De Voorzitter. Aan de orde is het verslag (A6-0072/2007) van Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf, namens de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, over het voorstel voor een verordening van de Raad houdende opening van tariefcontingenten voor de invoer in Bulgarije en Roemenië van ruwe rietsuiker voor de voorziening van raffinaderijen in de verkoopseizoenen 2006/2007, 2007/2008 en 2008/2009 (COM(2006)0798 C6-0003/2007 2006/0261(CNS)).
Mariann Fischer Boel, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag in de eerste plaats de heer Graefe zu Baringdorf, en uiteraard ook de leden van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, bedanken voor hun grondige analyse van het onderhavige voorstel en de voorbereiding van dit verslag.
Ik zal in het kort het oogmerk en de context van dit voorstel toelichten. De toetreding van Bulgarije en Roemenië heeft het belang van de suikerraffinage-industrie binnen de gehele Gemeenschap vergroot. Aangezien beide lidstaten slechts weinig bietsuiker produceren, hebben ze altijd aan de binnenlandse vraag naar suiker voldaan door geïmporteerde ruwe rietsuiker te raffineren. Tijdens de toetredingsonderhandelingen is overeengekomen dat de twee lidstaten in totaal 530 000 ton ruwe rietsuiker mochten importeren voor binnenlandse raffinage. Zelfs als hun afgesproken contingent in aanmerking wordt genomen, zullen beide lidstaten echter naar verwachting in lichte mate netto-importeur blijven, aangezien hun gezamenlijke consumptie tussen de 800 000 en 900 000 ton zou uitkomen. Daarom zou de opening van de voorgestelde tariefcontingenten geen negatieve gevolgen hebben voor het algehele evenwicht op de suikermarkt van de Gemeenschap.
De toetreding tot de Europese Unie kwam voor de suikerindustrie in de twee lidstaten op een bijzonder moeilijk moment, aangezien die plaatsvond in het eerste jaar van de suikerhervorming. Daarom moesten er bepaalde maatregelen worden genomen om een soepele integratie in de nieuwe gemeenschappelijke marktordening voor suiker te bewerkstelligen. Om die reden stemde de Raad ermee in dat de goedgekeurde invoerhoeveelheden van ruwe rietsuiker tot het einde van het verkoopseizoen 2008-2009 voor deze twee lidstaten zouden worden gereserveerd. Vanaf het verkoopseizoen 2009-2010 zou ermee worden gestopt om de traditionele voorzieningsbehoefte aan suiker voor raffinage, die is vastgesteld op het Europese niveau van 2,3 miljoen ton, onder de lidstaten te verdelen. Behalve dat dit uiteraard het concurrentievermogen van de Europese suikerindustrie vergroot, zal het naar verwachting ook onze leveranciers van ruwe suiker ten goede komen. De opening van de tariefcontingenten die nu wordt voorgesteld voor de raffinage-industrie in Roemenië en Bulgarije zou dus, zoals u in uw verslag verzoekt, tot twee jaar beperkt blijven.
In uw amendement stelt u voor om vanaf het verkoopseizoen 2009-2010 geen andere tariefcontingenten toe te staan dan de contingenten die zijn toegestaan in het kader van de verordening "Alles behalve wapens" en het ACS-initiatief. Helaas kan ik dat amendement om uiteenlopende redenen niet aanvaarden. Ten eerste heeft de ontwerpverordening uitsluitend betrekking op de verkoopseizoenen tot en met het seizoen 2008-2009. Ten tweede is de Gemeenschap op grond van internationale afspraken verplicht om besprekingen aan te gaan met de traditionele handelspartners van Bulgarije en Roemenië. Bovendien mag de Europese Unie de preferentiële toegang tot de markt die is overeengekomen voor de landen van de westelijke Balkan of de geopende tariefcontingenten niet eenzijdig wijzigen, en zeker niet volledig intrekken.
Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf (Verts/ALE), rapporteur. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, in de commissie hebben we ons afgevraagd of we hierover wel een verslag moesten schrijven, wamt zo belangrijk vinden we deze kwestie nou ook weer niet, en ook onze ideeën over de timing zijn niet echt zo verschillend. We hebben echter toch besloten om het te doen, omdat we heel goed weten dat artikel 37 u de mogelijkheid biedt om niet op te nemen wat wij u voorstellen als het u niet uitkomt. De situatie had anders gelegen waneer hier de medebeslissingsprocedure zou worden gevolgd, en wanneer de Grondwet was goedgekeurd.
Daarmee willen we duidelijk maken, ook voor de buitenwacht, dat het Parlement en de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling over bepaalde kwesties andere opvattingen hebben dan de Europese Commissie, bijvoorbeeld over de herziening van de marktordening voor suiker. We willen duidelijk maken dat we de voorkeur geven aan een ontwikkeling in de richting van Europese suiker, of ACS-suiker, waarover we overeenkomsten hebben afgesloten. Er wordt een tendens zichtbaar, en wel dat de suikerfabrieken rietsuiker uit andere landen invoeren, omdat die goedkoper is, en die hier raffineert. Dat brengt de binnenlandse suikerbietenteelt in gevaar, en dat kunnen we niet goedkeuren.
We willen duidelijk maken dat we met de voorstellen die wij voor de herziening van de marktordening voor suiker hebben gedaan misschien de praktische problemen hadden kunnen vermijden die we nu hebben. Ook voor de contingenten of voor de administratieve regelingen voor de beperking van de hoeveelheden hebt u een andere aanpak gekozen.
In de voorstellen die de Commissie nu doet, wordt ook gesproken over een reductie van hogerhand, omdat de andere aanpak niet is gelukt. Het is wel gelukt om in de praktijk een grote chaos te veroorzaken. De herstructureringsmaatregelen zijn niet aanvaard. Wij hadden voorgesteld dat de fabrieken – als ze al geld krijgen – een plan voor de plattelandsontwikkeling moeten voorleggen. Inhoudelijk hebt u hier ook bevestigd dat dit zinvol is, maar ons plan is niet omgezet. De Commissie heeft bepaald dat er een kaalslag moet komen, dat de fabrieken dicht moeten, zonder dat er een alternatief komt voor de economie op het platteland. Dat leidt er toe dat de suikerproducenten installaties voor de productie van bio-alcohol bouwen, maar dat gebeurt op basis van mais, palmolie en graan, en niet van suikerbieten. Het is een rommeltje.
Als ik zo naar uw voorstellen kijk vraag ik me af of uw diensten nog wel kunnen overzien hoeveel verschillende maatregelen er nu weer moeten worden genomen. Er is geen duidelijke koers, en het is jammer dat de vakkennis van het Parlement, en in dit geval van de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, onbenut blijft, omdat we geen medebeslissingsrecht hebben. U luistert, de Raad luistert, maar na de stemming doet u gewoon wat u wilt.
Dat is echter niet het laatste woord in dit dispuut. Dit dispuut, mevrouw Fischer Boel, vindt niet zo zeer op het politieke toneel plaats. Ik geloof graag dat u het Parlement wel degelijk hierbij wilde betrekken, maar de diensten willen het niet. Ik denk dat de diensten zich verdedigen, en alles in het werk zullen stellen om hun macht te behouden, en de politieke inbreng van het Parlement te dwarsbomen. Ik hoop dat de situatie na de verkiezingen in Frankrijk anders zal liggen, en dat we vooruitgang boeken op het gebied van de Grondwet. Ik hoop ook dat het nieuwe Parlement na de verkiezingen in 2009 ook voor de landbouwsector het medebeslissingsrecht zal krijgen.
Aangezien ik nu eens een keer vijf minuten spreektijd heb zou ik in dit verband nog op een ander onderwerp in willen gaan, en wel op de bio-verordening. Daarover bestaat een meningsverschil. Wij eisen artikel 95, maar de Commissie wil daar niet aan. Ook daarover hebben wij goede voorstellen gedaan. Het is bijvoorbeeld te gek voor woorden dat de Raad nu een uitzonderingsregeling heeft getroffen voor genetisch gemodificeerde stoffen als additiva voor levensmiddelen. Ik hoop dat we daar nog eens op in kunnen gaan, want wij hebben gezegd dat gentechnologie principieel niet mag worden gebruikt.
Dat zijn procedures die niet zouden worden gevolgd als we consequenter waren, en ook gebruik zouden maken van de kennis en de politieke visie van het Parlement.
Atilla Béla Ladislau Kelemen, în numele grupului PPE-DE. – Când Uniunea Europeană a votat documentul despre reforma zahărului în noiembrie 2005, România şi Bulgaria nu erau încă membrii în UE. Raportul zu Baringdorf este un raport cu caracter tehnic şi se referă la posibilitatea importării zahărului brut din ţări terţe în anii agricoli 2006-2007, 2007-2008, 2008-2009 şi a prelucrării acestuia. Importul de zahăr brut este tradiţional în aceste două ţări, în special din Brazilia şi Cuba. Raportul fixează atât cantităţile cât şi preţul zahărului brut importat pentru a evita o eventuală competiţie neloială în acest sector. Singurul amendament sosit la acest raport specifică faptul că, după trei ani, aceste reglementări preferenţiale nu trebuie să se mai aplice. Atât raportul cât şi amendamentul au fost votate în unanimitate în Comisia pentru agricultură. În paranteză, aş vrea să adaug că, în ceea ce priveşte România, bineînţeles, cultivarea sfeclei de zahăr şi cotele aprobate de Comisie ar putea să fie eventual rediscutate pentru a folosi pe deplin tradiţia existentă pentru aceste culturi în anumite zone din România.
Marc Tarabella, namens de PSE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, dames en heren, met de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor suiker in 2006 wordt beoogd de productie van suiker binnen de Unie te beperken ten gunste van een preferentiële invoer tegen nultarief uit de ACS-landen, India en de landen op de westelijke Balkan, in het kader van het initiatief “Alles behalve wapens”.
Volgens de Commissie – en dat is terecht – moeten de Bulgaarse en Roemeense suikerindustrie conform de traditionele vraag een periode van twee jaar krijgen voor invoer van suiker tegen een preferentieel tarief van 98 euro per ton, om na toetreding van beide nieuwe lidstaten onbillijkheid te vermijden en om de suikersector in beide landen in staat te stellen een stabiele positie op de interne markt te verwerven. Om een eerlijke concurrentie te garanderen en zinvolle regels voor invoer op te stellen moet de mogelijkheid van invoer van suiker tegen een preferentieel tarief duidelijk voor een beperkte tijdsduur gelden.
Na de unanieme stemming op 21 maart binnen de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling moet het Parlement zijn fiat geven aan de opening van tariefcontingenten voor de invoer in Bulgarije en Roemenië van ruwe rietsuiker voor de voorziening van raffinaderijen, maar uitsluitend in de verkoopseizoenen 2006-2007, 2007-2008 en 2008-2009. Daarom sta ik volledig achter het voorstel van mijn collega Graefe zu Baringdorf om contingenten in te stellen waarmee de dubbele doelstelling van steun aan de Bulgaarse en Roemeense industrie en van behartiging van de belangen van de Europese landbouwers kan worden gehaald.
Dumitru Gheorghe Mircea Coşea, în numele grupului ITS. – Propunerea de regulament al Consiliului privind deschiderea contingentelor tarifare pentru importurile de zahăr brut din trestie de zahăr este agreată de către Guvernul României, care consideră că atât cota afectată cât şi preţul pe tonă sunt în consens cu interesele industriei de zahăr din România. Studiile pe care România le-a realizat în ultima perioadă au demonstrat că atât nevoile de prelucrare, cât şi cele ale cererii pe piaţă, sunt posibil de acoperit din importul unei cantităţi de zahăr brut de 329 636 000 de tone pentru campaniile de comercializare 2007-2008, 2008-2009. De asemenea se consideră rezonabilă şi posibilitatea creşterii sau diminuării preţului de 98 de euro pe tonă cu 0,14% în funcţie de gradul de polarizare a zahărului brut importat de pe pieţele terţe. De aceea susţinem propunerea prezentată în raport. Informez însă asupra faptului că, în unele cazuri, pentru unităţile de rafinaj apare o dificultate în emiterea certificatelor de import datorită existenţei unor diferenţe de interpretare legislativă între normele româneşti şi cele cuprinse în articolul 17 din Regulamentul (CE) nr. 0318/2006 al Consiliului. Informez, de asemenea, că actualmente Ministerul Agriculturii şi Dezvoltării Rurale din România a declanşat o acţiune de simplificare a respectivelor norme pentru a facilita eliberarea certificatelor de import.
Mariann Fischer Boel, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik kan het kort houden. Het was een boeiend debat over een zeer technische kwestie en de rapporteur is erin geslaagd om ook nog wat andere punten ter sprake te brengen.
Wat betreft de uitvoerige discussie over het medebeslissingsrecht van het Parlement voor landbouwzaken, weten we allemaal dat dit deel uitmaakte van het Verdrag dat door twee lidstaten is verworpen. De rapporteur weet dat ik er altijd voorstander van ben geweest om medebeslissingsrecht in te stellen op het gebied van de landbouw.
Het is niet terecht om te zeggen dat de Commissie niet naar het Parlement luistert. Ik neem graag de suikerhervorming als voorbeeld. We hebben op dat gebied heel goed en heel nauw samengewerkt en voor zover ik me herinner – en dat herinnert de rapporteur zich vast ook nog wel – was het herstructureringsfonds een idee van het Parlement en is dat in de uiteindelijke hervorming opgenomen. Misschien worden er niet samen beslissingen genomen, maar er wordt wel samengewerkt, en dat lijkt me in dit stadium een erg goede oplossing.
Ik ga niet in detail in op de suikerhervorming. We weten dat er bepaalde onvolkomenheden zijn geweest. Komende maand presenteer ik een verslag aan de Raad en ik weet zeker dat daarmee de problemen die we tot nu toe hebben gezien worden opgelost, zodat we ons doel kunnen bereiken om de interne suikerproductie vóór het einde van de herstructureringsperiode met vijf tot zes ton per jaar te beperken.