Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2221(INI)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0025/2007

Debatten :

PV 14/03/2007 - 17
CRE 14/03/2007 - 17

Stemmingen :

PV 15/03/2007 - 5.9
CRE 15/03/2007 - 5.9
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0080

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 14 maart 2007 - Straatsburg Uitgave PB

17. Associatieovereenkomst EU/Midden-Amerika – Associatieovereenkomst EU/Andes-gemeenschap (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  President. Aan de orde is de gecombineerde behandeling van:

- het verslag (A6-0026/2007) van Willy Meyer Pleite, namens de Commissie buitenlandse zaken, met een ontwerpaanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Midden-Amerika (2006/2222(INI)), en

- het verslag (A6-0025/2007) van Luis Yañez-Barnuevo García, namens de Commissie buitenlandse zaken, met een ontwerpaanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de richtsnoeren voor de onderhandelingen voor een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en haar lidstaten, enerzijds, en de Andes-gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds (2006/2221(INI)).

 
  
MPphoto
 
 

  Luis Yañez-Barnuevo García (PSE), rapporteur. (ES) Mijnheer de Voorzitter, tijdens de afgelopen voorjaar in Wenen gehouden Vierde Top EU-Latijns-Amerika/het Caribisch Gebied is het groene licht gegeven voor het begin van de onderhandelingen over een strategische associatie tussen Europa en de Andes-gemeenschap. In dit verslag doe ik een dertigtal aanbevelingen waarmee de Raad en de Commissie rekening kunnen houden bij het uitzetten van de onderhandelingslijnen. De associatie die wij voor ogen hebben is ambitieus en breed opgezet en heeft een groot toepassingsbereik, in de zin dat ze is afgestemd op Mercosur en Midden-Amerika, want naar ons oordeel is dat een strategische noodzaak voor beide regio’s.

Latijns-Amerika en Europa zijn met hun gemeenschappelijke geschiedenis, taal, cultuur, waarden en overtuigingen, evenals hun gemeenschappelijke wereldbeeld en hun ondersteuning van het multilateralisme en het VN-stelsel, voorbestemd tot een strategisch bondgenootschap in een gemondialiseerde wereld. Dat geldt in het bijzonder voor de Andeslanden met extreem arme bevolkingsgroepen en de grootste verschillen van het continent.

De overeenkomst moet gebaseerd zijn op drie pijlers: politiek-institutioneel overleg, samenwerking en handel. Op het gebied van politiek en veiligheid moeten we streven naar een handvest voor vrede en veiligheid tussen Europa en de Andeslanden, een permanente politieke dialoog, bevordering van de kwaliteit van de democratie, sociale cohesie, ondersteuning van goed bestuur, armoedebestrijding, menselijke uitwisselingen, terrorismebestrijding, conflictpreventie en gecoördineerde acties binnen de Verenigde Naties, naast militaire en civiele operaties op het gebied van crisisbeheer.

De tweede pijler betreft het bevorderen van duurzame menselijke ontwikkeling en het geleidelijk toegankelijk maken van de Europese markten voor producten uit de Andeslanden onder gunstige mededingingsvoorwaarden, waarbij rekening wordt gehouden met de enorme economische en integratieverschillen tussen Europeanen en Andesbewoners, hetgeen betekent dat de EU het GLB en de subsidies zal moeten herzien.

De derde pijler betreft de handel zelf. Hierbij zij opgemerkt dat het, in tegenstelling tot andere modellen met derde landen, zoals de overeenkomsten van de Andeslanden met de Verenigde Staten van Amerika, niet om vrijhandelsverdragen in strikte zin of vrijhandelsverdragen zonder meer zou moeten gaan, maar dat rekening moet worden gehouden met de hiervoor genoemde kloof tussen beide regio’s. Een puur handelsbeleid, zonder economische maatregelen ter ondersteuning, samenwerking en financiering, zou het doel van ontwikkelingsondersteuning voorbij schieten.

De overeenkomst moet paragrafen bevatten over arbeidsrechten, met name van de inheemse volkeren en stammen, over waardige arbeidsomstandigheden, non-discriminatie en gelijkheid van mannen en vrouwen op het werk, en over de uitroeiing van kinderarbeid. In het bijzonder moet worden gewezen op het belang van Europese investeringen als essentieel element voor de ontwikkeling van die landen en daarnaast op de noodzaak dat Europese bedrijven, wat arbeidsvoorwaarden betreft, dezelfde normen hanteren als die welke zij in Europese landen toepassen.

Immigratie, als verschijnsel en als bron van mogelijkheden, moet in de overeenkomst worden opgenomen. De rechten van immigranten moeten worden gewaarborgd en geldovermakingen moeten eenvoudiger, goedkoper, transparanter en veiliger worden gemaakt.

Het milieuhoofdstuk, dat een belangrijke plaats in de overeenkomst dient in te nemen, moet aandacht besteden aan het samen nemen van beleidsmaatregelen inzake energiebezuiniging, diversificatie, bevordering van alternatieve en duurzame energiebronnen en de terugdringing van de uitstoot van verontreinigende stoffen, volgens de benadering van de laatste Europese Raad.

Samengevat, mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, moet het doel volgens deze rapporteur zijn dat we tijdens de in 2008 in Lima te houden Vijfde Top EU-Latijns-Amerika/het Caribisch Gebied zo ver zijn dat we deze ambitieuze overeenkomst voor strategische samenwerking tussen de Europese Unie en haar lidstaten en de Andes-gemeenschap en haar lidstaten kunnen ondertekenen.

 
  
  

VOORZITTER: MARIO MAURO
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer Pleite (GUE/NGL), rapporteur. (ES) Mijnheer de Voorzitter, het zal niemand zijn ontgaan dat het komend debat in dit Huis plaatsvindt op een belangrijk moment voor Latijns-Amerika in het algemeen. De bevolking is er kennelijk krachtig in het geweer gekomen tegen een beleid dat hen armer heeft gemaakt: een beleid op neoliberale leest dat momenteel wordt betwist. Het bezoek dat president Bush onlangs aan Latijns-Amerika heeft gebracht, is daarvan een overduidelijk bewijs.

In concreto, wat de associatieovereenkomst met Midden-Amerika betreft, heeft de Europese Unie een historische schuld aan deze regio. We hebben in de jaren tachtig een heel belangrijke rol gespeeld in het vredes- en democratiseringsproces in Midden-Amerika – denk aan de verdragen van San José en Esquipulas. Daarbij maakte de Europese Unie zich met een eigen standpunt los van de Verenigde Staten en vervulde zij een fundamentele rol.

Over het moment dat Midden-Amerika nu doormaakt spreken de cijfers voor zich: de economische groei is met 0,6 procent bijzonder zwak, de armoedecijfers zijn nog altijd gelijk aan die van de jaren negentig, en de ongelijkheden nemen toe.

De vredesakkoorden moeten nog worden geverifieerd en hetzelfde kan worden gezegd van zaken als mensenrechten, straffeloosheid en corruptie, terwijl van regionale integratie nog nauwelijks sprake is.

In deze context koos ik in alle bescheidenheid voor een bepaald verslag om invulling te geven aan de associatie. Ik baseerde die op drie pijlers: een politieke dialoog die bevorderlijk is voor goed bestuur; een vorm van ontwikkelingssamenwerking die bijdraagt tot de uitroeiing van de structurele oorzaken van armoede en ongelijkheid; en handel op basis van rechtvaardigheid en wederzijds voordeel volgens de beginselen van complementariteit en solidariteit. De overeenkomst zou moeten inzetten op zodanige regionale integratie dat de inkomsten en rijkdommen van Midden-Amerika eerlijk en rechtvaardig worden herverdeeld. Dat was de context. We hadden een overeenkomst voor ogen die niet zou leiden tot het ontstaan van een vrijhandelszone en de privatisering van overheidsdiensten. Kortom, we wilden de samenwerking en politieke dialoog niet ondergeschikt maken aan de regels van de vrije handel.

Ik ben ervan overtuigd dat een uitgesproken neoliberale handelsovereenkomst tussen ongelijke regio’s – ongelijk in de breedste zin van het woord – slechts grotere ongelijkheid tot gevolg heeft en een industriële elite in de kaart speelt. Een dergelijke overeenkomst vergroot de afhankelijkheid, uitsluiting en armoede en eist een zeer hoge tol van bevolking en milieu.

Ik denk dat handel en samenwerking moeten worden vormgegeven met een duurzame ontwikkeling op regionaal niveau voor ogen, zodat de bevolking ervan kan profiteren, en niet een serie projecten ten gunste van transnationaal kapitaal, zoals het plan Puebla-Panamá of de Europese Investeringsbank.

Met die intentie schreef ik dit bescheiden verslag, met steun van talrijke maatschappelijke organisaties in Europa en Midden-Amerika. Uiteraard hebben de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Commissie internationale handel van het Parlement vervolgens hun advies gegeven. Ik wil dan ook dankzeggen voor alle bijdragen die ervoor hebben gezorgd dat de benadering die ik aldoor heb getracht te volgen, in de tekst beter uit de verf komt.

In het bijzonder ben ik de heer Miguel Ángel Martínez erkentelijk voor zijn immer billijke en solidaire bijdragen, in dit geval van de Commissie ontwikkelingssamenwerking. In het advies van de Commissie internationale handel nam de heer Gianluca Susta enkele heel belangrijke amendementen op, waardoor de tekst een volstrekt andere strekking kreeg dan het verslag dat ik eigenlijk aan het Parlement had willen presenteren.

Wat ik in feite voor ogen had, was een uitgebalanceerd verslag op basis van de eerder genoemde drie pijlers, maar de gezamenlijke amendementen maakten er een document van dat in wezen een vrijhandelszone beoogde.

Wat ik op dat punt nog kon doen, was een poging te ondernemen om die benadering zoveel mogelijk af te zwakken. Ik bedoel dan de opzet dat Midden-Amerika moest inzien of geloven dat wat wij Europeanen in wezen nastreefden, een vrijhandelsgebied was. We hebben – en daar ben ik dankbaar voor – zeven compromisamendementen bereikt met de heer Salafranca, van de PPE-DE-Fractie, de heer Obiols, van de PSE-Fractie, en de heer Susta, van de ALDE-Fractie, wie ik, nogmaals, oprecht dankbaar ben voor deze poging om tot een compromis te komen zonder het verslag te ontkrachten.

Natuurlijk ben ik ook dankbaar voor de amendementen van de heer Obiols en van mevrouw De Kayser, van de PSE-Fractie, omdat die zorgen voor een nuancering en verbetering van het streven naar een duidelijk mandaat voor een associatieovereenkomst op die voorwaarden, zonder vrijhandelsgebied.

De inspanningen zijn deels beloond, want nu hebben we, zoals gezegd, de formulering kunnen verzachten van belangrijke punten als punt v), waar expliciet werd aanbevolen om de vrijhandelszone tot prioritaire strategische doelstelling te maken, zelfs onder verwijzing naar het plan ALCAC. Anderzijds hebben we de formulering wel kunnen aanpassen, maar niet voldoende.

Ik weet niet of dit al eens eerder is voorgekomen, maar ik wil mijn fractie aanbevelen zich te onthouden van stemming over dit verslag, omdat ik van mening ben dat het inderdaad niet beantwoordt aan de oorspronkelijke opzet, namelijk dat het een uitgebalanceerd verslag zou zijn.

Ik ben in ieder geval zeer benieuwd naar de mening van het parlement van Midden-Amerika, het Parlacen, van de politieke organisaties van Midden-Amerika. Mijn hoop en wens is wel dat de Europese Commissie bij aanvang van de onderhandelingen er rekening mee houdt dat wat die regio van ons vraagt, niet een exacte kopie van het standpunt van de Verenigde Staten is, maar een objectief, ander en zelfstandig standpunt.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Mandelson, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, sta mij toe om, mede namens mijn collega Benita Ferrero-Waldner, mijn waardering uit te spreken voor het buitengewone werk dat is verzet door de beide rapporteurs. Die waardering geldt ook voor de constructieve analyse en opmerkingen van de Commissie buitenlandse zaken, de Commissie ontwikkelingssamenwerking en de Commissie internationale handel met betrekking tot de verschillende aspecten en perspectieven voor toekomstige overeenkomsten met deze regio’s.

Het sluiten van associatieovereenkomsten met Midden-Amerika en de Andesgemeenschap is al gedurende lange tijd voor beide regio’s een van de strategische doelstellingen. Dat is ook herhaaldelijk bevestigd door de regeringsleiders en staatshoofden op de Topontmoetingen in Guadalajara en Wenen.

Via de onderhandelingen over deze overeenkomsten toont de EU haar betrokkenheid bij deze regio en haar vastberadenheid om de betrekkingen met alle Latijns-Amerikaanse landen te versterken. Europa en Latijns-Amerika zijn natuurlijke partners. Door nauwere banden met Midden-Amerika en de Andesgemeenschap wordt een bijdrage geleverd aan een sterker partnerschap, zowel op politiek als economisch vlak.

De overeenkomsten zullen uiteindelijk op een regionale basis worden afgesloten met het oog op een verdere impuls aan het regionale integratieproces in zowel Midden-Amerika als de Andesgemeenschap. Het Europees Parlement heeft herhaaldelijk benadrukt dat regionale integratie de sleutel vormt voor politieke en sociale stabiliteit. Hierdoor wordt ook een bijdrage geleverd aan een betere integratie van deze regio’s in de wereldeconomie, doordat zij zich tot grotere en stabielere economieën kunnen ontwikkelen en daardoor sneller in staat zijn investeringen aan te trekken. Desalniettemin kan het geen kwaad om het idee te ontkrachten dat de EU tracht om haar eigen model “op te leggen”: regionale integratie dient door elke regio zelf ontwikkeld te worden op basis van de eigen ambities en de eigen agenda.

De associatieovereenkomsten zijn opgezet als uitgebreide overeenkomsten die het hele scala van de rijk geschakeerde betrekkingen van de EU met beide regio’s omvatten: politieke dialoog, samenwerking en handel.

De eerbiediging en bevordering van de democratische beginselen, de fundamentele mensenrechten, de rechtstaat en een behoorlijk bestuur blijven centraal staan in onze betrekkingen met Midden-Amerika en de Andesgemeenschap. Met het oog op het bevorderen van een duurzame ontwikkeling is de Commissie daarnaast van mening dat er in de associatieovereenkomsten met name aandacht gegeven dient te worden aan een effectieve uitvoering van internationaal overeengekomen normen op het gebied van de mensenrechten, op sociaal en ecologisch vlak en met betrekking tot de fundamentele arbeidsomstandigheden.

Wat de politieke dialoog betreft, zijn deze overeenkomsten gericht op het aanpakken van een breed scala aan onderwerpen zoals de klimaatverandering, energie, migratie en de strijd tegen de drugs. Dat zijn essentiële onderwerpen, niet alleen voor onze beide regio’s maar ook voor de planeet als geheel. Via een intensievere dialoog met Midden-Amerika en de Andesgemeenschap wordt getracht om een constructief engagement tot stand te brengen met het oog op een effectief multilateralisme en een internationale governance om te kunnen reageren op de wereldwijde uitdagingen van de 21e eeuw.

Het politieke hoofdstuk van de associatieovereenkomsten zal aangevuld worden met maatregelen om op een evenwichtige en eerlijke manier de biregionale handel en de investeringen te bevorderen. Dat moet niet alleen via een progressieve en wederzijdse liberalisering van de handel in goederen en diensten worden verwezenlijkt, maar ook door het creëren van een rechtvaardig en transparant regelgevingskader. Daarbij moet ook rekening worden gehouden met de bestaande asymmetrieën tussen onze regio’s. Het handelsgedeelte van de overeenkomsten zal volledig in overeenstemming zijn met de regels en verplichtingen van de WTO. Daarbij zal nog een stap verder worden gegaan dan de basisregels om de wederzijdse en langetermijnvoordelen van de biregionale liberalisering van de handel te maximaliseren.

De samenwerking tussen beide partijen dient diep geworteld te zijn in zowel de overkoepelende doelstellingen en beginselen van ons ontwikkelingsbeleid (zoals de Europese consensus over ontwikkeling) als in de internationale overeenkomsten waarbij wij partij zijn, inclusief de millenniumontwikkelingsdoelstellingen en de Verklaring van Parijs inzake de efficiëntie van ontwikkelingssamenwerking. Ook dient er prioriteit aan de sociale cohesie te worden gegeven. In het samenwerkingshoofdstuk dient de bereidheid om samen te werken en ervaringen uit te wisselen tot uiting te komen. Ook dient hierin de solidariteit met de armste en meest achtergestelde mensen weerspiegeld te worden.

Sta mij toe om af te sluiten met een overzicht van de voorbereidingen van deze onderhandelingen: de ontwerprichtlijnen zijn op 6 december 2006 door de Commissie aangenomen en worden op dit moment door de lidstaten bestudeerd. De Commissie hoopt dat de definitieve onderhandelingsrichtlijnen in de eerste helft van dit jaar aangenomen kunnen worden. Zij hoopt teven dat, als de omstandigheden het toelaten, in die periode ook al begonnen kan worden met de feitelijke onderhandelingen met deze twee Latijns-Amerikaanse subregio’s. Als wij erin slagen om ons aan dit ambitieuze tijdschema te houden, is dat grotendeels te danken aan uw steun en vastbeslotenheid om de betrekkingen tussen de EU en Latijns-Amerika te verbeteren, met name met deze twee regio’s.

 
  
MPphoto
 
 

  Miguel Angel Martínez Martínez (PSE), rapporteur voor advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking. (ES) Mijnheer de Voorzitter, het verslag over de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Midden-Amerika dat de heer Willy Meyer ons in eerste instantie voorlegde, heeft als uitgangspunt gediend voor het advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking. We bereikten een zeer algemene overeenstemming met zijn voorstellen en waren het tevens eens over een reeks relevante aanbevelingen van onze Commissie ontwikkelingssamenwerking. De heer Willy Meyer stelde zich zeer ontvankelijk op en we kwamen zeven amendementen overeen om uiting te geven aan de specifieke aandachtspunten van de Commissie ontwikkelingssamenwerking.

Ik moet zeggen, geachte collega’s, dat ik de thans voorliggende tekst een bijzonder slap aftreksel van de oorspronkelijke voorstellen vind. De voorstellen zijn nu sterk neoliberaal gekleurd, hetgeen mogelijk een weerspiegeling van het standpunt van de meerderheid van dit Parlement is.

Eerlijk gezegd kunnen we met deze tekst leven dankzij de compromissen. We zullen vóór stemmen, maar zonder het minste enthousiasme, want we weten dat ze niet aansluiten bij de behoeften van Midden-Amerika en evenmin bij de aspiraties van de bevolking, en dat de Europese Unie met deze tekst geen krediet opbouwt in deze landen.

Van de zeven door de Commissie ontwikkelingssamenwerking voorgestelde amendementen zijn er drie goedgekeurd. Zij onderstrepen dat in de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Midden-Amerika de dimensie van ontwikkelingssamenwerking niet mag ontbreken. Zoals mijnheer de commissaris heeft gezegd, moet de overeenkomst dan ook de prioriteiten bevatten die zijn gedefinieerd in de Europese consensus inzake ontwikkeling, dat wil zeggen: de uitroeiing van de armoede en de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen. Wellicht dat de erkenning daarvan en het feit dat wij de overeenkomst zo nodig achten, samen net voldoende zijn om ons over de streep te trekken voor deze tekst.

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE-DE), rapporteur voor advies van de Commissie internationale handel. (PL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik wil de rapporteur van harte bedanken voor dit volledige en evenwichtige verslag, dat met het oog op de recente ontwikkelingen van buitengewoon belang is. Het verslag is een onmisbare leidraad en een hulpmiddel bij de onderhandelingen over de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Andes-gemeenschap op een moment waarop er zich in deze regio cruciale politieke en economische veranderingen voordoen.

De Andes-gemeenschap is een doeltreffend en coherent integratiesysteem voor de landen van Latijns-Amerika. De verdieping van de wederzijdse politieke en economische betrekkingen zal beide partijen, zowel de Europese Unie als de Andes-gemeenschap, ten goede komen. De door de Raad opgestelde richtsnoeren zijn een samenhangend en volledig document waarin alle noodzakelijke voorwaarden voor een geslaagde samenwerking zijn opgenomen. De rapporteur onderstreept de uiterst belangrijke rol van de politieke dialoog en van het bevorderen van duurzame ontwikkeling, onderwijs en mensenrechten. Hij wijst erop dat het onontbeerlijk is om de strijd aan te binden tegen drugs, de wapenhandel en de georganiseerde misdaad. Hij benadrukt dat onze samenwerking gebaseerd moet zijn op een vrije handel. De associatieovereenkomst moet niet alleen de handel geleidelijk liberaliseren en de politieke banden aanhalen, maar ook de democratie bevorderen, evenals de sociale en de culturele rechten die kenmerkend zijn voor de regio.

Het doet me plezier dat in de onderhandelingsrichtsnoeren rekening is gehouden met de belangrijke rol die de kleine en middelgrote ondernemingen (KMO’s) in het associatieproces spelen, iets wat ik ook in mijn advies van de Commissie internationale handel benadrukt heb. Ieder van ons weet dat de KMO’s niet alleen een van de belangrijkste motoren vormen voor economische groei, maar tevens een wezenlijke impact hebben op de levensstandaard en het verminderen van de armoede. Daarom ben ik van mening dat we al het mogelijke moeten doen om deze sector te steunen, onder andere door de toegang tot kredieten voor KMO’s te vergemakkelijken, onnodige handelsbelemmeringen uit de weg te ruimen en programma’s voor innovatie en ontwikkeling ten uitvoer te leggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Gianluca Susta (ALDE), rapporteur voor advies van de Commissie internationale handel. – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik zal me concentreren op het verslag-Meyer waarin een belangrijk initiatief voor de Europese Unie wordt behandeld dat ervoor moet zorgen dat Midden-Amerika als een continent met mogelijkheden gezien gaat worden, dat de handel wordt bevorderd en dat de tarifaire belemmeringen geleidelijk worden afgebouwd, maar niet het vrij verkeer van personen, goederen en diensten, waarbij zo optimaal mogelijk gebruik wordt gemaakt van de bijzondere eigenschappen van deze landen.

Dit houdt in dat samenwerking en ontwikkeling versterkt moeten worden, dat de sociale en individuele waardigheid van de zwaksten in de samenleving beschermd moet worden en dat onze markten stapsgewijs opengesteld worden voor met name de lokale landbouwproducten van deze landen, die nog altijd een groot aandeel van hun bbp vormen.

Deze Commissie internationale handel heeft, zoals gebruikelijk, een bijdrage in lijn met hun expertise geleverd, maar de toenemende concurrentie binnen de landen van Midden-Amerika is ongetwijfeld een noodzakelijke voorwaarde voor de politieke stabilisatie van een gebied dat nog altijd de gevolgen ondervindt van de gewelddadige botsing tussen tirannieke instellingen en revolutionaire krachten in het recente verleden, een botsing die honderdduizenden levens eiste en een zeer ingrijpende weerslag had op dit geopolitieke gebied.

De culturele en politieke benadering van het verslag is daarom positief en ik denk niet dat het wordt afgezwakt door het voorstel van de Commissie internationale handel. Verder heeft het feit dat sommige richtsnoeren in beginsel zijn aangenomen, ertoe bijgedragen dat het vraagstuk over de oprichting van een vrijhandelszone gecombineerd kan worden met de meer algemene kwesties van de ontwikkeling van de democratie in dat geopolitieke gebied.

 
  
MPphoto
 
 

  José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, namens de PPE-DE-Fractie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, geachte afgevaardigden, de verslagen van de heer Yañez en van de heer Meyer komen tegemoet aan een eis die al geruime tijd leeft bij ons Parlement, namelijk dat de Andes- en Midden-Amerikaanse gemeenschappen net als andere gebieden in de regio kunnen profiteren van associatieovereenkomsten en daarmee van de beter afgestemde, meer ontwikkelde instrumenten waarover de Europese Unie beschikt voor haar betrekkingen met derde landen.

Uiteraard, mijnheer de Voorzitter, zijn dit niet de enige twee gebieden waarmee de Europese Unie momenteel onderhandelt over dit soort associatieovereenkomsten. Ik maak gebruik van de aanwezigheid van de commissaris voor de handel – die hier vanavond bij ons is – om hem te verzoeken om zich een extra inspanning getroosten voor onderhandelingen die al te lang hebben geduurd: de onderhandelingen die de Europese Unie lang geleden is begonnen met Mercosur.

Ik ben me bewust van de moeilijkheden die gepaard gaan met dat onderhandelingsproces. Die zijn uiteraard niet uitsluitend toe te schrijven aan de Europese Unie, maar ik meen dat een inspanning op zijn plaats zou zijn om te proberen die besprekingen nieuw leven in te blazen en vooruit te helpen.

Mijnheer de Voorzitter, waar in de eerste en de tweede generatie overeenkomsten tussen de Europese Unie en de landen van Latijns-Amerika de nadruk lag op onderzoek en ontwikkeling, en in de derde generatie de nadruk lag op de democratische clausule, komt in deze vierde generatie associatieovereenkomsten het accent te liggen op de geleidelijke en wederzijdse liberalisering van de uitwisselingen.

Dat wil natuurlijk niet zeggen dat de handelsaspecten het zwaarst wegen. Zoals de commissaris zojuist zei, legt deze associatie de basis voor onze betrekkingen ten aanzien van de politieke dialoog, de eerbiediging van de mensenrechten, de democratische waarden, eerbiediging van het wettelijk gezag en de strijd tegen de corruptie.

Duidelijk is echter dat we niet om het belang van de vrije handel heen kunnen. Dat is iets waar de Midden-Amerikaanse en Andeslanden om vragen. In die zin kan ik slechts aanbevelen, mijnheer de Voorzitter, dat deze zo ambitieuze kalender waarover de commissaris ons heeft verteld, gelet op het feit dat de Commissie de onderhandelingsrichtlijnen heeft goedgekeurd en dat het Parlement morgen hetzelfde doet, zo snel mogelijk wordt ingevuld. De gemeenschappen in de Andes- en Midden-Amerikaanse landen wachten immers al te lang op de mogelijkheid om te profiteren van associatieovereenkomsten zoals die met Mexico en Chili, die overigens voortreffelijke resultaten hebben laten zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Raimon Obiols i Germà, namens de PSE-Fractie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, onze fractie heeft geprobeerd consensus te bereiken over de verslagen van onze collega’s, de heer Yañez en de heer Meyer. We hebben gezocht naar compromisamendementen, omdat we het belangrijk vinden de betrokken subregio’s in Latijns-Amerika te laten weten dat hetgeen de Europese Unie voorstelt, niet slechts een vrijhandelsverdrag is maar een algemenere overeenkomst waarin wezenlijk rekening wordt gehouden met politiek overleg en ontwikkelingssamenwerking.

Als ik het debat over deze twee verslagen dat hier in het Parlement is gevoerd, goed begrijp, hebben we enerzijds het standpunt van vertegenwoordigers van de Fractie van de Europese Volkspartij, die in de onderhandelingen meer de nadruk willen leggen op de vrijhandelsaspecten, en anderzijds het standpunt van degenen, waaronder mijn fractie, de Fractie van de Partij van de Europese Sociaaldemocraten, die meer aandacht besteden aan aspecten als politiek overleg, solidariteit, ondersteuning van de democratische instellingen, armoedebestrijding en bestrijding van geweld.

Kijken we naar bijvoorbeeld de concrete gegevens over de handelsbetrekkingen tussen de Europese Unie en Midden-Amerika, dan zien we dat de handel van de Europese Unie met Midden-Amerika ongeveer 0,3 procent uitmaakt van onze externe handel en dat zelfs voor Midden-Amerika zelf de handel met de Europese Unie niet meer dan 9 of 10 procent van de buitenlandse handel vertegenwoordigt.

Als we de oude wijsheid primum vivere, deinde philosophari (eerst leven, dan filosoferen) volgen, komen we al snel tot de conclusie dat wat echt bepalend is voor onze relatie, gelet op de situatie in deze landen, niet zo zeer de handel is als wel aspecten als armoedebestrijding, verbetering van de veiligheidssituatie en de bestrijding van geweld en, in sommige landen, van de steeds nadrukkelijker aanwezige drugshandel en georganiseerde misdaad. Dat is waar het werkelijk om gaat.

Onlangs is een groot Europees journalist overleden, de Pool Kapucinski. Over deze landen zei hij dat zij onze aandacht pas trekken als er bloed wordt vergoten; “dat is triest, maar het is wel zo”, voegde hij daaraan toe. Het behoeft denk ik geen betoog dat nu, tien jaar na de ondertekening van de vredesverdragen in Midden-Amerika, de tijd gekomen is om meer aandacht te schenken aan de regio en maximaal te profiteren van de kansen die zich aandienen nu de onderhandelingen beginnen over een associatieovereenkomst die onzes inziens moet kunnen rekenen op de meest eensgezinde en brede steun van dit Parlement.

 
  
MPphoto
 
 

  Leopold Józef Rutowicz, namens de UEN-Fractie. (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik zou de rapporteurs, de heer Meyer Pleite en de heer Yañez-Barnuevo García, van harte willen bedanken voor hun uitstekende werk betreffende de associatieovereenkomsten met de landen van Midden-Amerika. Hun verslagen staan volledig in het teken van de politieke doelstelling om de samenwerking te versterken.

De landen van Midden-Amerika delen onze Europese en Latijnse cultuur. Ze zijn nauw met ons verbonden. Het ligt dus voor de hand dat we met deze landen over een associatieovereenkomst onderhandelen. Een dergelijke overeenkomst is bedoeld om de positie van beide partijen in een geglobaliseerde wereld te versterken. Op dit moment biedt de Europese Unie deze regio voornamelijk humanitaire hulp. We geven hun vis, maar leren hen niet vissen. Landen als China en India en het wereldkapitaal doen dat wel, door wegen, mijnen en fabrieken te bouwen, banen te creëren en er met succes hun producten te verkopen.

Met de onderhandelingen over een associatieovereenkomst willen we de economische banden nauwer aanhalen. Dat zal zowel voor Europa als voor andere Midden-Amerikaanse landen een voordeel zijn. Deze economische basis is van cruciaal belang voor het tot stand brengen van duurzame economische en politieke betrekkingen tussen onze maatschappijen. Ik hoop dat het Europese kapitaal, naast de steun van China en India, in de toekomst een belangrijkere rol zal spelen in de landen waarmee we een associatieovereenkomst willen sluiten.

De associatieovereenkomsten tussen andere landen en de Europese Unie zijn van groot politiek belang. Wanneer ze erin slagen de economische samenwerking te bestendigen, zullen ze met vlag en wimpel in hun opzet slagen.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil ook allereerst beide rapporteurs feliciteren met de moeite die zij hebben gedaan om de fracties tot elkaar te brengen tijdens het vaststellen van het mandaat voor onderhandeling over de associatieovereenkomsten met Midden-Amerika en het Andesgebied.

Zoals gezegd hebben we evenwel kunnen constateren, tijdens de voorbereiding van deze verslagen, dat de fracties onderling verschillen op diepgaande, wezenlijke punten. Ondanks de inspanningen van de rapporteurs ontbreekt het de uiteindelijke tekst duidelijk aan evenwicht op de drie kernonderdelen van de overeenkomst: politieke dialoog, samenwerking en handel.

Volgens ons is een vrijhandelszone als doelstelling noch realistisch noch gepast voor dit soort kwetsbare gebieden.

Er is dan ook een goede kans voorbijgegaan om biregionale betrekkingen tot stand te brengen waarmee het mogelijk zou zijn die betrekkingen in al hun verschillende facetten goed uit te laten komen en een duurzame menselijke ontwikkeling van de volken in de Andeslanden en Midden-Amerika te garanderen. Daarom zal onze fractie – meer om te laten zien dat we verder willen dan omdat we het echt willen, omdat we betreuren dat er in beide verslagen geen beter resultaat is bereikt – zich morgen onthouden van stemming.

 
  
MPphoto
 
 

  Jens Holm, namens de GUE/NGL-Fractie. – (SV) Mijnheer de Voorzitter, in deze verslagen wordt erop aangedrongen dat de ontwikkelingslanden dereguleren, macht geven aan Europese ondernemingen bij openbare aanbestedingen, Europese en Noord-Amerikaanse patenten beschermen en alles in het werk stellen om de investeringen van grote Europese ondernemingen veilig te stellen. In één van de verslagen wordt zelfs geëist dat er een vrijhandelszone wordt ingericht en ik citeer “zonder dat enige sector wordt uitgesloten”. Laat u die formulering even op u inwerken. Nee, dat is niet de weg die we moeten inslaan. Hoe meer men dereguleert, des te makkelijker wordt het misschien voor de grote ondernemingen, maar des te slechter wordt het voor de arbeiders, het milieu en de kleine lokale bedrijven, die door de wetten die men schrapt beschermd moeten worden.

Twee voorbeelden: Het is goed voor Monsanto als het hen lukt gewassen te patenteren in Zuid-Amerika, maar slecht voor de boeren en het milieu. Het is goed voor de Europese zorginstellingen als de zorgsector te maken krijgt met concurrentie, maar slecht voor degenen die geen geld hebben om de zorg in te kopen. Er is een alternatief: rechtvaardige handel in plaats van onbeteugelde handel, samenwerking en zekerheid in plaats van concurrentie en marktwaanzin. Dat is wat zowel de Europese als de Latijns-Amerikaanse bevolking nodig hebben. Ik wil besluiten met het standpunt van de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links, namelijk dat wij ons van stemming onthouden.

 
  
MPphoto
 
 

  Gerard Batten, namens de IND/DEM-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, wat is de beste manier om de levensstandaard te verhogen en de mensenrechten en burgerrechten in de landen van Midden-Amerika en de Andesgemeenschap te bevorderen? Deze vraag is eigenlijk even goed van toepassing op geheel Midden- en Zuid-Amerika als op de rest van de economische ontwikkelingslanden.

Op lange termijn is het in het eigenbelang van de economisch ontwikkelde en democratische wereld om haar economische kracht te gebruiken om de economische groei en democratie in de ontwikkelingswereld te bevorderen. Dat kan het beste gebeuren door wereldwijd de handelsbelemmeringen te verwijderen en door het sluiten van handels- en samenwerkingsovereenkomsten, mits de rechtsstaat en eigendomsrechten worden geëerbiedigd en de contractuele rechten en mensen- en burgerrechten worden gerespecteerd.

Wij hebben kunnen constateren hoe China erin is geslaagd om zelfs onder het juk van een dictatoriaal communistisch regime een verbazingwekkende economische ontwikkeling door te maken nadat eenmaal de kapitalistische praktijken van de vrije handel werden omarmd. Ondanks al zijn tekortkomingen werkt het kapitalisme. Het zorgt voor welvaart, keuzemogelijkheden en de vereiste voorwaarden voor democratie en beschaafde normen en waarden. Socialisme werkt daarentegen niet, ondanks zijn idealisme. Socialisme leidt tot onderdrukking, een gebrek aan keuzevrijheid en tot economische en politieke stagnatie.

De ontwikkelingslanden op deze wereld hebben dan ook geen behoefte aan het navolgen van het voorbeeld van een quasi-Marxistische Europese Unie. Zij hebben geen behoefte aan de aanbevelingen in deze verslagen om de ergste karaktertrekken van de Europese Unie te exporteren: economische en politieke integratie en een geharmoniseerde wetgeving.

Het allerlaatste waar deze landen behoefte aan hebben, is het navolgen van het voorbeeld van een falend economisch model en een meer en meer gedecentraliseerde Europese Unie met haar steeds ondemocratischere instellingen die steeds minder tot de verantwoording kunnen worden geroepen. In deze verslagen wordt een oproep voor een vrije handel gedaan – en dat is een goede zaak – maar die vrije handel dient niet afhankelijk te zijn van het kopiëren van de falende structuren van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Marcello Vernola (PPE-DE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik graag de rapporteur, de heer Yañez-Barnuevo Garcia, feliciteren met het verslag over het akkoord met de Andesgemeenschap. Omdat het op drie pijlers is gebaseerd, vormt het een kader dat zich niet alleen tot economische aspecten beperkt. Het was zelfs van meet af aan de insteek van alle instellingen om in de op handen zijnde associatieovereenkomst onderwerpen op te nemen zoals werkloosheid, veiligheid, migratie, sociale ontwikkeling, milieu, duurzame ontwikkeling en dus ook politieke stabiliteit.

We maken ons zorgen over de instandhouding van de bescherming van mensenrechten, burgerrechten, politieke, economische en sociale rechten en zelfs, overeenkomstig het beleid van de Europese Unie, over de biodiversiteit en de bescherming van ecosystemen. Kinderarbeid moet worden bestreden en er moet worden geïnvesteerd in onderwijs, onderzoek, wetenschap en technologie. De grote verschillen binnen de Andes-Gemeenschap vereisen inzet om de armoede terug te dringen. We willen allen benadrukken dat het noodzakelijk is om de plaag van het narcoterrorisme te bestrijden en alles in het werk te stellen om criminaliteit, corruptie, straffeloosheid, terrorisme, het witwassen van geld en wapenhandel uit te roeien. Door deze overeenkomst moeten we werkgelegenheid bevorderen en bovenal het verbouwen van landbouwgewassen in plaats van drugs.

We hopen ook dat de associatieovereenkomst een nieuwe impuls zal geven aan de liberalisering van de markt en van de handel aan de hand van de vrijhandelszone, alsook aan de gecontroleerde douanetarieven en aan de vereenvoudiging en harmonisering van douaneprocedures. Verder moeten we rechtszekerheid garanderen voor investeerders, door zonder omhaal de toegenomen nationaliseringen, die we recentelijk hebben zien plaatsvinden, van de hand te wijzen.

 
  
MPphoto
 
 

  Józef Pinior (PSE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, eerst en vooral zou ik de heer Meyer Pleite willen bedanken voor zijn verslag met een ontwerpaanbeveling van het Europees Parlement aan de Raad betreffende de richtsnoeren voor een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Midden-Amerika, evenals de heer Yañez-Barnuevo García voor zijn verslag betreffende de richtsnoeren voor de onderhandelingen over een associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en de Andes-gemeenschap.

Het Europees Parlement wijst er in zijn aanbevelingen op dat de associatieovereenkomsten de geleidelijke liberalisering van de handel tot doel hebben, alsook een politieke dialoog en samenwerking. Andere belangrijke doelstellingen zijn het bevorderen van een duurzame sociale ontwikkeling en van sociale cohesie, het consolideren van de democratie en de rechtsstaat, evenals de volledige eerbiediging van de mensenrechten en de burgerlijke, politieke, economische en sociale rechten, zonder de culturele en milieudimensie van deze rechten uit het oog te verliezen.

De landen van de Andes-gemeenschap en van Midden-Amerika hebben de voorbije twintig jaar een vreedzame overgang van autoritaire regimes naar democratieën gekend. De Europese Unie heeft in de jaren tachtig een belangrijke rol gespeeld in dit proces. Met zijn aanbevelingen houdt het Europees Parlement deze traditie in stand.

De liberalisering van de handel mag geen doel op zich zijn. Ik herhaal, de liberalisering van de handel mag geen doel op zich zijn, maar alleen een middel om democratie, de rechtsstaat, sociale vooruitgang en duurzame ontwikkeling in Latijns-Amerika te verzekeren. De associatieovereenkomsten met de landen van Midden-Amerika en met de Andes-gemeenschap moeten een combinatie zijn van de volgende drie elementen: beleidsmaatregelen, handel en ontwikkeling.

 
  
MPphoto
 
 

  Ryszard Czarnecki (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, naar alle waarschijnlijkheid wordt het begrip ‘Europese Unie’ binnenkort in het Midden-Amerikaanse woordenboek van zeldzame uitdrukkingen opgenomen. De Europese politieke invloed in de regio neemt af, hoewel het juist de Europese landen waren die in de jaren ’80 het democratiseringsproces in dit werelddeel hebben gesteund.

In elf jaar tijd is de handelsomzet tussen de Europese Unie en Midden-Amerika met 11 procent gedaald – tot 13 procent op dit moment, ondanks de unilaterale preferenties van Europese zijde. Misschien kan de associatieovereenkomst iets aan deze situatie veranderen.

De onderhandelingen over de tweede associatieovereenkomst met de Andes-gemeenschap vallen in een zeer interessante politieke periode voor deze regio. De overwinning van anti-Amerikaans links in Bolivia en in Venezuela en het gewijzigde machtsevenwicht in het gebied plaatsen de Europese Unie voor een nieuwe uitdaging. Eigenlijk bevordert deze evolutie het economische en politieke integratieproces in heel Latijns-Amerika in veel sterkere mate dan Mercosur.

Ik wil de rapporteurs, de heer Meyer Pleite en de heer Yañez-Barnuevo García, van harte bedanken. Ik vind het echter bijzonder jammer dat we zulke belangrijke aangelegenheden pas tegen middernacht bespreken.

 
  
MPphoto
 
 

  Willy Meyer Pleite (GUE/NGL). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, in dit geval wil ik mijn spreekbeurt gebruiken om het standpunt van mijn fractie, de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links, inzake het verslag van mijn collega, de heer Yañez, uiteen te zetten.

Het zal hem duidelijk zijn dat wij ons in de stemming morgen niet anders zullen opstellen dan in de stemming over het verslag dat ik heb mogen presenteren aan het Parlement. We onthouden ons dus van stemming. Om dezelfde redenen, en omdat we weten dat de heer Yañez een ware inspanning heeft geleverd om een zeer uitgebalanceerd verslag te presenteren, met het accent op het meest wezenlijke dat Latijns-Amerika momenteel vraagt, namelijk politieke dialoog en samenwerking. Op het gebied van samenwerking is voor ons immers een heel belangrijke rol weggelegd in vergelijking met de rol die de Verenigde Staten vervult in Latijns-Amerika, maar helaas hebben andere collega’s, vooral die van de Commissie internationale handel, een geheel andere wending gegeven aan die benadering.

Wij onthouden ons van stemming. In feite zegt ons gevoel ons soms dat we zelfs nog wat verder zouden moeten gaan. Maar we zullen ons onthouden van stemming omdat we ook menen te moeten luisteren naar de mening van Latijns-Amerika en in dit geval tevens naar de maatschappelijke organisaties daar. We zullen extra attent zijn om vanuit dit standpunt onze bijdrage te kunnen leveren aan het fundamentele debat over de associatieovereenkomst met Midden-Amerika. We zullen ons heel kritisch opstellen, opdat met er een associatieovereenkomst tot stand komt die niet gelijkstaat aan een vrijhandelszone.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Sonik (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, hoewel de Europese Unie ontegenzeglijk een actieve rol heeft gespeeld bij de bevordering van het vredesproces en bij de opbouw van democratische structuren in Midden-Amerika, is haar invloed in het afgelopen decennium aanzienlijk verminderd.

Dezelfde neerwaartse trend zien we in de handel die – zoals reeds eerder is gezegd – van 24 tot amper 13 procent in 2001 is gedaald. Deze situatie toont duidelijk aan hoe belangrijk het is om een nieuwe associatieovereenkomst te sluiten tussen de Europese Unie en de landen van Midden-Amerika.

Deze associatieovereenkomst, die zonder enige twijfel economisch voordeel zal opleveren, legt de Europese Unie ook een aantal verplichtingen op. Die betreffen in de eerste plaats het bevorderen van het democratiserings- en decentralisatieproces en het verbeteren van de administratieve doeltreffendheid bij de bestrijding van geweld, corruptie en mensenrechtenschendingen. Deze verplichtingen zijn de voornaamste reden waarom de toekomstige associatieovereenkomst meer dan enkel en alleen een handelsovereenkomst zou moeten zijn. Er moet eveneens aandacht worden besteed aan samenwerking op politiek en sociaal vlak. De strijd tegen armoede en sociale ongelijkheid zou zo een zeer nuttig instrument kunnen worden om de democratie te versterken en het vertrouwen in de publieke instellingen te vergroten, evenals in de politieke elite, die deze waarden hoog in het vaandel zou moeten hebben.

Daarenboven zou het vastleggen van bindende milieunormen een zeer belangrijk aspect van de toekomstige associatieovereenkomst moeten zijn. Ik ben van mening dat de stimuleringsregeling, die in het verleden al meermaals is getest, ook hier haar nut zal bewijzen.

Alle eerder opgenoemde elementen zouden in de toekomstige associatieovereenkomst moeten worden opgenomen. Tegelijkertijd zouden ze de basis moeten vormen voor een doeltreffende samenwerking tussen de Europese Unie en de landen van Latijns-Amerika. Door in deze regio een actieve en geëngageerde rol te spelen, kan de Europese Unie bijdragen tot een echte economische ontwikkeling, tot sociale en politieke stabiliteit en tot het consolideren van de democratische waarden.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag om 12.00 uur plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid