Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2240(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0068/2007

Ingediende teksten :

A6-0068/2007

Debatten :

PV 23/05/2007 - 4
CRE 23/05/2007 - 4

Stemmingen :

PV 23/05/2007 - 5.11
CRE 23/05/2007 - 5.11
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0206

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 23 mei 2007 - Straatsburg Uitgave PB

4. Bevordering van waardig werk voor iedereen (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A6-0068/2007) van Marie Panayotopoulous-Cassiotou, namens de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, over bevordering van waardig werk voor iedereen (2006/2240(INI)).

 
  
MPphoto
 
 

  Marie Panayotopoulos-Cassiotou (PPE-DE), rapporteur. - (EL) Mevrouw de Voorzitter, staat u mij toe om twee minuten te wachten totdat de commissaris gaat zitten. Ik verzoek u om deze tijd niet mee te rekenen in mijn spreektijd.

Het concept “waardig werk”: - als zijnde een geheel van regels en omstandigheden waarmee respect voor de werknemer als mens wordt verzekerd - werd in 2000 geïntroduceerd door de Internationale Arbeidsorganisatie, en ontwikkelde zich met de aanbevelingen van de Conferentie van staatshoofden en regeringsleiders van de Organisatie van de Verenigde Naties van september 2005 in het kader van de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen, tot een op internationaal vlak na te streven doel.

In juli 2006 onderstreepte het Segment op hoog niveau van de Economische en Sociale Raad van de Verenigde Naties in zijn verklaring dat prioriteit moet worden gegeven aan het streven naar volledige werkgelegenheid en waardig werk voor iedereen.

Het concept wordt weergegeven met het Engels woord decent, dat van Latijnse afkomst is en “afstaan”, “toegeven” betekent, opdat er fatsoen is. Het Griekse woord αξιοπρέπεια betekent “waardetoekenning”. Het Duitse bijvoeglijk naamwoord menschenwürdig geeft mijns inziens het doel van dit mondiaal streven volledig weer, omdat hierin het woord waardig wordt gecombineerd met het woord mens.

Met de mededeling van mei 2006 over de “Bevordering van waardig werk voor iedereen” heeft de Commissie de grondslag gecreëerd voor een georganiseerde bijdrage van de Europese Unie aan de verwezenlijking van alle doelstellingen die met een geïntegreerde visie op het menselijke werk met vrijheid, gelijkheid, veiligheid en menselijke waardigheid worden nagestreefd.

De vier fundamentele pijlers van het concept “waardig werk” zijn zoals bekend: het creëren van banen voor productief en vrij gekozen werk, waarborging van rechten op het werk, uitbreiding van sociale bescherming, bevordering van de sociale dialoog en vreedzame conflictoplossing. Gendergelijkheid is hierbij een horizontale dimensie.

De Internationale Arbeidsorganisatie heeft vijf verdragen voor de verankering van de fundamentele arbeidsrechten: vrijheid van vereniging, bevordering van collectieve arbeidsovereenkomsten, afschaffing van kinderarbeid en gelijke beloning van mannen en vrouwen. Ik hoop dat ook de andere nog te ratificeren verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie zullen worden ondertekend en toegepast.

Na het besluit van de Raad van december 2006 heeft de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken van het Europees Parlement met haar verslag steun betuigd aan de door de Commissie bepaalde doelstellingen. Deze zijn:

- de verwezenlijking van economische en sociale vooruitgang en een eerlijke verdeling van de voordelen daarvan, zodat iedereen er baat bij heeft;

- de versterking van ondernemerschap, met aanpassing van de uitgaven in de opeenvolgende fasen van de bedrijfscyclus;

- het opstellen van een actief arbeidsmarktbeleid, als onderdeel van het macro-economisch beleid;

- de versterking van het institutionele vermogen tot participatie van de sociale partners en de ontwikkeling van de sociale dialoog;

- de versterking van de inzetbaarheid van alle werknemerscategorieën, met name vrouwen, jongeren, en ouderen, door middel van zich steeds vernieuwende onderwijssystemen;

- de consolidering van levenslang leren, opdat iedereen kan profiteren van de vooruitgang van de wetenschap, de technologie, de communicatie en zich kan aanpassen aan de steeds hoger wordende vereisten inzake capaciteiten en vaardigheden.

Natuurlijk is er niet een enkel model van sociale beleidsvormen en arbeidsmarktregelingen. De Europese Unie is trots, niet alleen omdat de lidstaten enorme inspanningen doen om de internationale IAO-verdragen te ratificeren maar ook omdat zij een economische macht is die, als het om sociale gevoeligheid gaat, over de hele lengte en breedte dezelfde kenmerken vertoont. Het Europees sociaal model is gericht op productiviteit en economische prestaties ten bate van het geheel, op sociale voorzieningen van hoog niveau en goede gezondheids- en veiligheidsomstandigheden, op opleiding, scholing en herscholing van werknemers ongeacht leeftijd of categorie en op een sociale dialoog met verzekering van gelijke kansen voor iedereen.

De Europese strategie voor de werkgelegenheid, de strategieën voor sociale bescherming en maatschappelijke integratie, de nationale hervormingsprogramma’s, de herziene strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid met handhaving en verbetering van het communautair acquis, en de Europese strategie voor duurzame ontwikkeling vormen de routekaart van de Europese Unie voor de verwezenlijking van de doelstellingen betreffende waardig werk.

Waardig werk is echter ook een zaak van goed bestuur. De toepassing van efficiënte, op waardig werk afgestemde beleidsvormen vereist instellingen die verantwoording afleggen, een politiek engagement voor gezond staatsbestuur en een actief en georganiseerd maatschappelijk middenveld.

Ik hoop dat de Europese Unie de weg zal vinden naar een soepele arbeidsmarkt gecombineerd met gegarandeerde zekerheid voor de werknemers. Economische mondialisering, mondialisering van de markt, technologie, informatie en arbeid zijn een verschijnsel dat zich, naar men verwacht, met de toenemende economische multipolariteit zal versnellen.

China heeft hierin, samen met India en andere mogendheden, het voortouw. Daarnaast stelt men echter vast dat de kloof tussen arm en rijk zelfs in de ontwikkelde en geïndustrialiseerde landen steeds groter wordt. Het is dan ook tijd dat de Europese Unie de wereld haar waarden toont.

Met dit verslag geeft het Europees Parlement steun aan de intentie van de Commissie om “waardig werk” op te nemen in haar extern beleid en tot dat doel samen te werken met de organen van de Verenigde Naties, de nationale en regionale organisaties, de sociale partners en andere onderdelen van het maatschappelijk middenveld.

De Commissie en de lidstaten moeten zorgen voor een betere coördinatie van “waardig werk” in de programma’s voor externe samenwerking en van het handelsbeleid, en bijdragen aan de verwezenlijking van de nationale programma’s van de IAO voor waardig werk.

Ik dank de drie medeadviserende commissies en al degenen die hebben bijgedragen aan de presentatie van dit verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Vladimír Špidla, lid van de Commissie.(CS) Mevrouw de Voorzitter, geachte leden, ik wil mevrouw Panayatopoulos-Cassiotou bedanken voor haar verslag. Verschillende parlementaire fracties hebben meegewerkt aan dit verslag en het resultaat is absoluut uitstekend. Ik wil er ook op wijzen dat waardig werk een oorspronkelijk door de Internationale Arbeidorganisatie gelanceerd, wereldwijd initiatief is dat dankzij de fervente steun van de EU in steeds meer landen ingang vindt.

De Raad heeft zijn steun uitgesproken voor het concept van waardig werk en kort geleden werd het ook besproken door de ministers van Sociale Zaken van de G8. De Commissie is het roerend eens met het standpunt van het Parlement dat de basiselementen van waardig werk – sociale steun, sociale cohesie, fatsoenlijk werk en ruimte voor vrije vakbonden – moeten worden betrokken bij alle internationale contacten, dus zowel bilateraal als multilateraal, en ook bij het opzetten van individuele projecten in derde landen. Dit strookt in hoge mate met de sociale agenda van de Commissie en met de belangrijkste richtsnoeren van de eerder genoemde mededeling.

Hoewel de steun voor het project groeit, staat als een paal boven water dat er nog veel moet gebeuren. Prioritair is, naar mijn mening, de ratificatie van alle IAO-conventies in de EU. Op dit vlak roeit de Commissie met de riemen die zij heeft. Zo zijn wij momenteel intensief betrokken bij de voorbereidingen voor ratificatie van de nieuwe conventies voor zeeschepen en de daarbij horende sociale dialoog.

Geachte leden, het initiatief voor waardig werk heeft duidelijk ethische grondslagen. Bovendien stelt dit initiatief ons in staat principes te formuleren met betrekking tot de mondialisering en dat betekent dat wij de voordelen kunnen benutten en de tekortkomingen minimaliseren. Het is dus een buitengewoon vitaal proces en de Commissie zal elke kans die dit oplevert, optimaal benutten.

 
  
MPphoto
 
 

  Feleknas Uca (GUE/NGL), rapporteur voor advies van de Commissie ontwikkelingssamenwerking.(DE) Mevrouw de Voorzitter, wereldwijd heeft de helft van de werknemers een inkomen van minder dan twee dollar per dag en de helft van de wereldbevolking ontbreekt het aan enige vorm van sociale zekerheid. Elk jaar sterven er twee miljoen mensen bij bedrijfsongevallen en door beroepsziekten en meer dan 160 miljoen werknemers worden ziek door gevaren waar ze op het werk aan blootgesteld zijn.

De officieel geregistreerde werkloosheid is nog maar het topje van de ijsberg. Armen kunnen het zich helemaal niet permitteren niets te doen. Velen van hen werken vele uren achter elkaar onder vaak erbarmelijke omstandigheden, om toch maar iets te verdienen. De Europese Unie en haar lidstaten zouden alles op alles moeten zetten om ervoor te zorgen dat bij de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling brede aandacht gegeven wordt aan de eis van menswaardige arbeidsomstandigheden. We hebben een rechtvaardig en innovatief belastingbeleid nodig. Ik denk hierbij bijvoorbeeld aan het belasten van financiële en valutatransacties. Ondernemingen die in ontwikkelingslanden herhaaldelijk de mensenrechten en het arbeidsrecht schenden, dienen door sancties gedwongen te worden om zich te houden aan de criteria voor menswaardige arbeidsomstandigheden. Uitsluiting van de aanbesteding van openbare werken en van exportkredietgaranties van internationale financiële instellingen zouden daar geschikte middelen voor zijn. We hebben een Europees ontwikkelings- en handelsbeleid nodig dat de mensen in staat stelt hun leven economisch …

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Harlem Désir (PSE), rapporteur voor advies van de Commissie internationale handel.(FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, ik wil om te beginnen onze rapporteur, mevrouw Panayatopoulos, bedanken: voor de bereidheid tot samenwerking waarvan ze blijk heeft gegeven en voor de kwaliteit van haar werk.

Sinds de Top van de Verenigde Naties van 2005 wordt de bevordering van waardig werk door de internationale gemeenschap als doelstelling erkend. Met deze mededeling toont de Commissie aan dat ze begint te begrijpen wat er bij deze kwestie allemaal komt kijken, zeker als het gaat om de internationale vertakkingen. Ik wil daarom graag iets zeggen over het extern beleid van de Unie, inzonderheid waar het de internationale handel betreft. Dat is immers de reden waarom de Commissie internationale handel hier intervenieert.

Ik zal me daarom op dat aspect concentreren. Ik ben heel tevreden dat het Parlement via dit verslag een aantal van de concrete voorstellen van mijn fractie heeft overgenomen. Deze voorstellen waren in het advies van de Commissie internationale handel reeds opgenomen. Ze zullen de Unie in staat stellen een nieuw beleid te formuleren om er zo voor te zorgen dat bij het doorvoeren van sociale normen overal ter wereld vooruitgang wordt geboekt.

Om te beginnen is het is nu al zo dat de Unie de ondertekening van preferentiële handelsovereenkomsten met zich ontwikkelende landen koppelt aan de eis dat deze landen de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie ondertekenen. Wij willen dat hier toezicht op wordt uitgeoefend en dat de preferentiële overeenkomsten met landen die de fundamentele arbeidsrechten - en dan vooral de vrijheid van vereniging - niet eerbiedigen, worden geschorst.

Ten tweede zullen alle nog af te sluiten bilaterale handelsakkoorden – en dan vooral vrijhandelsakkoorden  – die in het kader van het mondiale Europese beleid tot stand worden gebracht, clausules over fatsoenlijk werk moeten bevatten.

In de derde plaats mogen we de multilaterale dimensie niet verwaarlozen. Het grootste deel van de handel wordt vandaag de dag immers in een multilateraal kader geregeld – dat van de WTO. De mededeling van de Commissie zwijgt daar echter over.

Het is dus zaak dat we de discussie binnen de WTO hervatten. Europa kan in dit verband een aantal initiatieven ontwikkelen. We kunnen om te beginnen voorstellen binnen de WTO een comité "handel en waardig werk" op te zetten, naar het voorbeeld van het comité "handel en milieu". Dat laatste comité heeft reeds het één en ander tot stand gebracht. We kunnen verder voorstellen om de IAO binnen de WTO de status van waarnemer te verlenen. Tot slot kunnen we erop aandringen dat de beslissingen van de IAO bindend zijn als deze organisatie besluit landen die de vakbondsrechten schenden – Myanmar, bijvoorbeeld – sancties op te leggen.

We hebben een aantal concrete voorstellen. Ik geloof dat het in ons belang is een gereguleerde mondialisering te bevorderen …

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Philip Bushell-Matthews, namens de PPE-DE-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, de commissaris is zo behulpzaam geweest om ons te herinneren aan het wereldwijde initiatief met betrekking tot waardig werk en het feit dat dit onlangs is bekrachtigd door de G8. Sterker nog, op een VN-Top in september 2005 zijn niet minder dan 150 wereldleiders overeengekomen dat het concept van waardig werk van de Internationale Arbeidsorganisatie een centrale doelstelling van hun eigen nationaal beleid moest worden. In wezen gaat het natuurlijk om een agenda voor landen waar zo’n concept nog niet echt bestaat. Binnen Europa zijn de kaders die de voorwaarden scheppen voor waardig werk al vastgesteld, hoewel de uitvoering altijd beter kan.

De rapporteur heeft niet alleen persoonlijk initiatief getoond door dit verslag aan het Parlement voor te leggen, maar heeft ook laten zien dat een lid van de centrumrechtse politieke familie niet alleen de leiding kan nemen in dit belangrijke dossier, maar ook substantiële steun kan verwerven bij andere partijen.

Dat gezegd hebbende, moet ik ook opmerken dat er bij een paar stemmingen in de commissie slechts een krappe meerderheid was voor punten die de algehele balans van het verslag hebben veranderd door het opnemen van nieuwe paragrafen. Dit hopen we later vandaag bij de eindstemming in dit Huis weer te veranderen, hetzij door het schrappen ervan, hetzij door wijziging door middel van compromissen met andere fracties. Bij het bevorderen van het concept van waardig werk moeten we allemaal aan dezelfde kant staan.

Natuurlijk heeft het Parlement niet de bevoegdheid om de lidstaten te vertellen wat ze moeten doen op dit gebied, en terecht: het is aan de regeringen van de lidstaten om hierover te beslissen. Al die regeringen zijn het echter ongetwijfeld eens over het belang van het aanbieden van levenslang leren, de noodzaak om proactief te werk te gaan bij het bevorderen van een grotere participatie van vrouwen op de arbeidsmarkt, de noodzaak om zoveel meer te doen om de uitdaging van het combineren van werk en gezinsleven het hoofd te bieden en vooral de noodzaak om hulp te bieden aan de ontwikkelingslanden.

Dit is een verstandig verslag, dat het verdient om in brede kring gelezen te worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Stephen Hughes, namens de PSE-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de rapporteur bedanken voor een uitstekend verslag. Dit verslag bevat een zeer lange resolutie van wel 94 paragrafen, maar voor mij is de essentie ervan terug te vinden in twee paragrafen.

In overweging V wordt gesteld dat het “voor de versterking van het concurrentievermogen van de Europese Unie op een sociaal aanvaardbare wijze belangrijk is de productiviteit te verbeteren door middel van bevordering van waardig werk en de kwaliteit van het arbeidsleven, waaronder gezondheid en veiligheid op het werk, een beter evenwicht tussen flexibiliteit en veiligheid in een betrekking, levenslang leren, wederzijds vertrouwen en participatie en het beter combineren van privé-leven, gezinsleven en werk; […] de bestrijding van genderdiscriminatie en alle andere vormen van discriminatie”.

In paragraaf 6 wordt opgeroepen tot een “een betere mobilisatie van het interne en externe beleid van de Europese Unie ter bevordering van de waardig-werkagenda […], in het bijzonder bij zaken als ontwikkeling, externe bijstand, uitbreiding, nabuurschapsbeleid, handel, migratie en externe bilaterale en multilaterale betrekkingen”.

Als deze twee paragrafen volledig ten uitvoer zouden worden gelegd, zou de EU grote vooruitgang boeken bij het bevorderen van de waardig-werkagenda, zowel in eigen huis als wereldwijd.

Andere paragrafen die wat mij betreft belangrijk zijn, zijn de paragrafen 46, 48 en 51, die globaal betrekking hebben op de eis dat Europese multinationale ondernemingen zich op een maatschappelijk verantwoorde wijze gedragen bij hun wereldwijde activiteiten. Deze paragrafen borduren voort op eerder werk over dit onderwerp.

In een aantal paragrafen wordt erop gewezen dat de EU haar macht op handels- en economisch gebied moet gebruiken als instrument om de waardig-werkagenda wereldwijd te bevorderen. Zo wordt in paragraaf 8 gevraagd om de volledige en correcte tenuitvoerlegging van SAP+, conform het debat dat we vorig jaar met commissaris Mandelson hebben gevoerd.

Tot slot wil ik speciaal wijzen op paragraaf 47. Hierin wordt gevraagd om de ontwikkeling van een label “voor producten die geproduceerd zijn onder omstandigheden die recht doen aan de beginselen van waardig werk en de fundamentele arbeidsnormen en waarbij specifiek geen gebruik is gemaakt van enige vorm van kinderarbeid”. Laten we de Europese consumenten in staat stellen om de waardig-werkagenda verder te bevorderen in hun dagelijkse keuzen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ona Juknevičienė, namens de ALDE-Fractie. – (LT) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, in de eerste plaats wens ik de rapporteur, Marie Panayotopoulos-Cassiotou, te feliciteren met de opstelling van dit bijzonder belangrijke verslag en haar te danken voor haar samenwerking bij het bespreken van mogelijke alternatieven en het zoeken naar compromissen.

Het debat van vandaag gaat over het streven naar waardig werk voor iedereen, zowel binnen de Gemeenschap als daarbuiten.

Het initiatief van de Commissie geniet mijn volle steun. Het bevorderen van de werkgelegenheid en het verbeteren van de arbeidsomstandigheden zijn immers uitermate belangrijke taken die niet op de lange baan mogen worden geschoven. Aangezien wij het hier hebben over waardig werk voor iedereen, loont het de moeite om de arbeidsomstandigheden hier bij ons in de Gemeenschap eens onder de loep te nemen.

Onlangs hebben onze collega barones Sarah Ludford en ik in Londen gesproken met een aantal Litouwers die daar wonen en werken en met vakbondsvertegenwoordigers en medewerkers van de Litouwse ambassade.

Het blijkt dat de meeste Litouwers die in Londen werken slechts kunnen dromen van waardig werk. Uitzendbureaus overtreden de wet door op illegale wijze geld te vragen voor het zoeken naar een job en het in orde brengen van de nodige papieren. Zij verzoeken de werkzoekenden hun paspoort in te leveren en geven het niet terug. Dit soort uitbuiting bereikt haar hoogtepunt in de horeca, waar de werkgevers weigeren om het bij wet vastgestelde minimumloon uit te betalen. Na ons bezoek noemde Sarah Ludford de Litouwers in Londen de slaven van de 21e eeuw.

Mijnheer de commissaris, wij beschikken in Dublin over een agentschap dat zich wijdt aan de studie van de arbeids- en levensomstandigheden. Ik heb de directeur van dat Agentschap meermaals verzocht om een onderzoek uit te voeren. Nu vraag ik u, mijnheer de commissaris, om samen met het Agentschap een onderzoek in te stellen naar de economische, sociale en psychologische uitbuiting van migranten in de Gemeenschap en maatregelen aan te bevelen om deze wantoestand uit te bannen.

Ik ben het met de rapporteur eens dat de Commissie het Europees Parlement en de Raad alle politieke maatregelen moet aanreiken die nodig zijn voor de bevordering van waardig werk voor mensen in de Gemeenschap en rekenschap moet afleggen van de doeltreffendheid van de maatregelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański, namens de UEN-Fractie. - (PL) Mevrouw de Voorzitter, de globalisering die zich voltrekt in de Europese Unie en over de hele wereld, heeft enorme veranderingen teweeg gebracht: zowel in de eigendomsverhoudingen als op cultureel-maatschappelijk terrein.

Als gevolg van de uiteenlopende economische ontwikkeling en materiële omstandigheden waarin mensen zich bevinden, vindt er inmiddels op massale schaal arbeidsmigratie plaats. Volgens de Internationale Arbeidsorganisatie hebben wereldwijd rond de 192 miljoen mensen te kampen met werkloosheid, terwijl rond de 86 miljoen mensen migreren, waarvan 34 miljoen uit achtergebleven gebieden.

Hongerige mensen die huis en haard verlaten op zoek naar werk, zijn bereid om elk soort werk aan te pakken, waardoor ze vaak in criminele handen vallen. De statistieken zijn gewoonweg verbijsterend: volgens gegevens van de IAO zijn alleen al in 2004 wel 2,54 miljoen mensen verkocht voor gedwongen arbeid, waarvan 43 procent voor seksuele uitbuiting.

Daarbij komt de fundamentele vraag op waarom de situatie eigenlijk zo is. Waarom zijn zoveel landen, waaronder de Europese lidstaten, niet in staat dit probleem op te lossen?

Het antwoord is simpel: Het kapitaal gaat voor de mens, de rijken wensen geen rekening met de armen te houden. Tegelijk wordt uitbuiting bevorderd door globalisering en liberalisering …

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Sepp Kusstatscher, namens de Verts/ALE-Fractie.(DE) Mevrouw de Voorzitter, het onderhavige verslag bevat heel wat goede ideeën en suggesties voor menswaardig werk. Dank daarvoor, mevrouw Panayotopoulos-Cassiotou! Toch dienen we bij de eisen die we stellen ook te bedenken dat er in de EU meer dan twintig miljoen werklozen zijn, die vaak buitengesloten en gestigmatiseerd worden. Verder mogen we ook niet vergeten dat steeds meer werknemers met de baan die ze hebben niet in hun levensonderhoud kunnen voorzien en dat zogenaamde precaire arbeidsverhoudingen aangegrepen worden om het arbeids- en belastingrecht te ontduiken en met name jongeren regelrecht uit te buiten. Intussen groeit de economie en stijgt het bruto binnenlands product. Om een rechtvaardige maatschappij zonder armoede en uitsluiting op te bouwen is een radicale paradigmabreuk nodig. De beste aanzet daartoe ligt in het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen. De Commissie zou er goed aan doen dit concept samen met de Raad terdege te overwegen.

 
  
MPphoto
 
 

  Kyriacos Triantaphyllides, namens de GUE/NGL-Fractie. - (EL) Mevrouw de Voorzitter, het verslag van onze collega is in grote lijnen tevredenstellend. Het feit dat daarmee het concept “waardig werk” wordt bevorderd overeenkomstig het institutionele standpunt van de Internationale Arbeidsorganisatie is mijns inziens een goede zaak.

Er moet echter nog heel wat werk worden verricht voor een duidelijk concept van “waardig werk”, en voor de toepassing daarvan in alle externe beleidsvormen van de Europese Unie.

Het vinden van een evenwicht tussen enerzijds economische groei en anderzijds maatschappelijke ontwikkeling en ontwikkeling van de werknemers is een unieke uitdaging voor de Unie. Daarom moeten de tendensen van de arbeidsmarkt heel nauwkeurig worden bestudeerd. Er moet niet alleen aandacht worden geschonken aan werkgelegenheid als dusdanig, maar ook aan de aard en de kwaliteit ervan, met andere woorden aan “waardig werk”.

Tot slot moeten wij als Europese Unie vooruit kijken en ervoor zorgen dat in het kader van het beleid inzake waardig werk het streven naar gendergelijkheid wordt voortgezet via alomvattende, geïntegreerde en beter gecoördineerde activiteiten voor bestrijding van discriminatie en bevordering van gelijkheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Derek Roland Clark, namens de IND/DEM-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, we willen allemaal waardig werk, nietwaar? Het schoonmaken van een beerput, bij elk weertype buiten werken, tot je knieën in de modder staan om gebroken gasleidingen te repareren of asbest verwijderen uit het Berlaymont-gebouw is nauwelijks waardig werk te noemen, maar iemand moet het doen - of maakt een goed salaris van rot werk waardig werk?

Ik ben geïntrigeerd door paragraaf 27, waarin wordt gesproken over het vaststellen van een standaarddefinitie van gedwongen arbeid. Gedwongen arbeid, hier in de EU? Of is dat een verwijzing naar de uitbuiting van mensen die het slachtoffer zijn van mensenhandel? Daar hebben we nu een probleem waar we werk van moeten maken, en de beste manier om dat te doen is om de nationale grenzen weer in ere te herstellen en iedereen die de grens over wil goed te controleren. Op dit moment houden we open huis, van de Russische grens tot aan de Atlantische kust. Geen wonder dat er nu op grote schaal mensenhandel plaatsvindt en als gevolg daarvan gedwongen arbeid.

 
  
MPphoto
 
 

  Cristian Stănescu, în numele grupului ITS. – Consecinţele sărăciei, ale excluziunii sociale, nu numai la nivel european, dar şi la nivel global, sunt devastatoare. Un trai decent în Europa se va baza pe atenţia pe care Uniunea o va da oamenilor care nu au un loc de muncă, acţiune susţinută prin propagarea principiilor sociale şi de politică externă. Desigur, este necesară armonizarea dialogului între instituţii, iar Comisia Europeană are un rol vital în aplicarea legislaţiei şi a responsabilităţilor care-i sunt conferite. Contribuţia organizaţiilor internaţionale, documentele prezentate în preambul de către raportor sunt de mare valoare pentru aprecierea obiectivă a acestui aspect, dar nu şi suficientă, fiindcă trebuie avute în vedere şi firmele private care pot asigura locuri de muncă şi pot oferi premisele creşterii economice şi implicit o viaţă mai bună. Prioritatea raportului dezbătut astăzi la Strasbourg sper să devină şi prioritatea guvernelor naţionale, care trebuie să pună cap la cap piesele acestui puzzle şi să elaboreze strategii socio-economice puternice pentru a se crea locuri de muncă, cu respectarea strictă a drepturilor fundamentale ale cetăţenilor şi cu combaterea încălcării dreptului la muncă. În acest context amintesc hărţuirea, exploatarea şi violenţa la locul de muncă, realităţi menţionate şi în raport şi la care nu trebuie să asistăm fără să dăm o replică pe măsură. Siguranţa şi ocrotirea sănătăţii la locul de muncă sunt alte subiecte propuse atenţiei, deoarece sunt condiţii esenţiale pentru asigurarea unei munci de calitate într-o Europă modernă. Globalizarea, politicile orientate pe principii greşite, delocalizarea masivă a întreprinderilor şi transferarea lor în afara graniţelor Uniunii Europene afectează cel mai mult piaţa de muncă şi relaţiile sociale în contextul strategiei de dezvoltare durabilă. Precaritatea sistemului trebuie stopată prin încurajarea legislaţiilor naţionale în domeniu, reformarea sistemului de învăţământ în zonele rurale şi acordarea unor facilităţi...

 
  
MPphoto
 
 

  Alessandro Battilocchio (NI). – (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik ben de Commissie en de rapporteur dankbaar voor het feit dat ze hebben besloten om een belangrijk onderwerp als dit aan te pakken. Ik zal niet blijven hameren op de noodzaak dat alle landen binnen de Unie en met name de nieuwe lidstaten de belangrijkste akkoorden over deze kwestie zo snel mogelijk goedkeuren, of op de plicht van de EU om alle vormen van discriminatie op grond van geslacht, geloof, etniciteit of seksuele geaardheid uit te sluiten alsmede alle vormen van ongeoorloofd gedrag, zoals het fenomeen pesten dat nog altijd voorkomt, en dat van invloed kan zijn op het werk- of privéleven van werknemers.

Ik wil vooral benadrukken dat we zaken niet langer door het vizier van een economie op industrieel niveau moeten bekijken die gebaseerd is op een achttiende-eeuws model. Wat betreft onze groei kunnen we niet rekenen op onze natuurlijke bronnen of op werkgelegenheid zoals dat in China het geval is, dus moet er een revolutie in onze denkwijze ontstaan; we moeten ons derhalve realiseren dat we moeten investeren in mensen en ze moeten opleiden, ze zekerheid en groeimogelijkheden moeten bieden. Dit is de beste, zo niet de enige oplossing om het concurrentievermogen van de EU te bevorderen en de Lissabondoelstellingen te behalen. Als binnen nieuwe economieën, zoals die van Brazilië of van de Aziatische tijgers, de uitdaging van internationale handel ligt bij de kwantiteit, heeft Europa de plicht en bovenal de mogelijkheid om zichzelf te differentiëren door zich op kwaliteit, creativiteit en zijn culturele, intellectuele en wetenschappelijke erfgoed te richten, met andere woorden op de belangrijkste elementen die voorhanden zijn.

De tertiaire sector, met de mens als voornaamste grondstof, niet op grond van hun lichaam maar van hun hersenen, is momenteel de toonaangevende sector. Wanneer we onze burgers derhalve de mogelijkheid bieden om zo goed als mogelijk hun bekwaamheden en bevoegdheden neer te zetten die ze tijdens jarenlange studie hebben opgedaan, zijn we klaar om onze taak als hoofdrolspeler op het internationale podium uit te voeren, een rol die we momenteel dreigen te verliezen. Economische ontwikkeling moet ten dienste van mensen staan, en niet andersom.

 
  
MPphoto
 
 

  José Albino Silva Peneda (PPE-DE).(PT) Mevrouw de Voorzitter, ik groet mevrouw Panayotopoulos-Cassiotou en feliciteer haar met haar verslag, dat ik ten volle onderschrijf. De kwaliteit van de werkgelegenheid heeft niet alleen te maken met de rechten van werknemers; dat zou al te eenvoudig zijn. Het is van vitaal belang dat dit begrip in veel ruimere zin wordt opgevat, om te beginnen omdat een betere kwaliteit van de arbeidsomgeving op beslissende wijze bijdraagt aan de verhoging van de productiviteit en dus ook van het concurrentievermogen.

De kwaliteit van de werkgelegenheid is afhankelijk van het bestaan van correcte overheidsmaatregelen en een passende bedrijfscultuur voor wat betreft toegang tot infrastructuur en communicatietechnologieën, vorming, beroepsopleiding, levenslang leren, gezondheid en veiligheid op het werk en toegang tot de arbeidsmarkt. Vanuit het standpunt van de bedrijfswereld is kwaliteit afhankelijk van leiderschap, promotiemogelijkheden en arbeidsorganisatie. Ik wil hier graag nog een andere reden noemen waarom deze kwestie onze aandacht verdient. De hervormingen die Europa op diverse niveaus moet uitvoeren om beter te kunnen concurreren met de rest van de wereld vereisen een gedrags- en mentaliteitsverandering van zowel de bedrijven als de werknemers.

Hoe groter het vertrouwen tussen de betrokken partijen, hoe gemakkelijker het zal zijn om de hervormingen tot een goed einde te brengen. Hoe intenser de dialoog, hoe sterker het vertrouwen en hoe intenser de sociale dialoog, hoe meer transparantie er zal bestaan over de kwesties die betrekking hebben op de herstructurerings- en hervormingsprocessen. Mijns inziens moeten de Europese politieke, economische en sociale actoren in de huidige omstandigheden alle kansen benutten om de sociale dialoog aan te zwengelen, niet alleen tussen de lidstaten maar ook op Europees niveau. De kwaliteit van het werk biedt in dit verband een unieke gelegenheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Anne Van Lancker (PSE). – Commissaris, het is een bijzonder goede zaak dat de Commissie de strategie van de IAO voor waardig werk actief gaat ondersteunen.

Waardig werk is meer dan alleen eerbiediging van de fundamentele arbeidsnormen van de IAO, hoe belangrijk die ook zijn. Het houdt ook in dat mensen recht hebben op een leefbaar loon, recht op sociale bescherming en het recht om zich te organiseren.

Nu, anderhalf miljard mensen in de wereld verdienen onvoldoende om in hun levensbehoeften te voorzien. Nochtans heeft 90 procent van alle landen in de wereld een wettelijk minimumloon, maar vaak vallen thuiswerkers, landarbeiders of mensen met een precair contract daar niet onder of wordt de wet niet toegepast. Sociaal overleg en vakbondsrechten zijn dan ook cruciaal om iedereen het recht op waardig werk te waarborgen.

Daarom ben ik bijzonder verheugd over de gezamenlijke verklaring van het Europees Vakverbond en de Amerikaanse vakbonden, die samen van waardig werk een strijdpunt willen maken.

Europa moet waardig werk centraal stellen in zijn buitenlands beleid, om de voordelen van de mondialisering gelijker te verdelen en om sociale dumping ten opzichte van de loon- en arbeidsvoorwaarden in meer ontwikkelde economieën te vermijden. Handelsakkoorden van de Europese Unie met landen zoals India of Korea, waarover nu onderhandeld wordt, moeten waardig werk ondersteunen en handelspreferenties moeten ingetrokken worden, indien landen de sociale grondrechten systematisch schenden.

Europa moet zijn partners uit de ontwikkelingslanden ook steunen om waardig werk een belangrijke rol in hun landen- of regiostrategieplannen en in de Europese partnerschapsovereenkomsten te geven.

Niet alleen regeringen, maar ook multinationals hebben een verpletterende verantwoordelijkheid met betrekking tot het garanderen van billijke lonen en arbeidsvoorwaarden. Multinationals die hun zetel hebben in de Europese Unie, maar ook de dochterbedrijven en onderaannemers hiervan elders in de wereld, die fundamentele rechten blijven schenden, horen thuis op een zwarte lijst en moeten uitgesloten worden van alle mogelijke openbare aanbestedingen in Europa.

Zo zal Europa de leiding nemen van de internationale inspanningen om aan mondialisering een sociale dimensie te geven.

 
  
MPphoto
 
 

  Marian Harkin (ALDE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik feliciteer de rapporteur met dit veelomvattende en evenwichtige verslag. Dit verslag bevat een aantal opmerkingen die aanleiding zijn geweest voor enig debat, maar ik wil de vraag stellen: is er ook maar iets in dit verslag dat niet van toepassing zou moeten zijn op een lid van mijn familie? En of die familieleden van mij nu in Ierland of in Polen wonen of zelfs staatsburgers van derde landen zijn, ik zou willen dat de bepalingen van dit verslag op hen van toepassing zijn. Dus als we waardig werk echt willen bevorderen, voor iedereen, dus niet alleen voor wie dankzij zijn of haar geboorte, positie in de samenleving of opleiding toegang heeft tot waardig werk, dan is dit verslag een belangrijke stap in die richting.

Zoals ik al gezegd heb, is dit een evenwichtig verslag. Net zoals een lid van mijn familie misschien werk zoekt, kan hij of zij ook een kleine ondernemer zijn, een KMO die vecht om te overleven en daarbij waardig werk creëert. Met dit verslag worden bedrijven gesteund die niet proberen hun werknemers uit te buiten, die niet aan sociale dumping doen en die geen fundamentele arbeidsnormen schenden. Ik vermoed dat de meesten van ons graag bij zulke bedrijven zouden willen werken of zulke bedrijven zouden willen leiden.

Er bestaat een voortdurende spanning tussen de eisen van de markt en het streven naar een rechtvaardige en billijke samenleving. Een groep werknemers, de werknemers in de zorg - feitelijk de grootste groep werknemers in Europa - zit daar vaak tussen geklemd. De markt erkent en beloont ze niet omdat ze niet substantieel bijdragen aan de groei van het bbp. Maar zij zijn de lijm die de samenleving bij elkaar houdt. Zonder deze groep werknemers zouden de maatschappelijke structuren zoals we die kennen in elkaar storten, en wie zal de markt dan bedienen?

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL).(PT) Waardig werk voor iedereen, een doelstelling die terecht bepleit wordt door de Internationale Arbeidsorganisatie, moet gepaard gaan met een bevordering van de rechten van werknemers op tal van terreinen, met name werkgelegenheid, salarissen, contracten, gezondheid, hygiëne, veiligheid op het werk, beroepsopleiding, promotie, sociale bescherming en zekerheid, collectieve overeenkomsten, sociale dialoog en uitbanning van discriminatie en ongelijkheid. Een blik op de realiteit – groei van het aantal precaire banen, onderbetaald werk, miljoenen arbeidsongevallen, armoede onder werknemers, werkloosheid en nieuwe schendingen van de rechten van werknemers waarvan de zogeheten flexicuriteit een schoolvoorbeeld is – volstaat om te beseffen in wat voor contradicties wij verzeild zijn geraakt, contradicties die werknemers ertoe aanzetten om te protesteren en te strijden. In Portugal heeft de CGTP alvast een algemene staking gepland voor 30 mei.

De Commissie zelf is een voorbeeld van deze contradicties: enerzijds legt zij deze mededeling voor en anderzijds publiceert zij een ontwerp voor een Groenboek betreffende arbeidswetgeving…

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Kathy Sinnott (IND/DEM). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, het lijdt geen twijfel dat in sommige landen uitbuiting van werknemers de norm is. We hebben daar terecht kritiek op, maar we kopen, dragen, eten en drinken de producten van gedwongen arbeid dagelijks.

Maar waardig werk is tweerichtingsverkeer. De werkomstandigheden moeten eerlijk zijn voor de werknemers, maar ook de werknemers moeten hun werk op een eerlijke en verantwoordelijke manier uitvoeren. Alleen wanneer er in Europa sprake is van wederzijdse waardigheid en respect op het werk zal de EU concurrerend en sociaal duurzaam zijn. Ik wil mevrouw Panayotopoulos feliciteren met haar werk. Ze heeft alle kwetsbare groepen - jonge moeders, moeders, zelfs moeders die borstvoeding geven, deeltijdwerkers en oudere werknemers - in haar verslag behandeld. Ze noemt zelfs de thuiswerkers, en ik zou graag denken dat hier ook de onbetaalde vrouwen en mannen die voor kinderen zorgen, mensen met een handicap en oudere familieleden onder begrepen worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Claude Martinez (ITS).(FR) Mevrouw de Voorzitter, werk voor iedereen en dan ook nog eens fatsoenlijk werk! Maar waar gaat het dan om? Werk van jongeren, vrouwen, kinderen, in Groot-Brittannië of in Portugal, werk van migranten en werk van slaven in de diplomatieke missies – vooral in het Nabije Oosten – , werk van loontrekkers in Frankrijk, waar mensen zelfmoord plegen, zoals – bijvoorbeeld – bij Renault. Het gaat hier om onfatsoenlijke lonen – 1000 euro per maand voor caissières, metselaars, werklieden – , die net hoog genoeg zijn om de werknemersbataljons weer aan te vullen. Na een leven van uitbuiting kunnen ze dan een schandalig pensioentje trekken: 130 euro voor de echtgenoot van de boerin. Het kost 10 euro om een hond van de straat te halen – er is dus niet eens genoeg geld om de gepensioneerde boerin van de straat te houden.

Hoe komt dat? Het is het gevolg van het nieuwe, gemondialiseerde kapitalisme. Dat is niet langer het industriële kapitalisme – we zuchten nu onder het financieringskapitalisme. Dat type kapitalisme is steeds op zoek naar een rentabiliteit van 15 procent. Om een dergelijke opbrengst te verwezenlijken oefent het pensioenfondskapitalisme, het speculatiefondskapitalisme, het hedge-fund-kapitalisme op drie manieren druk uit: op de lonen, op de loontrekkers – die hun werk binnen minimale tijdsmarges gereed moeten krijgen, en dus onder stress lijden (vandaar de zelfmoorden) – en het aantal loontrekkers. Andere oorzaak: de immigratie van werkers uit Latijns-Amerika en Afrika om te werken in de fabrieken in El Ejido in Andalusië of de restaurants van Barcelona. Het is de mondialisering, waar een Chinees die 25 eurocent per uur verdient het model wordt voor de wereldwerknemer.

Wat kunnen we doen? Vier dingen. Sociale strijd leveren en juridisch verzet aantekenen, binnen de IAO en de WTO. We moeten daarbij onze fantasie laten werken en vooral de aftrekbare douanerechten als instrument gebruiken. We zullen ook politieke strijd moeten leveren. Van belang is vooral dat we duidelijk zijn en de dingen bij hun naam noemen. De gedereguleerde markt, het kapitalisme en de mondialisering – dat is ook het wereldwijde financieringskapitalisme.

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Andersson (PSE). – (SV) Ik wil zowel de rapporteur als de Commissie bedanken voor het zeer evenwichtige verslag en ook voor het standpunt van de Commissie. De strijd voor fatsoenlijk werk begint in de EU. Het gaat om de strijd tegen zwart werk, maar ook om fatsoenlijke arbeidsomstandigheden in de EU, om een salaris waarvan te leven valt, om de kans om zich in het werk te ontwikkelen en de kans om invloed op de werkplek uit te oefenen. Willen wij op mondiaal niveau vorderingen maken op deze terreinen, dan moeten we eerst zelf voldoen aan het beginsel van fatsoenlijke arbeidsomstandigheden bij onszelf, en dat doen we niet in alle opzichten. We moeten ook voortdurend werken aan de situatie in alle lidstaten van de EU. Voor de internationale inspanningen hebben we de verdragen van de IAO, die in dezen een goede basis vormen. Open grenzen en open handel zijn belangrijk en daar ben ik een aanhanger van, maar het is ook belangrijk dat we tegelijkertijd werken met goede milieu- en arbeidsomstandigheden voor mensen in landen die armer zijn dan de EU-landen. Ook daar gaat het om het recht om zich te organiseren en het recht op fatsoenlijke lonen en arbeidsomstandigheden. Welke verantwoordelijkheid hebben de verschillende actoren in dat verband? Het is duidelijk dat de EU een verantwoordelijkheid heeft als internationale actor op handelsgebied en andere gebieden. De lidstaten hebben een verantwoordelijkheid, maar ook de ondernemingen hebben een verantwoordelijkheid, onder andere op sociaal gebied. Soms ontstaan er conflicten tussen groeimogelijkheden en fatsoenlijke arbeidsomstandigheden. Volgens mij zijn die twee zaken aan elkaar gekoppeld: zonder fatsoenlijke arbeidsomstandigheden krijgen we geen duurzame groei.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Karatzaferis (IND/DEM). - (EL) Mevrouw de Voorzitter, er is geen onwaardig werk en er zijn geen onwaardige beroepen. Zelfs het oudste beroep van de wereld is niet onwaardig. Er zijn echter wel onwaardige omstandigheden, en die worden gekweekt door ons beleid.

Als iemand arm is en geen kant meer uit kan, neemt hij zijn toevlucht tot onwaardig werk. Jean Valjean in Les Miserables was niet onwaardig toen hij een brood stal. Wij hebben echter 100 miljoen Europeanen in nood gebracht en Jean Valjean’s van hen gemaakt. Dat wordt door de multinationals uitgebuit.

Vroeg of laat moet men toch inzien dat als wij geen ander beleid voeren, dat als wij doen alsof de bankiers het evangelie zijn, de mensen gedwongen zullen worden tot onwaardig werk. De heer Trichet heeft binnen twee jaar de rentevoet verdubbeld.

U zult begrijpen dat daardoor iemand die 800 euro verdient en een hypotheek heeft opgenomen, deze alleen kan afbetalen als hij onwaardig werk aanvaardt. Daarom moeten wij een sprong vooruit maken. Na zoveel jaar keren wij terug naar het feudalisme, met het verschil dat vroeger de leenheer een naam had, maar nu heeft hij een bank!

 
  
MPphoto
 
 

  Magda Kósáné Kovács (PSE). (HU) Het uitstekende verslag van mevrouw Panayotopoulos spreekt namens ons allen. Zij verbindt de dwang van “moeten praten” met een serieus, actueel en strategisch pleidooi.

Serieus omdat het verslag op verantwoordelijke en deskundige wijze de maatschappelijke verschillen blootlegt die het proces van achteruitgang versnellen. Verscheidene keren worden vrouwen in de tekst genoemd, alsmede ouderen, mensen met een beperking, immigranten, etnische minderheden en laag opgeleiden, vanwege beperkende omstandigheden op de nieuwe arbeidsmarkt en in de demografische situatie.

Het verslag is actueel omdat in de EU-instellingen onlangs een discussie is losgebarsten over de hervorming van het arbeidsrecht, de maatschappelijke dialoog en maatregelen die de sociale zekerheid versterken. Deze discussies kunnen elkaar tenietdoen maar onze resolutie kan er nu toe bijdragen dat ze toch allemaal dezelfde richting op wijzen.

Het pleidooi is ook strategisch want met het concept van decent work wordt uiteengezet wat de begrippen arbeidszekerheid, sociale zekerheid, partnerschap, rechten op de werkplek en gelijkheid tussen mannen en vrouwen betekenen of zouden moeten betekenen. Dit alles is onlosmakelijk verbonden met de strategie ter bestrijding van de armoede en het opheffen van de dreigende aanwezigheid van de armoedeval.

Armoede is een schandvlek op het gezicht van Europa, daarom is de invoering van het systeem voor een minimumloon in elke lidstaat onvermijdelijk, al kunnen ook op dit gebied aanzienlijke verschillen worden verwacht tussen de oude en de nieuwe lidstaten. Toch betekent deze regeling op de lange termijn dat er een eind komt aan levenstandaarden onder het niveau van menselijke waardigheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Ole Christensen (PSE). – (DA) Mevrouw de Voorzitter, elk jaar vinden er 270 miljoen arbeidsongevallen plaats. In totaal komen per jaar 2,2 miljoen werknemers om het leven ten gevolge van slechte arbeidsomstandigheden en over de wereld verspreid werken naar schatting 60 miljoen kinderen onder harde en gevaarlijke omstandigheden. In de WTO, in onze handelsovereenkomsten en in onze ontwikkelingshulp moeten we meer aandacht schenken aan fatsoenlijk werk. De Europese consumenten moeten echter ook worden geactiveerd. De consumenten zijn bereid om voor de rechten van de werknemers te strijden. Dat zien we in de stijgende belangstelling voor fair trade-producten. De consumenten zijn bereid om extra voor deze producten te betalen, als het zeker is dat die onder fatsoenlijke arbeidsomstandigheden zijn geproduceerd.

Consumenten, klanten, werknemers en investeerders moeten de gelegenheid hebben om producten en leveranciers te kiezen of te verwerpen, afhankelijk van de vraag of de producten zonder gevaar voor lijf en leden zijn geproduceerd. Een vrijwillig productmerk voor waren die onder fatsoenlijke arbeidsomstandigheden zijn geproduceerd zal de consumenten de informatie geven die nodig is om fatsoenlijke arbeidsomstandigheden onder de aandacht van de consumenten en ondernemingen te houden. Een EU-productmerk op basis van de fundamentele werknemersrechten van de IAO kan in dezen verschil uitmaken.

 
  
MPphoto
 
 

  Vladimír Špidla, lid van de Commissie.(CS) Geachte afgevaardigden, het is heel moeilijk om binnen de mij ter beschikking staande tijd een adequate bijdrage te leveren aan dit debat. Ik zal daarom proberen in te zoomen op de belangrijkste punten. Uit het debat blijkt dat het Parlement er fervent voorstander van is om het concept “waardig werk voor iedereen” zodanig te bevorderen dat het deel gaat uitmaken van een door de Commissie geformuleerde strategie. Ten tweede is dit een globaal project dat altijd, in alle omstandigheden en in alle landen, onafhankelijk van hun ontwikkelingsniveau, van toepassing is en dit omvat uiteraard ook de lidstaten van de EU.

Verder werd benadrukt dat zelfs binnen de Europese Unie met sommige normen de hand wordt gelicht, vooral wanneer het illegale arbeid betreft. De Commissie heeft daarom een voorstel goedgekeurd om illegaal werkende migranten harder aan te pakken en zij werkt momenteel aan een meer coherente strategie voor de bestrijding van zwart werk.

Ik kan u voorts meedelen dat de Commissie in de eerste helft van 2008 een monitoringverslag zal publiceren met daarin de initiatieven die de Unie ontplooit op het vlak van waardig werk. Het bevorderen van dit algemene concept is iets dat vele gebieden samenbrengt, zoals ook het ontwerpverslag duidelijk maakt. Ik wil de rapporteur nogmaals gelukwensen en complimenteren met de kwaliteit van haar verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt vandaag om 12.00 uur plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Tokia Saïfi (PPE-DE), schriftelijk.(FR) Nu de mondialisering aanleiding blijkt te geven tot onrust en sociale onrechtvaardigheid moeten we de Europese strategieën die aandacht besteden aan de sociale gevolgen van die mondialisering activeren. Het opstellen van een agenda voor waardig werk is een onderdeel van die strategieën. Waardig werk kan inderdaad bijdragen tot de bestrijding van armoede en sociale uitsluiting, omdat het ons in staat stelt van de voordelen van de mondialisering het volste profijt te trekken terwijl we de nadelen ervan zoveel mogelijk verzachten.

De liberalisering van de handel moet bijdragen tot de doelstellingen op het gebied van groei, volledige werkgelegenheid en het terugdringen van armoede. Ze moet echter hoe dan ook gebaseerd zijn op het bevorderen van waardig werk voor iedereen. Indien we vinden dat de bevordering van waardig werk een constante moet zijn in het externe beleid van de EU, dan moet dit streven ook gezien worden als een onderdeel van de handelsbetrekkingen die de EU met derde landen onderhoudt. Het is daarom van belang dat er een mechanisme in werking wordt gesteld om het bevorderen van waardig werk te verzekeren. Ik doel dan op het schema van algemene tariefpreferenties. Het SAP+ vertegenwoordigt een onmisbare hefboom, die tegelijkertijd kan dienen om aan te zetten tot duurzame ontwikkeling, goede governance en het bevorderen van fundamentele sociale rechten.

 
  
  

VOORZITTER: EDWARD McMILLAN-SCOTT
Ondervoorzitter

 
Juridische mededeling - Privacybeleid