekers heeft het probleem van de cabotage ter sprake gebracht, zoals de heer Kohlíček. De mogelijkheid om vluchten in de Verenigde Staten op basis van cabotage uit te voeren is omstreden; in eerste instantie staat deze mogelijkheid niet tot onze beschikking. Ook voor Amerikaanse luchtvaartmaatschappijen zal cabotage niet toegestaan zijn: zo heeft een Amerikaanse luchtvaartmaatschappij niet het recht om passagiers of vracht te vervoeren tussen Frankfurt en Berlijn.
Mevrouw Sinnott, de overeenkomst zal ook gunstig zijn voor regionale luchthavens, doordat met het opheffen van bestaande beperkingen nieuwe mogelijkheden worden geopend. De heer Rack en verscheidene andere sprekers hebben de nadruk gelegd op de veiligheidsproblemen. De Verenigde Staten hebben toegegeven dat het belangrijk is om toe te werken naar gemeenschappelijke procedures en normen, teneinde de verschillen tussen de Europese Unie en de Verenigde Staten op dit gebied zoveel mogelijk te verkleinen, en zij zullen rekening houden met de maatregelen die al binnen de Europese Unie zijn toegepast.
Mijnheer Simpson, de trans-Atlantische ruimte kan natuurlijk niet in één keer tot stand worden gebracht. Wij hebben het hier in feite over een eerste fase, die echter al sterk verbonden is met de tweede fase: Europa kan de toegangsrechten van de Amerikanen opschorten als zij treuzelen en er geen vooruitgang wordt geboekt. Wij beschikken dus over de middelen om op te treden, om te waarborgen dat er daadwerkelijk een tweede fase komt op weg naar ons uiteindelijke doel.
Tegen de heer Kirkhope wil ik het volgende zeggen. Aangezien de Verenigde Staten er nog niet mee hebben ingestemd hun 25 procentsregel te veranderen, hebben wij ons de mogelijkheid voorbehouden om Amerikaanse investeringen in Europese luchtvaartmaatschappijen tot hetzelfde niveau te beperken. Dit is een manier om het evenwicht te herstellen.
Mevrouw de Voorzitter, u hebt mij verzocht het kort te houden. Daarom verontschuldig ik mij bij de sprekers die ik wegens tijdgebrek geen duidelijk antwoord kan geven. Ik wil graag alle sprekers bedanken, en tegen de afgevaardigden uit lidstaten die niet van de open skies-overeenkomsten profiteren – met name tegen de Ierse afgevaardigden die het woord hebben gevoerd – wil ik tevens zeggen dat van onze kant de bereidheid bestaat om de voordelen van deze openstelling van het trans-Atlantische luchtvervoer tot alle lidstaten uit te breiden.
Mevrouw De Veyrac en andere sprekers hebben benadrukt dat dit alles het resultaat is van werk van de lange adem. Ik wil deze gelegenheid aangrijpen om even stil te staan bij mevrouw Loyola de Palacio, die zich eveneens sterk heeft ingezet voor deze eerste fase, die naar mijn gevoel belangrijk is voor de toekomst van Europa en van de trans-Atlantische betrekkingen, voor de economie en voor de werkgelegenheid.
(Applaus)
De Voorzitter. Ik heb een ontwerpresolutie(1) ontvangen die is ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement.