Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0268/2007

Debatten :

PV 11/07/2007 - 14
CRE 11/07/2007 - 14

Stemmingen :

PV 12/07/2007 - 6.10
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 11 juli 2007 - Straatsburg Uitgave PB

14. Palestina (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over Palestina.

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel Lobo Antunes, fungerend voorzitter van de Raad. (PT) Mevrouw de Voorzitter, geachte afgevaardigden, ik wil u zeggen dat het de oprechte wens van de Raad is om met het Parlement te debatteren over de dramatische gebeurtenissen die vorige maand in Gaza hebben plaatsgevonden, conform het verzoek tijdens de plenaire vergadering van 19 juni.

De Raad en de Commissie hebben meteen gereageerd, zoals duidelijk is gemaakt in de conclusies van de Raad van 18 juni, waarin is verwoord dat we de burgerbevolking van Gaza niet in de steek zullen laten. Al het mogelijke wordt gedaan om ervoor te zorgen dat de humanitaire hulp Gaza bereikt, waarbij u moet denken aan onze inspanningen om financiële hulp te verlenen en er langs politieke weg voor te zorgen dat Israël humanitaire-hulpkonvooien toelaat tot dat gebied. We houden ook onze grensbijstandsmissie bij Rafah stand-by. Als de partijen tot een akkoord kunnen komen over het heropenen van de missie en de situatie ter plekke het toelaat, zal de EU de steun om deze grensovergang tussen Gaza en Egypte naar behoren te laten functioneren, hervatten.

We steunen het noodkabinet van premier Salam Fayyad. De betrekkingen tussen dat orgaan van de Palestijnse Autoriteit en de EU zijn onmiddellijk genormaliseerd. Israël heeft ook concrete verplichtingen. Het moet hetzelfde doen en eindelijk alle Palestijnse belasting- en douane-inkomsten beschikbaar stellen, en de toegang tot en het reizen rond de Westelijke Jordaanoever en Gaza vergemakkelijken zodat de Palestijnen handel kunnen drijven. Bovenal moet Israël een bijdrage leveren aan het geloofwaardige vredesproces waarmee Palestijnse leiders zoals president Abbas en premier Fayyad bezig zijn. Dat zou een enorme stimulans zijn.

De benoeming van Tony Blair als nieuwe gezant van het Kwartet laat er geen twijfel over bestaan dat de internationale gemeenschap actief betrokken blijft bij deze kwestie. We zijn verheugd dat de voormalige Britse premier zich beschikbaar heeft gesteld voor deze taak en hopen oprecht dat zijn werkzaamheden de rol van de EU in het vredesproces zullen helpen versterken.

 
  
  

VOORZITTER: LUIGI COCILOVO
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, sinds ons laatste debat in dit Huis is de situatie in de bezette Palestijnse gebieden diepgaand veranderd.

Er zijn verschillende ontwikkelingen die we moeten verwelkomen. Israël heeft eindelijk de overdracht van belasting- en douane-inkomsten hervat, de Europese Unie heeft besloten om haar betrekkingen met de Palestijnse Autoriteit te normaliseren en er is nu een Palestijnse regering onder leiding van premier Salam Fayyad. Na een onderbreking van drie maanden zijn de bilaterale ontmoetingen tussen Abbas en Olmert weer hervat. En tot slot heeft het me, zoals zo veel anderen, zeer veel vreugde gedaan om te horen dat BBC-correspondent Alan Johnston na meer dan drie maanden gevangenschap was vrijgelaten.

Anderzijds bestaat er na de overname van de Gaza-strook door Hamas nu het grote risico van een scheuring tussen de partijen in de Palestijnse gebieden. De bevolking van de Gaza-strook wordt geïsoleerd van de wereld en de spanningen tussen de Palestijnse facties zijn nog nooit zo groot geweest. De oprichting van een levensvatbare Palestijnse staat is op zijn minst in gevaar.

We moeten blijven werken aan de ontwikkeling van een politiek perspectief dat kan leiden tot vrede en welvaart in de regio. Ik hoop dat de komende bilaterale ontmoeting tussen president Abbas en premier Olmert, die hopelijk op 16 juli zal plaatsvinden, zal bijdragen aan het scheppen van een geloofwaardig politiek perspectief voor het Palestijnse volk en de weg zal plaveien voor hun gezamenlijke bijeenkomst met het Kwartet in een later stadium.

Ik hoop dat het Kwartet zijn samenwerking met de Arabische partners zal kunnen voortzetten en ik zie uit naar de komende bijeenkomst van het Kwartet, die waarschijnlijk volgende week zal plaatsvinden en waar alle onderwerpen kunnen worden besproken. Ik verwelkom de benoeming van Tony Blair als afgezant van het Kwartet, die ongetwijfeld nog meer dynamiek zal geven aan onze rol in het vredesproces in het Midden-Oosten. Hij kan een stuwende kracht voor vooruitgang worden, samen met het Arabische vredesinitiatief. Ik zal hem uiteraard alle mogelijke steun geven, zoals we die ook hebben gegeven aan Jim Wolfensohn, inclusief het personeel voor zijn team in Jeruzalem.

Met betrekking tot de hulp heeft de Commissie snel gereageerd op de nieuwe situatie. Ik heb een brief ontvangen van premier Fayyad waarin hij aangeeft waar hij het meest behoefte aan heeft. We staan klaar en zijn natuurlijk al bezig om gelden vrij te maken voor steun aan de nieuwe regering. Het Kwartet, de Raad van ministers van Algemene Zaken en Raad van ministers van Buitenlandse Zaken hebben de verlenging van het tijdelijke internationale mechanisme (TIM) tot eind september bekrachtigd. Om de operaties in het kader van het TIM in het derde kwartaal te financieren, hebben we een verzoek ingediend bij de begrotingsautoriteit voor de overboeking van tachtig miljoen euro. Het doet me veel genoegen en ik bedank u voor het feit dat de Begrotingscommissie deze week heeft ingestemd met deze overboeking. Nu kunnen we steun geven, via het TIM, tot het eind van de verlenging. Directe financiële steun aan de Palestijnse autoriteit wordt al voorbereid in de vorm van een plan om achterstallige betalingen van de particuliere sector te financieren, iets waar Salam Fayyad ons om heeft gevraagd. Dit zou een positief effect hebben op de financiële situatie van zowel de Palestijnse Autoriteit als de particuliere sector. We zijn hier middelen voor aan het zoeken.

De Commissie heeft de opbouw van de instituties van de toekomstige Palestijnse staat, iets waar we al lang mee bezig zijn, weer ter hand genomen. We verstrekken ook technische hulp aan het ministerie van Financiën. Er is onlangs een steunproject van start gegaan op het gebied van interne controle en audit binnen het ministerie, en binnenkort zullen er nog twee volgen. Eén daarvan betreft het beheer van douaneheffingen en het andere het beheer van belastingopbrengsten.

Tot slot enkele woorden over de Gaza-strook. We zullen de bevolking van de Gaza-strook natuurlijk niet in de steek laten en het doel van een Palestijnse staat niet opgeven. We geven humanitaire hulp en noodhulp aan de bevolking van de Gaza-strook, en de partners van ECHO doen het werk ter plaatse. Via het TIM worden sociale uitkeringen en brandstof gefinancierd. De situatie kan echter verder verslechteren omdat de toegang tot de Gaza-strook nog steeds een probleem is. Daarom moeten we nog meer met de Egyptenaren en de Israëli’s samenwerken om de grensovergangen bij Rafah en Karni weer te kunnen openen. Het feit dat deze nog steeds gesloten zijn, belemmert de doorgang van personeel en goederen in het kader van de humanitaire hulp en het is te hopen dat dit geen rampzalige gevolgen zal hebben voor de economie van de Gaza-strook.

De grensovergangen moeten worden heropend ten behoeve van de humanitaire hulp en de handel. Als de economie instort, zal dat ernstige consequenties hebben voor de veiligheid in de hele regio, voor de toekomst van de Palestijnse staat en, jawel, ook voor de begroting van de Commissie. We mogen de bevolking van de Gaza-strook niet volledig afhankelijk laten worden van buitenlandse hulp.

 
  
MPphoto
 
 

  José Ignacio Salafranca Sánchez-Neyra, namens de PPE-DE-Fractie. (ES) Mijnheer de Voorzitter, het Europees Parlement zal morgen een resolutie over de situatie in het Midden-Oosten aannemen waarover via de gebruikelijke procedures consensus is bereikt.

Maar buiten dit, mijnheer de Voorzitter, zijn er twee feiten waar ik in mijn interventie speciaal bij stil wil staan. Ten eerste de benoeming van de Britse oud-premier Tony Blair tot speciale afgezant van het Kwartet. Het lijkt erop, en dat is een vraag die ik wil stellen aan het fungerend voorzitterschap van de Raad, dat een van zijn taken is om te waken over een correcte besteding van de middelen van de internationale gemeenschap in de regio.

Het tweede punt dat ik wil noemen, mijnheer de Voorzitter, is de brief die door tien ministers van Buitenlandse Zaken is ondertekend, waaronder de Portugese minister die nu het fungerend voorzitterschap van de Raad bekleedt, en die onomwonden is bekritiseerd door de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid.

In die brief wordt gesteld dat de Europese Unie een gebrek aan overtuiging tentoonspreidt in haar Midden-Oosten-beleid, dat de routekaart niet meer werkt - een krasse uitspraak -, dat de verantwoordelijkheid hiervoor een gezamenlijke is, en dat de voorwaarden die de Europese Unie en de internationale gemeenschap als geheel hebben gesteld, de situatie hebben verergerd.

Ik wil het fungerend voorzitterschap van de Raad vragen of hij deze opvattingen deelt - ik begrijp dat dit het geval is - en of hij deze op persoonlijke titel heeft geuit, als minister van Portugal, of namens de Europese Unie.

En tot slot, mijnheer de Voorzitter, zou ik ook willen vragen naar de voorstellen die in de brief worden gedaan: het in de nabije toekomst houden van een internationale conferentie over de situatie in het Midden-Oosten en het op de been brengen van een internationale troepenmacht, onder de vlag van de NAVO of op basis van hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties, die de vrede moet bewaren en een eventueel staakt-het-vuren moet handhaven.

 
  
MPphoto
 
 

  Hannes Swoboda, namens de PSE-Fractie. (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, beste commissaris, over de toestand in het Midden-Oosten worden nu veel krokodillentranen geplengd. Men had toch eigenlijk moeten weten dat het gemakkelijk zover zou kunnen komen. Natuurlijk waren de zelfvernietigende krachten van de Palestijnse politiek niet precies te overzien, maar waar was de ondersteuning van Israël voor president Abbas de afgelopen jaren? Wanneer hebben wij moord en brand geschreeuwd, omdat Abbas niet ondersteund werd? En waar was de visionaire en zelfstandige strategie van de Europese Unie? En waarom, mijnheer de voorzitter van de Raad, mevrouw de commissaris, hebben we de kritiek van mijnheer De Soto op het beleid van het kwartet gewoon genegeerd? Is dat ons slechte geweten? Is het het inzicht dat hier echt iets verkeerd is gegaan? Want collega Salafranca, we moeten toch toegeven dat er iets fout is gegaan.

Ik wil nu echter geen oude koeien uit de sloot halen, omdat het per slot van rekening om de toekomst gaat. Wat moet er gedaan worden? Mijn fractie heeft onlangs een Midden-Oosten-conferentie gehouden onder leiding van Pasqualina Napoletano en wij komen tot dezelfde bevindingen als de tien ministers van Buitenlandse Zaken die onlangs hun standpunt in een artikel hebben neergelegd. Ik zou graag hebben gezien dat alle ministers van Buitenlandse Zaken dat gezamenlijk gedaan hadden. Vooral nu moet de regering-Abbas/Fayyad daadkrachtig ondersteund worden. Maar we moeten niet de illusie koesteren dat een dergelijke steun zou betekenen dat de problemen met Hamas opgelost zijn of militair op te lossen zijn door de troepen van Abbas te bewapenen. Want dat denken sommigen! De harten en hoofden van de Hamas-kiezers zullen we zo zeker niet winnen.

De grenzen van 1967 moeten eindelijk door Israël erkend worden, ten minste als uitgangspunt van de onderhandelingen. Natuurlijk zullen er nog paar verschuivingen plaatsvinden. We hebben een allesomvattende discussie nodig over alle aspecten, van de terugkeer van vluchtelingen tot de muur. Die zaken zijn niet eenvoudig op te lossen, maar ze moeten open en eerlijk besproken worden. Ook moeten we het Arabische vredesplan erbij betrekken om echt tot vrede te komen tussen Israël en zijn Arabische buurlanden.

Het doel moet het voorkomen van geweld zijn. Maar we moeten rechtvaardig zijn. Als we van de ene partij verlangen dat ze geweld afzweren, dan moeten we dat ook van de andere partij eisen en dat was in de afgelopen maanden niet het geval.

Tot slot een paar woorden over Tony Blair en zijn missie: we hadden liever gezien dat Tony Blair in zijn tien jaar als premier een actief, progressief en succesvol Midden-Oosten-beleid had gevoerd. Een dergelijk beleid hebben we niet gezien. Misschien weet Tony Blair zich nu van sommige – Atlantische en andere – ketens te bevrijden en kan hij een andere rol spelen. Wij zouden dat ten zeerste toejuichen. Wij wensen hem veel geluk toe bij zijn inspanningen voor de regio, maar hij zal hard moeten werken aan een politiek die anders is dan die van de afgelopen jaren.

 
  
MPphoto
 
 

  Annemie Neyts-Uyttebroeck, namens de ALDE-Fractie. Voorzitter, Raadsvoorzitter, commissaris, de vorige betogen hebben al duidelijk aangetoond dat er een en ander is veranderd in onze respectieve opstellingen jegens de situatie in het Midden-Oosten in het algemeen en de problematiek Israël-Palestina in het bijzonder.

Ook ik zal daarvan getuigen, maar wat ik niet zal doen - in tegenstelling tot sommigen - is als het ware afstand nemen van die opstellingen, want ik voel mij eigenlijk, ook namens mijn fractie, medeverantwoordelijk voor alles wat er tot nu wel en niet is gebeurd. Het is wat al te gemakkelijk om te zeggen: dat zijn dezen of genen en wij zijn nu de goeden, want wij weten wat er voortaan moet gebeuren. Ik denk dat we allemaal medeverantwoordelijk zijn voor de gang van zaken, voor het niet-optreden van de ene of het te laat optreden van de andere.

Hoe dan ook, wat er in Gaza is gebeurd, leek op een totale impasse, maar tegelijk heeft dat geleid tot een aantal ontwikkelingen die als het ware een window of opportunities vormen. De moedige opstelling van de president van de Palestijnse Autoriteit, van de eerste minister, het feit dat er weer gesprekken met Israël worden gevoerd, de bevrijding van Alan Johnston, waarover wij ons natuurlijk verheugen, en de vrijlating van een aantal Palestijnse gevangenen. We zouden alleen willen dat er nog meer worden vrijgelaten.

Het hernieuwde initiatief van de Arabische Liga, dat bijzonder belangrijk is, en de blijken van de bereidheid van Egypte, Jordanië en andere Arabische landen om zich veel meer in te zetten, zich veel meer te gaan inlaten met de verdere gesprekken, dat zijn allemaal evenveel hoopgevende tekenen. Dat betekent natuurlijk niet dat de situatie in Gaza niet ellendig zou zijn voor de betrokkenen. Ik verheug mij dan ook over de hernieuwde initiatieven van de Commissie, zoals ik me ook verheug over het feit dat Israël, hoewel het daarmee veel te lang gewacht heeft, eindelijk begonnen is met het overdragen van belastinggeld aan de Palestijnse Autoriteit.

Ik zou willen besluiten - want ik wil uw oproep om mij te houden aan mijn spreektijd respecteren, Voorzitter - met een oproep aan ons allen dat we nu gezamenlijk de politieke moed opbrengen om resoluut toe te werken naar de oplossing die we eigenlijk allemaal kennen: twee leefbare staten die vreedzaam naast elkaar leven binnen internationaal erkende grenzen. Als we die politieke moed kunnen opbrengen, allemaal, en onze kleine en soms grote verschillen opzijschuiven, dan daagt het misschien nog in het oosten.

 
  
MPphoto
 
 

  Liam Aylward, thar ceann an Ghrúpa UEN. – A Uachtaráin, cuirim fáilte mór roimh an sceál gur scaoileadh an t-iriseoir, Alan Johnston, ón BBC saor ó Gaza tar éis dó a bheith gafa le ceithre mhí anuas. Tá áthas ó chroí orm go bhfuil sé saor agus go bhfuil sé sa bhaile anois lena mhuintir agus lena chairde. Cuirim fáilte freisin roimh shocrú rialtas Iosrael an deireadh seachtaine seo caite 250 príosúnach a scaoileadh saor. Ach tá cúrsaí daonnachta in Gaza dona go fóill. Caithfear ord agus eagar a chur ar an soláthar bia atá ag dul isteach go muintir na Palaistíne. Níor cheart cead a thabhairt d'údaráis Iosrael cosc a chur ar an mbia ag teorainn Gaza agus Iosrael.

(EN) Het grootste probleem waarmee de bevolking van Gaza geconfronteerd wordt, is humanitair van aard. Het feit dat Hamas nu de Gaza-strook beheerst en Fatah de Westelijke Jordaanoever, helpt de Palestijnse zaak geen jota. Dit betekent in essentie dat de Palestijnen ervan kunnen worden beschuldigd dat ze met twee tongen spreken. Met andere woorden, Israël kan zich verschuilen achter het feit dat de Palestijnen nu verdeeld zijn en niet met één stem spreken. Ik ben ook van mening dat de Europese Unie zich in een zeer sterke positie bevindt om als onpartijdig bemiddelaar op te treden bij veel politieke problemen in het Midden-Oosten. Europa moet zich politiek veel sterker mengen in die problemen, om een burgeroorlog te voorkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Flautre, namens de Fractie Verts/ALE. (FR) Mijnheer de Voorzitter, u, de heer Antunes en negen van uw collega’s hebben gepleit voor een nieuwe aanpak in Palestina. Dat is inderdaad een mooi uitgangspunt. In het verslag van de speciale VN-coördinator De Soto wordt harde kritiek geleverd op de strategie van het Kwartet en ook de Europese Unie zelf komt er niet al te best van af. Haar strategie heeft niet geleid tot een normalisatie van Hamas op politiek vlak, noch tot de nakoming door Israël van zijn internationale verplichtingen, noch tot inspanningen voor eenheid onder de Palestijnen. Vandaag is er sprake van een humanitaire ramp die sociaal, economisch en politiek is getint. Welke nieuwe aanpak moeten we dan hanteren?

Mevrouw de commissaris, de Europese Unie is geen liefdadigheidsinstelling. Ze moet zich op politiek gebied inzetten en in de eerste plaats een geloofwaardig perspectief uitwerken voor een definitieve oplossing van het conflict. Het potentieel van het door de Arabische Liga voorgestelde vredesplan moet daartoe volledig worden benut. De Unie moet ijveren voor een internationale vredesconferentie die alle partijen bij elkaar brengt. Ze moet dat resoluut doen, desnoods door het voortouw te nemen binnen het Kwartet. De Unie moet alle middelen aanwenden om de Israëlische autoriteiten zover te krijgen dat ze aan hun internationale verplichtingen beantwoorden en om op juridisch vlak tastbare resultaten ten voordele van de Palestijnse burgers te behalen. De Europese Unie zou aan de grens met Rafah haar verantwoordelijkheid moeten nemen en de belemmeringen bij het uitvoeren van haar controlemissie – indien nodig in het openbaar – aan de kaak moeten stellen. De blokkade van de Gaza-strook, die een voedingsbodem legt voor een explosie van geweld en werd gevolgd door de overrompeling van Fatah, moet worden opgeheven. Het verkeer van personen en goederen tussen Gaza en de Westelijke Jordaanoever evenals tussen Gaza en Israël moet worden hersteld.

Ik sluit af, mijnheer de Voorzitter, door op te merken dat in een geval als dit de Europese Unie aan zijn partners zou moeten voorstellen te onderzoeken of het wellicht opportuun is een internationale troepenmacht in te zetten om de vrede alle kansen te geven.

 
  
MPphoto
 
 

  Luisa Morgantini, namens de GUE/NGL-Fractie. - (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik hoop werkelijk dat Tony Blair in de verlossingsfase zit, na de zonden die hij heeft begaan met de oorlog in Irak. Hopelijk kan hij nu een handje helpen om de Palestijnen vrede en rechtvaardigheid te garanderen en ook om de Israëli’s vrede te bezorgen. Ik ben daarom zeer erkentelijk voor de bijdrage van de tien Europese ministers van Buitenlandse Zaken, die Blair vier belangrijke punten hebben aangereikt waaraan gewerkt moet worden: vier dramatische kwesties die werkelijk spoedeisend zijn.

Om Mahmoud Abbas, het Palestijnse volk en Israël te helpen, moet er volgens mij hoognodig onderhandeld worden over een definitief akkoord. Ook moet er een einde worden gemaakt aan een brute militaire bezetting die al meer dan veertig jaar voortduurt. Dat is van essentieel belang, maar even belangrijk is de noodsituatie die daar heerst.

Als Europese Unie hebben wij verantwoordelijkheden: de Rafah-grensovergang moet heropend worden, waar zesduizend mensen onder de zon zitten, zonder enige beschutting, die niet naar huis terugkunnen. Wij moeten ervoor zorgen dat de EU BAM gaat functioneren. Wat de politieke gevangenen betreft, Gilad Shalit moet onverwijld vrijgelaten worden, maar dat geldt ook voor de Palestijnse politieke gevangenen; onder andere Marwan Barghouti, die een factor van eenheid kan zijn, zowel in politiek opzicht als met het oog op vrede in het Midden-Oosten.

 
  
MPphoto
 
 

  Jana Hybášková (PPE-DE). (EN) Ik en mijn fractie zijn tevreden met de motie voor een resolutie waarover we morgen gaan stemmen.

Tot onze tevredenheid wordt het Kwartet niet bekritiseerd, zoals enkele fracties gewild hadden. Integendeel, in de resolutie wordt erop aangedrongen dat het Kwartet in de toekomst intensievere actie onderneemt. In de motie voor een resolutie wordt duidelijk volledige steun gegeven aan en begrip getoond voor de buitengewone besluiten die Mahmoud Abbas heeft genomen. In de resolutie wordt kennis genomen van de onderhandelingen over vertrouwenwekkende maatregelen tussen de regering van Salam Fayyad en de regering van Israël, evenals van de hernieuwing van de onderlinge samenwerking op veiligheidsgebied.

We verwelkomen het besluit over de belasting- en douaneontvangsten, evenals het begin dat is gemaakt met de vrijlating van politieke gevangenen door Israël. Desondanks moet Mahmoud Abbas naar echte democratie, de vorming van politieke partijen en samenwerking met Jong Fatah streven.

Israël moet serieus overwegen om de wegversperringen op te heffen en terug te gaan naar de situatie van voor december 2000 en moet de uitbreiding van de nederzettingen stoppen. Egypte moet onderdeel uitmaken van de oplossing van het probleem Gaza.

Het sturen van een internationale troepenmacht naar de Gaza-strook zou voor ons allemaal een groot risico inhouden, en de Europese Unie moet zich grote zorgen maken over de samenstelling van de voorgestelde internationale conferentie. Syrië moet verantwoordelijkheid afleggen over zijn buitenlandse acties. Alleen dan kan Syrië deel uitmaken van de dialoog en de oplossing.

We proberen de Palestijnse bevolking van de Westelijke Jordaanoever zo veel mogelijk te helpen, met financiële steun en op alle andere mogelijke manieren. 90 procent van de bevolking van de Westelijke Jordaanoever bestaat echter uit boeren, de Felaheen. Zij zijn afhankelijk van agrarische exporten. We dringen er bij Israël op aan om de goederenstroom weer op gang te laten komen, en mijn vraag is: hoe werkt onze hypocrisie op agrarisch gebied? Zijn we bereid onze markten te openen voor Palestijnse agrarische producten uit de Westelijke Jordaanoever?

 
  
MPphoto
 
 

  Alyn Smith (Verts/ALE). (EN) Ik bedank de commissaris en mijn collega’s uit alle fracties in dit Huis voor de steun die zij hebben uitgesproken voor Alan Johnston. We zijn allemaal blij dat hij is vrijgelaten en veilig thuis is in mijn kiesdistrict in Schotland. Dat is echter maar één lichtpuntje in de duisternis, en we moeten ons eigen aandeel in dat falen erkennen.

Ik ben het eens met de commissaris dat er uiteindelijk misschien ruimte voor optimisme is. Toen ik, mevrouw Morgantini en anderen vorig jaar in de Westelijke Jordaanoever en de Gaza-strook waren, was het echter duidelijk dat het beleid van de EU symptoombestrijding is en geen echte oplossing biedt.

Het Kwartet is in de ogen van een groot deel van de Arabische wereld in diskrediet geraakt. Het is zeker in diskrediet geraakt in de ogen van veel Palestijnen. De EU moet in dat gat stappen en echt leiderschap en schone handen bieden.

Ik sluit me aan bij het scepticisme van collega’s over de benoeming van Tony Blair tot speciaal afgezant. Voor één keer sprekend als Brits afgevaardigde, moet ik zeggen dat het idee dat een zo gecompromitteerd iemand zich op een geloofwaardige manier kan inzetten voor vrede in het Midden-Oosten, me enorm tegen de borst stuit. Dat is belangrijk, want we hoeven alleen maar te kijken naar de bomaanslagen in Glasgow en Londen om te zien dat de consequenties - direct of indirect - van ons voortdurende falen in Palestina ons allemaal zullen achtervolgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Kyriacos Triantaphyllides (GUE/NGL). - (EL) Mijnheer de Voorzitter, helaas hebben wij niet voldoende tijd om de situatie in Palestina uitvoerig uit de doeken te doen. Wij bevinden ons hier in het Europees Parlement en moeten een onmiddellijk antwoord geven op een uiterst urgent en ingewikkeld vraagstuk.

Ik zal slechts ingaan op vier belangrijke punten.

Ten eerste heeft de Europese Unie een verantwoordelijkheid voor de huidige situatie, aangezien zij de regering van nationale eenheid niet voldoende heeft gesteund.

Ten tweede lijken, oppervlakkig bekeken, de oplossingen en de maatregelen die de laatste tijd worden aangedragen door het Kwartet en Israël steun te geven aan president Abbas, maar in feite werpen ze alleen maar nog grotere hinderpalen op voor het vinden van een levensvatbare oplossing voor het probleem van de de facto tweedeling van Palestina.

Ten derde roep ik alle betrokken partijen op om hard te ijveren voor eenheid, want eenheid is de enige manier om uit de crisis te geraken.

Ten vierde, en tot slot, is de humanitaire situatie in zowel de Gazastrook als op de Westelijke Jordaanoever tragisch. Voor wat echter met name de Westelijke Jordaanoever betreft, moeten er onmiddellijk maatregelen worden genomen om de inwoners in staat te stellen het hoofd economisch en sociaal boven water te houden.

Tot slot wil ik een verzoek richten tot de Raad en de Commissie. U zult toch op een gegeven ogenblik, als er eenmaal eenheid tot stand is gebracht tussen Hamas en Fatah, het toekomstige beleid van de Unie op dit gebied moeten uitstippelen. Zorgt u ervoor dat u daarmee niet de fouten uit het verleden herhaalt, toen de Europese Unie selectief was en slechts onderhandelde met de helft van de regering, terwijl ze de andere helft ostentatief negeerde, ofschoon deze regering de vrucht was van vrije en democratische verkiezingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Eugen Mihăescu (ITS). – (FR) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, we zijn vandaag in het dorp van de wereld, in Europa, aan het jammeren omdat in de buurt, bij onze grenzen, mensen elkaar de keel doorsnijden. In plaats van tussenbeide te komen, wenen en weeklagen wij als oude vrouwtjes. Dat is niet-hulpverlening aan personen in nood, een misdrijf dat wordt bestraft door de wet. Een grote wijze man zei dat heiligen en profeten meer waard zijn dan artiesten, geletterden, politici, soldaten en kooplui. Maar waar zijn vandaag de dag de wijzen en de profeten?

We hebben een nieuwe Sint-Franciscus van Assisi nodig. Ook hij leefde in een periode van kruistochten, maar hij toonde belangstelling voor anderen, voor zij tegen wie de kruisvaarders ten strijde trokken. Hij stelde alles in het werk om hen op te zoeken. Ten slotte, tijdens de vijfde kruistocht, bij de bezetting van Damiette in Egypte, bedroefd door het gedrag van de kruisvaarders, zei hij: “Ik heb het kwade en de zonde aanschouwd”. Ontsteld door het aanzien van doden op het slagveld, stak Sint-Franciscus de frontlijn over. Hij werd gevangen genomen, geboeid en voor de sultan Saladin, die in Tikrit geboren is, geleid. De ontmoeting moet erg bijzonder zijn geweest, want na een gesprek dat tot laat in de nacht heeft geduurd, liet de sultan Sint-Franciscus de volgende ochtend – gezond en wel – vertrekken naar het kamp van de kruisvaarders.

Ik hoop dat ze aan elkaar hun beweegredenen hebben verteld, dat Sint-Franciscus heeft gesproken over Christus, dat de sultan passages uit de Koran heeft voorgelezen, en dat ze het ten slotte eens geworden zijn over de boodschap die de arme Sint-Franciscus overal uitdroeg: “Bemin je naaste als jezelf”.

Tony Blair was één van de kruisvaarders in Irak. Kan hij de Sint-Franciscus worden die Europa in het Midden-Oosten nodig heeft?

 
  
MPphoto
 
 

  Edward McMillan-Scott (PPE-DE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, de Palestijnse kwestie en de betrekkingen tussen Palestina en Israël splijten niet alleen families, maar ook fracties in dit Huis en in andere parlementen in de hele wereld - en ook vele instellingen. Een van de dilemma’s van vandaag betreft juist die instellingen die wij hier vertegenwoordigen, en ons aandeel van de afgelopen jaren in het Kwartet. Sommigen hopen dat de benoeming van Tony Blair, met de heel specifieke rol die hij gespeeld heeft met betrekking tot het Palestijnse volk, dat proces kan doen herleven. Ik weet dat niet. Ik denk dat het belangrijk is dat de waarden die de basis hebben gevormd voor de Europese Unie zelf, een inspiratiebron blijven vormen voor mensen in het hele Midden-Oosten, maar vooral in Palestina en Israël.

Zoals anderen verheug ik me zeer over de vrijlating van Alan Johnston. Ik ben begunstiger van de BBC World Service Trust. Hij deed verslag vanuit de Gaza-strook toen de verkiezingen werden gehouden die leidden tot de verkiezing van Abu Mazen in januari 2005, gevolgd door de verkiezing van de door Hamas geleide Palestijnse regering in 2006. Het dilemma voor de democratische naties - wat vroeger het Westen werd genoemd - was of de Hamas-regering moest worden erkend of niet. Welnu, we weten wat er gebeurd is, en we hebben nog steeds te kampen met de consequenties ervan. Ik vraag me af of de Europese Unie werkelijk tevreden kan zijn met de rol die ze in deze periode heeft gespeeld.

Het doet me genoegen dat het Europees Parlement nu debatteert over het opzetten van een werkgroep in de Commissie buitenlandse zaken, iets wat ik tweeënhalf jaar geleden voor het eerst heb voorgesteld. Het doet me genoegen dat we gastheer zullen zijn van de VN-Conferentie van eind augustus, maar ik denk dat parlementariërs van Europa nog steeds veel en intensief werk te verzetten hebben, in samenwerking met de gekozen parlementariërs uit de Arabische wereld - waaronder sommigen met wie we onder normale omstandigheden liever geen zaken zouden willen doen. We moeten de zaken in de toekomst anders aanpakken.

 
  
MPphoto
 
 

  Geoffrey Van Orden (PPE-DE). (EN) Mijnheer de Voorzitter, er is gezegd dat er in het Midden-Oosten sprake is van vijf crises die met elkaar vervlochten zijn. We kunnen zien dat Iran in alle vijf de hand heeft. De Gaza-strook mag dan worden beheerst door Hamas, maar Hamas is geen eigen baas: Teheran kan zijn veto uitspreken. Misschien is het daarom correcter om te stellen dat er maar één conflict bestaat in het Midden-Oosten, namelijk tussen extremisten en gematigden. We hebben een verplichting om de gematigden aan te moedigen en te steunen.

Het gevaar bestaat dat sommigen Hamas gaan zien als een soort sociale dienst met een groot ego. Dat zou een ernstige vergissing zijn: Hamas is in essentie een terroristische organisatie. Haar macht is gebaseerd op intimidatie en moord en ze wil haar eigen verwrongen visie op de islam opleggen aan een angstige bevolking. Ik herinner me nog heel goed de smeekbede die de internationaal befaamde Palestijnse, dr. Hannan Ashrawi, achttien maanden geleden bij de parlementsverkiezingen uitsprak: “We moeten de krachten van het kwaad verslaan”.

De bewoners van de Gaza-strook kunnen niet vrij hun mening uiten. Ondertussen ligt Israël permanent onder vuur en zijn gisteren vanuit de Gaza-strook mortiergranaten afgevuurd op de grensovergang bij Kerem Shalom, die belangrijk is voor het vervoer van humanitaire hulp vanuit Egypte naar de Gaza-strook.

We mogen niet vergeten dat, terwijl we blij en opgelucht zijn vanwege de vrijlating van Alan Johnston, korporaal Shalit een jaar geleden is ontvoerd en we niets over zijn situatie weten. Familieleden van hem waren gisteren hier in het Europees Parlement.

Dus welke conclusies kunnen er worden getrokken uit deze verwarrende en gevaarlijke mix? Israël heeft zelfbeheersing getoond: het heeft de regering van Salam Fayyad erkend, het heeft honderden Palestijnse gevangen vrijgelaten, het heeft ongeveer vierhonderd miljoen dollar aan belastingontvangsten overgemaakt die zijn betaald door Palestijnen, en het is actief gesprekken aangegaan met de leiders van de Palestijnse Autoriteit. Er zal echter een derde - Arabische of mogelijk Europese - partij nodig zijn om echte vooruitgang te boeken. Het Arabische vredesinitiatief van 2002 vormt nog steeds de meest veelbelovende weg vooruit, en ik ben er zeker van dat Israël dit inziet. Zoals wij de gematigde krachten moeten steunen en de terroristen moeten bestrijden, zo moeten de Arabische regeringen bereid zijn om actief en met een flexibele opstelling deel te nemen aan het vredesproces: politiek, economisch en financieel. Het is in ons belang - en in hun belang - dat ze dat doen.

 
  
MPphoto
 
 

  Philip Claeys namens de ITS-Fractie. Voorzitter, dank u voor het begrip. De Europese Unie moet de pragmatische krachten binnen het Palestijnse kamp steunen. Dat betekent dat de hulp en middelen moeten gaan naar de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever, maar niet naar Hamastan in Gaza.

We moeten ook bij de Israëlische autoriteiten erop aandringen dat de douane-inkomsten worden doorgestort aan de Palestijnse Autoriteit op de Westelijke Jordaanoever en dat de beperkingen inzake het verkeer van personen tussen de Westelijke Jordaanoever en Israël in de mate van het mogelijke worden versoepeld. Het is inderdaad van groot belang dat de invloed van Iran wordt ingedamd.

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel Lobo Antunes, fungerend voorzitter van de Raad. (PT) Mijnheer de Voorzitter, sta mij toe eerst mevrouw Ferrero-Waldner te begroeten en ook uw aandacht te vestigen op haar eerste toespraak, die zeer helder was en een licht heeft geworpen op het optreden van de EU in Palestina, onder auspiciën van de Commissie, een toespraak waar ik zeer dankbaar voor ben.

Ik wil kort ingaan op twee punten die hier zijn aangestipt door de heer Salafranca, namelijk de benoeming van Tony Blair als gezant van het Kwartet en de brief die door tien EU-ministers van Buitenlandse Zaken is ondertekend.

Ik denk dat we blij moeten zijn met de benoeming van de heer Blair, ten eerste omdat hij een Europeaan is, ten tweede omdat hij voorzitter van de Europese Raad is geweest en ten derde omdat hij een politicus is met buitengewoon veel ervaring in internationale aangelegenheden, maar deels ook omdat hij een man met een overtuiging is. Ik denk dan ook dat het Kwartet, de EU en wij allen als Europeanen profijt zullen gaan trekken van deze benoeming, en we moeten hem bijstaan waar we kunnen. Zijn mandaat is helder omschreven en goed gedocumenteerd, en de heer Blair zal natuurlijk binnen de grenzen van zijn mandaat blijven. Uiteraard hopen we dat zijn inspanningen ten goede zullen komen aan het vredesproces in het Midden-Oosten, en we wensen hem veel succes bij zijn missie.

Over bovengenoemde brief moet ik zeggen dat die is opgesteld en ondertekend binnen de context van een specifieke, informele groep ministers, en de Portugese minister van Buitenlandse Zaken heeft die brief exact in die hoedanigheid ondertekend. Als u naar de brief kijkt staat er niet Luis Amado, minister van Buitenlandse Zaken aan de voorzitter van de Raad van de Unie, maar Luis Amado, Portugese minister van Buitenlandse Zaken, en de brief is uitsluitend op die basis ondertekend.

Of men het nu wel of niet eens is met de inhoud of de formulering ervan, één ding is denk ik belangrijk. De geest van de brief is in elk geval dat hij de aandacht vestigt op de urgentie, de complexiteit, de noodzaak voor de EU als geheel om een centrale rol te spelen bij de oplossing van dit conflict, een conflict dat veertig jaar geleden begonnen is, en om daarmee gehoor te geven aan de oproep van vele afgevaardigden in dit Parlement die willen dat de EU zich zoveel mogelijk inspant om een doorslaggevende rol te spelen in deze kwestie. Geachte afgevaardigden, ik zeg u dat we tijdens ons voorzitterschap, samen met de Commissie uiteraard, zo hard mogelijk zullen proberen te werken om resultaat te boeken en ervoor te zorgen dat het met het vredesproces in het Midden-Oosten de goede kant opgaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Benita Ferrero-Waldner, lid van de Commissie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zal het kort houden. We moeten de positieve elementen uit dit debat in dit zeer ingewikkelde vredesproces inzetten en proberen de stukjes van de puzzel op hun plaats te krijgen, zodat we een stap voorwaarts kunnen doen.

Ik hoop dat de volgende bijeenkomst van het Kwartet, waar de politieke horizon en het politieke akkoord naar ik aanneem tenminste genoemd zullen worden, een dergelijke stap voorwaarts zal zijn.

Ten tweede zou ik graag alle dagelijkse verbeteringen voor de Palestijnen willen noemen: de mobilisatie van de internationale hulp, de institutionele en gouvernementele behoeften van de Palestijnse staat en de plannen om de economische groei van de Palestijnen te bevorderen. Wat dit betreft zijn wij ook bereid onze voorlopige associatieovereenkomst met de Palestijnse Autoriteit nieuw leven in te blazen, aangezien hierin onder andere bepalingen staan vermeld met betrekking tot de export van landbouwproducten vanuit Palestina – zij het natuurlijk op basis van een quotasysteem.

We doen allemaal wat we kunnen maar dit is ook afhankelijk van de politieke wil aan beide kanten, en zonder die wil komen we helaas nergens.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. Tot besluit van het debat zijn er zes ontwerpresoluties(1) ingediend, overeenkomstig artikel 103, lid 2, van het Reglement.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt op donderdag 12 juli 2007 plaats.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid