De Voorzitter. Het laatste agendapunt is het debat over de mondelinge vraag (O-0026/2007) van Zdzisław Zbigniew Podkański, Roberta Angelilli, Liam Aylward, Peter Baco, Sergio Berlato, Adam Bielan, Martin Callanan, Paulo Casaca, Sylwester Chruszcz, Brian Crowley, Marek Aleksander Czarnecki, Joseph Daul, Albert Deß, Valdis Dombrovskis, Hanna Foltyn-Kubicka, Maciej Marian Giertych, Béla Glattfelder, Bogdan Golik, Genowefa Grabowska, Dariusz Maciej Grabowski, Małgorzata Handzlik, Mieczysław Edmund Janowski, Michał Tomasz Kamiński, Sergej Kozlík, Ģirts Valdis Kristovskis, Urszula Krupa, Wiesław Stefan Kuc, Zbigniew Krzysztof Kuźmiuk, Bogusław Liberadzki, Marcin Libicki, Astrid Lulling, Jan Tadeusz Masiel, Cristiana Muscardini, Seán Ó Neachtain, Péter Olajos, Neil Parish, Bogdan Pęk, Józef Pinior, Mirosław Mariusz Piotrowski, Umberto Pirilli, Paweł Bartłomiej Piskorski, Zita Pleštinská, Jacek Protasiewicz, Bogusław Rogalski, Dariusz Rosati, Wojciech Roszkowski, Leopold Józef Rutowicz, Eoin Ryan, Jacek Saryusz-Wolski, Andreas Schwab, Czesław Adam Siekierski, Francesco Enrico Speroni, Grażyna Staniszewska, Andrzej Jan Szejna, Konrad Szymański, Csaba Sándor Tabajdi, Salvatore Tatarella, Witold Tomczak, Bernard Wojciechowski, Janusz Wojciechowski, Andrzej Tomasz Zapałowski en Roberts Zīle, namens de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid, aan de Commissie over hulp aan door de nachtvorst getroffen landbouwers (B6-0126/2007).
Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN), auteur. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, natuurrampen zijn een van de grootste problemen waar Europa en de rest van de wereld tegenwoordig mee te kampen hebben. Alleen al in de jaren 1990-2006 hebben zich op Europees grondgebied onder meer 31 gevallen van droogte voorgedaan, 102 aardbevingen, 344 overstromingen, 58 bosbranden en 170 zware stormen. Deze rampen hebben enorme materiële en menselijke verliezen teweeggebracht, hetgeen hulp aan de getroffenen onontbeerlijk maakte.
Dit jaar is ons opnieuw een gevoelige slag toegebracht in de vorm van nachtvorst in het voorjaar. Deze nachtvorst heeft voornamelijk in de Noord-, Midden- en Oost-Europese landen de groente- en fruitteelt schade berokkend. In Polen bijvoorbeeld daalde de temperatuur in sommige gebieden tussen de -7 en -12 graden Celsius. Volgens schattingen van het Instituut voor Fruit- en Bloementeelt in Skierniewice zal de oogst door deze nachtvorst aanzienlijk lager zijn dan vorig jaar. Er zullen rond de 60-70 procent minder appels worden geoogst, rond de 80 procent minder peren, rond de 90 procent minder pruimen, rond de 40-50 procent minder morellen, en rond de 50 procent minder aalbessen. De oogst van zoete kersen, perziken, abrikozen en walnoten is bijna volledig verloren gegaan. Momenteel wordt in Polen de schade opgemaakt. Volgens de Bond van Tuinbouwers loopt deze in de miljarden złoty.
Tienduizenden boerenfamilies hebben hun volledige jaarinkomen verloren zien gaan, en daarmee hun bestaansbasis en kansen op herstel van de productie in het komende jaar. Enkele duizenden eigenaren van groente- en fruitverwerkingsbedrijven wachten op hulp. Deze mensen moeten geholpen worden, onafhankelijk van hun woonplaats en economische activiteiten. De Europese Commissie en de nationale regeringen moeten solidair hulp bieden.
Op 11 november 2002 is met een verordening van de Raad het Solidariteitsfonds van de Europese Unie opgericht. Nu moeten we de middelen uit dit Solidariteitsfonds aanspreken. Wanneer niet voldaan wordt aan de criteria van het fonds, moeten we een beroep doen op andere steunmiddelen. Deze hulp is vooral noodzakelijk voor de nieuwe lidstaten, wier landbouwproductie niet volledig gesubsidieerd wordt uit de Europese begroting, wat wel geldt voor de oude lidstaten. De nieuwe lidstaten betalen het gemeenschappelijk landbouwbeleid grotendeels uit hun eigen begroting.
Ik wil van de gelegenheid gebruik maken om mijn hartelijke dank uit te spreken voor de steun die wij hebben gekregen bij onze pogingen extra subsidies voor de nieuwe lidstaten te vinden en zou u willen vragen degenen die nu het zwaarst getroffen zijn niet te vergeten...
(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)
Charlie McCreevy, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil u graag hartelijk danken voor deze vraag en de geachte afgevaardigden verzekeren dat de Commissie zich volledig van de situatie bewust is.
Niet alleen in Polen, maar ook in Hongarije, de Tsjechische Republiek en Slowakije zijn fruitboeren getroffen door de vorst. De Commissie zal de ontwikkelingen in deze sector van nabij blijven volgen.
Uit hoofde van de huidige gemeenschappelijke marktordening voor groenten en fruit bestaat er helaas geen mogelijkheid tot directe steunverlening aan door slecht weer of natuurrampen getroffen producenten. De GMO levert EU-steun aan producentorganisaties en groepen van producenten met betrekking tot hun door de GMO goedgekeurde operationele programma’s. Tot op zekere hoogte kunnen hiermee verliezen worden gecompenseerd.
In het voorstel voor de hervorming van de gemeenschappelijke marktordening heeft de Commissie voorgesteld om de crisisbeheersingsinstrumenten veelomvattender te maken, alsook om het producentenorganisaties mogelijk te maken cofinanciering van de EU te ontvangen, ter dekking van de kosten van oogstverzekeringen en, in een latere fase, om onderlinge stabilisatiefondsen op te richten.
Wat betreft de mogelijkheid tot het verlenen van staatssteun kunnen lidstaten onder bepaalde voorwaarden gebruik maken van de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1857/2006. Op grond van deze bepalingen kan een hulpprogramma voor de compensatie van door vorstschade veroorzaakte verliezen worden gevrijwaard van de meldingsplicht. Ingeval het beoogde hulpprogramma niet volledig voldoet aan de in de verordening gestelde bepalingen, kan de lidstaat het alsnog aanmelden uit hoofde van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouw- en bosbouwsector 2007-2013.
Ik wil hier nog aan toevoegen dat de lidstaten eveneens gebruik kunnen maken van het de minimis-mechanisme. In dat geval is de hulp beperkt tot een totaal bedrag van drieduizend euro per ontvanger in drie jaar tijd, met dien verstande dat er in de bijlage van de verordening voor elke lidstaat een maximumbedrag is vastgelegd.
Uit hoofde van de wetgeving met betrekking tot plattelandsontwikkeling hebben de lidstaten twee mogelijkheden om steun te verlenen aan producenten die schade hebben geleden als gevolg van een natuurramp. In de eerste plaats kunnen lidstaten specifieke maatregelen treffen tot herstel van het productiepotentieel van een bepaald landbouwproduct dat is ondermijnd door een natuurramp, waaronder de mogelijkheid tot het treffen van passende preventieve maatregelen. Het huidige ontwerpvoorstel voor het Poolse plattelandsontwikkelingsprogramma voor 2007-2013 voorziet echter niet in de opname van zulke maatregelen in het programma. De Commissie is bereid deze mogelijkheid desgewenst met de Poolse autoriteiten te bespreken.
De tweede mogelijkheid wat betreft plattelandsontwikkelingssteun vloeit voort uit de force majeure-regel van het plattelandsontwikkelingsbeleid. Wanneer land en have ernstig te lijden hebben gehad onder een natuurramp en de boer niet in staat is om de desbetreffende verplichtingen die hij uit hoofde van het plattelandsontwikkelingsprogramma is aangegaan na te komen, dan kan een lidstaat besluiten dit als een geval van force majeure te bestempelen. Dit houdt in dat boeren die kunnen putten uit plattelandsontwikkelingssteun, deze niet hoeven terug te betalen.
Milieumaatregelen in de landbouw behoren tot de meest relevante maatregelen als het gaat om force majeure. Indien de ontvanger als gevolg van een natuurramp gedurende een bepaald jaar niet in staat is om zijn verplichtingen na te komen, dan krijgt hij in dat jaar niets of slechts een deel uitbetaald. De ontvanger hoeft de betalingen die hij gedurende de rest van de looptijd van de overeenkomst heeft ontvangen echter niet terug te betalen. De lidstaat wordt hierbij uitgenodigd om de verschillende aspecten van dit geval te bespreken met de Commissiediensten.
Wat de toepasselijkheid van force majeure betreft is het van belang op te merken dat de begunstigde hiervan melding moet maken bij de desbetreffende instantie, vergezeld van het nodige bewijsmateriaal, en wel binnen tien werkdagen vanaf de dag dat de begunstigde hiertoe in de gelegenheid is.
Czesław Adam Siekierski, namens de PPE-DE-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, bijna elk jaar hebben we in Europa te maken met verschillende natuurrampen. Zo zijn er droogten geweest, enorme neerslag die leidde tot overstromingen, of wervelwinden. Dit jaar heeft de nachtvorst ons parten gespeeld. Deze vorst deed zich eind april, begin mei voor in de noordelijke en oostelijke delen van Midden-Europa. Aan de grond daalde de temperatuur zelfs tot -10 graden Celsius, wat enorme schade in de landbouwsector heeft veroorzaakt.
Onder andere voorjaarsgroenten, appels, peren, morellen en zoete kersen, pruimen en het zachte fruit hebben van deze lentevorst te lijden gehad. In sommige gebieden van Polen zijn de verliezen zo hoog, dat de financiële situatie van veel boerenbedrijven fundamenteel is verslechterd. Tot nog toe hebben Poolse land- en tuinbouwers hun productie zelden verzekerd, aangezien een verzekering zeer kostbaar is en zij zich deze simpelweg niet kunnen permitteren.
De nachtvorst heeft niet alleen mijn land getroffen, ook land- en tuinbouwers in Duitsland, Nederland, Tsjechië, Slowakije, Oostenrijk en Hongarije en zelfs in Noord-Roemenië hebben schade opgelopen, zij het in mindere mate.
Commissaris, er is nu samenhangende actie vereist, niet alleen om de getroffen landbouwers, tuinbouwers en groente- en fruitverwerkers financiële steun te verlenen, maar vooral ook om oplossingen te vinden waarmee de schadelijke gevolgen van natuurrampen worden tegengegaan of geneutraliseerd, aangezien natuurrampen zich door de klimaatverandering steeds vaker zullen voordoen.
Luís Manuel Capoulas Santos, namens de PSE-Fractie. – (PT) In tegenstelling tot de meeste economische activiteiten wordt landbouw – uiteraard – in de open lucht bedreven. Landbouwers zijn dus vaak overgeleverd aan allerhande met het klimaat samenhangende rampen waarop ze geen enkele invloed kunnen uitoefenen.
Het mag niet zo zijn dat landbouwers die het slachtoffer van dergelijke natuurrampen worden op liefdadigheid zijn aangewezen, hetzij op nationaal niveau, hetzij op communautair niveau. Ze dienen rechten te krijgen, zodat iedereen binnen Europa op eenzelfde behandeling kan rekenen. Dat was ook mijn benadering toen ik als rapporteur een ontwerpresolutie moest opstellen over de landbouwaspecten van natuurrampen, een resolutie die één jaar geleden is aangenomen. Eén van de voorstellen die ik destijds heb gedaan behelsde het opzetten van Europees verzekeringssysteem om op dit soort situaties een antwoord te formuleren. Dat systeem zou uit drie bronnen gefinancierd moeten worden – de landbouwers zelf, de lidstaten en de EU.
Ik sluit me dus aan bij de oproep om solidariteit te tonen met de getroffen landbouwers en vraag de Commissie verder of ze van plan is het voorstel dat hier een jaar geleden door een overweldigende meerderheid in dit Parlement is aangenomen, concrete vorm te geven. Volgens dit voorstel zou er een verzekeringssysteem moeten worden opgezet; dat systeem zou geen extra druk op de communautaire begroting uitoefenen. Als de Commissie bereid is zo'n systeem op te zetten, wanneer kunnen we dan een daartoe strekkend voorstel verwachten?
Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-Fractie. – (PT) Mijnheer de Voorzitter, er doen zich steeds weer natuurrampen voor en het begint nu tijd te worden dat de Commissie snel een antwoord formuleert op dit soort situaties. Ik wil om te beginnen onze solidariteit betuigen met de Poolse landbouwers die onlangs getroffen zijn door vorst, als gevolg waarvan het grootste deel van de groente- en fruitoogst van dit jaar verloren is gegaan. We dringen erop aan dat deze landbouwers alle nodige steun ontvangen.
De Commissie moet in haar antwoord ook solidariteit tonen. We vestigen bovendien de aandacht op de hagelbuien en zware stormen die Portugal in mei geteisterd hebben en die ernstige schade hebben toegebracht aan de landbouw in Murça, Sobral de Monte Agraço, Azambuja, Torres Vedras, Alenquer, Alvito, Vidigueira en Cuba. Wij betuigen hier solidariteit met al de getroffen landbouwers en roepen u op deze landbouwers de hulp te geven die ze nodig hebben.
Al deze gevallen tonen aan dat de landbouwers als eersten de schok van klimaatverandering krijgen te verwerken. Het is daarom van cruciaal belang dat we overheidsbeleid formuleren om het inkomen van de landbouwers te garanderen, ook als er zich crises voordoen en de oogsten als gevolg van klimaatgerelateerde problemen verloren gaan, of dat nu vorst of hagel, overstromingen of droogte betreft.
Het is tijd om een door de Gemeenschap gefinancierd publiek verzekeringssysteem in te voeren. Het is echter ook van belang dat de markten voor landbouwproducten beschermd worden en dat er een nieuw landbouwbeleid wordt opgezet dat deel uitmaakt van het lokale en regionale ontwikkelingsbeleid, waarbij de strategieën voor verschillende sectoren op elkaar worden afgestemd om daar aldus samenhang in aan te brengen.
Er moet dus een nieuwe strategie voor de landbouw worden uitgestippeld, een strategie die rekening houdt met natuurlijke voordelen en tegelijk de groei van de productie en het productieniveau garandeert. Bij de productiesystemen dient rekening te worden gehouden met de klimatologische eigenschappen van elke regio. We moeten bovendien streven naar het verbeteren van de kwaliteit van het voedsel, en daarbij het inkomen en de levensstandaard van de landbouwers verhogen, zodat jonge landbouwers een toekomst hebben. De landbouwstrategie dient tot slot de voedselsoevereiniteit waarop elk land recht heeft te verzekeren.
Béla Glattfelder (PPE-DE). – (HU) Boeren hebben vreselijke schade geleden, niet alleen in Polen maar ook in Hongarije. Van veel boeren is de hele oogst vernietigd.
Uit de woorden van mijnheer de commissaris is duidelijk gebleken dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid de boeren momenteel weinig perspectief biedt. Het is overduidelijk dat de huidige wetgeving in de eerste plaats de verantwoordelijkheid bij de lidstaten legt om hulp te bieden aan boeren die in de problemen zijn gekomen. We moeten voor de oplossing van dit probleem nu dus blijkbaar nog in Warschau en Boedapest zijn, maar in de toekomst moet hier verandering in komen. Het gemeenschappelijk landbouwbeleid heeft de mogelijkheid om iets goeds uit te richten. Natuurrampen kunnen namelijk niet worden beschouwd als een in te calculeren risico dat hand in hand gaat met de marktwerking en de landbouwproductie.
De Europese Unie moet solidair zijn met de boeren. We moeten ons inspannen voor het opzetten van een Europese instelling die in de toekomst gemeenschappelijke hulp moet bieden; dit is nodig, want als de afhandeling van dergelijke kwesties ook in de toekomst in de eerste plaats onder de bevoegdheid van de lidstaten blijft vallen, kan dit tot ongelijkheid leiden, aangezien de verschillende lidstaten hierin alle een andere reactie kunnen vertonen. In de ene lidstaat krijgen de boeren hulp, in een andere lidstaat niet, waardoor niet wordt voldaan aan de eis van gelijke concurrentievoorwaarden.
Daarom wil ik de Europese Commissie vragen zo snel mogelijk een voorstel op tafel te leggen op basis waarvan een Europese instelling voor wederzijdse bijstand in het leven kan worden geroepen.
Zita Pleštinská (PPE-DE). – (SK) De vorst die eind april en begin mei Poolse fruit- en groentetelers trof, heeft mogelijk 90 procent van hun jaarlijkse oogst vernietigd. De grillen van het weer hebben ook in Slowakije de telers van die gewassen niet gespaard. Volgens berichten is 80 à 100 procent van de fruitoogst door de vorst vernietigd, afhankelijk van de locatie en het soort gewas. Ik woon in een regio dicht bij de Slowaaks-Poolse grens en ik kan zien dat klimaatrampen in verschillende regio’s niet alleen gevolgen hebben voor boeren, maar indirect ook de werkloosheid kunnen verhogen en tot nog grotere regionale verschillen kunnen leiden.
Het voortbestaan van de fruittelers komt zelfs in gevaar wanneer de Europese Unie hen niet steunt. De Europese Unie moet een schadevergoedingsmechanisme introduceren om de verliezen te compenseren die het gevolg zijn van natuurrampen. De Europese Unie mag ook de handelscontacten niet vergeten die gedurende een lange periode zijn opgebouwd. Een mogelijke oplossing is om binnenlandse telers toe te staan geïmporteerd fruit direct aan hun langetermijnklanten te verkopen. Dit betekent gerichte kortetermijnhulp van de Europese Unie en maakt het fruittelers mogelijk in de toekomst concurrerend te blijven.
Een van de grondbeginselen van de Europese Unie is solidariteit en daarom roep ik de Europese Commissie op concrete maatregelen te nemen en solidariteit te tonen met de fruittelers wier oogst door de vorst in vernietigd.
Charlie McCreevy, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, nog slechts één ding. Naar aanleiding van de opmerking van de heer Podkański wil ik erop wijzen dat het Solidariteitsfonds geen uitkeringen verstrekt in verband met door individuele boeren geleden inkomstenderving.
Ik wil de afgevaardigden hartelijk danken voor hun bijdragen aan het debat, en ik zal mijn collega Mariann Fischer Boel op de hoogte brengen van de punten van zorg die hier naar voren zijn gebracht.
De Voorzitter. Ik wil u, commissaris, en uw team bedanken dat u zo lang bent gebleven.