Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2270(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0248/2007

Ingediende teksten :

A6-0248/2007

Debatten :

PV 10/07/2007 - 6
CRE 10/07/2007 - 6

Stemmingen :

PV 11/07/2007 - 7.12
CRE 11/07/2007 - 7.12
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0338

Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 10 juli 2007 - Straatsburg Uitgave PB

6. Beleid financiële diensten 2005-2010 (Witboek) (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A6-0248/2007) van Ieke van den Burg, namens de Commissie economische en monetaire zaken, over het beleid op het gebied van financiële diensten (2005-2010) - Witboek (2006/2270(INI)).

 
  
MPphoto
 
 

  Ieke van den Burg (PSE), rapporteur. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, bij het opstellen van dit verslag voor het Europees Parlement heb ik commissaris McCreevy en zijn voorganger, de heer Bolkestein, van harte gefeliciteerd met het succes van de wetgeving en de regulering betreffende de financiële markten en de werkzaamheden van de Europese Commissie op het gebied van de uitvoering ervan. Ik denk dat iedereen zich daarbij aan kan sluiten. Waar wellicht niet iedereen het over eens zal zijn, is de vraag wat de volgende stappen en prioriteiten moeten zijn.

Ik denk dat dit te maken heeft met een verschil in de gehanteerde perspectieven. Ikzelf vind het bijvoorbeeld niet voldoende om alleen maar te kijken naar het succes van de financiële sector op zich. Volgens mij heeft deze sector namelijk een instrumenteel karakter en ik wil dan ook graag evalueren of hij de juiste infrastructuur biedt voor economische groei, welvaart en welzijn. Daarom ligt in mijn verslag de nadruk allereerst op de strategische vraag wie er nu precies van dit succes profiteert.

Profiteren eindgebruikers in dezelfde mate als de grote multinationale financiële conglomeraten die machtsposities innemen aan de top van de financiële markten? Wie heeft er het meeste baat bij de toegenomen liquiditeit op de markten? Zijn dat KKR, Blackstone en de andere private equity-bedrijven met hun transacties van miljarden dollars of zijn het de bedrijven die gedekt zijn omdat de kredietbeoordelingen naar een junk status kelderen? Durven ondernemers nog steeds te investeren in onderzoeks- en ontwikkelingprojecten voor de lange termijn met het oog op het creëren van nieuwe producten en diensten of zitten zij gevangen in steeds kortere cycli van financiële planning en rapportages? Leidt de enorme toename van complexe financiële producten die afgeleid zijn van de traditionele obligaties en aandelen daadwerkelijk tot een betere verdeling van kapitaal of leidt dit alleen maar tot grotere speculatiewinsten voor de hedge funds die aan de touwtjes trekken van het piramidespel? Zijn de burgers in de onlangs toegetreden lidstaten beter af door de invasie van buitenlandse banken en verzekeringsmaatschappijen in hun land of worden zij geconfronteerd met monopolistische structuren die alleen maar standaardproducten van middelmatige kwaliteit aanbieden tegen prijzen die hoger zijn dan in de landen waarin het hoofdkwartier van die bedrijven is gevestigd?

Deze en soortgelijke vragen zijn mijns inziens van fundamenteel belang voor het beantwoorden van de vraag wat voor soort follow-up er vereist is. Het eerste voorstel in mijn verslag is dan ook om een diepgaandere economische analyse uit te voeren.

Dan ga ik nu over op de prioriteiten zoals die in mijn verslag worden uiteengezet. De eerste prioriteit heeft betrekking op een van mijn grootste punten van zorg, namelijk de enorme concentratie aan de top van de markt met slechts dertig à veertig grensoverschrijdende financiële spelers die in een klein aantal lidstaten zijn geconcentreerd. In het mededingingsverslag dat wij tijdens de laatste zitting hebben aangenomen, hebben wij onze bezorgdheid hieromtrent geuit. Wij hebben commissaris Kroes ook voorgesteld om de activiteiten van investeringsbanken, kredietbeoordelingsinstanties, accountantsbureaus en dergelijke die aan de top van de financiële markt staan, toe te voegen aan haar lijst van eventuele onderzoeken. Wij hebben dit voorstel afgelopen week nogmaals herhaald.

De tweede prioriteit is het financiële stabiliteitsrisico van de nieuwe ontwikkelingen in die alternatieve investeringen - hedge funds, private equity. Ik hoef hier niet uitgebreid op in te gaan omdat elke dag in de kranten te lezen is dat de bezorgdheid over deze ontwikkelingen een algemener karakter heeft. Prudentiële toezichthouders, centrale banken, de ECB en onze tegenhangers in de VS – waaraan wij volgende week een bezoek zullen brengen – hebben dergelijke twijfels ook geuit. Volgens mij is het de hoogste tijd dat wij deze risico’s gaan aanpakken.

De derde prioriteit heeft betrekking op de financiële detailhandelsmarkten. Mijn antwoord op het gebrek aan integratie aan de detailhandelskant is niet dat wij dat systeem eens grondig onder handen moeten nemen en de grenzen dan maar open moeten stellen. Naar mijn idee hebben wij een veel gerichtere strategie nodig, met name met het oog op de mobiele gebruikers, aangezien die een concrete behoefte hebben aan de toegang tot en het werken met dienstverleners in verschillende lidstaten. Dat zou ook een grotere stimulans kunnen zijn voor het ontwikkelen van pan-Europese financiële producten, zoals het pensioenproduct dat enkele weken geleden door de Federatie van Banken in de Europese Unie (FBE) is gepresenteerd.

De behoefte aan microkredieten is een belangrijk onderwerp, net zoals de pensioenstelsels, de toegang tot basisdiensten, betere financiële kennis en consumenteninbreng en, tot slot, een betere regulering en een efficiëntere opzet van het toezicht in de toekomst. Wat dat betreft, is het grote verschil tussen u en ons dat uw mantra “minder is meer” is, zoals u vorige week zei. Wij vinden dat er een gerichtere regulering dient te komen. Met betrekking tot de opzet van het toezicht, is het hard nodig om daar in de herfst al over te discussiëren. Afgezien van het feit dat er reeds veel goede ontwikkelingen in gang zijn gezet, kunnen wij ons niet veroorloven om nu met de handen over elkaar te wachten op de dingen die komen gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Charlie McCreevy, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik complimenteer de Commissie economische en monetaire zaken en in het bijzonder de rapporteur, mevrouw Van den Burg, met het initiatief dat zij heeft genomen en het vele werk dat er in dat verband is verzet.

Het is geen eenvoudige opgave om het zeer brede terrein van de financiële diensten in één verslag te behandelen aangezien het daarbij gaat om onderwerpen variërend van het bankwezen en clearing en afwikkeling tot aan hedge funds en betalingssystemen. Wat dat betreft, mag het door u opgestelde verslag een bewonderenswaardige prestatie worden genoemd.

Ik wil ook graag zeggen hoe verheugd ik ben dat er blijkbaar zo’n eensgezindheid bestaat over zoveel aspecten van het beleid op het gebied van de financiële diensten. Hoewel wij onderwerpen soms vanuit een verschillend perspectief benaderen, is het zeer bemoedigend om te constateren dat wij in veel opzichten op eenzelfde lijn zitten.

Het Europees Parlement en de Commissie zitten bijvoorbeeld op één lijn in hun streven om de financiële markten in Europa voortdurend sterker te maken. Wij willen allemaal solide, liquide en dynamische financiële markten die als een echte katalysator kunnen fungeren voor investeringen en groei, waar uiteindelijk alle burgers baat bij hebben. Wij willen ook stabiele, rechtvaardige en efficiënte systemen voor de regulering en het toezicht en wij willen ook allemaal de rol van Europa op het wereldwijde financiële toneel vergroten. Het is van cruciaal belang dat wij blijven streven naar de verwezenlijking van deze doelstellingen.

Ik ben zeer verheugd over de mate van aandacht die in het verslag aan de kwestie van het toezicht is besteed. Dat toezicht heeft in 2007 voor de Commissie een absolute prioriteit. Wij zijn druk bezig om in de herfst van dit jaar met voorstellen te komen om het Lamfalussy-proces te versterken. Wij sluiten ons wat dat betreft aan bij de bezorgdheid die het Parlement heeft geuit over het verdelen van de lasten tussen toezichthouders in het thuisland en het gastland.

Met betrekking tot de financiële diensten is het opvallend hoeveel kwesties die in dit verslag worden behandeld, ook terugkomen in de raadpleging over het Groenboek over de dienstverlening op de financiële detailhandelsmarkt. Die raadpleging wordt overigens deze week afgesloten. Ik wil er echter op aandringen dat wij onze ambities om oplossingen te vinden, niet moeten beperken tot de “mobiele consument”. Alle burgers moeten van ons beleid kunnen profiteren, zelfs degenen die in hun eigen omgeving blijven “winkelen”. Ik verwelkom de initiatieven in het verslag voor het bevorderen van de financiële kennis. De Commissie stelt op dit moment een mededeling over dit onderwerp op die tegen het eind van dit jaar aangenomen zal worden.

Ik onderken de bezorgdheid die in het verslag wordt geuit met betrekking tot de alternatieve beleggingsinstrumenten zoals hedge funds en private equity. Zoals ik al een paar keer eerder heb gezegd, ben ik van mening dat wij al over de noodzakelijke regulerende waarborgen beschikken, maar ik geef toe dat het essentieel is dat wij op dit punt voortdurend waakzaam blijven. Ik ben ook verheugd over een aantal initiatieven vanuit de branche zelf om vrijwillige normen of beste praktijken te ontwikkelen over waarderingen, transparantie en risicobeheer.

Uw bezorgdheid over de marktconcentratie op bepaalde gebieden is begrijpelijk, hoewel wij nog geen aanwijzingen hebben dat er sprake is van marktverstoringsproblemen in het beleggingsbankwezen. Er zijn al activiteiten in gang gezet om een aantal van de potentiële problemen te beperken, bijvoorbeeld via de gedragscode voor kredietbeoordelingsinstanties van de Internationale Organisatie van Effectencommissies. Wij zullen de betreffende ontwikkelingen op de voet blijven volgen. Die initiatieven moeten de tijd krijgen om hun effectiviteit te bewijzen. Een reflexmatige reactie op een nog lang niet uitgekristalliseerd probleem zou een veel negatiever effect hebben.

Ik verwelkom de steun van het Europees Parlement voor onze dialoog met belangrijke internationale partners op reguleringsgebied. Wat de internationale boekhoudnormen betreft, worden er met name door het oprichten van werkgroepen van de Europese Adviesgroep voor de financiële verslaglegging (EFRAG) al maatregelen genomen om de Europese standpunten en inbreng luider te laten klinken. Dat kan ik alleen maar toejuichen.

Wij mogen ons echter niet van onze belangrijkste doelstelling laten afleiden en dat is het lopende convergentieproces tussen de Amerikaanse GAAP en de internationale normen voor de financiële verslaglegging. Ik ga er vanuit dat wij, naarmate dat proces zich verder ontwikkelt, op uw steun kunnen blijven rekenen.

Samengevat kan ik alleen maar herhalen dat een van onze instellingen misschien af en toe een beetje uit de pas loopt met betrekking tot het beleid op het gebied van de financiële dienstverlening, maar dat wij ongetwijfeld wél dezelfde kant opgaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Paul Gauzès (PPE-DE), rapporteur voor advies van de Commissie juridische zaken. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, Commissaris, dames en heren, ik kan me vinden in de prioriteiten van de Europese Commissie als het gaat om het beleid op het gebied van financiële diensten tot aan 2010. Het is inderdaad noodzakelijk verdere vooruitgang te boeken op weg naar een Europese financiële markt die geïntegreerd, open en concurrerend is, en om de laatste economisch significante obstakels weg te nemen zodat kapitaal vrij kan circuleren in de hele Europese Unie, tegen zo gering mogelijk kosten en met een passend niveau van bedrijfseconomisch toezicht, teneinde financiële stabiliteit te garanderen.

Ook is het onontbeerlijk om de samenwerking en convergentie te verbeteren ten aanzien van toezicht in de Europese Unie en om de relaties met andere mondiale financiële markten te verdiepen. Het lijkt me cruciaal om de consolidatie van de financiële dienstensector en met name de integratie van de detailhandelsmarkten voort te zetten. Hoe meer financiële markten, die een belangrijke rol spelen bij het goede functioneren van moderne economieën, geïntegreerd zijn, des te efficiënter de verdeling van economische middelen zal zijn, en des te beter de economische resultaten op lange termijn.

Wat retailbankieren betreft, moeten we verder gaan om de integratie verder op weg te helpen. We moeten met name kijken naar de harmonisatie van nationale regels voor de bescherming van consumenten. Inspanningen moeten een vervolg krijgen. De financiële dienstensector van de Europese Unie bezit een fors potentieel voor economische groei en werkgelegenheid dat nog niet ten volle is benut. De interne markt voor detailhandelsdiensten is nog lang niet voltooid; een efficiëntere markt voor risicokapitaal is onontbeerlijk om nieuwe en innovatieve bedrijven te stimuleren en economische groei te bevorderen.

In dit verband wil ik benadrukken hoe belangrijk het is het concurrentievermogen van Europese banken ten opzichte van hun concurrenten, met name Amerikaanse banken, te bevorderen. Tot slot is het zaak toe te zien op de totstandbrenging van communautaire structuren op het gebied van reglementering en toezicht. De versnippering van het bedrijfseconomische toezicht is een van de grootste obstakels voor consolidatie van de financiële sector. Daarom moeten toezichthoudende autoriteiten nadrukkelijker verplicht worden tot samenwerking en informatie-uitwisseling. Ook moeten we de veiligheid van samenwerking garanderen in crisissituaties.

 
  
MPphoto
 
 

  Othmar Karas, namens de PPE-DE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, mevrouw de rapporteur, het is waar, we moeten meer doen om de financiële markten nog sterker te maken. Het Actieplan voor financiële diensten tot 2004 heeft er toe bijgedragen dat er een geïntegreerde en goed functionerende Europese kapitaalmarkt is ontstaan. Zeker ook vanwege de kwaliteit en de degelijkheid van de regelgeving heeft die markt in de hele wereld een toppositie. We zijn echter nog niet klaar, en dat blijkt ook uit dit verslag. De rapporteur had oorspronkelijk 43 artikelen geschreven, en er zijn er 217 amendementen ingediend. Samen met de schaduwrapporteurs – en de heer Hoppenstedt kon vandaag helaas niet komen – zijn er 35 compromisamendementen uitgewerkt, en in de commissie is er over 141 amendementen gestemd.

In dit verband trekken we echter allemaal één lijn, omdat we een sterkere interne markt voor financiële diensten nodig hebben. CEPS, CESR, CEIOPS of lead supervisor, het zijn allemaal concepten, en daarachter zit het streven naar de ideale structuur voor het Europees toezicht op de financiële markten. Uit de vorige crisisoefening ter controle van de financiële stabiliteit in de Europese Unie is duidelijk gebleken dat er nog heel wat werk aan de winkel is.

Om een goed beheer te kunnen garanderen, en dus ook financiële stabiliteit, moeten we zorgen voor een betere coördinatie tussen de toezichthouders. De volgende crisisoefening is al gepland voor 2009. In alle systemen in de lidstaten is echter duidelijk dat de nadruk bij het toezicht nog steeds op de individuele bedrijven ligt, en niet zozeer op de categorie. Daarom moeten we zorgen voor een verdere ontwikkeling van de toezichtstructuren, en voor een betere coördinatie tussen de nationale toezichthouders. We hebben geen behoefte aan een centraal toezicht, maar we moeten de bestaande toezichtcultuur, die gebaseerd is op gezamenlijke waarden en doelstellingen, verder ontwikkelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pervenche Berès, namens de PSE-Fractie.(FR) Mijnheer de Voorzitter, Commissaris, u weet dat voor mijn fractie de markt geen doel op zich is; de markt moet een strategie financieren. Deze strategie heeft de Europese Unie onlangs, op 9 maart jongstleden op uitzonderlijke wijze verlengd, rondom wat ik zou aanduiden als de strategie van twintig: in 2020, twintig procent … enzovoorts, ik zal het hierbij laten. Daarom moeten we een samenhangende financiële markt integreren.

Veel is gedaan, veel moet nog worden gedaan. Tot de dingen die nog gedaan moeten worden behoort uiteraard de kwestie van de detailhandelsmarkten. Op dit punt denken wij dat een hele bijzondere benadering centraal moet staan in de strategie van de Commissie. We moeten vanzelfsprekend financiële educatie bevorderen, dat is bijna een onderwerp in zwang geworden en u kunt rekenen op de steun van mijn fractie wanneer het erom gaat een dergelijke educatie te ontwikkelen. Maar we moeten ook, zoals we hebben benadrukt bij het debat over de richtlijn betreffende markten voor financiële instrumenten (MiFID), kijken onder welke voorwaarden financiële producten worden aangeboden aan spaarders, consumenten en kleine beleggers: we moeten ook de voorwaarden waaronder financiële producten op de markt worden gebracht, onder de loep nemen.

Dan resteert nog het debat dat zojuist van start gegaan is, met veel ophef onder het Duitse voorzitterschap, over alternatieve fondsen, de hedge funds. Alleen al het feit dat op internationaal niveau een gedragscode is bedacht geeft aan hoezeer dit debat is veranderd. Toch biedt integratie de spelers op deze markt kansen. Het geeft hun een aantal verantwoordelijkheden en plichten. En in dit opzicht denk ik dat mijn fractie zich niet kan vinden in het evenwichtspunt dat is bereikt. Als we de veiligheid van het systeem willen garanderen, moeten we de discussie voortzetten, ook bij het debat over de voorwaarden waaronder prime brokers in dezen oordelen en beoordeeld worden.

Verder is er de kwestie van de marktstructuren. De wetgeving die we aannemen heeft gevolgen voor de marktstructuren en dat kunnen we niet ontkennen. Bij het segment per segment opstellen van onze wetgeving moeten we een duidelijk beeld hebben van de financiële markt die we willen, om zo goed mogelijk in te spelen op de financieringsbehoeften van de Europese economie. Een financiële markt met als voornaamste begunstigden de grote investeringsbanken buiten de Europese Unie – is dat echt wat we voor ogen hebben? Ik denk het niet. We moeten een strategie integreren die elke speler in staat stelt zijn plaats te vinden in het algehele evenwicht.

En de voorname kwestie die ons uiteraard nog te wachten staat, is die van het toezicht. Ik ben het op dit punt volledig eens met onze rapporteur. De bevoegdheid en legitimiteit van de comités op niveau drie, de toezichthouders, moeten worden uitgebreid; elke nationale toezichthouder moet verplicht zijn tot Europese convergentie. Zo kunnen we de veiligheid van het systeem waarborgen en geïntegreerd toezicht beter benutten als instrument om een Europese markt tot stand te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Margarita Starkevičiūtė, namens de ALDE-Fractie. – (LT) Zoals sommige collega’s al hebben opgemerkt, is Europa de belangrijkste financiële wereldmarkt en moeten we blijven zorgen voor beleid waarmee we die positie kunnen behouden. Wat voor beleid hebben we voor ogen, collega-liberalen? In de eerste plaats moet dat een effectief beleid zijn dat open staat voor innovatie en nieuwe producten. We moeten prioriteit geven aan zelfregulerende mechanismen zonder hindernissen op te werpen voor de komst van nieuwe financiële producten. Regulering moet zorgen voor gelijke mededingingsvoorwaarden voor niet alleen grote maar ook kleine ondernemingen. Hierbij wil ik de woorden “kleine ondernemingen” benadrukken, want meer dan eens houdt de Europese Commissie alleen rekening met de belangen van grote ondernemingen.

We willen ook dat er adequaat toezicht wordt uitgeoefend. Dat betekent niet dat het toezicht tot in de kleinste details moet zijn geregeld maar dat het volgens bepaalde beginselen moet worden uitgeoefend. Voor een eenvormige toepassing van die beginselen in de diverse landen, zouden we graag zien dat de nationale overheden, evenals de Europese Commissie en de leden van het Europees Parlement zelf, zich er meer om bekommerden dat nationale toezichthoudende instanties in breder verband met elkaar en met andere organen in de financiële sector samenwerkten.

Verder zouden we willen dat de kwesties van consolidatie van de financiële markt en systematisch risico zodanig worden geëvalueerd dat het de consument duidelijk is wie de rekening gepresenteerd krijgt als de een of andere instelling, een grote Europese instelling, niet goed functioneert. We zouden ook een financiële markt willen waarop de belangen van particuliere bankklanten worden behartigd – de belangen van miljoenen gewone EU-burgers.

Hoe zou die markt er moeten uitzien? Voor de particuliere sector zou de markt een open structuur moeten hebben, opdat de consumenten toegang hebben tot een brede waaier van financiële producten en vermeden wordt dat er in bepaalde landen maar één bank is die zijn producten aanbiedt. Een dergelijke open structuur biedt klanten in alle landen dezelfde kansen om te profiteren van de verscheidenheid en innovatieve mogelijkheden van de Europese markt. We zouden graag zien dat nieuwe producten in heel de EU verkrijgbaar zijn, opdat werknemers niet afhankelijk zijn van bepaalde landen. Er wordt ook gesproken over diverse pensioenproducten en hypotheekleningen.

Daarnaast willen we een kosteneffectieve markt. Wat wordt er bedoeld met voor particuliere klanten gepaste kosten? Dat betekent niet regulering maar transparantie. Er moet een duidelijke kostenstructuur zijn voor financiële diensten, zodat iedere particuliere klant een pakket kan kiezen dat voor zijn situatie en portemonnee het meest geschikt is. We hopen dat de Europese financiële markt op deze manier de meest competitieve ter wereld blijft.

 
  
MPphoto
 
 

  Sahra Wagenknecht, namens de GUE/NGL-Fractie.(DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het verslag bevat een hoofdstuk over “alternatieve beleggingsinstrumenten”. Daarin wordt ook ingegaan op hedge funds en private equity. Het Parlement moet daarover beslist klare taal spreken. Hedge funds zijn overal ter wereld beroemd en berucht voor de buitengewoon agressieve manier waarop ze de werknemers uitbuiten, de bedrijven leegroven, en zonder enige scrupules banen vernietigen. Hun gedrag wordt terecht vergeleken met dat van sprinkhanen.

De formulering van dit verslag gaat deze gevaren onvoldoende te lijf. We moeten heldere en duidelijke bepalingen vastleggen. In de richtlijnen voor de activiteiten van hedge funds en van private equity funds moeten de volgende bepalingen worden opgenomen: er moeten minimumeisen komen voor het eigen vermogen van dergelijke fondsen, de winst bij verkoop moet volledig worden aangegeven voor de inkomstenbelasting en de winstbelasting in het land waar het bedrijf gevestigd is, er moet een registratieplicht komen, de verplichting om de structuren van vermogen en eigendom en de courante activiteiten bekend te maken, en nog veel meer.

Onze fractie heeft de nodige amendementen ingediend, en we hopen werkelijk dat u daar voor zult stemmen.

 
  
  

VOORZITTER: LUISA MORGANTINI
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  John Whittaker, namens de IND/DEM-Fractie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, het Actieplan financiële diensten is een kolossaal, ingewikkeld regelgevingscomplex. Het enige effect van deze vergeefse poging om de financiële producten te reguleren en de risico’s weg te legaliseren, is dat bedrijven uit de Europese Unie verjaagd zullen worden. Zelfs de City of London begint nu te beseffen dat de kosten om te voldoen aan de richtlijn betreffende de markten in financiële instrumenten waarschijnlijk veel groter zullen zijn dan de eventuele voordelen van een betere toegang tot de markt. En dan zijn er altijd nog de ongewenste bijwerkingen. De rapporteur beklaagt zich dat er onvoldoende wordt gedaan voor de detailhandelsklanten van de financiële diensten. Volgens haar bestaat de basisbehoefte van elke burger uit de toegang tot een bankrekening, financiële transacties tegen lage kosten en de mogelijkheid om geld te sparen of te lenen. De grootste belemmering voor detailhandelsbankieren zijn echter de bureaucratische “ken-uw-klant”-procedures die banken verplicht moeten hanteren op grond van de eigen regelgeving van de EU om het witwassen van geld te voorkomen. In het Engels zouden wij dit shooting yourself in the foot noemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Petre Popeangă, în numele grupului ITS. – Consider că o lucrare având ca obiectiv stabilirea unei politici pe termen mediu în domeniul serviciilor financiare este una a cărei necesitate şi importanţă nu pot fi puse la îndoială.

Concentrarea pieţei, mijloacele alternative de investiţii, accesul la finanţare în sectorul cu amănuntul, riscurile sistemice, îmbunătăţirea prevederilor legale şi altele reprezintă categorii importante de activităţi a căror aplicare la nivel naţional, ca şi impactul acestora la nivel global, justifică asemenea acţiuni iniţiate şi la nivelul Uniunii Europene.

Necesitatea unui asemenea demers rezultă în primul rând din necesitatea asigurării unei transparenţe sporite şi a unui spaţiu de acţiune uniform pentru concurenţă, dar şi din necesitatea separării diferitelor servicii furnizate consumatorului şi, nu în ultimul rând, de gama limitată a produselor cu amănuntul oferite de către grupurile financiare care operează pe pieţele naţionale.

Cantonându-mă din lipsă de timp doar la domeniul protecţiei consumatorului, menţionez că, deşi acesta este considerat la nivelul Uniunii Europene ca fiind una din activităţile prioritare, practica demonstrează că în anumite zone nu se ridică la cotele necesare fie datorită insuficienţei prevederilor legale, fie din lipsa unor garanţii certe că furnizorii de servicii sunt organisme fiabile şi solide din punct de vedere financiar.

Cu aceste câteva precizări, menţionez că susţin aprobarea propunerii raportorului privind Carta Albă a Comisiei referitoare la politica serviciilor financiare în perioada 2005-2010, ca şi a propunerilor referitoare la organizarea de dezbateri pe tema fondurilor speculative, puncte de vedere care constituie, de altfel, şi poziţia autorităţii competente din România faţă de problematica pieţelor de instrumente financiare.

 
  
MPphoto
 
 

  Gunnar Hökmark (PPE-DE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, sta mij toe om allereerst de rapporteur te bedanken.

Wij moeten onszelf een paar dingen afvragen voordat wij verder gaan met de financiële diensten en het hervormingsproces. Ik denk daarbij bijvoorbeeld aan de vraag of wij willen dat de Europese financiële markten vitaal en dynamisch zijn en een centrale rol spelen in de mondiale financiële ontwikkeling. Het antwoord op die vraag is een onmiskenbaar “ja”.

Wij moeten er echter ook voor zorgen dat deze diensten wereldwijd attractief zijn en dat zij kapitaal en vitaliteit kunnen aantrekken. Dat maakt in ieder geval duidelijk wat onze doelstellingen zijn: wij moeten over regelgeving beschikken om de transparantie en geloofwaardigheid te waarborgen terwijl wij tegelijkertijd moeten voorkomen dat er voorschriften uitgevaardigd worden die de mededinging, de producten en de diensten reguleren. Dat moet juist andersom zijn. Wij moeten zorgen dat wij over fundamentele, gemeenschappelijke regels beschikken die ruimte maken voor de nieuwe toekomstgerichte, financiële dienstverlening in Europa. Met het oog op dat evenwicht had ik graag gezien dat het definitieve resultaat van dit verslag een meer open karakter had gehad en er duidelijk voor was gekozen om de markt open te stellen voor mededinging. Ik wil graag benadrukken dat er geen sprake mag zijn van enige vorm van economisch patriottisme in de financiële sector in Europa aangezien dat een belemmering zou vormen voor de dynamische ontwikkeling en groei van de Europese financiële markten. Met betrekking tot de toekomst van de financiële diensten in Europa, dient het motto van de Franse revolutie het uitgangspunt te vormen: liberté, egalité, fraternité. Dat is concurrentie en daardoor zou er dynamiek op de Europese financiële markten worden geïntroduceerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Harald Ettl (PSE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, gezien de ongelofelijke snelheid van de mondialisering is een goed functionerende geïntegreerde kapitaalmarkt een essentiële basis voor de Europese economie. Ik zou de rapporteur willen bedanken, omdat ze niet alleen de nadruk heeft gelegd op het financiële succes van de Europese kapitaalmarkt, maar ook op de verdeling, de bijbehorende voordelen en de risico’s.

Financiële producten zijn dan goed wanneer ze inspelen op wat onze samenleving wil en nodig heeft. Dat is echter alleen maar mogelijk met een betere controle. Wanneer we alles aan de markt overlaten, leidt dat tot misbruik van de markt. Het is waar dat hedge funds en private equities tot meer liquiditeit en een betere diversificatie van de markt kunnen leiden, maar er kleven ook gevaren aan. De systeemrisico’s kunnen buitensporig zijn, bijvoorbeeld door fouten in het vermogensbeheer, en dat zijn potentiële gevaren die we niet kunnen overzien. De werkmethodes van de hedge funds veranderen bijvoorbeeld heel snel. Zelfs degenen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de financiële markten stellen al vaker vast dat de verplichting tot publicatie omzeild wordt.

Slimme marktdeelnemers vinden al vaker nieuwe wegen om hun activiteiten te versluieren – dat stond ook in de Neue Zürcher Zeitung. Dat leidt tot hyperslimme overrompelingstactieken bij bedrijfsovernames. De werknemers die op de lange termijn zorgen voor de toegevoegde waarde in de economie worden al vaker een speelbal van de onversneden belangen van het kapitaal. Dat moeten we verhinderen, zonder de groei van de markt af te remmen. Bovendien moeten we ervoor zorgen dat de winst beter wordt verdeeld. Daarover moeten de ambtenaren van de Commissie nog eens goed nadenken. We kunnen het niet aan het bedrijfsleven overlaten om alleen te beslissen wat in zijn belang is, de politiek moet regelen en controleren wat voor de samenleving in de Europese Unie een duurzaam voordeel oplevert.

 
  
MPphoto
 
 

  Sharon Bowles (ALDE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, in verband met ons verslag wil ik graag drie waarschuwingen laten horen casu quo opmerkingen maken. In de eerste plaats is de trendgevoeligheid het punt waar ik de meeste moeite mee heb gehad in het verslag. Het is blijkbaar in de mode om kritiek te leveren op private equity en zeker op hedge funds. Het kan een goede zaak zijn om dingen te bestuderen, te analyseren en te bediscussiëren, maar het is verkeerd om vervolgens een bevooroordeelde conclusie te trekken alleen om te laten zien dat je met de mode meegaat.

In de tweede plaats wordt in paragraaf 6 verwezen naar de concentratie van financiële diensten bij grote, beursgenoteerde ondernemingen. Het is wellicht terecht om daarbij ook accountantsfirma’s te noemen, aangezien er door de consolidatie in die sector nog maar een handjevol bedrijven over is dat grote audits kan doen. Het is echter niet terecht om te suggereren dat er bij beleggingsbanken van een vergelijkbare concentratie sprake is: geen van de bedrijven in de top drie heeft immers een marktaandeel van 10 procent. Door een dergelijke suggestie wordt juist de strekking overschaduwd van datgene wat wij over accountantsfirma’s duidelijk willen maken.

In de derde plaats is de kwestie van het toezicht weliswaar interessant, maar er mag niet vergeten worden dat er nu al sprake is van meer samenwerking en andere veranderingen. De niveaus twee en drie moeten daarom op een lager pitje worden gezet en beter uitgewerkt worden. Wij kunnen de volgende fase toch niet gaan evalueren terwijl de resultaten van de voorgaande fase nog niet eens bekend zijn?

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Radwan (PPE-DE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, allereerst zou ik de rapporteur hartelijk willen bedanken voor haar werk. Zij is er in geslaagd om in het Europees Parlement een brede meerderheid tot stand te brengen.

De Europese interne markt voor financiële diensten is tot nu toe een groot succes. De voorstellen van de Commissie en de omzetting daarvan door het Parlement, de Raad en de lidstaten hebben ertoe geleid dat de Europese markt zo langzamerhand aantrekkelijker is dan de Amerikaanse markt. Dat blijkt ook wel uit het feit dat Europese beurzen worden opgekocht door Amerikanen, zodat ze hun invloed kunnen doen gelden. Daarom worden we nu geconfronteerd met nieuwe ontwikkelingen, en met de vraag hoe we de ontwikkelingen op de markt aan moeten pakken.

Een heel belangrijk punt is de ontwikkeling van het toezicht in Europa. We stellen vast dat er grensoverschrijdende banken ontstaan, denkt u maar aan UniCredito, HypoVereinsbank uit Beieren, en aan de Bank Austria. Er wordt gesproken over ABN Amro en de Banco Santander, die zich in Groot-Brittannië heeft ingekocht. We moeten ervoor zorgen dat het toezichtstelsel met deze ontwikkelingen gelijke tred houdt, de individuele toezichthouders mogen niet meer alleen maar bevoegd zijn voor de eigen lidstaat, er moet in Europa samenwerking komen. Dat is geen pleidooi voor een Europese toezichthouder, maar we moeten wel sterker de aandacht vestigen op deze Europese ontwikkeling.

Met Bazel II en met de lead supervisor hebben we de eerste stap gezet. Ik sta absoluut achter de moedige aanpak van de Commissie van Solvency II. Ik hoop dat de nationale toezichthouders en de nationale ministeries van Financiën wat beter zullen samenwerken, en dat ze de confrontatie met de veranderingen meer aangaan dan tot nu toe.

We moeten ons ook afvragen hoe de trans-Atlantische samenwerking er in de toekomst uit moet zien. De ontwikkeling is duidelijk, de SEC – het Amerikaanse toezicht – regelt indirect ook wat er op de Europese markt gebeurt. Dat is onaanvaardbaar! We moeten een Europese tegenhanger krijgen voor de SEC, om dit te verhinderen. Ik hoef er alleen maar aan te herinneren dat een Oostenrijkse bank, die was opgekocht door een Amerikaans fonds, de rekeningen van bepaalde klanten moest sluiten, alleen maar omdat die klanten Cubanen waren.

Mijnheer de commissaris, de Commissie houdt zich regelmatig bezig met regionale banken. Daar zijn vast wel goede redenen voor. Ik wil ook helemaal niet vooruitlopen op de discussie, mevrouw Bowles, maar de kwestie van de hedge funds moet in alle openheid en zonder taboes kunnen worden besproken. We kunnen niet zeggen dat we dit onderwerp niet bespreken, omdat we bang zijn voor het resultaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Antolín Sánchez Presedo (PSE). – (ES) Mevrouw de Voorzitter, de financiële diensten zijn een strategische bron van efficiëntie en welvaart in een gemondialiseerde economie. Ik wil de rapporteur, mevrouw Van den Burg, feliciteren met haar verslag, dat een diepgaande analyse van het toekomstige beleid inzake financiële diensten vormt en daar een waardevolle bijdrage aan levert door middel van belangrijke richtsnoeren voor het benutten van het potentieel van deze diensten.

Dat kan in de eerste plaats door onze sterke punten te verbeteren, in navolging van de aanpak die in de resolutie van maart werd gekozen om obstakels voor trans-Europese overnames en fusies en beleggingen in aandelen van banken, verzekeringsmaatschappijen en investeringsmaatschappijen weg te nemen, zodat onze aanbieders van deze diensten kunnen profiteren van de interne markt en zich voldoende kunnen voorbereiden op het aangaan van de mondiale concurrentie.

In de tweede plaats kan dat door onze zwakke punten aan te pakken. Een duidelijk voorbeeld hiervan is te zien bij de kredietbeoordelingsactiviteiten, waarbij de zwakte wordt veroorzaakt door het ontbreken van regelgeving en de afwezigheid van Europese marktpartijen. Ten aanzien van beide gevallen worden er in het verslag adequate voorstellen gedaan.

In de derde plaats kan dat door de risico’s te beheersen, zowel de risico’s voor de financiële stabiliteit in het algemeen als de risico’s die het gevolg zijn van verstoringen of een slechte werking van de markt en oneerlijke praktijken of voorkennis, of de risico’s die voortvloeien uit de buitensporige concentratie van bepaalde activiteiten in het topsegment van de markt voor financiële dienstverlening in handen van grote bedrijven, zoals de kredietbeoordelingsbureaus, de grote accountantsfirma’s en beleggingsbanken.

Ook hiervoor worden goede voorstellen gedaan: enerzijds nauwlettend toezicht door de mededingingsautoriteiten om misbruik te voorkomen en te verhinderen dat er obstakels worden opgeworpen om nieuwkomers van de markt te weren, en anderzijds de eis aan de Commissie om, in overeenstemming met haar beleid van sectorale studies, de situatie diepgaand te onderzoeken en eindelijk stappen te zetten in de richting van verdere integratie van het toezicht op de financiële sector in Europa.

Wat betreft de architectuur van het toezicht, functioneert het huidige systeem redelijk goed, hoewel het niet perfect is, en verdient dit systeem de kans om zich verder te ontwikkelen, zoals de rapporteur voorstelt. De samenwerking tussen de toezichthouders moet worden verbeterd en dat zal alleen mogelijk zijn met een Europese aanpak, dat wil zeggen door te streven naar een gemeenschappelijke Europese cultuur en naar convergentie van de praktijken van nationale toezichthouders, zodat deze niet alleen op een meer vergelijkbare wijze te werk gaan, maar ook over bevoegdheden en mandaten beschikken die het mogelijk maken om nieuwe technieken en instrumenten te ontwikkelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Charlie McCreevy, lid van de Commissie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, zoals ik al eerder heb gezegd, blijkt uit het onderhavige verslag dat er veel overeenstemming bestaat tussen de standpunten van het Parlement en de Commissie over de belangrijkste kwesties op het gebied van de financiële dienstverlening. Beide instellingen denken verder vooruit dan 2010, de datum waar wij met ons huidige beleid naartoe werken. Wij zijn ons bewust van de potentiële innovaties en risico’s die om de hoek kunnen komen kijken. Wij zijn bezig om onze structuren voor het toezicht beter te laten functioneren. Wij ontwikkelen goede betrekkingen met onze reguleringspartners in andere jurisdicties in de wetenschap dat deze banden alleen maar nog meer aangehaald zullen worden.

Wij zijn constant op zoek naar manieren om te zorgen dat alle burgers profijt kunnen trekken van onze financiële markten.

Gezien de positieve samenwerking tussen onze beide instellingen ben ik ervan overtuigd dat wij hierin zullen slagen.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt woensdag 11 juli 2007 plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Gábor Harangozó (PSE), schriftelijk. - (EN) In de eerste plaats wil ik de rapporteur, Ieke van den Burg, van harte feliciteren met haar uitstekende verslag met betrekking tot het Witboek over het beleid op het gebied van financiële diensten (2005-2010). Dit verslag en het Witboek zijn van eminent belang omdat het duidelijk moge zijn dat het creëren van een echte Europese, wereldwijd toonaangevende kapitaalmarkt (in overeenstemming met de doelstellingen van de agenda van Lissabon) sterk afhankelijk is van de levensvatbaarheid en het consistente karakter van de financiële regelgeving van de Gemeenschap. Naast de haalbaarheid van de financiële regelgeving conform de doelstellingen voor een betere regelgeving in het algemeen, is het ook noodzakelijk dat de omzetting van het Gemeenschapsrecht door de lidstaten wordt bevorderd om op effectieve wijze te kunnen waarborgen dat het Actieplan voor financiële diensten (APFD) in zijn volle omvang wordt uitgevoerd. Daarbij is het uiteraard noodzakelijk dat geëvalueerd wordt wat de concrete effecten van de uitvoering van het APFD zijn voor de begunstigden van het Actieplan. Op dat punt ben ik het volledig met de oproep van de rapporteur eens om een diepgaander onderzoek uit te voeren naar de economische effecten van de APFD-maatregelen tegen de achtergrond van de strategie van Lissabon. Een consequente uitvoering en een permanente evaluatie zijn immers de centrale elementen voor een succesvolle ontwikkeling van een dynamische Europese, wereldwijd toonaangevende kapitaalmarkt zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Piia-Noora Kauppi (PPE-DE), schriftelijk. - (EN) Dit voorjaar was precies de goede tijd om het toekomstige beleid in de EU op het gebied van de financiële diensten te bespreken. Zowel wat de regelgeving als de eigen ontwikkeling van de markt betreft, staan ons binnenkort grensverleggende veranderingen te wachten. Zelden is er een week voorbij gegaan zonder significante ontwikkelingen die een directe invloed hadden op het functioneren van de Europese financiële markten en op de wijze waarop wij, als wetgevers, hierop moeten reageren.

Het toenemend aantal huwelijken tussen effectenbeurzen is waarschijnlijk een van de meest zichtbare gevolgen. Aangezien banken en andere handelsmarkten grote handelsvolumes aantrekken, is het niet meer dan logisch dat die beurzen hun krachten bundelen. Beleggers zullen profiteren van de upgrade en de modernisering van onze handelsinfrastructuur. Tegelijkertijd wordt hierdoor het verder innoveren van de financiële instrumenten bevorderd.

De hamvraag op dit moment heeft betrekking op het toezicht. Wij mogen dit onderwerp echter niet uitsluitend vanuit een worst case-scenario benaderen. Het klopt dat er een legitieme bezorgdheid bestaat over de regulering van uiteenlopende pools van particulier kapitaal. Daarnaast is ook nog niet duidelijk wat er gaat gebeuren als er dingen mis gaan. Op dit moment is het echter belangrijk dat wij streven naar een convergentie van de werkwijze van de comités op niveau drie. Wat de lange termijn betreft, is het Parlement voorstander van een meer uniform karakter bij het toezicht op de Europese financiële diensten.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid