De Voorzitter. Het doet mij zeer veel genoegen de fungerend voorzitter van de Raad, de Portugese minister-president, José Sócrates, in het Europees Parlement welkom te mogen heten.
(Applaus)
Zoals altijd is het ook een plezier om de voorzitter van de Commissie, José Manuel Durão Barroso, in ons midden te hebben.
(Applaus)
Zoals u uit de namen kunt afleiden, is dit een zeer speciale opstelling. Portugal vervult een centrale rol in de Europese Unie. Met groot genoegen verzoek ik de fungerend voorzitter van de Europese Raad, minister-president José Sócrates, het woord te nemen.
José Sócrates, fungerend voorzitter van de Raad. (PT) Mijnheer de Voorzitter (mijn waarde Hans-Gert Poettering), mijnheer de voorzitter van de Europese Commissie (mijn waarde José Manuel Durão Barroso), dames en heren afgevaardigden, bij het begin van het Portugese voorzitterschap wil ik ten overstaan van de wettige vertegenwoordigers van de Europese burgers het motto voor dit voorzitterschap herhalen: een sterker Europa voor een betere wereld.
We hebben een duidelijke verplichting op ons genomen: we zullen alles doen om de periode van twijfel en onzekerheid over de koers van het Europese project te boven te komen. En we willen hier, in het hart van de Europese democratie, u allen, geachte afgevaardigden, vragen ons te vergezellen op weg naar dit gemeenschappelijke doel.
Het is bekend dat Portugal niet hoort bij de grondleggers van de Europese Gemeenschap. Maar toen in 1974 na een autoritair regime van achtenveertig jaar de democratie terugkwam in ons land, was ons voornaamste doel het lidmaatschap van, destijds, de Europese Gemeenschap. Dat doel hebben we bereikt in 1986. Nu we voor de derde keer het voorzitterschap van de Ministerraad van de Unie bekleden, wil ik tegenover u bevestigen dat de Portugese regering zich vastberaden zal inzetten voor de verdediging en verdieping van de waarden van vrede, vrijheid, solidariteit en welvaart die de inspiratie hebben gevormd voor de grondleggers in 1957. Dit zijn waarden die we met zijn allen, thans 27 lidstaten en bijna 500 miljoen burgers, afgelopen maart in Berlijn nog eens bekrachtigd hebben.
Ik heb er alle vertrouwen in, geachte afgevaardigden, dat wij dit halfjaar de impasses en blokkades die het Europese project al te lang in de weg staan weten te doorbreken. Het voorbeeld van het project voor Europese integratie motiveert vele volkeren en vele landen in verschillende delen van de wereld. Zij zijn de eersten die de Europese Unie vragen een actievere rol te spelen op het wereldtoneel en zij zien onze aarzelingen met onbegrip aan.
Ik heb het Europese project altijd beschouwd als een van meest vitale en nobele politieke projecten van onze tijd, en ik zal dat blijven doen. De opbouw van Europa is belangrijk voor de Europese economie, voor de bevordering van de Europese waarden en voor de Europese burgers. Maar de opbouw van Europa is even belangrijk als we het hoofd willen bieden aan de mondiale uitdagingen, willen profiteren van de mogelijkheden van deze tijd van verandering en een stabielere, meer rechtvaardige en meer ontwikkelde wereld willen opbouwen. Niet alleen de Europese volken hebben een sterk Europa nodig. Ook de wereld heeft een Europa nodig met meer invloed dan ooit.
Mijnheer de Voorzitter, geachte afgevaardigden, ik denk dat u het met me eens bent als ik zeg dat het succes van een voorzitterschap altijd afhankelijk is van de duidelijkheid van zijn programma. Voor ons liggen de prioriteiten voor de komende zes maanden duidelijk vast: hervorming van de verdragen, modernisering van de Europese economieën en maatschappijen en versterking van de rol van Europa in de wereld.
Het is duidelijk dat onze voornaamste uitdaging ligt in de hervatting van het proces van hervorming van de Verdragen, met als basis het mandaat dat we op ons hebben genomen tijdens de meest recente Europese Raad. Graag wil ik hier nog eens de verdienste benadrukken van de strategie en de onderhandelingen die zijn gevoerd door de Duitse kanselier Angela Merkel, die wij de afgelopen zes maanden altijd hebben gesteund. Ook wil ik graag mijn dank uitspreken voor het duidelijke standpunt dat het Parlement heeft ingenomen in de resolutie op basis van het verslag-Barón Crespo-Brok, in die zin dat er een overeenkomst is gevonden tussen de lidstaten die de essentie van een streven naar een grondwettelijk verdrag handhaaft maar tegelijkertijd rekening houdt met de afwijzende signalen van de referenda uit Frankrijk en Nederland.
De vooruitgang die we hebben geboekt bij de laatste Europese Raad is ook mogelijk gemaakt door de impulsen van het Europees Parlement, dat in deze materie altijd een stevige, coherente en constructieve positie heeft ingenomen, en altijd heeft geweigerd zich bij de impasse van destijds neer te leggen.
Het akkoord dat we hebben bereikt tijdens de Europese Raad van 21 en 22 juni is vertaald in een duidelijk omschreven mandaat zoals Portugal dat altijd heeft gewild. Nu hebben we de omstandigheden waaronder we vooruit kunnen.
Maar ik wil het Parlement er nog eens op wijzen dat ik op één punt niet twijfel: het doorslaggevende moment in oktober 2006 toen de regeringsleiders van de drie landen – Duitsland, Portugal en Slovenië – die het trio van voorzitterschappen zouden vormen, overeenkwamen als eerste prioriteit de oplossing van de institutionele impasse op te nemen in hun gezamenlijk programma. Destijds, in oktober 2006, geloofden weinigen dat dat mogelijk zou zijn. Maar in werkelijkheid ligt die doelstelling nu binnen ons bereik.
We pakken die taak dus nu met vertrouwen aan. En we moeten die ook afmaken door het mandaat om te zetten in een nieuw verdrag. Ik weet dat ons moeilijke en veeleisende onderhandelingen en overleg te wachten staan. Ik ben natuurlijk voorbereid op de problemen die zich altijd voordoen, vooral in de laatste fases van de onderhandelingen. Ik weet ook dat we het kunnen. Eén ding is voor mij volstrekt duidelijk: onze opdracht is niet het veranderen van het mandaat, onze opdracht is de omzetting van het mandaat in een verdrag.
Het mandaat is trouwens heel duidelijk; duidelijk in wat het zegt over wat er uit het vorige grondwettelijk verdrag moet verdwijnen, duidelijk over wat er moet worden overgenomen in het Hervormingsverdrag, duidelijk over wat er in innovatieve zin moet worden toegevoegd aan het Verdrag van Nice.
En het beste is, dames en heren, te profiteren van het politiek momentum. We moeten snel handelen. Daarom heb ik besloten de Intergouvernementele Conferentie bijeen te roepen op 23 juli aanstaande, tijdens de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van de Europese Unie. Op die 23ste zullen we een Verdragvoorstel publiceren op basis van de gedetailleerde instructies uit het mandaat.
In dezelfde week zullen wij bijeenkomsten met juristen organiseren om de tekst te analyseren en eventuele knelpunten vast te stellen. Tijdens de informele bijeenkomst van ministers van Buitenlandse Zaken op 7 en 8 september zullen we de stand van zaken opnemen. Het ligt in de bedoeling een akkoord over het verdrag te presenteren tijdens de informele Europese raad op 18 en 19 oktober in Lissabon. Dat is het doel waarnaar wij streven en ik denk dat u het allen met me eens bent als ik zeg dat dit tijdschema het beste overeenkomt met de geest en de wil van alle Europese instellingen en tevens het belang van de Unie het beste dient.
Om dit doel te bereiken reken ik op het Europees Parlement. Om die reden heb ik trouwens ook bepleit dat het Europees Parlement zich bij de Intergouvernementele Conferentie niet langer laat vertegenwoordigen door twee, maar door drie personen; op die manier kunnen we een sterkere vertegenwoordiging van dit Huis garanderen.
Om dezelfde reden zal ik ook voorstellen dat het Europees Parlement bij elke vergadering van de Intergouvernementele Conferentie op het niveau van regeringsleiders wordt vertegenwoordigd door zijn Voorzitter.
Ik weet dat ik kan rekenen op de steun van alle instellingen. Ik dank de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank voor de snelle beschikbaarstelling van hun adviezen.
En ik dank het Europees Parlement voor de moeite die het gedaan heeft om ook zijn advies vandaag goedgekeurd te krijgen, waardoor aan de voorwaarden voor de opening van de Intergouvernementele Conferentie nog deze maand is voldaan.
Ik reken ook op de wil en de inzet van alle lidstaten. Dit is een moment van convergentie waarbij alle instellingen samenkomen om een snelle beslissing te nemen over het verdrag waarmee een duidelijk signaal wordt afgegeven dat Europa met vertrouwen en vastberadenheid zijn project vooruit helpt.
Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de hervorming van het verdrag is slechts een deel van de taken waarvoor de Unie zich de komende zes maanden geplaatst ziet; ik wil u graag nog een paar minuten spreken over enkele interne aangelegenheden van groot belang. Behalve de institutionele kwesties willen de Europese burgers antwoorden op vragen die hen direct aangaan in hun dagelijks leven, en waardoor zij erkennen dat Europa concrete resultaten moet boeken die verschil maken en die bijdragen tot de verbetering van hun levensomstandigheden. En het lijdt geen twijfel dat Europa meer moet investeren in modernisering.
Iets meer dan zeven jaar geleden kwam de toenmalige premier van Portugal, António Guterres, naar dit Huis om u de strategie van Lissabon voor te stellen, die tot nu toe de routekaart is geweest voor de modernisering van de Europese economie en maatschappij.
Het is dus met bijzondere voldoening dat ik u nu kan zeggen dat de strategie van Lissabon opnieuw centraal zal staan. De strategie die in 2000 is vastgelegd, met als doel het concurrentievermogen en de sociale cohesie te versterken door in te zetten op kennis en innovatie, blijft de juiste weg en heeft nog steeds de steun van de voornaamste Europese politieke krachten.
Wij gaan een actieve bijdrage leveren aan een nieuwe cyclus in de strategie van Lissabon die moet worden goedgekeurd in het voorjaar van 2008 tijdens het Sloveense voorzitterschap. Maar we zullen deze nieuwe cyclus voorbereiden met aandacht voor het evenwicht tussen de drie componenten van die agenda: de economische, de sociale en de milieucomponent.
Door de herziening van de interne markt kunnen we de nadruk leggen op het concurrentievermogen van de ondernemingen, op de opening van markten en op de eliminatie van de contextkosten, maar ook op de rol die de culturele industrie kan spelen in de zin van scheppen van werkgelegenheid, economische groei en innovatie.
Het komende halfjaar zal ook bijzonder relevant zijn voor wat betreft de opties van het energie- en milieubeleid, en op dat gebied kan de doelstelling van Europa er maar één zijn: het leiderschap op milieugebied handhaven, in het bijzonder in de strijd tegen de klimaatverandering.
Natuurlijk zullen we doelstellingen nakomen ter bevordering van het debat over een technologisch plan van aanpak op het gebied van energie en milieu, waarbij we ook de rol van biobrandstoffen willen benadrukken, in het bijzonder in het kader van de relatie die ontstaan is uit de eerste top tussen de Brazilië en de Europese Unie.
We willen aan de sociale dimensie van de strategie van Lissabon de zichtbaarheid en de relevantie meegeven die ze verdient. Bij het verstrijken van tien jaar sinds de start van de “Europese werkgelegenheidsstrategie”, lijkt het ons essentieel het debat te bevorderen over de beste manier om de coördinatie van werkgelegenheidsbeleid te bevorderen teneinde het scheppen van duurzame arbeidsplaatsen in het kader van de wereldwijde concurrentie een impuls te geven. Deze aanpak van het Portugese voorzitterschap zal nauw verweven zijn met de opleiding van arbeidskrachten, het combineren van werk en gezin en de strijd tegen de armoede en de sociale uitsluiting.
Het Europees sociaal model, divers als het is, vereist een gemeenschappelijke bezinning op de houdbaarheid van de pensioenvoorzieningen, maar ook op de noodzakelijke hervormingen op de arbeidsmarkten en de systemen van bescherming tegen sociale risico's. In dit verband moet het debat over de zogenaamde "flexizekerheid" zich richten op het zoeken naar geïntegreerde en evenwichtige oplossingen, een praktische vertaling naar algemene en gemeenschappelijk principes op Europees niveau die rekening houdt met de diverse maatschappelijke realiteiten in de lidstaten van de Unie.
Dames en heren, een van de structurele waarden voor het Europees project ligt op het raakvlak van vrijheid en veiligheid. In dit verband zal de versterking van politiële en justitiële samenwerking in de strijd tegen het terrorisme en de misdaad een prioriteit van dit voorzitterschap zijn.
Terrorisme blijft een van de grootste bedreigingen van internationale vrede en veiligheid. Maar democratieën zijn niet bang voor terrorisme en weten hoe ze die dreiging het hoofd moeten bieden. Een goed voorbeeld daarvan werd vorige week gegeven door de Britse regering, en ik wil haar namens alle landen van de Unie onze solidariteit betuigen.
De strijd tegen het terrorisme moet daarom een gemeenschappelijke doelstelling voor alle lidstaten blijven. Want alleen door Europese samenwerking kunnen we het terrorisme voorkomen, ons ertegen beschermen en het vervolgen.
Het Portugese voorzitterschap zal werken aan de uitvoering van de lopende initiatieven in het kader van de EU-strategie tegen het terrorisme en van het actieplan ter bestrijding van terrorisme. Daarnaast zal het zich blijven wijden aan de tenuitvoerlegging van de strategie tegen de radicalisering en het rekruteren van terroristen, een strategie die de komende zes maanden opnieuw zal worden beoordeeld.
Wij vinden daarom dat de heer De Vries snel vervangen moet worden en dat er duidelijkheid moet komen over de middelen en het mandaat zodat zijn opvolger de taken doeltreffend kan vervullen.
Dames er heren, er is geen vrijheid zonder veiligheid. Dat leert ons de geschiedenis. Daarom is het veiligheidsbeleid van de Unie ook essentieel om de open en tolerante aard van de Europese maatschappijen te bewaren.
Ik wil dan ook niet verhelen dat ik er trots op ben dat Portugal het initiatief heeft genomen tot SIS-ONE4ALL dat bovendien ook nog eens door een Portugees bedrijf is opgezet de technologische oplossing waardoor nieuwe lidstaten volledig tot het Schengengebied kunnen toetreden en de grenzen met deze landen tegen het einde van het Portugese voorzitterschap verdwenen kunnen zijn.
Op deze manier voldoen wij aan een van de grootste wensen van deze burgers: vrij verkeer van personen binnen het grondgebied van de Unie.
Dames en heren, ik zou ook een enkel woord willen wijden aan het immigratiebeleid. Wij zullen daar tijdens ons voorzitterschap bijzondere aandacht aan besteden. Europa is vandaag de dag een gebied waar miljoenen immigranten welkom zijn en die hier wonen, werken en hun kinderen opvoeden. Hun bijdrage is onontbeerlijk voor de Europese economische groei.
Daarom moeten wij een Europees immigratiebeleid opzetten dat is gebaseerd op bestrijding van clandestiene immigratie, maar ook op een politiek van opname en integratie van legale immigranten en op een effectieve samenwerking met de landen van herkomst, waardoor het mogelijk moet zijn de migratiestromen te reguleren met wederzijds voordeel.
Alleen een beleid dat doeltreffend is in het land van herkomst én het land van bestemming, een beleid dat zowel de oorzaken als gevolgen aanpakt, is opgewassen tegen de omvang van het verschijnsel en kan worden uitgevoerd op een wijze die verenigbaar is met onze waarden en verantwoordelijkheden.
Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de huidige internationale situatie schept bijzondere verantwoordelijkheden voor de Europese Unie, en ik wil het nu met u hebben over de agenda voor het buitenlands beleid van de Europese Unie tijdens het Portugese voorzitterschap. De Europese burgers eisen ondubbelzinnig dat wij een actieve internationale rol vervullen, gebaseerd op de waarden van internationaal recht, wederzijds respect, dialoog en overleg. Ook de internationale gemeenschap heeft niet mis te verstane verwachtingen met betrekking tot een betrokken en coherente rol van de Unie bij de grote internationale onderwerpen.
In het tweede halfjaar van 2007 moeten we besluiten nemen over delicate kwesties op de wereldagenda die geen uitstel dulden – de toekomst van Kosovo, het nucleaire dossier van Iran, de humanitaire crisis in Darfoer. Er staan bilaterale topontmoetingen op stapel die heel belangrijk zijn: met India, China, Rusland en Oekraïne. De betrekkingen met de Verenigde Staten binnen het kader dat is vastgesteld op de Top van Washington tijdens het Duitse voorzitterschap, zullen van zeer nabij worden gevolgd, wat in de lijn der verwachting ligt gezien het strategisch belang van deze betrekkingen.
Wij zullen in alle gevallen de met het voorzitterschap verbonden verantwoordelijkheden op ons nemen, in nauwe samenwerking met de hoge vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid, Javier Solana, en met de Europese Commissie.
Ik zou drie initiatieven naar voren willen halen waar wij zeer aan hechten en die het verdienen nader belicht te worden: de topconferentie met Brazilië, die inmiddels achter de rug is, ten tweede, de topconferentie met Afrika en ten slotte de Euromediterrane besprekingen.
In de eerste week van het voorzitterschap vond de top met Brazilië plaats, met als doel onze betrekkingen op alle terreinen naar een hoger niveau van wederzijds begrip en nauwere samenwerking te tillen. Dit initiatief is ons als Portugezen bijzonder lief, omdat we de taal en veel van onze cultuur en geschiedenis delen met Brazilië. We willen de politieke voorwaarden scheppen om, net zoals dit gebeurt met andere opkomende economische machten, ervoor te zorgen dat er in de toekomst een formele relatie tot stand komt waarvan beide partijen, Europa en Brazilië, kunnen profiteren. Op deze manier wordt ook bijgedragen aan een verdieping van de relatie die we met geheel Latijns-Amerika in het algemeen nastreven.
Nauwere banden met Brazilië zullen ook concrete resultaten opleveren bij het aangaan van de globale uitdagingen. Door de top van vorige week met president Lula da Silva hebben we mogelijkheden geschapen die we nu nader moeten onderzoeken bij de onderhandelingen van de Doharonde, en we zullen alles doen om de actie van de Europese Commissie in dezen te steunen. Ik behoor tot degenen die denken dat de onderhandelingen van de Doharonde een belangrijke rol spelen bij het in goede banen leiden van de globalisering en dat de afronding van de onderhandelingen positieve resultaten zal opleveren. Dit moet een van de prioriteiten van de Europese instellingen blijven.
De ministeriële Euromedbijeenkomsten maken deel uit van een serie onderhandelingen, het zogenaamde proces van Barcelona en het nieuwe nabuurschapsbeleid. Ze onderstrepen de waarde die we hechten aan het opnieuw starten van een politiek kerndebat met onze partners aan de zuidkant van de Middellandse zee. We delen dezelfde zorgen en we staan tegenover uitdagingen op het gebied van ontwikkeling en sociale cohesie die de groeiende onderlinge afhankelijkheid van de twee zijden van de Middellandse Zee beklemtonen, en we zijn ervan overtuigd dat we kunnen bijdragen aan het overwinnen van enkele obstakels op essentiële gebieden zoals het beheer van migratiestromen en de bijdrage die de volksverhuizingen kunnen leveren aan de ontwikkeling in de landen van herkomst, met de steun en de inspanning van de Europese landen en de relevante internationale instellingen.
Ten slotte willen we de tweede topconferentie tussen de Europese Unie en Afrika organiseren omdat we ook aan de basis hebben gestaan van de vorige top in 2000 in Caïro die, zoals u zich zult herinneren, plaatsvond onder Portugees voorzitterschap. Zonder enkele moeilijkheden te willen negeren die overwonnen moeten worden, zijn we er van overtuigd dat het niet valt te rechtvaardigen dat dit soort ontmoetingen op het hoogste niveau gedurende meer dan zeven jaar niet hebben plaatsgevonden gezien de nauwe historische banden tussen beide continenten en hun sterke onderlinge afhankelijkheid in de huidige wereld.
Portugal bevindt zich in een uitstekende positie om deze verantwoordelijkheid op zich te nemen en ze rekent daarbij op de bijdrage van de Afrikaanse Unie en alle Europese landen om van de top een moment te maken waarop de dialoog en de samenwerking op gebieden van het grootste gezamenlijk belang weer nieuw leven wordt ingeblazen. We aanvaarden dan ook de noodzaak om een nieuw strategisch partnerschap tussen de Europese Unie en Afrika te definiëren, met het oog op de doelstellingen van duurzame ontwikkeling, het garanderen van vrede, bestrijden van endemische ziekten en een evenwichtig partnerschap bij het beheer van migratiestromen tot wederzijds voordeel.
Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dit is onze agenda. Ik ben me ervan bewust dat we het voorzitterschap aanvaarden op een moment dat de internationale situatie gevoelig ligt, en dat we ambitieus zijn in het definiëren van onze eigen doelstellingen. We weten dat de voorzitterschappen alleen niet alle problemen kunnen oplossen die zich voordoen, maar we weten ook dat we verschil kunnen maken als we duidelijke doelstellingen op ons nemen, bescheidenheid tonen bij het nastreven ervan en de wil tonen om de nodige consensus te bevorderen.
Vele Europese filosofen kenmerken de wereld van vandaag met het voorvoegsel 'post'. Postdemocratisch, postmodern of postindustrieel, een 'post'-wereld. Maar in werkelijkheid betekent dit concept alleen maar het volgende: we leven in een wereld in beweging, in versnelde beweging en wat we zien gebeuren begrijpen we nog niet volledig.
Maar te midden van zoveel onzekerheden en ongewisheid weten we één ding: in een wereld in beweging is stilstaan de grootste fout. Dat is een fout die Europa niet kan en niet mag maken. Dit, dames en heren, is ons vaste voornemen: ervoor zorgen dat Europa niet blijft stilstaan, dat het Europees project voortgang boekt op de weg naar een betere wereld.
(Applaus)
De Voorzitter. Mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, dank u voor de presentatie van uw programma. Uit het applaus blijkt wel hoe goed het hier in het Europees Parlement is ontvangen. We willen u bovenal bedanken omdat u duidelijk hebt gemaakt dat het Europees Parlement op alle niveaus binnen de Intergouvernementele Conferentie vertegenwoordigd zal zijn. U hebt persoonlijk altijd steun gegeven aan die benadering, die garandeert dat het Europees Parlement zijn goedkeuring zal kunnen hechten aan het organiseren van een Intergouvernementele Conferentie. We verwachten als Europees Parlement ook veel van uw werk met het secretariaat-generaal van de Raad.
Ik wil nu graag de voorzitter van de Commissie, José Manuel Durão Barroso, uitnodigen het Parlement toe te spreken.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. (PT) Voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren, ik wil allereerst op een bijzondere wijze het begin van het Portugese voorzitterschap en de minister-president van Portugal begroeten. Het programma van het Portugese voorzitterschap is ambitieus en veeleisend, de Intergouvernementele Conferentie zal natuurlijk een belangrijke plaats opeisen, vooral tot aan de Europese Raad van oktober, maar het Portugese voorzitterschap beperkt zich niet tot de zo belangrijke kwestie van het Verdrag. De buitenlandse betrekkingen, met de organisatie van topconferenties met veel van onze partners, de vernieuwde agenda van Lissabon voor groei en werkgelegenheid, en de innovatie behoren tot de onderwerpen die veel aandacht vergen.
De Commissie heeft gisteren haar advies voor de Intergouvernementele Conferentie (IGC) goedgekeurd. Zoals ik al in dit Parlement heb gezegd, zal de IGC die binnenkort begint een heel ander karakter hebben dan vorige. Dankzij het eerder verrichte werk en vooral de inspanningen van het Duitse voorzitterschap, dankzij het feit dat we zo'n concrete vooruitgang hebben kunnen boeken, kunnen we zeggen dat de mate van detaillering van deze opdracht haar weerga niet kent. Er is nog nooit een IGC begonnen met een zo nauw omschreven opdracht. Weliswaar neemt dit mandaat op sommige punten de tekst van de IGC van 2004 over, maar op andere punten wordt een taal gebruikt die juridisch en technisch verder is uitgekristalliseerd. Als gevolg van dit niveau van nauwkeurigheid kunnen we nu zeggen dat de centrale vraag niet meer gaat over de politieke inhoud, want die is in wezen al opgelost tijdens de Europese Raad, maar wel over de mate waarin we trouw kunnen blijven aan de inhoud van het mandaat.
Daarom moeten we duidelijk zijn. Ik wil hier de positie van de Commissie duidelijk neerzetten: wij zullen het mandaat in zijn geheel verdedigen en wij vinden dat het niet opengebroken mag worden. Wat er op het spel staat, en de heer Sócrates heeft dat ook al gezegd, is het omzetten van het mandaat in een Verdrag, niet het maken van een nieuw mandaat. Het zou zeer negatief zijn, naar mijn idee zelfs onvoorstelbaar als we terugkwamen op iets waarover we het unaniem eens waren. Het zou een teken van groot wantrouwen zijn als we nu weer probeerden te onderhandelen over een mandaat dat de steun had van iedereen. Zonder vertrouwen in de waarde van de aanvaarde compromissen kunnen we geen sterk Europa opbouwen.
Het is ook waar dat, vanuit de Commissie bekeken, het mandaat ideaal noch perfect is; wij zouden op veel gebieden ambitieuzer zijn geweest. Maar het mandaat is voor niemand ideaal en zo werkt het Europees project al sinds mensenheugenis. Sinds 1957 is ons integratieproces altijd verlopen via politieke compromissen en niet via ideale oplossingen. Zo zal het ook nu weer zijn. Vergeet ook niet dat het akkoord dat bereikt is op het niveau van de Europese Raad moeilijk was en is gebaseerd op een delicaat politiek compromis. Het is onze verantwoordelijkheid aan dit compromis vast te houden tijdens de IGC en tot aan de laatste ratificatie.
De Commissie steunt van harte het voorstel van het Portugese voorzitterschap om spoedig een speciale, verkorte IGC te organiseren. Deze begint op 23 juli en als alles goed gaat, en we zullen van onze kant alles doen om dat te bevorderen, zal deze kunnen worden afgerond tijdens de informele Europese Raad in oktober. De Commissie behoudt zich echter het recht voor haar mening te uiten over standpunten en voorstellen van de regeringen van de lidstaten tijdens de IGC en wij zullen in het bijzonder waken over de vervulling van het mandaat. We vinden dat dat onze plicht is.
Voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren, we hebben het al gezegd: het Portugese voorzitterschap gaat verder dan deze zo belangrijke kwestie van het verdrag en ik merk met voldoening dat de minister-president en voorzitter van de Europese Raad bijzondere aandacht wil geven aan de strategie van Lissabon. We kunnen bevestigen dat de samenwerkingsstrategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid, die we samen opnieuw hebben gestart in 2005, nu behoorlijk positieve resultaten te zien geeft. De werkloosheid in de Europese Unie is gedaald van 10 procent medio jaren negentig tot 7 procent afgelopen juni.
Onze analyse toont aan dat de structurele werkloosheid ook daalt, wat goed is voor Europa op de middellange en lange termijn; uit onze gegevens blijkt ook dat de toename van werkgelegenheid onder de vrouwelijke bevolking op 50 procent ligt. Deze elementen hebben grote betekenis voor een Europa dat concurrerender, rechtvaardiger en coherenter moet zijn.
De economische groei heeft ook het hoogste niveau bereikt sinds 2000, in een context van versterking van potentieel en groei voor de Europese economie; daardoor denken we dat de recente groei structureel is en niet alleen maar conjunctureel. Voor het merendeel is de vooruitgang te danken aan de hervormingen die zijn ingezet door de vernieuwde agenda van Lissabon voor de samenwerkingsstrategie voor groei en werkgelegenheid. Door de regeringen van de lidstaten een gemeenschappelijk hervormingskader te bieden faciliteert, steunt en versterkt Europa juist deze hervormingsbeweging die alle Europese regeringen, weliswaar met verschillende snelheden en in verschillende omgevingen, op de een of andere manier tot stand hebben gebracht.
Daarom moeten we hier benadrukken dat de vaak-bekritiseerde strategie van Lissabon een belangrijk element voor economische en sociale modernisering is. Maar eigenlijk hebben we geen tijd voor zelfgenoegzaamheid. Er is nog veel te doen om de Europese economie concurrerender en de Europese maatschappijen rechtvaardiger te krijgen. Vooral de bijdrage van innovatie aan de economische groei dient daarbij te worden vergroot. Ik weet dat dit een van de prioriteiten van het Portugese voorzitterschap is en ik ben blij met deze mogelijkheid. Innovatie is de drijvende kracht achter de combinatie die bestaat uit het technologisch platform voor energie, het Europees Technologisch Instituut en de eerste kennis- en innovatiegemeenschap; wij willen dat die zich wijdt aan de energievraagstukken en de strijd tegen de klimaatverandering. We hopen deze gemeenschap te kunnen starten tijdens het Portugese voorzitterschap. Dit is er ongetwijfeld het duidelijkste voorbeeld van dat de vernieuwde strategie van Lissabon de verschillende aspecten wil samenbrengen, vooral dit centrale aspect dat te maken heeft met de strijd tegen de klimaatverandering en het veiligstellen van de energievoorziening. Maar als we op dit gebied resultaat willen boeken, moeten we meer doen in innovatieve zin, en daarom zie ik met voldoening dat het Portugese voorzitterschap van plan is innovatie hoog op de agenda van de Europese Raad van december te zetten. Opleiding, wetenschappelijk onderzoek en innovatie zijn essentiële elementen van de maatschappijen in Europa die we willen opbouwen om te kunnen antwoorden op de belangrijkste zorgen en uitdagingen van deze nieuwe eeuw.
Om de doelstellingen te bereiken die we ons gesteld hebben op het gebied van Europees energie- en klimaatbeleid, hebben we een ambitieuze en consistente strategie uitgewerkt om de duurzaamheid, de continuïteit van de energievoorziening en het concurrentievermogen in Europa te garanderen. Niettemin moeten we onder ogen zien dat we voor het succes van deze strategie de conclusies van de Europese Raad van maart enthousiast kunnen begroeten. Zij vormen een mijlpaal in de geschiedenis van de energie en de strijd tegen de klimaatverandering.
Als we nu resultaat willen boeken moeten we een extra inspanning leveren op het gebied van wetenschappelijk onderzoek, technologische ontwikkeling en innovatie. Het technologisch niveau op het gebied van schone energie is een steunpilaar van deze strategie. De vorming van het Europees Technologisch Instituut, zo enthousiast ontvangen in het Europees Parlement, vormt aan de andere kant een essentiële aanzet om het concurrentievermogen van Europa te vergroten door een bundeling van krachten op Europese schaal en een betere relatie tussen kennis en innovatie.
Voorzitter, mijnheer de minister-president, dames en heren, zoals de Commissie aangeeft in het advies dat we gisteren hebben aangenomen, moet het hervormingsverdrag de actieve mogelijkheden op het gebied van buitenlandse betrekkingen vergroten, en wel op zeer symbolische wijze. Twee van de centrale zuilen van het Portugese voorzitterschap zijn de institutionele hervorming en de buitenlandse betrekkingen van de Unie. Er is duidelijk sprake van actieve samenwerking tussen het voorzitterschap en de Commissie op dit laatste gebied. Vorige week zijn minister-president Sócrates en ikzelf naar Accra gereisd om daar de slotsessie van de topconferentie van de Afrikaanse Unie bij te wonen, en de dag daarop waren we aanwezig bij de eerste top tussen de Europese Unie en Brazilië.
Met Brazilië, onze meest recente strategische partner, hebben we een ambitieuze agenda, waarop onder andere staan de energie, vooral de wens naar duurzame biobrandstoffen, de strijd tegen de klimaatverandering, en de handelsbetrekkingen. Voor wat betreft de internationale handel hebben we een dringend beroep gedaan op president Lula om een akkoord te bereiken in de Doharonde. De Commissie benadrukt het handelsbelang van de Doharonde omdat handel de motor is van de groei en de economische ontwikkeling. De handel heeft miljoenen mensen in Azië uit de armoede gehaald en kan dat blijven doen, niet alleen in de Aziatische landen maar ook in Zuid-Amerika en Afrika.
Internationale handel moet gestoeld zijn op regels en multilaterale instellingen en de Europese Unie heeft een belangrijke rol bij de consolidatie van regels en internationale regulering. De Doharonde is dus essentieel. Die heeft niet alleen met handel te maken, hoewel dat op zich zeer belangrijk is, maar ook met onze multilaterale visie. Men kan niet het multilateralisme actief verdedigen maar als het om de handel gaat het unilateralisme verheerlijken. Ook op dit gebied is vooruitgang noodzakelijk want het gaat niet alleen om een handelsagenda, maar om een agenda van sociale ontwikkeling, een agenda die onze band met de ontwikkelingslanden kan versterken.
Het partnerschap tussen Europa en Afrika is ook essentieel voor de internationale stabiliteit. De Europese Unie is de grootste schenker van financiële, economische en technische hulp aan Afrika. Europa is de belangrijkste handelspartner van het Afrikaanse continent en importeert meer dan alle andere landen van de G8. De Commissie wier voorzitter ik de eer heb te zijn heeft vanaf het begin van haar mandaat van de verhoudingen met Afrika een van de hoogste prioriteiten gemaakt. Zo heeft de Commissie voor het eerst in de geschiedenis van de Europese Unie een bijeenkomst gehouden buiten Europa in Addis Abeba, waar we een werkbespreking hebben gehad met de Commissie van de Afrikaanse Unie. Er valt nog veel te doen in de relatie tussen Europeanen en Afrikanen. De volgende topontmoeting tussen de Europese Unie en Afrika, die zal worden georganiseerd door het Portugese Voorzitterschap, vormt een unieke gelegenheid om een ambitieuze agenda vast te stellen met daarop concrete zaken als energie, migratie, strijd tegen de klimaatverandering en natuurlijk democratie en mensenrechten. Wij hebben de plicht met onze Afrikaanse partners te spreken over democratie, mensenrechten en governance, We spreken met de hele wereld, waarom dan niet met Afrika? We hebben weliswaar enkele belangrijke politieke en diplomatieke problemen op te lossen, maar die kunnen en mogen nooit een blokkade vormen voor een strategisch partnerschap voor de toekomst van de globalisering. Afrika en Europa moeten samenwerken.
Ik heb verschillende malen gezegd dat de Europese Unie een roeping heeft voor de 21e eeuw, de bevordering van rechtvaardigheid, vrijheid en solidariteit op wereldniveau. De Europese Unie kan en mag niet een groep landen zijn die alleen naar zichzelf kijken. De Europese Unie kan en moet een drijvende kracht zijn voor hervorming en stabiliteit in de wereld, een kracht ter bescherming van de belangen van de Europeanen en ter bevordering van de waarden. Wij zijn een gemeenschap van waarden, vooral van vrijheid en solidariteit. Het Afrikaanse continent is zeker een regio die onze steun en inspanning nodig heeft. De Europese Unie kan niet de ogen sluiten voor het drama dat zich zo dichtbij afspeelt.
Alvorens af te ronden wil ik de Portugese regering alle succes wensen en de volledige bereidheid van de Commissie uitspreken om met het voorzitterschap samen te werken. Ik kan zeggen dat we alle vertrouwen hebben in de Portugese capaciteiten, omdat het land zijn Europese overtuiging heeft bewezen, in de capaciteiten van de regering, de autoriteiten en alle politieke krachten om te werken ten voordele van Europa. Wij delen met het Portugese voorzitterschap het mooie motto dat voor deze periode is uitgekozen: een sterker Europa voor een betere wereld. Samen zullen we daarin slagen.
(Applaus)
Joseph Daul, namens de PPE-DE-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de voorzitter van de Commissie, geachte collega’s, mijn fractie juicht het ambitieuze devies van het Portugees voorzitterschap “een sterker Europa voor een betere wereld” toe. In het hart van zijn mandaat heeft het Portugees voorzitterschap de wil geplaatst om te bouwen, en het heeft daarbij het stokje van het Duits voorzitterschap overgenomen. Door munt te slaan uit de door mevrouw Merkel op gang gebrachte dynamiek, zult u, mijnheer Sócrates, kunnen aantonen dat het succes van een voorzitterschap bepaald wordt door een sterke politieke wil en een strategie voor gedeelde, ambitieuze maar realistische ambities.
Uw succes zal ook afhangen van uw samenwerking met het Parlement. Betrekt u ons nauw bij uw optreden en uw besluiten.
Voor de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten zijn de institutionele hervorming, de veiligheid van onze medeburgers, de voltooiing van de interne markt en de consolidering van de groei taken waar uw voorzitterschap zich niet aan kan onttrekken. In het op 21 en 22 juni bereikte akkoord is in feite de met de vorige tekst geboekte vooruitgang overgenomen. Als de lidstaten in het voorjaar 2009 hebben geratificeerd, kan Europa eindelijk op efficiënte, transparante en democratische manier besluiten nemen op gebieden als veiligheid, groei, energie, klimaat en demografie.
Terugkomen op aangegane verplichtingen zou betekenen dat men de Europese Unie beschouwt als een kaartenhuis : je trekt er één kaart uit en het hele huis stort in elkaar. Volgens onze fractie - en volgens met name Elmar Brok, onze vertegenwoordiger - zou de Intergouvernementele Conferentie in juridisch opzicht de laatste hand moeten leggen aan de herziene verdragen, en zou - zoals u wenst, mijnheer Sócrates - ten tijde van de Europese Raad van het najaar moeten worden afgesloten.
Mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, als u uw optreden plaatst in het teken van ‘een sterker Europa voor een betere wereld’, komt u er niet onderuit om te kijken naar de veiligheid van onze medeburgers. U hebt daar vanmorgen ook uitvoerig over gesproken. De terroristische daden in het Verenigd Koninkrijk en elders in Europa en de beëindiging van het staakt-het-vuren door de ETA baren ons zorgen en vragen om antiterreurcoördinatie in Europa. Mijnheer Sócrates, ik ken de terughoudendheid van de lidstaten als het gaat om samenwerking op dit gebied. We moeten af van het principe ‘eenieder voor zich’. De veiligheid van onze Europese medeburgers is boven alles verheven. In de confrontatie met de internationale criminaliteit, met duistere terroristische organisaties, ingewikkelde netwerken en verfijnde methodes, vooral wat migratie betreft, lopen wij het risico aan het kortste eind te trekken, en daarom hebben wij de plicht om onverwijld op te treden. Het feit dat de post van antiterreurcoördinator van de Unie vacant is, is onduldbaar. Hartelijk dank voor uw inzet.
Mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, laten wij bij onze veiligheid blijk geven van net zoveel vastberadenheid als bij het klimaat en energie. De slachtoffers van de terroristische aanslagen dwingen ons tot eendracht. Onder uw leiderschap verwachten wij meer samenhang te kunnen verwezenlijken. Ook verwachten wij van de lidstaten een grotere inzet voor een efficiënt model van antiterroristische coördinatie.
Wat de andere prioriteiten betreft, zoals de voltooiing van de interne markt en de consolidering van de groei, zullen onze medeburgers zich pas scharen achter het Europees ideaal als zij vaststellen dat ons sociaal model, het vrij verkeer van personen, goederen, kapitaal en diensten, en de bevordering van onderwijs, opleiding en innovatie ook leiden tot tastbare verbeteringen in hun dagelijks leven.
De totstandbrenging van het economisch meest geavanceerde gebied ter wereld veronderstelt eerst en vooral de noodzakelijke politieke wil en moed. Portugal was zo moedig om de strategie van Lissabon op poten te zetten. Nu krijgt het de gelegenheid om de beste service na verkoop te garanderen. Wij hechten grote waarde aan zowel de sociale als de economische dimensie van de Europese opbouw.
Mijnheer Sócrates, evenals u willen wij dat met Afrika vooruitgang wordt gemaakt bij de migratieproblematiek, en dat de banden met Brazilië en de opkomende landen worden versterkt. Evenals u zetten ook wij de trans-Atlantische betrekkingen op de lijst met prioriteiten. De afgelopen maanden heeft ons partnerschap een kwalitatieve sprong gemaakt. Nu moeten er vorderingen worden gemaakt. Onze nabuurschapsbetrekkingen met de Balkan-landen, Oekraïne, Wit-Rusland en met Rusland natuurlijk moeten in het teken staan van de eerbiediging van onze waarden en een continue dialoog.
Mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten wenst u heel veel succes toe bij de verwezenlijking van ‘een sterker Europa voor een betere wereld’. Wij staan aan uw zijde als de waarden van vrede en solidariteit, moed en verantwoordelijkheid moeten worden verdedigd.
(Applaus)
Martin Schulz, namens de PSE-Fractie. – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, bijna op de kop af een jaar geleden, op 1 juli vorig jaar, werd er een interessante voetbalwedstrijd gespeeld, waarbij Portugal in de verlenging door een strafschop als winnaar uit de bus kwam. Een spannende wedstrijd. En de Portugezen hebben met stalen zenuwen alle strafschoppen benut. De bal ligt op de witte stip. U hebt alles gezegd wat er over de intergouvernementele conferentie te zeggen valt. Nu moet u de bal in het doel schieten. Na uw betoog van vanmorgen heb ik de indruk dat u net zulke stalen zenuwen hebt als de Portugese nationale ploeg. Als u dus de strafschop benut, wint u in oktober de beker!
(Applaus)
Wij zijn realisten, minister-president Sócrates. Het mandaat bevat minder dan we hadden gehoopt, maar we erkennen dat er niet meer in zat. Maar laat één ding duidelijk zijn: met minder nemen we geen genoegen! U dient aan iedereen die aan deze intergouvernementele conferentie heeft deelgenomen duidelijk te maken dat we niet kunnen terugkomen op de bereikte resultaten.
Een opmerking aan het adres van mijn collega Joseph Daul: ik heb er terdege kennis van genomen dat dit het standpunt is van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten, en ik hoop dat iedereen binnen die fractie dit standpunt deelt, inclusief de voorzitters van de commissies van uw fractie.
(Applaus)
Hoe hoger de commissie, des te onzekerder ik ben over mijn inschatting.
Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, wat zou een terugkeer betekenen? Dan zijn we weer terug bij de crisissituatie die we net hebben overwonnen. En als we in een crisis verkeren, mijnheer de voorzitter van de Raad, dan kunnen we die juiste doelen die u hebt beschreven weer niet realiseren. Hoe willen we eigenlijk een coherente Lissabon-strategie verwezenlijken in een Europa met verschillende snelheden? Die twee dingen gaan niet samen.
Ja, u hebt gelijk, we moeten de Lissabon-strategie nu nieuw leven inblazen. Drie jaar geleden hebben we daartoe besloten. Nu, drie jaar later, zijn we eigenlijk nog geen stap verder. Dat u als voorzitterschap van de Raad zegt dat we weer om de tafel moeten gaan zitten om het proces vlot te trekken en te intensiveren, lijkt mij niet meer dan juist. Maar het dient mijns inziens vooral om twee redenen te worden geïntensiveerd: u hebt gelijk als u zegt dat we willen inzetten op kwalificaties. Als wij het meest concurrerende, op kennis gebaseerde continent willen worden, moeten we inzetten op kwalificaties. Wij willen dat de Lissabon-strategie vooral één ding oplevert: sociale zekerheid.
Als we meer economische groei hebben – en die hebben we; de werkgelegenheid is toegenomen, de hervormingen slaan aan, ook in mijn land slaan ze nu aan dankzij de regering van Gerhard Schröder –, als we meer banen hebben, dan is het vooral zaak dat die groei duurzaam is en dat die sociale zekerheid brengt. Anders heeft de Lissabon-strategie geen zin.
U had gelijk, mijnheer de voorzitter van de Raad, toen u zei dat bescherming van het klimaat bij uitstek het vlak is waarop we gedwongen worden samen op te treden, met alle 27 lidstaten, en waarvoor een groot draagvlak onder de bevolking bestaat. De Live Earth-concerten van afgelopen weekend hebben ons op indrukwekkende wijze laten zien met wat voor enthousiasme jongeren zich voor dit idee willen inspannen. Van dat enthousiasme moeten we gebruik maken. Deze jongeren gaan naar het concert, en als het concert is afgelopen, vragen ze zich af hoe het nu verder gaat.
Bono en Herbert Grönemeyer kunnen het probleem niet oplossen. Ze kunnen de oplossing misschien wel een stapje dichterbij brengen, maar wij zijn degenen die door concrete acties voor een doorbraak moeten zorgen. Maar als wij met een oplossing komen, als we onze ambitieuze doelstellingen halen, dan weet ik zeker dat de bevolking van Europa achter ons staat, en dat is nu precies wat het Europese project nodig heeft.
Met het oog op klimaatbescherming ben ik u, mijnheer de minister-president, dankbaar voor uw strategie voor Afrika en Latijns-Amerika, want zonder Afrika en Latijns-Amerika is klimaatbescherming niet goed mogelijk. Bij Afrika moeten we het bittere feit erkennen dat dit continent het meest te lijden heeft van de opwarming van de aarde, terwijl het het minst aan deze opwarming bijdraagt. Dit is een belangrijke factor in het lijden van de Afrikanen.
Ook voor uw standpunt ten aanzien van Latijns-Amerika ben ik u zeer dankbaar. De trans-Atlantische betrekkingen van de Europese Unie reiken veel verder dan onze betrekkingen met de Verenigde Staten van Amerika. Voor ons is met name een taak weggelegd bij de multilaterale oplossing van internationale conflicten op het Latijns-Amerikaanse continent, bij de hervorming van de Verenigde Naties, bij de beheersing van financiële crises die worden veroorzaakt door de financiële markten. Welke landen hebben daar het meest onder geleden? Argentinië bijvoorbeeld, of ook Brazilië. De samenwerking van ons continent met het Latijns-Amerikaanse continent is essentieel. Onze fractie zal dit initiatief in de herfst ook nemen en steunen, en we zijn u dankbaar dat u deze top hebt georganiseerd.
Sommige mensen in dit Parlement worden meteen nerveus als twee afgevaardigden uit hetzelfde land na elkaar het woord voeren. Mijnheer de Voorzitter, vandaag hebben we gezien dat een Portugese fungerend voorzitter van de Raad uit het linkerspectrum van de politiek en een voormalig voorzitter van de Raad van rechts hier samen aan Europa werken. Mijns inziens een belangwekkend feit. Het overwinnen van de politieke verschillen om samen voor de rest van Europa te werken, het idee van saamhorigheid, het slechten van scheidsmuren, dat is de kern van de Europese gedachte, en dat is nu precies wat we nodig hebben om Europa sterker te maken, want zoals u terecht hebt opgemerkt, heeft niet alleen Europa zichzelf nodig, maar heeft de hele wereld een sterk en verenigd Europa nodig! Dit kan alleen worden bereikt door verschillen te overwinnen en ons te concentreren op alles wat ons bindt. Daarom wens ik u veel succes met uw voorzitterschap van de Raad!
(Applaus)
Graham Watson, namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, het programma dat u gepresenteerd hebt, paart heldere doelstellingen aan overvloedige ambitie. Het succes zal misschien even op zich laten wachten, maar de liberalen en democraten verwachten veel van een Europese Unie onder leiding van de twee José’s. Sterker nog, u lijkt met elkaar te wedijveren om het kampioenschap van het economisch liberalisme. Zoals de Britse krant de Daily Mirror het wellicht zou zeggen: “It’s the only way, José!”
Als u tweeën de regeringen van Europa niet kan overtuigen van de schoonheid van Lissabon en het belang van de Lissabon-agenda, wie zou het dan wel kunnen? Geef weer een nieuwe impuls aan Lissabon – de noodzaak de overheidsfinanciën te saneren, de vastbeslotenheid financiële discipline en schuldenbeheer te betrachten, het streven naar voltooiing en versterking van de interne markt. Ja, zelfs wanneer u geconfronteerd wordt met populistische oppositie in uw eigen partijen. Niet alleen in Azië heeft de vrije markt miljoenen van armoede verlost – ook voor vijftig miljoen mensen in de EU heeft hij dat gedaan, alleen al in de afgelopen tien jaar. Het belangrijkste is wel dat we in Europa een duurzaam economisch herstel nodig hebben dat gebaseerd is op het scheppen van werkgelegenheid, in plaats van op het manipuleren van de wisselkoers om een door de export aangedreven groei te stimuleren. Mijn fractie staat dan ook met name positief tegenover uw initiatief om de discussie over flexicurity aan te zwengelen. We moeten de sociale zekerheid en uitkeringsstelsels moderniseren om de uitdagingen van een geglobaliseerde markt aan te kunnen. Laten we werknemers beschermen, niet banen die niet concurrerend zijn. Ons sociale vangnet zou niet ten dode opgeschreven ondernemingen moeten beschermen, maar juist de mensen in die ondernemingen, door hen te helpen nieuwe mogelijkheden op de arbeidsmarkt te vinden. Het enige Europese sociaal model dat er voor mij toe doet, is het model dat onze welvaart in stand houdt door onze bevolking op de toekomst voor te bereiden.
En, ja, als we het over de toekomst hebben, laten we dan niet de strijd tegen de klimaatverandering vergeten. Laten we bekijken hoe we de agenda’s van Gotenburg en Lissabon kunnen samenvoegen en innovatie kunnen toepassen in groene technologieën, zodat we innovatiever kunnen zijn, meer werkgelegenheid kunnen scheppen en de wereld de weg kunnen wijzen bij het vaststellen van de agenda inzake de klimaatverandering.
Mijnheer de fungerend voorzitter, het is terecht dat u nadruk legt op Afrika – een continent dat de Europeanen ontdekt, uitgebuit en vervolgens aan zijn lot overgelaten hebben. Het feit dat de top EU-Afrika waartoe u het initiatief genomen hebt de eerste is in zeven jaar zegt genoeg. Afrika is veel te lang het vergeten continent geweest. Afrika heeft Europa nodig, en Europa heeft Afrika nodig als wij een oplossing willen vinden voor migratie, ziekten en de klimaatverandering.
China biedt geld voor natuurlijke rijkdommen en wapens voor geld. Dat is de weg van het 21e-eeuwse economisch kolonialisme en het is niet de goede weg voor Afrika. Verwijzingen naar Europa als imperium moeten achterwege blijven. Laten we leren van het verleden en een nieuw, ruimhartig partnerschap smeden.
Wij waarderen het dat uw voorzitterschap zich op het gebied van justitie en binnenlandse zaken zal concentreren op een reeks maatregelen ter versterking van de ruimte van rechtvaardigheid in de Europese Unie. Na de onthullende uitspraken van de Duitse minister van Binnenlandse Zaken, de heer Schäuble, zal mijn fractie alert zijn op de uitholling van burgerlijke vrijheden die onze samenleving schragen.
(Applaus)
Wij willen het in de Raad overeengekomen kaderbesluit inzake procedurele waarborgen zien als een noodzakelijke begeleidende maatregel bij het Europees arrestatiebevel. En wij waarschuwen tegen een reactie op terrorisme die de aard van onze samenleving verandert door de vrijheden waarvoor u in de Anjerrevolutie gestreden heeft, in te perken.
Twee weken geleden roemde dit Parlement de Raad vanwege de overeenstemming over een mandaat voor de IGC, maar vorige week hoorden wij van enkele van uw collega’s in de Raad dat die overeenstemming inhoudelijk niets om het lijf had. Dat was nog eens een kortstondige overwinning. Ik denk dat ik niet alleen namens mijn fractie, maar ook namens vele collega’s in dit Huis spreek als ik erop aandring dat het compromispakket dat tijdens de top in juni werd overeengekomen, intact blijft.
Vanuit een school op het schiereiland Sagres verwierf uw land wereldfaam als een natie van zeevaarders. Als fungerend voorzitter zult u uw stuurmanskunst nodig hebben om in de verraderlijke wateren van de Raadsonderhandelingen te navigeren.
Wij wensen u veel succes en een behouden vaart. Boa sorte!
(Applaus)
VOORZITTER: MANUEL ANTÓNIO DOS SANTOS Ondervoorzitter
Brian Crowley, thar ceann an Ghrúpa UEN. – A Uachtaráin, is í an aidhm is mó a bheidh ag an Uachtaránacht seo a chinntiú go síneoidh ceannairí an Aontais Eorpaigh Conradh nua an Aontais Eorpaigh níos déanaí sa bhliain. Tháinig na ceannairí ar shocrú ginearálta polaitíochta ag an gcruinniú mullaigh deireanach ach tá obair mhór fós le déanamh sula mbeidh an conradh cinntithe go hiomlán. Beidh an Phortaingéil i mbun cruinnithe mullaigh go hidirnáisiúnta leis an mBrasaíl, le ceannairí na hAfraice agus le rialtais Mheiriceá, na Síne agus na hIndia.
(EN) En met name wanneer we over Afrika spreken, weten we allemaal welke problemen er zijn en welke zorgen vele collega’s aan de orde hebben gesteld in verband met de aanwezigheid van bepaalde personen bij die conferentie. Misschien zou dit een kans voor ons zijn om niet vanaf de zijlijn “nee” te roepen, maar andere Afrikaanse landen aan te moedigen met elkaar samen te werken, gebruik te maken van de open coördinatiemethode voor het coördineren van wat goede democratische controlemechanismen zouden moeten zijn en goede procedures ter bescherming van de rechten van individuen, wanneer we op deze Afrikaanse topconferentie bijeenkomen.
Er wordt vaak verwezen naar Darfoer, maar veel heeft dat meestal niet om het lijf, en de Afrikaanse topconferentie stelt ons weer in de gelegenheid om de ongelijksoortige elementen van het conflict bijeen te brengen en er zo voor te zorgen dat we een duidelijke weg uit de huidige situatie vinden.
Wat het hervormingsverdrag betreft – zoals u terecht zei is er een uiterst specifiek mandaat vastgesteld voor de intergouvernementele conferentie – ben ik van mening dat wij, wat anderen er ook van vinden, die termen in veel opzichten zouden moeten uitbreiden of wijzigen. We kunnen ons maar het beste bezighouden met wat we vóór ons hebben liggen en waarover de 27 regeringen overeenstemming hebben bereikt.
Als ik in één zin zou kunnen aangeven waar het bij het hervormingsverdrag om zou moeten gaan, dan zou ik zeggen dat het er bij het hervormingsverdrag om gaat dat wij de vrijheid krijgen die we wensen – en daarmee bedoel ik niet de vrijheid om te doen wat we maar willen, maar de vrijheid om alles te bereiken wat we willen. Wanneer we het over die vrijheid hebben, moeten we in het bijzonder rekening houden met ons klimaat en vooral de klimaatverandering. Zoals ik in Lissabon gezegd heb, ben ik verheugd dat de topconferentie in Brazilië ons een mogelijkheid bood om het hele idee van hernieuwbare energie onder de aandacht te brengen en manieren te onderzoeken waarop een nieuwe wereldhandelsorganisatie en een nieuw partnerschap met de ontwikkelingslanden gecreëerd kunnen worden en – en dit is wel het allerbelangrijkste – te waarborgen dat onze burgers het recht en de vrijheid hebben om te slagen in Europa.
Monica Frassoni, namens de Verts/ALE-Fractie. – (PT) Voorzitter, een sterker Europa voor een betere wereld.
(IT) Mijnheer de voorzitter, dames en heren, “een sterker Europa voor een betere wereld”. Mijn fractie en ik vinden deze leus van u heel mooi. Ik geloof dat er drie dingen zijn die het voorzitterschap zou moeten doen, om ervoor te zorgen dat dit versterkte Europa ons in de komende zes maanden op het netvlies blijft staan.
Wat de Intergouvernementele Conferentie betreft: u mag geen enkele tolerantie tonen jegens degenen die de bereikte akkoorden willen terugschroeven, maar tegelijkertijd moet u ruimte zien te vinden voor eventuele verbeteringen, bijvoorbeeld op het vlak van klimaatveranderingen. Ook moet u proberen een overtuigd pleitbezorger te worden voor de deelname van het Europees Parlement aan de Intergouvernementele Conferentie en voor een publiek debat daarover. In onze optiek zijn dat de voorwaarden om succes te boeken met de hervorming van de Verdragen. Overigens wordt dit niet de laatste hervorming, want vanaf heden zullen wij in het Parlement ons best doen om de slag om de Europese Grondwet opnieuw aan te zwengelen.
Wat betreft de strategie van Lissabon: wij vrezen dat er geen enkele vooruitgang wordt geboekt als u in de komende zes maanden niet in staat zult blijken om samen met de Commissie en het Parlement de agenda van de klimaatveranderingen te versterken, welke immers niet losgekoppeld kan worden van de agenda van Lissabon. Na de besluiten die tijdens het Duitse voorzitterschap zijn genomen, is het moment aangebroken om in actie te komen. Daarbij moet de neiging van veel lidstaten bestreden worden om koehandel te bedrijven of onderhandelingen op te starten waarin elke partij voornamelijk als doel heeft zijn eigen inspanningen zoveel mogelijk terug te draaien.
Daarom willen wij het idee van een Pact voor het klimaat en de energieveiligheid herlanceren, en wij verzoeken u om hierover alvast uw gedachten te laten gaan. Dit pact moet uitgaan van het doel de temperatuursverhoging te beperken tot 2° C ten opzichte van het pre-industriële niveau, en het moet voorzien in bestraffingsmechanismen, precies zoals met het Stabiliteitspact het geval is. Er moeten drie soorten acties worden opgezet, die binnen zes maanden concrete resultaten moeten opleveren, en ik vraag u dan ook om hierop al in dit debat te reageren: de energiebesparing, het vervoer – dat om onverklaarbare redenen buiten de akkoorden van het afgelopen voorjaar is gevallen maar wel 30 procent van de emissies veroorzaakt – en de vernieuwbare energiebronnen. Voor dat laatste heeft de Commissie van Barroso helaas nog niets gedaan, vooral waar het gaat om de “heating and cooling”- richtlijn.
Via de kwestie van de vernieuwbare energie wil ik, voorzitter, uw aandacht vragen voor het vraagstuk van de biobrandstoffen en de betrekkingen met Brazilië. Wij maken ons daar zorgen over. Wij kunnen ons niet vinden in de mystieke visie van president Lula, die een miraculeuze betekenis toekent aan biobrandstoffen, door hem bestempeld als het nieuwe “groene goud”. Ook zijn wij er bepaald niet tevreden over dat thema’s als ontbossing, illegale import van hout, voedselveiligheid en de Europese bijdrage tot de ontwikkeling van innovatieve technologieën voor vernieuwbare energiebronnen buiten de agenda zijn gehouden.
Een soortgelijk commentaar heb ik in verband met de kwestie-Afrika, die ik nu heel snel aansnijd. De mooie woorden van de voorzitters Sócrates en Barroso hebben een concrete weerslag die ons de nodige zorgen baart, en ik vraag u om daar rekening mee te houden. De Europese Unie oefent pressie uit op verschillende Afrikaanse landen om nog vóór het eind van het jaar het economisch partnerschapsakkoord te ondertekenen. De Commissie profiteert van het geld van het Ontwikkelingsfonds om die landen over de streep te trekken. Maar in veel gevallen is de samenleving in die landen daartegen gekant, omdat een totale marktopening uiteindelijk alleen maar tot gevolg heeft dat hun mogelijkheid tot integratie op de internationale markt wordt verminderd en aan banden wordt gelegd.
Ik wilde nog vele andere dingen zeggen, mijnheer de voorzitter, maar dat kan dus niet. Hopelijk krijg ik andere gelegenheden om dat te doen.
(Applaus)
Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-fractie. – (PT) Voorzitter, wat we zojuist gehoord hebben van de huidige voorzitter van de Raad toont aan dat er weer een gelegenheid verloren is gegaan om een paar ernstige sociaaleconomische problemen op de agenda te plaatsen die vragen om politieke wijzigingen en antwoorden van de communautaire instellingen, waarbij de nadruk dient te liggen op de ongelijke verdeling van inkomen, de toename van onzekere werkgelegenheid en van de armoede waarin bijna 80 miljoen mensen leven. Daaronder zijn steeds meer werknemers met lage lonen en minder rechten, oudere werknemers met een mager pensioentje, vrouwen en kinderen aan wie de fundamentele mensenrechten worden ontzegd.
In plaats van prioriteit te geven aan verandering van de doelstellingen en statuten van de Europese Centrale Bank zodat daar democratische controle op kan worden uitgeoefend, en de stijging van de rentevoet en de verergering van sociaal onrecht te beperken, benadrukt hij op het obsessieve af de herleving van de belangrijkste voorstellen uit het neoliberale en militaristische project dat Grondwettelijk Verdrag heet, alsmede de concentratie van macht bij de grote machten van de Europese Unie. In plaats van zich sterk te maken voor de herroeping of in ieder geval een radicale herziening van het stabiliteitspact en de strategie van Lissabon, met als doel de hervatting van publieke investeringen, ook in het MKB, het beperken van deregulering en privatisering in de belangrijkste sectoren en openbare diensten, teneinde meer werkgelegenheid met rechten te scheppen en de armoede en de sociale uitsluiting te verminderen, benadrukt hij de heilige koe van concurrentie om de macht van de economische en financiële groepen te vergroten. In plaats van maatregelen voor te stellen die de waardigheid van de werkende mens verdedigen, en de steeds zorgelijker situatie van miljoenen arbeiders, vooral vrouwen en kinderen te veranderen, zoals vele duizenden hebben geëist tijdens de manifestatie georganiseerd door de CGTP op 5 juli jongstleden in Guimarães, zien we de nadruk op flexizekerheid, maar dat komt vooral neer op flexiuitbuiting van arbeiders.
Daarom dringen wij aan op een noodzakelijke koerswijziging voor de Europese Unie, daarom zeggen we dat het tijd is om te luisteren naar de eisen van de bevolking, om de democratie uit te breiden, te investeren in een sociaal en rechtvaardiger Europa gekenmerkt door vooruitgang en betere verdeling van inkomen; het is tijd om het principe van soevereine staten met gelijke rechten te respecteren, internationale samenwerking en solidariteit te versterken, en duidelijk te investeren in vrede, of dat nu in het Midden-Oosten, Palestina, Irak, Afghanistan of Afrika is.
Wij herhalen dat we het niet eens zijn met een zogenaamd hervormingsproject voor een Verdrag, dat in de praktijk niets anders is dan een revival van het Grondwettelijk Verdrag via een enorme kunstgreep om te ontkomen aan de referenda en zodoende de democratie en de mogelijkheid van volkeren en nationale instellingen om zich te laten horen te reduceren, uit angst voor het pluralistische debat en de publieke opinie in onze landen. Daarom willen wij een referendum in elke lidstaat, zoals de publieke opinie in onze staten eist.
Patrick Louis, namens de IND/DEM-Fractie. - (FR) Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, een Poolse krant kwam kort geleden met het volgende verhaal. Vraag: wat was het eerste Europese referendum? Antwoord: toen God Eva schiep en tegen Adam zei: “kies uw vrouw”.
Het beeld is correct. Het aards paradijs ligt weliswaar ver achter ons, maar het Portugees voorzitterschap heeft nu het stokje overgenomen van het Duits voorzitterschap. Het Duits voorzitterschap werd gemarkeerd door een poging om de mensen in de luren te leggen. Het wilde de Fransen en Nederlanders een nauwelijks gefatsoeneerde en ingekorte tekst opleggen, bijna dezelfde tekst als deze volkeren tijdens hun referendum hadden verworpen. Dit miniverdrag is niet anders dan een verklede grondwet. Enkele jaren geleden heeft de heer Padoa-Schioppa, de vader van de euro, een artikel geschreven in een Frans tijdschrift waarin hij in feite zei dat de vorderingen in de Europese opbouw eerder het gevolg zijn van verlicht despotisme dan van democratie. Wij hebben daar vandaag, met deze van weinig raffinement getuigende manipulatie, opnieuw een indrukwekkend voorbeeld van gekregen. Hoe kan men nu zeggen dat de nieuwe tekst tegemoet komt aan de wens die de Fransen en Nederlanders tijdens het referendum tot uitdrukking hebben gebracht, als men deze tekst niet aan een soortgelijke toets door middel van een referendum onderwerpt?
Als u mij toestaat, mijnheer de Voorzitter, wil ik nu, aan het prille begin van het Portugees voorzitterschap, een wens tot uiting brengen: als men niet wil dat de volkeren van Europa de politieke klasse definitief de rug toekeren, moet het Portugees voorzitterschap korte metten maken met de ouderwetse methoden en onmiddellijk een begin maken met de enige echte Europese hervorming waar de volkeren op zitten te wachten, namelijk minder technocratie, meer democratie.
Bruno Gollnisch, namens de ITS-Fractie. - (FR) Mijnheer de voorzitter, graag wil ik u bij deze gelegenheid nogmaals hartelijk bedanken voor de geweldige ontvangst die u en uw regering de fractievoorzitters recentelijk in Lissabon hebben bereid. Daarmee hebt u aangetoond vastberaden te zijn om serieus met het Parlement samen te werken.
Wij kunnen met een aantal van uw doelstellingen alleen maar instemmen. Wij zijn ook niet verbaasd over de ambitie die daaruit blijkt. Zo wilt u bijdragen aan een oplossing van de problemen in Afrika, die - en dat moet worden erkend - na ons vertrek, in tegenstelling tot hetgeen enkelen ons willen doen geloven, alleen maar erger zijn geworden. U wilt ook inspanningen ondernemen in de richting van Latijns-Amerika, en van met name Brazilië, dat u na aan het hart ligt en dat u van nabij kent, en dat is ook legitiem. Ik heb u reeds bij een eerdere gelegenheid kunnen zeggen dat volgens mij het door u beoogd Europees internationaal beleid nooit legitimiteit en zichtbaarheid zal hebben zolang het zich niet onderscheidt van dat van de heerszuchtige supermacht die de Verenigde Staten nu zijn geworden.
Ik vrees, mijnheer de voorzitter, dat mijn collega Watson - zoals vele anderen na hem - twee dingen met elkaar heeft verward: enerzijds het noodzakelijke herstel van de economische vrijheden binnen een land of binnen een gebied waar de parameters inzake sociale bescherming min of meer dezelfde zijn, en anderzijds een teugelloze vrijhandelsmanie die tot uiting komt in een op sociale dumping gebaseerde, door en door oneerlijke concurrentie. De waarheid is dat een economie zich in het begin alleen maar kan ontwikkelen binnen een beschermend kader, en dat geldt ook voor onze grote partners op de wereldmarkt, Japan en China.
Wat tot slot de Intergouvernementele Conferentie betreft, zult u de u voorgelegde routekaart moeten gaan toepassen. Deze is een regelrecht handboek voor het in de luren leggen van de kiezers. Men handhaaft namelijk de inhoud van een grondwet die, zoals zojuist al is gezegd, verworpen is, maar verandert de naam ervan. Men gooit de woorden ‘grondwet’, ‘minister van Buitenlandse Zaken’, en ‘kaderwet’ over boord, verwijst in de tekst niet meer naar het Handvest en neemt genoegen met publicatie in het Publicatieblad, maar behoudt de gehele spanwijdte van Uniebevoegdheden, de meerderheidsstemmingen en het stabiel voorzitterschap, waardoor wij, als dit nu van kracht was, van de mogelijkheid zouden zijn beroofd om u vandaag hier te zien. Men behoudt alles wat de volkeren niet konden goedkeuren, en wat zij hoogstwaarschijnlijk opnieuw zouden verwerpen als zij naar behoren werden ingelicht.
Mijnheer de voorzitter, u bent de vertegenwoordiger van een - qua omvang - klein land maar met een o zo glorieus en heldhaftig verleden. Dat verleden was alleen mogelijk dankzij de constante strijd die Portugal vanaf zijn ontstaan, gedurende zijn hele geschiedenis, heeft geleverd voor zijn onafhankelijkheid. Ik druk u op het hart niet medeplichtig te worden aan de verdwijning van het kostbaarste goed waar uw land en al onze landen over beschikken: nationale onafhankelijkheid.
Gianni De Michelis (NI). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mijnheer Sócrates, wij hebben waardering voor de manier waarop de richtsnoeren zijn gepresenteerd die Portugal in de komende maanden wil volgen. Natuurlijk staan wij achter de prioriteit van de Intergouvernementele Conferentie en wij kunnen u alleen maar veel succes wensen met uw doel om het mandaat integraal en getrouw om te zetten in een nieuw verdrag.
Maar zoals u zelf hebt gezegd, is dat niet de enige taak voor het voorzitterschap in de komende maanden. Wij hebben waardering voor de lijst van prioriteiten die u hebt opgesteld en wij begrijpen de redenen waarom Portugal zich met name zal inspannen voor bepaalde prioriteiten – Lissabon, Afrika, Brazilië. Maar tegelijkertijd willen wij toch wel graag beklemtonen dat u de daad bij het woord moet voegen, als u althans uw leus in realiteit wilt omzetten en aan wilt tonen dat een sterker Europa een betere wereld kan opleveren. Naast de intenties moeten er feiten op tafel komen, feiten die niet door ons worden uitgekozen maar voortkomen uit de objectieve prioriteiten van de ons omringende werkelijkheid.
In dat verband wil ik uw aandacht en die van uw voorzitterschap vragen voor een absolute prioriteit: een regio die vlak bij ons ligt in het Middellandse-Zeegebied, het Midden-Oosten. Daar kan en moet Europa meer doen. We hebben weinig aandacht besteed aan deze regio in het recente verleden, maar nu de situatie daar steeds nijpender wordt, nemen onze kansen toe. Europa moet laten zien dat het een sterkere bijdrage kan leveren om een betere wereld tot stand te brengen.
João de Deus Pinheiro (PPE-DE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de minister-president, net als ik hebt u vast gemerkt dat u hier in het Parlement een enorme golf van verwachting en waardering hebt veroorzaakt. Daar moet een reden voor zijn. Het kan niet anders dan dat dit is veroorzaakt door uw resolute en besluitvaardige optreden waardoor u elke inmenging hebt afgewezen in de beslissingen die de Europese Raad in juni heeft genomen. Als u deze koers blijft volgen, zult u na de informele Raadsbijeenkomst van september beslist nog meer steun ontvangen.
U hebt ook gesproken over de strategie van Lissabon en de behoefte aan een nieuwe cyclus. Daar zijn we het allemaal mee eens. We moeten echter in gedachten houden dat één van de oorzaken van het mislukken van de eerste strategie van Lissabon de doodzonde was dat de Commissie niet de verantwoordelijkheid kreeg voor het sturen van die strategie, een taak waarvoor bewezen is dat het intergouvernementele model niet geschikt is.
In de laatste jaren heeft de voorzitter van de Commissie geprobeerd de strategie een impuls te geven door gebruik te maken van de kleine details. Daar verdient hij alle lof voor. Niettemin moet de Raad accepteren dat de betrokkenheid van de Commissie veel groter moet zijn om de ambitieuze doelstellingen te bereiken waarnaar u, mijnheer de minister-president, in uw toespraak hebt verwezen.
Als het gaat om buitenlandse betrekkingen moet ik zeggen dat u op de juiste manier bent begonnen. De topontmoeting met Brazilië was een onverdeeld succes, zoals blijkt uit de opmerkingen van president Lula tijdens de Conferentie van voorzitters in Brussel.
Verder wil ik zeggen dat Robert Mugabe in Afrika of in Europa niets moet kunnen afdwingen. Laten we daar duidelijk over zijn. Tijdens de top moet er gedebatteerd worden en mag dat onderwerp niet het enige of het belangrijkste zijn. Er zijn vele andere kwesties waarnaar u hebt verwezen, waarover we moeten discussiëren en waarop de dialoog en het partnerschap met Afrika betrekking moeten hebben.
Ik heb nog één punt, mijnheer de Voorzitter. Wat betreft de betrekkingen met Rusland had u de moed een bezoek te brengen aan president Poetin, terwijl u wist dat de sfeer niet gunstig voor u zou zijn. Nu moet u proberen uw collega’s ervan te overtuigen dat Rusland bij internationale problemen moet worden betrokken, want Rusland moet onderdeel van de oplossing zijn en niet van het probleem.
Mijnheer de minister-president, u hebt de steun van dit Parlement en zeker van de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten wat betreft het ambitieuze programma dat u hebt gepresenteerd. Ik sta achter u en wens u veel succes.
Edite Estrela (PSE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, toen ik naar de voorzitter van de Raad en de voorzitter van de Commissie luisterde, was ik er ontzettend trots op Portugese te zijn. Dit is een belangrijk moment in de geschiedenis van de Europese instellingen.
Het is de eerste keer in dit Parlement dat de Europese dialoog op het hoogste niveau in het Portugees plaatsvond. Vroeger ging het Portugees de hele wereld over. Bovendien was het de eerste Europese taal die de dialoog tussen oost en west tot stand heeft gebracht. Tegenwoordig wordt de Portugese taal door meer dan 220 miljoen mensen verdeeld over de vijf continenten gesproken. Zoals de Portugese dichter António Ferreira eens zei: “Laat het Portugees floreren: moge het gesproken worden, gezongen en gehoord, dan zal het lang bestaan”.
Het Portugese voorzitterschap is pas begonnen en het heeft al een onuitwisbare indruk achtergelaten. De eerste topontmoeting tussen de EU en Brazilië was een succes. Het was dringend noodzakelijk de B van Brazilië in de strategische partnerschappen van de EU met de BRIC-landen (Brazilië, Rusland, India en China) op te nemen. Dit is nu gebeurd. Er zijn nu betere omstandigheden voor Europa om de betrekkingen met Mercosur en de onderhandelingen van Doha een nieuwe impuls te geven. Daarom heeft het Portugese voorzitterschap de best mogelijke start gemaakt. Ik zou graag willen dat het met de andere prioriteiten, zoals het aannemen van het nieuwe verdrag en de tweede topontmoeting tussen de EU en Afrika net zo veel succes heeft. De dialoog met Afrika is essentieel in de strijd tegen illegale immigratie en klimaatverandering.
Met betrekking tot het verdrag was het mandaat van de Raad, zoals de minister-president heeft gezegd, nauwkeurig en duidelijk: niets staat open voor discussie. Over de kern is overeenstemming bereikt, alleen aan de exacte formulering moet nog worden gewerkt. Mijn wens is dat er op dit traject geen hindernissen opduiken. Het is niet wenselijk dat Europa krachteloos wordt, doordat er over elke komma discussie ontstaat. Dat zou een negatief signaal zijn aan de Europese burgers en de rest van de wereld.
De Europeanen hebben behoefte aan een sterk, verenigd Europa dat in staat is op de uitdagingen van de globalisering te reageren. Een sterker Europa en een betere wereld en zoals Cardoso Pires zou hebben gezegd: E agora, José? (“En nu José”). Het is nu tijd om aan het werk te gaan. Ik wens u veel succes, want een succesvol Portugees voorzitterschap betekent een succesvol Europa.
Annemie Neyts-Uyttebroeck (ALDE). – Heren voorzitters, graag wil ik Portugal gelukwensen met zijn voorzitterschap en bedanken voor de toezegging nauw met dit Parlement samen te werken. U kunt ervan op aan, voorzitter, dat wij u op uw woord zullen nemen.
Wij begroeten uw voornemen om een EU-Afrika-top en een EU-Brazilië-top te organiseren. Wat de EU-Afrika-top betreft, moet het echter duidelijk zijn dat sancties van de EU tijdens uw voorzitterschap niet zo maar even tussen haakjes kunnen worden geplaatst. Om het in duidelijke woorden te zeggen: op zo'n top is er geen plaats voor een leider die zijn eigen bevolking in ellende, miserie en hongersnood heeft gestort en die daarin volhardt. Zo'n duidelijke houding maakt het voor u niet eenvoudiger, voorzitter, maar dat is nu eenmaal een gevolg van een stelsel dat we indertijd zelf hebben ingevoerd. Ik wens u veel geluk met de top met Brazilië. Brazilië is een belangrijk land en het is goed dat de banden tussen de EU en Latijns- en Midden-Amerika nauwer worden aangehaald.
Ik zou u daarnaast, voorzitter, een vraag willen stellen. Ik lees in een brochure over uw voorzitterschap dat het uw bedoeling is om een bijdrage te leveren tot ontwapening en non-proliferatie. Ik zou het op prijs stellen, als u daarover een klein beetje meer uitleg kunt geven.
Tot slot wil ik het niet hebben over iets dat nog niet aan bod is gekomen. Het is duidelijk, voorzitter, dat u tijdens de eerstkomende zes maanden ook het hoofd zult moeten bieden aan alle crises die zich waar dan ook ter wereld kunnen ontwikkelen. En er is er één die ongetwijfeld vooraan op de agenda zal staan en waarover wij trouwens deze namiddag een debat zullen voeren: de crisis in het Midden-Oosten en in Palestina. Ik hoop dat u ook in staat zult zijn daartoe een positieve bijdrage te leveren.
Mirosław Mariusz Piotrowski (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter. De prioriteiten van het aanvangende Portugese voorzitterschap die door de Raadsvoorzitter gepresenteerd zijn, kunnen we met groot optimisme tegemoet zien. Het is vooral belangrijk om de betrekkingen met de Verenigde Staten te versterken. Niet alleen in het kader van de strijd tegen het internationale terrorisme, maar ook op economisch en wetenschappelijk gebied.
Van grote waarde zijn ook de verklaringen over hulp bij de stabilisatie van de westelijke Balkan of bij het opstellen van een ontwikkelingsstrategie voor Afrika, uiteraard in samenwerking met onze Afrikaanse partners. Met genoegen zouden wij ook een perspectiefschets van het Oekraïense EU-lidmaatschap tegemoet zien tijdens de top tussen de Europese Unie en Oekraïne.
Helaas heeft het Portugese voorzitterschap de zaak van het zogenaamde nieuwe EU-verdrag van zijn voorgangers geërfd. Laten we hopen, dat deze lastige erfenis de ambitieuze doelen die het Portugese voorzitterschap zichzelf gesteld heeft niet zal verhullen. Deze doelen zijn ook werkelijk belangrijk voor de toekomst van Europa en de hele wereld.
VOORZITTER: HANS-GERT POETTERING Voorzitter
Alyn Smith (Verts/ALE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, als inwoner van Schotland, een van de kleinere zeevarende naties rond de Atlantische Oceaan, wil ik onze Portugese collega’s van harte gelukwensen en de heer Sócrates bedanken voor het enthousiasme, het realisme en de ambitie die hij vandaag tentoonspreidt. Het enige dat ik nog zou wensen is dat mijn eigen land, Schotland, zijn natuurlijke plaats zou kunnen innemen als een constructieve en enthousiaste partner-lidstaat, maar we zijn op de goede weg, want we hebben echt veel gemeen. Ook wij willen realisme; ook wij willen dynamiek; ook wij willen hervormingen; ook wij willen vooruitgang; en met het hervormingsverdrag heeft u de kans al onze wensen te laten uitkomen.
Mijn partij kwam, na alles in aanmerking genomen te hebben, tot de conclusie dat we het vorige ontwerp van de Grondwet niet bij onze kiezers konden aanbevelen, maar dat was toen, en wij bekijken uw inspanningen vanuit een eerlijke, open en constructieve houding. Wij wensen u al het goede. De EU is verre van volmaakt, maar dat wat er wel goed aan is, moet behouden en gesteund worden. Als u kunt voortbouwen op de successen en u zich kunt ontdoen van die dingen die niet functioneren – zoals dit gebouw wellicht! – kan ik u, naar ik hoop, ook in december feliciteren.
Miguel Portas (GUE/NGL). – (PT) Minister-president Sócrates zegt dat hij een duidelijk en nauwkeurig mandaat heeft gekregen. Daar ben ik het mee eens. Hij weet dat de regeringen van Spanje en Luxemburg zullen zeggen dat het nieuwe verdrag hetzelfde is als het vorige en om parlementaire ratificatie zullen vragen. Hij weet ook dat de regeringen van Frankrijk en Nederland exact het tegenovergestelde zullen zeggen, terwijl ze uiteindelijk van hetzelfde standpunt uitgaan, namelijk dat er geen referendum moet worden gehouden. Ik vraag me af waarom hij daar niets over zegt. Gaan we zes maanden van dubbelzinnigheid tegemoet of zullen we de politieke visie te zien krijgen dat de burgers bij de besluitvorming worden betrokken?
Ik verbaas me er ook over waarom hij niets zegt over enkele andere kwesties. Europa heeft geen beleid ten aanzien van Irak. Moet Washington besluiten zijn troepen terug te roepen, voordat wij een dergelijk beleid kunnen voeren? Europa heeft twee beleidslijnen met betrekking tot het nucleaire programma van Iran. Moeten er bommen op Iran vallen, voordat we zouden inzien dat we een dergelijke escalatie hadden moeten voorkomen? Europa heeft een onverantwoord beleid voor Palestina en Libanon. In het ene geval heeft het altijd de president gesteund, zonder de regeringen te erkennen en in het andere geval ondersteunt het de regering en is het tegen de president. Moet het allemaal fout gaan, voordat we inzien dat onze rol het bevorderen van interne overeenstemming zou moeten zijn? De vorige zomer brak er onverwachts oorlog uit. Een jaar later dreigt de oorlog weer uit te breken. Mijnheer Sócrates, we zullen deze alleen voorkomen als we dat werkelijk willen.
Nigel Farage (IND/DEM). – (EN) Mijnheer Sócrates, u maakt deel uit van een grote misleidingstruc: de poging de Britten, Fransen en Nederlanders om de tuin te leiden zodat ze een verdrag accepteren zonder er een referendum over te houden. Onlangs heeft u gezegd dat dit verdrag minder federalistisch was. Mijn vraag aan u is: minder federalistisch dan wat? Hoe verzin je het!
Gelukkig zijn er enkele stemmen in de EU die eerlijk zeggen dat de inhoud van de Grondwet overeind is gebleven en dat we alleen maar de terminologie hebben veranderd. Anderen zeggen dat 90 procent, of 99 procent, is overgebleven van de tekst waarmee we begonnen.
Of we nu het spelletje spelen dat u speelt, dan wel eerlijk zijn, we kennen allemaal de waarheid: als de Britten hierover een referendum zouden houden, zou 70 procent of misschien meer ‘nee’ zeggen. Ik vraag me af of het niet voor iedereen beter zou zijn als de Britten geen lid waren van deze Europese Unie. Waarom gaan we niet gewoon voor een flitsscheiding? Dat kunnen we heel snel doen; laten we de advocaten erbuiten houden; laten we een vrijhandelsverdrag sluiten; laten we betrekkingen op zijn Zwitsers onderhouden. Ik denk dat iedereen een stuk gelukkiger zou zijn, wij in elk geval zeker.
Nu we het er toch over hebben, ik vind het eenvoudigweg onverdraaglijk u en de heer Barroso te horen wauwelen over Afrika en wat we moeten doen om mensen daar te helpen. Het zou een heel goed begin zijn als u zou verhinderen dat de heer Mugabe in december deelneemt aan de topconferentie: daarmee zou u een goed signaal afgeven.
Ik zal u echter iets geven waar u echt uw tanden in kunt zetten, iets positiefs dat u zou kunnen doen. Gisteren had de heer Barroso het erover dat de EU een imperium is en, lieve hemel, als het om Afrika gaat is het dat inderdaad! Ik dring er met klem bij u op aan een einde te maken aan de visserijovereenkomsten met West-Afrika. Houd uw eigen vloot tegen. Belet de Spaanse vloot de natuurlijke rijkdommen van westelijk Afrika nog langer te plunderen en Afrikaanse vissers van het leven te beroven. Als u dat doet in het halfjaar dat u EU-voorzitter bent, dan zult u iets positiefs hebben gedaan voor Afrika. Doe iets, alstublieft!
Irena Belohorská (NI). – (SK) Ondanks het feit dat het Portugese voorzitterschap veel uitdagingen voor de boeg heeft, waarvan de organisatie van een Intergouvernementele Conferentie voor de onderhandelingen over het voorstel voor een constitutioneel verdrag de voornaamste is, doet het me genoegen om te horen dat het Portugese voorzitterschap zich ook met andere kwesties zal bezighouden.
De belangrijkste daarvan betreft de strategieën voor de sectoren die onder de bevoegdheden van de nationale staten vallen, bijvoorbeeld de gezondheidszorg. Deze week, namelijk op 12 en 13 juli, zal de minister van Volksgezondheid een rondetafelconferentie houden over strategieën voor de gezondheidszorg in Europa, en ik heb de eer om aan deze rondetafelgesprekken te mogen deelnemen. Tijdens de bijeenkomst zullen onderwerpen aan de orde komen als de verschillen tussen de gezondheidszorgstelsels van de lidstaten, de wetgeving op het gebied van gezondheidsdiensten, het probleem van de stijgende incidentie van kanker in de Europese Unie en de mobiliteit van patiënten en zorgverleners. Ik stel het op prijs dat er ook vertegenwoordigers van Slovenië bij de gesprekken aanwezig zullen zijn, omdat Slovenië enige tijd geleden heeft aangekondigd dat de strijd tegen kanker een van de grootste prioriteiten van zijn voorzitterschap zal zijn.
Premier Sócrates, ik wens u alle succes.
Timothy Kirkhope (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de voorzitter van de Commissie, dit voorzitterschap gaat van start op een voor de Europese Unie belangrijk moment. Ik ben er buitengewoon mee ingenomen dat uw land en het mijne dezelfde patroonheilige hebben, namelijk St. Joris, die erom bekend stond dat hij met draken vocht en moeilijke problemen oploste. Ik hoop dat dat ook op dit voorzitterschap van toepassing zal zijn. Het verheugt mij dat u zoveel nadruk legt op de vraagstukken die Afrika betreffen. De benarde situatie van dit continent en de bestrijding van de wereldwijde armoede zijn zaken die de Britse conservatieve partij zeer na aan het hart liggen.
Ik moet er echter, denk ik, ook bij u op aandringen dat de top EU-Afrika die later dit jaar gehouden wordt, plaatsvindt zonder de heer Robert Mugabe. Mijn collega’s en ik, met inbegrip van Geoffrey Van Orden, hameren hier al enige tijd op, omdat het mijns inziens onduldbaar zou zijn als onze Unie een dergelijke tiran welkom zou heten in Europa terwijl het als een paal boven water staat dat zijn volk lijdt en dit lijden voor ons op de eerste plaats moet staan.
Wat het ontwerpmandaat voor de intergouvernementele conferentie betreft: dat mag dan zeer nauwkeurig omschreven zijn, maar daarmee is nog niet per se gezegd dat het ook goed is. Het is onze zeer stellige overtuiging dat, ongeacht de vorm waarin deze grondwet ook gepresenteerd wordt, er een referendum moet worden gehouden, zeker in het Verenigd Koninkrijk. En wij zijn dan ook van mening dat de belofte die onze vertrekkende – inmiddels voormalige – premier, de heer Blair heeft gedaan, namelijk dat het Britse volk zich in een referendum over dit onderwerp zou kunnen uitspreken, moet worden overgenomen en nagekomen door zijn opvolger, Gordon Brown.
Er zijn nog andere zaken waarover wij ons ernstig zorgen maken. Wij maken ons ernstig zorgen over onze voortdurende gerichtheid op vrije mededinging, over de rechtspositie van de zogeheten Britse opt-out ten aanzien van het Handvest van de grondrechten en over de ineenstorting van de derde pijler, maar ik verheug mij op een positief debat over deze zaken tijdens de IGC.
Tot besluit wil ik nog verwijzen naar de resolutie van vandaag over de IGC, waarin wordt opgeroepen het vraagstuk van de twee zetels van het Parlement eveneens in het mandaat op te nemen. Dit is volgens mij de volmaakte gelegenheid om te laten zien dat Europa naar de burgers luistert. Het aanzien van ons Parlement wordt ondermijnd door de aanhoudende hoge kosten van het heen en weer reizen tussen Brussel en Straatsburg, en dit probleem moet spoedig worden opgelost.
Enrique Barón Crespo (PSE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer Barroso, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, ik steun het programma van het Portugese voorzitterschap, omdat er één ding erger is dan stilstand, mijnheer de Voorzitter, en dat is achteruitgang.
(ES) Op dit moment viert het politiek realisme hoogtij. We zijn niet opgetogen over het mandaat, maar dit is in onze optiek een voorbeeld van politiek realisme.
Wij in het Europees Parlement, en ook de meerderheid van de burgers, wilden het Grondwettelijk Verdrag, maar we accepteren deze uitweg uit de impasse door middel van een mandaat dat heel duidelijk is. Tegelijkertijd is er in de geschiedenis nog nooit een mandaat geweest dat zo veel voetnoten heeft. Dat moeten we niet vergeten.
En we weten allemaal hoe goed juristen soms problemen kunnen oplossen. Enkele punten springen in het oog. Zo vergaderen we hier in aanwezigheid van de Europese vlag. Wat gaan we doen, mijnheer de Voorzitter? Gaan we de vlag weghalen of zal deze vergadering als illegaal worden beschouwd? Dat is een belangrijk punt, waar in zekere zin een vernederende kant aan zit.
Er is nog een ander belangrijk probleem, en dat is hoe we dit aan de burgers gaan uitleggen. De Verdragen zullen 1500 bladzijden tellen en worden zo dik als een telefoonboek. Met andere woorden: we moeten een manier vinden om uit te leggen wat we aan het doen zijn en daarbij moeten we de vooruitgang, de rechtspersoonlijkheid, de uitbreiding van de gekwalificeerde meerderheid en van de medebeslissing en de stap vooruit op het gebied van het buitenlands beleid verdedigen…
Dat moeten we allemaal uitleggen, maar dat zal bepaald niet meevallen, en omdat het venijn in de details zit, moeten we natuurlijk zorgvuldig bestuderen hoe het mandaat er in de praktijk gaat uitzien. Ik denk dat het Europees Parlement en ook de nationale parlementen en het maatschappelijk middenveld daar nauwlettend toezicht op zullen houden.
Mijnheer de Voorzitter, dit gezegd hebbende, wil ik de wens uitspreken dat er een Verdrag van Lissabon komt als afsluiting van het Portugese voorzitterschap. En ik wil dat dat Verdrag een hervorming inhoudt en niet een tegenhervorming.
Bronisław Geremek (ALDE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, ik heb aandachtig naar uw rede geluisterd. Ik heb ook uw toespraak in de vergadering van het parlement in Lissabon met veel aandacht gelezen. Ik zie dat u een uitgebreid takenprogramma voor het Portugese voorzitterschap heeft geschetst. Ik wens u veel succes daarmee. Graag wil ik echter mijn persoonlijke interpretatie van uw programma geven en drie fundamentele punten aan de orde stellen.
Uiteraard betreft het eerste punt het nieuwe grondwetsverdrag. Het Duitse voorzitterschap heeft enige vooruitgang geboekt en is erin geslaagd een moeilijk compromis te bereiken. Elke lidstaat kan het gevoel hebben iets te hebben ingeleverd tijdens het onderhandelingsproces. Dat is immers de aard van een compromis. Maar Europa heeft een kans gekregen om zijn eenheid te versterken. Het eenstemmig aangenomen mandaat dient gerealiseerd te worden en geen enkele lidstaat, waaronder mijn land, mag op zijn toezeggingen terugkomen. Het Portugese voorzitterschap heeft nu de moeilijke taak om aan consensus te bouwen, die noodzakelijk is om het verdrag aan te kunnen nemen. Net als de heer Barón Crespo roep ik verder ook op het verdrag zo begrijpelijk mogelijk te maken voor alle Europese burgers.
Het tweede punt betreft het opzetten van een Europees solidariteitsbeleid, zoals het gemeenschappelijk Europees energiebeleid, dat het bewijs zal zijn dat de hereniging van Europa na het historische jaar 1989 diepgaand en onafwendbaar is. Een ander voorbeeld van een solidair beleid is mijns inziens de historische taak om vrij verkeer van personen binnen de Europese Unie te bewerkstelligen, wat de definitieve opening van de Schengen-ruimte voor de nieuwe EU-lidstaten betekent. Alleen een Europa zonder binnengrenzen kan een werkelijk verenigde gemeenschap zijn.
Het derde punt gaat uiteindelijk over de verplichtingen van Europa tegenover de wereld. Portugal wijst op de betekenis van Brazilië, dat oude banden met Europa heeft en over een enorm ontwikkelingspotentieel beschikt. In het programma van het voorzitterschap wordt echter ook gesproken over het vernieuwen van de dialoog met Afrika. Dat is een uiterst belangrijke taak, die voortkomt uit de historische verantwoordelijkheid van Europa tegenover dit continent. Een continent dat rijk is aan onontgonnen natuurlijke hulpbronnen, maar blootgesteld is aan armoede, ziektes en het drama van etnische haat.
Dit zijn de uitdagingen van onze tijd die het Europese integratieproces een nieuw leven kunnen en moeten inblazen.
Mario Borghezio (UEN). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het Portugese voorzitterschap heeft gelijk om zich in te spannen voor de dialoog met Afrika. Maar dat continent heeft er misschien meer aan als wij daar een Europees leger van kleine en middelgrote bedrijven naartoe sturen, om in die landen een gezonde economie op te zetten of te herstellen. Dat is beter dan een invasie van Chinezen of multinationals, die zich meestal niet bekommeren om humanitaire beweegredenen. Maar daarnaast is het ook noodzakelijk dat een leider als de heer Mugabe buiten de top wordt gehouden. Europa zou hem moeten veroordelen, niet alleen vanwege zijn antihumanitaire initiatieven en activiteiten, maar ook vanwege zijn antiblank en anti-Europees racisme. Racisme moet immers overal veroordeeld worden en niet alleen op sommige plaatsen.
Wat ons verder zorgen baart, is de houding van de heer Manuel Lobo Antunes, die voor een razendsnelle opening van het dossier Turkije pleit. Het is helemaal niet nodig om daar zo’n vaart achter te zetten. Er zijn allerlei redenen om de zaken rustig aan te pakken: in de allereerste plaats lopen wij het risico een land binnen te halen waar de sharia heerst. Dat is een zorgwekkende kwestie, waar ook geopolitieke gevolgen aan verbonden zijn. Bijvoorbeeld, mijnheer de voorzitter, wij willen niet dat Europa op den duur gaat grenzen aan Irak, Iran en andere soortgelijke landen.
Jana Bobošíková (NI). – (CS) Mijnheer de Voorzitter, het Portugese voorzitterschap wil de hele kwestie van het Europees Verdrag afronden en tegelijkertijd de uitdagingen van de mondiale concurrentie het hoofd bieden. Ik wil erop wijzen dat dit twee volstrekt onverenigbare en tegenstrijdige processen zijn. Uit de nieuwe verdragstekst blijkt namelijk overduidelijk dat het de bedoeling is om buitensporig dure en inefficiënte sociale systemen in het verdrag te handhaven. Ook blijkt eruit dat de staatshoofden en regeringsleiders de communistische droom van stabiele prijzen en volledige werkgelegenheid koesteren. Tevens verwijdert de Unie zich hiermee weer een paar stappen van haar basisprincipe, namelijk vrije concurrentie zonder enige obstakels, dat in het nieuwe verdrag eenvoudigweg is weggelaten.
Mijnheer de Voorzitter, ik wil er nogmaals op wijzen dat met de afwijzing van de vrije concurrentie als aanjager van de Europese economie, er een zeer sterk negatief signaal wordt afgegeven aan alle democratisch gezinde burgers. Het is maar een kleine stap van het met de voeten treden van de vrijheid van ondernemen naar het met de voeten treden van de fundamentele rechten en vrijheden. Alle democratisch gezinde politici dienen daarom nu uit alle macht te ijveren voor de onmiddellijke terugkeer van de vrije concurrentie in het verdrag.
Elmar Brok (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, mijnheer de voorzitter van de Commissie, geachte dames en heren, waarde collega’s, ik heb slechts een aantal opmerkingen, omdat ik het eens ben met de uitspraken van de heren voorzitters over de intergouvernementele conferentie. De intergouvernementele conferentie heeft als taak om zo min mogelijk te doen. Doel is slechts de doelstellingen van de top te halen, niet de ontwikkeling van nieuwe ideeën. Ik kan zo nog een flink aantal punten opsommen die ook in dit verdrag zou moeten worden opgenomen. Ik ben mij ervan bewust dat een aantal onderwerpen uit de grondwet ontbreekt. Toch is dit het historische moment waarop we de gemaakte afspraken in juridisch bindende teksten moeten omzetten. Daarom zijn wij van mening dat we het voorzitterschap van de Raad moeten steunen in zijn duidelijke commitment voor het mandaat, zodat een en ander zo snel mogelijk zijn beslag kan krijgen.
Mijns inziens zijn weliswaar symbolen en veel andere dingen – vooral ook transparantie – verloren gegaan, maar hebben we sinds de Conventie, waaraan ook nationale parlementsleden hebben bijgedragen, meer democratie en meer efficiëntie. De efficiëntie is sterk verbeterd door uitbreiding van de besluitvorming bij meerderheid van stemmen, door de regels in het buitenlands en veiligheidsbeleid, enzovoort. Er is nog ruimte voor verbetering, maar het betekent in elk geval een verbetering ten opzichte van de huidige situatie.
Overal waar we besluiten bij meerderheid van stemmen nemen, heeft het Europees Parlement medebeslissingsrecht. Als dit verdrag er komt, zal het Europees Parlement in 90 tot 95 procent van de gevallen een gelijkwaardig medebeslissingsrecht hebben.
Sommige dingen worden gewoon vergeten: in de toekomst zal de Europese Raad met meerderheid van stemmen een voorstel doen aan het Parlement voor de verkiezing van de voorzitter van de Commissie in het licht van het resultaat van de Europese verkiezingen en na raadpleging van het Europees Parlement. Dit betekent tevens een uitbreiding van de rechten van de burger, omdat de burger via het Parlement directe toegang heeft tot de Commissie, waardoor het juridisch draagvlak aanzienlijk wordt vergroot. Dit is een grote stap voorwaarts, ook in verband met het Handvest van de grondrechten. Als wij in de hele wereld bepaalde waarden vertegenwoordigen, moeten we deze waarden bij onszelf in praktijk brengen en juridisch vastleggen. Daarom is de bindende werking van het Handvest van de grondrechten zo essentieel voor de rechten van de burgers. De enigen die in deze kwestie bedrogen uitkomen, zijn de burgers van Groot-Brittannië.
Klaus Hänsch (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, her en der wordt gezegd dat de intergouvernementele conferentie zich slechts zal bezighouden met de technische aspecten van het verdrag. Dat klopt niet! Mijnheer de voorzitter van de Raad, u hebt aangetoond dat de politieke betekenis ligt in het feit dat de intergouvernementele conferentie vasthoudt aan haar volledige mandaat, en alleen daaraan. Het politieke belang ligt in de duidelijke wil alle 27 lidstaten ervan te overtuigen dat dit op een historisch moment de juiste weg is voor Europa. Ik ben ervan overtuigd dat u succes zult hebben met uw duidelijke programma en uw vaste politieke wil!
De voorzitter van mijn fractie zei het al: u hoeft de bal alleen nog maar in te koppen. Beste Martin, laten we een ding niet uit het oog verliezen: dit is geen penalty aan het einde, maar een penalty in de loop van de wedstrijd! En de wedstrijd gaat door. Er volgt nog een hele tweede helft, namelijk het ratificatieproces. De ervaringen uit het verleden leren ons dat dat mogelijk niet zonder problemen zal verlopen. Daarom zou u er goed aan doen, mijnheer de voorzitter van de Raad, als u nu zou proberen uw collega’s in de Raad informeel ervan te overtuigen dat het verdrag in de komende twaalf maanden snel moet worden geratificeerd. Het zou goed zijn als Nederland en Frankrijk, die nee hebben gezegd, als eerste ratificeren. En het zou goed zijn als u de nieuwe premier van Groot-Brittannië, Gordon Brown, zover kunt krijgen dat Groot-Brittannië niet de hekkensluiter van het ratificatieproces wordt, maar juist een voorloper. Dat zou een duidelijk signaal afgeven aan de rest van Europa!
Simon Busuttil (PPE-DE). – (MT) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Vorige week heb ik de gelegenheid gehad om een van de vier detentiecentra op Malta te bezoeken in het gezelschap van de voorzitter van onze fractie, de heer Daul. Op dit moment bieden deze detentiecentra onderdak aan in totaal meer dan veertienhonderd mensen, allemaal immigranten die hun leven hebben geriskeerd door de Middellandse Zee over te steken. Deze mensen zijn feitelijk gered van de verdrinkingsdood door ons Maltese maritieme patrouilleteam. Ik heb gesproken met een van de immigranten uit Nigeria, dat naar verluidt een land is dat zeer rijk is aan natuurlijke hulpbronnen. Met tranen in zijn ogen bleef deze zeventienjarige jongen volhouden dat hij naar Europa wilde. Hij beweerde zelfs dat het beter was om in dat detentiecentrum te zitten dan terug te moeten gaan naar Nigeria. Dit illustreert het feit dat ons ontwikkelingsbeleid op het Afrikaanse continent tot dusverre is mislukt. Het is dit beleid dat op lange termijn tot een vermindering van de toestroom van immigranten naar Europa kan leiden. Dit beleid moet echter hand in hand gaan met ander beleid dat dringend en onmiddellijk aandacht verdient als we de strijd tegen de illegale immigratie willen intensiveren, en in het bijzonder de strijd tegen het netwerk van criminele organisaties dat hierachter zit en dat de tegenspoed van deze mensen uitbuit. We hebben enkele van de boten gezien die de immigranten hadden gebruikt om de Middellandse Zee over te steken. Ze zijn allemaal even groot, hebben hetzelfde type motor en bevinden zich in zeer slechte en zelfs schandelijke staat. Er worden over het algemeen dertig personen op een boot geplaatst, wat genoeg is om de boot water te laten maken en te laten zinken bij het eerste zuchtje wind of de minste of geringste deining. Het is niet verbazingwekkend dat de immigranten, voordat ze uit Libië vertrekken, verteld wordt dat de reis naar Italië of naar Malta zal gaan, of tot de verdrinkingsdood zal leiden. Iedereen betaalt duizend dollar voor de oversteek - een opbrengst per boot van in totaal dertigduizend dollar, wat bijna allemaal winst is. Wie weet, misschien wordt dit geld wel gebruikt voor de financiering van het terrorisme. Dank u.
Martine Roure (PSE). - (FR) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, het verheugt mij dat justitie en binnenlandse zaken tot de prioriteiten van uw voorzitterschap behoren. Wij hebben namelijk dezelfde alomvattende visie op immigratie als u. Natuurlijk moeten wij met de oorsprongslanden een echt, op de eerbiediging van de grondrechten gegrondvest samenwerkingsbeleid op poten zetten, maar het is net zo urgent om op Europees vlak legale immigratiekanalen te openen. Wij kijken dan ook uit naar een opbouwende discussie met het voorzitterschap over de vaststelling van de gemeenschappelijke rechten die wij legaal in Europa werkende onderdanen uit derde landen moeten toekennen.
Het spreekt vanzelf dat de intentieverklaringen van de Europese Raden over Europese solidariteit bij het beheer van de grenzen en de migratiestromen moeten worden gevolgd door concrete maatregelen. Daarom moet de Raad zich zo snel mogelijk buigen over de herziening van de Dublin II-verordening, die - en daar hamer ik op - hoogstnoodzakelijk is. Wij rekenen trouwens op het Portugees voorzitterschap en vertrouwen erop dat u de Raad tot een akkoord zult weten te bewegen over een terugkeerrichtlijn die het asielrecht en het beginsel van niet-uitzetting (non-refoulement) eerbiedigt.
(Applaus)
Luís Queiró (PPE-DE). – (PT) Mijnheer de Voorzitter, het voorzitterschap dat enkele dagen geleden is begonnen, staat voor uitdagingen waarvoor onderhandelingstalent, politieke wil en een strategische visie nodig zijn.
Ten eerste is er de institutionele kwestie. Het mandaat van de Intergouvernementele Conferentie – een nauwkeurig mandaat, zoals gevraagd – is vastgesteld. We hopen dat de Portugese regering nu door onderhandelingen een verandering van de verdragen kan bewerkstelligen waarbij er voldoende ruimte zal zijn om de institutionele impasse te doorbreken. Enkele amendementen die in het oog vallen zijn het voorzitterschap van de Europese Unie, zoals het uwe, dat niet langer rouleert en één Commissielid per lidstaat. Zodra deze nationale elementen omwille van de efficiëntie zijn uitgebannen, is het het belangrijkst de afstand te verkleinen die er tussen de Europese burgers en de EU is ontstaan. Daarvoor moeten we werken aan een Europa dat zorgt voor resultaten als het gaat om zaken die de burgers bezighouden, zoals de economie en de werkgelegenheid.
In dit opzicht hebben we onlangs gesproken over flexizekerheid. Wij zijn van mening dat er zonder werkgelegenheid geen sociaal model te verdedigen is en dat werkgelegenheid wordt beschermd door middel van alerte, concurrerende bedrijven die zich voortdurend aanpassen aan de markt. Het flexibeler maken van het werkgelegenheidsstelsel is niet het enige antwoord of de enige manier om de economische duurzaamheid te bereiken waar we voorstander van zijn.
Europa zal succes boeken als we de politieke wil hebben om in de gebieden te investeren waarin er voor Europa mogelijkheden liggen en tegelijkertijd in wetenschappelijk onderzoek, innovatie en de langetermijnvisie. Eén van die gebieden is de nieuwe Europese maritieme strategie waaraan het Europees Parlement vandaag via de stemmingen een belangrijke bijdrage zal leveren. Wat betreft de exploitatie van middelen, transport, handel, het milieu, wetenschappelijk onderzoek, op het gebied van bescherming tegen milieurampen en tegen illegale praktijken en criminaliteit hebben we nieuwe, mondiale antwoorden nodig. We verwachten dat het Portugese voorzitterschap deze strategie op het juiste ogenblik een beslissend duwtje in de rug geeft.
Over dat onderwerp wil ik nog één ding zeggen. Aangelegenheden als vrede, veiligheid, de strijd tegen het terrorisme, economische ontwikkeling in onze buurlanden, het voorkomen van illegale immigratie en de energievoorziening zullen profiteren van een aanpak die erop gericht is bondgenoten te vinden en waarbij ook partners in het zuiden worden betrokken. Er is bovendien een stijgende behoefte aan een nieuw partnerschap voor het Middellandse Zeegebied en het Portugese voorzitterschap bevindt zich in de juiste positie om een herleving van die strategische dialoog voor de Europese Unie te bevorderen.
Minister-president, we wensen u veel succes de komende zes maanden. Als het goed gaat met uw werk, zal het zeker goed gaan met Europa.
Jan Marinus Wiersma (PSE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag beginnen met een dringende kwestie. Ik heb zojuist vernomen dat in Libië de doodstraf voor de Bulgaarse verpleegkundigen bevestigd is. Ik richt mij rechtstreeks tot de heer Sócrates met de oproep op te treden namens de Europese Unie om ervoor te zorgen dat er op de een of andere wijze gratie wordt verleend of dat er direct contact met de heer Gaddafi wordt opgenomen om de uitvoering van dit vonnis te verhinderen.
(Applaus)
Wij zijn uitermate geschokt dat de gerechtshoven in Libië opnieuw de doodstraf hebben bevestigd voor Europeanen die in vrijheid zouden moeten worden gesteld en toestemming zouden moeten krijgen terug te keren naar huis, naar Bulgarije. Mijnheer de premier, ik verzoek u met klem alles in het werk te stellen wat in uw vermogen ligt om de Libische autoriteiten het standpunt van het Europees Parlement en de Europese Unie in het algemeen duidelijk te maken.
Ik ben benieuwd naar uw opvattingen over kwesties op het terrein van het buitenlands beleid: hoe u de verdere ontwikkelingen in de betrekkingen met Rusland ziet; de voorbereiding van een partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst; welke stappen u zult kunnen ondernemen om ervoor te zorgen dat wij in deze tweede helft van 2007 een mandaat kunnen ontwikkelen om opnieuw te beginnen en onderhandelingen in gang te zetten over de nieuwe partnerschaps- en samenwerkingsovereenkomst. Het is van groot belang dat we het met de Russen hebben over transparantere betrekkingen op energiegebied en over de problemen in onze gedeelde nabuurschap, maar ook dat we een nieuw begin kunnen maken met de mensenrechtendialoog en het debat tussen Rusland en de Europese Unie over de democratie. Voorts is het zaak dat we onze multilaterale agenda verder uitwerken, bijvoorbeeld met betrekking tot Iran, de toekomst van het VN-systeem, Kyoto, enzovoort.
Ten tweede zou ik graag van u horen hoe u denkt over de verdere ontwikkelingen rond Kosovo, een onderwerp dat eveneens samenhangt met onze relatie met Rusland. Het doet ons genoegen dat er nu een periode van drie of vier maanden is waarin we nadere besprekingen kunnen voeren, vooral met de nieuwe regering, die wij van harte steunen gezien de belangrijke rol die de democratische partij daarin speelt. Wat kunt u doen om ervoor te zorgen dat er uiteindelijk een resultaat op tafel ligt dat aanvaardbaar is – misschien niet voor honderd procent aanvaardbaar, maar toch meer aanvaardbaar – voor Servië, een resultaat dat in de Veiligheidsraad gesteund wordt door Rusland en dat de Europese Unie niet verdeelt? De voorstellen van de heer Ahtisaari zouden een uitgangspunt moeten zijn, maar we moeten ook toe naar een situatie waarin een VN-resolutie de basis is voor het optreden van de Europese Unie in de toekomst. Wij verwachten dat Kosovo uiteindelijk zijn status zal bepalen.
(Applaus)
De Voorzitter. Dank u, Jan Marinus Wiersma. Als u het goedvindt, zal ik later ingaan op de kwestie van de verpleegsters, wanneer de vergaderzaal vol is, dus voor de stemmingen.
Othmar Karas (PPE-DE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, dames en heren, ons huiswerk is duidelijk geformuleerd, en aan Afrika en Latijns-Amerika zijn de juiste signalen afgegeven. Uw intergouvernementele conferentie is bedoeld om de technische aspecten van het verdrag te bespreken, de kern van het grondwettelijk verdrag te implementeren en de besluiten van de top uit te voeren, niet om onderhandelingen over een nieuw verdrag te openen.
U hebt vandaag gemerkt dat het Europees Parlement, de Commissie en de burgers van Europa niet uw probleem vormen. Het enige probleem waar u tegen aan zou kunnen lopen, is de ijdelheid van staatshoofden en regeringsleiders en lidstaten in de Raad. Zorgt u er daarom tijdens uw voorzitterschap van de Raad voor dat iedereen zich aan zijn woord en aan zijn eigen besluiten houdt, met de toegezegde middelen over de brug komt – ik denk aan Frontex –, concrete projecten realiseert en zich aan de regels houdt in plaats van met slimme interpretaties te komen – ik denk aan Frankrijk. Als u ervoor zorgt dat besluiten ook in praktijk worden gebracht, dan bereikt u een nieuwe dynamiek in de Europese Unie en ondervindt u minder problemen.
Bogusław Sonik (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, elk voorzitterschap van de Europese Unie brengt nieuwe doelen, mogelijkheden en uitdagingen met zich mee, maar ook potentiële fouten en nederlagen. Met aandacht heb ik in de laatste tijd de uitspraken van de Portugese premier over de oostelijke politiek van de Europese Unie in de kranten gevolgd en ik ben zeer verontrust over wat ik gelezen heb.
Ik citeer uw woorden, “…bij de besprekingen met Rusland mogen we niet alleen praten over de kwesties die ons delen, we moeten juist praten over datgene wat ons verbindt…”. Dit zijn verrassende woorden, die de indruk kunnen wekken dat de toon van de oostelijke politiek inschikkelijk aan het worden is, of zelfs, en ik vrees niet om het woord te gebruiken, capitulerend.
De Europese Unie dient de politieke koers van het Duitse voorzitterschap voort te zetten. De koers van solidariteit en eenheid. Alleen solidariteit kan effectieve handelingen in de betrekkingen met Rusland bewerkstelligen. Een gebrek aan consistentie kan door onze oostelijke partner alleen als zwakte geïnterpreteerd worden.
Vele kwesties zijn nog niet opgelost. Bijvoorbeeld het conflict rond de export van Poolse voedselproducten naar Rusland, maar ook de noodzaak om een solidair energiebeleid te voeren dat berust op solidariteit om te voorkomen dat Rusland druk gaat uitoefenen op afzonderlijke EU-lidstaten.
José Sócrates, fungerend voorzitter van de Raad. (PT) Mevrouw de Voorzitter, waarde Parlementsleden, allereerst wil ik u bedanken voor al uw opmerkingen in dit debat en voor uw kritiek op mijn betoog en de plannen van het voorzitterschap. Die kritiek en opmerkingen kan ik goed gebruiken bij mijn werkzaamheden als voorzitter van de Raad. Van wat ik zo gehoord heb, kan ik terecht stellen dat de opmerkingen van de Parlementsleden met betrekking tot de taken van de Unie voor de komende zes maanden grosso modo overeenkomen met het programma dat ik u hier heb gepresenteerd. Het verheugt mij zeer dat er een brede politieke consensus bestaat over de zaken die we de komende zes maanden gaan aanpakken. Dat is uitermate belangrijk voor Europa.
Het was niet moeilijk om die speerpunten vast te stellen, omdat we allemaal op de hoogte zijn van een simpel feit: wat Europa verwacht – wat de Europese economie, de Europese maatschappij en de wereld verwachten – is dat de institutionele crisis ditmaal definitief de wereld wordt uitgeholpen, omdat wij de afgelopen twee jaar hebben nagedacht over een idee dat iedereen zag als een institutionele crisis die Europa niet kon oplossen. We moeten aan de wereld en aan de Europeanen het duidelijke signaal afgeven dat we de crisis het hoofd zullen bieden en de impasse zullen doorbreken. Daarom ben ik blij in alle betogen van de leden van dit Parlement te horen dat het zo spoedig mogelijk sluiten van een verdrag uiteraard bovenaan onze agenda staat.
Ik weet niet of het een penalty wordt, maar feit blijft dat we een goal moeten scoren, en wel zo snel mogelijk. Ook ben ik blij dat de Parlementsleden net als het voorzitterschap van mening zijn dat we de huidige politieke situatie, het huidige politieke klimaat en de huidige politieke convergentie moeten benutten om het mandaat zo snel mogelijk om te zetten in een verdrag. Het verheugt mij daarom dat er ook een politieke consensus bestaat over het tijdschema dat ik hier heb gepresenteerd, het idee dat we snel voortgang moeten maken. Er is ook geen reden waarom we dat niet zouden doen. Zoals ik al zei, is het datgene wat de Europese economie verwacht, wat de andere Europese instellingen verwachten en wat de wereld verwacht: met andere woorden, dat we snel voortgang maken.
De uiteindelijke consensus, de overeenkomst en de wederzijdse inzet zijn zo helder en nauwkeurig geformuleerd dat niemand verwacht dat we vastlopen in eindeloze discussies, vooral daar die discussies achter gesloten deuren plaatsvinden. Gelukkig is men algemeen van mening dat het omzetten van het mandaat in een verdrag de hoogste prioriteit heeft. Uiteraard heb ik de kwestie van het mandaat ter sprake gebracht en gezegd dat het voorzitterschap niet bevoegd is zijn mandaat te heropenen of te wijzigen. Dit is een belangrijk punt, mijns inziens zelfs het belangrijkste punt. Niemand verwacht dat, en ik weet zeker dat alle lidstaten die er die avond bij waren en een vast akkoord wilden bereiken zich er terdege van bewust zijn wat voor negatieve impact dat zou hebben op het imago van de instellingen en van Europa als geheel. Ik weet daarom zeker dat geen enkele lidstaat of politieke leider deze mogelijkheid zou voorstaan, en dat u het met mij eens bent dat wij alleen maar moeten zorgen dat het mandaat blijft zoals het is en dat mandaat moeten omzetten in een verdrag.
Het is een open deur, ik weet het: deze Unie wordt door iedereen gedragen en iedereen is nodig. Ik weet heel goed voor welke taak het voorzitterschap zich gesteld ziet, namelijk het bereiken van een overeenkomst tussen 27 lidstaten; niet 26, 25 of 24, maar 27. Dat is wat het verschil uitmaakt tussen een unie en een bondgenootschap. Wij zijn geen bondgenootschap, wij zijn een Unie, en omdat we een unie zijn, zijn we allemaal onontbeerlijk en moeten we allemaal meedoen. Daarom zeggen we dat we onze schouders eronder zullen zetten om zo snel mogelijk onze wens te realiseren: dat Europa in oktober, bij de eerste gelegenheid, niet de laatste, maar de eerste gelegenheid in staat is een duidelijk signaal aan de Europeanen en de wereld af te geven dat zij haar institutionele crisis heeft overwonnen.
Nog een aantal opmerkingen over de ratificatie van het verdrag. Ratificatie op nationaal niveau is een probleem voor de lidstaten, niet voor Europa. Na wat ik heb gehoord, wil ik er hier op wijzen dat ratificatie door een parlement in geen enkele liberale democratie wordt gezien als onrechtmatig of incompatibel met de beste waarden van een moderne democratie. Mijns inziens strekt de poging om ratificatie door het parlement naar beneden te halen de representatieve democratie niet tot eer. Ik heb begrip voor mensen die voorstander zijn van referenda en een zekere mate van directe democratie. Ik vind dat zeer positief en geloof dat referenda en een meer participatieve democratie de democratie verrijken. Maar een directere en meer participatieve democratie mag nooit of te nimmer worden gebruikt tégen de representatieve democratie. Ik vind dat een vals argument, laat dat duidelijk zijn. Parlementen zijn bij wet bevoegd om verdragen goed te keuren en dat in naam van het volk te doen. Dit leert ons de theorie van de democratie, en ik leef al zo lang met die waarden dat ik ze niet wil loslaten, en zeker niet nu.
Een tweede onderwerp dat ik wil aansnijden, waarde Parlementsleden, is het extern beleid, een van de prioriteiten van dit voorzitterschap. Het is een van onze prioriteiten omdat we daar niet omheen kunnen. Er zitten duidelijk lacunes in het buitenlands beleid van de EU. Uiteraard willen we deze lacunes opvullen. Eén hebben we al opgevuld, te weten Brazilië.
De EU heeft topconferenties gehouden met China, India en Rusland, maar niet met Brazilië, het vierde BRIC-land. Dit is niet gebeurd, maar zou moeten gebeuren, omdat zo’n topontmoeting de consistentie bevordert van het beleid ten aanzien van de opkomende economische grootmachten en het belang vergroot van de betrekkingen tussen Europa en Latijns-Amerika. Deze strategische betrekkingen zijn ook van wezenlijk belang als het gaat over wereldwijde governance. Mijns inziens bevindt Europa zich in een betere positie om haar invloed bij mondiale politieke kwesties te doen gelden nu zij een strategisch partnerschap met Brazilië is aangegaan.
Over één ding heb ik geen enkele twijfel. Het buitenlands beleid van de EU is rijker geworden als gevolg van de overeenkomst die we tijdens de top met Brazilië hebben gesloten. Het blijft natuurlijk afwachten, maar ik heb goede hoop dat de top heeft bijgedragen aan een beter klimaat voor de dialoog tussen Europa en Brazilië. Dit zal op zijn beurt de Doharonde en de onderhandelingen over een wereldhandelsakkoord vooruithelpen. Ik heb daar hoge verwachtingen van, en ik geloof in de voordelen van een succesvolle Doharonde, en een akkoord in dat kader, voor de hele wereld, voor de regulering van de globalisering en ook voor de bevordering van een vrijere handel en meer ontwikkeling, met name in de minst ontwikkelde landen.
Nog een opmerking over Afrika: we hebben ook een specifiek beleid ten aanzien van Afrika nodig. Europa moet bepalen of zij vooruit wil of de status quo wil handhaven, iets wat we al zeven jaar doen. Er moet iets gebeuren, en ik wil u eraan herinneren dat we die keuze al zeker negen maanden geleden hebben gemaakt. De Europese Raad heeft al besloten een top te houden, en tijdens de laatste drie bijeenkomsten werd gezegd dat de top nog dit jaar, tijdens het Portugese voorzitterschap, zal plaatsvinden. We hebben genoeg nagedacht over een top dus, het is nu tijd om de top te houden.
Ik wil nog iets zeggen over de top EU-Afrika. Ten eerste kan Europa mijns inziens niet langer de prijs betalen voor het ontbreken van een gestructureerde, institutionele en strategische dialoog met Afrika, een fout die ons al duur is komen te staan. Wij in Europa betalen de prijs, maar de Afrikanen ook, en er zijn mensen die eronder lijden dat wij geen dialoog met Afrika hebben. Als wij in dit Parlement aan mensenrechten en honger denken, moeten we ook bedenken dat een top met Afrika een grote bijdrage zou leveren, niet alleen aan het oplossen van ontwikkelingsproblemen en aan een betere aanpak van het hongerprobleem in Afrika, maar ook aan een beter antwoord op de problemen met governance en mensenrechten in Afrikaanse landen.
Zo zie ik het. Als we niets doen, komt een oplossing voor de problemen in elk geval niet dichterbij. Dat lijkt me niet de juiste weg. Wat Afrika betreft, waarde Parlementsleden, wilde ik nog zeggen dat ik erg bedroefd was over het nieuws over de Bulgaarse verpleegsters, waar eerdere sprekers al over repten. U moet weten dat we die zaak al een hele tijd volgen. Zoals u weet is Portugal een van de landen met de beste betrekkingen met de Noord-Afrikaanse landen, waaronder Libië. We hebben de kwestie op de voet gevolgd en gedurende een lange periode overleg gevoerd met de Libische autoriteiten. We hebben tijdens deze zes maanden een grotere verantwoordelijkheid en beseffen heel goed hoe belangrijk deze kwestie is. We werken hieraan, onlangs nog samen met de voorzitter van de Commissie in Accra. We zullen alles in het werk stellen om een goede afloop te bewerkstelligen. We hebben nog de mogelijkheid om tegen de beslissing in beroep te gaan. Zoals gezegd houden we de zaak in de gaten, en we hopen dat u begrip hebt voor de diplomatieke fijngevoeligheid van de zaak. Wij streven naar een bevredigende afloop van deze kwestie. Ik neem aan dat u begrijpt dat politieke retoriek niet altijd nuttig is, maar u weet allen hoe zeer wij ons best doen om deze zaak tot een goed einde te brengen.
Nog twee opmerkingen. Ten eerste over de klimaatverandering: ik ben één ambtsperiode minister van Milieu geweest, en herinner me nog hoe lastig het toen, in 2000, was om de klimaatverandering ter sprake te brengen. Dat probleem is verleden tijd. De situatie is nu geheel anders; we weten nu dat de operationele synthese tussen innovatie en energie klimaatverandering is. Van verschillende kanten klinkt de roep om snelle maatregelen, maar ik denk dat u het met mij eens bent dat de besluiten die we tijdens de Europese Raad van afgelopen lente hebben genomen absoluut essentieel waren om Europa geloofwaardigheid op dat vlak te geven en Europa politiek in staat te stellen leiderschap te tonen, voorop te lopen en een politiek antwoord op dit mondiale probleem te formuleren.
Wij zullen de gebeurtenissen nauwlettend in de gaten houden. Als ik de tijd vind – en dat ben ik wel van plan – zal ik op Bali de EU vertegenwoordigen en vertellen dat de EU bereid is het leiderschap voor het post-Kyoto-kader en voor het wereldwijde antwoord op de klimaatverandering op zich te nemen. Tegelijkertijd wil ik duidelijk maken dat we ons ook moeten houden aan onze interne agenda met onder andere het technologische energieplan, waar we ons samen met de Commissie over zullen buigen, en de oprichting van het Europees Technologisch Instituut, waar wij een groot voorstander van zijn. Dit instituut zal zijn eerste kennis- en innovatiegemeenschap (KIG) in het leven roepen, en dat eerste initiatief is uiteraard, en ook symbolisch, gericht op klimaatverandering.
Tot slot een paar woorden over biobrandstoffen: we kunnen geen oplossing uit de hoge hoed toveren, maar de inzet van biobrandstoffen is momenteel de meest efficiënte manier om CO2 in het vervoer te reduceren. Ik twijfel hier niet aan, en als er vooruitgang geboekt kan worden in de vorm van een geschikte oplossing die bijdraagt aan deze reductie, dan mogen we deze niet laten liggen, ook al hebben ze natuurlijk bepaald geen gunstige invloed op andere gebieden. Ik denk echter dat de balans voor biobrandstoffen zeer positief uitvalt, en dat zou ons ertoe moeten bewegen ermee door te gaan.
Tot slot de immigratie. Dit onderwerp zal een van de belangrijkste thema’s zijn tijdens ons voorzitterschap. We zullen er werk van maken. Europa moet haar visie op immigratie duidelijk op een rijtje krijgen. Volgens mij is ons immigratiebeleid alleen effectief en conform onze waarden als het stoelt op drie pijlers: ten eerste het verhinderen van illegale immigratie, het versterken van de veiligheid aan de grenzen en de strijd tegen misdaden tegen de menselijke waardigheid. De tweede pijler is de strijd voor een alomvattend, humaan beleid. Europa is vandaag de dag een continent dat plaats biedt aan vele miljoenen immigranten, die ook zitten te wachten op een definitie van immigratie. In de derde pijler moet ons beleid in samenspraak met de landen van herkomst worden vastgesteld, zodat migratiestromen tot beider voordeel kunnen worden gereguleerd. Het Europese beleid zou zich op deze drie pijlers moeten baseren, die dan wel gedocumenteerd dienen te worden. Daarom zullen we de komende zes maanden conferenties organiseren en onze samenwerking met de Commissie en de heer Frattini voortzetten om een consistent en uitgebreid EU-immigratiebeleid, dat het probleem het hoofd biedt, op poten te zetten en te publiceren.
Mijnheer de Voorzitter, waarde leden van het Parlement, nogmaals mijn hartelijke dank voor alle opmerkingen. Afsluitend het volgende: we hebben ons plan, we zien de komende zes maanden vol vertrouwen tegemoet, met de energie en bereidheid van die politieke leiders die gedurende hun politieke loopbaan altijd hebben geloofd in het Europese project. Ik heb al eerder gezegd dat ik ben geboren in 1957, het jaar van Europa, en één jaar na onze toetreding tot de EU in het Parlement werd gekozen. Ik ben een Europees politicus, en daarom voel ik mij telkens als ik hier kom vereerd dat ik Europa op zo’n plaats ten dienste mag zijn. Daarom gaan we vol vertrouwen van start, het vertrouwen van iemand die zeer bekend is met het Europese project. We hebben een plan, maar een plan is slechts een plan. Natuurlijk zullen we tegen onverwachte dingen aanlopen, situaties die niet volgens plan verlopen, niet waren voorzien, en misschien is het maar goed ook dat de politiek zo is, anders zouden er geen politici aan te pas hoeven komen, aangezien politici er zijn om het hoofd te bieden aan onvoorziene situaties. Het plan vormt onze leidraad bij onze werkzaamheden, en als er onvoorziene of onverwachte dingen gebeuren, staan we klaar, gewapend met voor een politicus belangrijke zaken: de waarden, beginselen en richtlijnen die ons altijd de weg hebben gewezen bij het bouwen aan een sterker Europa ten dienste van een betere wereld.
De Voorzitter. – Dank u, mijnheer de voorzitter.
De Voorzitter. – Mijnheer de fungerend voorzitter, we hebben vertrouwen in u. Het Europees Parlement zal aan uw zijde staan om ervoor te zorgen dat u zult slagen. Als u slaagt, slaagt immers ook de Europese Unie. Veel succes met uw voorzitterschap.
José Manuel Barroso, voorzitter van de Commissie. (PT) Mijnheer de Voorzitter, waarde collega’s, ik wil allereerst van de gelegenheid gebruik maken om naar aanleiding van het verontrustende nieuws dat ons bereikte onze solidariteit met de Bulgaarse verpleegsters en hun families te betuigen, en ook met de Palestijnse arts. We zijn zeer teleurgesteld in deze besluiten, maar tegelijkertijd heb ik er alle vertrouwen in dat er een oplossing wordt gevonden. Ik wil in het bijzonder de Bulgaarse verpleegsters en hun families verzekeren dat de Europese Commissie samen met de voorzitter van de Raad en de lidstaten alles in het werk zal stellen om hun recht op leven en vrijheid te beschermen.
Premier, het debat heeft duidelijk aangetoond dat het Parlement de speerpunten van het Portugese voorzitterschap van de Raad onderschrijft. De heer Schulz zei al dat verschillende politieke en ideologische stromingen hun steun aan het Europese project hebben betuigd. Het Europese project behoort niet uitsluitend toe aan de een of andere politieke of ideologische richting. Het dient de politieke krachten bijeen te brengen die allemaal tot doel hebben een sterker Europa te creëren, een Europa dat beantwoordt aan de eisen van haar burgers. Dat hebben we hier vandaag gezien. Wij staan volledig achter uw analyse wat betreft de noodzaak de institutionele kwestie op te lossen. Het feit dat de institutionele kwestie niet is opgelost, heeft een spoor van twijfel, scepsis, negativiteit en soms zelfs cynisme afgeroepen over alles wat Europa heeft gedaan.
Europa zit niet in een impasse. De afgelopen jaren hebben we heel wat harde noten gekraakt, en de samenwerking tussen de verschillende instellingen heeft daar een belangrijke rol in gespeeld: we hebben voor de komende zeven jaar een begroting vastgesteld, we hebben na veel overleg een consensus weten te bereiken over een onderwerp waarover de meningen net zo verdeeld waren als bij de dienstenrichtlijn, tijdens de Europese Raad van maart hebben we het meest ambitieuze pakket maatregelen tot nu toe aangenomen in de strijd tegen de klimaatverandering, en de opnieuw gelanceerde Lissabon-strategie werpt dankzij een nieuw bestuurssysteem haar vruchten af. Over het algemeen gesproken maakt Europa nu een succesvolle periode door; we hebben economische groei die ons reden tot optimisme geeft, we scheppen meer banen dan onze Amerikaanse partners, en de resultaten van de Eurobarometer bevestigen dat het vertrouwen in Europa zijn hoogste punt in acht jaar heeft bereikt. Het gaat dus gewoon beter.
Deze twijfel zal echter zijn schaduw werpen zolang de institutionele kwestie niet is opgelost, met name als we buiten Europa vragen krijgen waar we de nodige aandacht aan moeten schenken. We krijgen de vraag voorgelegd hoe de Europeanen denken de wereld te kunnen leiden in de strijd tegen de klimaatverandering, hoe de Europeanen hun energievoorziening willen veiligstellen, hoe de Europeanen hun economie willen veranderen in een van de eerlijkste, meest omvattende en meest concurrerende economieën ter wereld, als ze zelf niet eens in staat zijn om te bepalen hoe hun instellingen moeten werken en hoe beslissingen moeten worden genomen.
Dit is dus een kwestie van geloofwaardigheid. Daarom is het absoluut noodzakelijk dat we de institutionele kwestie oplossen, en de premier en de fungerend voorzitter van de Raad weten zich vandaag verzekerd van de ondubbelzinnige steun van het Parlement en zeker ook van de Commissie bij het vinden van een oplossing die volledig binnen het mandaat past en bij voorkeur nog vóór de Europese Raad in oktober wordt gevonden. Dat moet ons doel zijn en daarin, premier, staan wij volledig achter u.
Tot slot wil ik nog toevoegen dat we de speerpunten die tijdens de Europese Raad van december zijn vastgelegd zorgvuldig hebben bestudeerd: immigratie en vraagstukken met betrekking tot de nieuwe agenda voor veiligheid, rechtvaardigheid en vrijheid in Europa. Een van de verbeteringen die we in het verdrag hebben aangebracht, is de uitbreiding van onze bevoegdheid in kwesties betreffende rechtvaardigheid, vrijheid en veiligheid. Zoals eerdere sprekers al zeiden, zijn immigratievraagstukken cruciaal vanuit menselijk oogpunt; ze zijn menselijke drama’s die ons nopen tot handelen. Wat betreft de agenda voor innovatie heeft de premier nu de gelegenheid te baat genomen zijn ondubbelzinnige steun uit te spreken voor het opzetten van een Europees Technologisch Instituut, het lanceren van de eerste kennis- en innovatiegemeenschap, waarbij de innovatie specifiek is gericht op het vraagstuk van de klimaatverandering, en verder voor alles wat de agenda voor innovatie een nieuwe impuls kan geven. Dit is een van de onderwerpen waarop Europa niet mag achterblijven of toegeven, niet alleen met betrekking tot onze Amerikaanse partners, maar ook met betrekking tot andere opkomende landen; Europa moet haar inspanningen op dit gebied vergroten. Mijns inziens mogen we trots zijn op onszelf als we deze doelstellingen halen.
Waarde Parlementsleden, we hebben al gesproken over Afrika: we kunnen niet toestaan dat onze betrekkingen met een continent als het Afrikaanse afhangen van de een of andere dictator, wie dat ook is. Europa heeft partnerschappen op het allerhoogste niveau met Azië, waar dictators regeren, en met Latijns-Amerika, waar ook niet alle landen democratisch zijn. Sterker nog, voor een aantal van deze dictators wordt in een aantal Europese hoofdsteden de rode loper uitgelegd. Ik snap daarom niet waarom we geen betrekkingen op hoog niveau met Afrika zouden mogen hebben, terwijl we tegelijkertijd de deur openhouden voor diegenen die de democratische ontwikkeling van Afrika soms zelfs belemmeren, omdat we in feite door de een of andere dictator worden gegijzeld.
Daarom staan we vierkant achter dit speerpunt van het Portugese voorzitterschap, en tijdens de top moeten democratie, vrijheid, mensenrechten en de noodzaak onze betrekkingen te ontwikkelen voor een goed bestuur in Afrika, en eventuele andere onderwerpen in elk geval hoog op de agenda staan, evenals alle andere betrekkingen tussen onze continenten. Als dat gebeurt, mogen we blij zijn met dit voorzitterschap omdat we dan zes maanden lang werken aan een sterker Europa en daarmee aan een betere wereld; een Europa waarin we in de praktijk kunnen zien dat alleen samenwerking leidt tot resultaten die werkelijk het belang van de Europese burger dienen.
(Applaus)
De Voorzitter. Het debat over het Portugese voorzitterschap is gesloten.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Alessandro Battilocchio (NI), schriftelijk. - (IT) Naast de hervorming van de instellingen, zonder welke de Europese Unie niet de rol zal kunnen spelen die haar op wereldniveau toekomt, en naast het probleem van de mededinging in het kader van de strategie van Lissabon, hoop ik dat het Portugese voorzitterschap vooral zijn schouders zet onder wat ons voornaamste knelpunt is: de energieafhankelijkheid en de klimaatverandering, zoals ik al meerdere keren betoogd heb.
De energievoorziening is niet alleen een business, het is ook het probleem voor de toekomst, zoals blijkt uit onze zorgen over de dreigende uitputting van niet-vernieuwbare energiebronnen en de verplichtingen van het protocol van Kyoto. Alleen als wij in een gedegen situatie van onafhankelijkheid van externe leveranciers terechtkomen, kunnen wij garanderen dat Europa op de lange termijn een voortrekkersrol zal vervullen in de wereldeconomie. Dan kunnen wij ook een sterkere positie op geopolitiek vlak veroveren, zonder dat wij steeds ons hart moeten vasthouden voor chantage van buitenaf. Dit is een onontbeerlijke voorwaarde om stabiliteit, democratie en respect voor de mensenrechten in de wereld te bevorderen. Wij moeten dus trachten al onze aandacht, energie en middelen te concentreren op wat wij reeds bezitten: kernenergie, en op wat wij kunnen krijgen: vernieuwbare energiebronnen. Dit moet gaan via bevordering van onderzoek, stimulering van cofinanciering door de nationale overheden en de particuliere sector, belastingmaatregelen, hervorming van de vervoerssector en het terugroepen van Europese experts die bij gebrek aan arbeidskansen zijn uitgeweken naar het buitenland.
Margie Sudre (PPE-DE), schriftelijk. - (FR) Het Portugees voorzitterschap moet zich concentreren op de ondertekening door de Zevenentwintig van het nieuw institutioneel verdrag in Lissabon, in oktober aanstaande. Dat is het prioritaire doel, en het mandaat dat de laatste Europese Raad de Intergouvernementele Conferentie daarvoor heeft gegeven, is duidelijk en precies.
De opening van een nieuwe cyclus in de Strategie van Lissabon voor groei en werkgelegenheid is een gelegenheid om de sociale dimensie het belang en de zichtbaarheid te geven die zij verdient. Dat betekent vooral een betere coördinatie van het werkgelegenheidsbeleid en de ontwikkeling van flexizekerheid, opdat onze medeburgers verzoend kunnen worden met Europa en zijn hernieuwd economisch model.
Ik weet zeker dat het Portugees voorzitterschap bijzondere aandacht zal schenken aan de ultraperifere regio’s van de Unie, zoals Madeira en de Azoren, waarvan zij de specifieke situatie goed kent, om de communautaire maatregelen ten gunste van deze regio’s nieuw elan te geven. Deze maatregelen betreffen vooral het nabuurschapsbeleid en de door de ultraperifere ligging veroorzaakte meerkosten.
Het is absoluut noodzakelijk dat de laatste Top van Brussel een gunstig effect sorteert en laat zien dat de hernieuwde Europese geest sterker is dan het nationaal egoïsme. Ik hoop van ganser harte dat het Portugees voorzitterschap erin slaagt munt te slaan uit de krachtige politieke impuls waarmee Duitsland zijn voorzitterschap afsloot.