Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2299(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0235/2007

Ingediende teksten :

A6-0235/2007

Debatten :

PV 10/07/2007 - 15
CRE 10/07/2007 - 15

Stemmingen :

PV 12/07/2007 - 6.3
CRE 12/07/2007 - 6.3
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0343

Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 10 juli 2007 - Straatsburg Uitgave PB

15. Naar een maritiem beleid voor de Unie: Een Europese visie op de oceanen en zeeën (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Aan de orde is het verslag (A6-0235/2007) van Willi Piecyk, namens de Commissie vervoer en toerisme, over een toekomstig maritiem beleid voor de Unie: Een Europese visie op de oceanen en zeeën (2006/2299(INI)).

 
  
MPphoto
 
 

  Willi Piecyk (PSE), rapporteur. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren, met de behandeling van het maritiem beleid betreedt het Parlement terra incognita. Vijf commissies waren bij dit verslag betrokken, en hebben een heel presentabel resultaat bereikt. Allereerst zou ik mijn corapporteurs, de heren Hassi, Stevenson, Chatzimarkakis en Matsis hartelijk willen danken voor de samenwerking. Ik zou ook mijn medewerkers mevrouw Jordan en mevrouw Schramm willen bedanken, en mijn stagiair Jan heeft goed onderzoek gedaan. Zonder hun hulp had ik dit verslag zo niet kunnen schrijven.

Dames en heren, laten we de volgende feiten in verband met het maritiem beleid eens op een rijtje zetten. Negentig procent van de buitenlandse handel en veertig procent van de binnenlandse handel van de EU vinden plaats via de zeeweg. Veertig procent van het Europese bruto binnenlands product ontstaat in de kustzones. Ongeveer twee derde van alle Europeanen gaan het liefst aan de kust met vakantie, en met het toerisme aan de kust is alleen al in 2004 een omzet van 72 miljard euro gehaald. Kusttoerisme is echter alleen maar mogelijk als de zee schoon is. Dat bewijst wel hoe nodig, hoe broodnodig het is dat de EU een geïntegreerd maritiem beleid niet alleen formuleert, maar ook uitvoert.

Het is de grote verdienste van de Commissie dat ze dit op de agenda van de Europese Unie heeft geplaatst door de publicatie van haar Groenboek over de toekomst van het maritiem beleid. Het Groenboek bevat echter heel wat vage passages, veel proza en weinig concrete inhoud. Na een raadpleging van een jaar hebben we nu minder conferenties nodig, en meer maatregelen, meer concrete politieke daden. Zoals Goethe al zei: “Woorden thans genoeg gewisseld, laat mij eindelijk daden zien!“

Mijnheer de commissaris, als we morgen dit verslag goedkeuren, komt er heel wat werk op de Commissie af, en natuurlijk ook op de lidstaten. Mijn medewerkers hebben het nageteld: het ontwerpverslag behelst meer dan tachtig aanbevelingen aan de Commissie en aan de Raad. Wanneer we die een beetje royaal samenvatten blijven er toch 33 pakketten van maatregelen over, waarvan we verwachten dat de Raad en de Commissie ze in te toekomst ten uitvoer zullen leggen.

Ik wil slechts op een paar belangrijke punten ingaan. Ik begin met de scheepvaart. We vragen de Raad om meteen zeven wetgevende maatregelen over de veiligheid in de scheepvaart goed te keuren, onder andere over de havenstaatcontrole, over de toevluchtsoorden en over de aansprakelijkheid bij ongevallen en deze zijn alleen al bestemd voor het Portugese voorzitterschap. Het is bijzonder anachronistisch dat de kustvaart in Europa nog steeds als internationale handel wordt beschouwd. Daarom moeten we de kustvaart nu eindelijk in de interne markt integreren. Dan de maritieme snelwegen. Sinds de goedkeuring van de bepalingen inzake de trans-Europese netwerken in 2004 zijn we geen millimeter opgeschoten. De Commissie moet een coördinator benoemen, zodat er eindelijk iets gebeurt!

Vervolgens is er de aanpak van de klimaatverandering. Het zeevervoer is relatief natuurlijk de milieuvriendelijkste vervoerswijze, maar toch is dit verkeersmiddel niet schoon, het veroorzaakt vier procent van de totale emissies van CO2, en daarbij komen enorme hoeveelheden zwaveldioxide en stikstofoxide. Ik ben ervan overtuigd dat er geen alternatief is voor de emissiehandel in de scheepvaart. Nog belangrijker is een drastische verlaging van de emissies van schepen, en het gebruik ook op schepen van hernieuwbare energiebronnen, zoals wind en zonne-energie. Hier ligt trouwens een schitterend groeipotentieel voor de Europese scheepsbouwers en hun toeleveranciers. Het gaat om de toekomstige concurrentiepositie van de hele branche, zeker ook in het kader van LeaderSHIP 2015.

Twee andere aspecten van het maritieme klimaatbeleid zijn dat de energie voor schepen in de haven van land moet komen, als dat enigszins mogelijk is, en dat het actieplan van de Commissie voor offshorewindenergie nu eindelijk moet worden uitgevoerd.

Wat de werkgelegenheid aangaat, klaagt de maritieme sector dat jongeren er niet meer willen werken. Dan is de vraag toch legitiem wat er in het verleden is gedaan om deze beroepen aantrekkelijker te maken? Daarom moeten we een actief opleidingsbeleid voeren. Het is echter ook belangrijk dat we ervoor zorgen dat wie op een schip werkt geen werknemer tweede klasse is.

Dan de vervuiling van de zee. We moeten eisen dat honderd procent van het scheepsafval in de havens wordt gelost. We moeten illegale lozingen van olie bestrijden. Aan de andere kant komt tachtig procent van de vervuiling van de zee van land, en ook daarvoor moet er een concreet actieplan van de Commissie komen.

Tot slot is er het mariene onderzoek. Daarvoor hebben we uitstekende instituten in de Unie, maar ze vormen geen netwerk. Daarom moet er een Europees marien wetenschappelijk consortium komen, dat bestaat uit alle instituten, en dat door de Commissie krachtig wordt gesteund.

Mevrouw de Voorzitter, ik wil niet preken, maar het is glashelder dat de zee ons niet nodig heeft, wij hebben de zee nodig. Daarom moeten wij zorgen voor een geïntegreerd Europees marien beleid. We zullen de prestaties van alle voorzitterschappen dus meten aan de vooruitgang die ze op dit vlak boeken.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Joe Borg, lid van de Commissie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, toen dit proces in gang werd gezet, waren de woorden “naar een toekomstig maritiem beleid voor de Europese Unie” al vol van hoop en belofte.

Nu, twee jaar na de aanvang van onze werkzaamheden en één jaar na de bekendmaking van het Groenboek, praten wij echter niet alleen meer over wat er mogelijk is maar over wat er werkelijkheid kan worden. Op 30 juni jongstleden is de raadplegingsprocedure afgerond. Duizenden belanghebbenden uit heel Europa hebben hun stem laten horen en met overstelpend enthousiasme hun steun uitgesproken voor het project. Ook dit Parlement heeft zich in de aanloop naar dit debat van zijn actieve kant laten zien. Ik wil bij deze graag mijn dank en waardering uitspreken aan het adres van de rapporteur, Willi Pieck, die de grote belangstelling voor dit project vanuit de verschillende commissies heeft weten te bundelen en verantwoordelijk is voor de productie van het onderhavige, indrukwekkende verslag. Ook wil ik de rapporteurs van de verschillende betrokken commissies en de afgevaardigden van dit Parlement die zich zo nauw betrokken hebben getoond bij het project, graag bedanken voor hun waardevolle bijdragen. Wij zijn met name verheugd over de holistische, de gehele sector bestrijkende benadering die door dit Parlement is gekozen. Het gemeenschappelijke standpunt dat in het verslag tot uiting komt, vormt een goede basis voor de toekomstige uitvoering van een holistisch en geïntegreerd maritiem beleid in Europa.

De omvang van het verslag is indrukwekkend en wij zijn zeer blij met het grote aantal voorstellen dat daarin is vervat. Wij zijn ook zeer blij met de opmerking van het Parlement dat nu niet langer gedraald moet worden met de wetgevingsvoorstellen op maritiem gebied die thans bij de Raad voorliggen en betrekking hebben op zowel de veiligheid van het vervoer over zee als de bescherming en het behoud van het mariene milieu. Voor de verwezenlijking van de doelstellingen van ons toekomstige maritieme beleid zijn wij immers afhankelijk van een goede tenuitvoerlegging van die wetgeving door de lidstaten.

In de voorlopige ontwerpbegroting voor 2008 heeft de Commissie om specifieke kredietlijnen verzocht voor het financieren van maatregelen ter voorbereiding op bepaalde activiteiten die nu al voorzienbaar zijn in het kader van het nieuwe maritieme beleid. Wij hopen dat het Parlement ons verzoek steunt.

Wij voorzien voor 2008 met name werkzaamheden op gebieden zoals de integratie van surveillancesystemen ten behoeve van activiteiten op zee en het opzetten van een netwerk om via het promoten van maritieme clusters gegevens over zeeën en oceanen op te slaan en beste praktijken binnen de maritieme sector en dienstverlening uit te wisselen. Wij zijn ervan overtuigd dat dergelijke projecten op de lange termijn van onschatbare waarde zullen zijn.

Ik wil nu graag nader ingaan op een aantal specifieke onderdelen van het verslag, waarbij ik eerst een paar opmerkingen van algemene aard zou willen maken. De Commissie is verheugd over de oproep van het Parlement om ervoor te zorgen dat de milieudimensie duidelijk zichtbaar is in de voorstellen die wij in oktober zullen doen en dat wij in het maritieme beleid ook speciale aandacht moeten schenken aan de klimaatverandering. In dit opzicht is de Commissie al bezig met het analyseren van de bijdragen van de belanghebbenden ten aanzien van de emissiehandel in de scheepvaart, het gebruik van hernieuwbare energie zoals wind en zonne-energie voor het aandrijven van schepen, de energievoorziening van schepen in de havens vanaf het land, offshore windenergie, het ontmantelen van schepen en dergelijke. Dit alles moet een positieve bijdrage leveren aan zowel de klimaatverandering als bredere milieudoelstellingen.

Zoals reeds vele malen eerder is gezegd, draait het maritieme beleid in de kern om de strategie die wordt gevoerd op het gebied van het mariene milieubeheer, welke strategie de milieupijler van dat beleid vormt. Deze twee kanten van de medaille versterken elkaar alleen maar.

De Commissie is ook verheugd over het feit dat in het verslag nog eens wordt onderstreept hoe belangrijk de zeescheepvaart voor de Europese economie is. Het verrichten van inspanningen om te komen tot vereenvoudigde en betere regelgeving voor deze sector blijft een van de belangrijkste prioriteiten van de Commissie. De scheepvaart vormt een van de minst schadelijke vervoersmethoden. Met deze gedachte in ons achterhoofd is het van belang dat wij ons verder inspannen om de staat van dienst van deze sector nog meer te verbeteren.

De scheepvaart is ook om een andere reden dan de duurzaamheid van belang, omdat deze mede bijdraagt aan een verdere integratie van onze gemeenschappelijke interne markt. Die scheepvaart is in dit tijdperk van globalisering ook van cruciaal belang voor de externe handel van Europa.

Het economische belang van de scheepvaartsector voor de Europese Unie en het succes van een aantal nationale en regionale maritieme clusters is u allen bekend. De eendrachtigheid op het gebied van het Europese maritieme beleid is een uiting van het enthousiasme waarmee alle betrokkenen willen werken aan het versterken en bevorderen van de ontwikkeling van maritieme clusters in heel Europa. De Commissie zet zich in om beste praktijken en onderlinge relaties tussen maritieme clusters op zowel nationaal als regionaal niveau te bevorderen door middel van het in kaart brengen van de bestaande clusters in Europa en het analyseren van de mogelijkheden tot samenwerking.

Ten aanzien van de punten onderzoek en innovatie die in het verslag aan de orde zijn gesteld, meent de Commissie dat op deze gebieden uitnemende prestaties noodzakelijk zijn om het enorme potentieel aan natuurbronnen in zee op duurzame wijze te kunnen ontwikkelen. Onderzoek en technologie dienen dan ook de fundamentele basis te vormen voor integratie en het bevorderen van synergetische effecten tussen de verschillende maritieme sectoren. Dit is de reden waarom marien onderzoek en mariene technologie als sectoroverschrijdende prioriteiten zijn aangewezen in het zevende kaderprogramma voor onderzoek van de EU en als zodanig nadere aandacht zullen krijgen.

Wij onderkennen het belang van toerisme als drijfveer voor duurzame groei in onze kustgebieden en maritieme regio’s. Het maritieme toerisme kan tegelijkertijd ook worden benut als handvat om bij te dragen aan het behoud van de culturele, historische en ecologische kenmerken van onze maritieme ruimte.

Er is voor 2007 een mededeling gepland met daarin een agenda voor het creëren van een duurzaam, concurrerend toerisme binnen Europa. Deze mededeling zal worden gebaseerd op het verslag waarin de reacties van alle Europese belanghebbenden in de sector toerisme zijn gebundeld. In de mededeling zal worden gewezen op mogelijke nieuwe Europese initiatieven, met inbegrip van initiatieven voor het toerisme in de maritieme en kustgebieden, die een nuttige aanvulling kunnen vormen op de initiatieven van de lidstaten zelf.

De Commissie is verheugd over de positieve houding die in het verslag is aangenomen ten aanzien van de noodzaak om te zorgen voor duurzaamheid binnen de visserijsector. Wij hebben een aantal initiatieven ontplooid om het aantal beschermde mariene gebieden uit te breiden en een beleid te ontwikkelen ten gunste van een verantwoord visserijbeheer op de langere termijn.

Voorts heeft de Commissie reeds een aantal voorstellen gedaan om het overboord zetten van bijvangsten progressief te verminderen. Binnen het kader van het pakket voor oktober zal de Commissie ook voorstellen doen ter bestrijding van de illegale, niet-gemelde en ongereguleerde visserij in de Europese zeeën en voor de aanpak van destructieve visserijpraktijken.

Ten aanzien van de sociale aspecten kan ik zeggen dat wij de zorg van het Parlement delen over het gebrek aan deskundigen en goed opgeleide beroepsmensen in de maritieme sector. Wij zullen de voorstellen in het verslag om speciale opleidingscursussen op te zetten die gericht zijn op het verschaffen van een breed inzicht in de ecosysteemgerichte aanpak van het beheer van onze zeeën en oceanen, dan ook met grote belangstelling nader bestuderen.

Ook zijn wij het eens met het Parlement dat de uitsluiting van zeevarenden van sociale richtlijnen dient te worden herzien. Wat betreft de sociale regelgeving voor zeevarenden wil ik graag het belang onderstrepen van de niet aflatende inspanningen die door de sociale partners worden gedaan om het geconsolideerde verdrag van de Internationale Arbeidsorganisatie betreffende maritieme arbeid in de Europese wetgeving te integreren.

Een laatste punt omtrent governance: uit onze raadpleging van de lidstaten en de belanghebbenden blijkt duidelijk dat een nauwere afstemming tussen alle sectorale beleidsregels en alle beheerniveaus absoluut noodzakelijk is om ons maritieme beleid tot een succes te maken. Ik acht het standpunt van het Parlement over dit onderwerp derhalve goed getimed en relevant. We onderkennen dat het uitwisselen en stimuleren van beste praktijken in het kader van een geïntegreerd maritiem beleid moet worden ondersteund door platforms die kunnen helpen bij het uitwisselen van de ervaringen met en informatie over beste praktijken. Wij zijn daarom voornemens om jaarlijks een conferentie te organiseren waarop de betreffende deskundigen uit de regio’s, de lidstaten en Europese vertegenwoordigers, inclusief de belanghebbenden uit de verschillende sectoren, contacten kunnen leggen. Dergelijke conferenties kunnen ook de zichtbaarheid van de maritieme sectoren in hun algemeenheid vergroten.

Geachte afgevaardigden, om de impulsen die tijdens de raadplegingsprocedure naar voren zijn gekomen, niet verloren te laten gaan, willen wij op 10 oktober een ambitieus maritiem beleidsplan gereed hebben en voor verdere discussie aan dit Parlement en de Raad presenteren. In het pakket maatregelen moet de visie over een nieuw Europees maritiem beleid geconcretiseerd worden. Het plan zal een mededeling omvatten over de raadplegingsprocedure waaruit zal blijken hoe breed en intensief de procedure is geweest en hoe nauw en constructief wij hebben samengewerkt met onze gesprekspartners. In een tweede mededeling zal een voorstel worden gedaan voor een Europees maritiem beleids- en actieplan. Het beleid zal zich richten op de huidige maritieme situatie binnen Europa, op het belang van een geïntegreerde aanpak van maritieme kwesties en op onze visie op het uit te voeren beleid en de onderliggende beginselen. Tot de doelstellingen behoren het bevorderen en ontwikkelen van een duurzaam gebruik van onze zeeën en oceanen, het zorg dragen voor een goede kwaliteit van het bestaan in alle regio’s, het verschaffen van transparantie en het vergroten van de zichtbaarheid van het maritieme Europa, het versterken van de Europese leiderspositie binnen de internationale maritieme wereld en, last but not least, het streven naar een zo groot mogelijke benutting van het potentieel aan kennis en innovatie op maritiem terrein. In het actieplan moeten onze voornemens over de wijze van implementatie van het maritieme beleid tot uiting komen via een beschrijving van de te nemen maatregelen en aan te pakken onderwerpen.

Tot slot wil ik het Parlement en de betrokken rapporteurs nogmaals complimenteren met het geweldige werk dat is verzet. Wij zien er reeds naar uit om de goede gesprekken die wij met u hebben gehad, in de komende maanden voort te zetten teneinde een gedegen basis te leggen voor een meer geïntegreerd Europees maritiem beleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Satu Hassi (Verts/ALE), adviseur voor advies van de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid. - (FI) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik wil de rapporteur, Willi Pieck, enorm bedanken voor de samenwerking tussen de zo nauw samenwerkende commissies. Het is belangrijk dat wij beseffen dat een schone zee en gezonde mariene ecosystemen ook de basis vormen voor de economische exploitatie van de zee. Het is daarom belangrijk milieuoverwegingen te integreren in alle besluitvorming die betrekking heeft op de zee.

Zo heeft de kortzichtige praktijk van overbevissing bijvoorbeeld geleid tot de decimatie van veel visbestanden en is hij ook de belangrijkste reden voor de achteruitgang van de mariene biodiversiteit. Visbestanden kunnen zich niet herstellen als de hoeveelheid vervuiling die van het land de zee in komt, zoals industriële chemicaliën en landbouwmeststoffen, die voor eutrofiëring zorgen, niet worden verminderd. Dit is vooral belangrijk in gesloten zeegebieden als de Oostzee. Zoals de rapporteur zei, is het ook belangrijk om de uitstoot van het scheepsverkeer te reduceren, want die is een van de belangrijkste bronnen van emissies, waardoor de lucht die wij inademen, wordt vervuild.

Klimaatverandering betekent ook meer dan alleen een stijging van de zeespiegel: zij betekent ook een verzuring van de zee, die dramatische gevolgen zal hebben voor alle mariene ecosystemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jorgo Chatzimarkakis (ALDE), rapporteur voor advies van de Commissie industrie, onderzoek en energie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, allereerst wil ik de rapporteur hartelijk danken. Hij heeft werkelijk een voorbeeldige samenwerking tot stand gebracht, dat had ik nog nooit meegemaakt. Van harte gefeliciteerd!

Ik zou de Commissie willen bedanken voor het Groenboek, en voor haar geïntegreerde aanpak. Het werd ook wel tijd. Als rapporteur van de Commissie industrie, onderzoek en energie kan ik wel zeggen dat de Europeanen heel wat te bieden hebben op het gebied van het mariene beleid. We zijn nummer één van de wereld op het gebied van maritieme clusters en bij de scheepswerven. Veertig procent van de handelsvloot is in Europese handen, en 35 procent van de maritieme apparatuur komt uit de EU. Ook op het gebied van het onderzoek zijn we uitblinkers. De blauwe biotechnologie heeft een fraaie toekomst, daarvan kunnen we heel wat verwachten voor de winning van energie uit zee, en ook voor de verlaging van de emissie van CO2.

We spreken echter niet met één stem. Daarom ben ik blij dat dit voorstel nu op tafel ligt. Wij zijn heel nieuwsgierig wat er in uw pakket zal zitten, mijnheer de commissaris. De wereld verwacht heel wat van ons, en kijkt naar ons. We hopen dat het een goed pakket wordt.

 
  
MPphoto
 
 

  Struan Stevenson (PPE-DE), rapporteur voor advies van de Commissie visserij. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ook ik bedank Willi Piecyk voor zijn briljante verslag en de manier van samenwerken tussen de commissies, die werkelijk een toonbeeld was. De Commissie visserij heeft een maritieme strategie willen opstellen die bescherming biedt, ons maritiem erfgoed ten goede komt en de duurzame exploitatie van onze zeeën en oceanen stimuleert, maar ik denk - om de woorden van de commissaris te herhalen - dat het hele maritiem beleid van de EU zinloos is, als de fundamentele oorzaken van de klimaatverandering niet doeltreffend worden aangepakt.

Een duurzame visserijsector kan ertoe bijdragen dat dit criterium wordt gehaald en als de visserij niet de centrale plaats in de maritieme strategie van de EU inneemt die haar toekomt, zal aan de vraag worden voldaan door middel van producten die worden gevangen door lieden die methodes hanteren en op plaatsen vissen waarover wij geen controle hebben.

Het belang van stroomlijning van het mariene beheer kan niet genoeg worden benadrukt. Daar heeft iedereen en ook het milieu als geheel voordeel van. Het beginsel van “de vervuiler betaalt” is in de maritieme sector in de EU momenteel niet van toepassing. Bedrijven die de zee vervuilen zouden een bijdrage moeten leveren aan een EU-breed fonds dat zich richt op het herstel van de visbestanden en milieubehoud.

Er wordt in het visserijverslag ook op gewezen dat het van het belang is om het imago van de visserijsector te verbeteren en dat er meer middelen moeten worden besteed aan onderzoek en scholing ter verbetering van kennis en vaardigheden.

Ik ben het ook met de Commissie eens dat het netwerk van beschermde zeegebieden in de EU-wateren moet worden uitgebreid en dat er een systeem voor geïntegreerd beheer van kustgebieden moet worden opgezet om een einde te maken aan de moedwillige aantasting van habitats en de sterke achteruitgang van de biodiversiteit waarvan de laatste jaren maar al te vaak sprake is.

Ik zie het actieplan dat de Commissie dit najaar publiceert, tegemoet.

 
  
MPphoto
 
 

  Yiannakis Matsis (PPE-DE), rapporteur voor advies van de Commissie regionale ontwikkeling. - (EL) Mevrouw de Voorzitter, in heb de voorstellen die ik wilde doen voor het maritiem beleid, opgenomen in mijn advies, dat reeds is goedgekeurd door de bevoegde commissies.

Geen enkel van die voorstellen zal echter zijn doel bereiken - en ik zeg dit nu de commissaris aanwezig is - als het milieu niet wordt beschermd. Als een dolle maakt de mens het milieu kapot, zoals blijkt uit de branden van de laatste jaren en dagen in de mediterrane landen.

Alle plannen zijn tot mislukken gedoemd als wij er niet in slagen het milieu te redden en met dit actieplan een ommezwaai te bewerkstelligen in het broeikasgasverschijnsel. Om te beginnen moet er een Europese brandweermacht worden opgebouwd, met gemeenschappelijke materiële en financiële bijdragen van voornamelijk de belanghebbende lidstaten, en die brandweermacht moet in de zomermaanden paraat zijn.

Als er een wil is, is er een weg, en kan men de gevaren afwenden. Anders zal ons beleid dode letter blijven. Over wat voor soort ontwikkeling van de kustgebieden zullen wij kunnen spreken als er in deze gebieden, met name in de Middellandse Zeelanden alleen nog maar verschroeide aarde is?

(Spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró, namens de PPE-DE-Fractie. (PT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, op de eerste plaats wil ik de heer Piecyk feliciteren met het uitstekende werk dat hij de afgelopen maanden heeft verricht. Hij wist te luisteren, verschillende standpunten onder één noemer te brengen en, vooral, een holistische en constructieve visie op de maritieme strategie te verdedigen. Die visie heb ik ook als schaduwrapporteur van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten verdedigd.

Zo is aangetoond dat het met een evenwichtige benadering mogelijk is de economie te ontwikkelen en het milieu te beschermen en dat een versnipperde visie op de zeeën en oceanen een visie zonder dimensie en ambitie is. De zee is bij uitstek de plaats van mondialisering en is voor ons Europeanen van fundamenteel belang. Daar het bekend is dat de groei van de wereldhandel zal leiden tot meer zeevervoer en daarmee tot de ontwikkeling van verschillende maritieme economieën, is het nuttig op Europese schaal te denken. Dat houdt volgens ons echter niet één enkel gemeenschappelijk beleid in.

Wel is een strategische aanpak wenselijk die profijt trekt van het potentieel dat de samenwerking tussen de 27 lidstaten biedt. Die samenwerking dient rekening te houden met de kosten van de strijd tegen illegale immigratie, vervuiling, drugshandel en smokkel en de strijd voor veiligheid in Europa en intelligente samenwerking ten behoeve van het zeemilieu, dat zowel in het belang is van de milieuactivisten als van degenen die prioriteit verlenen aan de economie.

Vervuiling vormt een bedreiging voor de natuur maar is tevens een risico voor de economische exploitatie van de zeeën en oceanen. Evenwicht moet dan ook het sleutelwoord zijn. Fundamentalisme dat de economische ontwikkeling belet noch de ongeordende en destructieve exploitatie van hulpbronnen mag de overhand hebben.

In die zin is het essentieel te kijken naar het potentieel van de zeeën en oceanen met het oog op investeringen in onderzoek en ontwikkeling met behoud van de traditie. Als we onze economie willen moderniseren moeten we netwerken van wetenschappers financieren, het delen van kennis bevorderen en als eersten aanwezig zijn in de nieuwe economieën en industrieën maar ook serieus inzetten op de Europese kusten als toeristische bestemming. Die kusten vormen een erfgoed waarvan rijkdom en verscheidenheid hun gelijke niet kennen.

Ik sluit af, mevrouw de Voorzitter, met het uitspreken van de verwachting dat het vanaf morgen mogelijk zal zijn een duidelijke koers te varen teneinde samenhangende voorstellen voor het Europees maritiem beleid te maken en uit te voeren. Wij hebben dit voornemen vandaag trouwens kunnen horen uit de mond van commissaris Borg.

 
  
MPphoto
 
 

  Paulo Casaca, namens de PSE-Fractie. (PT) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de commissaris, collega’s Piecyk, Hassi en Stevenson, ik wens u te feliciteren met het uitstekende werk dat u heeft verricht. Staat u mij toe zes fundamentele punten van zorg te verwoorden waarmee bij de uitvoering van het Europees beleid voor de zeeën en oceanen rekening dient te worden gehouden: de huidige en toekomstige wetgeving moet worden geïntegreerd in één enkel kader; ook het beheer moet worden geïntegreerd in de context van een maritiem plan dat rekening houdt met alle aanwezige belangen; de zee moet worden opgenomen in de bestaande milieuwetgeving, waarbij met name internationale verdragen als het OSPAR-Verdrag dienen te worden nagekomen; het beheer moet worden gestoeld op de mariene ecosystemen; de vissersgemeenschappen dienen bevorderd en ontwikkeld te worden op basis van dezelfde aanpak die met succes is toegepast op het platteland; er moet een geïntegreerd kader komen voor de controle en toepassing van de maritieme wetgeving.

Het Europees maritiem beleid mag niet in de fouten vervallen van het gemeenschappelijk visserijbeleid die hebben geleid tot een disfunctie tussen aan de ene kant het beleid en degenen voor wie het bestemd is en aan de andere kant de kosten van de uitvoering van het beleid en de controle erop. Zo belopen bijvoorbeeld in een regio als de Azoren de kosten van de toepassing van de richtlijn betreffende de maritieme strategie vele miljoenen euro’s. Wij menen dat Europa hier ook op financieel vlak geïntegreerd dient op te treden.

 
  
MPphoto
 
 

  Josu Ortuondo Larrea, namens de ALDE-Fractie. – (ES) Mevrouw de Voorzitter, juist vanochtend - toevallig op de dag dat we dit debat over het maritiem beleid houden! - heb ik een krantenartikel gelezen waarin wordt gezegd dat de oorsprong van de mens is gelegen in het water, dat we zonder dit vloeibare element niet kunnen leven en dat volwassen mensen voor 75 procent uit water bestaan.

Bovendien is driekwart van het aardoppervlak bedekt door het water van de zeeën en oceanen en is er een permanente cyclus waarin het water van de oceaan in de atmosfeer terechtkomt, vanuit de atmosfeer in de bodem belandt en via de rivieren weer in zee stroomt, wat maakt dat we verplicht zijn om al onze aandacht te richten op de duurzaamheid van het mariene milieu, vooral omdat alle alarmbellen over de achteruitgang van het milieu in het algemeen, en de klimaatverandering in het bijzonder, al een tijdje geleden in de hele wereld zijn afgegaan.

Wij zijn van mening dat er op alle institutionele niveaus - op communautair, staats-, regionaal en lokaal niveau - en ook in de particuliere sector snel maatregelen moeten worden genomen om de kwaliteit van het water te verbeteren. In dit verband willen wij onze verontrusting uitspreken over het ruime tijdschema dat in het voorstel voor een richtlijn inzake een mariene strategie wordt gehanteerd. Wij zijn van mening dat we, net als bij de luchtvervuiling en het gat in de ozonlaag, niet veel tijd over hebben om in actie te komen en de huidige tendens om te keren. Als we dat niet zo snel mogelijk doen, vrees ik dat het afbraakproces onomkeerbaar zal worden.

Daarom hebben we voorgesteld om het tijdschema voor de opstelling van actieprogramma’s in het kader van de nieuwe mariene strategie met spoed aan te passen en te coördineren met andere belangrijke programma’s van de Unie, zoals de programma’s die gefinancierd worden uit het EFRO, het Cohesiefonds en ook het gemeenschappelijk landbouwbeleid, omdat er ook agrarische activiteiten zijn waarbij afval in zee wordt geloosd.

Ook vinden wij dat we meer precieze informatie nodig hebben over wat er in de zeeën en oceanen gebeurt. Wij zijn voorstanders van een betere coördinatie en samenwerking tussen alle Europese instituten voor marien onderzoek, door een Europees netwerk of een Europees consortium op te richten en een Europese mariene databank in het leven te roepen waar al die instituten toegang toe hebben.

We moeten de opleiding en voorlichting op alle niveaus verbeteren en de beste praktijken op het gebied van de controle en vervuiling verspreiden. In dit verband dring ik opnieuw aan op iets dat ik al jaren verkondig, namelijk dat we schepen moeten verplichten om meetapparatuur te installeren - die al is uitgevonden - waarmee het schoonmaken van de tanks en het leegpompen van het onderruim kan worden gecontroleerd, een soort zwarte dozen waarmee niet kan worden geknoeid, want dat is de beste manier om moedwillige lozingen te voorkomen, en dat zeg ik zonder iets af te willen doen aan aanvullende maatregelen als inspecties en satellietbewaking.

We moeten de beroepsvissers niet vergeten, want die vormen een belangrijke bevolkingsgroep en we moeten hun levensstijl veiligstellen met het oog op de toekomst, waarbij we moeten voorkomen dat kust- en eilanddorpen leeglopen of worden overspoeld door een wildgroei aan nieuwbouw.

Tot slot pleiten we ervoor om ook op de mariene sector het beginsel toe te passen dat de vervuiler betaalt, en om een gemeenschappelijk fonds op te richten dat bedoeld is voor herbevolking en het behoud van mariene flora en fauna, op basis van bijdragen uit alle activiteiten op het gebied van energie, toerisme, recreatie en andere activiteiten die onze zeeën vervuilen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton, namens de Verts/ALE-Fractie. - (EN) Mevrouw de Voorzitter, de EU heeft ongeveer 65 000 kilometer kustlijn. Schotland heeft ongeveer een zesde daarvan en heeft 95 bewoonde eilanden. Het is duidelijk dat we veel te bieden hebben en ook veel kunnen winnen bij een Europese maritieme strategie die ons helpt om onze kustgemeenschappen in stand te houden en te ontwikkelen. Schotland beschikt over veel energie met zijn olie- en gasreserves en mogelijkheden voor wind- en golfslagenergie. Schotland beschikt over de mogelijkheden om verdere maritieme overslagfaciliteiten te ontwikkelen. Schotland heeft uitstekende mariene onderzoeksfaciliteiten die kunnen bijdragen aan een beter begrip van mariene milieukwesties en Schotland neemt, ondanks het GVB, nog steeds een groot aandeel van de visserijsector in de EU voor zijn rekening.

Het idee van een Europese maritieme strategie moet worden toegejuicht, maar moet geen ontwikkeling inluiden waarbij Europese wateren worden beschouwd als een gemeenschappelijke hulpbron zonder enige band met individuele maritieme naties. De EU zou alleen moeten optreden als onze maritieme naties behoefte hebben aan maatregelen of steun voor hun eigen strategische planning. Laten we een les trekken uit het mislukken van het GVB.

 
  
MPphoto
 
 

  Georgios Toussas, namens de GUE/NGL-Fractie. - (EL) Er zijn duidelijke bewijzen van het volksvijandig maritiem beleid van de Europese Unie: enerzijds de astronomische winsten van de reders en de monopolistische concerns die actief zijn in de scheepvaartsector, en anderzijds de extreme intensivering van de arbeid en het streven van de lidstaten om de zeelieden massaal te vervangen door goedkopere werknemers, die voor hongerlonen van minder dan 515 dollar per maand werken, en de grote scheepsongelukken, zoals die van de Erika, de Prestige, de Sea Diamond enzovoort, die enorme milieuschade aanrichtten en de internationale publieke opinie schokten.

De beweringen en de schijnheilige belangstelling van de reders, de Europese Commissie en de regeringen, die zeggen dat het arbeiderspotentieel in de scheepvaart niet volstaat en zij graag werknemers uit de lidstaten in de scheepvaart willen aantrekken, raken kant noch wal. Samen stellen zij immers alles in het werk om de Europese zeelieden massaal van de schepen te verjagen, door de bemanningen van de schepen steeds sterker te verminderen en te vervangen met goedkopere zeelieden uit derde landen, met als gevolg de verhoging van de werkloosheid in de sector.

De negatieve gevolgen van dit volksvijandig beleid zijn enorm voor niet alleen de werknemers, maar ook de eilandbewoners in de verafgelegen gebieden in Griekenland en elders.

 
  
MPphoto
 
 

  Johannes Blokland, namens de IND/DEM-Fractie. Voorzitter, het belang van de oceanen is bekend. We leven, eten en genieten ervan. Daarom is aandacht voor een goed beheer van deze oceanen van levensbelang. In het verslag van collega Piecyk wordt daaraan op een alomvattende wijze aandacht besteed. Dat goede beheer vereist een uitgebalanceerde benadering waarin ecologische en economische aspecten tegen elkaar worden afgewogen op mondiaal, Europees en nationaal niveau. Op deze wijze zijn we ook in de toekomst in staat de vruchten van de oceanen te plukken.

Graag maak ik een opmerking over de ontwikkeling van havens. Om een wezenlijke bijdrage aan de welvaart van burgers te kunnen leveren, is het van belang dat zij zich binnen randvoorwaarden kunnen ontwikkelen op hun sterke punten. Naar mijn mening dient Europa terughoudend te zijn bij het beïnvloeden van die ontwikkeling, zowel op ruimtelijk als op economisch gebied. De lidstaten zijn verantwoordelijk voor de vormgeving van hun havens en de markt zal zorgdragen voor een efficiënte afhandeling van de ladingsstromen. Om dat in de tekst zichtbaar te maken, heb ik een aantal amendementen ingediend en ik hoop dat de collega's deze kunnen steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Allister (NI). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, er zijn veel plausibele argumenten voor een maritiem pakket, maar waar ik bang voor ben is dat een maritiem beleid voor de EU door de Commissie zal worden aangegrepen om ieder facet van het leven, de gebeurtenissen en de activiteiten op zee te beheersen. Gezien de regelrechte ramp die voor het Verenigd Koninkrijk is voortgevloeid uit de huidige bevoegdheid van de EU op grond van het onrechtvaardige gemeenschappelijk visserijbeleid, heb ik er weinig vertrouwen in dat een volledige overdracht van maritieme zaken aan de EU iets beters zou opleveren. Ik vrees dat buitensporige regelgeving, verstikkende controles en dwaze richtlijnen het gevolg zouden zijn. Zelfs wat ik in dit verslag over visserij heb gelezen, is een blauwdruk om meer vissers hun werk af te nemen onder het mom van verdere beperkende maatregelen volgens een zogenaamde voorzorgsaanpak.

 
  
MPphoto
 
 

  Corien Wortmann-Kool (PPE-DE). – Voorzitter, de zee is een groot goed met een enorme rijkdom en daar moeten we goed voor zorgen. Juist daarom is de geïntegreerde benadering van dit Groenboek zo belangrijk. Maar het moet wel praktisch en goed werkbaar zijn, zodat we ons doel niet voorbijschieten.

Ik ben het eens met de rapporteur dat zorg voor het milieu en duurzaamheid belangrijk zijn. Hulde ook voor zijn verslag. Maar ik moet daarbij wel zeggen dat het erg moeilijk was ten gevolge van de procedure van nauwere samenwerking. We hebben nu een kerstboom van 147 paragrafen. Wat ik belangrijk vind en betreur, is dat het belang van het maritiem vervoer een beetje ondergesneeuwd lijkt te raken onder nieuwe maatregelen. Juist vanuit het oogpunt van duurzaamheid is maritiem vervoer zo belangrijk.

We hebben al heel veel regelgeving als het gaat om veiligheid of milieuvriendelijk vervoer. Maar het is nog steeds heel slecht gesteld met de tenuitvoerlegging en de handhaving door de lidstaten. Ik zou de Commissie echt ertoe willen oproepen van de uitvoering en handhaving van de bestaande regelgeving een prioriteit te maken. De Europese Unie moet ook meer coördinerende bevoegdheden hebben en desnoods ook de handhaving kunnen afdwingen. Eind 2006 zou de Commissie al komen met een onderzoek naar de haalbaarheid van een Europese kustwacht. Het is nu medio 2007 en we hebben helaas nog steeds niets gezien. Ik zou u echt ertoe willen oproepen werk hiervan te maken.

Voorzitter, de Commissie moet de lidstaten aanspreken op goede ruimtelijke ordening en kustzonebeheer. Maar het moeten wel de lidstaten zijn die daar zelf de verantwoordelijkheid voor dragen. Ook de lokale, regionale en landelijke politiek voelen verantwoordelijkheid voor duurzaamheid en behoud van die zones en, juist als het om land gaat, moet hier wat mij betreft de subsidiariteit van toepassing zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Navarro (PSE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen wil ik Willi Piecyk bedanken voor het indrukwekkende werk dat hij heeft verzet met dit overzicht. Dit is uiteindelijk een compleet en evenwichtig verslag waarin rekening wordt gehouden met de economische, milieu- en sociale dimensie van het toekomstige maritieme beleid. Op sociaal gebied wordt het belang onderstreept van beroepsopleidingen en van loopbaanplanning alsmede de dringende noodzaak dat de lidstaten de verdragen van de Internationale Arbeidsorganisatie (IAO) inzake maritieme arbeid snel ondertekenen en ratificeren. Dit is van cruciaal belang indien wij willen dat de Europese expertise op dit gebied niet verloren gaat. Voor het overige ligt de bal bij de Commissie en de lidstaten.

Wat de laatstgenoemden betreft, zij kunnen in het kader van de hervorming van de begroting van de Europese Unie vanaf 2008 laten zien dat zij deze zaken serieus nemen. Wat de Commissie betreft, zij heeft als taak dit maritieme beleid te coördineren. Het gaat om een groot project, waarbij snel chaos kan ontstaan indien een duidelijke lijn ontbreekt. Daarom vind ik dat het voorstel voor een commissaris die verantwoordelijk is voor het maritieme beleid en die beschikt over voldoende bevoegdheden om indien nodig beslissingen te nemen, het overwegen waard is. Het spreekt vanzelf dat degelijkheid niet gelijkstaat met starheid. Bovendien vind ik dat het zaak is de regio’s nauw te betrekken bij dit toekomstige maritieme beleid om de initiatieven waartoe wij in dit kader besluiten, met de noodzakelijke soepelheid ten uitvoer te leggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anne E. Jensen (ALDE). – (DA) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag twee punten naar voren brengen, enerzijds aangaande de Oostzee en anderzijds aangaande de ontwikkeling van de havens van de Europese Unie. Er is geen ander gebied waar er zo duidelijk behoefte is aan betere samenwerking tussen de EU, de nationale regeringen en de lokale autoriteiten dan het Oostzeegebied. We hebben een betere strategie nodig om het milieu te redden, om de visserij te redden en om een duurzame en effectieve ontwikkeling van het zeetransport te bereiken in goede samenwerking met het landtransport.

De Oostzee is een van de meest verontreinigende zeeën ter wereld en de Commissie moet daarom een specifieke EU-strategie ontwikkelen voor het Oostzeegebied. Wat betreft de havens moeten we, als we het zeetransport willen ontwikkelen, ons richten op het bouwen en uitbreiden van havens en havengebieden en op weg- en treinverbindingen met de havens. Daarom moet de nieuwe EU-strategie een havenstrategie omvatten die de havens de mogelijkheid geeft zich te ontwikkelen om gelijke tred te houden met de ontwikkeling van de markt en de vraag. We moeten ervoor zorgen dat andere EU-wetgeving en de interpretatie ervan de havens niet remmen in hun ontwikkeling.

 
  
MPphoto
 
 

  Marian-Jean Marinescu (PPE-DE). – Aderarea României şi a Bulgariei a adus Marea Neagră la graniţa Uniunii Europene, creând astfel oportunitatea dezvoltării unei politici maritime care să cuprindă toate mările şi oceanele ce înconjoară Europa.

Marea Neagră şi Marea Mediterană reprezintă două zone de maximă importanţă pentru politica de vecinătate a Uniunii. Dezvoltarea portuară, comerţul, industria costieră, cercetarea, pescuitul şi turismul sunt elemente integrate atât politicii de vecinătate cât şi celei maritime. Reţelele de transport maritim, politicile regionale de mediu şi canalele de transport pentru resurse energetice sunt, de asemenea, incluse în planurile de acţiune ale ambelor politici. Politica maritimă europeană va veni în sprijinul politicii de vecinătate, catalizând şi complementând acţiunile acesteia.

Politica maritimă trebuie să iniţieze şi să aplice măsuri în cadrul subiectelor menţionate pentru asigura o dezvoltare convergentă atât a statelor membre cât şi a statelor riverane incluse în politica de vecinătate. O politică maritimă europeană viabilă trebuie să asigure cooperarea între statele vecine şi între acestea şi Uniune, şi să aibă capacitatea de a dirija problematicele din cadrul structurilor regionale a căror activitate s-a dovedit utilă până în prezent. O dovadă în acest sens este şi asumarea de către Uniunea Europeană a statutului de observator în cadrul BS.

Elaborarea unei politici maritime trebuie să aibă în vedere specificul fiecărei zone, ca de exemplu problema traficului de orice natură şi optimizarea tranzitului de produse energetice în cazul Mării Negre sau fenomenul migraţiei în cazul Mării Mediterane.

Acţiunile deja preconizate de către Comisie, precum comunicarea referitoare la sinergia Mării Negre trebuie sa reprezinte puncte de referinţă în consolidarea viitoarei politici maritime comune europene. Marea nu este o barieră ci o punte de legătură pentru consolidarea căreia trebuie făcut un efort comun de cunoaştere reciprocă şi solidaritate cu posibilităţi reale de implicare europeană în procesele de democratizare şi de dezvoltare ale statelor riverane.

 
  
MPphoto
 
 

  Matthias Groote (PSE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, allereerst zou ik de rapporteur, Willi Piecyk, willen bedanken voor zijn uitstekende verslag.

Ik wil graag kort op twee punten ingaan en wel ten eerste op de energie, waarvan de zee een oneindige bron is. Met name moet in deze context de windenergie worden genoemd, die een groot potentieel biedt, en dat moeten we benutten. Hoe kunnen we dat doen? We moeten in Europa zorgen voor goede stimulansen, zodat beleggers het risico durven te lopen om in windenergie op zee te investeren. Daarvoor is coördinatie nodig. Daarom ben ik heel blij dat we de Commissie in ons verslag vragen om een actieplan voor windenergie voor te leggen. Met dat plan kunnen we er bovendien voor zorgen dat in 2020 twintig procent van de vraag naar primaire energie wordt gedekt door hernieuwbare energiebronnen, zoals we tijdens de Lentetop hebben besloten.

Ik ben ook blij dat we in het verslag zeggen dat er een intelligente netwerkinfrastructuur moet komen. Dat is de enige manier om ervoor te zorgen dat we voor 2020 de offshorecapaciteit van vijftig gigawatt halen, die in het verslag wordt voorgesteld.

Mijn tweede punt houdt verband met de klimaatverandering en de scheepvaart. De klimaatverandering zal aanzienlijke gevolgen hebben voor de zeeën en de oceanen. Daarom moet de emissiehandel ook gelden voor het vervoer over het water. Op dit moment vindt in het Parlement de eerste lezing plaats van de legislatieve procedure voor de opname van de luchtvaart in dit stelsel. De scheepvaart veroorzaakt echter veel meer emissies van broeikasgassen dan de luchtvaart, en daarom sta ik achter de eis van de rapporteur om het stelsel van de handel in emissierechten ook toe te passen op de scheepvaart.

 
  
MPphoto
 
 

  Francesco Musotto (PPE-DE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer Borg, dames en heren, dit is de eerste keer dat het Parlement zich met een globale visie buigt over het vraagstuk van de Europese zeeën, oceanen, kustgebieden en eilanden. Dit is een buitengewone rijkdom voor Europa: wij bezitten circa 68 000 kilometer aan kustgebieden, tweekeer zoveel als de Verenigde Staten en driekeer zoveel als Rusland. Het gaat hier om een dimensie en problematiek die in het verleden verwaarloosd zijn. Het Groenboek is wat dat betreft een kentering en gaat de richting uit van een nieuw zeebeleid, gebaseerd op dit enorme erfgoed, dat unieke en nog onverkende mogelijkheden bezit.

In die zin levert het verslag-Piecyk een belangrijke bijdrage, waarvoor ik hulde breng aan mijn collega. Met name kan ik me vinden in de aandacht die het verslag besteedt aan milieuaspecten. De kusten zijn namelijk bijzonder kwetsbare gebieden. Het effect van klimaatveranderingen en intensieve uitbuiting van de hulpbronnen komt daar het hardst aan. Gezien die precaire situatie is het zaak een aanpak te kiezen die op respect en bescherming is gebaseerd, om ervoor te zorgen dat de zee een middel van bestaan blijft voor de bevolking in de kustgebieden. Het verslag-Piecyk dient naar mijn mening aangevuld te worden met verdere voorstellen, in de vorm van amendementen, die de draagwijdte van dit belangrijke initiatief nader verduidelijken.

Allereerst zou een Europees zeebeleid de nodige middelen ter beschikking moeten krijgen, net zoals dat voor elk ander beleid opgaat. Daarom moet tijdens de bespreking van het volgende financiële kader rekening worden gehouden met de doelstellingen die het Groenboek over de zee heeft afgebakend. Op dezelfde manier verdient het aanbeveling om de commissaris voor maritieme zaken aan te laten blijven en zijn portefeuille niet te beperken tot alleen maar visserijzaken.

Ten slotte dient er speciale aandacht te worden besteed aan de eilanden, die vanwege hun aantrekkingskracht en hun natuurlijke gesteldheid qua duurzaamheid en concurrentievermogen een kostbare bron voor het Europese zeebeleid vormen.

 
  
MPphoto
 
 

  Riitta Myller (PSE). - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de zee wordt bedreigd door menselijke activiteiten op het land en op zee. De meeste CO2 die de zeewateren opwarmen en verzuren, wordt gevormd op het land, maar een steeds groter deel ontstaat in het toenemende zeeverkeer zelf. Beide problemen moeten worden aangepakt.

Zeeverkeer moet worden betrokken bij internationale klimaatovereenkomsten en de emissiehandel. De opwarming van de zeewateren door klimaatverandering zal onvoorziene gevolgen hebben voor de ecosystemen in de hele wereld. Meer dan 80 procent van de opwarming van het klimaatsysteem wordt immers in de zeeën opgeslagen.

Sinds 1961 heeft de opwarming van de oceanen een diepte van 3 000 meter bereikt. Dit verandert de mariene ecologie en de ecologische diversiteit van de zeeën. Sommige soorten, zoals koralen, dreigen te verdwijnen, terwijl andere, de zogeheten binnendringende vreemde soorten, te talrijk worden.

De Oostzee is de kwetsbaarste zee ter wereld. Wij moeten ons voorbereiden om het gevaar van het toenemende zeeverkeer, zoals olietransporten, het hoofd te kunnen bieden en het scheepsverkeer moet zo veilig mogelijk zijn. Waarschuwingssystemen en bestrijdingsmaatregelen moeten overal goed functioneren.

 
  
MPphoto
 
 

  David Casa (PPE-DE). – (MT) Dank u, mevrouw de Voorzitter. Europa houdt zich momenteel bezig met een nieuwe visie op onze zeeën, die ongetwijfeld veel potentieel hebben. We zijn het er allemaal wel over eens dat de zee van vitaal belang is voor de Europese Unie en in de loop der jaren is de zee een belangrijk onderwerp van politiek debat geworden. Het hoeft geen betoog dat dit soort besprekingen essentieel zijn voor een meer holistische benadering van onze visie op de zeeën en oceanen.

De betrokken commissarissen, met name de Maltese commissaris, de heer Borg, hebben een document opgesteld over de toekomst van het communautaire zeebeleid. De publicatie van dit Groenboek was aanleiding voor uitgebreid overleg over de vooruitzichten voor een geslaagd maritiem beleid, dat was vastgesteld door de Commissie. Het doel was afspraken te maken over hoe het maritiem beleid kon worden uitgevoerd en tegelijkertijd te zorgen voor blijvende synergie tussen de diverse sectoren. Het nieuwe maritieme beleid zal bijdragen tot een verbetering van de levensstandaard in de landen aan de kust, terwijl het beleid voor regionale ontwikkeling erin weerspiegeld zal zijn. Een dergelijk beleid komt zowel het concurrentievermogen als het milieu ten goede, en biedt een antwoord op uitdagingen zoals immigratie en klimaatverandering. Wij kunnen, ja, moeten erop toezien dat voor deze kwesties een adequate oplossing wordt gevonden.

De verwachtingen zijn hooggespannen maar we moeten niet vergeten dat de kansen om die uitdagingen aan te gaan, al even groot zijn. Ik wil afsluiten met een oproep aan alle Europeanen om deze kans te grijpen en met de opmerking dat voortgang onlosmakelijk verbonden is met samenwerking op Europees niveau. De toekomst van Europa is ondenkbaar zonder onze zeeën. Een en ander vraagt om samenwerking op een ander niveau, en ik geloof dat we daarmee alleen maar beter af zijn. Dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Jamila Madeira (PSE). – (PT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik dank de heer Piecyk hartelijk voor zijn verslag. Zoals in het verslag wordt gesteld, beantwoordt het huidige sectorale en geïsoleerde beleid niet aan de uitdagingen van deze nieuwe eeuw voor een maritiem beleid en dienen we de Europese Unie toe te rusten met een geïntegreerde visie die allesomvattende oplossingen aanbiedt. Oplossingen voor de ontwikkeling van de kwaliteit van het bestaan in de kustgebieden, het creëren van infrastructuur in de vervoerssector en de ontwikkeling van die sector, het behoud van de zeebodem en de mariene hulpbronnen, het creëren van partnerschappen en excellentiecentra ten behoeve van het duurzaam beheer van de oceanen en zeeën van de Unie van 27. De zeeën dienen op een gemeenschappelijke en gedeelde wijze beschermd en opgewaardeerd te worden. Wij moeten duurzaam toerisme, een evenwichtig visserijbeleid, milieuvriendelijker zeevervoer en een bewust en doeltreffend behoud van dit essentiële element, de zee, bevorderen en garanderen.

Klimaatverandering, vervuiling, verstedelijking van de kustgebieden, ongezuiverd afvalwater dat in onze zeeën geloosd wordt, zijn allemaal zaken die onze speciale aandacht moeten hebben. Wij moeten deze punten van zorg te lijf gaan met innovatie en nieuwe in de zee aanwezige energiebronnen als golfenergie en met het oprichten van excellentiecentra voor de studie van de oceanen.

Daarom moeten wij de zee, de zeecultuur en de educatie over de zee dichter bij de Europese burgers brengen om hen weer in contact te brengen met hun oorsprong. We dienen de eilandregio’s, die van nature verbonden zijn met de zee, te ontwikkelen en met spoed werk te maken van de samenhang tussen de maritieme elementen in de realiteit van de Europese continentale kustregio’s die bij uitstek en door traditie ...

(Spreekster wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  Margie Sudre (PPE-DE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, de ultraperifere gebieden worden in het Groenboek meerdere malen genoemd, maar zij blijven sterk onderbelicht bij de algemene overwegingen ten aanzien van een geïntegreerde opzet voor het zeebeleid, ondanks hun geografische situatie in de Indische Oceaan, de Atlantische Oceaan en de Caribische Zee en in weerwil van het feit dat deze regio’s het meeste te maken hebben met het duurzame beheer van de zeeën, van de oceanen en van de kustgebieden. Daarom vormt de oprichting van een onderzoeksnetwerk betreffende de biodiversiteit in tropische zeeën, Net-Biome, dat gefinancierd wordt in het kader van het zesde kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling (KPOO) en waarbij de zeven ultraperifere gebieden (UPG’s) en enkele landen en gebieden overzee (LGO’s) betrokken zijn, een belangrijke stap voorwaarts op het gebied van het duurzame zeebeheer en van onderzoek naar en ontwikkeling van tropische zeeën.

De ultraperifere gebieden worden geconfronteerd met gevaren zoals tsoenami’s, orkanen en natuurlijk de klimaatverandering, die het mariene milieu en de zeebodem aantasten. U bent trouwens zelf het slachtoffer geworden van een van deze gevaren, commissaris, omdat u afgelopen maart moest afzien van een reis naar het eiland Réunion vanwege de orkaan Gamede. De ervaring van de ultraperifere gebieden met risicopreventie en vermindering van de kwetsbaarheid van de kustgebieden moet grote meerwaarde geven aan onze gemeenschappelijke overdenking. Bovendien speelt het evenwicht tussen toerisme en behoud van het mariene milieu in de ultraperifere gebieden meer dan elders een rol zodat deze sector een bijdrage kan leveren aan de duurzame ontwikkeling van deze gebieden, waar het toerisme een van de grootste inkomstenbronnen is.

Tot slot is de coherentie tussen de verschillende Europese beleidsterreinen op het gebied van de visserij in het geding omdat onze regio’s de veiligheid op zee moeten verhogen en banen in de visserij aantrekkelijker moeten maken, terwijl het bestaande beleid erop is gericht het vermogen van de schepen en hun aantal te beperken, ook in onze regio’s waar dit gezien de omvang van de bestanden niet gerechtvaardigd is.

Ik hoop dat deze overdenking zal leiden tot een consistent algemeen Europees maritiem beleid, waarin de ultraperifere gebieden een speciale rol krijgen toebedeeld, die recht doet aan hun diepgaande kennis van de zee. Tot slot wil ik Willi Piecyk bedanken voor het werk dat hij heeft verzet.

 
  
  

VOORZITTER: MANUEL ANTÓNIO DOS SANTOS
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Howitt (PSE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik juich het Groenboek van de Commissie toe en houd vandaag een pleidooi om mijn eigen regio, Oost-Engeland, als gastregio voor het voorgestelde Europese excellentiecentrum in het Verenigd Koninkrijk aan te wijzen. Met een zevenhonderd kilometer lange lage kustlijn, grote havens bij Great Yarmouth, Ipswich, Felixstowe, Harwich en Tilbury en landschapsreservaten in Noord-Norfolk en aan de monding van de Stour en de Orwell is het voor ons een praktische ambitie, en geen theoretische, om een betere relatie tussen mensen en de zee tot stand te brengen.

We moeten voortbouwen op het door de EU gefinancierde centrum ter bevordering van duurzame energie in Lowestoft, dat dit jaar wordt geopend. De capaciteit die mijn regio biedt op het gebied van offshorewindenergie, kan voorzien in 25 procent van de elektriciteitsbehoefte van het Verenigd Koninkrijk en een belangrijke bijdrage leveren aan de Europese doelstellingen voor het terugdringen van de uitstoot van kooldioxide. Gezien de stijging van de zeespiegel - veertig centimeter tegen 2050 in het oosten van Engeland - moeten we erkennen dat de huidige plannen voor de bescherming van de kust tegen erosie en overstromingen voor onze regio en voor Europa slechts een lapmiddel zijn. In 1953 kwamen in East-Anglia ten gevolge van verwoestende overstromingen 307 mensen om het leven en nu zijn bijna een half miljoen huizen in gevaar. We moeten meer doen.

Tot slot nog dit: de maritieme strategie moet de economische ontwikkeling in maritieme regio’s ondersteunen. We gaan gebukt onder onze perifere ligging. In mijn regio behoren King’s Lynn, Clacton-on-Sea, Southend-on-Sea en Thurrock tot de 10 procent van plaatsen in het Verenigd Koninkrijk waar sprake is van meervoudige deprivatie. In het kader van havenontwikkeling, toerisme en regeneratie moeten we het concept van duurzame ontwikkeling verwezenlijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Rosa Miguélez Ramos (PSE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil om te beginnen Willi Piecyk bedanken voor het uitmuntende werk dat hij heeft verricht als rapporteur, want het is duidelijk dat het voor Europa van cruciaal belang is om een geïntegreerde en duurzame aanpak van het mariene beheer goed te keuren.

In het mariene milieu vinden activiteiten plaats die onmisbaar zijn om de doelstellingen van de Lissabonagenda te verwezenlijken, en de zee vertegenwoordigt ook andere waarden, die minder te maken hebben met handel, maar die te maken hebben met de diepgewortelde identiteit en cultuur van onze volken.

De visserij - en dat betreur ik - komt op een wat vage manier aan bod in dit Groenboek, ondanks dat het om een exclusieve bevoegdheid van de Commissie gaat en er een gemeenschappelijk visserijbeleid bestaat. Het economische belang ervan is niet alleen groot, maar de visserij is van fundamenteel belang voor het in stand houden van de werkgelegenheid en de cultuur in diverse Europese regio’s.

Ik ben ervan overtuigd dat deze sector een van de sectoren zal zijn die het meest zullen profiteren van een betere integratie met ander beleid dat betrekking heeft op de zee. Voorbeelden zijn betere opleidingen en betere leef- en werkomstandigheden voor zeelieden of de toename van de investeringen in onderzoek, dat onmisbaar is om de werking van de zeeën en oceanen te kunnen begrijpen.

Als Europeaan die afkomstig is uit Galicië, een maritieme regio, ben ik ervan overtuigd dat dit beleid een essentiële rol gaat spelen in de kustregio’s en hun steden en dorpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Emanuel Jardim Fernandes (PSE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen zou ik de heer Piecyk willen bedanken voor zijn uitstekende verslag maar ook voor zijn bereidheid open te staan voor bijdragen – en die over te nemen – teneinde het Europese maritieme beleid te verduidelijken, het toepassingsgebied ervan te verbreden en er een nieuwe doeltreffendheid aan te geven.

Ik kom uit een maritieme en ultraperifere eilandregio en met mijn bijdragen beoogde ik op adequate wijze garanties te geven voor de erkenning van het belang van de UPR’s bij het definiëren en de doeltreffende tenuitvoerlegging van het maritieme beleid gezien hun geografische ligging en hun omvangrijke kennis over de oceanen en zeeën. Daaruit zou een deling van de verantwoordelijkheid tussen de Europese Unie en de UPR’s moeten voortvloeien. Beter beheer en duurzame exploitatie van de mariene hulpbronnen, opwaardering van de kustgebieden via een zorgvuldige organisatie van de kuststrook en specifieke maatregelen gericht op de ontwikkeling van een verbreed kustbeleid, steun aan milieuvriendelijk zeevervoer – met inbegrip van de ontwikkeling van een efficiënte Europese havenstrategie die afgestemd is op de kenmerken van de Europese kustgebieden –, steun voor onderzoek naar de zee – met name op het vlak van geneeskunde, energie en mariene hulpbronnen in het algemeen –, bevordering van sociale rechten – waarbij rekening wordt gehouden met de normen van de Internationale Arbeidsorganisatie – teneinde die goed zichtbaar te maken en tot slot beroepsopleiding in de maritieme sector – zowel voor degenen die op zee als voor degenen die aan land werken – en de garantie dat er naar behoren rekening gehouden wordt met het toerisme als een van de belangrijkste economische activiteiten die verbonden zijn met de zeeën en oceanen.

 
  
MPphoto
 
 

  Karin Jöns (PSE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ook ik zou Willi Piecyk van harte willen bedanken voor zijn werkelijk uitstekende verslag.

Ik kom uit een regio met een sterke maritieme traditie. De overbevissing van de zee en het faillissement van meerdere werven heeft in bepaalde gebieden geleid tot een werkloosheid van twintig procent. De scheepsbouw is echter weer op gang gekomen. In plaats van visverwerking is het motto nu biotechnologie. Er komen steeds meer offshorewindparken. Klimaatonderzoek krijgt alle aandacht. Dat hebben we te danken aan hoge investeringen in onderzoek en innovatie, maar ook in opleiding. We moeten meer doen voor de opleiding van zeelieden teneinde hoogwaardige en duurzame banen te creëren. Het groeipotentieel alleen al in de komende vijf jaar wordt op ongeveer 15 procent geschat, en ik ben blij dat Willi Piecyk in zijn verslag hierop de nadruk legt, in tegenstelling tot de Commissie in haar Groenboek.

Tot slot doe ik een beroep op alle collega’s om in te stemmen met het amendement van mijn fractie waarin we eisen dat zeelieden geen tweederangs werknemers mogen blijven. Ook voor hen moeten de Europese minimumnormen van het arbeidsrecht van a tot z gelden.

 
  
MPphoto
 
 

  Joe Borg, lid van de Commissie. - (EN) Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, uit uw bijdragen hier vandaag blijkt wederom de betrokkenheid van het Parlement bij het maritiem beleid en het bewijst duidelijk dat de heer Piecyk voortreffelijk coördinerend werk heeft verricht.

U hebt in uw bijdragen een aantal punten naar voren gebracht die het duidelijk verdienen om verder te worden onderzocht en overwogen, met name met het oog op de voorbereiding voor de aanneming van het Blauwboek door de Commissie aanstaande oktober.

Laat ik vooropstellen dat onze inspanningen ten aanzien van het maritiem beleid erop gericht zijn om de bestaande mogelijkheden voor het duurzaam gebruik van onze oceanen en zeeën te ontsluiten. We kijken voor het eerst op een geïntegreerde en holistische manier naar deze maritieme ruimte en we streven ernaar om hierop voort te bouwen waar sprake is van een toegevoegde waarde. Ik onderstreep dat dit zeker geen oefening in het centraliseren van bevoegdheden is maar dat het de bedoeling is coördinatie te stimuleren en belanghebbenden er veel meer bij te betrekken dan nu het geval is.

Dit is zeer zeker het begin van het proces en niet het eind. Er zal gelegenheid zijn om onze standpunten over een aantal van de naar voren gebracht kwesties verder te ontwikkelen. Ik herhaal dat een maritiem beleid geen eenheidsworst kan zijn. Er zal naar behoren rekening moeten worden gehouden met de specificiteiten van de verschillende zeeën die de Europese Unie omgeven.

Ik wil kort stilstaan bij de regionale aspecten. We beschouwen de regionale dimensie bij onze oefening duidelijk als de sleutelfactor en de ultraperifere dimensie staat daarbij onmiskenbaar centraal. Ik verzeker u dat degenen die er op regionaal niveau en wat betreft regionale maatregelen bij betrokken zijn, bij onze verdere inspanningen inzake deze kwestie een steunpilaar van ons beleid zullen blijven.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Het debat is gesloten.

De stemming vindt woensdag plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Viorica-Pompilia-Georgeta Moisuc (ITS), în scris. Raportul domnului Willi Piecyk din Comisia pentru transport si turism abordează un ansamblu de probleme de cea mai mare actualitate privitor la stabilirea unor reguli şi percepte general valabile pentru statele membre ale U.E. în vederea protejării şi exploatării raţionale a apelor mărilor şi oceanelor.

Mă voi referi la unele chestiuni legate de specificul situaţiei la Marea Neagră, mare de frontieră externă a Uniunii, şi anume: după căderea regimului comunist în România, dezvoltarea turismului pe litoralul de vest al Mării Negre a atras o creştere îngrijorătoare a poluării apelor mării din cauza nenumăratelor restaurante deschise chiar pe plajă, restaurante care deversează în mare reziduurile de tot felul; în acelaşi timp plaja s-a îngustat foarte mult din cauza acestor stabilimente.

Poluarea Marii Negre este datorată în bună măsură şi exploatării neraţionale a Deltei Dunării - al doilea fluviu ca mărime în Europa după Volga. Asupra echilibrului biologic al Deltei, asupra faunei şi florei unice în Europa, are un puternic impact negativ construirea de către Ucraina a canalului Bâstroe - acţiune împotriva căreia s-au pronunţat specialişti din toată lumea.

Pentru aceste motive, la care se pot adăuga multe altele, considerăm că propunerile făcute de raportor şi în special construirea unei politici europene maritime unice pe baza prevederilor din Cartea Verde sunt bine venite şi le susţinem în întregime.

 
  
MPphoto
 
 

  Dominique Vlasto (PPE-DE), schriftelijk. (FR) Met dit verslag kunnen wij duidelijk de potentiële voordelen zien die de Europese Unie (EU) zou kunnen trekken uit een sterker geïntegreerd maritiem beleid, dat gefragmenteerde en specifieke maatregelen zou vervangen door consistentere voorstellen. De Commissie is hier in haar Groenboek nauwelijks in geslaagd, maar laten we eerlijk zijn dat we haar niet bepaald helpen met dit te lange en onvoldoende gestructureerde verslag.

Ik wil wijzen op vier belangrijke uitdagingen die wij moeten aangaan: het combineren van economische groei met milieubehoud, inclusief de veiligheid op zee en de mariene biodiversiteit, kustplanning tot een succes maken om de activiteiten van haven- en woongebieden op economisch en natuurgebied met elkaar te combineren, de ontwikkeling van een traditionele economie naar nieuwe sectoren met grote meerwaarde, zoals mariene biotechnologie en nieuwe energiebronnen, en het invoeren van efficiënt bestuur, de grote politieke en bestuurlijke uitdaging waarvan het welslagen van dit geheel afhankelijk is.

Er bestaat zeker een echt ontwikkelingspotentieel voor mariene activiteiten, die thans 3 tot 5 procent genereren van het bruto binnenlands product (bbp) van Europa, maar het benutten hiervan zal moeilijk worden en vergt een efficiënte coördinatie.

In dit verslag vervult de EU een pioniersrol en toont zij haar ambities. We hoeven alleen nog maar de middelen te vinden om vanuit deze visie een geïntegreerd beleid te ontwikkelen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid