De Voorzitter. - De notulen van de vergadering van gisteren zijn rondgedeeld.
Zijn er opmerkingen?
(Het Parlement keurt de notulen goed)
Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over de situatie in Palestina.
Günter Gloser, fungerend voorzitter van de Raad. - (DE) Mevrouw de voorzitter, mevrouw de commissaris, geachte collega’s, in de laatste paar dagen hebben wij een zorgwekkende toename van geweld in het Midden-Oosten meegemaakt. De interne Palestijnse conflicten in de Gazastrook hebben aan meer dan vijftig mensen het leven gekost.
In de afgelopen week zijn er meer dan 150 Qassam-raketten vanuit de Gazastrook op Israëlische steden afgevuurd. Gisteravond stierf een Israëlische vrouw als gevolg daarvan. Door Israëlische militaire acties zijn inmiddels al meer dan dertig Palestijnen omgekomen. Het risico op een verdere escalatie is zeer groot. De wapenstilstand die in november tussen de Palestijnen en de Israëliërs voor de Gazastrook is afgesproken, wordt steeds fragieler. Ook de interne Palestijnse verzoening die in februari met hulp van Saoedi-Arabië in Mekka tot stand in gebracht, loopt gevaar.
De verzoening van Mekka heeft een bijdrage geleverd aan het beëindigen van de alleen door Hamas gevormde regering. Sinds 18 maart wordt Palestina bestuurd door een nieuwe Palestijnse regering van nationale eenheid. Een overweldigende meerderheid van 83 van de 86 parlementsleden, waarronder alle afgevaardigden van Hamas en Fatah, heeft zijn vertrouwen in deze regering uitgesproken. In de internationale gemeenschap bestaat echter nog steeds het overheersende gevoel dat die Palestijnse regering de lakmoestest nog niet helemaal met succes heeft doorstaan. Ook deze regering voldoet immers nog niet aan de drie criteria van het Kwartet.
De Europese Unie heeft desalniettemin de humanitaire ondersteuning aan het Palestijnse volk voortgezet. Dat wil ik graag nog een keer benadrukken: met meer dan 300 miljoen euro heeft de Europese Unie meer geld gedoneerd dan in de jaren hiervoor.
De maatstaf voor een volledige normalisering van de betrekkingen met de Palestijnen blijven echter de criteria van het Kwartet: erkenning van het bestaansrecht van Israël, erkenning van de huidige akkoorden tussen Israël en de PLO en het afzweren van alle geweld. Met name wat het afzien van geweld betreft, zijn er nog grote problemen. Juist in deze periode verwachten wij van de Palestijnse regering dat zij effectieve maatregelen neemt om de raketaanvallen te beëindigen en de vrijlating van de Israëlische soldaat Shalit te bespoedigen.
De Europese Unie heeft het aftreden van de Hamas-regering ook gebruikt voor een nieuw begin in het beleid voor het Midden-Oosten. De ministers van Buitenlandse Zaken hebben de betrekkingen weer hersteld met de regeringsleden die de criteria van het Kwartet erkennen. President Abbas verdient dan ook onze volledige steun. De EU onderhoudt ook nauw contact met minister van Financiën Fayyad. De Unie geeft hem alle steun bij het opbouwen van transparante instellingen en mechanismen op financieel gebied in het kader van onze gemeenschappelijke doelstelling om de economische en financiële situatie te verbeteren. Daaraan zou Israël ook een bijdrage kunnen leveren door de ingehouden douane- en belastinggelden vrij te geven, iets waar de Europese Unie herhaaldelijk om heeft verzocht.
Het voorzitterschap maakt zich al maandenlang sterk voor een hernieuwde, grotere rol van het Kwartet voor het Midden-Oosten en voor meer betrokkenheid van de constructieve Arabische partners. Na de eerste successen is het nu zaak om de vaart er in te houden. Dat betekent dat wij ons nog meer moeten inspannen om te zorgen dat alle betrokken partijen een wezenlijke bijdrage leveren aan het vredesproces in het Midden-Oosten.
De bilaterale bijeenkomsten tussen president Abbas en minister-president Olmert hebben tot nu toe nog geen tastbare resultaten opgeleverd. Daarom moet er iets gebeuren: de toegang en bewegingsvrijheid van de Palestijnen dient duidelijk verbeterd te worden en de Israëlische toezeggingen moeten nu eindelijk gestand worden gedaan. Van Palestijnse kant moet het gebruik van geweld ook daadwerkelijk beëindigd worden. Daarnaast ben ik van mening dat de Palestijnen zich meer moeten inspannen om de vrijlating van de Israëlische soldaat Shalit te bewerkstelligen.
De Arabische Liga heeft met name dankzij de inzet van Saoedi-Arabië het vredesinitiatief van maart 2002 bekrachtigd. Op onze uitnodiging heeft op 14 mei in het kader van de laatste bijeenkomst van de Raad een eerste, geslaagde ontmoeting plaatsgevonden tussen de Arabische Liga en de Europese Unie. Daarnaast heeft de Arabische Liga gesprekken gevoerd met het Kwartet en met Israël. De rol van de Liga kan uiteraard niet als vervanging dienen voor bilaterale onderhandelingen tussen de Palestijnen en Israëli’s, maar door dit vredesinitiatief kunnen hiervoor wel positieve randvoorwaarden worden gecreëerd. Dat initiatief dient dan wel met name door de Europese Unie verder ondersteund te worden. Als voorzitterschap spannen wij ons in om de komende dagen een nieuwe bijeenkomst van het Kwartet voor het Midden-Oosten te organiseren.
Ondanks alle scepsis moeten wij, gezien het trage tempo waarin vooruitgang wordt geboekt, niet in berusting vervallen. De Europese Unie is zich de afgelopen maanden steeds meer bewust geworden van de toegenomen rol die zij in dit verband speelt. Wij zijn bereid om de daarbij behorende toegenomen verantwoordelijkheid op ons te nemen.
Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, helaas komt dit debat vandaag op een moment van grote spanning. De situatie in de hele regio gaat achteruit, zowel in Libanon als in de bezette Palestijnse gebieden en in Israël. De gebeurtenissen van de afgelopen drie dagen in Libanon, met hun bijna honderd doden, wat een aanzienlijk aantal is in zo'n korte tijd, herinneren ons er op alarmerende wijze aan dat het noodzakelijk is te werken aan een regionale oplossing voor dit conflict. Zoals u weet, is Javier Solana vandaag op dit uiterst moeilijke moment in Beiroet, en we hopen dat een verbetering van de situatie tot stand kan worden gebracht.
Ik spoor onze vrienden in Libanon, van alle partijen en politieke facties, aan door te blijven gaan met wat ze tot nu toe hebben gedaan, op te roepen tot kalmte en af te zien van acties die een groot intern conflict zouden kunnen uitlokken. Eens te meer staat de nationale eenheid op het spel.
De Commissie heeft opgemerkt dat alle facties, de meerderheid en de oppositie, alsmede Palestijnse organisaties, Fatah al-Islam hebben veroordeeld. Ik hoop dat alle politieke leiders blijk zullen blijven geven van hun maturiteit, van hun vermogen om een betere toekomst na te streven, en dat ze zullen voorkomen dat het conflict opnieuw uitloopt op een interne Libanese strijd. Het is nu heel belangrijk dat er een oplossing wordt gevonden, de situatie in Tripoli wordt gedeëscaleerd en het uitbreken van andere brandhaarden in de rest van het land wordt voorkomen. Ook moet de bevolking in de kampen worden geholpen. Ambulances en humanitaire konvooien moeten toegang krijgen tot de kampen. Uiteindelijk weten we allemaal dat er een regionale oplossing moet komen. In de context van deze hele situatie kunnen we slechts alle partijen, zowel in Libanon als in de Palestijnse gebieden, oproepen af te zien van geweld en verdere escalatie te voorkomen.
Ik wil nu met name ingaan op de bezette Palestijnse gebieden. Net als de fungerend voorzitter maak ook ik me grote zorgen over de botsingen afgelopen week tussen de verschillende facties in Gaza, waarbij 55 doden en 280 gewonden zijn gevallen. Helaas lijkt het erop dat Gaza dreigt af te glijden naar een burgeroorlog. De facties zouden de vijandelijkheden onmiddellijk moeten staken en hun geschillen binnen de regering van nationale eenheid moeten bijleggen.
Ik betreur ook de hervatting van de aanvallen met Qassam-raketten vanuit Gaza op de Israëlische stad Sderot, die gisteren hebben geleid tot de dood van een Israëlische vrouw. De door de Israëliërs uitgevoerde luchtaanvallen bij wijze van vergelding hebben daarna geleid tot de dood van 35 Palestijnen. Dus de vicieuze cirkel is weer begonnen. Daarom is het belangrijk dat het staakt-het-vuren tussen Israël en de Palestijnen wordt hervat en uitgebreid tot de Westelijke Jordaanoever.
Tijdens mijn recente ontmoeting met de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken, Ziad Abu Amr, hebben we gesproken over de zwakke situatie van de regering van nationale eenheid, vooral met betrekking tot de veiligheid, maar ook de begroting. De eerste besluiten die de regering heeft genomen, lijken in de goede richting te wijzen. De heer Abu Amr heeft verteld dat zijn regering zich beschouwt als het kabinet van president Abbas. Deze regering heeft een ander programma dan haar voorgangster, en ik voelde me optimistisch gestemd na deze ontmoeting. Ik denk dat deze regering onze duidelijke steun verdient. President Abbas heeft ons gevraagd om alle steun, aangezien zijn politieke overleving kan afhangen van het succes van deze regering. Ik hoop dat deze zeer moeilijke, gewelddadige situatie kan worden beheerst.
Intussen staat minister Salam Fayad van Financiën, die ik na de regeringsformatie heb ontmoet, voor de ongelooflijke uitdaging de Palestijnse overheidsfinanciën te repareren na een jaar van institutioneel verval en een scherpe daling van de inkomsten. Tegen alle verwachtingen in heeft hij aanzienlijke vooruitgang geboekt en zijn de technische voorwaarden voor het ontvangen van directe financiering bijna ten uitvoer gelegd.
Zoals u weet, heeft de Palestijnse Autoriteit drie hoofdbronnen van financiering: binnenlandse belastingen, belastingen en douaneopbrengsten op ingevoerde producten en buitenlandse steun. De binnenlandse belastingeninkomsten zijn sterk gedaald door de economische terugval. Sinds de verkiezingen van vorig jaar houdt Israël ook de belastingen en douaneopbrengsten op ingevoerde producten achter. Dit is de belangrijkste oorzaak van de financiële moeilijkheden van de Palestijnse Autoriteit. Voorts kan de buitenlandse steun niet gemakkelijk binnenstromen door de door de VS opgelegde beperkingen aan financiële transacties met de regering van de Palestijnse Autoriteit.
We helpen op drie manieren om deze financiële problemen op te lossen. Ten eerste is ons Tijdelijk Internationaal Mechanisme een kernfinancieringsbron geworden voor toelagen, brandstofkosten en kernvoorraden. Sinds de instelling van een regering van nationale eenheid beheren we dit TIM in nauwe samenwerking met het ministerie van Financiën van Salam Fayad.
Sinds de invoering van het TIM afgelopen juni hebben we al meer dan 300 miljoen euro overgemaakt via dit mechanisme. Ik wil het Parlement bedanken voor zijn steun door het beschikbaar stellen van meer budgettaire middelen, zodat het TIM kan blijven functioneren.
Een tweede manier waarop we helpen, is door samen met onze partners in de VS te werken aan het faciliteren van de overdracht van buitenlandse steun aan de Palestijnen, in het bijzonder de Arabische middelen die op de recente Arabische top in Riyad zijn toegezegd.
En last but not least hebben we Israël meerdere keren aangespoord de afdracht van Palestijnse belastingen en douaneopbrengsten te hervatten. We gebruiken alle instrumenten die we hebben, of het nu economische of politieke zijn, maar het overleven van deze regering hangt niet alleen van ons af. Alleen de hervatting van alle geldstromen naar de Palestijnse Autoriteit kan een duurzame oplossing voor haar financiële crisis bieden. En de Palestijnen moeten ook zelf een aandeel leveren en besluiten om voor eens en altijd een einde te maken aan hun gevechten en zich te concentreren op vrede.
Ondanks de ellende die we zien in de bezette Palestijnse gebieden en in Libanon, zijn we nog steeds van mening dat we moeten profiteren van een belangrijke kans in het vredesproces, voordat het weer stil komt te liggen. Het is dus heel belangrijk dat het Duitse initiatief succesvol is. Het is cruciaal dat de Arabische Liga haar vredesinitiatief opnieuw lanceert. Zoals u weet, is er een vastberaden diplomatieke follow-up op het hoogste niveau geweest in de Raad, de Commissie en het Europees Parlement. Ik heb zelf diverse bijeenkomsten gehad met de follow-upcommissie in Sharm el Sheikh, in Riyad, en recenter ook tijdens de zitting van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen (RAZEB) in Brussel.
Secretaris-generaal Amr Moussa en anderen hebben de urgentie van de zaak onderstreept, die vandaag duidelijker is dan ooit, en hij heeft ons gevraagd te helpen de partijen aan de tafel te krijgen. Wat betreft de kant van de Israëli's, voel ik me gesterkt doordat minister Livni van Buitenlandse Zaken naar Cairo is geweest en nu de komende weken een follow-upbezoek verwacht van haar Jordaanse en Egyptische collega's. Zij heeft ook meer dan in het verleden bereidheid getoond gesprekken te voeren, en zij zal ook door het Duitse voorzitterschap worden uitgenodigd voor de volgende RAZEB-bijeenkomst.
Tegelijkertijd sta ik ook achter de inspanningen van minister van Buitenlandse Zaken Condoleeza Rice om de partijen bij elkaar te brengen en gesprekken te beginnen over de politieke toekomst van de Palestijnen. Ik hoop dat dit zal lukken, ook al zijn de gebeurtenissen op dit moment niet positief. Ook de inspanningen en moeite die Jordanië, Egypte, Saoedi-Arabië en andere landen doen, moeten worden erkend.
Volgende week komt het Kwartet bijeen. Ik hoop dat het Kwartet dan zal reageren op de inspanningen van de Arabische Liga, die tot nieuwe vooruitgang kunnen leiden op alle wegen van het vredesproces. Ik ben echter ook realistisch en ik begrijp wat het Duitse voorzitterschap heeft gezegd, namelijk dat we op zijn minst een verslechtering van de situatie moeten voorkomen.
José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, namens de PPE-DE-Fractie. - (ES) Mevrouw de Voorzitter, we hebben inderdaad te maken met een bijzonder moeilijke situatie. Zoals de fungerend voorzitter van de Raad en de commissaris hebben benadrukt, gaat het om een ernstige politieke crisis, met botsingen en interne oorlogen tussen de twee facties die de regering van nationale eenheid vormen waarop zoveel hoop gevestigd was. Het gaat ook om een bijzonder ernstige economische, sociale en humanitaire crisis, met vernietigende cijfers: meer dan 66 procent van de Palestijnse bevolking leeft onder de armoedegrens, meer dan 50 procent is niet zeker van voedsel, meer dan een miljoen mensen heeft het afgelopen jaar geen vast inkomen gehad. De afgelopen drie dagen zijn er honderd doden gevallen in Libanon, en er zijn vele doden te betreuren in de Gazastrook.
Ik vind dat de Europese Unie ten overstaan van deze situatie uit haar lethargie moet ontwaken en een stap in de goede richting moet zetten.
Als er al iets goeds gedaan is, moet dat op het conto van de Europese Commissie worden geschreven, die ondanks de talloze problemen haar bijdrage levert om de humanitaire en sociale ramp te verlichten die deze regio doormaakt, maar ik vind dat we verder moeten gaan.
De commissaris heeft ons erop gewezen dat de Hoge Vertegenwoordiger, Javier Solana, zich op dit ogenblik in de regio bevindt. Mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, we moeten de alertheid en de kracht hebben om de retoriek te laten voor wat zij is, en de Europese Unie moet proberen om wat gezond verstand te brengen in de barbaarse situatie waaronder de regio gebukt gaat.
Het gaat om een vicieuze geweldsspiraal: er worden Qassam-raketten afgevuurd, er komen represailles van Israëlische zijde, er worden zelfmoordaanslagen aangekondigd... We hebben te maken met een volstrekt suïcidale geweldsspiraal.
We moeten trachten enige orde te scheppen, vertrouwen hebben in de inspanningen van de Hoge Vertegenwoordiger, de diplomatie van de Europese Unie zoveel mogelijk mobiliseren, en de Commissie moet alle humanitaire en economische hulp ondersteunen die verleend wordt.
Ik zou de fungerend voorzitter van de Raad willen wijzen op een kwestie die in mijn ogen cruciaal is. Het Kwartet heeft namelijk verklaard dat voor de hervatting van de rechtstreekse hulp aan de Palestijnse Nationale Autoriteit niet alleen de samenstelling van de regering maar ook de door de regering getroffen maatregelen van doorslaggevend belang waren.
Zou het fungerend voorzitterschap van de Raad zijn mening hierover kunnen toelichten en ons kunnen vertellen hoe we zouden kunnen ontsnappen aan deze vicieuze cirkel van haat, geweld en vernietiging?
Pasqualina Napoletano, namens de PSE-Fractie. - (IT) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Gloser, mevrouw Ferrero-Waldner, dames en heren, in de Gaza-strook, in Libanon en Israël is er wederom dood en geweld. Als Sociaal-democratische Fractie in het Europees Parlement wijzen wij met klem op de noodzaak en de spoed dat er een forse wijziging komt in het beleid van de Europese Unie in het Midden-Oosten, en de financiële steun aan de Palestijnse instellingen en de Palestijnse bevolking volledig hersteld wordt.
De botsingen van deze dagen zijn te wijten aan het feit dat de mensen er onderhand schoon genoeg van hebben en dat de politieke situatie in een patstelling zit. Deze conflicten bevestigen en tonen eveneens dat Israël zijn veiligheid niet op de dood van Palestina en de Palestijnen zal opbouwen. De dubbele standaard van de Europese democratie ten opzichte van de regering van nationale eenheid moet ophouden. De politieke houdbaarheid van die regering is de enige hoop om de controle over de situatie terug te krijgen.
Maar het besluit om de financiële steun aan de instellingen te staken lijkt nog onverstandiger na de vorming van de regering van nationale eenheid. Het feit dat de Raad en de Commissie besloten hebben om de ministers van Hamas en de onafhankelijke leden niet te ontmoeten, is niet bevorderlijk voor de stabilisatie van die regering, terwijl dat op dit moment de enige weg is om het Palestijnse volk een politieke stem te geven.
Het akkoord van Mekka is weliswaar geen kritiekloze herhaling van de vier punten van het Kwartet, maar het gaat natuurlijk de goede kant uit, in de zin van een wederzijdse erkenning en stopzetting van het geweld. Op deze basis moeten wij werken, om te trachten een positieve draai aan de situatie te geven, ook omdat - zoals de commissaris vertelde - minister van Buitenlandse Zaken Abu Amr, die de vorige week hier in Brussel was, ons vanuit dat oogpunt werkelijk gerustgesteld heeft.
Wij sluiten ons aan bij het verdriet en de veroordeling van de raketaanvallen op Sderot. Wij betreuren dat daar slachtoffers en gewonden zijn gevallen. Maar tegelijkertijd willen wij een oproep doen aan de Palestijnse en Israëlische autoriteiten om de buitensporige en illegale vergeldingsacties tegen Palestijnse politici en burgers te doen ophouden. Er is opnieuw een pervers mechanisme op gang gekomen, en wij Europeanen moeten proberen mee te helpen om die te doorbreken.
Ik wil eraan herinneren dat de 78 doden die in een paar dagen tijds in Libanon zijn gevallen, boekdelen spreken over nog een vergiftigde vrucht van het onopgeloste Arabisch-Israëlische conflict: het feit dat er in Libanon opnieuw een openlijke botsing dreigt met de 400 000 Palestijnse vluchtelingen die in dat gebied wonen. Dat horrorscenario hebben wij al eerder meegemaakt. Laat ons dus proberen om daar een stokje voor te steken, precies zoals wij in juli vorig jaar de oorlog en agressie van Israël in Libanon hebben tegengehouden.
Chris Davies, namens de ALDE-Fractie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de fungerend voorzitter heeft gezegd dat de nieuwe regering van nationale eenheid in Palestina niet helemaal was geslaagd voor de lakmoesproef. Nou, de Israëli's zijn nog niet helemaal gestopt met het bouwen van hun veiligheidsmuur en met het stelen van Palestijns land en water. De Israëli's hebben nog niet helemaal de tienduizend gevangenen vrijgelaten, van wie velen worden vastgehouden zonder aanklacht of proces. De Israëli's zijn nog niet helemaal gestopt met de checkpoints (589 volgens de laatste cijfers van de Commissie), die de Palestijnen onder een economisch embargo stellen. De Israëli's hebben nog niet helemaal het geld terugbetaald dat ze de eigen belastingdienst van de Palestijnen het afgelopen jaar hebben onthouden en dat inmiddels zou kunnen zijn opgelopen tot een miljard euro. Ze zijn nog niet helemaal gestopt met de opdeling en scheiding door middel van identiteitskaarten, die Paddy Ashdown, mijn eigen partijleider en onze voormalige vertegenwoordiger in Bosnië-Herzegovina, afgelopen zaterdag nog heeft beschreven als racisme onder het mom van bestuur.
Ik vertel de fungerend voorzitter deze dingen omdat we worden gezien als een Europese Unie die met twee maten meet: men ziet dat we elke onwettige daad van de Israëli's negeren, maar van de Palestijnen verwachten dat ze zich als heiligen gedragen. De commissaris zegt dat we alle instrumenten gebruiken die tot onze beschikking staan om de Israëli's zover te krijgen dat ze de internationale akkoorden respecteren en zich aan de wet houden, maar ik geloof niet dat dit ook echt het geval is. We beschikken over allerlei instrumenten die we niet eens proberen te gebruiken.
Wat moet de Palestijnse regering van nationale eenheid dan nu doen? Net twee weken geleden heeft premier Haniyeh onze delegatie ervan overtuigd - op een manier die ons allemaal tevredenstelde - dat de regering van nationale eenheid vastbesloten was te voldoen aan de drie principes van het Kwartet, en dat zij ook geloofde dat zij dat deed, alsmede dat zij op elk moment zonder voorbehouden of voorwaarden vooraf wilde samenkomen met leden van het Kwartet om te proberen de verschillen te overbruggen. Ik spoor de fungerend voorzitter aan dit aanbod aan te nemen.
Laten we ook nota nemen van de opmerkingen die de Noorse minister van Buitenlandse Zaken gisteren heeft gemaakt toen hij vroeg wat er zal gebeuren als we deze regering niet steunen. Er zal alleen maar chaos en crisis zijn als we de regering niet onze steun geven.
Fungerend voorzitter, het goede nieuws in uw toespraak is dus dat u streeft naar een spoedbijeenkomst om de situatie opnieuw te evalueren. Dat is een positieve stap voorwaarts. Ik kan alleen maar zeggen dat we de Palestijnen er vaak van hebben beschuldigd dat ze kansen laten liggen. We hebben ook de Israëli's er vaak van beschuldigd dat ze kansen laten liggen. Dit is een kans die we zelf niet mogen laten liggen.
Ryszard Czarnecki, namens de UEN-Fractie. - (PL) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, mijnheer de minister, dames en heren, de situatie in het Midden-Oosten is een belangrijke en permanente uitdaging, niet alleen voor de landen in de regio, maar ook voor de rest van de wereld. Wij wijzen op het gevaar van een partijdige en emotionele benadering van dit conflict, dat al enkele decennia gaande is. Ondanks de neiging tot vereenvoudiging en de verleiding om al te eenvoudige conclusies te trekken uit de nieuwsflitsen op televisie, is dit conflict geen zwart-witsituatie. Het mag dan misschien wel populair zijn in bepaalde kringen om Israël als de agressor en de onderdrukker te bestempelen, maar deze overtuiging is onjuist en ongegrond.
De toename van radicale opvattingen en de vele stemmen voor radicale groeperingen als Hamas maken duidelijk dat de mogelijkheden tot dialoog in dit gebied nagenoeg onbestaande zijn. Een ander ernstig probleem, dat zelden ter sprake komt, zijn de diepe verdeeldheid en de scherpe machtsstrijd die aan de basis liggen van gewapende conflicten in de Palestijnse politieke elite en in de Palestijnse maatschappij.
Een aantal deskundigen heeft het onderwijssysteem van de Palestijnse Autoriteit onder de aandacht gebracht. Zoals werd bevestigd door de deelnemers aan de conferentie die vorige week door de heer Van Orden in het Europees Parlement is georganiseerd, bestendigt het Palestijnse onderwijssysteem de negatieve en antagonistische stereotypen over de heilige oorlog, de jihad, evenals het structurele verzet of, sterker nog, de gevoelens van haat tegen Israël. Aangezien ik de objectiviteit wil bewaren, dien ik er tegelijkertijd op te wijzen dat Israël, sinds de overwinning van Hamas bij de verkiezingen in de Palestijnse Autoriteit, een behoorlijk controversieel plan ten uitvoer legt, waarbij het weigert de Palestijnse belastinginkomsten over te dragen aan de Autoriteit. Het spreekt voor zich dat dit een niet te verwaarlozen impact heeft op de betrekkingen tussen Israël en de Palestijnse Autoriteit. De Europese Unie moet op een realistische en rationele manier reageren. Ze mag zich niet gedragen als een naïeve suikeroom die massa’s zakgeld uitdeelt zonder zich af te vragen waaraan al dat geld wordt besteed. De Unie mag zich echter evenmin door een van de conflictpartijen laten gijzelen.
Caroline Lucas, namens de Verts/ALE-Fractie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik moet zeggen dat ik nog steeds een beetje in een shock verkeer na de woorden van de vertegenwoordiger van de Raad. Ik begrijp niet hoe hij kan zeggen dat de nieuwe regering van nationale eenheid niet voldoet aan de criteria van het Kwartet. Onze delegatie is net terug uit de regio en we waren het er unaniem over eens dat de regering dat wel doet.
Ja, er zijn nog wel wat Qassam-raketten, wat natuurlijk moet worden veroordeeld. Maar denkt u echt dat de EU, door te weigeren de regering volledig te accepteren, helpt dat probleem weer onder controle te krijgen? Denkt u echt dat het niets te maken heeft met de economische en politieke wurggreep waarin Israël Gaza houdt?
U noemt hier de gevangenhouding van soldaat Shalit. Natuurlijk moet hij worden vrijgelaten. U hebt echter de 41 leden van de Palestijnse Wetgevende Raad die nog steeds in Israël worden vastgehouden, niet eens genoemd. U hebt de detentie van tienduizend Palestijnse politieke gevangenen door Israël, velen zonder enig proces, niet eens genoemd. Laten we dit debat dus een beetje evenwichtiger maken.
Door te weigeren de nieuwe regering van nationale eenheid volledig te erkennen en door steun via een Tijdelijk Internationaal Mechanisme te sluizen, in plaats van via de Palestijnse Autoriteit, ondermijnt de EU actief het gezag en het apparaat van de democratische instellingen van Palestina. En wat nog erger is, ons standpunt moedigt de elementen binnen en buiten Palestina die deze regering willen zien mislukken, zelfs aan. Iedere dag die voorbijgaat en waarop we weigeren volledig met deze regering in gesprek te gaan, is weer een dag waarop de extremisten zeggen: ‘Kijk, democratie werkt niet. We hebben alles gedaan wat de internationale gemeenschap had gevraagd - democratische verkiezingen, een nieuwe regering van nationale eenheid, voldoen aan de eisen van het Kwartet - en nog worden we politiek en economisch geboycot. Waarom zouden we dan in 's hemelsnaam een democratisch gekozen regering tot stand helpen brengen die haar best doet de vrede te bewaren?’
Is dat echt wat we willen? Denk niet dat het alternatief een iets andere regering zal zijn waarvan de kleuren ons iets meer zullen aanstaan. Het alternatief zal chaos en geweld op onvoorstelbare schaal zijn. De hele regio zal gedestabiliseerd raken, en het extremisme zal in het Midden-Oosten nog sneller toenemen.
Want terwijl de Raad de kat uit de boom kijkt om vast te stellen hoe de nieuwe regering het doet, brengt hij, met elke dag wachten, het gewenste resultaat in groter gevaar. Het gevaar is reëel dat we binnen een paar jaar op dit moment zullen terugkijken en zullen denken: ‘Waarom hebben we in 's hemelsnaam de democratie in Palestina niet gesteund toen we de kans hadden?’
Ik verzoek de Raad daarom ons alstublieft nogmaals te vertellen wat de Palestijnse regering moet doen. En de Commissie vraag ik wanneer zij de associatieovereenkomst EU-Israël opschort.
Kyriacos Triantaphyllides, namens de GUE/NGL-Fractie. - (EL) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de minister, mevrouw de commissaris, wat in Palestina gebeurt, is ongehoord en de Europese Unie gaat daarbij niet geheel vrij uit. Zij heeft nagelaten om op het juiste moment vastberaden en in de juiste richting op te treden.
Drie weken geleden heeft de delegatie van het Parlement voor de betrekkingen met de Palestijnse Wetgevende Raad een officieel bezoek gebracht aan Palestina. Ons bezoek vond plaats op een historisch moment voor het Palestijnse vraagstuk, namelijk na de installatie van een nieuwe regering, die de vrucht was van vrije en democratische verkiezingen. Ofschoon die regering de steun had van 60 procent van de kiezers, werd zij betwist door de Verenigde Staten en de Europese Unie. Zij aarzelde toen echter niet om de macht te delen met andere politieke krachten en er werd een regering van nationale eenheid gevormd aangevoerd door de onbetwiste leider van de Palestijnse Autoriteit, de heer Abou Mazen, waardoor zij op getrouwe wijze gevolg gaf aan de oproep van de bijeenkomst van de Arabische Liga.
De delegatie van het Parlement heeft deze regering, die heel het Palestijnse volk vertegenwoordigt, duidelijk uiteengezet wat de vitale vraagstukken voor vrede in het Midden-Oosten zijn, en zoals de collega’s al zeiden, hebben wij ook duidelijke antwoorden gekregen.
Wij erkennen - zeiden ze - het bestaansrecht van Israël binnen de grenzen van 1967, als ook Israël ons recht op de oprichting van een eigen staat naast de staat Israël erkent.
Wij wijzen geweld van de hand. Wij erkennen alle overeenkomsten die zijn gesloten tussen Israël en de PLO. Een van onze onmiddellijke prioriteiten is de vrijlating van Johnston. Wij werken aan de vrijlating van Shalit, in het kader van een gevangenenruil.
Om echter - zeiden ze - onze doelstellingen te kunnen behalen, hebben wij uw hulp nodig. Het politiek en economisch embargo moet onmiddellijk worden opgeheven.
Daarom wil ik tot slot een oproep doen tot Israël en een oproep tot de Palestijnen.
- Israël moet ophouden raketten op zijn tegenstanders af te vuren en alle gekozen vertegenwoordigers van de Palestijnen vrijlaten.
- De Palestijnen moeten een eind maken aan de aanvallen met bazookas op Israëlisch grondgebied.
Ik wil echter ook een beroep doen op de Raad en de Commissie. Zorgt u ervoor dat de nieuwe, democratisch gekozen regering van nationale eenheid van president Abbas onmiddellijk wordt erkend. Maakt u onmiddellijk een eind aan het beleid van selectieve benadering van bepaalde leden van deze regering. Maakt u onmiddellijk een eind aan het politiek en economische embargo en engageert u zich krachtig in een opbouwende dialoog met heel de regering van nationale eenheid. Geeft u steun aan deze regering opdat zij kan onderhandelen over vrede. Anders wordt het een complete chaos en dan heeft de Europese Unie daar een deel van de verantwoordelijkheid voor.
Paul Marie Coûteaux, namens de IND/DEM-Fractie. - (FR) Mevrouw de Voorzitter, de situatie in Palestina is de trieste bevestiging van wat de voorstanders van soevereiniteit al een hele tijd over het conflict in het Midden-Oosten zeggen, namelijk dat het een inschattingsfout is om te geloven dat dit conflict herleid kan worden tot een eenvoudige confrontatie tussen Palestijnen en Israëli’s of, nog minder waarschijnlijk, tussen moslims en joden.
De echte scheidingslijn, die steeds duidelijker zichtbaar wordt, loopt tussen de pleitbezorgers van verzoening enerzijds en de fanatici anderzijds. Verscheidene Israëlische leiders - uiteraard kan ik hier de roemrijke naam van Yitzhak Rabin niet onvermeld laten - en ook enkele Palestijnse staatslieden als Yasser Arafat en Mahmoud Abbas hebben bewezen dat ze tot die eerste groep behoren. De tegenpartij bestaat zowel uit moslimfanatici als uit aanhangers van een Groot Israël. Het is overigens geen geheim meer dat zij onder een hoedje spelen, aangezien we met zekerheid weten dat Palestijnse extremistische groeperingen gesteund en zelfs gefinancierd werden door bepaalde Israëlische radicalen.
Er zijn bijgevolg twee kampen: enerzijds het kamp van de voorstanders van een politieke uitweg en dus van vrede, en anderzijds het kamp dat kiest voor confrontatie, haat en een oorlog zonder einde. Ondanks hun mooie beloften hebben de Verenigde Staten er jammer genoeg voor gekozen om een strategisch spel te spelen met de haviken, de Israëlische extremisten en de moslimfundamentalisten. Europa, of liever, de belangrijkste Europese staten hebben zich in de tussentijd van den domme gehouden. Het enige Europese symbool van eensgezindheid over deze kwestie was de Verklaring van Venetië van juni 1980, waarin de Europeanen zich uitspraken voor de oprichting van een Palestijnse staat. Ondertussen is de interne verdeeldheid in de Unie opnieuw toegenomen, waardoor Europa alleen nog met één stem kan spreken wanneer het niets te zeggen heeft.
Het is de hoogste tijd dat de soevereiniteit van de staten van Europa in ere wordt hersteld, zodat ze opnieuw vrijelijk hun rol kunnen spelen in een deel van de wereld waar een groot gedeelte van hun toekomst afhankelijk van is.
Philip Claeys, namens de ITS-Fractie. - Voorzitter, al wie de gebeurtenissen in het Midden-Oosten van de jongste dagen heeft gevolgd, kan alleen maar somber gestemd zijn. Ik had de eer om vorige week woensdag in de Conferentie van voorzitters van ons Parlement een gesprek bij te wonen met Amr Moussa, secretaris-generaal van de Arabische Liga, en de minister van Buitenlandse Zaken van de Palestijnse Autoriteit. Daaruit bleek volgens mij hun oprechte wil om te werken aan een vredesplan voor de regio, maar er blijven een aantal - hoe zal ik zeggen - structurele problemen hangen.
Hamas, de belangrijkste Palestijnse regeringspartij, weigert nog altijd Israël expliciet te erkennen en weigert nog altijd het terrorisme en het geweld af te zweren en te veroordelen. Het is volstrekt onduidelijk hoe vredesgesprekken in die omstandigheden kunnen leiden tot succes.
De voorbije dagen is trouwens ook het geweld tussen de verschillende Palestijnse kampen opgelaaid, met zelfs een verijdelde bomaanslag tegen president Mahmoud Abbas. Voor mij lijdt het geen twijfel dat Israël het recht heeft zich te verdedigen tegen geweld en terreur, ook met militaire middelen. Wel zou Israël gewaarschuwd moeten worden tegen acties gericht tegen Palestijnse parlementsleden en a fortiori tegen de Palestijnse eerste minister, hoewel daar stemmen zijn opgegaan om dat pad te gaan bewandelen. Hiermee zou een gevaarlijke grens worden overschreden met een nog grotere escalatie van het geweld tot gevolg.
Jim Allister (NI) . - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de misère en het leed in Palestina is werkelijk verschrikkelijk. En ook al doet het feit dat deze misère en dit leed grotendeels zelf is teweeggebracht, niets af aan de gevolgen ervan, het ondermijnt wel degenen die Israël altijd de schuld proberen te geven voor elke tragedie in de regio. Vandaag hebben degenen die zich hieraan vaak schuldig maken, zoals de heer Davies en mevrouw Lucas, op hun gebruikelijke stokpaardjes, in dit debat natuurlijk weer hun bevooroordeelde best gedaan om heel onredelijk alle schuld op Israël te schuiven. Waar we hier getuigen van zijn, is een ware burgeroorlog in Palestina tussen Fatah en Hamas. De bijzonder agressieve acties van Hamas laten ons zien dat het streven naar democratie en een democratisch mandaat niet hebben geholpen om hun hang naar terreur te temmen of te temperen. Het is dit onverminderd vasthouden aan terreur dat Hamas zo ongeschikt maakt om te regeren. Evenzo rechtvaardigt hun doorlopende agressie tegenover Israël, met hun aanhoudende campagne van raketaanvallen, volkomen het defensieve antwoord van Tel Aviv.
Ik vrees dat er in de beproefde en mislukte entiteit die Gaza is, geen democratie zal komen en geen vrede zal komen die democratie kan brengen, zolang Fatah en Hamas zowel wapens als stembiljetten gebruiken. Elk internationaal initiatief dat niets doet om de wapens aan beide zijden in Palestina te verwijderen, is gedoemd te mislukken.
Edward McMillan-Scott (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, we debatteren nu opnieuw over de tragische situatie in Palestina. Laat ik beginnen met te zeggen dat we terrorisme allemaal veroordelen, waar het ook plaatsvindt. De plegers van de zelfmoordaanslagen die Londen een paar jaar geleden hebben aangevallen, kwamen allemaal uit mijn kiesdistrict. Ze werden echter gemotiveerd door de gebeurtenissen in het Midden-Oosten - door Irak en door Palestina - en het is daarom goed dat we niet alleen kijken hoe de gebeurtenissen in het Midden-Oosten de mensen aldaar beïnvloeden, maar ook hoe ze de mensen in onze eigen gebieden beïnvloeden.
Ik zei vroeger altijd dat Israël de enige democratie in het Midden-Oosten was. Twee jaar geleden ben ik echter voorzitter geweest van onze delegatie voor de verkiezingen van president Abbas. De internationale gemeenschap was heel blij met deze verkiezingen. Toen hij een paar maanden geleden echter hier was, zei hij dat zijn land in chaos en burgeroorlog zou vervallen als we als internationale gemeenschap hem niet zouden steunen.
Vorig jaar ben ik voorzitter geweest van de waarnemingsmissie voor de parlementsverkiezingen in Palestina. Daarna heeft de Europese Unie de resultaten van de verkiezingen de rug toegekeerd. We lijken verlamd door de routekaart. Naar mijn mening heeft de situatie nu echter het punt bereikt waarop de EU haar aanpak wel moet wijzigen. Palestina stort economisch, politiek en sociaal in. We riskeren een nieuw Algerije, waar tweehonderdduizend doden vielen toen het Westen de resultaten van de verkiezingen in 1992 de rug toekeerde.
Ik ben van mening dat de tijd nu is gekomen dat de EU, als zij de regering van nationale eenheid niet kan erkennen, althans onder de voorwaarden van een ontwerpresolutie die enkelen van ons vorige week hebben besproken, toch uitvoerig gaat samenwerken met deze regering. Tevens is het hoog tijd dat de Commissie buitenlandse zaken van het Europees Parlement een nieuwe werkgroep krijgt. Laten we niet alleen een werkgroep hebben voor de Verenigde Naties of de Balkan of de vijf externe financieringsinstrumenten, maar ook voor het Midden-Oosten.
Véronique De Keyser (PSE). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, probeert u zich een stad voor te stellen die regelmatig in duisternis is gehuld, een stad zonder politie. Beeldt u zich vervolgens in dat de ambtenaren er al anderhalf jaar niet meer zijn uitbetaald. Denk aan de ziekenhuizen zonder medicijnen en aan de scholen zonder leermiddelen. Beeldt u zich een vergrendelde stad in, een stad die volledig aan haar lot wordt overgelaten, een stad zonder werkzaam bestuur. En beeldt u zich nu in dat er daar geld en wapens circuleren. We herinneren ons allemaal nog de nachtelijke stroomonderbreking in New York die de aanleiding was van plunderingen en misdaden in de grootste democratie ter wereld… Wat verwachten we dan dat er vandaag de dag in Palestina gebeurt?
Ons onverantwoorde beleid heeft niet alleen geleid tot het ineenstorten van de bestuursapparaten die we zelf in het leven hebben geroepen, maar ook tot een verzwakking van de plaatselijke macht, tot een toename van de armoede en tot nieuwe gevallen van ziekten die niet meer bestonden - zelfs de Wereldbank is het daarmee eens - en dit ondanks de prijzenswaardige inspanningen van de Commissie. Vandaag zijn we nog een stapje dieper in de ellende terechtgekomen: de Palestijnen vermoorden elkaar! Dat dit zou gebeuren, dames en heren, was een voorspelbaar scenario. We hebben immers nooit geprobeerd om eenheid tot stand te brengen tussen de twee grote Palestijnse groeperingen, wier legitimiteit gebaseerd is op eerlijke verkiezingen. We hebben niet van meet af aan alles in het werk gezet om ze dichter bij elkaar te brengen. In plaats daarvan hebben we ervoor gekozen om een spel van sancties te spelen dat hen nog verder heeft verdeeld.
Terwijl president Abbas zijn leven op het spel heeft gezet en grote risico’s heeft genomen om de vorming van een regering van nationale eenheid mogelijk te maken - een regering die gebaseerd is op een politiek platform naar het voorbeeld van de principes van het Kwartet en die zich aan de eerder gemaakte vredesafspraken houdt - hebben wij op onze lauweren gerust. Het is ons niet gelukt voordeel te halen uit dit lichtpunt en uit de hoop die in Mekka was ontstaan.
De heer Solana, die een bezoek brengt aan de regio, heeft vandaag een terechte uitspraak gedaan: “We moeten de Palestijnse eenheid steunen.” Die steun verlenen we echter niet door een van de partijen te voorzien van wapens en geld! Zoals u allen weet, is er slechts een manier om dat te doen en dat is langs de politieke weg. Ik wil er daarom, samen met enkele van mijn collega’s, op wijzen dat we de regering van nationale eenheid zo snel mogelijk moeten erkennen! De regering moet haar gezag vestigen, we moeten haar daarbij ruggensteunen en dienen het bestaan van haar bevolking veilig te stellen.
Wie wind zaait, zal storm oogsten. Ik ben allicht niet de eerste die dat beweert. Als we echter nog lang weigeren samen te werken met de gematigde islamisten, blijven we opgescheept zitten met de radicalen en de extremisten. En reken maar dat ze niet alleen in Palestina van zich zullen laten horen!
Alexander Lambsdorff (ALDE). - (DE) Mevrouw de voorzitter, de situatie is inderdaad tragisch. Radicale Hamas-groeperingen beschieten Sderot dagelijks met Qassam-raketten. Die aanvallen berusten niet op toeval; zij vormen inmiddels de vijfde schending van de afgesproken wapenstilstand.
Dit is wederom een poging om de aandacht af te leiden van de interne conflicten tussen de Palestijnen onderling, tussen Hamas en Fatah. Door toedoen van de Palestijnen zelf zijn tot nu toe 55 Palestijnen gedood. Het lijkt erop dat nu de tijd aangebroken is om de aandacht opnieuw op de gemeenschappelijke vijand, Israël, te richten. En hoe reageert Israël daarop? Met harde hand. De Israëlische regering, die op een draagvlak van ongeveer 3 procent kan rekenen, speelt Hamas in de kaart en probeert de bron van de aanvallen op militaire wijze uit te schakelen. Ook nu zijn daardoor weer Palestijnse burgerslachtoffers te betreuren. Wederom heeft Hamas tijd gewonnen en kunnen de noodzakelijke politieke concessies uitgesteld worden. En wijzelf maken wederom een verlamde indruk. In Mekka zijn er namelijk wel degelijk concessies gedaan. Die waren weliswaar niet toereikend, maar ondanks alle zwakke punten van Mekka zijn die concessies wel een stap in de richting van vrede. Door de hernieuwde gewelddadigheden is de kern van dit akkoord echter aangetast.
Ik ben dan ook van mening dat het voorlopig belangrijk en terecht is dat de Europese Unie eraan blijft vasthouden dat eerst alle voorwaarden van het Kwartet en de afspraken van Mekka nagekomen moeten worden alvorens de betalingen aan de Palestijnse regering van nationale eenheid kunnen worden hervat. Dat is ook niet in strijd met de oproep van de heer McMillan-Scott om naar een pragmatische, omvattende samenwerking te streven, waarbij inderdaad het welzijn van de bevolking centraal moet staan.
Desalniettemin moeten wij dit belangrijke instrument niet te vroeg uit handen geven. Ik wil de Raad, de Commissie en de Arabische Liga dan ook aansporen om te trachten meer vooruitgang in het vredesproces te boeken. Ik hoop van ganser harte dat zij daarin zeer snel zullen slagen.
Jan Tadeusz Masiel (UEN). - (PL) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de minister, mevrouw de commissaris, tijdens de recente top in Samara is de Europese Unie erin geslaagd om haar geloofwaardigheid te redden. De heer Barroso, de voorzitter van de Europese Commissie, en mevrouw Merkel, de voorzitter van de Raad, hebben geen seconde geaarzeld om aangaande de vleeskwestie passend en vastberaden te reageren op de onrechtvaardige behandeling van Polen, een lidstaat van de Europese Unie. De heer Barroso en mevrouw Merkel hebben de schendingen van de mensenrechten in Rusland op dezelfde manier veroordeeld.
Ik vraag me bijgevolg af waarom de Unie geen stap verder gaat en aandacht vraagt voor het lot van de Palestijnen in Israël of voor dat van Cyprus, dat sinds 1974 door Turkije wordt bezet. Het is schrijnend dat er vandaag, in de eenentwintigste eeuw, nog steeds zulke grote onrechtvaardigheden bestaan in de voortuin van de Europese Unie. Wij doen nog steeds niet genoeg om daar een einde aan te maken.
Kwamen er in Palestina mensen om het leven voor het ontstaan van de staat Israël? Hoe lang wil het Israëlische leger de Palestijnse Gebieden nog bezetten? Hebben de Palestijnen dan geen recht op een eigen staat? Het joodse volk heeft zo lang geen eigen staat gehad - hoe kan het dan nu anderen dat recht ontzeggen? Palestina beantwoordt de voortdurende bezetting met tegenaanvallen op Israël. In vergelijking met de acties van de Israëlische troepen zijn die van de Palestijnen niet meer dan amateuristische pogingen.
Het is aan Israël om de eerste stap te zetten op weg naar de oprichting van een Palestijnse staat. Dat zou het begin kunnen betekenen van minder geweld in de regio en van een vreedzaam naast elkaar bestaan.
Het is de taak van de Europese Unie om de vrijheid in de wereld te bewaken, vooral nu de Verenigde Staten die rol hebben laten varen en overduidelijk partij gekozen hebben voor Israël. Misschien hadden de aanslagen van 11 september wel nooit plaatsgevonden als de Verenigde Staten trouw waren gebleven aan hun vroegere rol van onpartijdige bewaker van recht en rechtvaardigheid in de wereld?
Johannes Voggenhuber (Verts/ALE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, mijnheer de Raadsvoorzitter, tijdens ons laatste debat hier heb ik naar aanleiding van de verkiezingszege van Hamas gezegd dat Europa nooit meer mag toestaan dat het bestaansrecht van Israël ter discussie wordt gesteld. Daarom ben ik zo ontzet en triest teruggekeerd van mijn reis door Palestina. Dat wil zeggen, ik was van plan om een bezoek aan Palestina te brengen, maar ik kon het niet vinden. Wat ik wel gevonden heb, is een militair achterland dat in stukken gebroken en verdeeld is en waar familieleden van elkaar gescheiden zijn en mensen verstoken zijn van werk. Ik trof steden zonder water aan en nederzettingen zonder vruchtbare grond.
Het enige wat ik u kan zeggen, mijnheer de Raadsvoorzitter en mevrouw de commissaris, is dat niemand onder dergelijke omstandigheden kan leven. Het bezettingsregime van de Israëlische regering is niet bevorderlijk voor de veiligheid van het land; hierdoor wordt het land juist in gevaar gebracht. Palestina is hierdoor veranderd in een broeinest van vertwijfeling, haat en geweld. De situatie is slechter geworden, mevrouw de commissaris, en zal zelfs nog verder verslechteren. Dat kan en mag niemand verbazen.
Het is altijd moeilijk om als politicus militaire maatregelen te analyseren. Eén ding wil hier echter wel kwijt, en dat is een fundamentele overtuiging die ik aan mijn reis heb overgehouden: dat bezettingsregime dient ook andere doelen! Dat bezettingsregime is heel duidelijk en ontegenzeggelijk ook bedoeld voor de bescherming van de illegale nederzettingen en hun onderlinge verbindingen. Het is ook bedoeld om de waterreserves van het land in Israëlische handen te houden. Het is ook een manier om land te winnen en de Israëlische grenzen uit te breiden. Dat kan nooit tot vrede leiden!
Zoals ik al zei: niemand mag ooit nog het bestaansrecht van Israël in twijfel trekken. Los van alle kritiek en alle inspanningen die wij van Israël verlangen met het oog op vrede, wil ik hier vandaag echter duidelijk stellen dat Israël zijn bezettingsregime moet beëindigen en een bijdrage moet leveren aan een levensvatbare staat Palestina.
Luisa Morgantini (GUE/NGL). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, de Palestijnen blijven doodgaan. Er zijn er al zoveel doodgegaan in het verleden, en nu worden ze opnieuw collectief gestraft. Dat is het antwoord van het leger tegen een groep terroristen. Natuurlijk moet die groep bevochten worden, maar het Palestijnse volk is opnieuw het kind van de rekening.
Wij zouden eieren voor ons geld moeten kiezen en erkennen dat wij als internationale gemeenschap, politieke partijen en bewegingen gefaald hebben: na veertig jaar is er nog steeds sprake van een militaire bezetting van Israël. Door de muur heeft de toekomstige Palestijnse staat steeds minder water en grond. De tragedie die daar momenteel plaatsvindt, is al vele malen voorspeld.
Sedert 1980 hebben wij het over twee volkeren en twee staten. De ene staat bestaat, de andere is er niet. De Palestijnse bevolking heeft geen vrijheid, zij wordt vernederd, haar bezittingen worden onteigend, zowel de burgerbevolking als haar leiders worden in gijzeling gehouden door groepen extremisten. Het is niet genoeg, het is werkelijk niet genoeg om te beloven dat wij meer economische steun zullen verlenen! De oplossing moet van de politiek komen: de militaire bezetting een halt toeroepen, de uitbreiding van de nederzettingen stoppen, de Palestijnse regering van nationale eenheid erkennen, ijveren voor de eenheid van de Palestijnen en niet voor hun verdeeldheid!
Wij moeten tonen dat de Europese Unie gelooft in het internationaal recht en zij moet dat tegen Israël zeggen, omdat dit land dat recht juist voortdurend schendt. Israël is een land dat dag in dag uit een stukje moraliteit verliest, zoals David Grossman zegt. Wij moeten gauw optreden! Gauw, omdat Palestijnen, Israëli’s en Libanezen de prijs betalen van onze onmacht en onze gewoonte om met twee maten te meten. Wij moeten de regering erkennen en misschien ook een internationale VN-macht naar de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever zenden. Naar mijn mening is dat hoognodig!
Georgios Karatzaferis (IND/DEM). - (EL) Mevrouw de Voorzitter, wij blijven de gevolgen ondervinden van een fout die in 1947 werd gemaakt. Als Israël toen niet eenzijdig was erkend, maar ook een staat Palestina was erkend, hadden wij veel bloedvergieten kunnen voorkomen. Een statistische dienst kwam tot de conclusie dat wij met de hoeveelheid bloed die in dit gebied gevloeid is, een miljoen kinderen hadden kunnen redden met bloedtransfusies.
Alle tragedies - twin towers, Londen, Madrid en elders - zijn het gevolg van dit beleid van 1947, en dat wordt ook nu nog voortgezet. Waarom verliezen wij ons in eindeloze details? Zijn wij sterk genoeg om morgen de staat Palestina te erkennen? Dat zou, zo u wilt, een echte stap vooruit zijn.
Maar wij fluiten de wedstrijd af als de score 90 - 10 is. Bij een uitslag van 50 - 50 verlaat de scheidsrechter met opgeheven hoofd het veld; bij een uitslag van 60 - 40 is het spel voorbij, maar bij een uitslag 90 - 10 breekt de hel los, op de tribunes en op het sportveld.
Daarom is die hel onze schuld. Wij floten immers het einde toen de uitslag 90 - 10 was. Daarom hebben wij nu de poppen aan het dansen, en horen wij in het Parlement dagelijks spreken over kernwapens van Iran. Niemand heeft echter ooit met een woord gerept over de kernwapens van Israël. En dat is onrechtvaardig. Als wij rechtvaardig willen zijn, als wij onze burgers willen geloven en als wij willen dat zij ons vertrouwen, dan moeten wij zorgen voor rechtvaardigheid. Er kan alleen maar rechtvaardigheid zijn, indien de staat Palestina wordt erkend.
Jean-Claude Martinez (ITS). - (FR) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, de Berlijnse muur is intussen gevallen, de Sovjetunie is voorgoed verleden tijd, we leven in een geglobaliseerde wereld en toch is er minstens één gegeven dat nooit verandert. Ik ken een plaats waar de geschiedenis is blijven stilstaan, namelijk Palestina, dat het zwarte gat van de mensheid lijkt te worden: de Gazastrook, de kampen, de raketten, de intifada’s, de aanslagen, één land voor twee volkeren, een eeuwige oorlog die al zestig jaar aan de gang is. Tegelijkertijd is het een enorme wirwar van mythen, met esplanaden, graven, patriarchen, tempels, moskeeën, monotheïsme en cynisme, een cynisme dat overigens aan beide kanten wordt gedeeld door de voorstanders van de harde lijn. Aan Israëlische zijde is er technologie, geweld, de uitschakeling van Arafat en van Fatah, de economische verstikking, de gevangenen - kortom, van alles en nog wat, maar zeker geen onderhandelingen, liever Iran dan Irak, liever sjiisme dan baathisme. Voor de hardliners aan Palestijnse zijde is alleen het demografische aspect op lange termijn van belang.
Intussen zijn er al drie generaties opgeofferd. En wij, wat doen wij? Wij leggen verklaringen en bezoeken af en organiseren humanitaire missies - is het niet, mijnheer Solana? Niet meer dan dat! Eigenlijk is dit conflict een ver uitvloeisel van de Europese conflicten in 1914-1918 en in 1939-1945, en toch doen wij niet wat wij in een dergelijke situatie zouden moeten doen. We gedragen ons als farizeeërs. We weten nochtans dat er meer zou moeten gebeuren dan spoedbijeenkomsten beleggen, dat we een einde moeten maken aan de embargo’s, dat we ons moeten inzetten en dat we een Europees Camp David nodig hebben, met alle betrokken partijen, dus niet alleen met Israël, Palestina en de regering van nationale eenheid, maar ook met Syrië, Iran en Libanon. We beseffen daarenboven dat we het recht van beide partijen moeten erkennen, uiteraard het recht van de Israëlische staat op een eeuwig voortbestaan, maar ook het recht van de Palestijnse staat om te bestaan en erkend te worden.
Charles Tannock (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de recente neerwaartse spiraal van bloederig geweld tussen gewapende milities van de seculiere Fatah en de islamitische Hamas in Gaza is een bron van grote zorg, omdat we nu de gevolgen zien van het verzwakte Israëlische leiderschap na de oorlog met Libanon en van een verzwakte Palestijnse president Abbas. President Abbas moet zien om te gaan met de religieuze fundamentalisten binnen Hamas, die vorig jaar de verkiezingen hebben gewonnen. De leden van Hamas in de regering van nationale eenheid zijn duidelijk niet in staat zich los te maken van hun onbuigzame standpunten gebaseerd op theocratische obscurantistische ideeën dat de staat Israël nooit expliciet kan worden erkend, dat terroristisch geweld gerechtvaardigd is, en dat ze zich niet hoeven te houden aan eerdere overeenkomsten die zijn ondertekend door de overleden voorzitter Arafat.
Deze regering van nationale eenheid van de Palestijnse Autoriteit voldoet dus duidelijk niet aan de criteria van het Kwartet. De EU kan momenteel de ban van Hamas als terroristische organisatie niet opheffen en de Palestijnse Autoriteit niet rechtstreeks financieren. Zij moet in plaats daarvan vertrouwen op het TIM om humanitaire hulp te leveren, die nu in totaal meer dan 500 miljoen euro per jaar bedraagt en de afgelopen drie jaar zelfs is toegenomen. Zoals blijkt uit de recente voorstellen van de Arabische Liga, accepteren de Arabieren in toenemende mate de wenselijkheid van een door onderhandelingen tot stand gekomen oplossing. Na de recente regen van meer dan honderd Qassam-raketten die Hamas op burgergebieden heeft afgeschoten, erkennen de Israëli's allemaal de schade die het voortdurende geweld toebrengt aan de Israëlische economie en maatschappij. Er was afgelopen week zelfs een dodelijk ongeluk dat in mijn ogen volgens het internationaal recht een oorlogsmisdaad was.
Het lijkt erop dat alleen de extremisten bang zijn voor vrede. Wat de wortels van het conflict in het Midden-Oosten ook mogen zijn, onder de Arabische staten neemt het besef toe dat Israël er is en zal blijven, terwijl joden over de hele wereld kunnen zien dat de veiligheid van Israël op de lange termijn het meest is gediend met erkenning van het legitieme verlangen van het Palestijnse volk naar een eigen veilige staat.
De Palestijnse Autoriteit moet echter eerst in staat zijn orde en gezag te verzekeren op haar grondgebied, waar ze momenteel duidelijk niet in slaagt. Wanneer BBC-verslaggever Alan Johnston en de ontvoerde soldaat korporaal Shalit zouden worden vrijgelaten, zou dat een mooi begin zijn en een klimaat scheppen dat bevorderlijk is voor hervatting van de belangrijke routekaart voor vredesonderhandelingen.
Hannes Swoboda (PSE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte collega’s, ik wil mij allereerst verontschuldigen voor het feit dat ik meteen na mijn betoog weg moet, aangezien ik ergens het voorzitterschap moet bekleden. Ik weet dat dit niet beleefd is, maar ik hoop dat u mijn excuses accepteert.
Het staat buiten kijf dat Israël het recht heeft om zich tegen Qassam-raketten te verdedigen. Die raketaanvallen op civiele installaties en burgers zijn een misdaad. Hierdoor wordt niet alleen Israël geprovoceerd, maar ook de regering die op dit moment in Palestina aan de macht is. Je zou zelfs kunnen zeggen dat dat het belangrijkste doel achter die beschietingen is. En wat doet de Europese Unie?
Het spijt mij dat ik de heer Gloser moet meedelen dat het antwoord dat hij, uiteraard namens het voorzitterschap, heeft gegeven absoluut onbevredigend is. Dat antwoord is net zo onbevredigend als het antwoord dat bij het laatste debat is gegeven.
Wij doen niets om de positie te versterken van degenen die als enige de mogelijkheid hebben om iets tegen deze terroristen te ondernemen. Met onze verklaringen zullen wij niets aan de situatie veranderen. Als de Europese Unie deze regering geen kans gunt, zullen ook de militaire tegenaanvallen van Israël helaas geen verandering in de situatie brengen, zelfs niet als die in sommige gevallen absoluut gerechtvaardigd zijn. Ik gebruik de term “regering”, maar eigenlijk is het bijzonder cynisch dat per minister besloten moet worden of er wel of geen gesprekken mogen worden gevoerd. Ik heb de laatste keer al gezegd dat het niet echt van een productieve houding getuigt als de voorzitter van de Raad wel een gesprek met de Israëlische minister van Buitenlandse Zaken voert, maar vervolgens, als er een ontmoeting met de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken op het programma staat, zegt dat het niet haar gewoonte is om met ministers van Buitenlandse Zaken te praten.
Ik wil de commissaris voor de buitenlandse betrekkingen niet in de problemen brengen, maar zij heeft altijd gezegd dat zij de regering ondersteunt en niet individuele ministers. Zij en het voorzitterschap beweren allebei weliswaar dat de heer Abbas gesteund moet worden, maar in de praktijk komt daar gewoon niets van terecht als zij zijn regering niet steunen om tegen het terrorisme en de terroristen op te treden.
Dat is de kern van het probleem. Als Europa die steun niet geeft, zullen al die gesprekken niets opleveren, aangezien de vrede alleen van binnenuit tot stand kan worden gebracht. Er kan alleen vrede komen indien er sterke krachten in Palestina zijn, die hun plannen kunnen uitvoeren omdat zij op de politieke, morele of financiële steun van de Europese Unie kunnen rekenen in de strijd tegen het terrorisme. Daarbij is zowel Palestina als Israël gebaat. Ik herhaal het nog één keer: als u Israël wilt helpen dan moet u deze regering een kans geven. Dat is de enige reële oplossing.
Vittorio Prodi (ALDE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik dank het voorzitterschap en de Commissie voor hun aanwezigheid. Gezien mijn beperkte spreektijd zal ik maar een paar opmerkingen maken.
Palestina is een ernstige en spoedeisende kwestie. Het Palestijnse volk zit in een neerwaartse spiraal. Wij moeten trachten daar verandering in te brengen. De regering van nationale eenheid is de enige gesprekspartner. Wij moeten zo realistisch zijn om tot die slotsom te komen, en wij moeten trachten tijd te winnen met een actie die hoop geeft aan Palestina. Het is ook mogelijk dat er een vredeshandhavingsmacht naar het gebied wordt gezonden. Als Europese Unie moeten wij de moed hebben om garant te staan voor de veiligheid van Israël en Palestina, in het kader van een beleid van opening jegens de Arabische wereld. Daarbij moet begonnen worden met het gehele Middellandse-Zeegebied, dus dit conflict mag niet losgekoppeld worden van het algemene probleem van de betrekkingen tussen de islam en het Westen.
Ik geloof in een droom: dat er ooit een hervormde organisatie van de Verenigde Naties komt die haar hoofdkwartier in Jeruzalem krijgt, zodat men daadwerkelijk hoop kan brengen! Daar kan aan gewerkt worden; ik geloof dat wij dat kunnen doen!
Paul van Buitenen (Verts/ALE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, het handvest van Hamas is een heilige tekst met drie islamitische zegels. Anders dan de seculiere PLO, erkent Hamas het concept van vrede niet. De PLO mag een tweestatenoplossing willen, maar Hamas wil Israël elimineren.
Wat zegt het handvest van Hamas eigenlijk? In artikel 7 noemt het een islamitische wereldorde en de vernietiging van alle joden. De artikelen 22 en 28 zeggen dat het joodse volk verantwoordelijk was voor de Franse en Russische revolutie, de Eerste en Tweede Wereldoorlog, maar ook voor de Verenigde Naties, voor drugs- en alcoholmisbruik en controle van de massamedia. Een einde maken aan het conflict met Israël is hoogverraad, en de verraders zullen volgens artikel 32 worden vervloekt.
Samenwerken met Hamas zou de EU moreel verantwoordelijk maken voor een vredesproces dat leidt tot de vernietiging van Israël. We moeten de Palestijnen helpen, maar niet door de agenda van Hamas te bevorderen.
Bastiaan Belder (IND/DEM). - Voorzitter, begin februari verscheen in de Duitse pers, in de Frankfurter Allgemeine, een uiterst somber verslag over de politiemissie van de Europese Unie in de Palestijnse gebieden. "Je werkt hier in een moeras van bedrog en corruptie", oordeelde haar scheidende leider MacGyver, een Brit, openhartig.
Maanden later is de situatie door de escalatie van de rivaliteit tussen Fatah en Hamas alleen maar verslechterd. Een noodzakelijke vraag dringt zich derhalve op, Raad en Commissie: hoe zinvol acht u voortzetting van de EU-missie tot opbouw van een burgerpolitie op de westelijke Jordaanoever en in Gaza? U zult toch bezwaarlijk medeverantwoordelijk willen zijn voor de verregaande rechteloosheid aldaar?
Inmiddels meldde persbureau Reuters gisteren dat de Europese Unie haar grensmissie in Rafah met een jaar verlengt onder het veelzeggende, onveranderde motto "De Palestijnen zijn verantwoordelijk voor de grens". Hun politie kijkt wel uit de smokkelaars van wapens, drugs, geld en personen iets in de weg te leggen, aldus Palestijnse ingewijden. Dat is mijn bron. Aan Raad en Commissie dezelfde vraag: wilt u daarvoor lijdelijk verantwoording nemen?
Günter Gloser, fungerend voorzitter van de Raad. - (DE) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, geachte collega’s, ik vraag om begrip dat ik vanaf deze plaats slechts een paar korte opmerkingen kan maken. Ik heb namelijk om 18.00 uur een afspraak bij uw Commissie buitenlandse zaken in verband met een terugblik op en evaluatie van de laatste bijeenkomst van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen.
Ik heb alle begrip voor alles wat u heeft gezegd, zeker voor de dingen die gebaseerd zijn op persoonlijke reiservaringen of gesprekken. Ik hoop echter ook dat u met mij de constatering deelt dat het juist de Europese Unie, en met name het voorgaande en het huidige voorzitterschap zijn geweest, die zich inspanningen hebben getroost om het Kwartet voor het Midden-Oosten nieuwe leven in te blazen en een vredesproces in gang te zetten. Door het in gang zetten van dat proces is ook het initiatief van Saoedi-Arabië tot stand gekomen. Ik zou graag om enige nuanceringen willen verzoeken: niet alle dingen die er gebeurd zijn, kunnen toegeschreven worden aan het bevriezen van bepaalde financiële middelen. Het gaat ook om interne Palestijnse conflicten. Ik heb in de verklaring namens het voorzitterschap al gezegd dat wij in de gesprekken met Israël uiteraard duidelijk hebben gemaakt dat bepaalde middelen waar de Palestijnen recht op hebben - douane- en belastinggelden - geretourneerd moeten worden om een aantal infrastructuurmaatregelen uit te kunnen voeren. De commissaris heeft er herhaaldelijk op gewezen - en zeker ook in de Raad - op welke manier de Europese Unie de afgelopen maanden steun heeft verleend. Bij het publiek kan zo nu en dan weliswaar de indruk ontstaan dat wij niets of te weinig financieel bijdragen, maar het tegendeel is juist het geval: wij hebben als Europese Unie tijdens die uiterst kritieke fase meer financiële middelen beschikbaar gesteld dan in welke andere situatie in het verleden ook.
Tegen de heer Davis wil ik graag zeggen dat wij niet verwachten dat de Palestijnen zich als heiligen gedragen om alles te krijgen wat zij willen. Als er echter één ding duidelijk tijdens de conferentie in Mekka naar voren is gekomen bij de pogingen om een regering van nationale eenheid samen te stellen, dan is dat het volgende: er zal voldaan moeten worden aan de voorwaarden waarop het Kwartet altijd heeft aangedrongen, te weten het respecteren van het bestaansrecht van Israël, het afzweren van geweld en het nakomen van de afspraken die met de vorige regering zijn gemaakt. Er zit enig schot in de zaak, maar het is nog steeds niet duidelijk of de regering deze voorwaarden accepteert. Wij hebben helemaal geen reden om een of andere muur op te trekken. De regering van nationale eenheid zou de juiste stap wel kunnen zetten en dan zouden ook adequate voorwaarden geschapen kunnen worden. Het is toch niet alsof wij deze kwestie als een of ander marginaal thema behandelen. Op elke bijeenkomst van de Raad wordt besproken hoe er vooruitgang kan worden geboekt. Ik heb uitdrukkelijk gezegd dat het voorzitterschap ernaar streeft om op korte termijn nogmaals een bijeenkomst van het Kwartet voor het Midden-Oosten te organiseren, omdat wij weten hoeveel daarvan afhangt. De Hoge Vertegenwoordiger, die zich vele kilometers noordelijker in Beiroet bevindt, weet immers dat het niet alleen om Israël en Palestina gaat, maar dat het ook een zaak is van de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van Libanon.
Ik zou erop willen aandringen dat wij het niet alleen bij mooie woorden laten, maar trachten om initiatieven in gang te zetten die er niet alleen toe leiden dat Israël en de Palestijnen weer de dialoog aangaan, maar die er ook voor zorgen dat wij weer de benodigde financiële steun kunnen geven. Dan kunnen wij - en ik heb dat zojuist nog even nagelezen - Israël ook vragen om de bewegingsvrijheid van de Palestijnen te verbeteren, zodat zij niet langer zo opgesloten zitten als thans het geval is. Met de huidige situatie kan niemand vrede hebben. Ik hoop dat u er begrip voor kunt opbrengen dat ik dit debat nu helaas moet verlaten.
Jana Hybášková (PPE-DE). - (CS) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, hartelijk dank voor het feit dat u hier vandaag bij ons bent gebleven. In tegenstelling tot de meeste afgevaardigden ben ik meer dan eens in Palestina geweest. Israël heeft, zoals we hier allemaal wensten, de Gazastrook ontruimd en deze overgedragen aan een vrij en democratisch gekozen regering. De Gazastrook is dus geen militair grondgebied, maar een territorium dat is vernietigd door het extremisme, het fundamentalisme, het terrorisme, de corruptie en het cynisme van de Palestijnse krijgsheren zelf.
Dames en heren, zijn we echt zo naïef te denken dat we, door weer eens met een paar honderd miljoen euro te smijten zonder daaraan voorwaarden te verbinden, de Jund Al-Islam en Mohammed Dahlan ervan kunnen weerhouden om door te gaan met hun geweldplegingen? Denken we werkelijk dat met de legalisering van krijgsheren en terroristen zoals Khaled Mashal en Dahlan de vrede over het gebied nederdaalt? Gelukkig zijn er nog de Raad en de Commissie, die ik bij deze wil bedanken voor hun duidelijke en vastberaden houding. Ik dank hun voor het feit dat zij in deze moeilijke tijden aan de kant van het recht staan. We moeten duidelijk zijn in onze afwijzing van al het geweld en eer betonen aan de slachtoffers in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever. We moeten het feit dat Israël in een wurggreep wordt gehouden door het weerzinwekkende extremisme van de in de Palestijnse regering vertegenwoordigde Hamas, ondubbelzinnig veroordelen. Ik wil u met klem wijzen op de onweerlegbaar aangetoonde samenwerking van Hamas en van regeringsvertegenwoordigers van deze organisatie met nieuwe Al-Qaeda-organisaties zoals Fatah Al-Islam en Jund Al-Islam.
Wij roepen de Palestijnse regering ertoe op om zowel over te gaan tot erkenning van de brievenwisseling tussen Rabin en Arafat als om op te houden met liegen over de invulling van de basisvoorwaarden voor de erkenning van Israël. We doen een dringend beroep op elk kleinste beetje gevoel van politieke en menselijke verantwoordelijkheid dat maar bij de Palestijnse regering en de Arabische leiders - met name de Saoedische en Egyptische - aanwezig is, om per direct vredesonderhandelingen te openen over de erkenning van de staat Israël binnen internationaal erkende grenzen. We vragen Fatah om onverwijld onderhandelingen te openen met Hamas over de krachtenverdeling in het presidentieel kabinet. Alleen op deze stevig in het recht gewortelde wijze zal het daadwerkelijk mogelijk zijn om humanitaire hulp te verlenen, en bovenal om het ontstaan van een levensvatbare en democratische Palestijnse staat te ondersteunen.
Jamila Madeira (PSE). - (PT) Mevrouw de Voorzitter, mevrouw de commissaris, zoals gezegd is het Europees Parlement begin deze maand in Palestina geweest. De situatie was toen al erg gespannen maar nu, twee weken later, is de spanning verder opgelopen. De inwoners van de regio verwachten helaas steeds minder van de Europese Unie. In weerwil van de verschillende factoren die spanning veroorzaken, heeft het Europees Parlement geprobeerd in het veld aanwezig te zijn en niettegenstaande de opgelopen spanning is vandaag ook de heer Solana in de regio.
We hebben daar een humanitaire ramp gezien. De commissaris heeft die toestand al beschreven en is er natuurlijk mee bekend. Maar wij hebben ook een muur van 852 km lengte gezien die het geweld zou moeten bestrijden en de Israëli’s tegen Arabische aanvallen beschermen. Die muur dringt binnen in 25 procent van het grondgebied van de Westelijke Jordaanoever en annexeert gebieden die voor elke vredesregeling die uitgaat van de toestand van voor 1967, cruciaal zijn. Die muur maakt mensen tot gevangenen in hun eigen huis, maakt het kinderen onmogelijk naar school te gaan en belet boeren hun land te bewerken. Die muur heeft van de Gazastrook de grootste openluchtgevangenis in de wereld gemaakt, een gevangenis waar de Israëlische politie sinds begin 2006 bepaalt dat er niemand in of uit mag. Of misschien moet ik zeggen dat er niets in of uit mag!
In deze context zijn wij allemaal onthutst blijven toekijken en hebben we elk engagement geweigerd. We hopen dat vandaag de ogen en het hart van de heer Solana de mensen daar namens ons enige hoop kunnen bieden. Wij hebben daar ter plekke de boodschap overgebracht en de regering erkend, waar het Kwartet om heeft gevraagd. Vandaag vragen wij hier dat men daadwerkelijk op die weg voortgaat, dat de Raad en de Commissie die verbintenis en de opgelegde voorwaarden nakomen en bereid zijn met iedereen samen te werken.
Hier dient te worden gezegd en zwart op wit gezet wat de Europese Unie daadwerkelijk bereid is te doen. Laten we de wereld nog eens tonen dat er alleen vrede kan worden bereikt door degenen de hand te reiken die dat nodig hebben, om zo een eind te maken aan hun wanhoop.
Hannu Takkula (ALDE). - (FI) Mevrouw de Voorzitter, allereerst wil ik zeggen dat ik, nu ik dit debat beluister, het gevoel heb dat het totaalbeeld enigszins beperkt is. Een geschoolde burger die dit debat volgt zou kunnen denken dat veel leden van het Europees Parlement een nogal beperkte kennis van de geschiedenis van Palestina en Israël hebben. Hoe is de staat Israël ontstaan? Hoe luidde indertijd de resolutie van de Verenigde Naties? Wat was de verdeelsleutel? Wat was de Verklaring van Balfour? Zo kan ik doorgaan. Het is een schande voor ons parlementariërs als wij niet eerst ons huiswerk maken en in plaats daarvan met grote emoties komen spreken over zaken waar wij niet per se iets vanaf weten. Het is daarom goed even na te denken waar het in de betreffende regio om draait en zich een totaalbeeld te vormen, en er niet alleen maar kort naar te verwijzen.
Wij Europeanen moeten democratie steunen en geen terrorisme. Onze waarden zijn mensenrechten, vrijheid van meningsuiting en het rechtsstaatbeginsel. Daar moeten wij aan vasthouden. Als dat onze waarden zijn, kunnen wij niet de zogeheten regering van nationale eenheid erkennen, die wordt geleid door de terroristische organisatie Hamas. Wij kunnen die niet erkennen: als Europeanen moeten wij vasthouden aan onze democratische waarden.
Frieda Brepoels (PPE-DE). - Voorzitter, commissaris, collega's, na ons bezoek begin mei aan de westelijke Jordaanoever en Gaza kan ik alleen maar concluderen dat we verder af staan dan ooit van een structurele oplossing, zoals nochtans afgesproken veertig jaar geleden.
We zien op de westelijke Jordaanoever heel veel illegale nederzettingen tot stand komen. We zien het aantal controleposten alleen maar aangroeien in plaats van afnemen. In Gaza leeft 87% van de mensen beneden de armoedegrens. Er zitten nog 41 Palestijnse parlementsleden in de gevangenis en van de terugkeer van vluchtelingen wordt helemaal niet meer gesproken. En de muur die groeit inderdaad uit tot de grootste ter wereld. Daar kan Israël trots op zijn.
Nochtans hebben de Palestijnen ook het recht op zelfbeschikking en een menswaardig bestaan en zij zijn bereid om offers te brengen en compromissen te sluiten. Zij hebben al meermaals concreet getoond dat ze vrede en welvaart willen voor hun volk.
Maar willen de internationale gemeenschap en de Europese Unie dit eigenlijk nog wel? Ik heb daar soms mijn twijfels over, ook als ik vandaag de commissaris hoor zeggen dat zij na gesprekken met de minister hoort dat men de regering van nationale eenheid vraagt om steun te geven en dat Abbas dit ook vraagt. Waarom erkent u dan de regering niet? Waar wacht u eigenlijk op? Wanneer zult u de directe steun aan de Palestijnse Autoriteit eindelijk geven?
Ik hoor het voorzitterschap spreken over de vereisten van het kwartet. Maar wij moeten niet wachten op een nieuwe bijeenkomst van het kwartet. De Europese Unie zou hier het voortouw kunnen nemen. Wij moeten spreken met de gehele regering.
En tenslotte, commissaris, u zegt dat alle instrumenten gebruikt worden om Israël te dwingen die taksen over te maken aan de Palestijnen. Ik zie niet over welke instrumenten u het had. Ik zou daar heel graag iets meer over horen, want ik denk dat er geen tijd meer te verliezen is.
VOORZITTER: MANUEL ANTÓNIO DOS SANTOS Ondervoorzitter
Béatrice Patrie (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, we moeten vandaag nog maar eens de sombere balans van het Midden-Oosten opmaken. Sinds 6 mei zijn er zesendertig Palestijnen, waaronder elf burgers, om het leven gekomen bij Israëlische luchtaanvallen op de Gazastrook. De tegenpartij heeft op haar beurt 146 raketten afgevuurd op de Israëlische stad Sderot. Daarbij raakten zestien mensen gewond. De Palestijnen bestrijden elkaar. In Libanon zijn de dertigduizend Palestijnse vluchtelingen van het Nahr Al-Bared-kamp het slachtoffer van de gevechten tussen het Libanese leger en de extremisten van Fatah-al-Islam. Laten we met het oog hierop duidelijk stellen dat het in geen enkele situatie gerechtvaardigd is om burgers te doden.
Ruimer genomen moeten we eisen dat er een radicale wijziging komt in het Europese beleid voor het Midden-Oosten. Het is onaanvaardbaar dat we nog langer weigeren de Palestijnse regering van nationale eenheid politiek en financieel te steunen, zonder enige uitsluiting. Het gaat om een regering die we zelf zo graag tot stand wilden zien komen en die - als we de Palestijnse minister van Buitenlandse Zaken mogen geloven die hier onlangs aanwezig was - ten eerste het politieke pluralisme respecteert, ten tweede het bestaansrecht van de Israëlische staat niet ter discussie stelt, ten derde oproept tot de erkenning van een Palestijnse staat binnen de grenzen van 1967, en ten vierde opnieuw belang hecht aan de Arabische en de VN-resoluties, voornamelijk met betrekking tot de vluchtelingenkwestie.
Laten we redelijk zijn. Het vredesinitiatief dat het licht zag tijdens de top in Riyad heeft geen enkele kans van slagen wanneer wij, Europeanen, niet alles in het werk stellen om een eind te maken aan de politieke en economische blokkade waarvan de Palestijnse regering het slachtoffer is. Deze situatie duurt nu al vijftien maanden, 70 procent van de bevolking leeft onder de armoedegrens en het werkloosheidspercentage bedraagt 50 procent. Dergelijke omstandigheden vormen een perfecte voedingsbodem voor fundamentalisme en terrorisme, maar geven een regering weinig ruimte om de rust en orde te herstellen. Aangezien we van de Palestijnse regering verlangen dat ze haar verantwoordelijkheid op zich neemt, moeten wij ervoor zorgen dat we hetzelfde doen.
Marios Matsakis (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, als kind geloofde ik dat alle mensen gelijk waren. Toen ik volwassen werd, was ik zeer ontstemd toen ik besefte hoezeer ik het bij het verkeerde eind had. Er waren in feite twee soorten mensen: mensen wier leven ertoe deed, en mensen wier leven er niet toe deed. Daarna ging ik in de politiek en leerde ik dat wat echt belangrijk was, niet was wat juist is, maar wat stemmen binnenbrengt.
Als lid van het Europees Parlement ben ik nu uiteindelijk tot het standpunt gekomen - hoe simplistisch en cynisch het in de oren van sommigen ook mag klinken - dat er inderdaad twee soorten mensen zijn: mensen waarop de Amerikaanse regering gesteld is, en mensen waarop de Amerikaanse regering niet gesteld is. Op grond van dit standpunt kan het Palestijnse volk worden vernederd, uitgehongerd, gevangengezet zonder proces, gemarteld, geëxecuteerd, enzovoort, en het doet er niet echt toe, want de regering Bush en haar trouwe dienaars, zoals de ‘Blairino's’ van deze wereld, beschouwen de Palestijnen als minder dan menselijk.
Waarom zouden we dus onze tijd verspillen aan debatteren over Palestina wanneer we weten dat er toch niets belangrijks uitkomt? Als we ons echt bekommeren om dit vraagstuk, zouden we onze inspanningen moeten richten op de grootmeester van de planeet, de heer Bush, en moeten proberen hem ervan te overtuigen dat Palestijnen toch echt mensen zijn. Als we daarin slagen, wat ik ten zeerste betwijfel, kunnen we misschien constructief bijdragen tot een oplossing voor het Palestijnse probleem.
Filip Kaczmarek (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, we verlangen allemaal naar vrede in het Midden-Oosten. Toch is het idee dat hier werd geopperd, namelijk dat de Europese Unie opnieuw moet beginnen met de betaling van haar volledige pakket van rechtstreekse financiële steun aan de regering van de Palestijnse Autoriteit, zonder enige twijfel voorbarig.
Het houden van democratische verkiezingen in een land is geen voldoende voorwaarde voor de toekenning van Europese steun. In specifieke gevallen weigert de Europese Unie ook om het geld van haar belastingsbetalers aan bepaalde democratische landen te geven.
Naar mijn mening zijn er twee fundamentele redenen om geen financiële steun toe te staan. Een eerste reden is dat een bepaald land de steun van de Europese Unie eenvoudigweg niet nodig heeft. Een tweede reden is dat het land in kwestie een aantal fundamentele beginselen, die van wezenlijk belang zijn voor de Europese Unie, weigert te erkennen of in praktijk te brengen.
In het geval van Palestina is deze tweede reden van toepassing. Het meningsverschil over de financiering gaat eigenlijk helemaal niet over Israël en Palestina, maar over onze eigen beginselen. De potentiële ontvanger weigert het recht van de donor te erkennen om een aantal basisprincipes ten uitvoer te leggen.
Het is absurd dat we tijd verliezen aan oeverloze debatten over wanneer we iets ‘terrorisme’ of ‘strijd voor de vrijheid’ noemen. In plaats daarvan zouden we ons beter de vraag stellen of we een organisatie moeten steunen die in haar programma oproept tot geweld tegen anderen. Kunnen we steun verlenen aan degenen die helemaal geen vrede willen? Het antwoord op de vraag of we financiële steun moeten verlenen aan regeringen die geen vrede willen, ligt voor de hand - of dat lijkt toch zo. Dat moeten we niet. De redenen om Palestina financiële steun te weigeren, hebben niets te maken met de chaos in de Palestijnse Autoriteit of met het feit dat het op dit moment onduidelijk is hoe lang de regering van nationale eenheid nog in staat zal zijn te regeren. Ze staan volledig los van de vraag hoe lang deze regering nog reële macht zal kunnen uitoefenen. Onze redenen houden evenmin verband met het feit dat er vorige week vijftig Palestijnen om het leven zijn gekomen in conflicten tussen Hamas en Fatah. Ze hebben evenmin iets te maken met het feit dat Palestijnse kinderen in de kinderprogramma’s van de televisiezender Al-Aksa worden opgeroepen om Israël te vernietigen en de wapens op te nemen. De voornaamste reden waarom we in dit geval financiële steun moeten weigeren, is dat we onze eigen principes, onze eigen waarden en ons eigen verleden trouw moeten blijven.
We moeten duidelijk te kennen geven dat de keuze tussen overwinning en martelaarschap, een idee van de eerste minister Haniyeh, niet alleen zinloos is, maar eveneens schadelijk voor de nationale belangen van het Palestijnse volk.
David Martin (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik voelde me enigszins bemoedigd door de woorden van de commissaris, en eerlijk gezegd, zwaar gedeprimeerd door wat de Raad had te zeggen. Het lijkt ongelooflijk dat de Raad verzuimt te erkennen dat de vorming van een regering van nationale eenheid in Palestina een groot politiek risico was, zowel voor Fatah als voor Hamas. Het platform van de regering van nationale eenheid is een platform van onderhandelingen en streven naar vrede, iets dat de Raad verzuimd heeft te erkennen.
Ik vind - en ik denk dat de meerderheid in dit Parlement dit nu ook vindt - dat de tijd is gekomen om alle beperkingen aan onze omgang met de Palestijnse Autoriteit op te heffen. De commissaris heeft vandaag gezegd dat bijna is voldaan aan de voorwaarden voor hervatting van de directe steun. Commissaris, laten we niet op bescherming wachten. Ik verzoek u dringend naar de volgende vergadering van de Raad Buitenlandse Zaken te gaan en hun te vragen de regering van nationale eenheid van de Palestijnse Autoriteit te erkennen. Als de Palestijnse regering haar belofte niet nakomt, kunnen we natuurlijk altijd nog een einde maken aan onze onderhandelingen en onze contacten met hen, maar laten we ze een kans geven.
Wanneer we nalaten met de Palestijnse regering samen te werken, helpt dat niet om een einde te maken aan de cyclus van geweld of om de ernstige humanitaire crisis aan te pakken, waarover zoveel van mijn collega's vanmiddag zo welsprekend hebben gesproken. Wanneer we nalaten met de Palestijnse regering samen te werken, helpt dat evenmin om Israël aan te moedigen een einde te maken aan zijn financiële en militaire aanvallen op Palestina. Zelfs vandaag nog heeft de onderminister van Defensie van Israël gewaarschuwd dat zijn land de leider van Hamas, de huidige Palestijnse premier, kan selecteren voor een buitengerechtelijke executie. Denkt iemand nu echt dat acties zoals deze het vredesproces helpen?
Sarah Ludford (ALDE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, nadat de regering Bush de afgelopen vijf jaar op tragische wijze heeft verzuimd zich in te spannen voor een vredesakkoord tussen Israël en Palestina, is het Arabische vredesinitiatief een zeldzaam lichtpuntje. De vrijlating van korporaal Shalit en Alan Johnston en de veertig Palestijnse wetgevers zou de broodnodige goodwill opleveren. Het feit dat de EU en de VS banden onderhouden met de Palestijnse ministers van Buitenlandse Zaken en Financiën, laat zien dat er geen sprake is van een boycot, geen verzuim om met hen in gesprek te gaan. De honderden miljoenen euro's aan humanitaire hulp betekenen dat we ons niet hebben afgekeerd van de benarde situatie van de mensen.
Het is echter heel moeilijk voor te stellen dat de begrotingssteun aan de Palestijnse Autoriteit wordt hervat, wanneer de regering van nationale eenheid niet heeft voldaan aan de eisen van het Kwartet, ondanks enkele beweringen van het tegendeel. Zelfs als we de voortdurende verklaringen van woordvoerders van Hamas, die zweren Israël te zullen vernietigen, niet toeschrijven aan premier Haniyeh, kunnen we zijn invocatie van God of martelaarschap gisteravond om Palestijnen te hulp te roepen, niet negeren. De collega's die pragmatisch meenden te moeten aanvoeren dat de regering van nationale eenheid de beste deal is die we kunnen krijgen, moeten zich vooral bij die rechtvaardiging houden als ze met hen willen souperen, maar moeten niet proberen ons ervan te overtuigen dat er iets is gebeurd dat niet is gebeurd.
John Bowis (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, onze boodschap aan iedere Israëli, iedere Palestijn, ieder lid van Hamas of Fatah moet zijn: Trek u terug, in naam van uw god en in het belang van uw kinderen!
Vandaag horen we hoe de woordvoerder van de Israëli's dreigt de gekozen premier van Palestina te vermoorden; we horen Hamas dreigen wraak te nemen; we zien hoe Fatah en Hamas afwisselend wel en niet met elkaar in conflict zijn; we hebben gezien hoe de moord op een Palestijnse familie op een strand in Gaza heeft geleid tot de gevangenneming van de soldaat Shalit, wat weer heeft geleid tot aanvallen en tegenaanvallen, vergelding, en ga zo maar door. Stop! Denk! Praat met elkaar! Laat soldaat Shalit vrij! Laat Alan Johnston vrij, en laat de voorzitter en de veertig leden van het gekozen Palestijnse parlement vrij! En tot de EU zeg ik: ga het gesprek aan, zowel met de Palestijnse regering als met de Israëlische regering.
Men zegt verder dat we manieren moeten zien te vinden om een einde te maken aan de oorzaken van geweld. De grootste oorzaak is armoede. De armoede onder de Palestijnen is sterk gestegen, en dat komt doordat belastingen worden achtergehouden, doordat werknemers geen loon ontvangen, door handels- en bankembargo's. Het is tijd dat aan dit alles een einde komt, voordat het uitloopt op nog meer geweld. Het is tijd dat een einde wordt gemaakt aan de illegale nederzettingen en dat deze worden verwijderd. Het is tijd een einde te maken aan die verschrikkelijke, wrede, immorele muur en deze af te breken. En het is ook tijd, commissaris, het document te publiceren dat de hoofden van de missie in Jeruzalem en Ramallah hebben opgesteld, die verslag hebben uitgebracht over Oost-Jeruzalem en hebben geconcludeerd dat de activiteiten van Israël in Jeruzalem een schending zijn van zowel zijn verplichtingen uit hoofde van de routekaart als het internationale recht.
Laten we dat in de openheid brengen. Laten we praten, en laten we dan iedereen overreden aan de toekomst van hun kinderen te denken, een einde te maken aan het geweld en te werken aan vrede.
(Applaus)
Libor Rouček (PSE). - (CS) Het geweld en de onlusten in de Palestijnse gebieden blijven maar aanhouden. De grote persagentschappen voorzien ons dagelijks van verse gegevens over het aantal doden en gewonden. Ondanks veelvuldige verklaringen over een af te kondigen bestand tussen Fatah en Hamas, blijven de gewapende schermutselingen tussen de twee groeperingen doorgaan. Ook de beschieting van de stad Sderot vanuit de Gazastrook duren voort, en zo ook de vergeldingsaanvallen hiervoor van Israëlische kant. De Palestijnse verpleegkundigen en leraren zijn in staking gegaan, en zelfs de Palestijnse politiemensen en ander overheidspersoneel krijgen geen loon meer uitbetaald. Zoals hier al een paar keer werd vermeld, neemt de armoede hand over hand toe. Meer dan tachtig procent van de Palestijnen in de Gazastrook moet het doen met minder dan twee dollar per dag.
Wat ik hiermee zeggen wil, is dat Palestina en Israël onze hulp nodig hebben, want het is voor hen ondoenlijk om op eigen kracht te ontsnappen uit de geweldspiraal. Net als andere afgevaardigden hier roep ik op tot een grotere en bredere betrokkenheid van de Europese Unie. Daarom wil ik er opnieuw bij de Commissie op aandringen om alle beschikbare middelen in te zetten ter mobilisatie van snellere en doeltreffendere internationale hulp. Ik vrees dat indien dit niet gebeurt, de kans op een totale ineenstorting van het Palestijnse bestuur almaar groter en groter wordt en daarmee de kans op een totale burgeroorlog met onvoorziene gevolgen, niet alleen voor de Palestijnen, maar ook voor Israël en het Midden-Oosten als geheel. In verband hiermee werd tevens gesproken over Libanon.
Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, het is een verhitte discussie geweest en ik weet precies hoe dat komt want, zoals ik al zei, we zijn allemaal erg teleurgesteld. Maar u moet begrijpen dat de Europese Unie in de afgelopen tien jaar oprecht heeft geprobeerd een belangrijke rol te spelen ten behoeve van het vredesproces, niet om het conflict aan te wakkeren, maar om vrede te stichten of te helpen stichten. Uiteindelijk gaat het er altijd om dat de twee betrokken partijen er klaar voor moeten zijn, maar we proberen ze een duwtje in de rug te geven. Gegeven de situatie waren wij heel tevreden met de positie van een belangrijk en invloedrijk lid in het Kwartet.
In dit vredesproces kunnen wij echter alleen als bemiddelaar optreden. Dat betekent dat we ons neutraal moeten opstellen. Wij mogen niet naar één kant overhellen. In dit verband zijn wij van oordeel dat wij de drie beginselen van het Kwartet als de belangrijke basisprincipes hebben omarmd. Het is de Raad en niet de Commissie die de regering kan erkennen - en er zijn zevenentwintig lidstaten. Ik begrijp wat u van mij vraagt, maar het is niet aan mij om het besluit te nemen.
Ik weet dat er één maatregel is die u zijdelings hebt genoemd: de opheffing of opschorting van de associatieovereenkomst met Israël. Maar denkt u nu echt dat dit een verschil zou maken? Persoonlijk denk ik van niet. Onze rol van bemiddelaar is dan uitgespeeld, en dus zou het op dit moment een verkeerde maatregel zijn.
Ons instrument is een duurzame politieke dialoog waarin alle partijen met elkaar samenwerken. In dat verband moet ik vermelden dat het Kwartet ook nog andere leden heeft, bijvoorbeeld de Verenigde Staten. Het is erg belangrijk om te merken dat er ook van die zijde impulsen komen. De laatste paar maanden hebben we geconstateerd dat de inspanningen van de Verenigde Staten, met name van Condoleezza Rice, zijn geïntensiveerd. Wij hebben daar met voldoening kennis van genomen en getracht vooruitgang te boeken. Het Duitse voorzitterschap, met name mevrouw Merkel, maar ook minister van Buitenlandse Zaken Steinmeier, heeft serieus geprobeerd vorderingen te maken.
Een politieke oplossing kan nooit gevonden worden in geweld. Helaas is het geweld toch weer opgelaaid. Ik kan u verzekeren - en dit valt wel binnen de bevoegdheid van de Commissie - dat wij actief blijven samenwerken met de regering van nationale eenheid. Zoals wij hebben gezegd, volgen wij daarbij de weg van de geleidelijkheid; wij kunnen niet alles tegelijk doen. Zelfs Salam Fayad zei tegen me, toen ik hem voor het eerst ontmoette na de vorming van de regering, dat hij wel enige tijd nodig had om orde op zaken te stellen in het ministerie van Financiën - en de boel is nog steeds niet helemaal op orde daar. In ieder geval zijn we er bijna. De technische randvoorwaarden zouden er zijn, maar zoals u weet moet de Raad ons wat politieke steun in de rug geven. Ik wil dat u dit soort dingen begrijpt.
De situatie is in mijn ogen dramatisch, en ik hoop dat het tot de Raad doordringt dat we in actie moeten komen om deze regering van nationale eenheid te helpen bij het creëren van het juiste platform om het vredesproces voort te zetten en door te gaan met de besprekingen over de politieke toekomst. Wij weten dat de situatie ingewikkeld is, en daarom heb ik gezegd dat ik een sprankje hoop ontleen aan het feit dat minister van Buitenlandse Zaken Livni de volgende vergadering van de Raad zal bijwonen, na de zeer positieve vergadering die wij met de Arabische Liga hebben gehouden. In alle nuchterheid geef ik echter toe dat de situatie moeilijk is, en dan hebben we ook nog eens te maken met de verschillende facties en radicale groeperingen, die buiten de regering staan en het vredesproces willen ondermijnen. Het is een vicieuze cirkel en ik ben het ermee eens dat we moeten trachten deze te doorbreken.
Een afgevaardigde zei dat wij onze missie hebben uitgebreid door toezicht te houden op de grensovergang bij Rafah. We hebben dat gedaan omdat we het instellen van vrij verkeer van personen en goederen heel belangrijk vinden. Samen met premier Olmert heb ik mij daar persoonlijk mee beziggehouden. Ik herinner me mijn laatste bezoek aan Rafah toen ik me had voorgenomen de details eens serieus aan te pakken. Er zijn hoe dan ook veiligheidsproblemen. Helaas steken plegers van zelfmoordaanslagen de grens over. Er wordt ook veel geld over de grens gesmokkeld, en dus heb je altijd te maken met de twee zijden van dit conflict. Wij achten het echter belangrijk de missie bij de grensovergang van Rafah voort te zetten, want alleen met de Europese Unie bestaat er een kans op een opening.
Wij stellen ons actief op. Daarnaast werken we samen met de minister van Financiën, niet alleen in het kader van het Tijdelijke Internationale Mechanisme (TIM), maar ook voor institutionele opbouw en technische bijstand. We verlenen met name steun op het gebied van douane, inning van ontvangsten en boekhouding. Een verzoek hiertoe is gedaan door Salam Fayad en dus werken wij met hen samen. Ten aanzien van specifieke wensen die werden geuit, zei ik dat we zullen bekijken wat er eventueel gefinancierd kan worden via het TIM. Het gaat daarbij dus niet enkel om de financiering van zaken om mensen te helpen overleven, zoals we tot nu toe hebben gedaan. We doen een stap verder.
Dit is wat ik u te bieden heb in deze netelige en moeilijke situatie. We moeten druk blijven uitoefenen en proberen de verschillende partijen tot elkaar te brengen. Ik hoop dat er nog steeds tijd is.