De Voorzitter. We gaan nu over tot de spreektijd van één minuut over kwesties van politiek belang.
Erna Hennicot-Schoepges (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, ik wil erop wijzen dat het bureau van het Europees Parlement in Luxemburg al zeven maanden geen directeur meer heeft. Ik heb daarover in december 2006 een vraag gesteld, en u hebt op 1 februari 2007 daarop geantwoord. U hebt gezegd dat de interne sollicitatieprocedure niets had opgeleverd, en dat er een vergelijkend onderzoek zou worden georganiseerd. Twee maanden later hebben uw medewerkers precies hetzelfde gezegd tegen mijn collega Turmes. Nu staat een ambtenaar van de Commissie ad interim op de loonlijst van het Parlement, alsof de zeer ervaren ambtenaar die de functie van directrice voorlopig waarneemt, het zelf niet af zou kunnen.
Ik zou graag willen weten of er redenen zijn waarom er niet snel en volgens de regels iemand op deze post kan worden benoemd. Heeft de Begrotingscommissie misschien bezwaren, of de quaestoren? Zo niet, wat is de reden voor de vertraging bij deze sollicitatieprocedure?
De Voorzitter. Dank u zeer. We zullen hiernaar kijken.
Yannick Vaugrenard (PSE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, sinds 2004 heeft Europa in totaal voor 304 miljoen euro steun verleend aan Darfur en dat is een goede zaak. Maar waarom gaan we niet over tot meer doeltreffende maatregelen op politiek niveau, zodat eindelijk de misdaden tegen de menselijkheid in deze regio worden gestopt? Tweehonderdduizend doden en twee miljoen ontheemden, wat is er nog meer nodig voordat we werkelijk in actie komen en ons niet langer tevreden stellen met verklaringen waarin we slechts onze bezorgdheid uiten? Hoeveel doden moeten er vallen voordat we eindelijk handelend gaan optreden?
De openbare aanklager van het Internationaal Strafhof heeft overtuigende bewijzen gepresenteerd tegen individuen die van oorlogsmisdaden en misdaden tegen de menselijkheid worden beschuldigd, waaronder een minister van de Sudanese regering. Wij hebben een heel arsenaal aan sancties ingesteld tegen Moldavische separatisten, onruststokers in Congo, Liberia en Ivoorkust en de leiders van Wit-Rusland. Laten we deze zelfde sancties, te weten een visumverbod en een bevriezing van tegoeden, opleggen aan alle personen die in de verslagen van de onderzoekscommissie en de werkgroep van deskundigen van de Verenigde Naties worden aangeklaagd. Laten we ophouden met het afleggen van mooie verklaringen om ons geweten te sussen, maar meer concrete, meer politieke maatregelen treffen en ons niet door geopolitieke overwegingen laten leiden.
Graham Watson (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, op 13 april kregen leden van dit Parlement die tijdens een multinationale conferentie in Singapore zouden spreken, geen toestemming van de regering van Singapore om de conferentie toe te spreken. Het werd hun zelfs te verstaan gegeven dat ze meteen gearresteerd zouden worden als ze dat toch deden.
Deze conferentie ging niet specifiek over Singapore. Het was een conferentie van liberale en democratische parlementsleden uit Azië en Europa over de ontwikkeling van democratie in beide werelddelen. De samenwerking tussen Europese en Aziatische parlementsleden, die al in diverse Aziatische en Europese landen tot veel van zulke conferenties heeft geleid – waarbij nooit iemand belet werd om te spreken – is voortgekomen uit de inspanningen van de Stichting Azië-Europa. Dergelijke samenwerking staat centraal in de Azië-strategie van de EU. Toevallig werd dit verbod opgelegd op de tiende verjaardag van de oprichting van de Stichting Azië-Europa.
Ik vraag u om de voorzitter van de Commissie en de secretaris-generaal van de Raad schriftelijk te verzoeken om een zo krachtig mogelijk protest te laten horen bij de regering van Singapore en nadrukkelijk de vraag bij haar neer te leggen of Singapore wel geschikt is om als gastland te fungeren voor de Stichting Azië-Europa als het zich zo opstelt.
De Voorzitter. Dank u wel, Graham Watson. Dat is een directe opdracht voor de Voorzitter van het Parlement. Ik ben het inhoudelijk helemaal met u eens. We zullen een brief op poten schrijven.
Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de Poolse appeltelers en producenten van zacht fruit, zoals aardbeien, zwarte bessen, kersen en kruisbessen, verkeren in ernstige moeilijkheden. Bij wijze van protest overhandig ik u daarom, mijnheer de Voorzitter, een tekst die door enkele duizenden burgers is ondertekend. Het document bevat ook een aantal voorstellen.
Dit protest is niet alleen een uiting van het ongenoegen over de huidige situatie op de markt voor zacht fruit, maar ook een smeekbede van duizenden landbouwers die ten gevolge van de fouten in het gemeenschappelijk landbouwbeleid in een rampzalige situatie verzeild geraakt zijn. Zij schreeuwen publiekelijk om hulp omdat ze zich verraden en in de steek gelaten voelen door de Europese Unie, en de indruk hebben dat de Unie niet wil dat gerechtigheid geschiedt. Het is de plicht van het Europees Parlement om gehoor te geven aan deze noodkreet en er gepast op te reageren. Daarom roep ik u, mijnheer de Voorzitter, en het hele Parlement op om de door de Poolse landbouwers voorgestelde oplossingen te steunen.
Milan Horáček (Verts/ALE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, het autoritaire regime van Vladimir Poetin gebruikt al meer geweld om de vraag naar meer democratie te onderdrukken. In de afgelopen maanden zijn meerdere demonstraties die door de oppositie waren georganiseerd, met geweld beëindigd. Keer op keer arresteert en verhoort de politie burgers om anderen te intimideren. Twee weekeinden geleden hebben de gewelddadige politieacties een voorlopig hoogtepunt bereikt, toen zelfs buitenstaanders, die er zelf niets mee te maken hadden – waaronder journalisten van de Duitse televisiezenders ARD en ZDF –, werden aangevallen en gearresteerd. De Russische autoriteiten gebruiken nu dus niet alleen hun rechtbanken, zoals ze dat doen tegen Chodorkovski en Lebedjev, ze gebruiken intussen het hele veiligheidsapparaat om politieke tegenstanders te intimideren en tot zwijgen te brengen.
Daarom mag de Europese Unie tijdens de onderhandelingen die binnenkort zullen worden gevoerd over de nieuwe partnerschapsovereenkomst met Rusland geen rekening houden met het feit dat we voor de energievoorziening van dit land afhankelijk zijn. Het is voor de verdere samenwerking heel belangrijk dat de mensenrechten worden gerespecteerd, vooral de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid, en dat de achtergronden van deze incidenten en van de verschillende liquidaties worden opgehelderd.
De Voorzitter. Mijnheer Horáček, ik kan u meteen het volgende meedelen: vorig weekeinde is een medewerker van mijn kabinet naar Moskou gereisd, om andere redenen, die te maken hebben met Andrej Sacharov. Ik zal het straks ook tijdens de vergadering van het Bureau vertellen, maar omdat u deze kwestie nu aan de orde heeft gesteld wil ik ook de plenaire vergadering hiervan graag op de hoogte brengen.
Toen ik hoorde dat er in Moskou en in Sint Petersburg demonstraties hadden plaatsgevonden, heb ik deze medewerker van mijn kabinet gevraagd om contact op te nemen met Garri Kasparov, en dat is ook gelukt. Ik heb mijn medewerker gevraagd om de heer Kasparov te vertellen dat hij, wanneer hij naar Straatsburg of Brussel zou komen, bijzonder welkom zou zijn in dit Parlement, en dat we hem in gepaste vorm de gelegenheid zouden geven om ons te vertellen wat er gaande is. Heel waarschijnlijk komt Garri Kasparov in mei naar Straatsburg, en dan zullen we de kans krijgen om met hem te spreken. Daarnaast zou ik u willen meedelen dat wij stappen ondernemen in lijn met wat u zojuist zei.
Adamos Adamou (GUE/NGL) . – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de arrestatie veroordelen van een lid van het Europees Parlement, de heer Matsakis, door de autoriteiten van de Britse bases op Cyprus tijdens een officieel bezoek van de Commissie milieu, volksgezondheid en voedselveiligheid. Hij is aangehouden in de bus en dat is een zware aanval op het Europees Parlement als instelling. Dit koloniale gedrag van een lidstaat moet stoppen en ik verzoek u, mijnheer de Voorzitter, te vragen het deel van de overeenkomst opnieuw te bekijken waarin staat dat het grondgebied van de Britse bases op Cyprus niet tot de Europese Unie behoort. Het is onaanvaardbaar dat een lidstaat grondgebied van een andere lidstaat bezet houdt en dat het Gemeenschapsacquis daar niet geldt. Zijn de burgers in die gebieden geen Europeanen, Voorzitter? Dit is een onaanvaardbare toestand.
Urszula Krupa (IND/DEM). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, een zekere Poolse schrijver heeft recentelijk het voorstel geopperd om het natuurbeschermingsprogramma Natura 2000 te wijzigen en er ook de bescherming van het leven van ongeboren kinderen in op te nemen. Ongeboren kinderen zouden dan veilig zijn, net als planten, wormen en amfibieën. Hun leven zou, zowel voor als na de geboorte, naar behoren worden beschermd.
De uitspraak van het Hof van Justitie in Straatsburg tegen Polen omdat het land weigert kinderen te doden, getuigt van de diepe morele crisis waarin de Europese Unie zich bevindt. De bewering dat het in strijd is met de wet om te weigeren een kind te doden, is misschien wel een eerste stap in de richting van het erkennen van abortus als een mensenrecht. Ik zou u willen herinneren aan de woorden van de Poolse paus Johannes Paulus II. Hij heeft er herhaaldelijk voor gewaarschuwd dat een democratie zonder waarden vroeg of laat verandert in een openlijk of verholen totalitair regime.
Hoe zou ik een systeem noemen waarin een groep mensen – die al geboren zijn – aanspraak maakt op het monopolie op het recht op leven, maar tegelijkertijd datzelfde recht ontzegt aan hen die nog niet geboren zijn of aan hen die ze willen euthanaseren omdat ze als nutteloos worden beschouwd?
De Voorzitter. Ik dank u wel, mevrouw. Dit is volgens mij een aangelegenheid voor het Poolse parlement. Het is in ieders belang, ook in het belang van uw fractie, dat we ons aan het subsidiariteitsbeginsel houden. Daarom is dit een zaak voor het Poolse parlement, als u mij toestaat om dit zo te stellen.
Ashley Mote (ITS). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik moet de aandacht van dit Parlement vestigen op een kwestie die de integriteit van het Parlement in gevaar brengt. In een Britse gerechtelijke uitspraak vorige week werd gesteld dat het goedkeuren door het Europees Parlement van een verzoek tot opheffing van de immuniteit van een afgevaardigde tegen wie een rechtzaak loopt, automatisch en impliciet betekent dat de immuniteit tegen andere aanklachten ook is opgeheven, zonder verder onderzoek naar de feiten. Een dergelijke uitspraak is op het eerste gezicht een blijk van minachting voor dit Parlement. Deze uitspraak zet de deur open voor verzoeken van lidstaten zonder specifieke grond, hetgeen betekent dat regeringen in de toekomst naar eigen inzicht verzoeken kunnen indienen tegen iedere willekeurige afgevaardigde. Als deze uitspraak niet wordt betwist, betekent dat een ernstige ondermijning van het Reglement van dit Parlement en zijn procedures. Nu wordt deze kwestie weliswaar aan het licht gebracht door een afgevaardigde die bekend staat om zijn scepsis ten aanzien van deze instelling, maar ik wijs u er met alle respect op dat ik ook een voorstander ben van de rechtsstaat waar dan ook.
Mijnheer de Voorzitter, ik heb u, de secretaris-generaal van het Parlement en de voorzitter van de Commissie juridische zaken vandaag een brief toegezonden waarin ik de bijzonderheden van de situatie uiteenzet en u verzoek de gevolgen van deze uitspraak te onderzoeken.
András Gyürk (PPE-DE) . – (HU) Tijdens de Top van maart hebben de EU-lidstaten zich unaniem gecommitteerd aan een gemeenschappelijk energiebeleid. Daarmee krijgt Europa eindelijk de mogelijkheid om zijn afhankelijkheid van de grondstofbronnen van andere, meer gefortuneerde landen te verminderen.
Een van de pijlers van het op te zetten energiebeleid van de Europese Unie kan de aanleg van de Nabucco-gaspijpleiding zijn. Met het bemoedigende besluit van de lidstaten en de toezegging van de Europese Bank voor wederopbouw en ontwikkeling is daaraan nieuw elan gegeven. Daarom ook zijn wij zo bezorgd over de uitlatingen van de Hongaarse premier, Ferenc Gyurcsány, die zei dat Nabucco een droom is, en dat we niet op dromen zitten te wachten.
Dergelijke uitlatingen zijn koren op de molen van degenen die, uit machtsoverwegingen die verder gaan dan economische belangen, verdeeldheid willen zaaien in de Europese Unie bij de samenwerking op het gebied van het energiebeleid. Een gemeenschappelijk energiebeleid moet gebaseerd zijn op gezamenlijk optreden. Speciale afspraken dienen te worden vermeden, want de kwestie van de energievoorzieningszekerheid mag niet opgeofferd worden aan kortetermijnbelangen. Als het om energie gaat, is alleen een met één stem sprekende en solidaire Europese Unie in staat om haar belangen te verdedigen.
Pervenche Berès (PSE). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, het Parlement moet eisen dat Paul Wolfowitz ontslagen wordt als president van de Wereldbank. Iedereen herinnert zich nog wel hoe de heer Wolfowitz door intern politiek gemanoeuvreer van de Amerikanen aan het hoofd van een van de belangrijkste instellingen van de internationale financiële wereld is benoemd.
Om methodische redenen kunnen we vandaag niet op basis van artikel 115 van het Reglement uitspreken dat het een schending van de rechtsstaat binnen de Wereldbank betekent wanneer Paul Wolfowitz op zijn post blijft zitten. Toch wil ik alle fracties verzoeken op het ontslag van de heer Wolfowitz aan te dringen via de resolutie over de trans-Atlantische betrekkingen die wij zullen aannemen. Mocht dit ontslag tijdens onze minizitting in Brussel nog geen realiteit zijn, dan wil ik de fracties ook vragen de Commissie ertoe te bewegen een verklaring in dit Parlement af te leggen. Dan kunnen we duidelijk maken dat er aan het hoofd van de Wereldbank iemand moet staan die de geloofwaardigheid van deze instelling niet ondermijnt. De wereld heeft het nu hard nodig dat de Wereldbank goed functioneert.
Árpád Duka-Zólyomi (PPE-DE). – (HU) Vijftig jaar zijn verstreken sinds de lijdensweg van graaf János Esterházy, de leider van de Hongaren in Slowakije en hun vertegenwoordiger in het parlement in de tijd tussen de twee wereldoorlogen en gedurende de Tweede Wereldoorlog.
Hij was de enige in het parlement van de zogenaamde Slowaakse staat die in 1942 weigerde voor de wet te stemmen waarmee deportatie van de joden werd gelast. Ook heeft hij menige Tsjech, Slowaak en jood gered. In 1945 namen de Sovjets Esterházy mee en veroordeelden hem tot 10 jaar werkkamp. In 1947 werd hij bij verstek ter dood veroordeeld door het Slowaakse volksgerecht. In 1949 werd Esterházy, die inmiddels een ernstige longziekte had opgelopen, overgebracht naar Tsjecho-Slowakije waar hij eerst tot levenslang en daarna tot 25 jaar gevangenis werd veroordeeld. Hij stierf in 1957 in de Mirov-gevangenis in Moravië.
János Esterházy was onschuldig. De Russen hebben hem gerehabiliteerd, maar de Slowaakse autoriteiten zijn daar tot nu toe nog niet in geslaagd. Hij stierf als een martelaar enkel en alleen omdat hij vocht voor Europese christelijke waarden, voor mensen- en minderheidsrechten en echte tolerantie onder de volkeren. Wij zijn de nagedachtenis van János Esterházy grote eerbied verschuldigd.
Csaba Sándor Tabajdi (PSE). – (HU) Er is nog altijd geen communautair energiebeleid, hoewel menigeen zou willen dat dit wel zo was. Er zijn twee fundamentele voorwaarden: ten eerste moet er een rechtsgrondslag voor zijn, en ten tweede moeten er communautaire middelen voor zijn.
Wij moeten duidelijk maken dat diversificatie van bevoorradingsbronnen en vermindering van de afhankelijkheid van Rusland zeer positieve doelstellingen zijn, maar daarachter gaan ook een flinke dosis politieke manipulatie, misleidende argumenten en keiharde transcontinentale en Europese, geopolitieke belangen en gevoelens schuil. In verband met Nabucco en de Blue Stream-gaspijleiding steekt er een goddeloos theologisch debat de kop op. Velen geven – net als de Hongaarse regering unaniem doet – steun aan de bouw van Nabucco.
Laten wij alles in het werk stellen om te verzekeren dat er eindelijk particulier kapitaal komt voor de financiering van Nabucco, dat voldoende gas uit Centraal-Azië en Iran beschikbaar wordt en de regio stabiel is. Laten wij een eind maken aan de valse en schadelijke oppositie! De Nabucco-pijpleiding is goed voor de diversificatie van de aardgasbevoorrading, en Blue Stream maakt diversificatie mogelijk wat de doorvoerroutes voor Russisch gas betreft. Al het andere is politieke manipulatie en leugens, en maakt onze regering te schande.
Eduard Raul Hellvig (ALDE). – De la 1 ianuarie 2007 România a dobândit statutul de graniţă externă a Uniunii Europene, pe lângă cel de graniţă externă a NATO. Este o poziţie geopolitică importantă, deopotrivă o provocare şi o responsabilitate care oferă României oportunitatea de a juca un rol activ în procesul de stabilizare regională. Unul dintre obiectivele principale de politică externă al României îl constituie crearea unui spaţiu de stabilitate, securitate, prosperitate şi democraţie în regiunea Mării Negre. Conectarea acestei zone geografice la structurile europene şi euro-atlantice reprezintă o modalitate de prevenire şi combatere a noilor riscuri şi ameninţări la adresa securităţii regionale. Pentru a se realiza însă acest obiectiv foarte important al politicii de vecinătate a Uniunii Europene şi, totodată, al României este adevărat că este nevoie de timp şi, când spun timp, mă refer la faptul că atunci când analizăm raporturile comunităţii euro-atlantice cu zona Mării Negre supunem de fapt cercetării un proces profund şi complex, un proces care în acest moment se bazează pe principii sau reguli de conduită mai mult sau mai puţin împărtăşite de unii actori individuali. Din aceste considerente cred că acest proces are nevoie de comunicare, determinare, acţiune şi eficienţă din partea tuturor actorilor de la toate nivelurile.
József Szájer (PPE-DE). – (HU) De vrijheid van meningsuiting en de vrijheid van vergadering zijn fundamentele burgerrechten. Een land waarvan de autoriteiten de politie toestaan geweld te gebruiken, demonstraties tegen de autoriteiten verbieden en bijeenkomsten van vreedzame demonstranten uiteenjagen om mensen tot zwijgen te brengen wier meningen zij niet willen horen, kunnen wij geen echte democratie noemen. In een land dat zichzelf een democratie noemt is het onaanvaardbaar om vreedzame demonstranten af te schilderen als extremisten en politiegeweld te gebruiken tegen demonstranten.
Ik protesteer tegen wat vorige week in Rusland is gebeurd. Juist omdat deze incidenten plaatsvonden in een land dat zo’n vijftien jaar geleden nog een dictatuur was, is het zo belangrijk te wijzen op het brutale optreden van de politie in Moskou en Sint Petersburg. Wij moeten Rusland en zijn huidige leiders eraan herinneren dat wij ze pas als een echte partner van de EU en als een rechtstaat kunnen beschouwen als zij de burgerlijke vrijheden eerbiedigen. Van een terugval tot dictatuur kan geen sprake zijn.
Wij moeten echter ook beseffen dat de kritiek van de Europese Unie pas geloofwaardig is als wij systematisch aandringen op de onvoorwaardelijke naleving van de burgerlijke vrijheden door onze eigen landen. Wij mogen niet met twee maten meten, een voor onszelf en een voor de anderen.
Teresa Riera Madurell (PSE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, wetenschap is een essentieel onderdeel van ons bestaan, en daarom ook van onze cultuur.
Om de wetenschappelijke cultuur te verspreiden, moeten we de informatie over wetenschap en technologie dichter bij de mensen weten te brengen, we moeten de nieuwsgierigheid van jongeren prikkelen, en volwassenen toegang verschaffen tot de instrumenten binnen hun bereik die hen helpen om vertrouwd te raken met deze materie. Verder dient er meer steun te komen voor een brede verspreiding van de onderzoeksresultaten en het wetenschapsbeleid.
Deze doelstellingen hebben de regering van mijn land, Spanje, ertoe bewogen om 2007 uit te roepen tot het Jaar van de Wetenschap, dat samenvalt met de honderdjarige gedenkdag van de oprichting van de Raad voor de uitbreiding van studies en wetenschappelijk onderzoek die werd voorgezeten door Nobelprijswinnaar Santiago Ramón y Cajal. Deze Raad is wel omschreven als het belangrijkste vernieuwingsexperiment van de wetenschap in mijn land, een experiment dat helaas onderbroken werd door veertig jaar dictatuur.
Naar aanleiding van dat Jaar van de Wetenschap worden er congressen en exposities gehouden en uiteenlopende activiteiten georganiseerd voor de verspreiding van de wetenschap, waaraan zowel openbare als particuliere organen en instellingen hun steentje hebben bijgedragen.
Het is een bijzonder positief experiment, mijnheer de Voorzitter, dat ons aller steun verdient en waarop ik de aandacht zou willen vestigen zodat andere lidstaten dit navolgen.
Georgios Papastamkos (PPE-DE) . – (EL) Mijnheer de Voorzitter, de Voorzitter van de Europese Raad, kanselier Merkel, heeft onlangs het volgende gezegd:
(DE) Ik citeer: “De groei zou in Europa 1 à 2 procent hoger kunnen zijn wanneer we meer zouden doen om het midden- en kleinbedrijf tegemoet te komen.“ Einde citaat.
(EL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ondanks het verbale geweld is het praktische resultaat van de strategie ter verbetering van de regelgeving en voor betere regelgevende bepalingen voor KMO’s povertjes uitgevallen. Via u, mijnheer de Voorzitter, wil ik de heer McGreevy vragen of hij te vinden is voor een betere toegang van Europese KMO’s tot overheidscontracten in het kader van de WTO-onderhandelingen?
Willy Meyer Pleite (GUE/NGL). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, vorige week is er met de steun van alle burgers van de Baai van Cadiz, in Spanje, een algemene staking gehouden als protest tegen de aangekondigde sluiting van de fabriek Delphi, die van plan is 1 600 werknemers op straat te zetten.
De onderneming Delphi maakt deel uit van General Motors, het is een onderneming die overheidssteun van de Spaanse staat heeft gekregen, en die zich er dan ook toe verplicht had om de productie voort te zetten tot het jaar 2010.
Tegelijkertijd – ook vorige week – kondigde General Motors aan dat er 1 400 banen zouden worden geschrapt in zijn fabriek in Antwerpen, in België. Heel symbolisch. Het is net alsof de Europese Unie, de Europese instellingen, niet de politieke capaciteiten hebben om de markt van de automobielsector te ordenen, en om in te zetten op een sociaal model dat het multinationals onmogelijk maakt zich te buiten te gaan aan piraterij en misbruik te maken van de werknemers van Europa. Het zijn overheidsbedrijven die overheidssteun ontvangen, maar die toch bedrijven verplaatsen en daarbij onherstelbare schade aanrichten voor de werknemers.
Daarom vinden wij dat onze instelling met de Europese Commissie en de respectieve regeringen samen deze situatie een halt moet toeroepen, en de arbeidsplaatsen van de werknemers en werkneemsters moet verdedigen.
Tunne Kelam (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik sluit me aan bij de heer Szájer door mijn zorg uit te spreken over het brute geweld gericht tegen de vreedzame demonstranten in Moskou en Sint-Petersburg een dag of acht, negen geleden. De demonstratie mondde uit in een machtsvertoon door de Russische autoriteiten gericht tegen hun eigen burgers, toen duizenden veiligheidsagenten zich op de demonstranten van “Een ander Rusland” wierpen. Hierbij waren viermaal zoveel agenten als demonstranten betrokken. Dergelijk gedrag bevestigt helaas de beoordeling van de internationale organisatie Freedom House dat Rusland geen vrij land is. De oppositieleiders Kasparov en Illarionov hebben beiden aangegeven dat Rusland op weg is de status van Wit-Rusland of Zimbabwe te evenaren.
Rusland wil graag gezien worden als een machtige staat, maar het heeft een volkomen averechts effect om de macht van de staat ten koste van de burgers te demonstreren zoals de tsaren of Breznjev dat deden.
Mijnheer de Voorzitter, ik ben u zeer erkentelijk dat u deze bezorgdheid namens het Europees Parlement deelt en dat u initiatieven hebt ondernomen om in contact te komen met de heer Kasparov en anderen.
Marios Matsakis (ALDE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, de barbaarse moord op drie christelijke evangelisten vorige week in Turkije maakt deel uit van een recente reeks gewelddadigheden tegen de christelijke minderheid in dat land. Al dat soort daden hebben een gemeenschappelijk politiek doel: een eind maken aan de toenadering van Turkije tot Europa. Degenen die deze provocerende daden hebben georganiseerd zijn zowel binnen Turkije als daarbuiten bekend. Ze maken deel uit van de zogenaamde “diepe staat”, die premier Erdogan al jaren moedig bestrijdt. Deze duistere machten worden gevormd door de Turkse legerleiders, voor wie toetreding tot de EU een gruwel zou zijn, omdat dan een einde zou komen aan de wurggreep waarin het leger het politieke leven in Turkije houdt.
Turkije staat voor een keerpunt in zijn bestaan en dit Parlement moet de legergeneraals in Turkije op krachtige wijze te verstaan geven dat wij en ook de Turkse bevolking hun provocerende optreden doorzien. We staan pal achter de democratische tradities in Turkije en steunen de Turkse bevolking in hun strijd voor een democratischer, vreedzamer en welvarender toekomst in Europa.
László Surján (PPE-DE). – (HU) Wij zijn burgers en afgevaardigden van landen waar het gebruik van de moedertaal als een fundamentele waarde wordt beschouwd. Wij weten niet wat wij moeten denken van het recent vernomen nieuws dat er een kandidaat-lidstaat is waar men een lokale regering naar huis wil sturen omdat de vertegenwoordigers ervan besloten hebben de burgers de mogelijkheid te bieden om bij de afwikkeling van hun officiële gelegenheden de lokale minderheidstaal te gebruiken. Het is eveneens onbegrijpelijk voor ons dat een burgermeester voor de rechter wordt gedaagd omdat hij de burgers die voor hem hebben gestemd een kaart met hartelijke groeten in een minderheidstaal heeft gestuurd.
Mijnheer de Voorzitter, ik spreek over Turkije. Mijns inziens moeten wij deze dingen natrekken en onze Turkse partners duidelijk maken dat de criteria van Kopenhagen bindend zijn voor ons allemaal. Ik hoop dat wij echt actie kunnen ondernemen.
Mieczysław Edmund Janowski (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de traditie wil dat er regelmatig vooraanstaande personen uit de hedendaagse wereld uitgenodigd worden om een bezoek te brengen aan dit Parlement. Ik zou u bijgevolg willen vragen om de Heilige Vader Benedictus XVI uit te nodigen in het Europees Parlement. Ik ben er stellig van overtuigd dat mijn verzoek bij veel afgevaardigden in dit Huis bijval zal oogsten. Paus Benedictus XVI werd onlangs al uitgenodigd door de Verenigde Naties.
Benedictus XVI is zowel het hoofd van de katholieke kerk als het staatshoofd van het Vaticaan. Zijn boodschap voor Europa en de wereld is niet uitsluitend religieus geïnspireerd. Benedictus XVI heeft ook aandacht voor de belangrijkste problemen van de moderne maatschappij. Hem in dit Parlement uitnodigen zou niet alleen blijk geven van onze gastvrijheid, maar zou ons tegelijkertijd de gelegenheid bieden om de menselijkheid en de edelmoedigheid van deze in het wit geklede persoon beter te leren kennen. Hoewel deze man over geen enkele divisie het commando voert, is hij bekommerd over de toekomst van Europa – een Europa dat zich niet hoeft te schamen voor zijn christelijke wortels.
Pál Schmitt (PPE-DE). – (HU) Kennelijk komt Turkije vandaag herhaaldelijk aan de orde. Sta mij toe om als ondervoorzitter van de Commissie cultuur en onderwijs iets te zeggen over de betrekkingen met Turkije.
Op het noordelijk gedeelte van Cyprus, op het door de Turken bezette grondgebied, is recentelijk een groot aantal kunstwerken verdwenen. Beschermde werken, iconen, schilderijen, mozaïek en andere werken van de scheppende kunst uit vooral kerken, die een belangrijk deel vormen van het Europees cultureel erfgoed, zijn gewoon op de markt verkocht. Naar wij hebben vernomen is het grootste deel van deze kunstwerken in de Verenigde Staten en Duitsland terechtgekomen. Bovendien zijn er gerechtelijke procedures gaande. Ik zou graag willen dat het vroeg of laat zover kwam dat de leden van de Raad effectief zouden kunnen optreden – ofwel via hun ministers van cultuur, of misschien op een andere manier; ik weet niet – om ervoor te zorgen dat deze kunstwerken worden teruggegeven aan de oorspronkelijke eigenaren, aan de prachtige, meer dan duizend jaar oude Cypriotische kerken.
Panayiotis Demetriou (PPE-DE) . – (EL) Mijnheer de Voorzitter, er bestaat maar één spookstad in de hele wereld, onbewoond en vervallen. Die stad heet Famagusta en ligt in de Republiek Cyprus. De Republiek Cyprus is een lidstaat van de Europese Unie. Deze stad, een deel van dit land dus, wordt bezet door Turkije. Famagusta is de gijzelaar van de Turkse bezetting. Alle bewoners voeren al dertig jaar strijd en dromen van een terugkeer naar hun huizen.
Afgelopen zondag is de handtekeningencampagne voor hun terugkeer naar Famagusta afgesloten. Nu moet de Europese Unie een einde maken aan haar onverschilligheid. Het beleid dat wordt verwoord door commissaris Rehn, namelijk dat dit probleem alleen de Verenigde Naties aangaat, moet stoppen. Het is een Europees probleem en de Europese Unie moet begrijpen dat het vraagstuk-Famagusta draait om consequent handelen, geloofwaardigheid en respect.
Danutė Budreikaitė (ALDE). – (LT) Volgens de plannen van de Nord Stream-bouwers moet de aanleg van de gaspijpleiding in 2008 beginnen. Er is echter geen studie gemaakt van de bodem van de Oostzee en men heeft ook geen enkele kennis van wat er in de munitie zit die tijdens de oorlog op de zeebodem is gedumpt. Nu begint het echter tot hen door te dringen dat het beter is de pijpleiding dichter bij de Estse kust te leggen, binnen de economische zone van Estland.
En als klap op de vuurpijl maakt het Kremlin nu aanstalten om Gazprom toestemming te geven voor het opzetten van zijn eigen, welgewapende leger dat samen met de zeemachten van de Baltische landen de gaspijpleiding moet beschermen als deze over de bodem van de Baltische Zee richting Duitsland wordt gelegd.
Volgens het nieuws uit bepaalde mediabronnen zouden die legereenheden het recht hebben om mensen te fouilleren, hun vervoermiddelen te doorzoeken en zelfs wapens te gebruiken bij het beschermen van eigendom en grondgebied.
Daaraan kunnen wij zien dat Rusland van plan is om niet alleen zijn zeemacht in de Oostzee te versterken, maar ook munt te slaan uit de toegenomen mogelijkheden voor spionage in de buurt van de gaspijpleiding. Coördineert Rusland zijn optreden met Duitsland? Daagt er een nieuw 1939, een nieuw pact tussen Hitler en Stalin? Gaan wij, de landen van de democratische Europese Unie, zoveel door de vingers zien?
John Attard-Montalto (PSE). – (MT) Recentelijk hebben wij gestemd over jagen en strikken zetten op Malta. De Maltese leden van de Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement besloten toen om zich te onthouden. Daarop kwam toen kritiek, maar mijns inziens had men niet goed begrepen waarom wij ons hadden onthouden. Wij hadden amendementen ingediend waarmee aan de in het Parlement ingediende resolutie een heel andere richting werd gegeven.
Na goedkeuring van deze amendementen kwam er een verwaterde versie van een verordening op tafel, die ons inziens voorheen te overtrokken was. Wij konden toen natuurlijk niet tegen de door onszelf ingediende amendementen stemmen, omdat dat onzinnig zou zijn geweest.
Hartelijk dank, mijnheer de Voorzitter, dat u mij het woord hebt gegeven.
Alojz Peterle (PPE-DE). – (SL) Het lijkt me een noodzaak om het Parlement te wijzen op het feit dat er in Kosovo op 12 april 2007 al voor de tweede keer dit jaar geprobeerd werd een aanslag te plegen op de directeur van het Kosovaarse Agentschap voor telecommunicatie, de heer Anton Beriša.
De eerste poging vond plaats op 28 februari van dit jaar, de tweede aanslag werd uitgevoerd met antitankraketwerpers van het leger. Het mag een wonder heten dat de heer Beriša al een tweede aanslag heeft overleefd. Jammer genoeg raakte bij die tweede poging een politieman, die hem beschermde, ernstig gewond.
In dit Parlement hebben we ons steeds uitgesproken tegen gewelddaden en schending van de meest fundamentele mensenrechten, dingen die tot niets goeds kunnen leiden. Het zou gepast zijn dat ons Parlement de Kosovaarse autoriteiten oproept om alles in het werk te stellen opdat de daders van dergelijke terroristische activiteiten werkelijk vervolgd en aan het gerecht overgeleverd worden.
Enkel door een consequente werking van de instanties voor openbare veiligheid en een daarop volgend proces voor de daders van dergelijke activiteiten kan er weer hoop zijn dat ook in Kosovo vrede en vertrouwen in de openbare instellingen terugkeert.
Ryszard Czarnecki (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik zou u willen bedanken voor uw erg liberale houding tegenover de afgevaardigden die het woord willen nemen, hoewel u zelf geen deel uitmaakt van de liberale fractie in dit Huis.
Commissaris Kyprianou heeft gisteren op Cyprus de Russische minister van Buitenlandse Zaken ontmoet. De ontmoeting tussen beide heren stond grotendeels in het teken van het embargo op de uitvoer van Poolse vleeswaren naar de Russische Federatie. Iedereen weet dat het in dit conflict eigenlijk om politieke kwesties gaat en niet om Pools vlees. Dit gaat over de strategie van Rusland tegenover onze Unie. Rusland doet er alles aan om ten aanzien van de Europese Unie zijn eigen belangen na te jagen en gebruikt de kwestie met Polen als een onderhandelingstroef voor toekomstige onderhandelingen over totaal andere aangelegenheden. Dit is een eeuwenoude Russische tactiek waarop het land in de loop van zijn geschiedenis regelmatig een beroep heeft gedaan. Wanneer de Russen over vlees spreken, hebben ze eigenlijk iets anders in gedachten.
Ik ben ervan overtuigd dat de Europese Unie zich zowel in deze zaak als in andere aangelegenheden solidair zal tonen en dat ze in de toekomst niet alleen namens de Unie als geheel zal optreden, maar ook ten behoeve van afzonderlijke lidstaten die handelsproblemen ondervinden met Moskou.
Marie Panayotopoulos-Cassiotou (PPE-DE) . – (EL) Mijnheer de Voorzitter, dit jaar is het jaar van gelijke kansen voor iedereen, maar vele van onze medemensen en vele gehandicapte medeburgers hebben geen gelijke kansen als het gaat om het recht op verzekeringen, zoals een verzekering tegen ongevallen en tegen werkloosheid.
Het gevolg is dat zij geen lening bij de bank kunnen krijgen, omdat zij onverzekerd zijn. Wanneer zij slachtoffer van een ongeval worden, kunnen hun families tot armoede worden veroordeeld, omdat zij voor de kosten zullen opdraaien.
Kunnen alle Europese instellingen alsjeblieft de gehandicapten steunen, zodat zij een verzekering kunnen krijgen, die rekening houdt met hun handicap of ziekte, net als alle andere burgers?
Péter Olajos (PPE-DE). – (HU) Wat ik in de hand houd is geen fles Elzaswijn maar een bewijs van totale minachting voor de Europese besluitvormers en van bedrog van de Europese consumenten, een toonbeeld van de ongelijkheid tussen de lidstaten en het failliet van de handhavingsbevoegdheid.
Hier, op de plek waar de Europese wetten worden gemaakt en waar het Europees Parlement zetelt, in de stad waarin het Europees Hof van Justitie een arrest terzake heeft uitgevaardigd, kan men nu nog steeds valse tokayerwijn kopen. Een tijdelijke uitzondering van 13 jaar: zolang hebben wij, mijnheer de Voorzitter, moeten wachten totdat degenen die wijnen produceerden met soortgelijke namen als de Hongaarse tokayerwijn, ’s werelds beste dessertwijn, hun producten van de markt haalden. Met ingang van 31 maart 2007 mag deze wijn niet langer meer met dat etiket op de markt worden gebracht. Toch zijn er kennelijk mensen op wie de EU-wetgeving kennelijk niet van toepassing is. Op welke grondslag functioneert de Unie? Op grond van het eeuwenoud cynisme van “Quod licet Iovi, non licet bovi”, of op grond van gelijkheid voor de wet?
Ik hoop dat Straatsburg een voorbeeld zal stellen met betrekking tot dit schandaal en een afschrikwekkende geldboete zal opleggen aan degenen die de wet overtreden. Dank u.
Kyriacos Triantaphyllides (GUE/NGL) . – (EL) Mijnheer de Voorzitter, afgelopen week heeft de directie van General Motors in België besloten tegen het einde van het jaar 1 400 van de 4 500 werknemers te ontslaan in het dochterbedrijf van Opel in Antwerpen. De auto-industrie in België zit nu in moeilijkheden; de ontslagen van vorig jaar bij Volkswagen in Brussel liggen nog vers in het geheugen. Terwijl dit aan de gang is, blijft de Europese Unie vanaf de zijlijn toekijken en verkondigt zij dat de strategie van Lissabon ons een economisch nirwana zal brengen.
Als verkozen leden van het Europees Parlement die de Europese burgers vertegenwoordigen, kunnen we niet werkeloos toekijken terwijl deze sociale tragedie zich voltrekt, wat ook onze politieke insteek is. Ik stel dus voor dat wij ons organiseren en een motie voorbereiden waarin de massale ontslagen worden veroordeeld en wordt opgeroepen tot een sociaal Europa dat op dit moment slechts op papier bestaat.
Monica Maria Iacob-Ridzi (PPE-DE). – Milioane de cetăţeni europeni sunt afectaţi de o taxă injustă şi care nu se regăseşte în spiritul european. Sub pretextul că apără mediul înconjurător sau că protejează locuri de muncă, câteva guverne din Uniunea Europeană au impus o taxă discriminatorie de primă înmatriculare la importurile autovehiculelor second-hand. Comisia şi Curtea Europeană de Justiţie au arătat în mod repetat că aceste taxe încalcă Articolul 90 din Tratat. După ce au fost declarate incompatibile cu dreptul comunitar, taxele au trebuit rambursate cetăţenilor. Problematice sunt însă două aspecte: un număr mic de oameni îşi pot permite un proces cu statul (în Ungaria numai 3% dintre păgubiţi au mers în instanţă) şi, în al doilea rând, statul returnează banii fără a plăti dobânzi şi penalităţi.
Deşi procedura de neîndeplinire a obligaţiilor a fost declanşată de Comisie printr-o scrisoare de somare, noul guvern al României s-a decis să rămână de partea prietenilor politici din industria auto şi să ignore acest preaviz, la fel cum ignoră şi corul de cetăţeni români revoltaţi de limitarea opţiunilor lor de a cumpăra de pe piaţa europeană. Guvernul României ignoră avertismentele Comisiei şi riscă un proces în faţa Curţii Europene de Justiţie. Doamnelor şi domnilor, aceste situaţii sunt anormale, iar Parlamentul European trebuie să transmită acestor guverne un mesaj ferm, în sensul că guvernul trebuie să pună în aplicare obligaţiile asumate în procesul de aderare.
Umberto Guidoni (GUE/NGL). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de Amerikaanse autoriteiten hebben de beruchte terrorist Luis Posada Carriles vrijgelaten. Deze terrorist heeft openlijk toegegeven verantwoordelijk te zijn voor de aanslag die in november 1997 het leven heeft gekost aan een Europees burger, Fabio Di Celmo. Carriles is ook schuldig verklaard voor de aanslag waarbij 73 vliegtuigpassagiers het leven hebben verloren.
In het vonnis voor zijn invrijheidsstelling erkent rechter Kathleen Cardone dat Carriles heeft deelgenomen aan een aantal van de ergste gruweldaden van de 20ste eeuw. Waarom kan een dergelijke terrorist dan vrij rondlopen in de Verenigde Staten? We moeten tegen de regering Bush protesteren, die eens te meer in de strijd tegen het terrorisme met twee maten meet.
Małgorzata Handzlik (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, er is in het Europees Parlement en met name in de Commissie interne markt en consumentenbescherming een debat aan de gang over gezondheidsdiensten. Deze diensten werden wegens hun specifieke karakter uitgesloten van de werkingssfeer van de dienstenrichtlijn. Vanavond zal er tijdens de bijeenkomst van de commissie gedebatteerd worden over de vraag of we onze steun moeten verlenen aan het voorstel voor een ontwerprichtlijn van de Europese Commissie inzake gezondheidsdiensten.
Ik ben in geen geval voor een dergelijke oplossing te vinden en wel om verschillende redenen. Een van mijn argumenten is dat gezondheidsdiensten onder de bevoegdheid van de afzonderlijke lidstaten vallen en dat de Europese Unie niet bevoegd is om ze te regelen. Er is bijgevolg geen enkele rechtsgrondslag in het Verdrag waarop het voorstel voor een ontwerprichtlijn kan worden gebaseerd.
In plaats van nog meer wetteksten voor te stellen, zouden we ons beter concentreren op de oplossingen die er al bestaan op de markt. Ik denk onder meer aan een nauwere samenwerking en een betere uitwisseling van informatie tussen de verschillende landen, aan het bevorderen van de mobiliteit van patiënten en, als laatste redmiddel, aan de tenuitvoerlegging van inbreukprocedures. Ik ben van mening dat dit een veel betere en vooral veel doeltreffendere oplossing is dan nog maar eens een nieuwe richtlijn voor te stellen.
Tatjana Ždanoka (Verts/ALE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik vraag uw aandacht voor het schandelijke proces dat over twee dagen in Tallinn begint. De autoriteiten van Estland treffen momenteel voorbereidingen om de graven van de soldaten die in september 1944 zijn gevallen in de strijd om Tallinn van de fascistische bezetters te bevrijden, alsook het monument ter ere van deze soldaten, uit het centrum van de stad weg te halen. De huidige staatspolitiek is bezig de Esten die tijdens de Tweede Wereldoorlog aan de kant van de nazi’s vochten van blaam te zuiveren terwijl het heldhaftige optreden van al diegenen die hun leven hebben gegeven om Hitler en zijn lokale bondgenoten te verslaan, wordt genegeerd. Helaas wordt in mijn eigen land, Letland, eenzelfde beleid gevoerd.
Ik protesteer tegen deze gevaarlijke politiek, niet alleen persoonlijk maar ook namens de groep van 37 vertegenwoordigers van Russischtaligen, Joden en de Russischtalige media uit vijftien EU-lidstaten – waaronder Estland – die het Parlement vandaag bezoeken.
VOORZITTER: MARIO MAURO Ondervoorzitter
De Voorzitter. Hiermee is de spreektijd van één minuut beëindigd.