Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 9 juli 2007 - Straatsburg Uitgave PB

18. PNR-Akkoord met de Verenigde Staten van Amerika (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Aan de orde is de verklaring van de Commissie over de PNR-overeenkomst met de Verenigde Staten van Amerika.

 
  
MPphoto
 
 

  Franco Frattini, vice-voorzitter van de Commissie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, zoals u reeds weet, hebben de Verenigde Staten en de Europese Unie hun besprekingen over een PNR-akkoord voor de lange termijn afgesloten. Ik wil deze gelegenheid aangrijpen om het Duitse voorzitterschap te bedanken, en in het bijzonder minister Schäuble voor zijn persoonlijke betrokkenheid bij het mogelijk maken van dit alles. Het unanieme mandaat dat we van de Raadhebben gekregen, is vervuld. Het nieuwe akkoord voorziet in een hoog niveau van gegevensbescherming en belangrijke verplichtingen met betrekking tot het omgaan met toekomstige Europese PNR-gegevens.

Er moesten diverse belangrijke belangen worden behandeld. Ten eerste de bestrijding van terrorisme en de ernstige internationale misdaad, en parallel daaraan het recht op privacy en bescherming van fundamentele burgerrechten, het feit dat luchtvaartmaatschappijen tegen aanvaardbare economische kosten moeten kunnen voldoen aan uiteenlopende wettelijke voorschriften, de bredere transatlantische betrekking en de ware internationale draagwijdte van deze kwesties. De Verenigde Staten hebben ingestemd met een bindende internationale overeenkomst en zodoende de noodzaak van rechtszekerheid ingezien.

Het akkoord bestaat uit drie delen. Ten eerste een overeenkomst die is ondertekend door beide partijen. Ten tweede een brief die de Verenigde Staten hebben gestuurd aan de Europese Unie waarin zij garanties beschreven met betrekking tot de manier waarop zij in de toekomst zullen omgaan met Europese PNR-gegevens. En ten derde een brief van de Europese Unie aan de Verenigde Staten waarin de ontvangst van de brief met de garanties wordt bevestigd en waarin de Europese Unie bevestigt dat zij op grond daarvan het beschermingsniveau dat door het ministerie van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten van Amerika wordt verschaft geschikt acht voor Europese PNR-gegevens.

In het verleden was de uitwisseling van garanties niet bindend. Dit was naar mijn persoonlijke mening, maar ook naar die van de Raad, een belangrijk wapenfeit van het nieuwe akkoord. Dit akkoord zal zeven jaar van kracht zijn en dus voorzien in een aanzienlijke periode van rechtszekerheid. Het bevat geen verlenging van de periode waarover passagiersgegevens worden bewaard van drieënhalf naar vijftien jaar. De periode waarover gegevens worden bewaard in een actief archief wordt verlengd van drieënhalf naar zeven jaar. De verdere periode van acht jaar die al in eerdere akkoorden en die garantie was vastgelegd, is niet opnieuw opgenomen in dit nieuwe akkoord.

Het doel waarvoor de gegevens zullen worden gebruikt, blijft hetzelfde. Het aantal PNR-gegevens is teruggebracht van 34 naar 19 door rationalisatie en samenvoegingen. Gevoelige gegevens zullen worden gefilterd en alleen toegankelijk zijn in uitzonderlijke omstandigheden waarvan de gegrondheid is bewezen, en zullen na 30 dagen worden verwijderd. Die luchtvaartmaatschappijen die de gegevens al niet reeds toeleveren, zullen zodra dit technisch haalbaar wordt van een ‘pull’-systeem naar een ‘push’-systeem gaan. Het is nu aan de luchtvaartmaatschappijen om zo spoedig mogelijk nieuwe technologieën te introduceren, maar zowel de Verenigde Staten als de Europese Unie zijn het erover eens dat dit systeem een ‘push’-systeem moet zijn, en niet langer een ‘pull’-systeem.

