Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 6 juni 2007 - Brussel Uitgave PB

23. Specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Aan de orde is het verslag (A6-0183/2007) van María Isabel Salinas García, namens de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit en tot wijziging van bepaalde verordeningen [COM(2007)0017 - C6-0075/2007 - 2007/0012(CNS)].

 
  
MPphoto
 
 

  Mariann Fischer Boel, Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, we zijn nu in de laatste en beslissende fase aanbeland van de goedkeuring van de hervorming van groenten- en fruitsector. We hebben deze discussie op 24 januari 2007 opgestart, en sindsdien hebben we veel waardevolle inbreng ontvangen, niet in de laatste plaats van het Europees Parlement en het verslag van mevrouw Salinas García. Ik dank u hiervoor, evenals voor uw constante steun voor de algemene doelstellingen en de algemene beginselen van het voorstel van de Commissie.

Inhakend op de inhoud van uw advies wil ik me toespitsen op enkele onderwerpen waar u in het bijzonder aandacht aan heeft geschonken.

Ten eerste is het ten aanzien van de telersverenigingen duidelijk dat zowel de Commissie als het Parlement van mening zijn dat telersverenigingen gehandhaafd moeten blijven en zelfs versterkt moeten worden om de concentratiegraad van het aanbod te vergroten. Dat is absoluut van fundamenteel belang, wil de sector tegemoet komen aan de hoge mate van concentratie die we dezer dagen in de detailhandel waarnemen. Zoals u weet, hebben we een aantal initiatieven voorgesteld om onze telersverenigingen veel aantrekkelijker te maken. We hebben extra communautaire financiering van 60 procent voorgesteld: ten eerste voor fusies tussen telersverenigingen en groeperingen van telersverenigingen, ten tweede voor regio’s waar de concentratiegraad van het aanbod van telersverenigingen onder de 20 procent ligt, ten derde voor de biologische landbouw, ten vierde voor de nieuwe lidstaten en tot slot voor de ultraperifere regio’s.

Ik besef dat u meer maatregelen in de aanvullende communautaire steun van 60 procent voor de operationele middelen had willen opnemen, zoals gezamenlijke maatregelen van telersverenigingen of geïntegreerde productie. Wat we hebben voorgesteld, zal echter al een groot verschil uitmaken. Ik wil het in eerste instantie bij deze maatregelen houden. Zoals u ongetwijfeld weet, moeten we ook oog hebben voor de begrotingsbeperkingen.

Ik ben het met u eens dat crisispreventie en -beheer een van de meest gevoelige punten van de hervorming is en ik wil u danken voor de ideeën die u in uw advies heeft voorgesteld. Het voorstel voor een apart fonds voor crisisbeheer, of voor een definitie van wat we nu precies met een ‘crisis’ bedoelen, kan ik niet aanvaarden. Een apart fonds zou een aanzienlijke stijging van de begroting met zich meebrengen en bovendien niet bijdragen aan verdere vereenvoudiging.

Een percentage van de nationale reserve aanwenden voor crisisbeheer is evenmin aanvaardbaar. De nationale reserve was helemaal in het begin in het leven geroepen om tegemoet te komen aan bijzondere omstandigheden in het kader van de bedrijfstoeslagregeling, en het is ongepast om dat budget aan andere doelen of maatregelen te besteden.

Ik begrijp echter uw oproep tot meer flexibiliteit om het crisisbeheer te vergemakkelijken. In plaats van een compleet gescheiden structuur op te zetten, zou ik daarom ernstig moeten overwegen om meer flexibiliteit in te bouwen in de structuur die in ons oorspronkelijke Commissievoorstel werd voorgesteld. Zo wordt het stelsel zo efficiënt mogelijk en kunnen scherpe prijsdalingen vermeden worden. Ik wil echter onderstrepen dat elke wijziging van het huidige voorstel ook moet passen binnen de begrotingsbeperkingen en vereenvoudiging in de hand moet werken.

U heeft verzocht om een facultatieve overgangsperiode voor de opname van groenten en fruit voor verwerking in de bedrijfstoeslagregeling, met name voor tomaten. U bent ook voorstander van een afzonderlijke betaling voor tomaten van historische producenten in de nieuwe lidstaten. Ik ben bereid een korte overgangsperiode te aanvaarden, waarin lidstaten mogen beslissen steun per hectare toe te kennen. Men dient echter voor ogen te houden dat volledige ontkoppeling zowel de noodzakelijke voorwaarde als het einddoel is: uiteindelijk moet er dus volledig ontkoppeld worden.

Ik besef ook dat de sector zacht fruit moeilijke tijden doormaakt. Uit de analyse van de Commissie is gebleken dat de versnippering van zowel productie als afzet heeft bijgedragen tot de problemen waar de zachtfruitsector de laatste jaren mee kampt.

Op basis van dit verslag zijn we van mening dat we dit probleem het beste kunnen aanpakken door via stimuleringsmaatregelen het aantal telersverenigingen in de nieuwe lidstaten te verhogen, wat we in ons oorspronkelijke voorstel hebben gedaan. Rekening houdend met de gevoeligheden van de zachtfruitsector, ben ik bereid kleine gerichte steun te overwegen, maar het moet glashelder zijn dat deze steun tijdelijk moet zijn en tot bepaalde producten beperkt moet worden.

Tot slot ben ik het met u eens dat afzetbevordering van groenten en fruit niet alleen voor het landbouwbeleid maar ook voor het gezondheids- en consumentenbeleid een punt van grote zorg is. We produceren genoeg kwalitatief hoogstaande groenten en fruit in de Europese Unie, maar onze burgers eten er niet genoeg van, met toenemende gevolgen voor hun gezondheid. Ik zou voorstander zijn van een programma voor fruit op school, dat uitgevoerd kan worden overeenkomstig het standpunt dat de Commissie op 13 mei 2007 heeft ingenomen in het Witboek over een EU-strategie voor aan voeding, overgewicht en obesitas gerelateerde gezondheidskwesties. Voordat we dat doen, moeten we echter de nodige effectenbeoordelingen van een dergelijke maatregel laten uitvoeren. Ik heb mijn diensten gevraagd daar onmiddellijk mee te beginnen.

Dit zijn mijn eerste opmerkingen en ik kijk uit naar een constructieve discussie met de geachte leden van het Europees Parlement.

 
  
MPphoto
 
 

  María Isabel Salinas García (PSE), rapporteur. - (ES) Mevrouw de commissaris, in de eerste plaats wil ik u bedanken niet alleen voor uw aanwezigheid hier vandaag, maar ook voor uw bereidheid om met mij samen te werken.

We staan voor de hervorming van een zeer belangrijke sector, die u ook zeer goed kent. Deze sector vertegenwoordigt 17 procent van onze eindlandbouwproductie, hoewel er maar ongeveer 3 procent van de steun naar toe gaat.

Het is waar dat de sector die we vandaag bespreken, een heel dynamische sector is. Maar het is ook een kwetsbare sector, met structurele problemen, een sector die te maken heeft met een groeiende druk van buitenaf en ook vanuit het grootwinkelbedrijf.

Het verslag waarover we vandaag debatteren en morgen zullen stemmen, is het resultaat van langdurige arbeid. Het is een open verslag, net zoals de opstelling van dit Parlement tegenover de Commissie, in mijn ogen, altijd open is geweest; we zijn altijd op zoek geweest naar een akkoord. Tegelijk moet echter worden gezegd dat dit een realistisch verslag is.

Het verslag is ingewikkeld, want we hebben het over veertig verschillende producten voor zevenentwintig landen. Het is niet voor niets dat er 380 amendementen op zijn ingediend in de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling, maar daarbij moet wel worden vermeld dat er maar twee tegenstemmen waren.

Wij vinden zeker niet alles in het voorstel van de Commissie negatief. Ik denk dat het heel belangrijk is dat de telersverenigingen van het begin af aan als de hoeksteen van de hervorming worden beschouwd. Maar wel is het zo dat er in het Parlement, in de hele sector van de Europese Unie, problemen zijn gesignaleerd die we in alle lidstaten als speerpunten van de hervorming beschouwen.

In de eerste plaats de ontkoppeling van de steun voor verwerkte producten, waar de commissaris terecht op heeft gewezen. Het tweede probleem is de opheffing van het verbod om fruit en groenten te verbouwen op grond die in aanmerking komt voor de bedrijfstoeslagregeling, en vooral - daar blijven we vanuit het Parlement op hameren - de afwezigheid van een echt mechanisme voor crisisbeheer.

Ik denk dat het Europees Parlement zich zeer heeft ingespannen om consensus en overeenstemming te bereiken over deze drie onderwerpen.

In de eerste plaats zijn we voor het in stand houden van de huidige handelsnormen. Het is waar dat deze enigszins zouden moeten worden vereenvoudigd, maar we zijn voor het behoud van deze handelsnormen.

Het Parlement heeft zich uitgesproken, en zal zich morgen uitspreken, tegen het opheffen van het verbod om fruit en groenten te verbouwen op voor de bedrijfstoeslagregeling in aanmerking komende grond, op zijn minst totdat de Commissie een effectbeoordeling heeft gemaakt, zoals het Hof van Justitie heeft geëist.

We vragen om versterking van de telersverenigingen, in de reeds genoemde zin: het financieringsplafond moet worden opgetrokken tot 6 procent. En in de gevallen waarin het steunpercentage wordt verhoogd met 60 procent, zal - zoals de commissaris heel terecht opmerkte - hopelijk rekening worden gehouden met een aantal verzoeken, zoals het verzoek met betrekking tot geïntegreerde productie of aanduidingen van herkomst.

Waar we wel een goed compromis over hebben bereikt, is het garantiefonds voor crisisbeheer. Dat is namelijk heel belangrijk, omdat het om een kwetsbare sector gaat,.

Na u te hebben beluisterd denk ik dat dit nu het onderwerp is waarover het standpunt van de Commissie het meest verschilt van het - vrijwel unanieme - standpunt van het Parlement.

We hebben steun toegezegd - en dat doen we nog steeds - aan dat garantiefonds voor crisisbeheer, dat moet openstaan voor alle telers - ook voor de niet-aangesloten telers - en voor tweederde moet worden gefinancierd door de Europese Unie en voor een derde door de telersverenigingen.

We dringen ook aan op de oprichting van een observatiepost voor de prijzen. De toekomst van deze sector wordt gevormd door de markt, niet door subsidies. En we moeten over betrouwbare en actuele informatie beschikken met betrekking tot de ontwikkeling van de markten.

Tot slot doet het me genoegen om te horen dat met betrekking tot de ontkoppeling eindelijk de mogelijkheid van een overgangsperiode in zicht is. Er zijn enkele producten met een dubbel gebruik, zoals de tomaat en de citrusvruchten, maar met het oorspronkelijke voorstel bestaat het gevaar dat de productie met een dubbel gebruik volledig wordt opgegeven.

Daarom zetten wij duidelijk in op een overgangsperiode, en we hopen dat die niet zo kort wordt als hier vanavond is gezegd, maar lang genoeg zal duren om de sector de gelegenheid te geven zich verder aan de bedrijfstoeslagregeling aan te passen.

Ik denk dat deze vrijwillige overgangsperiode een vorm van gedeeltelijke ontkoppeling mogelijk maakt, bij wijze van overgangsmaatregel.

Ook houden wij vast aan de noodzaak om de steun voor zacht fruit te versterken. Ik heb met genoegen gehoord wat u hierover zei, want mijns inziens is hier duidelijk behoefte aan, zoals het Parlement duidelijk heeft aangegeven en de Commissie heeft overwogen.

Tot slot wil ik iedereen bedanken die mij tijdens dit jaar heeft geholpen. Ik dank de schaduwrapporteurs en alle ambtenaren van de Europese Commissie voor hun bijdragen en voor hun samenwerking met mij. Ik dank tevens het secretariaat van de commissie, en verder iedereen, want ik denk dat het verslag waarover we morgen zullen stemmen, en dat het resultaat is van een brede consensus, ook is verrijkt door de bijdragen van de andere fracties en de hele samenleving.

 
  
MPphoto
 
 

  Esther Herranz García, namens de PPE-DE-Fractie. - (ES) Dames en heren, geachte collega’s, de groenten- en fruitsector is tegenwoordig een van de meest dynamische sectoren van de Europese landbouw, vooral dankzij de inspanningen die de producenten, de telers, zelf hebben verricht om hun afzetkanalen uit te breiden, de kwaliteit van hun producten te verbeteren en het aanbod te concentreren.

Er kan absoluut niet worden gezegd dat de groenten- en fruitsector op enigerlei wijze afhankelijk is van de steun uit Brussel. De sector loopt zelfs voorop in een zeer agressieve markt, omdat er door iedereen hard wordt gewerkt, en het geld dat de sector ontvangt vertegenwoordigt niet meer dan 1 procent van de omzet van de telers.

Een grote meerderheid van de producenten vraagt op dit moment niet om subsidies of om steun voor vervroegde uittreding. Wat ze nu van ons vragen en eisen zijn mechanismen om de problemen die zich nu voordoen, en die in de toekomst alleen maar ernstiger zullen worden, het hoofd te kunnen bieden.

Het is bekend - en als dat niet zo is herinner ik iedereen er nog maar eens aan - dat de groenten- en fruitsector als wisselgeld dient tijdens de landbouwonderhandelingen tussen de Europese Unie en de Wereldhandelsorganisatie.

In de toekomst zal de druk op de markt alleen maar sterker worden, naarmate de nu nog bestaande tariefbarrières worden afgebroken.

Ik wil de lidstaten daarom oproepen om, met het oog op de hervorming van de sector die de Landbouwraad volgende week waarschijnlijk zal aannemen, goede mechanismen voor crisisbeheer te ontwikkelen.

Crisisbeheer is, zoals de rapporteur vandaag heeft gezegd en velen van u ook weten en erkennen, in de mode, en het zal in de toekomst ook een belangrijk onderwerp worden in alle andere sectoren van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, als gevolg van de ontmanteling van de interventiemaatregelen.

In het geval van groenten en fruit gaat het echter ook nog eens om een probleem dat dringend moet worden opgelost, vanwege de sterke concurrentie uit derde landen en ook vanwege de druk vanuit het grootwinkelbedrijf.

Er moet een creatieve oplossing gevonden worden, waarmee de sector de kritieke periode die in het verschiet ligt, het hoofd kan bieden. Dit Parlement geeft daar een antwoord op met het verslag van mevrouw Salinas.

Daarbij gaat het om een specifiek fonds voor ernstige crises, dat bedoeld is om bepaalde maatregelen in gang te zetten, zoals de oprichting van onderlinge fondsen waar de hele sector toegang toe zou hebben. Dat zou een zeer positieve stap zijn, waarbij we echter wel moeten opletten dat we niet afwijken van wat tot nu toe de norm was, namelijk medeverantwoordelijkheid voor de producent.

Ik denk dat als het gaat om de toekomst van de groenten- en fruitsector, in dit verslag een vorm van crisisbeheer wordt voorgesteld die een voortrekkersrol zal vervullen en in de toekomst door andere sectoren zal moeten worden gekopieerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogdan Golik, namens de PSE-Fractie. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit is een van de laatste hervormingen die we nog tot een goed einde moeten brengen. Deze hervorming maakte geen deel uit van de hervorming van 2003. Het is tegelijkertijd een van de belangrijkste markthervormingen binnen de huidige financiële vooruitzichten. Ik zou de rapporteur, mevrouw Salinas García, van harte willen bedanken voor haar erg objectieve verslag, dat talrijke kwesties onder de aandacht brengt, kwesties die zowel voor de oude als voor de nieuwe lidstaten van wezenlijk belang zijn.

Aangezien mijn collega al uitvoerig ingegaan is op alle punten die wij als Parlement aan de orde wilden stellen, zal ik me beperken tot de sector van zacht fruit, die een zeer belangrijke rol speelt in de nieuwe lidstaten. De hervorming moet deze sector werkzame oplossingen aanreiken. We moeten er daarbij rekening mee houden dat het van cruciaal belang is dat we verzekeren dat het telen van dit fruit rendabel blijft in de Europese Gemeenschap en dat de fruittelers in de Gemeenschap een behoorlijk inkomen kunnen verdienen met hun werk. Zacht fruit is een gevoelig product en moet daarom op dezelfde manier behandeld worden als alle andere communautaire producten die we als gevoelig beschouwen.

Het is noodzakelijk dat we, naast de financiële middelen in het kader van het SAPS-systeem, nog andere betalingen invoeren voor de sector van zacht fruit, die dan uitsluitend bestemd zouden zijn voor de telers van zacht fruit. Bijstand in de vorm van afzonderlijke areaalsteun zou niet alleen tot herstructureringen leiden, maar ook de doeltreffendheid en het concurrentievermogen van deze sector ten goede komen. Als gevolg daarvan zullen ook de inkomens van de telers van zacht fruit stabieler worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Mulder, namens de ALDE-Fractie. - Voorzitter, namens de ALDE-Fractie in de eerste plaats onze dank aan de rapporteur. Ik bewonder haar dat ze een weg heeft gevonden doorheen de vele amendementen die zijn ingediend. Wij kunnen als ALDE-Fractie in grote lijnen het resultaat ondersteunen en dat betekent dat wij ook in grote lijnen de voorstellen van de Commissie kunnen ondersteunen. De producentenorganisaties versterken is een goede zaak. De markt van tuinbouwproducten wordt steeds meer beheerst door grote supermarkten en andere handelsorganisaties en het is nodig dat producenten zich verenigen om een tegengewicht daarvoor te vormen.

Het grootste deel van de ALDE-Fractie verschilt van mening met de rapporteur en met de landbouwcommissie over het nu al veelbesproken crisisfonds en crisismanagement in het algemeen. Wij denken dat de voorstellen van de Commissie beter zijn. In de eerste plaats zou ook ik niet weten waar het geld vandaan zou moeten komen. Maar ook op lange termijn is het onmogelijk te veronderstellen dat eender welke overheid verantwoordelijk zou kunnen zijn voor crisismanagement. Er zal altijd een bijdrage van de overheid zijn- daarin is voorzien - maar de voornaamste verantwoordelijkheid zal moeten liggen bij de producenten. Als wij het bovendien aanmoedigen dat crisismanagement via de producentenorganisatie gebeurt, dan zal dat ook meer leden aantrekken en dan zal dat tegelijkertijd ook kunnen betekenen dat de macht van de producentenorganisaties tegenover de handelaren en de supermarkten wordt versterkt. Dus op dat punt zullen wij anders stemmen dan de landbouwcommissie heeft voorgesteld.

Ik zou nogmaals een lans willen breken voor een kwaliteitsbeleid. De commissaris weet dat dat het onderwerp is dat mij zeer na aan het hart ligt. Ik ben na de laatste conferentie over dit onderwerp niet helemaal optimistisch vertrokken, maar ik ben wel aangemoedigd door het feit dat een amendement betreffende de noodzaak van een kwaliteitslabel voor tuinbouwproducten van de ALDE-Fractie in de landbouwcommissie unaniem is aangenomen door alle partijen. Dat is vrij uniek. Dus misschien dat de commissaris met die steun uit de landbouwcommissie nog eens kan nadenken over een kwaliteitsbeleid voor bepaalde landbouwproducten, want wij denken nog steeds dat het nodig is.

Ik weet niet wat de laatste ontwikkelingen zijn op het gebied van schoolfruit, maar wij vonden de gedachte van de commissaris op dit punt sympathiek.

 
  
MPphoto
 
 

  Janusz Wojciechowski, namens de UEN-Fractie. - (PL) Mijnheer de Voorzitter, naar mijn mening is deze hervorming gerechtvaardigd, maar ook onrechtvaardig. De beginselen die vijf jaar geleden in Kopenhagen zijn vastgelegd, zijn nadelig voor de nieuwe lidstaten. Toen werd overeengekomen dat de landbouwers uit de nieuwe lidstaten zich tevreden moesten stellen met enkele keren minder steun dan hun collega’s uit de oude Europese Unie. Wij hebben destijds met deze maatregel ingestemd in de hoop dat we vroeg of laat op voet van gelijkheid behandeld zouden worden.

De opeenvolgende hervormingen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid hebben de opdeling in meer en minder bevoorrechte landen in stand gehouden. De hervorming van de groenten- en fruitmarkt is hiervan een duidelijk voorbeeld. De oude Europese Unie heeft in het verleden honderden miljoenen euro ontvangen en dat zal ook in de toekomst zo blijven. De nieuwe lidstaten van de Unie kregen daarentegen slechts symbolische bedragen. Staat u mij toe dat ik de volgende vraag stel: hoe zit het met de reële hulp voor de telers van zacht fruit in de nieuwe lidstaten? Waarom heeft de Commissie niet gereageerd op de resolutie van het Europees Parlement van oktober 2006?

Er is heel wat gezegd over de steun voor de Europese Grondwet en over het gevaar dat het gebrek daaraan tot het ontstaan van een Europa met twee snelheden zal leiden. Wat de landbouw betreft, hebben we dat Europa met twee klassen al lang. Enerzijds is er de bevoorrechte oude Unie die de status in stand probeert te houden die ze in het verleden voor zichzelf heeft gecreëerd en anderzijds hebben we de minder bevoorrechte nieuwe Unie die van een gelijke behandeling alleen maar kan dromen.

Wij hebben een amendement ingediend dat voorstelt om kersen en appels voor verwerking op te nemen in de hervorming van de productie van zacht fruit, in combinatie met een verhoging van de nationale kredieten met 148 miljoen euro. Ik zou het Europees Parlement willen vragen om dit amendement te steunen. Voor de Europese Unie als geheel is dit slechts een onbeduidend bedrag. Het is echter een principiële kwestie, geen kwestie van geld. Er moet een einde komen aan deze opdeling in eerste- en tweederangs lidstaten. Wij respecteren de toetredingsverdragen, maar zijn tegelijkertijd van mening dat er nieuwe beginselen moeten worden ingevoerd die de opdeling in vijftien meer en twaalf minder begunstigde lidstaten overstijgen. Alle zevenentwintig lidstaten moeten dezelfde rechten kunnen genieten. Als Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten - waarvan afgevaardigden uit zowel oude als nieuwe lidstaten lid zijn - dringen wij daar vastberaden op aan. Wij willen een hervorming die niet alleen gerechtvaardigd, maar ook rechtvaardig is.

 
  
MPphoto
 
 

  Vincenzo Aita, namens de GUE/NGL-Fractie. - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik dank op mijn beurt vooral de commissaris en de rapporteur voor het verslag dat wij thans in deze vergadering behandelen, maar mijn fractie kan hier moeilijk voor stemmen, vanwege twee aspecten die ik nu nader toelicht.

Ten eerste kan door deze hervorming - die zo belangrijk is voor een sector die werk biedt aan duizenden, zo niet miljoenen mensen in de landbouw en de verwerkingsindustrie - het scenario drastisch worden veranderd, zodra wij de beschikking krijgen over richtlijnen inzake klimaatverandering. Europa stevent weliswaar terecht af op een uitbreiding van alternatieve productievormen - biodiesel, biobrandstoffen, productie van biomassa uit hout - maar dit houdt wel in dat miljoenen hectares onttrokken worden aan de landbouw- en voedselproductie, die normaal bestemd is voor menselijke en dierlijke consumptie. Dit gebeurt al in grote landen als China, als wij mogen afgaan op krantenberichten van deze dagen.

Ten tweede gaat de onderhavige hervorming niet in op één van de problemen die in dit Parlement ter sprake zijn gebracht, namelijk het feit dat de winst die in de afgelopen jaren in de landbouwproductie is gemaakt, helemaal wordt opgestreken door handelsondernemingen en grote multinationals. Volgens statistieken komt 60 à 70 procent van de landbouwomzet in de zakken van de distributieketen terecht.

De onderhavige hervorming snijdt dat probleem niet aan. Dit zijn dus de feitelijke redenen waarom wij morgen in dit Parlement moeilijk voor dit verslag kunnen stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Baco (NI). - (SK) Ik wil mijn collega, mevrouw García, prijzen voor haar verslag over het voorstel voor een verordening van de Raad tot vaststelling van specifieke voorschriften voor de sector groenten en fruit.

In de verhitte debatten binnen de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling over dit voorstel is een aantal risico’s geïdentificeerd die verband houden met de inhoud van het voorstel, en met name risico’s die voortvloeien uit de filosofie achter dit stuk wetgeving. Het grootste risico houdt verband met de vervroegde tenuitvoerlegging van enkele van de voorschriften en het lage niveau van financiering door de EU. Het gaat maar om 3,1 procent van de begroting, terwijl de sector goed is voor 17 procent van de totale landbouwproductie van de EU. In marketingtermen zijn sla, radijs en klein fruit - vrijwel de hele groenten- en fruitmand - het meest gevoelig van alle landbouwproducten, en om deze op soepele wijze van de boerderij op tafel te krijgen is geen eenvoudige logistieke opgave. Daarom moet de Europese Commissie zichzelf niet voor de gek houden en denken dat ze in de toekomst de hele verantwoordelijkheid voor de GMO voor groente en fruit aan de telers kan overdragen.

Een ander groot risico van het voorliggende voorstel is dat het de nieuwe lidstaten in een nadelige positie plaatst. Het probleem is dat de nieuwe lidstaten geen functionerende telersverenigingen hebben, en het zal jaren duren voordat deze volledig operationeel zullen zijn. De telers van groenten en fruit in de EU-15 hebben in de loop van tientallen jaren geleerd hoe ze moeten omgaan met de handelsystemen en zijn gelijkwaardige handelspartners geworden. Als het voorstel in zijn huidige vorm ten uitvoer wordt gelegd, kan redelijkerwijs worden verwacht dat de productie van de nieuwe lidstaten, die al enorm is ingezakt, nog verder zal dalen. Daarom ben ik van mening dat er bij het amenderen van het voorstel prioriteit moet worden gegeven aan de risico’s die ik zojuist heb beschreven.

 
  
MPphoto
 
 

  Agnes Schierhuber (PPE-DE). - (DE) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, geachte collega’s, ook ik dank de rapporteur, want de hervorming van de groente- en fruitsector is echt geen gemakkelijk werk. De sprekers voor mij zeiden al dat het om een heel groot aandeel van de landbouwproductie gaat. Maar met deze hervorming zullen we er in slagen ook in deze sector van de Europese landbouw een belangrijke stap in de richting van modernisering te zetten.

In het licht van de toenemende internationale concurrentie in het kader van de globalisering moet het ons belangrijkste doel zijn om de concurrentiekracht van de Europese groente- en fruittelers te vergroten, waarbij tegelijkertijd een garantie geboden moet worden voor hoge kwaliteit van de Europese producten tegen betaalbare prijzen voor de consument. Telersverenigingen zijn een mogelijkheid tot beter optreden op de markt. Het eten van groenten en fruit moet gestimuleerd worden, wegens het positief effect op de gezondheid.

Collega Gräßle van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten zal morgen een mondeling amendement indienen waarin de Commissie wordt gevraagd om niet te wachten tot 2013 met een eerste verslag over de uitvoering van de titel met betrekking tot de telersverenigingen, het actiefonds en de operationele programma’s. Wij willen in 2010 al een eerste verslag over dit onderwerp en daarna om de drie jaar. Wij willen transparantie en we willen zeker weten dat de steun aankomt op de plaatsen waar deze nodig is. Zeven jaar is daarvoor een voldoende lange tijd.

Het is onze verantwoordelijkheid om de toekomst van de Europese groente- en fruittelers te verzekeren door met doelgerichte steun een veiligheidsnet tot stand te brengen en duurzame productie te verbinden met hoge kwaliteit en een gezond milieu.

 
  
MPphoto
 
 

  Katerina Batzeli (PSE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, allereerst wil ik de rapporteur, mevrouw Salinas Garcia, van harte bedanken voor haar uitstekende verslag. Ik dank echter ook de commissaris, die een serieus en gedurfd voorstel heeft gedaan voor de groenten en fruit. Ik zeg “gedurfd voorstel” omdat dit een sector is met een duidelijke structuur, met telersverenigingen en operationele programma’s, een sector waar het vraagstuk van de ontkoppeling zich bij uitstek stelt.

Mijnheer de Voorzitter, ik wilde op persoonlijke titel maar ook namens mijn fractie twee fundamentele vraagstukken noemen, vraagstukken waar wij steun aan geven: het eerste betreft een stabiele begroting en het tweede een stabiel tijdsbestek voor de hervorming tot 2013. Ik kan u op een briefje geven dat een beleid waarmee alles onderuit gehaald gezet en een overgangstermijn noodzakelijk wordt voor de hervorming van de groenten en fruitsector - wat bij geen enkel ander product het geval is - nooit door de socialistische fractie aanvaard zal worden.

Ik heb slechts nog twee opmerkingen. U weet heel goed, mevrouw de commissaris, dat de voorstellen van mevrouw Salinas niet ver verwijderd zijn van die van de Raad. Wat dat betreft wil ik ingaan op het specifieke vraagstuk van het fonds voor crisisbeheer. Ik vraag u daar in veel positievere zin over na te denken. Het fonds voor crisisbeheer heeft misschien geen extra middelen nodig maar het moet wel buiten de operationele programma’s vallen. Anders zal er volledige verwarring ontstaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Danutė Budreikaitė (ALDE). - (LT) Het is duidelijk dat de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid essentieel is. Deze hervorming wordt echter toegepast op EU-lidstaten met verschillende steunniveaus. De nieuwe lidstaten, die nog geen derde ontvangen van wat de oude lidstaten krijgen en die te maken hebben met aanzienlijk slechtere afzetmogelijkheden, worden gedwongen hun landbouw te hervormen door de toestand waarin deze verkeert nog verder te verslechteren. Er ligt nu een voorstel voor een algemene bedrijfstoeslagsregeling op tafel als oplossing voor de hervorming van de groenten- en fruitmarkt. Voor de nieuwe lidstaten zal dit betekenen dat ze nog minder steun zullen krijgen dan nu, en dat de mogelijkheden om te concurreren op de markt nog kleiner worden. De eis dat groenten- en fruittelers telersverenigingen oprichten om in aanmerking te komen voor EU-steun, zal leiden tot een ernstige verstoring van de groenten- en fruitmarkt. De grootwinkelbedrijven zullen hun eigen voorwaarden opleggen en weigeren om de producten van kleine producenten te verkopen. Ik wil aandacht vragen voor het feit dat er in de verordening wordt voorgesteld om de consumptie van fruit en groenten te vergroten onder bepaalde bevolkingsgroepen - jongeren, schoolgaande kinderen en tieners. En hoe zit dat met de rest van de bevolking?

 
  
MPphoto
 
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, er zijn stappen in de goede richting gezet met betrekking tot de situatie van de groenten- en fruitsector, die over het algemeen als onrechtvaardig wordt beschouwd. Na ellenlange debatten werd uiteindelijk beslist om een antidumpingprijs voor Chinese aardbeien in te voeren. Jammer genoeg was die prijs slechts gedurende een erg korte periode van toepassing. Vervolgens hebben we een minimumprijs ingevoerd. Het valt echter te betreuren dat deze prijs zo laag is.

We hebben nu de gelegenheid om bijkomende betalingen toe te kennen voor kersen en krieken, evenals voor zacht fruit als frambozen, aardbeien, zwarte bessen en kruisbessen. Het lijdt geen twijfel dat veel fruittelers, die het slachtoffer geworden zijn van hevige vorst, zonder deze betalingen failliet zullen gaan. In haar amendement 116 op deze verordening stelt de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling steun voor ten bedrage van 120,77 euro per hectare. Als u het mij vraagt, ligt dit bedrag veel te laat. Een dergelijke maatregel is geen doeltreffende oplossing voor de problemen van de fruittelers. De steun zou opgetrokken moeten worden tot 400 euro per hectare.

Ook de eigenaars van appelboomgaarden werden getroffen door de strenge vorst. Ook zij verkeren in een moeilijke situatie en hopen op hulp. Daarom vraag ik dit Parlement met klem om amendement 113 te steunen, aangezien het een antwoord bevat voor al diegenen die op steun hopen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ioannis Gklavakis (PPE-DE). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, wij zijn blij dat u hier bent, en wij danken u voor uw inspanningen.

Ik wil de rapporteur gelukwensen met het uitstekende werk dat zij heeft verricht.

De groenten- en fruitsector is voor ons zeer belangrijk. Ik wilde de aandacht vestigen op een aantal punten.

Ten eerste is financiering van crisisbeheer in een sector als groenten en fruit, die de meest gevoelige landbouwproducten omvat, uitermate belangrijk. Als men echter een geïntegreerde financiering wil verzekeren is het noodzakelijk om deze buiten de operationele programma’s te houden. De producenten moeten aan deze financieren bijdragen maar er moeten ook extra communautaire middelen voor komen, en het toepassingsgebied ervan moet worden uitgebreid tot preventie. Daarop had ik ook aangedrongen toen ik anderhalf jaar geleden schaduwrapporteur was in het debat over de toekomstige steunmaatregelen in de landbouw.

Ten tweede is het positief dat het verplicht is agri-milieumaatregelen op te nemen in de operationele programma’s van de telersverenigingen en dat de goedkeuring van die programma’s daarvan afhankelijk wordt gemaakt. Het is echter overdreven om te stellen dat daarvoor een vijfde van de begroting van de maatregelen moet worden uitgetrokken. Dat bedrag moet worden verminderd.

Ten derde moeten wij op een gegeven ogenblik misschien ook aandacht schenken aan de kleine teelten van kleine landbouwers, zoals de teelt van saffraan en mastica op Chios. Wij mogen de kleine producenten niet uit het oog verliezen.

Ten vierde is, wat de telersverenigingen betreft, de financiering met 60 procent in gering georganiseerde gebieden een goede zaak. Het plafond van 4,1 procent van de waarde van de afgezette productie is echter wel heel laag, en zal deze verenigingen niet in staat stellen om zich van hun omvangrijke nieuwe taken te kwijten. Hierbij moeten wij ook de moeilijkheden voor ogen houden die zich voordoen op de eilanden in de Egeïsche Zee. Daarom moet enige soepelheid worden betracht.

Ten vijfde is het op de jongeren in de Europese Unie gerichte promotie- en informatieprogramma niet alleen bedoeld om het verbruik van groenten en fruit te verhogen. Wij eten heel slecht en onze jongeren moeten leren gezonder te eten.

Tot slot wilde ik nog erop wijzen dat wij vierkant gekant zijn tegen het mondeling amendement dat eventueel morgen zal worden ingediend, en waarin wordt gevraagd om in 2010 een verslag op te stellen over de werking van de nieuwe GMO. Wij zijn daar absoluut tegen, omdat dit zou betekenen dat wij ons bij groenten en fruit anders gedragen dan bij de andere GMO’s. Die zijn namelijk op een geheel andere manier geregeld. Dat staat volledig haaks op de beginselen van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Csaba Sándor Tabajdi (PSE). - (HU) Het uitstekende verslag van mevrouw Salinas García laat zien dat het op wezenlijke punten een goed verslag is. Ik wil hier graag vier positieve aspecten uitlichten: het nationale enveloppensysteem, de ondersteuning van telersverenigingen, risicobeheer en schoolfruit.

Dit zou een zeer goede hervorming zijn als ik niet uit een nieuwe lidstaat kwam. Deze hervorming is echter op verscheidene terreinen discriminerend tegenover de nieuwe lidstaten, ten eerste op het gebied van rechtstreekse uitbetalingen. Hongarije produceert bijvoorbeeld 2 procent van de groenten in de EU, maar ontvangt slechts 0,61 procent van de kosten voor groenteteelt.

Het andere discriminerende aspect betreft de verwerkte producten. Noch de Poolse bessen, noch de morellen, noch de producten uit de nieuwe lidstaten zijn opgenomen op de lijst van producten die verwerkt moeten worden. Deze gelden zullen nu op historische gronden worden verdeeld, waarbij voornamelijk drie oude lidstaten 800 miljoen van de 1,4 miljard euro zullen opstrijken. Dit is een ernstige onrechtvaardigheid jegens de nieuwe lidstaten, en ik vraag bij dezen dan ook om een correctie.

 
  
MPphoto
 
 

  Leopold Józef Rutowicz (UEN). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het verslag van mevrouw Salinas García is van cruciaal belang voor de sector van de landbouwproductie. Jammer genoeg behandelt het document de producenten in de oude en in de nieuwe lidstaten niet op dezelfde manier. Het steunen van de landbouwers met behulp van rechtstreekse betalingen is bijzonder belangrijk voor landen waar de structuur van de landbouw gefragmenteerd is, met kleine boerenbedrijven en een monocultuur, en waar de inkomsten nauwelijks volstaan om de landbouwactiviteiten in stand te houden. Deze kleine landbouwbedrijven produceren op een traditionele en milieuvriendelijke manier. In de gewijzigde verordening zouden de mogelijkheden voor betalingen aan landbouwers in de oude en de nieuwe lidstaten gelijk moeten worden verdeeld.

De doeltreffendheid van de groenten- en fruitproductie is moeilijk te voorzien. Dergelijke producten kunnen gemakkelijk beschadigd worden, de prijzen schommelen sterk, en er is behoorlijk wat concurrentie van derde landen. Ook de klimaatverandering en het stijgend aantal natuurrampen hebben een invloed op de doeltreffendheid. Bij wijze van voorbeeld zou ik kunnen verwijzen naar de strenge vorst dit voorjaar in Polen, die 70 procent van de bloesems van rode bessen, pruimen, peren en krieken heeft vernietigd. Volgens schattingen van de Poolse groenten- en fruittelers zullen de verliezen dit jaar bijna 60 procent bedragen. De amendementen 6, 7 en 12 op de overwegingen 11, 13 en 18 van de verordening verdienen in elk geval onze bijzondere steun. Dat geldt eveneens voor amendement 113.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, het debat van vandaag over het verslag betreffende de hervorming van de groenten- en fruitsector en de stemming van morgen over deze kwestie zijn het sluitstuk van maandenlange werkzaamheden in het Europees Parlement. Ik denk dat we er in deze periode in geslaagd zijn om de moeilijkheden van de Poolse markt voor zacht fruit onder de aandacht te brengen en om de meeste afgevaardigden te overtuigen van de noodzaak om aangepaste steunmechanismen in te voeren. Dergelijke mechanismen zouden de herstructurering van de sector en een verbetering van zijn concurrentievermogen ten goede komen. Twee opvallende kenmerken van de groenten- en fruitsector in de nieuwe lidstaten zijn een gefragmenteerde productie en het gebrek aan sterke producentenorganisaties of telersverenigingen. Bovendien is de sector bijzonder gevoelig voor crises.

De bestaande steunmaatregelen en de instrumenten die in het voorstel voor de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit worden voorgesteld, bieden geen enkele garantie voor voldoende hoge steun. Ze reiken evenmin doeltreffende oplossingen aan voor de problemen waarmee de markten in kwestie worden geconfronteerd. Daarom vragen wij speciale betalingen voor de telers van zacht fruit en kersen voor verwerking, zodat de inkomens van de landbouwers stijgen en de situatie van de groenten- en fruitsector stabieler wordt.

Ik roep de commissaris op om amendement 132 in overweging te nemen, dat ik samen met mevrouw Herranz García heb ingediend namens de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten. Ik vraag u eveneens om amendement 122 te steunen. Dat amendement betreft de steun voor de markt van voor verwerking bestemde tomaten in de nieuwe lidstaten in het kader van het SAPS-systeem. De goedkeuring van dit amendement zal ervoor zorgen dat de telers van tomaten in deze landen de steun behouden die ze op dit moment ontvangen.

Mevrouw de commissaris, er zijn twee zaken die de Poolse telers van zacht fruit niet begrijpen. Ze vragen zich ten eerste af waarom ze zo lang op relevante voorstellen moeten wachten. Ten tweede kunnen ze niet vatten waarom de Commissie niet over de brug kan komen met enkele tientallen miljoenen euro om de sector van zacht fruit te steunen, terwijl ze over een jaarbegroting van meer dan 1,5 miljard euro beschikt. Aardbeien, frambozen en bessen zijn voor de Poolse landbouwers net zo belangrijk als sinaasappelen, mandarijnen en vijgen voor hun collega’s in Zuid-Europa. Mevrouw de commissaris, wij hopen ten zeerste dat u tijdens de aanstaande Raad van de ministers van Landbouw van de zevenentwintig lidstaten van de Unie gepaste steunmaatregelen zult voorstellen voor deze groep landbouwers. Ik vertrouw erop dat de onderhandelingen vruchten zullen afwerpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Manuel Capoulas Santos (PSE). - (PT) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, het feit dat de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling de in het verslag-Salinas García opgenomen voorstellen steunt bewijst om te beginnen dat de rapporteur uitstekend werk heeft verricht - mijn gelukwensen! - en verder dat de afgevaardigden van alle fracties bereid zijn geweest om actief mee te werken aan het bereiken van een compromis.

Ik ben vooral ingenomen met de aanbevelingen van het Parlement met betrekking tot crisisbeheer en het versterken van de producentenorganisaties. Ik ben ook heel blij dat mijn voorstel om een overgangsperiode in te stellen en zo de tomatenteelt in een aantal lidstaten - waaronder mijn land, Portugal - veilig te stellen is goedgekeurd. Ik hoop dat de Commissie dit voorstel overneemt.

Ik vind het intussen wel jammer dat we niet hetzelfde hebben kunnen bereiken op andere gebieden, zoals een grotere flexibiliteit bij het beheer van de financiële middelen voor de operationele programma's. Verder zou er positieve discriminatie moeten worden toegepast op de lidstaten waar deze programma's erg slecht zijn georganiseerd.

Mevrouw de commissaris, uit uw interventie aan het begin van dit debat heb ik begrepen dat u misschien niet helemaal goed beseft dat het dit Parlement ernst is met deze voorstellen. Ik vertrouw er echter op dat het gezonde verstand en de bereidheid om tot een compromis te geraken, uiteindelijk zullen prevaleren in de Raad en de Commissie.

 
  
MPphoto
 
 

  Zbigniew Krzysztof Kuźmiuk (UEN). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, de groenten- en fruitsector is van fundamenteel belang voor de landbouw van de Europese Unie in het algemeen, en voor landen als Polen in het bijzonder. Helaas zetten de voorgestelde oplossingen voor ons geen zoden aan de dijk.

Ten eerste wordt, als onderdeel van de ingrijpende veranderingen die in deze sector moeten worden doorgevoerd, voorgesteld om de huidige steun voor de oude lidstaten te handhaven. De nieuwe landen worden echter behandeld alsof ze nog steeds kandidaat-lidstaten zijn, en geen volwaardige leden van de Europese Unie. De nationale kredieten van landen als Italië, Griekenland en Spanje worden aangevuld met bedragen tussen 316 miljoen en 167 miljoen euro. De kredieten voor Polen, een land met een omvangrijke groenten- en fruitsector, zullen daarentegen met slechts 6,7 miljoen euro worden verhoogd. Het spreekt voor zich dat een dergelijke benadering geheel in strijd is met het beginsel van Europese solidariteit.

Ten tweede bestaat er geen traditie van producentenorganisaties in de nieuwe lidstaten. Dat zal er ongetwijfeld toe leiden dat een bedrag van bijna 700 miljoen euro per jaar hoofdzakelijk terechtkomt bij de producentenorganisaties en telersverenigingen in de oude lidstaten.

Ten slotte gaat de hervorming niet nader in op het feit dat de markt van de Europese Unie in toenemende mate wordt opengesteld voor de invoer van groenten en fruit uit derde landen. De Europese Unie heeft een jaarlijks handelstekort van meer dan 8 miljard euro in deze sector. Deze import wordt meestal verkocht aan dumpingprijzen, wat de groenten- en fruitproductie in de Europese Unie ondermijnt.

 
  
MPphoto
 
 

  James Nicholson (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen wil ik de rapporteur feliciteren met haar verslag.

Naar mijn mening moet er nog een aantal openstaande punten verduidelijkt worden. We moeten ervoor zorgen dat de gevolgen in de verschillende regio’s in de lidstaten niet te hard aankomen. Het mechanisme in dit voorstel is ingewikkeld voor de regio’s die het hybride, op areaal gebaseerde model voor de bedrijfstoeslagregeling toepasten. Dat geldt bijvoorbeeld voor mijn regio. Vooral dat moet opgelost worden. Het is een moeilijke, ingewikkelde problematiek die aangepakt moet worden.

Er wordt van verschillende kanten van buitenaf druk uitgeoefend, die van invloed is op het afzetproces. Met stip genoteerd is de koopkracht van de grote supermarktketens, waarbij de ene leverancier of producent tegen een andere wordt uitgespeeld om de prijzen te drukken. Er zijn ook mensen die goedkope producten invoeren, afzetten en waarde toevoegen aan producten van onbekende oorsprong. We slagen er kennelijk niet in dat tegen te houden.

Nu ga ik voor eigen parochie preken. Vorige week heb ik een delegatie geleid naar mijn lokale minister in Noord-Ierland om de benarde situatie van paddenstoelenkwekers in die streek aan te kaarten. Vier jaar geleden hadden we in Noord-Ierland meer dan 226 paddenstoelenkwekers; nu hebben we er nog maar 40, dat wil zeggen 80 procent minder mensen die actief zijn in de sector. Ik vroeg me af of dat iemand iets kon schelen, en moest tot de conclusie komen dat het antwoord ‘nee’ is. Boerengezinnen zijn verwoest en hun inkomen is in rook opgegaan. Met hen is helemaal geen rekening gehouden door degenen die goedkope paddenstoelen invoeren, er waarde aan toevoegen en ze aan de supermarkten verkopen, die beweren dat ze lokaal zijn.

Als we ons afzijdig houden en toelaten dat dergelijke toestanden in deze en andere gebieden voortduren, dan zullen we de samenhang van de plattelandssamenleving zoals we die kennen, volledig kapot maken. Deze producten houden gezinnen en gemeenschappen bijeen. Als we die kapot maken, lopen we zelf ook gevaar. We moeten de plattelandssamenleving redden.

 
  
MPphoto
 
 

  Mairead McGuinness (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de rapporteur bedanken. Mijn collega Nicholson heeft me niet echt het gras onder mijn voeten weggemaaid, maar ik maai toch graag nog wat van hetzelfde gras. De commissaris weet ongetwijfeld dat ik net een grijsgedraaide plaat ben: ik ondersteun het idee van telersverenigingen, maar ik ben er helemaal niet van overtuigd dat we het op kunnen nemen tegen de detailhandelssector. Ik heb het al eerder gezegd, en ik herhaal nu dat de Commissie niet bereid is om het nochtans voor iedereen zichtbare probleem aan te pakken en de strijd aan te binden tegen de uiterst machtige detailhandelsector in Europa, die met name in het VK en in Ierland bijzonder machtig is.

Nadat u de bespreking over dit specifieke onderwerp had opgestart, verklaarden Ierse boeren op televisie dat ze niet langer groenten en fruit zouden verbouwen, omdat er geen winst mee viel te behalen, omdat ze er niet de benodigde prijzen voor kregen. Maar laten we afwachten wat er na deze hervorming zal gebeuren. Ik hoop dat in het verslag dat we voorstellen voor 2010, zal worden gekeken naar de impact met betrekking tot het machtsevenwicht, dat nu naar de verkeerde kant doorslaat.

Het idee van consumptie en gezondheid is zeer positief, maar steeds wanneer we het Europese publiek vertellen dat het gezond is om groenten en fruit te eten, lijken ze er minder van te eten, en dus moeten we aan een andere boodschap denken. Het idee van schoolfruitprogramma’s bevalt me wel, en ik wil u vragen in uw effectenbeoordeling rekening te houden met de vele proefprojecten. In Ierland bestaat een specifiek proefproject dat goed werkt en waarvan u de details waarschijnlijk zelf heeft. Hoe dan ook, veel succes ermee, en ik hoop dat het voor de Europese groenten- en fruitkwekers iets oplevert.

 
  
MPphoto
 
 

  Mariann Fischer Boel, Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag snel afronden, want het is laat.

Ik wil opnieuw benadrukken hoe enorm constructief we hebben samengewerkt bij de hervorming op voedingsgebied en in de groentesector. Ik denk dat uw advies steun betekent aan de algemene lijn van de Commissievoorstellen en aan de in ogenschouw genomen verbeteringen.

Ik wil graag een aantal opmerkingen maken, want ik weet zeker dat sommige leden van dit Parlement niet hebben geluisterd naar mijn eerste toespraak, toen ik het had over de zachtfruitsector. Ik heb duidelijk gemaakt dat ik op de hoogte ben van de problemen waar de zachtfruitsector in de Europese Unie mee te kampen heeft. Ik ben bereid rekening te houden met de gevoeligheid van de sector en op de begroting geld te vinden om deze sector gedurende een overgangsperiode te steunen. Maar verwacht u geen bedragen zoals u die noemde. Ik meen dat u het over 800 euro had. Dat is niet haalbaar binnen de begroting. Ik heb echter duidelijk gezegd dat ik mijn uiterste best zou doen om een oplossing te vinden.

Ik denk dat de antidumpingmaatregelen van april een duidelijke stap in de goede richting waren. De problemen ten gevolge van de vorst zullen apart behandeld worden. Specifieke situaties die het gevolg zijn van noodweer, kunnen wij het hoofd bieden met de regels inzake staatssteun, en dus zullen wij proberen dit vraagstuk apart te behandelen.

Er werd een vraag gesteld over financiering. Volgens mij is het opzetten van een fonds buiten de telersverenigingen om niet echt een vereenvoudiging. Zoals u weet staat vereenvoudiging zeer hoog op de agenda van de Commissie. Het zal een erg ingewikkeld instrument worden en we moeten er rekening mee houden dat we bij ons optreden te maken hebben met een jaarbegroting. We zouden veel geld kunnen verliezen bij het opzetten van het fonds omdat het een meerjarig fonds is, maar ik ben er zeker van dat we een fatsoenlijke oplossing en een efficiënt instrument voor crisisbeheer zullen weten te vinden.

Ik hoop dat we komende maandag en dinsdag tijdens de Raadsvergadering tot een politiek akkoord kunnen komen. Ik ben er vrij zeker van dat we een politiek akkoord zullen vinden waar de hele groenten- en fruitsector in de Europese Unie baat bij zal hebben Zo zal de sector een duurzame toekomst krijgen, iets wat we, veronderstel ik, allemaal willen.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. - Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Witold Tomczak (IND/DEM), schriftelijk. - (PL) De toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Europese Unie is nu drie jaar geleden. Toch worden deze landen nog steeds gediscrimineerd wat betreft de begrotingskredieten voor de groenten- en fruitsector. Dat blijkt bijvoorbeeld uit de omvang van de betalingen die worden toegekend per hectare met groenten en fruit bebouwd land. In 2005 kregen de oude lidstaten (EU-15) 561 euro per hectare, terwijl de nieuwe landen (EU-10) slechts 20 euro per hectare ontvingen. De arme landen ontvangen bijgevolg achtentwintig keer minder steun dan de rijkere landen.

Er bestaat geen enkele gegronde reden voor deze discriminatie. De nieuwe lidstaten hebben een groot aantal belangrijke en specifieke producten ingevoerd in de Europese Unie. Desalniettemin ondervonden, en ondervinden ze nog steeds, grote moeilijkheden met betrekking tot de rentabiliteit van deze producten. Deze problemen zijn onder meer toe te schrijven aan de goedkope invoer uit derde landen en aan de gefragmenteerde productie. De nieuwe lidstaten waren er bijgevolg terecht van uitgegaan dat hun moeilijkheden zouden worden erkend en dat zij op dezelfde brede waaier van steunmaatregelen zouden kunnen rekenen als de oude lidstaten.

De Europese Commissie heeft intensief overleg gepleegd, studies uitgevoerd en missies geleid. Desalniettemin houdt haar voorstel voor de hervorming van de markt de discriminatie van de nieuwe lidstaten in stand. De Commissie heeft evenmin rekening gehouden met het standpunt van het Europees Parlement, dat in zijn resolutie van 11 mei 2005 heeft gevraagd om zo snel mogelijk te voorzien in communautaire steun voor zacht fruit, kersen, krieken en appels die bestemd zijn voor verwerking.

De discriminatie van de nieuwe lidstaten op de groenten- en fruitmarkt is niet alleen nadelig voor de telers in de nieuwe lidstaten, maar ook voor de Unie als geheel en voor haar consumenten.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid