De Voorzitter. Alvorens verder te gaan met de agenda, heb ik u nog een mededeling te doen. De premier van de Tsjechische Republiek heeft mij in kennis gesteld van diens besluit om de heer Jan Zahradil te benoemen tot zijn vertegenwoordiger bij het overleg naar aanleiding van de Verklaring van Berlijn en, meer in het bijzonder, bij het weer op gang brengen van het grondwettelijk proces tijdens het Duitse voorzitterschap van de Unie. De Commissie juridische zaken, die overeenkomstig artikel 4, lid 5 van het Reglement over deze kwestie is geraadpleegd, is in haar vergadering van 19 en 20 maart 2007 tot de conclusie gekomen dat deze missie strookt met de letter en de geest van de Akte betreffende de verkiezing van de leden van het Europees Parlement door middel van rechtstreekse algemene verkiezingen en er derhalve voor Jan Zahradil geen sprake is van een situatie van onverenigbaarheid, zodat hij zijn mandaat als parlementslid kan blijven uitoefenen.