De commissaris voor Justitie, Vrijheid en Veiligheid en de minister van Binnenlandse Veiligheid van de Verenigde Staten zullen verantwoordelijk zijn voor het evaluatiesysteem. Uiteindelijk hebben de Verenigde Staten een evaluatiesysteem aanvaard waarvan het aan het begin van onze onderhandelingen al waarschijnlijk was dat ermee zou worden ingestemd.

De bescherming die de “Privacy Act” van de Verenigde Staten biedt, zal door middel van administratieve procedures worden uitgebreid naar staatsburgers van buiten de Verenigde Staten, in het bijzonder met betrekking tot het recht van verhaal en rectificatie, en dus zullen Europese burgers aanspraak kunnen maken op bescherming volgens die wet. Onder het vorige akkoord was dat niet het geval.

Er is een gezamenlijke aanpak nodig om onze samenlevingen, waaronder onze mensenrechten, te beschermen tegen pogingen van terroristen om deze te ondermijnen. De recente gebeurtenissen in Londen en Glasgow hebben aangetoond dat we nog wel enige tijd met terrorisme te maken zullen hebben. Daarom zal ik, zoals ik al aankondigde, in het najaar een pakket nieuwe maatregelen – zowel juridische als operationele – zal presenteren dat erop is gericht ons vermogen om op internationaal niveau samen te werken in de strijd tegen het terrorisme te verbeteren en vergroten. Ook zal ik voorstellen dat de lidstaten van de Europese Unie in zoveel mogelijk lidstaten een Europees PNR-systeem op nationaal niveau instellen.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlos Coelho, namens de PPE-DE-Fractie. (PT) Mijnheer de vice-voorzitter van de Commissie, geachte afgevaardigden, allereerst wil ik vice-voorzitter Frattini en het Duits voorzitterschap feliciteren met hun inspanningen voor het afsluiten van dit PNR-Akkoord. Het was noodzakelijk een rechtsvacuüm te voorkomen, omdat de Europese luchtvaartmaatschappijen anders met grote moeilijkheden te kampen zouden hebben gehad en onze burgers met brozere garanties.

Teneinde de Europese Unie een sterkere positie te verschaffen zowel bij de preventie van en de strijd tegen het terrorisme als bij de bescherming van de grondrechten, hebben wij altijd gepleit voor een internationale overeenkomst op het niveau van de Europese Unie in plaats van 27 bilaterale overeenkomsten. Daarom heeft de PPE-Fractie steun verleend aan een mandaat voor de Commissie zodat de onderhandelingen konden worden hervat. Wij weten heel goed dat de onderhandelingen moeilijk waren en dat de wens om te komen tot een voor beide partijen aanvaardbare oplossing sterker was aan Europese dan aan Amerikaanse zijde.

Ik betreur het echter dat dit akkoord uit drie delen bestaat – een overeenkomst en twee brieven – waarvan het bindend karakter niet gelijk is. Meerdere aspecten hebben een positieve ontwikkeling doorgemaakt en vice-voorzitter Frattini heeft er een aantal genoemd, maar op andere gebieden beantwoorden de resultaten op generlei wijze aan onze verwachtingen. Ik ben verheugd over de vermindering van het aantal PNR-gegevens en de overgang van het “pull-” naar het “push”-systeem waarop net is gewezen. Het is bekend dat dertien luchtvaartmaatschappijen dat systeem al hebben ingevoerd maar vele andere maatschappijen zijn nog niet zo ver. Ik zou willen weten welke initiatieven de Commissie voorbereidt om luchtvaartmaatschappijen te helpen en te stimuleren over te schakelen op het nieuwe systeem.

Ik kan me nog steeds niet neerleggen bij de volgens mij overdreven opslagduur van de gegevens. Ik ben blij met de vastlegging van de plicht de passagiers op adequate wijze te informeren en met de beroepsmogelijkheden voor de passagiers. Daardoor kunnen de door de Amerikaanse autoriteiten bewaarde gegevens herzien en gecorrigeerd worden, hoewel er nog steeds geen krachtig rechtsinstrument is om de Europese burgers een beroepsmogelijkheid te geven bij onjuist gebruik van hun persoonsgegevens.

Ik vrees dat de bijkomende maatregelen voor de bescherming van gevoelige gegevens niet voldoende zijn en ik betreur het dat er geen sluitende garanties bestaan tegen het gebruik van de gegevens door andere Amerikaanse agentschappen.

Er is veel werk verzet, mijnheer de commissaris, maar er moet ook nog veel worden gedaan. Ik hoop dat het overeengekomen controlemechanisme een aantal van de nog bestaande negatieve aspecten kan corrigeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Stavros Lambrinidis, namens de PSE-Fractie. – (EL) Mijnheer de vice-voorzitter, ik had u dolgraag vandaag willen gelukwensen met de sluiting van een overeenkomst met de VS. Mijn fractie weet dat u daar hard aan hebt gewerkt, en dat u daarbij zelfs door de VS werd bedreigd, met het argument dat als er geen overeenkomst zou komen, de VS de luchtvaartmaatschappijen eenzijdig nog slechtere voorwaarden zou opleggen.

Helaas is hetgeen wij nu in handen hebben, ten eerste geen overeenkomst met de VS, maar een overeenkomst met de VS en met een aantal andere landen, waaraan volgens een eenzijdig besluit van de VS persoonsgegevens van Europese passagiers worden doorgegeven.

Ten tweede is dit een overeenkomst die alleen verbintenissen bevat voor Europa maar niet voor de VS.

Ten derde komen er in deze overeenkomst weliswaar restricties voor, maar deze zijn zo vaag en zitten zo vol juridische leemten dat de VS in feite kunnen doen en laten wat zij willen.

Ik zal wat concreter worden. Ten eerste staat in de overeenkomst en in de aangehechte brief van de VS dat Amerika de gegevens die wij hun overdragen, aan ongeacht welk derde land ter wereld mogen doorgeven als zij dat willen, zonder verplicht te zijn ons daarvan op de hoogte te stellen. In de praktijk betekent dit dat Europa niet alleen met de VS een PNR-overeenkomst sluit maar ook met andere landen ter wereld, met de landen die volgens een eenzijdig besluit van de VS die gegevens mogen ontvangen. Diezelfde landen kunnen nu echter geen gegevens van Europese burgers rechtstreeks van Europa ontvangen, omdat wij geen overeenkomst met hen hebben ondertekend. Gaf het onderhandelingsmandaat van de Raad u een dergelijke machtiging? Mocht u instemmen met een ongecontroleerde doorgifte van Europese gegevens door de VS, ofschoon Europa die gegevens zelf niet mag doorgeven?

Ten tweede verklaart Europa uitdrukkelijk dat het gebonden is aan de overeenkomst, terwijl de VS uitdrukkelijk verklaren dat zij niet gebonden zijn aan de overeenkomst. Zij zijn enkel en alleen gebonden aan de eenzijdige verzekeringen die voorkomen in hun brief en aan de Amerikaanse wetten, en als die wetten gewijzigd worden, wordt automatisch ook de overeenkomst gewijzigd.

Wat ten derde de informatie van passagiers over het gebruik van hun gegevens betreft, is er geen enkele verplichting voor de regeringen om informatie te waarborgen. De luchtvaartmaatschappijen worden enkel aangespoord om dergelijke informatie te verschaffen. Informatie van burgers is echter een vraagstuk dat uitdrukkelijk is geregeld in de Europese wetten. Waarom bent u daarvan afgestapt?

Ten vierde zal de Europese Unie bij overtreding van de overeenkomst door de VS maar één keuze hebben: de overeenkomst geheel op te zeggen. Hoe moet dat echter in zijn werk gaan, mijnheer de commissaris? Laten wij zeggen dat 26 van de 27 landen van mening zijn dat de overeenkomst is overtreden maar één land vindt dat dit niet zo is; dan kan dus de overeenkomst op Europees vlak niet worden opgezegd.

Ten vijfde is er geen enkele controle op de zogenaamde legitieme doeleinden voor gebruik van gegevens. Aan het begin van de brief worden deze beperkt tot de strijd tegen het terrorisme en ernstige misdrijven, maar onmiddellijk daarna staat dat gebruik is toegestaan in ongeacht welke strafprocedure of waar dit volgens de Amerikaanse wetten nodig is – dat wil zeggen bijna overal.

Dit is geen internationale overeenkomst, tenminste geen overeenkomst zoals de burgers die term opvatten. Ik hoop dat deze overeenkomst op deze cruciale punten nog zal worden gewijzigd alvorens te worden ondertekend.

 
  
MPphoto
 
 

  Sophia in ’t Veld, namens de ALDE Fractie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, ten eerste merk ik dat het voorzitterschap van de Raad niet bij dit belangrijke debat aanwezig is, en dat is opmerkelijk aangezien het voorzitterschap verantwoordelijk was voor de onderhandelingen. Ik stel daarom de aanwezigheid van de heer Frattini op prijs.

Ik wil echter beginnen met bezwaar te maken tegen het impliciete verband dat de heer Frattini legt met de mislukte terroristische aanslagen in Groot-Brittannië van vorige week. Ik vind dat weerzinwekkend: het heeft niets te maken met PNR-gegevens.

Dat brengt me bij een belangrijk punt dat dit Parlement al vele malen heeft benadrukt: de noodzaak van een beoordeling. We hebben bewijs nodig dat het gebruik van PNR-gegevens tot grotere veiligheid leidt en dat ze niet alleen gebruikt worden om personen te pakken die fraude met documenten plegen, drugs smokkelen of wat dan ook. We hebben bewijzen nodig en niet alleen anekdotes.

De heer Frattini zegt dat dit een goed akkoord is. Wel, het dient twee doelen: ten eerste om de overdracht van gegevens door luchtvaartmaatschappijen te legaliseren, en ten tweede om, zoals hij zei, te voorzien in een hoog niveau van databescherming. Wel, wat betreft de tweede doelstelling schiet het jammerlijk tekort; het is wettelijk gezien niet bindend, het stelt expliciet dat het personen of partijen geen rechten verleent. Wel, kan het nog duidelijker? Het ziet er dus op het eerste oog deugdelijk uit, maar het zit vol mazen, open definities en uitzonderingen. Bijvoorbeeld met betrekking tot de beperking ten aanzien van het gebruik van de gegevens, of de bewaartermijnen, die nu verhoogd worden tot vijftien jaar of zelfs meer, en dat zal met terugwerkende kracht worden toegepast. Ik ben geen jurist, maar dat klinkt mij toch uitermate merkwaardig in de oren.

De vermindering van 34 naar 19 informatievelden is een belediging van onze intelligentie. Als je naar de gegevens kijkt, is het geen vermindering: de 34 informatievelden zijn samengevoegd tot 19. Ik ben niet dom. We mogen hier dan misschien geen bevoegdheden hebben, maar dom zijn we niet.

Dan wat betreft de overgang van “pull”- naar “push”-systemen: die belofte is ons in 2004 al gedaan. En het is nog steeds niet gebeurd! Technisch gezien is het haalbaar, dus waarom is het dan nog niet gebeurd?

Er is totaal geen democratisch toezicht. Dit Parlement mag dan niet meer over bevoegdheden beschikken, maar de nationale parlementen zijn volkomen buitenspel gezet. Sommige nationale parlementen zullen het akkoord mogen goedkeuren, maar ze hebben alleen de keuze tussen “ja” en “ja” omdat ze niet genoeg tijd hebben, ze niet alle benodigde informatie krijgen – slechts zeer summiere informatie – en er is net naar voren gebracht dat als één parlement “nee” zegt, er geen akkoord komt, en geen enkel parlement zal die verantwoordelijkheid op zich willen nemen, dus ze staan met hun rug tegen de muur.

Wat betreft de “Privacy Act” is het een goede zaak dat die nu ook de Europese burger omvat. Daar hebben we vaak om verzocht. We weten echter allemaal dat de regering-Bush allerlei uitzonderingen en vrijstellingen op de “Privacy Act” hanteert, iets wat Amerikaanse burgers overigens net zo hard treft als Europese.

Tot slot, wat betreft het voorstel van de heer Frattini voor een Europees PNR-systeem – dat geen echt voorstel is omdat hij het op een persconferentie naar voren bracht in plaats van een echt voorstel in te dienen bij dit Parlement – ben ik van mening dat de timing – vorige week – verkeerd was en ik wil graag de reden voor een dergelijk systeem weten. We weten niet eens welk doel het PNR-akkoord met de Verenigde Staten dient. We weten niet hoeveel terroristen er gepakt zijn, hoeveel aanslagen er voorkomen zijn en hoeveel fout-positieve bepalingen er geweest zijn. We hebben aangedrongen op een beoordeling voordat we een nieuw akkoord ondertekenden.

Ten slotte wil ik de PPE-DE-Fractie adviseren de gezamenlijke ontwerpresolutie waarover we morgen zullen onderhandelen te steunen, het akkoord zeer zorgvuldig te lezen en tussen de regels door te lezen, want het is niet zo geweldig als het lijkt.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathalijne Maria Buitenweg, namens de Verts/ALE-Fractie. – Voorzitter, dit is de derde overeenkomst die we in dit Parlement bespreken over de overdracht van passagiersgegevens aan de Verenigde Staten en het wordt er allemaal niet beter op. Commissaris Frattini, u zegt dat de gegevens alleen gebruikt worden voor de strijd tegen terrorisme of tegen de ernstige internationale misdaad. U kent het akkoord goed. U weet dus ook dat in bijlage II staat, zoals ook de heer Lambrinidis zei, or otherwise required by law, by US-law that is. En dat maakt het natuurlijk aanmerkelijk wijder.

In het algemeen vind ik dat u het ook hier niet beter moet voorstellen dan het is. Dat komt ook bij de gegevens, zoals Sophia in 't Veld net al zei. Ik heb hier de twee bijlagen voor me. Een oude bijlage bij de oude overeenkomst en een nieuwe bijlage bij de nieuwe overeenkomst. Dus de ene met de 19 informatievelden en de andere met de 34 informatievelden. Heel graag hoor ik zo meteen van u welke gegevens volgens u nu niet meer aan de Verenigde Staten gaan worden overgedragen. Ik wil dat heel specifiek weten, want volgens mij is er niet één informatieveld dat niet meer aan de Verenigde Staten zal worden overgedragen, laat staan dat het er 15 zijn.

Het andere punt. Over de push and pull. Ook hier heb ik er genoeg van dat er gedaan wordt alsof dat nu zo'n grote vooruitgang is. Twee keer eerder hebben de Amerikanen dat voorgesteld en nu heeft u weer opnieuw moeten onderhandelen opdat zij gewoon hun eigen woord nakomen. Dat is toch onacceptabel in de transatlantische betrekkingen.

Als laatste: ik vandaag nog gekeken op de website van het DHS om te kijken hoe je nu je verhaal kan halen. Daar zeggen ze: als u denkt dat u verdacht bent en dat u op een lijst staat om niet meer tot een vlucht te worden toegelaten, dan kunnen wij u niet laten weten welke gegevens wij over u hebben, maar dan moet u aan ons laten weten waarom u denkt dat u verdacht bent. Dat is toch geen manier om normaal verhaal te gaan halen! Dan zou ik dus moeten gaan zeggen: ja misschien ben ik dan wel vegetariër, maar daaruit kunt u werkelijk niets afleiden. Het is toch absurd dat je zelf geen toegang hebt tot de informatie waarop je blijkbaar wel wordt afgerekend.

 
  
MPphoto
 
 

  Jeanine Hennis-Plasschaert (ALDE). – Voorzitter, na eindeloos veel debat, trekken en duwen, had ik hoop op een adequate uiteenzetting als het gaat om de doeltreffendheid, ofwel de veronderstelde effectiviteit van een overeenkomst als deze. Echter, die hoop verdween als sneeuw voor de zon toen ik de overeenkomst onder ogen kreeg, de overeenkomst die met zoveel bombarie en triomf door onder meer de heer Schäuble, maar ook door uzelf werd aangekondigd.

Met geen woord is er gerept over die veronderstelde effectiviteit. Hoeveel terroristen zijn op basis van de bestaande interimovereenkomst inmiddels staande gehouden? Natuurlijk, net als de Commissie, begrijp ook ik het belang van het hebben van een overeenkomst, en niet in het minst vanwege de positie van de Europese luchtvaartindustrie. Rechtszekerheid is voor iedereen van belang. Maar regelgeving om de regelgeving is geen doel op zich.

Na het lezen van deze overeenkomst ben ik vooral van mening dat het sigaar-uit-eigen-doosgehalte heel erg hoog is. Het is en blijft voor mij volstrekt onbegrijpelijk waarom wij ons als Unie in zo'n underdogpositie laten duwen. Aan de volhardendheid die onze voorvechtster Sophie in 't Veld aan de dag legt, kunnen zowel Raad als Commissie nog een puntje zuigen. Alle lof dan ook voor Sophie en haar tomeloze inzet.

Tot slot, de strijd tegen terrorisme is natuurlijk een belangrijke. Maar ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat we in dezen de realiteit uit het oog dreigen te verliezen. Deze overeenkomst is niet goed genoeg. Verre van dat.

 
  
MPphoto
 
 

  Sarah Ludford (ALDE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik vrees dat ik deze enigszins sceptische trend ga voortzetten, maar allereerst heb ik een vraag voor de commissaris. Zou hij ons kunnen vertellen wat van Europese zijde de rechtsgrondslag van dit akkoord is? De enige verwijzing naar rechtsinstrumenten die ik erin kan vinden, betreft de wet- en regelgeving van de Verenigde Staten. Ik ben geen verwijzing naar rechtsgrondslagen volgens de Verdragen tegengekomen. Ik herinner me dat er in een eerder stadium werd gesproken van artikel 24 en 38. Als artikel 38 tot de rechtsgrondslagen behoort, waarom is het Europees Parlement dan niet officieel geraadpleegd?

Ten tweede horen we dat we dit akkoord nodig hebben om terrorisme te bestrijden. Als terrorisme zo’n hoge prioriteit geniet binnen de Europese Unie, waarom moeten we het dan al vier maanden zonder coördinator voor terrorismebestrijding stellen?

Ten derde gaat het er bij dit akkoord om, een enorme hoeveelheid gegevens te verzamelen over alles en iedereen als basis voor profilering, datamining enzovoort, maar de gerichte acties tegen terrorisme worden zeer matig ten uitvoer gelegd.

De directeur van Interpol heeft onlangs een volgens de pers “ongekende aanval op Groot-Brittannië” ontketend omdat hij had verzuimd toeristen te controleren in de Interpol-databank van gestolen paspoorten. Toen de Commissie vorig jaar een verslag publiceerde over het gemeenschappelijk standpunt van januari 2005 was zij totaal niet onder de indruk van de prestaties van de lidstaten. Slechts een klein aantal lidstaten had infrastructuren opgezet zodat overheidsinstanties de databanken van Interpol konden doorzoeken – 8 van de 25 lidstaten reageerden niet op de navraag van de Commissie – en zeer weinig lidstaten hadden ervoor gezorgd dat hun wethandhavingsinstanties de databank konden doorzoeken. De lidstaten veronachtzamen hun verplichtingen volkomen.

Ten slotte hebben we nog de Europese richtlijn APIS van 2004, die vorig jaar ten uitvoer zou moeten zijn gelegd. Kan de commissaris ons vertellen of de lidstaten deze richtlijn reeds ten uitvoer hebben gelegd, waarom die alleen betrekking heeft op illegale immigratie, en waarom die er niet voor zorgt dat toeristen kunnen worden gecontroleerd op lijsten met bekende of vermoede terroristen? Er bestaan vele maatregelen die helemaal niet ten uitvoer worden gelegd door lidstaten. Laten we daar eerst voor zorgen voordat we de hele bevolking onder streng staatstoezicht plaatsen.

 
  
MPphoto
 
 

  Franco Frattini, vice-voorzitter van de Commissie. (IT) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, ik dank al degenen die het woord hebben gevoerd, ofschoon ik het met de meeste betogen oneens ben. U weet dat ik altijd frank en vrij spreek.

Geachte afgevaardigden, voor het sluiten van een overeenkomst zijn twee partijen nodig. De Verenigde Staten hebben de macht met een overeenkomst in te stemmen of deze te weigeren. Wij hadden op de eerste plaats de plicht een mandaat te vragen aan de Raad van ministers. Dat mandaat hebben wij gekregen en het vormde het kader voor ons handelen. De lidstaten – die ons het onderhandelingsmandaat hadden gegeven – hebben het akkoord goedgekeurd, omdat zij blijkbaar het akkoord een veel beter instrument vonden dan een rechtsvacuüm dat over een aantal weken zou zijn ontstaan, om precies te zijn na 31 juli.

Eerlijk gezegd had ik van degenen die dit akkoord zo scherp hebben bekritiseerd op zijn minst een uitspraak verwacht over de gevolgen van het uitblijven van een overeenkomst. Kan iemand zich echt voorstellen dat bij bilaterale onderhandelingen van de luchtvaartmaatschappijen met de Verenigde Staten er een betere bescherming van de persoonsgegevens zou zijn bereikt? Ik denk dat echt niemand dat ook maar kan denken. De bescherming van de persoonsgegevens van de Europese burgers zou groot gevaar hebben gelopen als er geen rechtszekerheid was gekomen.

Zoals u weet, is er voor de eerste keer sprake van een bindende overeenkomst. Het vorige akkoord kende geen bindende verplichtingen maar slechts eenzijdige. De nieuwe overeenkomst erkent het “push”-principe, waar dit Parlement herhaalde malen om heeft gevraagd, als fundamenteel criterium. Enkele luchtvaartmaatschappijen hebben verklaard dat zij nog niet in staat zijn over te gaan van het “pull”- naar het “push”-systeem. Dat hangt echter niet af van de Verenigde Staten of Europa maar van het feit dat die maatschappijen technisch nog niet in staat zijn van systeem te veranderen. Daar andere maatschappijen wel hebben kunnen overschakelen hangt het van hun technische capaciteit en goede wil af. Wij zullen hen helpen die stap te zetten.

Wij hebben het “push”-systeem als principe vastgelegd. Als een luchtvaartmaatschappij verklaart technisch niet in staat te zijn het toe te passen moeten er evenwel andere voorstellen in overweging genomen worden. Kunnen we voor die luchtvaartmaatschappij de landingsrechten blokkeren? Ik ben bereid voorstellen te bestuderen maar we hebben ook een datum vastgelegd, eind dit jaar. Die lijkt ons technisch haalbaar, daar de IATA (de Internationale Vereniging voor het Luchtvervoer) ons heeft laten weten dat we redelijkerwijs kunnen verwachten dat alle luchtvaartmaatschappijen binnen zes maanden technisch in staat zullen zijn het nieuwe systeem in te voeren. Het gaat dus louter om technische redenen.

Wij zijn overeengekomen de gevoelige gegevens binnen dertig dagen te vernietigen, wat eerst niet was voorzien. Ook is afgesproken dat voor de Europese burgers de Amerikaanse wet op de privacy geldt. Dat is bij talloze debatten in het Parlement als een belangrijke en strikte voorwaarde gesteld. De Europese burgers kunnen zich dus op dezelfde wet beroepen als de Amerikaanse burgers bij schending van de regels voor het gebruik van hun gegevens door het Amerikaanse departement. Deze bepaling bestond niet in de vorige overeenkomst en ik citeer hier echt feiten.

Geachte afgevaardigde Lambrinidis heeft terecht verwezen naar derde landen. Het klopt dat deze gegevens kunnen worden doorgegeven aan derde landen, maar zoals u weet is bepaald dat dan de controlebevoegdheid inzake het correcte gebruik van de gegevens dezelfde blijft. De overdracht van gegevens aan een derde land doet dus niets af aan de controlebevoegdheid. Dat derde land zal de gegevens gebruiken in overeenstemming met de bepalingen van het PNR-Akkoord. In dat kader behouden wij dezelfde bevoegdheid om te controleren of de gegevens correct zijn gebruikt.

Er is gevraagd of het mogelijk is het akkoord op te zeggen. De mogelijkheid bestaat natuurlijk bij substantiële schendingen van de overeenkomst en u kent ongetwijfeld heel goed de rechtsgrond die is gebruikt. Artikel 24 van het Verdrag is een intergouvernementele en helaas niet een communautaire rechtsgrond, daar het Hof van Justitie van de Europese Unie zo heeft besloten. Eerder was er onderhandeld over een overeenkomst, waarvan de rechtsgrond bepaalde dat het Europees Parlement er volledig bij betrokken moest worden. Helaas heeft het arrest van het Hof van Justitie bepaald dat die rechtsgrond niet correct was en zoals weet is alles te herleiden tot dat arrest.

Het klopt, geachte afgevaardigde Lambsdorff, dat vele lidstaten zich niet aanpassen aan de Europese regels terwijl zij die juist volledig zouden moeten toepassen. U weet heel goed dat ik een paar dagen geleden een overzicht van de stand van zaken per land heb gepubliceerd en dat ik tevens inbreukprocedures heb gestart. Ik denk niet dat ik het verdere verloop van die procedures hoef af te wachten voordat ik nuttige maatregelen neem ter bestrijding van het terrorisme.

Ik deel niet de mening van degene die zegt: “Eerst doen wij andere dingen en daarna houden we ons bezig met het terrorisme”. Het terrorisme is een dramatische en actuele bedreiging. Ik denk dat deze overeenkomst beter had kunnen uitvallen als we alleen hadden onderhandeld, maar voor het afsluiten van een overeenkomst zijn nu eenmaal twee partijen nodig. Dit is een compromis en volgens de logica van het compromis heeft de Raad van ministers er een unaniem positief advies over gegeven. Ik vind het een juist besluit van de Raad, en het Duits voorzitterschap, dat zo hard heeft gewerkt voor dit akkoord, heeft daarvoor terecht erkentelijkheid geoogst.

Het akkoord heeft een bindend karakter en zal zeker een bijdrage leveren aan de strijd tegen en, wat nog beter is, de preventie van het terrorisme. Geen enkel lid van de Commissie burgerlijke vrijheden mag vergeten dat de Amerikaanse minister van Binnenlandse Zaken voor het Parlement is verschenen en een aantal indicaties heeft gegeven, en in enkele gevallen precieze feiten, inzake vermoedelijke terroristen die zijn tegengehouden dankzij PNR-gegevens. Het gaat om een gering aantal gevallen maar die betreffen wel personen die waren tegengehouden dankzij PNR-gegevens en daarna betrokken waren bij aanslagen met explosieven in andere delen van de wereld.

Ik denk dat in weerwil van de vele effectbeoordelingen die we hebben gemaakt en nog kunnen maken dit akkoord, dat rechtszekerheid verschaft, oneindig veel beter is dan helemaal geen overeenkomst. Het spijt me als we het hier niet over eens zijn maar ik heb de plicht oprecht te zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathalijne Maria Buitenweg (Verts/ALE).(EN) Mijnheer de Voorzitter, er ontbreekt belangrijke informatie. De PPE-DE Fractie baseert haar positieve oordeel deels op het feit dat het aantal gegevens dat nu naar de Verenigde Staten wordt gestuurd, wordt teruggebracht van 34 naar 19. Ik heb de Commissie gevraagd te zeggen welke van de vijftien informatievelden niet meer worden overgedragen aan de Verenigde Staten, want volgens mij – en rapporteur Sophia in ’t Veld meldde dit ook al – zijn de meeste velden samengevoegd zodat het voornamelijk een uiterlijke aanpassing is. Ik wil overtuigd worden van het tegendeel. Ik zou graag zien dat de Commissie een lijst maakt van de vijftien informatievelden die nu niet langer worden overgedragen aan de Verenigde Staten.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag 12 juli 2007 plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid