Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

RC-B6-0362/2007

Debatten :

PV 26/09/2007 - 11
CRE 26/09/2007 - 11

Stemmingen :

PV 27/09/2007 - 9.4
CRE 27/09/2007 - 9.4
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 26 september 2007 - Straatsburg Uitgave PB

11. EVDB-operatie in het oosten van Tsjaad en het noorden van de Centraal-Afrikaanse Republiek (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde zijn de verklaringen van de Raad en de Commissie over de operaties in het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid in het oosten van Tsjaad en in het noorden van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel Lobo Antunes, fungerend voorzitter van de Raad. − (PT) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Het Portugese voorzitterschap is blij met deze gelegenheid om van gedachten te wisselen over de mogelijkheid een operatie uit te voeren in het kader van het EVDB (Europees veiligheids- en defensiebeleid) in Oost-Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Het conflict in Darfur blijft een van de voornaamste prioriteiten van het buitenlands beleid van de EU. We zijn blij met de recentelijk geboekte vooruitgang en allereerst met de aankondiging dat op 27 oktober besprekingen van start zullen gaan onder auspiciën van de Verenigde Naties en de speciale gezant van de Afrikaanse Unie, om een vreedzame oplossing voor het conflict te vinden, wat inhoudt dat de vooruitzichten op vrede in Darfur beter worden. Ten tweede zijn wij ook blij met de unanieme aanneming van Resolutie 1769 van de Veiligheidsraad tot oprichting van de UNAMID (gecombineerde operatie van AU/VN in Darfur), die een nieuwe dynamiek zal toevoegen aan de inspanningen om het conflict in Darfur op te lossen.

Als we willen dat deze inspanningen resultaat hebben, moeten we echter het conflict in Darfur aanpakken binnen een breder regionaal perspectief. De negatieve invloed van het conflict op de humanitaire en veiligheidssituatie in de buurlanden, in het bijzonder Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek, is een reden tot ernstige bezorgdheid. Wij zijn van mening dat het niet mogelijk is een blijvende oplossing te vinden voor het conflict in Darfur als de situatie in deze buurlanden niet wordt gestabiliseerd.

Zoals u weet, heeft de Raad in zijn conclusies van 23 juli benadrukt dat het dringend nodig is de destabiliserende invloed van de crisis in Darfur op de humanitaire en veiligheidssituatie in de buurlanden aan te pakken en nogmaals gewezen op zijn steun voor de inzet van een multidimensionale VN-aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek.

De Raad heeft ook besloten te blijven werken aan een mogelijk besluit over een overbruggingsoperatie, in het kader van het Europees veiligheids- en defensiebeleid, ter ondersteuning van deze multidimensionale VN-aanwezigheid met het oog op het verbeteren van de veiligheid in deze gebieden.

De voorbereidingen voor een dergelijke operatie zijn de hele zomer doorgegaan. Op 12 september heeft de Raad het concept voor crisisbeheer aangenomen waarin de voornaamste planningsparameters van deze overbruggingsoperatie zijn gedefinieerd. Bijzondere nadruk wordt gelegd op de doelstelling van het beschermen van burgers in gevaar, in het bijzonder vluchtelingen en ontheemden, en het mogelijk maken van de levering van humanitaire hulp door de veiligheid in de regio de verbeteren.

Met betrekking tot de binnenlandse politieke situatie in deze twee landen is de Raad van mening dat de missie onafhankelijk, onpartijdig en neutraal moet blijven. De planning op basis van dit concept is in voorbereiding volgens de procedures van de EU voor crisisbeheer. De volgende stappen die zullen worden genomen, zijn de goedkeuring van een gemeenschappelijke actie op basis van het concept van de operatie en het operationele plan, waaronder het bepalen van de samenstelling van de troepenmacht. De operatie zal één jaar duren en zal dan naar verwachting worden vervangen door een multinationale VN-missie. Een eventuele EVDB-operatie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek moet gebaseerd zijn op een resolutie van de VN Veiligheidsraad en zal worden uitgevoerd in nauw overleg met de VN en onze Afrikaanse partners.

In de EU verwelkomen we de verklaring van de voorzitter van de VN Veiligheidsraad op 27 augustus, waarin hij aangaf dat de Veiligheidsraad bereid is toestemming te verlenen voor de vestiging van een multidimensionale aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Een eventuele EU-operatie naar Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek moet worden ondersteund door politieke initiatieven om de regionale dimensie van het conflict in Darfur aan te pakken. In het bijzonder moeten alle inspanningen die zijn gericht op het normaliseren van de betrekkingen tussen Tsjaad en Soedan worden gesteund, in overeenstemming met de overeenkomsten van Tripoli en Riyad. Soedan, Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek moeten worden aangemoedigd hun beloften na te komen als het gaat om het niet steunen van rebellengroepen die opereren vanuit hun grondgebied tegen een van de andere landen.

 
  
  

VOORZITTER: MARTINE ROURE
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Louis Michel, lid van de Commissie. – (FR) Mevrouw de voorzitter, dames en heren, met de goedkeuring gisteren door de VN-Veiligheidsraad van resolutie 1778/2007, waarin toestemming wordt gegeven voor de inzet van een multidimensionale aanwezigheid in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek, is de weg vrijgemaakt voor de goedkeuring, in de komende dagen, door de Raad van de Europese Unie van een EVDB-actie in die landen. Dat is duidelijk een belangrijke, en volgens mij welkome ontwikkeling. De betrokken regio’s worden gekenmerkt door algemene instabiliteit en onveiligheid, die honderdduizenden burgers raken en hen verplichten in uitermate kwetsbare omstandigheden te leven. Zoals u weet, is deze situatie niet geheel te verklaren door de uitbreiding van de crisis in Darfour naar Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek. Er zijn ook interne redenen die eigen zijn aan die landen, in het bijzonder in het geval van Tsjaad.

De stabiliteit van deze regio’s van Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek kan alleen worden gegarandeerd als de internationale en in het bijzonder Europese acties met de volgende factoren rekening houden. In de eerste plaats is er de kwaliteit van de militaire en politionele aanwezigheid in Tjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek. Vervolgens is een benadering nodig die niet alleen veiligheid, maar ook steun en beleid omvat. Ten slotte moet de wederzijdse inwerking van Soedan en de regio Darfour op Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek en omgekeerd worden beperkt.

Het eerste punt valt onder de tweede pijler. De collega’s van de Raad hebben dus hun mening gegeven en zullen dat nog doen. Een belangrijk element bij de ontplooiing van deze Europese macht is uiteraard de vrijwaring van de humanitaire ruimte. Daarom hebben mijn diensten bij ECHO nauw samengewerkt met de militaire planners van de Raad om de inachtneming van de respectieve mandaten en een zeer goede samenwerking tussen militairen en hulpverleners te garanderen. Wij hebben in het bijzonder gevraagd dat de verbindingsofficieren van de macht van de Europese Unie ter plaatse zouden zijn om een verbinding en een voortdurende uitwisseling van informatie met de hulpverleners te verzekeren.

Het tweede punt is dat de door de Commissie aangekondigde steunmaatregelen drie aspecten betreffen. In de eerste plaats is er een veiligheidsaspect ter ondersteuning van de werking van de Tsjadische politie onder bescherming van de Verenigde Naties. Het gaat voornamelijk om de financiering van 800 Tsjadische politieagenten die instaan voor het bewaren van de orde in de vluchtelingenkampen. Het is van wezenlijk belang dat deze politionele actie voorbeeldig verloopt. Zeer belangrijk is ook dat ze door de bevolking goed wordt ontvangen. Daartoe zullen vóór einde 2007 door het stabiliteitsinstrument gefinancierde fondsen ten belope van ongeveer 10 miljoen euro worden ingezet.

Vervolgens is er het humanitaire aspect. In 2007 werd door de Commissie 30,5 miljoen euro bestemd voor humanitaire noodhulp en multisectorale steunprogramma’s ten gunste van vluchtelingen en gastgemeenschappen in Tsjaad. Acht miljoen euro werd aan de Centraal-Afrikaanse Republiek toegekend. Voor 2008 zal in minstens even grote bedragen worden voorzien.

Een derde element is het aspect re-integratie en rehabilitatie. Extra fondsen van het negende Europees Ontwikkelingsfonds ten belope van ongeveer 13,1 miljoen euro zullen op korte termijn ten gunste van Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek worden gemobiliseerd. Het programma dient de ECHO-acties in het kader van een strategie van rehabilitatie en overgang naar ontwikkeling voort te zetten.

Dames en heren, deze steunmaatregelen zijn onontbeerlijk, maar dienen aan maatregelen met betrekking tot het politieke proces te worden gekoppeld. Om duurzame stabiliteit te garanderen moeten de internationale en Europese acties worden aangevuld met verschillende activiteiten op het gebied van het herstel van de rechtsstaat, het weer op gang brengen van het economische beleid, de hervorming van het rechtsstelsel en het veiligheidssysteem en de voortzetting van de politieke dialoog tussen de regering en de oppositiepartijen. Dat is belangrijk, in het bijzonder met het oog op de verkiezingen in 2009.

De Europese Commissie zal deze totaalaanpak met betrekking tot Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek blijven bevorderen. Op dezelfde manier draagt de Commissie actief bij aan de oplossing van het conflict in Darfour, via humanitaire hulp en ondersteuning van de heropbouw en via haar steun voor de onderhandelings- en bemiddelingsprocedure, waarbij wij uiteraard zeer sterk betrokken zijn. In dat opzicht heb ik de heren Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, en Konaré, voorzitter van de commissie van de Afrikaanse Unie onlangs meegedeeld dat de Commissie aan het Darfur Trust Fund ter ondersteuning van de onderhandelingen zal bijdragen. Daarnaast financiert de Commissie ook initiatieven die tot doel hebben de betrokkenheid van de burgerbevolking van Darfour bij en hun deelname aan de oplossing van het conflict te garanderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Karl von Wogau, namens de PPE-DE-Fractie. (DE) Mevrouw de voorzitter, dames en heren, de humanitaire situatie in Tsjaad, vooral langs de 1360 kilometer lange grens met Soedan, maar ook in het grensgebied met de Centraal-Afrikaanse Republiek, vereist naar mijn mening een ingrijpen van de internationale gemeenschap.

Ik was enkele dagen geleden in Tsjaad, en heb mij daar een beeld van de toestand gevormd. Meer dan 400.000 vluchtelingen en ontheemden verblijven in de grensregio in vluchtelingenkampen. Deze kampen worden voortdurend door bandieten, plunderende benden en Janjaweed-milities uit Soedan bedreigd. Nog moeilijker is de situatie op het platteland. Het gebrek aan veiligheid daar leidt ertoe dat steeds meer mensen in vluchtelingenkampen hun toevlucht zoeken.

Om de noodlijdende mensen daar te helpen moet de veiligheidssitutie in de regio worden verbeterd, zodat ze naar hun woonplaats kunnen terugkeren. Dat is een grote uitdaging. Om een oplossing te vinden, moeten wij het werk verdelen. De Verenigde Naties hebben de taak op zich genomen bij te dragen aan de opbouw van een politiemacht, die dan als aanspreekpunt voor de veiligheidsmacht kan fungeren. De Europese Unie wordt verzocht troepen beschikbaar te stellen die de Janjaweed en de bandieten moeten afschrikken en overvallen op de vluchtelingen, ontheemden en burgerbevolking moeten voorkomen.

Met deze ontwerpreolutie stemt het Europees Parlement daarmee in, maar onder voorwaarden. In de eerste plaats – mijnheer de Voorzitter, mijnheer Michel Commisaris, u hebt erop gewezen – moeten de politieke onderhandelingen worden voortgezet. Uiteindelijk is een politieke oplossing nodig. Als wij echter troepen daarheen zenden, moeten die beschikken over een krachtig mandaat, dat voor de Janjaweed en de bandieten een echte afschrikking is.

Er moet een zeer groot gebied worden beveiligd. De troepenmacht moet daarom groot genoeg zijn, om daadwerkelijk een verbetering van de veiligheidssituatie te kunnen bewerkstelligen. Daarbij moet duidelijk zijn dat het om een Europese eenheid gaat waaraan verschillende Europese landen deelnemen. De EUFOR-troepenmacht moet bovendien over adequate uitrusting beschikken om haar opdracht uit te kunnen voeren. Met het oog op de relatief kleine getalsterkte en de grootte van het grensgebied zijn vooral uitstekende capaciteiten op het gebied van verkenning en transport vereist. De legermacht moet snel kunnen onderkennen waar gevaar dreigt, en moet die plaats dan ook spoedig kunnen bereiken.

In geen geval mag een situatie ontstaan waarin een EUFOR-troepenmacht in Tsjaad op grond van haar mandaat of van een tekort aan uitrusting slechts zichzelf kan beschermen, zonder haar eigenlijke opdracht te kunnen uitvoeren. Een bijkomende eis van het Europees Parlement is dat een duidelijke exitstrategie wordt vastgesteld, die duidelijk maakt wanneer en door wie de EUFOR-troepenmacht na de afgesproken periode van één jaar wordt vervangen.

Met deze ontwerpresolutie beklemtoont het Europees Parlement bovendien dat deze EUFOR-troepenmacht in Tjaad met het oog op de complexe politieke situatie in de regio als neutrale macht voor de veiligheid en bescherming van de burgerbevolking moet werken. De inzet van EUFOR vorig jaar in Congo heeft duidelijk gemaakt hoe belangrijk een geloofwaardige neutraliteit en onafhankelijkheid voor het succes van een missie kunnen zijn.

De Europese Unie kan in de huidige situatie met een tot één jaar beperkte missie een belangrijke bijdrage leveren aan de verbetering van de humanitaire situatie in de regio en de Afrikaanse Unie bij het nemen van meer verantwoordelijkheid in de regio ondersteunen. Beide zijn noodzakelijk! Ik verzoek u deze ontwerpresolutie goed te keuren.

 
  
MPphoto
 
 

  Ana Maria Gomes, namens de PSE-Fractie. – (PT) Resolutie 1778 van de Veiligheidsraad, die gisteren is aangenomen, bepaalt dat de situatie in de grensregio tussen Soedan, Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek een bedreiging van de internationale vrede en veiligheid vormt.

De ontwerpresolutie van dit Parlement erkent de urgentie van de situatie en de verantwoordelijkheid van de Europese Unie voor het bieden van bescherming. Een overweldigende meerderheid van de leden in dit Huis is het eens met de humanitaire NGO’s ter plaatse, met de vluchtelingen in de regio die in barre omstandigheden en in voortdurende angst leven, en met de secretaris-generaal van de Verenigde Naties. Die vinden allemaal dat er dringend behoefte is aan een internationale aanwezigheid in die regio, die een sterke militaire component moet hebben. Er is geen land of multilaterale organisatie geschikter dan de Europese Unie om op effectieve wijze het in Resolutie 1778 gegeven mandaat te vervullen. Het EVDB (Europese veiligheids- en defensiebeleid) is volwassen geworden en bestaat voor dit soort noodgevallen.

In deze context, als het gaat om het uitzenden van een EU-legermacht naar de regio, kunnen de Raad en het Portugese voorzitterschap in principe rekenen op de steun van het Parlement. Het Europees Parlement moet echter zijn bezorgdheid uitspreken over bepaalde aspecten van deze missie. Ten eerste vrezen wij dat de terughoudendheid van de lidstaten om de troepenmacht te voorzien van de minimaal benodigde hoeveelheid personeel en militair materieel de effectiviteit ernstig zal verminderen. We willen hieraan toevoegen dat hoe kleiner de bijdragen van de andere lidstaten zijn, hoe duidelijker de Franse component van de troepenmacht zal zijn. Het is echter van fundamenteel belang voor het slagen van deze missie dat zij wordt gezien als onpartijdig en Frankrijk wordt in deze regio niet gezien als een neutrale speler.

Ten tweede verzoekt het Parlement deze troepenmacht vergezeld te laten gaan van een diplomatiek offensief in de regio om het nationale verzoeningsproces binnen Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek verder te helpen. De wortels van de instabiliteit zijn, hoewel ze verband houden met het drama in Darfur, ook binnenlands en kunnen alleen worden opgelost door middel van interne politieke processen. Zoals is gesteld in de ontwerpresolutie van het Parlement, kan de operatie van de Europese Unie, die slechts 12 maanden zou moeten duren, geen duurzame bijdrage leveren aan vrede in de regio zonder een echt politiek verzoeningsproces in de regio.

Tot slot verwelkomt dit Parlement het mandaat van de troepenmacht, die zal handelen op grond van hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties. Het is essentieel dat dit mandaat ter plaatse correct wordt geïnterpreteerd en dat de Europese troepen proactief zijn in het beschermen van burgers in gevaar, het creëren van een humanitair gebied voor de internationale organisaties en het beschermen van de missie van de Verenigde Naties in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Tsjaad (MINURCAT). De recente geschiedenis is vol tragische voorbeelden, van Kigali tot Srebrenica, van weerloze burgerbevolkingen due de ultieme prijs betalen voor de schuchterheid en overmatige nauwgezetheid van de internationale troepen.

We hopen dat deze operatie ooit zal worden gebruikt als voorbeeld van het EVDB en effectief multilateralisme in actie en als een bewijs van de wens van de Europese Unie om de Verenigde Naties te versterken en een bijdrage te leveren aan de oplossing van conflicten in overeenstemming met het internationaal recht en de verantwoordelijkheid voor bescherming die daarin ligt besloten.

 
  
MPphoto
 
 

  Annemie Neyts-Uyttebroeck, namens de ALDE-Fractie. – (NL) Mijnheer de Voorzitter, geachte commissaris, collega, zoals u reeds herhaalde malen gezegd heeft, heeft de UNO-Veiligheidsraad gisteren eenparig ingestemd met de ontplooiing voor één jaar van een "multidimensionale aanwezigheid in Oost-Tsjaad en het noordoosten van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Deze zal bestaan uit, enerzijds, een civiele en politionele VN-missie die wij MINURCAR zullen noemen in navolging van de VN en een militaire missie van de Europese Unie EUFOR die haar zal ondersteunen en beveiligen.

Deze Europese veiligheids- en defensiemissie zal opereren onder hoofdstuk 7 van het VN-charter en dat is bijzonder belangrijk want dat betekent dat ze alle middelen zal kunnen gebruiken om haar opdracht te vervullen. Ze zal dus over een robuust mandaat beschikken, zoals dit Parlement uitdrukkelijk heeft gewenst. Dat verhoogt de kansen op welslagen van de missie, maar het verhoogt tevens in aanzienlijke mate haar en onze verantwoordelijkheid.

Herhaaldelijk hebben we in dit Parlement onze bezorgdheid geuit over de situatie in Darfur en onze ongerustheid over de uitbreiding van de onveiligheid en instabiliteit in de aangrenzende gebieden en in de ganse regio. Meer dan 1 miljoen mensen moesten vluchten ofwel in eigen land, of over de grenzen. Ze staan bloot aan allerhande ontberingen en geweldplegingen waarvan vrouwen en kinderen veelal de grootste slachtoffers zijn. Daarenboven bedreigt deze situatie de fragiele vredesakkoorden die zowel in Tsjaad als in de Centraal-Afrikaanse Republiek tot stand waren gekomen, want naast de politieke rebellen zien ook ordinaire bandieten hun kans schoon om burgers te bestelen, te mishandelen en te vermoorden.

De opdracht van EUFOR zal dus allesbehalve eenvoudig zijn. Maar vooraleer daarover te spreken, moeten wij ons bekommeren om het samenbrengen van die troepen, zoals collega Gomes heeft aangeduid, en niet alleen het samenstellen van de troepen maar ook haar uitrusting. En voor elke lidstaat, inclusief de mijne, nadert dus het uur van de waarheid. Het uur waarop naast mooie woorden en edele verklaringen over de brug moet worden gekomen met soldaten en materiaal. Dat geldt ook voor dit Parlement. Terecht hebben wij aangedrongen op grondige informatie en hebben wij gebruik gemaakt van onze bevoegdheden om een gedocumenteerd en gestaafd advies te geven. We hebben dat kunnen doen, onder meer omdat we verleden week een langdurige gedachtewisseling hebben gehad met generaal Leaky.

Ons advies is positief. Het zal onze taak en verantwoordelijkheid zijn om erop toe te zien dat de missie zo snel mogelijk en in de beste omstandigheden van start kan gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Ģirts Valdis Kristovskis, namens de UEN-Fractie. (LV) Mevrouw de Voorzitter, namens de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Staten wil ik benadrukken dat wij de militaire missie van het EVDB binnen de grootste vredesmissie ter wereld, in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek, steunen. We hebben het over de ernstigste grensoverschrijdende humanitaire crisis van de wereld. De VN Veiligheidsraad had veel eerder in actie moeten komen. De vertraging van vier jaar heeft 200 000 mensen het leven gekost, 2,5 miljoen mensen zijn uit hun huizen verdreven en er worden brute aanvallen uitgevoerd op humanitaire hulpverleners. We kunnen voorspellen dat de omvang van de crisis die is ontstaan door het conflict in Darfur een gelegenheid zal bieden om de politieke wil van de Europese Unie te testen, evenals haar militaire vermogen. Een aantal dagen geleden verzekerde generaal D. Leakey de leden ervan dat de Europese Unie, ondanks de financieringsproblemen en de moeilijkheden van het inschatten van alle mogelijke bedreigingen en risico’s die zich tijdens de operatie zouden kunnen voordoen, in militaire termen in staat was de operatie even goed uit te voeren als die in Bosnië en dat de operatie vanuit militair oogpunt minder intens zou zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Angelika Beer, namens de Verts/ALE-Fractie. (DE) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik heb nog enkele cijfers met betrekking tot dit debat: het gaat om 230 000 vluchtelingen, 170 000 intern ontheemden en naar schatting 700 000 mensen die indirect met overvallen worden bedreigd.

Wij moeten dit veiligheidsvacuüm opvullen. Dat moet het doel van de Europese missie zijn. De basis voor een krachtig mandaat is gisteren gelegd. De kwestie van de neutraliteit is niet opgehelderd. Op dit ogenblik ziet het ernaar uit dat de Franse troepen die reeds ter plaatse zijn, door slechts weinig landen zullen worden aangevuld. Daarom is de neutraliteit en het succes van de missie in gevaar.

Ik verzoek de ministers van Buitenlandse Zaken, die de beslissing moeten nemen, ervoor te zorgen dat het wekterrein van de EUFOR-missie duidelijk wordt afgebakend. Dat is tot nu toe niet gebeurd. Het zou een ramp zijn als deze missie niet mocht optreden waar de nood het hoogst is, namelijk in de grensregio. Ik verwacht dat de Europese Unie met het Tsjadische bewind praat en ook met betrekking tot de 35-kilometergrens in actie mag komen. Anders gaat het om een vijgenbladoperatie, die bovendien mensen in gevaar kan brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Tobias Pflüger, namens de GUE/NGL-Fractie. (DE) Mevrouw de voorzitter, ter verduidelijking: het gaat hier om een EVDB-missie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek overeenkomstig hoofdstuk 7 van het VN-handvest. Het gaat dus om de inzet van troepen, niet om Soedan en Darfoer. De Franse regering wil deze EU-missie absoluut. Ze wil het Force Headquarters en het Operation Headquarters zelf leveren. De Duitse en Britse regeringen zijn sceptisch. Nu al zijn er Franse soldaten in Tsjaad. Het is duidelijk dat Frankrijk de regeringen in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek beschermt en nu zijn engagement onder het EU-embleem wil onderbrengen. De Franse troepen zijn niet neutraal, maar duidelijk partijdig. Ze hebben bijvoorbeeld ter plaatse rebellen gebombardeerd. De rebellenleiders hebben aangekondigd dat ze de EU-troepen zullen aanvalln als ze niet neutraal zijn.

Ik heb gehoord dat de Nordic Battle Group niet beschikbaar is. In de VN-resolutie wordt een open samenwerking met het leger en de politie in Tsjaad geformuleerd. Het is duidelijk dat Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek geen democratieën zijn. De terugkeer van vluchtelingen behoort niet tot het mandaat van deze EU-troepenmacht, en de missie is – om het hier duidelijk te zeggen – zeer gevaarlijk. Onze fractie zal tegen de tegen de ontwerpresolutie stemmen, omdat wij van mening zijn dat de situatie met deze missie niet beter, maar slechter zal worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Hubert Pirker (PPE-DE). – (DE) Mevrouw de voorzitter, mijnheer Michel, ter verduidelijking voor de heer Pflüger en de anderen: de opdracht van de EU-troepenmacht is een humanitaire missie die erin bestaat de veiligheid van de vluchtelingen uit Tsjaad en Darfur te garanderen, ook met militaire macht. De VN-Veiligheidsraad heeft met het zenden van een EU-troepenmacht ingestemd. Het gevolg daarvan is dat nu internationaal van nabij wordt gevolgd waartoe de Europese Unie op het gebied van buitenlands beleid en militair in staat is.

Deze missie houdt een risico en een kans in. Ze is een risico wegens de zeer moeilijke politieke omstandigheden in deze door conflicten geplaagde regio, maar ook een kans om te tonen dat de Europese Unie buitenlands beleid en militair vermogen heeft ontwikkeld en deze in die regio ter bescherming van vluchtelingen ook daadwerkelijk kan inzetten.

Op dit ogenblik echter – en velen delen deze mening – is het risico groter dan de kans. Daarom heeft het Europees Parlement een catalogus opgesteld van voorwaarden, die reeds werden genoemd. Het gaat om de beperking van het mandaat in de tijd, een duidelijke omschrijving van doel en opdracht, een perfecte voorbereiding en technische uitrusting van de EUFOR-troepen en de verstrekking van een operatief mandaat met inbegrip van een exitstrategie.

Natuurlijk moeten wij verwachten dat deze missie, om succesvol te zijn, door de plaatselijke regeringen niet alleen wordt goedgekeurd, maar ook wordt ondersteund. Ik denk dat wij het er allemaal over eens zijn dat, als aan al deze voorwaarden van het Europees Parlement is voldaan, de kans op succes groter is dan het risico en wij de missie kunnen ondersteunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Michel Rocard (PSE).(FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mijnheer Michel, ik ben verheugd over deze ontwerpresolutie en het besluit dat ze bevestigt. Als de brutaliteit van mensen leidt tot ellende en lijden in de mate waarin dat in Darfur gebeurt, mag de plicht solidair te zijn niet worden ontweken. Ik ben zeer gelukkig dat de Europese Unie de oproep van de secretaris-generaal van de Verenigde Naties beantwoordt.

Veel afgevaardigden en diplomaten, zoals mijn vriendin en collega mevrouw Gomes, hebben beklemtoond dat deze operatie geen gelegenheid mag lijken om de Franse belangen te ondersteunen of de Franse militaire capaciteit in de regio uit te breiden. Ik hoop niemand te verbazen als ook ik daar sterk op aandring.

Sta deze voormalige eerste minister toe duidelijk te zeggen dat de aanwezigheid van Frankrijk in die regio uitsluitend voortvloeit uit een zware historische erfenis. Het gewicht van het kolonialisme is zo groot dat het noopt tot een solidair beleid met die mensen om hen te helpen stabiliteit en vrede te vinden en een begin te maken met doeltreffend bestuur. Frankrijk heeft geen economische of strategische belangen meer in die regio’s. Samen met anderen ben ik van mening dat wij er al lang weg hadden moeten gaan. Wij hadden dan veel geld bespaard, en het is in ons eigen belang. Zelfs de uraniumvoorraden in Niger geven geen aanleiding tot strategische belangen als regaal eigenaar. Het volstaat dat er voldoende rust is om iedereen toegang te geven tot een concurrerende markt.

Het betreft dus wel degelijk een Europese vredesmissie, geen Franse operatie. De echte bevestiging van deze visie zal erin bestaan dat veel lidstaten van de Unie troepen zenden. Het zou rampzalig zijn als het gevoel van solidariteit dat tengevolge van de geschiedenis sterker is in Frankrijk dan elders, omdat ons contingent het grootst is en wegens uw afwezigheid aanleiding geeft tot verdenkingen van postkolonialisme. Dat houdt geen steek.

Ten slotte merk ik op dat het mondelinge amendement van vanochtend van onze goede collega, de heer Gahler, helaas voor hem, deze keer niet relevant is. De Republiek Tsjaad heeft enkele dagen geleden via haar minister van Buitenlandse Zaken de Veiligheidsraad haar schriftelijke goedkeuring voor deze operatie overgezonden. Ik heb een kopie, die ik voor de heer Gahler beschikbaar houd.

 
  
MPphoto
 
 

  Eoin Ryan (UEN). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ook ik ondersteun het besluit 4 000 EU-soldaten als vredesmacht naar Tsjaad te sturen. De realiteit is dat in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek algemene politieke instabiliteit heerst. Wij weten dat in de Darfur-regio van Soedan een genocide plaatsvindt. Als naar Tsjaad geen vredesmacht wordt gestuurd, lopen wij het risico van nog meer stabiliteit en geweld in deze regio van Afrika.

Geschat wordt dat 400 000 vluchtelingen uit de Centraal-Afrikaanse Republiek en Darfur in vluchtelingenkampen in Tsjaad verblijven. Er zijn echter slechts 250 bewakers van het Tsjadische leger die deze kampen bewaken. De vluchtelingenkampen in Tsjaad vormen een enorme humanitaire crisis en de internationale gemeenschap, met inbegrip van de Europese Unie, moet de Tsjadische regering helpen aan dit escalerende en groeiende probleem het hoofd te bieden. Van mensen die het gebied recentelijk hebben bezocht, horen wij vreselijke verhalen. Wij moeten doen wat wij kunnen om de menselijke ellende die daar op dit ogenblik bestaat, te verlichten.

Ik ondersteun krachtig het besluit een 26.000 man sterke VN-vredesmacht in Soedan te ontplooien. De Europese Unie moet bij de deelname aan deze vredesmacht het voortouw nemen. Ik ben ook verheugd over het besluit van vandaag van mijn eigen regering een onmiddellijke en diepgaande evaluatie te maken van de toekomstige rol die Ierse vredestichters kunnen spelen in de VN- en EU-vredesmissies in Soedan, de Centraal-Afrikaanse Republiek en Tsjaad.

 
  
MPphoto
 
 

  Michael Gahler (PPE-DE). – (DE) Mevrouw de voorzitter, de situatie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek is voor de betrokken mensen zeer ernstig. Daarom ondersteun ik in principe een engagement van de EU ter stabilisering van de situatie en ter verbetering van de concrete leefomstandigheden van de betrokkenen.

In zijn standpunt van 27 augustus heeft de voorzitter van de Veiligheidsraad de plannen van de internationale gemeenschap beschreven. Het ging om een EU-operatie die de twaalf maanden tot een door de VN geleide missie moet overbruggen. Daarom is er vanwege de EU ook een duidelijke begrenzing in de tijd van de missie tot een jaar. Ik ben ervan overtuigd dat wij daarvoor een krachtig mandaat nodig hebben, zodat wij ons niet tot louter zelfverdediging dienen te beperken, maar onze doelstellingen indien nodig ook kunnen doordrukken tegenover wie ons daarbij wil hinderen.

De tekst van de resolutie van gisteren van de Veiligheidsraad gaat in deze richting: “De aanwezigheid strekt ertoe bij te dragen aan een veiligheidssituatie die de vrijwillige, veilige en duurzame terugkeer van vluchtelingen en ontheemden mogelijk maakt”. Wij mogen “alle nodige maatregelen treffen”.

Ik verzoek de Raad ervoor te zorgen dat deze troepenmacht geen cosmetisch opgesmukte Franse macht wordt. Ook wat de nationaliteit van de bevelhebber betreft, dient met de gemoedstoestand ter plaatse rekening te worden gehouden. Jammer genoeg is Frankrijk in het conflict in Tsjaad en in de Centraal-Afrikaanse Republiek tot nu toe niet neutraal geweest. Het heeft altijd de kant van de regering gesteund. De bevel- en operationele taal ter plaatse dient daarom het Engels te zijn. De mensen zullen dan tenminste begrijpen dat het Europa blijkbaar om iets gaat dan gewoonlijk.

Wat de Britse kwesties betreft: het feit dat Groot-Brittannië heeft verhinderd dat de EU-commandocentrale in Brussel de operatie leidt, verdient felle kritiek. Wij mogen in de toekomst niet meer toestaan dat wie zelf niet meedoet, anderen het gebruik van de gemeenschappelijke structuren ontzegt.

Ik twijfel nog steeds aan de realiseerbaarheid van de doelstellingen. Hebben wij concrete doelstellingen? Hoeveel intern ontheemden moeten na dat jaar weer thuis zijn? Hoeveel vluchtelingen uit Darfur moeten weer in Darfur zijn? Het zou niet voldoende zijn als wij na een jaar de fakkel doorgeven terwijl er nog even veel mensen in kampen verblijven.

De kosten zijn aanzienlijk – ik heb vernomen dat de bouw van een geschikte start- en landingsbaan en een hoofdkwartier alleen al 100 miljoen euro zullen kosten. Daarbij komen de lopende kosten van de troepen. Kan de Raad iets concreets over het gehele financiële kader zeggen?

Een laatste, voor mij zeer belangrijk punt is dat wij vóór de verplaatsing van de troepen van de regering van Tsjaad de uitdrukkelijke verzekering hebben dat ze nadien met de stationering van een door de VN geleide troepenmacht instemmen, ongeacht de samenstelling. Ik heb gehoord wat mijn collega heeft gezegd. Ik wil die verzekering schriftelijk, in de vorm van een officieel document van de Tsjadische regering, en niet mondeling van een minister in de Veiligheidsraad. Als ik deze verzekering heb, kan ik ermee instemmen. In het andere geval staan wij na een jaar voor het alternatief langer te blijven of ons terug te trekken en een militair vacuüm achter te laten dat spoedig tot een identieke situatie als vandaag leidt. In dat geval zouden wij honderden miljoenen hebben vergooid.

 
  
MPphoto
 
 

  Alain Hutchinson (PSE). – (FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de voorzitter van de Raad, mijnheer de Commissaris, het verheugt mij dat we vandaag kunnen beginnen en een resolutie kunnen goedkeuren over een naar mijn mening te onopvallend aangebracht onderwerp. In het Parlement moeten wij er onophoudelijk aan herinneren dat de situatie van de bevolking aan de grenzen van Soedan, Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek zonder meer onaanvaardbaar is.

Ik vergeet niet dat het gaat om één van de vele gevolgen van de genocide in Darfur, die niet bij naam mag worden genoemd. Ik wil daarover niet zwijgen. Darfur, dat betekent 2 500 000 vluchtelingen sedert 2003, waarvan 125 000 in Tsjaad. Er zijn ook honderdduizenden doden.

De humanitaire hulpverleners van de Verenigde Naties en de NGO’s hebben overigens al 31 keer de plaats van hun kamp moeten veranderen om aan het geweld te ontsnappen. Desondanks zijn een aantal van hen door de Soedanese politie opgepakt, werden twaalf humanitaire helpers vermoord en zijn vijf andere verdwenen.

De resolutie die wij vandaag voorstellen ligt duidelijk in de lijn van de doelstelling op doeltreffende wijze aan de beëindiging van de situatie aan de grenzen bij te dragen. Die situatie is onaanvaardbaar, maar toch relatief in het licht van de omvang van de ramp die zich momenteel in die regio van de wereld voltrekt.

In dat opzicht wil ik eraan herinneren dat onze verantwoordelijkheid zich niet tot het ondersteunen of leiden van nauwgezet afgebakende interventies in urgente conflictsituaties kan beperken. Deze verantwoordelijkheid vereist dat wij inwerken op de ruimere samenhang waarbinnen deze conflicten passen. Ze vereist ook dat wij alles in het werk stellen om te voorkomen dat zulke conclicten zich voordoen.

Tweede doelstelling van mijn interventie betreft de situatie van de humanitaire hulpverleners in de regio. De evolutie van de interventiemethoden van de strijdkrachten en van de rol van het humanitair personeel in conflictsituaties maakt het steeds moeilijker de grens tussen de twee te trekken.

Tengevolge van deze verwarring van militair en humanitair personeel ten nadele van de voortzetting van traditioneel aan humanitaire hulpverleners toegewezen missies brengt het leven zelf van humanitair personeel in gevaar en daarmee de gehele bevolking die niet meer van hun diensten kan profiteren.

Het is daarom van wezenlijk belang dat onze troepenmacht op geen enkele manier bij humanitaire acties in de regio wordt betrokken. Ik ben verheugd in de tekst die ons vandaag is voorgelegd deze overweging te vinden die voor de toekomst van ons ontwikkelingsbeleid daar en in de gehele wereld belangrijk is.

 
  
MPphoto
 
 

  Colm Burke (PPE-DE). – (EN) Mevrouw de voorzitter, ik ondersteun nadrukkelijk het zenden van een EVDB-missie naar de grensregio van Tsjaad en Darfur en ben verheugd dat wij vandaag over dit voorstel debatteren.

Het conflict in Darfur heeft ontzettende grensoverschrijdende gevolgen in het naburige Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek, met een massale overloop van vluchtelingen en duizenden intern ontheemden.

Overeenkomstig deskundig advies op hoog niveau is deze missie uitvoerbaar, ondanks een aantal aanzienlijke operationele en veiligheidsuitdagingen. De infrastructuur in het gebied is van slechte kwaliteit, er is gebrek aan water en logistieke lijnen zijn moeilijk. Een dergelijke missie zal ook bedreigd worden door rebellengroepen die tegen de regering standhouden. Op basis van een recente grondige beoordeling van deze regio lijken al deze uitdagingen echter overkomelijk.

Er is dus geen reden om de ontplooiing nog langer uit te stellen. Wij beschikken over de militaire capaciteit, nu hebben wij nog de politieke wil nodig.

Ik ben van mening dat Ierse troepen van deze EVDB-missie deel moeten uitmaken. Er is een oprecht gevoel van urgentie in deze crisisregio van de wereld, en Ierland kan deelnemen aan een nobele Europese inspanning om dit grensgebeid te stabiliseren.

De Nordic Battle Group kan troepen voor deze operatie leveren. Zoals die gevechtsgroep is deze EVDB-missie als overbruggingsoperatie bedoeld. Een andere mogelijkheid is dat de Ierse troepen die nu in Libanon zijn, aan deze missie deelnemen.

Deze macht heeft vele waardige doelstellingen. Ze zou de veiligheidssituatie in deze regio verbeteren vóór de verdere ontplooiing van de missie van de Verenigde Naties en de Afrikaanse Unie in Darfur. Ze zou ook hulporganisaties ondersteunen door tot nu toe gesloten corridors voor humanitaire hulpverlening te openen. In de derde plaats zou ze de terugkeer van Soedanese vluchtelingen mogelijk maken.

Ik ben van mening dat deze missie een krachtig mandaat moet hebben met betrekking tot het gebruik van geweld onder verwijzing naar hoofdstuk VII van het VN-Handvest om, indien nodig, een afschrikkend effect te hebben, in het bijzonder in het geval van aanvallen tegen burgers, kampen, dorpen, humanitaire hulpverleners, VN-politieagenten en in geval van zelfverdediging.

Het regenseizoen loopt op zijn eind. Het aantal aanvallen op vluchtelingenkampen zal stijgen naarmate de milities en rebellengroepen mobieler worden nu de regen is afgenomen. De tijd voor de VN om te handelen is gekomen. Niet handelen kost levens. De EU is de meest aanvaardbare organisatie om deze missie uit te voeren. Overeenkomstig verschillende verslagen is ze ook goed geplaatst om deze taak op zich te nemen.

Ik spoor de Raad aan onmiddellijk een gemeenschappelijk optreden goed te keuren en de laatste fases op gang te brengen zodat wij de boot niet missen om EU-troepen in te zetten waar ze dringend nodig zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Geoffrey Van Orden (PPE-DE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, er zijn vanmiddag blijkbaar veel salongeneraals in het Parlement. De uitzichtloze humanitaire en veiligheidssituatie in Darfur en naburige regio’s van Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek schreeuwen inderdaad om internationale actie. Dit staat echter los van de kwestie die ons vandaag bezighoudt, namelijk het EVDB. Dat hebben wij van vele sprekers gehoord.

Ik pleit reeds lang tegen de verspilling van middelen, doublures en versnippering, ja de dubbelhartigheid van de pogingen van de EU om een militaire capaciteit op te bouwen. Er zijn geen EU-troepen, mijnheer Ryan. Onze naties hebben troepen, en er zijn reeds beproefde structuren voor het organiseren van internationale militaire interventies door dat kleine aantal landen dat over bekwame strijdkrachten en een expeditionaire capaciteit beschikt. Dat gaat voornamelijk via de NAVO en de VN. De EU-instellingen hebben in militaire aangelegenheden weinig bij te dragen.

Het is duidelijk dat de motieven van de EVDB-fans in wezen politiek zijn. Iemand zei dat Tsjaad als een politieke opportuniteit moet worden gezien. De EU bood zich aan bij de VN; het was niet de VN die de EU uitnodigde. De EU is erop gebrand haar institutioneel embleem op nog een militaire operatie te spelden. Het is echter geen verrassing dat nationale militaire bevelhebbers het enthousiasme van de eurocraten niet delen. Met uitgebreide communicatielijnen, op meer dan duizend mijl van de dichtstbijzijnde zeehaven, een gebrek aan water en infrastructuur en tegenzin voor offensieve militaire acties tegen rebellengroepen is de missie naar Tsjaad in ieder opzicht onzeker. Groot-Brittannië, Duitsland en Italië hebben reeds gezegd dat ze geen troepen zullen sturen.

Wat zal deze troepenmacht doen? Ze zal de gewapende vijandelijke elementen die de rotzooi in dit enorme gebied van Afrika hebben veroorzaakt, in geen geval aanpakken. Ongetwijfeld zal ze zich dus voornamelijk bezighouden met zelfbescherming en onderhoud in een zeer moeilijke logistieke situatie. Wij moeten echt ophouden met deze onzin. Een menselijk tragedie is geen politieke opportuniteit.

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel Lobo Antunes, fungerend voorzitter van de Raad. − (PT) Ik moet heel kort onderstrepen dat dit voorstel om op grond van het EVDB (Europees veiligheids- en defensiebeleid) een troepenmacht naar Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek te sturen wordt gesteund door een grote meerderheid van de leden die over deze kwestie hebben gesproken. Zoals u waarschijnlijk weet, en zoals hier vandaag al is gezegd, heeft de Veiligheidsraad intussen – ik geloof gisteren pas – toestemming verleend aan de Europese Unie voor het uitvoeren van deze operatie. Zoals gezegd, was deze toestemming essentieel voor de Europese Unie om de operatie te laten doorgaan. Alle militaire voorbereidingen en planningwerkzaamheden, en eigenlijk de hele operatie, kunnen nu doorgaan en in een later stadium zal de Raad uiteraard een advies over deze kwestie presenteren door middel van een gemeenschappelijk optreden.

Ik ben van mening dat de Europese Unie nu, door zich te verbinden aan dit proces, zoals het hoort verder kan gaan dan alleen intentieverklaringen en beloften, naar praktische maatregelen en acties. Dit komt overeen met wat de Europese Unie altijd zegt dat haar plicht jegens Afrika en de Afrikaanse bevolking is en moet zijn. We moeten Afrika en de Afrikaanse bevolking helpen in een nauw en volledig partnerschap, zodat ze vrede kunnen scheppen waar conflicten zijn, vooruitgang kunnen boeken waar armoede wordt geleden, gezondheid en onderwijs kunnen brengen waar ziekten heersen en iets kunnen maken waar weinig of niets is. Op die manier zorgen we ervoor dat onze waarden en beginselen ook in ons buitenlands beleid worden gerespecteerd. Het Portugese voorzitterschap verwelkomt daarom deze nieuwste ontwikkelingen en neemt uiteraard terdege notie van de geweldige steun van veel leden voor deze operatie die tijdens dit debat is gebleken.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. – Tot besluit van het debat, heb ik vijf ontwerpresoluties ontvangen, ingediend overeenkomstig artikel 103, lid 2 van het Reglement(1).

Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag 27 oktober 2007 plaats.

 
  

(1) Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid