De Voorzitter. Aan de orde is de spreektijd van één minuut uit hoofde van artikel 144 van het Reglement.
Zita Pleštinská (PPE-DE). – (SK) Vrijwel ieder land heeft in zijn geschiedenis wel magere jaren meegemaakt als gevolg van natuurrampen of sociale gebeurtenissen. De hongersnood die Oekraïne in de jaren 1932 en 1933 in zijn greep hield, was echter uitzonderlijk. Miljoenen Oekraïense boeren stierven ten gevolge van een beleid waarmee de bevolking bewust werd geterroriseerd door middel van uithongering. Deze barbaarse misdaad werd begaan jegens miljoenen onschuldige Oekraïners door het totalitaire regime van de toenmalige Sovjet-Unie, een van de wreedste van de twintigste eeuw.
Ik juich de gezamenlijke pogingen van alle Oekraïense leiders toe om met terugwerkende kracht recht te doen wedervaren en een verleden voor het voetlicht te brengen dat zoveel jaren verborgen is gehouden. Vroeger was iedere poging om de totalitaire praktijken van de onaantastbare Stalin te veroordelen op zijn minst bestraft met levenslange gevangenisstraf – zoals in het geval van mijn eigen vader, die negen jaar lang de hel van de goelag moest doorstaan – of met onmiddellijke executie.
Dames en heren, de verschrikkelijke beelden die momenteel te zien zijn op de hongersnoodtentoonstelling die in het Europees Parlement is geopend in het bijzijn van Viktor Janoekovitsj, moeten een aansporing voor ons zijn om de afschuwelijke misdaden van het stalinisme in de voormalige Sovjet-Unie resoluut te veroordelen. Indien het Europees Parlement de hongersnood als genocide erkent, geeft het uiting aan zijn solidariteit met het Oekraïense volk. Dit zal het doen in een schriftelijke verklaring, Verklaring 4/2007, die de meeste leden naar mijn idee zullen ondertekenen voor 15 april.
Martin Schulz (PSE). – (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik had ook de indruk dat de heer Evans en mevrouw Gill hun enthousiasme voor hun fractievoorzitter nauwelijks konden beteugelen.
Ik wil u en de afgevaardigden in het Parlement graag attenderen op een hoogst bedenkelijke ontwikkeling die ons grote zorgen baart. Sinds enkele maanden zien we in de Europese Unie dat journalisten in toenemende mate onder vuur liggen. Het gaat, om precies te zijn, om een ontwikkeling in Bulgarije die representatief is voor een reeks ontwikkelingen die ons zorgen baren. Journalisten die zich kritisch hebben uitgelaten over een extreemrechtse partij die ook in dit Parlement is vertegenwoordigd, zijn in Bulgarije door leden van die partij fysiek, psychisch en in materieel opzicht bedreigd. Het gaat zoals gezegd om een partij die ook in dit Parlement is vertegenwoordigd. Het is onze plicht erop te wijzen dat er niet alleen buiten, maar ook binnen de Europese Unie sprake is van een toenemende agressiviteit tegen journalisten die meningen verkondigen die bepaalde politieke groeperingen niet aanstaan. Ik vraag aandacht voor de bescherming, onafhankelijkheid en veiligheid van journalisten!
Marios Matsakis (ALDE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, gisteren was het de 200ste verjaardag van de afschaffing van de slavernij. Deze onmenselijke praktijk was verbonden met de voornamelijk door Europese landen uitgevoerde wereldwijde kolonisatie. Hoewel de slavernij afgeschaft is, bestaat kolonisatie nog steeds. Twee lidstaten van de EU, te weten Groot-Brittannië en Frankrijk, hebben op dit moment nog koloniën. Groot-Brittannië heeft er 14 en Frankrijk nog veel meer. De koloniën van Groot-Brittannië, met uitzondering van Brits Antarctica, omvatten in totaal 50 000 km2 en er wonen 250 000 mensen. De Franse koloniën beslaan in totaal 123 000 km2 en er wonen 2,5 miljoen mensen. Terwijl de politieke en mensenrechten van de inwoners van deze koloniën ernstig worden geschonden, knijpen de EU-instellingen een oogje toe.
Het Europees Parlement is hierop geen uitzondering. In geen van de jaarverslagen inzake mensenrechten die het Parlement in de afgelopen jaren heeft goedgekeurd, vinden we ook maar enige verwijzing naar kolonisatie. Alle pogingen van individuele Parlementsleden om hier iets aan te doen worden categorisch verworpen. Wat vreemd, of moet ik zeggen wat hypocriet. Wij veroordelen schendingen van de mensenrechten door elk land ter wereld, tenzij het over onze eigen lidstaten gaat. Is dit waar de EU voor staat? Schande!
Hanna Foltyn-Kubicka (UEN). – (PL) Mevrouw de Voorzitter, we kunnen nog amper op de vingers van een hand tellen hoe vaak het Europees Parlement, andere Europese instellingen of de Raad van Europa Wit-Rusland al hebben opgeroepen om een einde te maken aan de praktijken die in strijd zijn met de fundamentele rechten van de burger.
Afgelopen zondag konden we ons er nog maar eens van vergewissen dat het regime van Loekasjenko op elke oproep van Europa reageert. Een dag die in het teken van de vrijheid had moeten staan, werd een gelegenheid om de Wit-Russen eraan te herinneren dat ze zich in gevangenschap bevinden. Traangas, gummiknuppels en waterkanonnen zijn het antwoord van een tiran op het verlangen van het volk naar brood en vrijheid. We mogen niet toelaten dat één man met heel Europa de spot drijft en onder onze ogen ongestraft zijn autoritaire regime handhaaft.
Als vertegenwoordigers van een verenigd Europa moeten we blijven ijveren voor een vrij Wit-Rusland. We moeten ons afvragen of de middelen die we tot nu toe hebben ingezet wel toereikend zijn, of we de eisen aan het adres van de Wit-Russische regering niet nog krachtiger moeten herhalen en of we de democratische oppositie in het land niet op een doeltreffendere en meer open manier moeten steunen.
Věra Flasarová (GUE/NGL) – (CS) Gelijke kansen voor man en vrouw vormen een belangrijk onderdeel van de strategie van de Europese Unie. Toch wordt het grote publiek niet in alle lidstaten regelmatig geïnformeerd over het belang van gendergelijkheid.
Het geplande partnerschap dat was geïnitieerd in het kader van het Equal-programma, heeft het initiatief genomen voor de viering van de Dag van de gendergelijkheid. Op 19 juni wordt nu al in meerdere Europese lidstaten de dag van de gelijkheid van man en vrouw gevierd. Het doel ervan is om respect af te dwingen voor gendergelijkheid, een positief beeld te geven van de man-vrouwrelatie en het publiek bewuster te maken van het belang van deze kwestie.
De Dag van de gendergelijkheid is ook gericht op mannen, want ook mannen zijn soms het slachtoffer van discriminatie of achterstelling. Deze internationale dag is een blijk van waardering voor de jarenlange inspanningen van vrouwenrechtenactivistes en levert een bijdrage aan de versterking van de politieke, economische en maatschappelijke positie van vrouwen. Met de Dag van de gendergelijkheid wordt getracht het begrip gelijke kansen te betrekken op beide seksen.
19 Juni is net na Vaderdag. Dat biedt de mogelijkheid om nog eens te benadrukken dat de deelname van vaders aan de zorg voor kinderen en gezin een gedeeld belang is. Ik denk dan ook dat dit Jaar van gelijke kansen voor iedereen de meest uitgelezen gelegenheid is voor het invoeren van een Dag van de gendergelijkheid in de Europese Unie.
VOORZITTER: PIERRE MOSCOVICI Ondervoorzitter
Jim Allister (NI). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, naar aanleiding van de eerdere opmerkingen van de Voorzitter over de ontwikkelingen in Belfast, zou ik willen opmerken dat ik begrip heb over de euforie vanaf deze plek over de politieke ontwikkelingen in Belfast.
Ik moet het Parlement echter melden dat ik, en vele anderen in Noord-Ierland, geen enkele reden zie om mij te verheugen in de voorbarige toelating tot de regering van mensen die de immorele terreurcampagne die tot de dood van duizenden onschuldige burgers heeft geleid, persoonlijk hebben goedgekeurd, uitgeoefend en onvoorwaardelijk hebben gesteund. Ik zeg 'voorbarig' omdat Sinn Féin zelfs op dit moment nog stemming maakt doordat prominente leden van de organisatie legitieme arrestaties voor ernstige misdrijven veroordelen. Voorts weigeren zij om volledige medewerking aan de politie te verlenen bij het bestraffen van degenen die verantwoordelijk zijn voor wandaden, zoals de Omagh-bomaanslag waarbij 29 onschuldige winkelende mensen om het leven kwamen.
Waar ter wereld verwacht je dat er in een regering ministers zitten die onlosmakelijk verbonden zijn met, of misschien wel lid zijn van, de illegale legerraad van een illegaal privéleger? Toch is dat precies wat velen in dit Parlement toejuichen.
Uit kwaad kan geen goed voortkomen.
Атанас Папаризов (PSE). – Г-н Председател, българските граждани и редица правозащитни и професионални организации, с масови публични изяви и демонстрации, отбелязаха седемте години от задържането на петте български медицински сестри и палестинския лекар, осъдени на смърт от либийския съд. Резолюцията на Европейския парламент от 18 януари и заключенията на Съвета по общи въпроси от 22 януари и 22 февруари са израз на загрижеността на европейските институции и на страните-членки за положението на българските медици. Солидарността на страните-членки и постоянната загриженост на европейските институции са основа въпросът на българските медицински сестри да се реши. Единната европейска позиция, която, надяваме се, Европейският съюз и страните-членки ще изработят до края на този месец, може да стане основа за разговори с либийската страна за приключване на случая.
Уважаеми г-н Председател, уверен съм, че Европейският парламент, Съветът на министрите и Европейската комисия ще продължат съгласувано да действат в полза на решаването на въпроса на българските медицински сестри в Либия.
Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, in de Verklaring van Berlijn zijn waarden opgenomen die alle Europeanen delen, onder meer de mensenrechten en de democratie. De kracht van de Verklaring ligt ontegenzeggelijk in het feit dat ze een beknopt overzicht geeft van de waarden die de lidstaten en de burgers van de Europese Unie gemeen hebben. Het document wijst tevens op de beginselen van gelijkheid en solidariteit, die aan de basis van de Europese integratie liggen, en op twee belangrijke waarden die de Unie altijd hoog in het vaandel heeft gedragen, diversiteit en soevereiniteit.
De Verklaring van Berlijn maakt de burgers in Europa duidelijk dat de Europese Unie het enige doeltreffende antwoord is op de uitdagingen van de mondialisering en de wereldwijde concurrentie.
Het document schept echter geen duidelijkheid over de volgende stappen in de uitbreiding van de Europese Unie, noch over een toekomstig gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.
Ik ben van mening dat dit document een goed uitgangspunt vormt voor de toekomstige werkzaamheden aan een nieuw kader voor de Europese Unie. Toch is dit veeleer een formele verklaring dan een inspirerende openingsceremonie. Om ervoor te zorgen dat de Verklaring van Berlijn daadwerkelijk een nieuwe start betekent, is de goede wil van de lidstaten onontbeerlijk. De toekomst van Europa ligt in onze handen. Laten we dat niet vergeten.
Marco Cappato (ALDE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, normaliter reageert de voorzitter van dit Parlement wanneer de leiders van dictaturen (China, Cuba en andere landen) het Europees Parlement aanvallen op zijn resoluties en beslissingen.
Welnu, de vertegenwoordiger van een absolutistische staat, de Staat Vaticaanstad, in de persoon van kardinaal Angelo Scola, beklaagt zich over het feit dat 'het op terreinen als het huwelijk, het gezin en het leven' – en ik citeer kardinaal Scola – 'niet gepast is dat het huidige Europees Parlement voortdurend verklaringen aflegt, waarmee het feitelijk druk uitoefent en voorwaarden oplegt aan individuele landen'.
Kardinaal Scola heeft dergelijke opmerkingen ook ten overstaan van de Voorzitter van ons Parlement gemaakt, en daarom vind ik dat de Voorzitter van het Europees Parlement en het Parlement zelf moeten reageren, zoals ze dat altijd doen als de onafhankelijkheid en de beraadslagingen van dit Huis onder vuur worden genomen.
Mario Borghezio (UEN). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de Giornale di Milano, een Italiaanse krant, en enkele nieuwsdiensten, zowel Italiaanse als Oekraïense, hebben een gebeurtenis beschreven die een groot effect heeft gehad op al diegenen die nog altijd herinneringen hebben aan de gesneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog, of bij wie de wonden zelfs nog niet zijn geheeld.
Waar het om gaat, zijn de overblijfselen van meer dan 200 Italiaanse soldaten die de pech hebben gehad om in een gebied te zijn begraven dat aan een kleine stad in Oekraïne toebehoort, waar al eerder een poging is ondernomen om een enorm gebouw van tien verdiepingen op te richten. Dit plan is vandaag opnieuw ter sprake gebracht, maar nu om er een supermarkt te bouwen.
Ik ben van mening dat we, op basis van de waarden waarop de Europese Unie is gebaseerd, duidelijk onze afkeuring kenbaar moeten maken en een krachtig standpunt moeten innemen. Ik verzoek de Voorzitter van het Parlement daarom dringend om zich tot de Oekraïense overheid te richten in de hoop deze schande te voorkomen.
Bairbre de Brún (GUE/NGL). – A Uachtaráin, ó thaobh an méid a dúirt Uachtarán na Parlaiminte inniu faoi imeachtaí na seachtaine seo i mBéal Feirste, ba mhaith liom fosta fáilte a chur roimh ráiteas na seachtaine seo ó Ian Paisley agus ó Gerry Adams.
Léiríonn an comhaontú idir Sinn Féin agus agus an DUP – agus an gealltanas soiléir sin ó Ian Paisley faoi athbhunú na n-institiúidí polaitiúla ar an ochtú lá de mhí na Bealtaine – tús ré nua polaitiúla in Éirinn. Bhí sé d’onóir domsa freastal ar an chruinniú stairiúil idir Sinn Féin agus an DUP dhá lá ó shin. Taispeánann na cainteanna agus taispeánann an comhaontú idir ár ndá pháirtí cad is féidir a bhaint amach anois.
Ba mhaith le Sinn Féin caidreamh nua a thógáil inar féidir le gach duine a bheith páirteach i dtodhchaí rathúil, shíochánta agus chóir. Caithfear dul i ngleic ar ndóigh le cuid mhór dúshlán agus cuid mhór deacrachtaí go fóill, ach níor chóir do dhuine ar bith meas faoi luach a thabhairt ar chuntasacht fhorbairtí na seachtaine seo, agus na féidearthachtaí a chruthaíonn siad don dul chun cinn polaitíochta in Éirinn.
Мартин Димитров (PPE-DE). – Уважаеми г-н Председател, уважаеми колеги, оставам с впечатлението, че европейският комисар Ласло Ковач е решил да увеличи всички възможни минимални акцизи, започна с алкохола, продължи с дизела.
На 13 март Европейската комисия прие предложение за промяна на Директива 96, като предвижда увеличаване на минималните нива на акциза върху дизел от 302 евро на 380 евро за хиляда литра. Според Комисията, с увеличението на акциза се опазва околната среда. В анализа си Комисията пропуска да отбележи, че страни като България и Румъния още не са достигнали сегашните минимални нива на акцизите, а се предлага ново увеличение. Ако се приеме това предложение, България ще трябва да увеличи акциза върху дизела с 40%. Това би довело до покачване на цените на основни потребителски стоки абсолютно несъизмеримо с ръста на доходите в България. Едно такова нарастване на цените ще доведе до евроскептицизъм, особено в източната част на Европейския съюз и до проблеми с приемането на еврото. Европейският парламент трябва категорично да се противопостави на едно такова необосновано предложение.
John Attard-Montalto (PSE). – (MT) De ex-post onderzoeken naar de bouw van deze afvalverwerkingsinstallatie in Marsascala worden door iedereen als een farce beschouwd, ook door functionarissen van de Maltese milieuautoriteit. Dit proces gaat voorbij aan een aantal artikelen van de opdrachtbeschrijving en is in strijd met een aantal richtlijnen van de Europese Unie. De uitgevoerde studie naar de benodigde technologie blijft geheim, terwijl een vergelijkende analyse van alternatieve vestigingsplaatsen wordt gezien als niet serieus, broddelwerk en zelfs ondeugdelijk.
Sociaaleconomisch onderzoek naar de bewoners van het gebied is niet naar behoren en overeenkomstig de opdracht uitgevoerd, terwijl de studie naar de effecten op de milieuhygiëne volledig is genegeerd. We mogen niet vergeten dat deze installatie gebouwd gaat worden in een woonwijk, op maar 250 meter afstand van bewoonde zones.
Danutė Budreikaitė (ALDE). – (LT) Het Via Baltica-project is van groot belang voor de integratie van de vervoerssystemen van de Oostzeestaten en de Noord- en Midden-Europese landen met de rest van de Europese Unie. De Europese Commissie heeft de zaak van de rondweg rond het Poolse Augustow in het kader van de Via Baltica, waarvan de bouw al was begonnen voordat Polen toetrad tot de EU, aanhangig gemaakt bij het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen. Het beroep is gebaseerd op vermeende schendingen van milieubepalingen met betrekking tot de Rospuda-vallei, dat door het geplande viaduct zal worden doorsneden. Het is de bedoeling dat 4 procent van de middelen voor het project wordt uitgetrokken voor vergoedingen ter compensatie van schade aan het milieu, voor wildoversteekplaatsen en voor herbebossing. De Commissie heeft geen alternatieve route voorgesteld en geen duidelijk voorstel tot schadevergoeding gedaan. Dergelijke milieubeschermingsbezwaren zijn echter niet geuit met betrekking tot de Oostzeegasleiding die door Natura 2000-gebied zal lopen en die onoverzienbare gevolgen voor het milieu met zich mee zal brengen. De Europese Commissie trekt zich niets aan van de burgers van Augustow en de luchtverontreiniging waarmee die te maken hebben. Zou er ooit een einde komen aan de dubbele normen die de EU hanteert voor de 'grote jongens' van Europa en hun strategische partner Rusland?
Milan Gaľa (PPE-DE). – (SK) De Europese Commissie heeft een inbreukprocedure ingesteld tegen Slowakije, aangezien bepaalde eigenaren van schepen die varen onder Slowaakse vlag gebruik maken van de diensten van Bulgaarse en Turkse classificatiebureaus. De Commissie heeft deze nog niet opgenomen in haar lijst van erkende classificatiebureaus. Het gaat hierbij om twintig zeeschepen die onder Slowaakse vlag varen. De schepen zijn eigendom van buitenlandse ondernemingen die staan geregistreerd in verschillende landen.
Uiteindelijk is het echter Slowakije dat een boete van SKK 480 miljoen zal moeten betalen. De overeenkomsten met de betrokken ondernemingen werden gesloten voordat Slowakije toetrad tot de Europese Unie en deze hadden een langdurig karakter. Afgelopen november werd er een nieuwe richtlijn van kracht, waarbij lidstaten worden verplicht om alleen ondernemingen te erkennen die worden erkend door de Europese Unie.
Slowakije heeft de Europese Unie verzocht het Bulgaarse classificatieregister te erkennen. Ik denk dat Slowakije zijn best zal doen om zo snel mogelijk verandering te brengen in de situatie. Daarom wil ik de Commissie verzoeken om niet overhaast in te grijpen.
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE). – (PL) De afgelopen weken is er in de Europese pers veel geschreven over het conflict tussen de Poolse regering en enkele milieugroepen die de unieke Rospuda-vallei trachten te redden. Dolina Rospudy is een uitzonderlijk natuurgebied dat in het kader van het programma Natura 2000 wordt beschermd.
We weten intussen dat de Europese Commissie de kwestie van de geplande weg door de Rospuda-vallei heeft doorverwezen naar het Europees Hof van Justitie. Hoewel ik uiteraard waardering heb voor de inspanningen van de Europese commissaris voor milieu, de heer Dimas, betreur ik ten zeerste dat hij er niet in geslaagd is om een uitweg uit deze patstelling te vinden en een compromis met de Poolse regering te sluiten, in plaats van onnodig tweedracht te zaaien in de Poolse samenleving. Een eventuele inbreuk op het communautaire recht kan tot gevolg hebben dat Polen – en dus eigenlijk de Poolse belastingbetaler – wordt veroordeeld tot het betalen van een boete die tot enkele miljoenen euro kan oplopen. Dat zou eveneens tot ernstige vertragingen bij de wegwerkzaamheden kunnen leiden. Het ontbreken van een akkoord over een mogelijk alternatief traject zal in geen geval bijdragen tot een snelle oplossing voor de huidige verkeersproblemen van de inwoners van het gebied.
Bijgevolg zullen ook dit keer de gewone burgers opdraaien voor de onbuigzame houding en het gebrek aan juridische kennis van de overheid.
Brian Crowley (UEN). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, naar aanleiding van de Verklaring van Berlijn afgelopen weekend en de koers die is uitgezet voor 2009 als jaar van de verjonging of vernieuwing van het Verdrag in samenhang met de Europese verkiezingen, wil ik voorstellen dat wij 2009 tot het jaar van het kind uitroepen. Het doel is niet alleen om diegenen te beschermen die het meest kwetsbaar zijn en om binnen de Europese Unie gemeenschappelijke normen vast te stellen voor de wijze waarop wij onze kinderen beschermen. Het doel is ook om aan toekomstige generaties een positief signaal af te geven over de wijze waarop zij het project van de Europese Unie na vijftig jaar opbouw en ontwikkeling kunnen voortzetten. Daarom wil ik dit voorstel inbrengen en mijn collega’s vragen dit zoveel mogelijk te ondersteunen.
Laima Liucija Andrikienė (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik vraag uw aandacht voor de overeenkomst aangaande de nieuwe EU-instrumenten voor externe bijstand, en in het bijzonder het Europees nabuurschaps- en partnerschapsinstrument, waarmee het Parlement meer toezicht krijgt op de uitvoering van de communautaire bijstand.
Het Parlement is bereid om een actieve rol te spelen in de tenuitvoerlegging van de EU-instrumenten voor externe bijstand, hoewel de Commissie nog niet klaar is voor een open en tijdige samenwerking met het Parlement.
Het Parlement wordt steeds pas vlak voor de aanneming ervan betrokken bij het proces van het opstellen van documenten – dat wil zeggen de strategiedocumenten, actieplannen en nationale indicatieve programma’s – zodat er nauwelijks mogelijkheden zijn om wijzigingen aan te brengen of advies over een kwestie uit te brengen. Het Parlement blijft daarom een passieve toeschouwer bij de tenuitvoerlegging van het ENPI.
Wij zouden de Commissie dan ook moeten verzoeken met het Parlement te communiceren en het Parlement volledig en tijdig te betrekken bij het opstellen, uitvoeren en controleren van het Europees nabuurschapsbeleid, en het ENPI in het bijzonder.
Jörg Leichtfried (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij dat ik bij mijn derde poging toch nog het woord krijg, al zie ik wel in dat, nu zelfs fractievoorzitters van deze mogelijkheid gebruikmaken, ik als parlementariër van de achterste bankjes weinig kans maak het woord te mogen voeren.
Ik sta uitermate kritisch tegenover het voornemen van de Poolse regering om zieke mensen – ook burgers uit de Europese Unie – uit te wijzen. Ik beschouw dat als een zware aanslag op grondrechten van de Europese Unie, zoals de vrijheid van vestiging en het vrije personenverkeer. Ik roep de Europese Commissie op direct de nodige stappen te zetten om deze voortdurende provocatie van de beide broers aan het hoofd van de regering een halt toe te roepen.
Ik zou ook graag willen weten waarom de Commissie op zoveel terreinen onmiddellijk handelend optreedt, bijvoorbeeld in de kwestie van Duitse studenten in Oostenrijk, maar bij dergelijke omvangrijke problemen helemaal niets doet. Ik vind dat schandalig.
Avril Doyle (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, Joseph Conrad heeft eens gezegd dat alle mensen eigenlijk op zoek zijn naar een bepaalde vorm van, of misschien alleen maar een recept voor, vrede. Nu wij het vijftigjarig jubileum vieren van dit unieke Europese project, dat vrede en veiligheid binnen ons werelddeel heeft gebracht, voltrok zich deze week een ongekende, opmerkelijke en uiterst positieve ontwikkeling op het vlak van vrede en vooruitgang in Ierland. Eindelijk hebben we meer dan een zekere vorm van vrede, en is er ook zicht op een vreedzame toekomst voor de burgers in het noorden en het zuiden van Ierland.
Ik wil de terugkeer van de afgevaardigde regering naar Noord-Ierland van harte toejuichen. De beslissing van de grootste politieke groeperingen, de Unionisten en Sinn Féin, om rechtstreeks te overleggen en binnen zes weken overeenstemming te bereiken over de machtsdeling, is een uiterst veelbelovende mijlpaal en vormt het eindspel in het langdurige vredesproces in Noord-Ierland, na veertig jaar van geweld.
Het is belangrijk dat wij in het Europees Parlement stilstaan bij de buitengewone gebeurtenissen in Stormont deze week. Ik erken hierin met name de rol van de Unionisten en de SDLP, David Trimble en John Hume, hun voormalige leiders, hun huidige leiders …
(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)
Neena Gill (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik vraag uw aandacht voor de recente gebeurtenissen in Pakistan rond de schorsing van de President van het Hooggerechtshof Mohammed Chaudhry, die heeft geleid tot grote onrust in dit land.
In december heb ik in mijn hoedanigheid van voorzitter van de SAARC-delegatie tijdens een bezoek aan Pakistan de kwestie van de vrijheid van de rechterlijke macht en de media op het hoogste niveau onder de aandacht gebracht. Het is daarom teleurstellend dat wij over beide aspecten slechte berichten horen. Ik ben de Pakistaanse Ambassadeur voor de EU echter dankbaar voor het verstrekken van de verklaringen van zijn regering met betrekking tot de ondersteuning van de persvrijheid. Ook heb ik grote waardering voor de toezegging dat men de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht zal handhaven.
Ik zou de Voorzitter van het Parlement echter met klem willen aanraden om in het belang van de openheid te verzoeken om een afschrift van de referentie die naar de Hoge Raad voor de Magistratuur is gestuurd, en om een uitgebreide toelichting op de aanleiding voor de Hoge Raad voor de Magistratuur om rechter Chaudhry te schorsen.
Ten slotte wil ik de Voorzitter vragen ook de Pakistaanse overheid dringend te verzoeken om, hoe terecht de schorsing van de opperrechter ook mag zijn, openbare hoorzittingen te houden, zodat de internationale gemeenschap zich ervan kan verzekeren dat de rechtszaak eerlijk verloopt.
Robert Evans (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, we blijven in hetzelfde deel van de wereld: ik wil namelijk de verslechterende situatie in Sri Lanka onder de aandacht van dit Huis brengen. Het staakt-het-vuren daar is vrijwel non-existent. Ik vind dit tragisch. Meer dan 200 000 mensen worden op de vlucht gedreven door de opgelaaide gevechten. Meer dan 3 000 burgers, en uiteraard een aantal soldaten aan alle zijden, zijn om het leven gekomen.
Het Parlement zou onafhankelijke mensenrechtenwaarnemers kunnen vragen toezicht te houden op schendingen die plaatsvinden, en op de vele schendingen die worden gepleegd door de veiligheidstroepen van Sri Lanka, de Tamil Tijgers en de andere gewapende groeperingen verspreid over het hele eiland. Ik ben van mening dat dit Europees Parlement moet optreden en de bevolking van dit prachtige eiland moet steunen, zodat een vreedzame oplossing kan worden bereikt en dit conflict zo spoedig mogelijk kan worden beëindigd.
Dank u zeer. 47 seconden!
(Gelach)
De Voorzitter. – De seconden die u hebt bespaard, hebt u aan mevrouw Gill gegeven.
Carlo Fatuzzo (PPE-DE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, toen ik vanuit Bergamo naar Brussel vloog, kwam ik in contact met een afvaardiging van 27 weduwen, één namens elk van de lidstaten van de Europese Unie, die protesteerden tegen het feit dat het overlevendenpensioen dat aan weduwen van gepensioneerden en werknemers wordt uitbetaald, slechts de helft van het pensioen bedraagt dat hun echtgenoten ontvingen.
De weduwen vroegen me om dit vraagstuk in het Europees Parlement ter sprake te brengen – wat ik nu doe – en ze waren er van overtuigd dat hun verzoek ingewilligd zou worden door alle 27 regeringen die samen de Europese Unie vormen. Ze hopen dat er eindelijk een Europees pensioen wordt ingevoerd dat leidt tot gelijke, betere rechten voor alle Europese burgers, en ik dring hier ook op aan.
De Voorzitter. – Het spijt me, maar we moeten verder met het volgende agendapunt. Ik kan u echter zeggen dat iedereen die vandaag het woord heeft gevraagd voorrang zal krijgen tijdens de vergadering in Straatsburg in april, met dien verstande dat ze zich voor de vorm opnieuw moeten inschrijven. De Voorzitters van die zitting zullen hierover geïnformeerd worden, en de afgevaardigden zullen bovenaan de lijst met sprekers worden geplaatst.
Димитър Стоянов (ITS). – В съвременното демократично общество медиите и тяхната свобода са нещо много важно. Тяхното влияние над обществото е толкова голямо, че ние често се обръщаме към тях като към четвърта власт.
Вземам думата по отношение на изказването на г-н Шулц, което ме засегна лично, относно свободата на медиите. Защото ние знаем, че в съвременната демокрация основната характеристика на всяка власт е, че тя бива контролирана по някакъв начин, за да не се позволяват злоупотреби с нея. И за да ви опиша по-добре какъв е случаят специално, който г-н Шулц имаше предвид в България ...
(г-н Стоянов и прекъснат от председателя)
De Voorzitter. – Meneer Stoyanov, ik moet u nu het woord ontnemen. Ik zou graag willen weten op grond van welk artikel uit het Reglement u het woord vraagt en over welk onderwerp, want op dit moment is uw toespraak nogal algemeen van aard.
Димитър Стоянов (ITS). – Относно чл. 145 от Правилника.
(Г-н Стоянов е прекъснат от председателя)
De Voorzitter. – Ik zou u erop willen wijzen dat artikel 145 stelt, als het gaat om een spreker die het woord neemt om over een persoonlijk feit te spreken, dat hij 'niet over het behandelde onderwerp mag spreken, doch slechts uitlatingen die bij de beraadslaging op zijn persoon betrekking hadden of hem ten onrechte toegeschreven meningen tegenspreken of rechtzetten, dan wel eigen uiteenzettingen verduidelijken'. Daarom zou ik u willen vragen niet langer over algemene zaken te spreken en ter zake te komen over het punt dat u betreft, want u hebt het woord gevraagd om over een persoonlijk feit te spreken.
Димитър Стоянов (ITS). – Не съм съгласен г-н Председател, защото моят отговор изисква изясняване на обстоятелствата, за да мога да отхвърля твърденията ...
(Г-н Стоянов е прекъснат от председателя)
De Voorzitter. – U hoeft het er niet mee eens of oneens te zijn, dat is het Reglement.
Димитър Стоянов (ITS). – Значи това е диктатура, г-н Председател.
(Г-н Стоянов е прекъснат от председателя)
Няма свобода на словото в този парламент.
Няма свобода на словото в този парламент.
(Г-н Стоянов е прекъснат от председателя)
Това е свободата на словото в този парламент. Отнема се думата, без да се даде възможност....
(Председателят отнема думата на г-н Стоянов)
De Voorzitter. – Dit is geen dictatuur; integendeel, dit is een democratie. We hebben een Reglement, en dat moet nageleefd worden. Afgevaardigden kunnen binnen dit Parlement geen algemene uitlatingen doen over een onderwerp van hun keuze.
Meneer Stoyanov, ik had begrepen dat u het woord wilde nemen om over een persoonlijk feit te spreken. Dat is niet het geval, en ik kan u niet verder laten gaan.