De Voorzitter. − Het volgende onderwerp is het verslag van Luciana Sbarbati, namens de Commissie verzoekschriften, over het jaarverslag over de activiteiten van de Europese Ombudsman in 2006 (2007/2131(INI) (A6-0301/2007).
Het doet ons genoegen de Ombudsman en commissaris Wallström vanochtend te mogen verwelkomen.
Nikiforos Diamandouros,Ombudsman.−(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik dank de geachte afgevaardigden dat ze mij de gelegenheid geven het Parlement toe te spreken over mijn jaarverslag voor 2006. Ook dank ik de rapporteur, mevrouw Sbarbati, en de Commissie verzoekschriften voor hun voortreffelijke verslag.
Mijn verslag bevat een beschrijving van de voortgang bij de behandeling van klachten, het bevorderen van behoorlijk bestuur en het verstrekken van kennis over de rol van de Ombudsman. Ik heb in 2006 3 830 klachten ontvangen. Dat betekent dat het totaal aantal klachten zich gestabiliseerd heeft rond het niveau dat was bereikt na de stijging van 53 procent in 2004.
Tot mijn genoegen kan ik u mededelen dat het percentage klachten dat binnen het mandaat valt, is toegenomen. Hieruit valt op te maken dat burgers beter op de hoogte beginnen te raken van mijn mandaat en dat van mijn nationale en regionale collega’s in het Europees netwerk van Ombudsmannen, dat zo ten behoeve van alle betrokkenen evenredig versterkt wordt.
In 2006 werden in totaal 586 onderzoeken verricht. Hiervan betrof 66 procent de Commissie. Aangezien de Commissie de Europese instelling is waarmee burgers het meest in aanraking komen, is het normaal dat zij het voornaamste doelwit van de onderzoeken is.
In 2006 werden 250 besluiten ter afronding van onderzoeken genomen. In 95 gevallen bracht het onderzoek geen wanbeheer aan het licht. Zo’n uitkomst is niet altijd negatief voor de indiener van de klacht, die hoe dan ook een uitgebreide uitleg van de betrokken instelling krijgt. Zelfs wanneer geen wanbeheer wordt vastgesteld, zie ik mogelijk kansen om de kwaliteit van het bestuur van de instellingen te verbeteren. Waar dit het geval is, wijs ik hierop in een aanvullende opmerking.
Veel van mijn onderzoeken resulteren in een win-winuitkomst die zowel de indiener van de klacht als de instelling tegen wie de klacht is gericht, tevreden stelt. In 2006 werd er in 64 gevallen naar tevredenheid van de indiener van de klacht een schikking getroffen door de betrokken instelling.
Telkens wanneer ik een geval van wanbeheer tegenkom, probeer ik, indien mogelijk, tot een minnelijke schikking te komen. In 2006 werden er drie minnelijke schikkingen getroffen en aan het eind van het jaar werden nog eens 27 voorstellen voor een dergelijke schikking door de betrokken instelling overwogen.
Als er geen minnelijke schikking mogelijk is, sluit ik de zaak af met een kritische opmerking of doe ik een ontwerpaanbeveling. Een kritische opmerking is gepast als het voor de betrokken instelling niet mogelijk is het geval van wanbeheer alsnog ongedaan te maken. Ik benadruk dat de kritiek opbouwend van aard is, bedoeld om vergelijkbare gevallen van wanbeheer in de toekomst te voorkomen. In 2006 heb ik op deze wijze 41 onderzoeken afgesloten.
Om het effect van mijn kritiek en advies beter te kunnen meten, heb ik dit jaar een onderzoek gelanceerd naar de follow-up inzake alle kritische opmerkingen die in 2006 zijn gemaakt en de 38 gevallen waarbij datzelfde jaar een aanvullende opmerking werd gemaakt. De resultaten van deze onderzoeken zijn bedoeld om de betrokken instellingen verder te stimuleren hun praktijken te verbeteren en een cultuur van dienstverlening aan de burger te ontwikkelen.
In gevallen waar het nog steeds mogelijk is het geval van wanbeheer ongedaan te maken, doe ik gewoonlijk een ontwerpaanbeveling aan de instelling, die met een uitgebreid advies moet reageren. In 2006 werden er dertien ontwerpaanbevelingen gedaan.
Als een instelling op onbevredigende wijze op een ontwerpaanbeveling reageert, kan ik een speciaal verslag naar het Europees Parlement sturen. In 2006 werden twee speciale verslagen gemaakt. Het eerste betrof de verantwoordelijkheid van de Raad voor de keuze van de talen die op de websites van de EU-voorzitterschappen worden gebruikt. In het tweede verslag werd de Commissie gevraagd een klacht over een inbreuk op het gebied van sportweddenschappen naar behoren af te handelen. Tot mijn vreugde kan ik mededelen dat de Commissie snel en positief op dat verslag heeft gereageerd.
Een nieuw onderdeel van het jaarverslag dat ik in het kader van het streven naar behoorlijk bestuur graag onder de aandacht wil brengen, betreft de zogenaamde voorbeeldzaken van beste praktijken van instellingen, die tijdens mijn onderzoeken naar voren zijn gekomen.
Ik zal nu enkele andere activiteiten noemen die ik in 2006 heb ondernomen om de best mogelijke dienstverlening aan burgers te kunnen garanderen.
Ten eerste heb ik een memorandum van overeenstemming met de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming (ETGB) ondertekend. Doel van de overeenkomst is een consistente afhandeling van klachten inzake gegevensbescherming te bewerkstelligen en onnodige overlapping te voorkomen.
De overeenkomst stelt mij in staat te profiteren van de kennis van de ETGB door hem te raadplegen in gevallen waarbij de tekst van de verordening inzake gegevensbescherming en de bestaande jurisprudentie voldoende ruimte bieden voor uiteenlopende opvattingen. Dit is reeds een zinvol mechanisme voor mij gebleken in gevallen waarbij het wettelijke recht op toegang tot documenten in overeenstemming moet worden gebracht met het recht op privacy.
Ik heb ook een overeenkomst getekend met de Spaanse regering die het burgers mogelijk maakt in willekeurig welk van de in Spanje erkende talen een klacht in te dienen bij de Europese Ombudsman. Op deze manier heb ik mijn werkwijze in overeenstemming gebracht met de conclusies van de Raad van juni 2005, die voorzien in het gebruik van deze talen om de communicatie tussen Spaanse burgers en EU-instellingen te vergemakkelijken.
Geachte afgevaardigden, ik ben dankbaar voor de steun voor het werk van de Europese Ombudsman die in het verslag van mevrouw Sbarbati naar voren komt, en ik kan het Parlement mededelen dat ik, zoals mij in het verslag wordt verzocht, reeds bezig ben met de voorbereidingen voor een memorandum van overeenstemming met de Europese Investeringsbank.
Gezien het feit dat de tenuitvoerlegging van EU-wetgeving grotendeels de verantwoordelijkheid is van de regeringen van de lidstaten, zal ik door middel van het Europees netwerk van Ombudsmannen samenwerking blijven bevorderen. Tot mijn genoegen kan ik u mededelen dat de zesde vergadering van het netwerk vorige week hier in dit gebouw heeft plaatsgevonden. Bij het afsluiten van deze geslaagde vergadering, hebben we met consensus een verklaring aangenomen die erop gericht is meer bekendheid te geven aan de EU-dimensie van het werk van nationale en regionale Ombudsmannen en uitleg te geven over de dienstverlening die zij bieden aan mensen met klachten over zaken die binnen de werkingssfeer van het Gemeenschapsrecht vallen.
De vrijwillige samenwerking tussen Ombudsmannen die nu in de verklaring wordt uitgekristalliseerd, kan naar mijn mening een belangrijke en toenemende bijdrage leveren aan het vermogen van de Europese Unie om concrete resultaten af te leveren, door te garanderen dat burgers hun rechten als een alledaagse realiteit kunnen uitoefenen en dat problemen worden opgelost op een manier die dicht bij de burger staat.
De Europese Ombudsman is in het leven geroepen om de Unie dichter bij de burger te helpen brengen en om het bestuur van de EU een “menselijk gezicht” te geven. Een fundamenteel aspect van onze instelling is dat de Ombudsman een fysieke persoon is, die persoonlijk met de burgers communiceert, die hun zaak onderzoekt en die iets aan hun problemen en klachten probeert te doen.
Elk van deze “microcommunicaties” biedt een kans om vertrouwen tussen de burgers en de instellingen te kweken. Om dit doel te bereiken zal ik een constructieve dialoog tussen de twee partijen blijven bevorderen en hun aandacht op problemen blijven vestigen zodat ze hun functioneren kunnen verbeteren.
Aan de wijze waarop een openbaar bestuursorgaan op klachten reageert, valt in belangrijke mate af te meten in hoeverre de burger centraal staat. Hoewel er op veel gebieden vooruitgang is geboekt, is in 2006 het percentage zaken dat ik met een kritische opmerking heb afgesloten, helaas gestegen.
Dit zou iedereen die betere betrekkingen tussen de EU en haar burgers wenst, zorgen moeten baren. Klachten bieden een kans om dingen recht te zetten en te laten zien dat de instelling of het orgaan in kwestie het fundamentele recht van de burger op behoorlijk bestuur werkelijk eerbiedigt.
Ik betwijfel of de burger de veelvuldige verklaringen van de instellingen dat zij “dichter bij de burger” willen staan en voor “meer openheid” willen zorgen, gemakkelijk in overeenstemming kan brengen met het feit dat diezelfde instellingen herhaaldelijk verzuimen de kansen aan te grijpen die de Ombudsman hun biedt om de relatie te verbeteren en de transparantie te vergroten. Er zijn echter bemoedigende tekenen die erop wijzen dat de bereidheid om de kansen die mijn onderzoeken bieden voor het oplossen van klachten, te benutten, het lopende jaar, 2007, veel groter is.
Een dergelijke samenwerking is van belang, omdat de Ombudsman het niet alléén kan. Een eersteklas bestuur kan alleen maar in samenwerking met de EU-instellingen tot stand komen. Beloften nakomen, passende verhaalsmogelijkheden bieden, leren van fouten, een transparante werkwijze hanteren en ruimte bieden voor publieke controle – dit zijn de allerbelangrijkste manieren om vertrouwen te kweken.
Van zijn kant dient de Europese Ombudsman eensgezind en stelselmatig samen te werken met zijn nationale en regionale collega’s om ervoor te zorgen dat de rechten van burgers in de hele EU ten volle worden geëerbiedigd. Tot slot moet hij contact blijven zoeken met burgers om hen bewust te maken van zijn dienstverlenende taak.
Met de steun en begeleiding van het Parlement zal ik trachten voort te bouwen op wat reeds bereikt is om waarlijk uitvoering te geven aan mijn institutionele opdracht: de Unie dichter bij de burgers te brengen en het bestuur van de EU een “menselijk gezicht” te geven.
Luciana Sbarbati (ALDE), rapporteur. –(IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik zou eerst de Ombudsman willen bedanken voor zijn uitstekende werk zoals blijkt uit dit bijzondere verslag. Ik zou ook de juridische diensten van de Commissie willen bedanken en al mijn parlementaire collega’s in de commissie, in het bijzonder de schaduwrapporteur en de heer Mavrommatis, voor hun samenwerking.
De cultuur van dienstverlening aan de burger, die op de eerste plaats bedoeld is om te zorgen voor hoogwaardig, transparant, toegankelijk, snel en behulpzaam openbaar bestuur, is op communautair niveau gestimuleerd en versterkt door de gezamenlijke inspanningen van the Commissie verzoekschriften en de Ombudsman, en kwam voor het eerst in actie naar aanleiding van de resolutie van 6 september 2001, de datum waarop het Europees Parlement de code van goed administratief gedrag aannam die door de EuropeseOmbudsman was voorgesteld.
Daarnaast zorgde het Verdrag van Maastricht voor een kwalitatieve sprong in het Europees burgerschap door alle burgers de mogelijkheid te bieden petities in te dienen bij een parlementair orgaan, dat de enige scheidsrechter blijft, of zich te wenden tot een meer gespecialiseerd orgaan dat, terwijl het opereert op een buitengerechtelijke basis, een procedure volgt die parlementair ingrijpen niet uitsluit indien blijkt dat de gemeenschapsinstelling verantwoordelijk voor het geval van wanbeheer niet bereid is om mee te werken.
Ik zal het niet hebben over de statistieken omdat de Ombudsman daar al over gesproken heeft en omdat ze al in het verslag zijn uiteengezet.Gevallen van wanbeheer hebben op het ogenblik te maken met gebrek aan transparantie, het weigeren van informatie, misbruik van macht, juridische fouten en het verzuim zich te houden aan uitvoering van de verplichtingen van het Verdrag, in het bijzonder door de Commissie.
De beslissingen van de Ombudsman zijn juridisch niet bindend, maar de waarborgen die zijn werk biedt, helpen zijn overredingskracht te versterken.Hij geniet de actieve steun van de Commissie verzoekschriften, waarvan hij bij vier gelegenheden in 2006 vergaderingen bijwoonde en hij werkt samen met het netwerk van Europese Ombudsmannen, dat moet worden verbeterd en uitgebreid. Italië, bijvoorbeeld, heeft nog steeds geen nationale Ombudsman.
Het verdient niettemin nadruk dat men elkaar over en weer directop de hoogte stelt van definitieve beslissingen om bevoegdheidsconflicten tussen de activiteiten van de Ombudsman en die van de Commissie verzoekschriften te voorkomen.
Het verslag verdeelt de beslissingen die genomen zijn met betrekking tot afgeronde onderzoeken in 2006 in verschillende categorieën: gebrek aan openheid van communautaire instellingen en organen (25 procentvan de onderzoeken), de rol van de Commissie als hoedster van het Verdrag met betrekking tot procedures op grond van artikel 226, het beheer van contracten, vergoedingen en subsidies, en het aantrekken van personeel en het personeelsbeleid van de communautaire instellingen.
Procedures eindigen vaak in het stadium van kritische opmerkingen, die een middel zijn om te proberen te voorkomen dat gevallen van wanbeheer zich in de toekomst weer voordoen, in gevallen waar het geven van een aanbeveling zinloos zou zijn. Verscheidene voorbeelden zijn door de Ombudsman gegeven, die men op zijn gemak in het verslag kan lezen.
In dit verband nodigt de Commissie verzoekschriften de Ombudsmanuit een gedetailleerd onderzoek uit te voeren naar de concrete uitwerking van kritische opmerkingen die tijdens de onderzoeken in 2006 zijn geformuleerd. Het feit dat de instellingen een code van goed administratief gedrag hebben, is vaak niet genoeg om te garanderen dat er een echte cultuur van dienstverlening ontstaat.
Het verslag laat ook zien dat er nog steeds grijze gebieden zijn met betrekking tot het feit dat de Commissie misbruik maakt van haar discretionaire bevoegdheden door niet tijdig te handelen in de precontentieuze fase van de procedure onder het voorwendsel van politieke overwegingen. Met betrekking tot contracten en personeelsbeleid blijkt uit enkele van de onderzoeken die de Ombudsmanop eigen initiatief heeft ingesteld hoe zijn bevoegdheden een effectief middel zijn om het bestuur aan te zetten tot zelfcorrectie, een degelijk principe dat meer toegepast moet worden.
Wat betreft de Commissie verzoekschriften, het feit dat de Ombudsman en het Parlement wellicht niet dezelfde termijnen en inzichten hebben met betrekking tot de aanpak van dezelfde zaak, moet worden vermeden via voortgaande en constructieve dialoog.
De Commissie verzoekschriften heeft ook een speciale uitnodiging doen uitgaan naar de Ombudsmanom de systemen te onderzoeken die worden gebruikt door EPSO (European Personnel Selection Office, Europees Bureau voor personeelsselectie), wederom met het oog op het beschermen van de rechten van kandidaten, vooral jonge kandidaten, in het vergelijkend onderzoek van het Europees Parlement en om vermeende discriminatie te onderzoeken die gemeld werd op de Europese School in Brussel.
Het verslag van dit jaar, Mevrouw de Voorzitter, is gericht op de rol van de Ombudsman als sleutelspeler in het democratische leven van de Unie. Hij is een belangrijke bemiddelaar voor burgers in hun betrekkingen met openbare overheden. Zijn effectieve activiteiten benadrukken het onderscheid tussen goed en slecht bestuur, bieden advies bij het erkennen van fouten en zoeken bevredigende oplossingen voor indieners van klachten, die naar waarschijnlijkheid slecht gedrag zullen omzetten in goed.
Hiertoe zou het waardevol zijn als de Ombudsmaneen lijst van beste bestuurlijke praktijken zou opstellen, met daarbij niet alleen hele goede voorbeelden maar ook minderlofwaardige. Een van de belangrijkste punten waarop gewezen moet worden, is de democratische gelijkheid van alle Europese burgers, zonder onderscheid of discriminatie op grond van nationaliteit of taal; iets waarop de Ombudsmankan vertrouwen bij zijn voortdurende inspanningen om linguïstische gelijkheid kritisch te onderzoeken en te beschermen.
De Commissie verzoekschriften is vóór het bespoedigen van de procedures om ervoor te zorgen dat het jaarverslag van de Ombudsman sneller wordt bekeken, en is ook vóór wijziging van het statuut, mits de amendementen eenvoudig een kwalitatieve uitbreiding betekenen van de bevoegdheden van de Ombudsman, zonder dat er iets verandert aan de aard van zijn competenties of aan het feit dat geen van zijn besluiten afdwingbaar is.
Margot Wallström,vicevoorzitter van de Commissie. −(EN) Mevrouw de Voorzitter, het is van belang dat de Commissie “het voortouw neemt in het bevorderen van een cultuur van dienstverlening”. Toen de Ombudsman dit in zijn inleiding op zijn jaarverslag zei, was ik het roerend met hem eens. De Europese Unie moet dichter bij de burgers staan, beter uitleg geven, beter luisteren en goed beleid afleveren. Een eersteklas bestuur is daarvoor een noodzakelijke voorwaarde. Een goed toegeruste waakhond die onze voortgang volgt, is net zo belangrijk voor ons gezamenlijke succes. De Ombudsman functioneert als een extern controlemechanisme voor een behoorlijk en controleerbaar bestuur van de instellingen en organen van de Europese Unie.
Daarom juich ik het jaarverslag van de Ombudsman voor 2006 toe en benadruk ik dat de betrekkingen tussen de Commissie en de Ombudsman zeer positief zijn. Zo nam het aantal open onderzoeken gewijd aan de Commissie in 2006 ten opzichte van 2005 en 2004 af met 20 procent en erkennen we vaker dat er een fout is gemaakt en bieden we onze excuses hiervoor aan. We zoeken naar bevredigende oplossingen voor indieners van een klacht en nemen de kritische opmerkingen en de ontwerpaanbevelingen van de Ombudsman ter harte.
Ik verwelkom ook het zeer belangrijke verslag van mevrouw Sbarbati en de constructieve voorstellen die erin zijn opgenomen. Zoals ik het eens ben met de Ombudsman die vraagt om een cultuur van dienstverlening, ben ik het ook eens met mevrouw Sbarbati die de nodige budgettaire en personele middelen wenst. We worden beoordeeld op onze daden en niet op onze woorden, dus moeten we er echt voor zorgen dat de burgers snel en zinvol antwoord krijgen, zoals mevrouw Sbarbati in haar verslag zegt.
Ik zal kort op een paar punten in het verslag ingaan. Ten eerste verwelkomt de Commissie het initiatief van de Ombudsman om een lijst op te stellen van de beste praktijken. We verwelkomen ook het initiatief om een studie te verrichten naar het gevolg dat de Commissie en andere instellingen en organen geven aan de kritische opmerkingen en aanvullende opmerkingen van de Ombudsman. Ik hoop dat dit zal bijdragen tot betere praktijken die de burgers ten goede komen.
Het tweede punt betreft de vermeende overlapping tussen de activiteiten en bevoegdheden van de Commissie verzoekschriften en die van de Ombudsman. De Commissie wijst er opnieuw op dat ze bereid is met deze twee organen samen te werken binnen het kader van hun bevoegdheid. De definitie van deze bevoegdheid behoort niet tot de opdracht van de Commissie.
Ten derde heeft het Parlement de Commissie verzocht haar discretionaire bevoegdheden krachtens artikel 226 inzake inbreukprocedures correct toe te passen. Natuurlijk moeten we voorkomen dat er te laat of geen actie wordt ondernomen en om die reden heeft de Commissie onlangs een mededeling aangenomen over de tenuitvoerlegging van het Gemeenschapsrecht en hebben we besloten tot doelgerichtere preventiemaatregelen, betere informatieverstrekking en oplossingsmethoden. Kortom, dit was de nieuwe opdracht van de Commissie: zoeken naar doelmatiger behandeling van inbreukgevallen en meer transparantie.
Wat betreft Verordening (EG) nr. 1049/2001 inzake de toegang van het publiek tot documenten: zoals u weet, wordt er gewerkt aan een evaluatie van deze verordening en de bijdrage van de Ombudsman aan de raadpleging wordt toegejuicht. Nog maar enkele weken geleden hadden we onder leiding van vicevoorzitter Wallis een vergadering met de interinstitutionele commissie inzake de toegang van het publiek tot documenten en ik dank haar dat ze deze kwestie inzake de toegang van het publiek tot documenten op zo’n constructieve wijze heeft aangepakt.
Mijn voorlaatste punt betreft het statuut van de Ombudsman. Dit punt wordt afzonderlijk behandeld maar, aangezien het in het verslag wordt genoemd, wil ik u op het hart drukken dat de Commissie de ontwikkelingen nauwlettend volgt en dat er op verschillende hiërarchische niveaus wordt gewerkt aan contacten tussen de Commissie en de Ombudsman. Ik wil dat deze kwestie in een geest van nauwe samenwerking tussen de Raad, het Parlement en de Commissie verloopt.
Tot slot de communicatiestrategie van de Ombudsman en het Europees netwerk van Ombudsmannen. We moeten ervaringen en bestuurlijke praktijken uitwisselen. We moeten de bewustmaking van het publiek bevorderen en de burger dichter bij de EU brengen. De Ombudsman heeft hierin een zeer belangrijk aandeel en dat geldt ook voor het Europees Parlement en de Commissie verzoekschriften. Dit is belangrijk voor mij en voor de hele Commissie en u kunt er zeker van zijn dat we ons volledig zullen inzetten voor samenwerking en voor goede, op de toekomst gerichte oplossingen.
Manolis Mavrommatis, namens de PPE-DE-Fractie. –(EL) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, ik wil allereerst mevrouw Sbarbati, de rapporteur inzake het jaarverslag met betrekking tot de activiteiten van de EuropeseOmbudsmanin 2006, bedanken en feliciteren. Ik wil ook graag het secretariaat van onze commissie bedanken voor de hulp bij het opstellen van het verslag van mevrouw Sbarbati, en ook de EuropeseOmbudsman, de heer Diamandouros, voor het tijdig indienen van zijn jaarverslag voor 2006 en voor zijn daarop volgende samenwerking met de Commissie verzoekschriften.
De Ombudsman is een onafhankelijke instelling en controlemechanisme voor het bestuur van de EU. Ondanks alle maatregelen die door de heer Diamandouros genomen zijn om het publiek te informeren, bestaat er echter nog steeds verwarring over de gebieden die onder de jurisdictie van de Europese Ombudsman vallen. We moeten daarom blijven proberen het publiek te informeren, met passende financiële steun van de EU. Om deze reden hebben wij, de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese Democraten, opnieuw een belangrijk amendement ingediend, dat vraagt om steeds grotere deelname van de media bij het bekendmaken van het werk van de EuropeseOmbudsman.
Als schaduwrapporteurheb ik geprobeerd een bijdrage te leveren aan het verslag inzake de activiteiten van de Europese Ombudsman, met amendementen die ik heb ingediend en gesteund.Het was hoofdzakelijk door het aannemen van deze amendementen dat wij vooruitgang hebben gezien op de volgende gebieden van de activiteiten van de Europese Ombudsman:
Ten eerste,de EuropeseOmbudsman werd dringend gevraagd zijn onderzoek van zaken van de derde pijler voort te zetten.
Ten tweede, verslagen betreffende de EuropeseOmbudsmanmoeten onmiddellijk vertaald worden in alle officiële EU-talen, in het bijzonder met betrekking tot het jaarverslag van de Europese Ombudsman.
Ten derde, de EuropeseOmbudsmanmoet goede betrekkingen onderhouden met de leden van de Commissie verzoekschriften en met hen samenwerken teneinde de gewenste resultaten te bereiken.
Ten laatste, het Europees netwerk van Ombudsmannenwordt verzocht zich uit te breiden en binnen zijn lidmaatschap gespecialiseerde Ombudsmannen op te nemen die zich bijvoorbeeld bezighouden met de rechten van minderjarigen, gezinsproblemen, de bescherming van persoonsgegevens en de rechten van gedetineerden en zieken.
Alexandra Dobolyi, namens de PSE-Fractie.–(EN) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen dank ik de heer Diamandouros en mevrouw Wallström voor hun presentaties en mevrouw Sbarbati voor haar voortreffelijke verslag.
Het onlangs afgesloten Verdrag van Lissabon luidt het einde in van een langdurige fase waarin het effectief functioneren van de Europese Unie namens haar burgers werd gehinderd. We hebben eindelijk een institutioneel systeem dat effectiever werkt, maar het opent tevens de deur naar veel meer.
Ik verwelkom de plechtige proclamatie van het Handvest door de voorzitters van de instellingen die op 12 december zal plaatsvinden. De opneming van het Handvest van de grondrechten als onderdeel van de rechtsorde in de Europese Unie stelt de EU in staat te gaan werken aan een meer effectieve, transparante en democratische basis. Europese burgers verwachten nu en in de toekomst dat de EU-instellingen handelen in overeenstemming met de basisbeginselen van de EU: met het Handvest en met efficiëntie, doelmatigheid en openheid.
De Europese Ombudsman is een belangrijk onderdeel van de democratische structuur en werking van de EU. Het grootste deel van de onderzoeken van de Ombudsman betreft het gebrek aan transparantie. Als we in de ogen van de burgers geloofwaardiger willen worden, zullen we dat aspect van onze activiteiten moeten verbeteren. Ik ben zeer blij met het werk van de Ombudsman, zoals hij dat in zijn jaarverslag en zijn toespraak uiteengezet heeft. Hij heeft in 2006 een aantal belangrijke beslissingen genomen, waaronder, niet in de laatste plaats, over de keuze van de talen die op de websites van de voorzitterschappen van de Europese Raad worden gebruikt, over onjuiste en misleidende informatie over de rechten van luchtreizigers in folders, op posters en in videopresentaties die de Commissie heeft gepubliceerd, en over de toegang tot het controleverslag van de Europese Investeringsbank.
Het is van belang dat we het werk van de Ombudsman en dat van de Commissie verzoekschriften steunen, want door het behandelen van klachten en verzoekschriften over EU-kwesties van burgers kunnen we erachter komen wat op Europees niveau niet naar behoren functioneert en corrigerende maatregelen nemen. Zaken die door de Ombudsman en de Commissie verzoekschriften in behandeling worden genomen, zijn van steeds complexere aard en vergen derhalve een grotere investering van middelen door de instellingen, zodat de zorgen van de burgers naar behoren worden afgehandeld.
In dit verband wijs ik de geachte afgevaardigden op alinea 2 van het verslag van mevrouw Sbarbati: “wenst dat alle Europese instellingen en organen worden voorzien van de nodige budgettaire en personele middelen om ervoor te zorgen dat de burgers een snel en zinvol antwoord krijgen op hun vragen, klachten en verzoekschriften”. Er is geen betere manier om het Handvest van de grondrechten in praktijk te brengen dan door dit na te streven en ik doe een beroep op alle instellingen en organen om in dit opzicht prioriteit te geven aan de belangen van de burgers.
Anneli Jäätteenmäki, namens de ALDE-Fractie.–(FI) Mevrouw de Voorzitter, vicevoorzitter van de Commissie Margot Wallström, Ombudsman Nikiforos Diamandouros, dames en heren, om te beginnen wil ik de rapporteur danken voor haar uitstekende werk.
Met de jaren is de rol van de Europese Ombudsmansteeds belangrijker geworden voor de burgers van de Europese Unie. Wanneer het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie eenmaal van kracht wordt, zal deze rol nog belangrijker worden.Dit betekent dat we er in de toekomst nog beter voor moeten zorgen dat de Ombudsmanover voldoende middelen beschikt en dat de gedragscode op grond waarvan hij opereert relevant is voor het huidige klimaat.
Commissaris Margot Wallström heeft de noodzaak voor transparantie benadrukt.Nu de gedragscode op grond waarvan de Europese Ombudsman opereert, verandert, hoop ik dat de woorden van de commissaris, grotere transparantie en de bevordering van het idee dat de noodzakelijke informatie beschikbaar is van de Commissie, waar zullen worden, omdat het alleen gaat om daden, niet om woorden.
Het jaarverslag van de Ombudsman en de samengevatte versie ervan zijn een schitterend voorbeeld van hoe ons werk moet worden gepresenteerd aan het publiek. Het verslag is duidelijk, bondig en ter zake. Transparantie is de sleutel tot Europese democratie en het belangrijkste constructiemateriaal ervan.
Op grond van artikel 41 van het Handvest van de grondrechten heeft ieder persoon er recht op dat zijn of haar zaken onpartijdig, billijk en binnen een redelijke termijn worden behandeld door de instellingen en organen van de Unie. Dat betekent heel wat en het legt een verplichting op alle instellingen van de Europese Unie en natuurlijk ook op het kantoor van de Ombudsman. Daarom wil ik benadrukken hoe belangrijk het is ervoor te zorgen dat er voldoende middelen van het juiste soort beschikbaar zijn, zodat mensen niet jarenlang op beslissingen hoeven te wachten met betrekking tot zaken die hen aangaan, omdat wachten op beslissingen een vervelende zaak is.
Tenslotte wil ik de Ombudsmangraag bedanken voor het werk dat hij doet en ik wens hem alle succes in zijn uitdagende rol. Die wordt niet altijd voldoende gewaardeerd daar grondrechten met meer succes ten uitvoer worden gelegd onder de elite dan onder gewone mensen.
Mieczysław Edmund Janowski, namens de UEN-Fractie.–(PL) Mevrouw de Voorzitter, ik wil mevrouw Sbarbati graag bedanken voor haar werk en mijn waardering uitdrukken voor de prestaties van de Europese Ombudsman, professor Nikiforos Diamandouros. Ik druk hiermee ook de zienswijze uit van de Fractie Unie voor een Europa van Nationale Statenalsook die van de heer Marcin Libicki, de voorzitter van de Commissie verzoekschriften, die niet in staat was de vergadering van vandaag bij te wonen en mij gevraagd heeft namens hem te spreken.
Hominum causa omne ius constitutum sit – iedere wet moet worden toegepast vanuit het oogpunt van de mens. Dit Romeins beginsel is te zien in het werk van de Ombudsman, die, werkend binnen zijn competentiegebied, probeert het grondbeginsel na te leven dat iedereen er recht op heeft dat zijn of haar zaak onpartijdig en billijk wordt gehoord door de organen en instellingen van de EU.
Uit analyse van het verslag blijkt dat maar 25 procentvan de klachten die worden ingediend, binnen het kader van de competentie van de Ombudsman vallen. Komt dat omdat onze burgers de wet niet kennen? Misschien is dit enigszins het geval. Ik denk echter dat het iets anders is, dat zij de instelling van de Ombudsmanbeschouwen als een laatste uitweg, wanneer ze geen passende hulp kunnen vinden in hun eigen land.De diversiteit en de hoeveelheid aanvragen die worden ingediend bij de Commissie verzoekschriften wijzen ook wel in die richting.Als het gevoel dat men op onbillijke, trage, incompetenteofbureaucratische wijze wordt behandeld, blijft groeien, dan wordt de Europesecode van goed administratief gedrag slechts een verzameling idealen en geen alledaagse praktijk.
Professor, moge u, zoals de Ombudsman, een doelmatig bewaker zijn van de belangen van de burgers van de Gemeenschap en mogen het Parlement, de Raad en de Commissie, evenals de nationale parlementen en nationaleOmbudsmannen, u in dit werk bijstaan.
Margrete Auken, namens de Verts/ALE-Fractie.–(DA) Mevrouw de Voorzitter, ik ga niet alle goede dingen die gezegd zijn herhalen, behalve dan dat ik zowel de Ombudsman als commissaris Wallström wil bedanken. Daarnaast wil ik graag iets zeggen wat onderstreept moet worden. Ik ben een betrekkelijk nieuwe lid van de Commissie burgerklachten, zoals we die beter zouden kunnen noemen.Tot mijn ontzetting heb ik door rond te kijken in de maatschappijontdekt dat het praktisch alleen actieve burgers zijn die erop letten of de EU-wetgeving op veel plaatsen wordt gerespecteerd.De instellingen zijn daar niet mee bezig en de lidstaten ook niet. Daarom, als de burgers het niet doen, valt de hele zaak uit elkaar.De burgers zijn dus niet alleen het slachtoffer van individuele gevallen; ze zijn daadwerkelijk ook actieve medespelers die eraan werken om te zorgen dat het uiterst transparante systeem van de EU zowel begrijpelijk is voor de burgers als dichtbij de burgers staat.
Het moet ons ook duidelijk zijn dat het een eeuwigdurend gevecht is ook al rusten we onze instrumenten, dat wil zeggen, de Ombudsmanen de Commissie verzoekschriften, uit met het juiste gereedschap. Op het ogenblik vindt er een aanval plaats op het Zweedse systeem van openheid en toegang tot documenten. We moeten niet geloven dat dit een gevecht is dat we definitief kunnen winnen. We moeten volhouden en blijven volhouden en we zullen het gevecht op geen enkel punt winnen. We zullen het slechts winnen als we blijven beschikken over heel sterk gereedschap.
Ik wil benadrukken dat ik heel blij ben met het verslag van mevrouw Sbarbati. Ik wil echter graag de aandacht vestigen op de amendementen die we gelukkig hebben kunnen integreren in het verslag dankzij aanzienlijke steun. Op de eerste plaats kan het Parlement nu zaken van de Ombudsman voor de rechter te brengen als de instellingen de Ombudsman niet respecteren. Het is absoluut van cruciaal belang dat dit werkelijk gedaan kan worden en niet eenvoudig iets is waarover we in de wereld kunnen opscheppen. We hebben het instituut Ombudsman, we hebben de Commissie verzoekschriftenen toch betekent het niets anders dan woorden en nog meer woorden. Deze zaak is daarom van enorme betekenis.
Het tweede aspect betreft de Europese Investeringsbank. Bij veel gelegenheden is de bank niet zo “aardig”geweest als ze zou moeten zijn.Bij veel gelegenheden heeft zij gehandeld alsof zij hulp verleende aan de grote industrieën en het is absoluut van cruciaal belang dat de burgers die zouden moeten profiteren van de activiteiten van de bank in landen buiten Europa, de kans krijgen zaken voor de Ombudsman te brengen. Het is echt heel schokkend dat hun dat geweigerd wordtom reden van het feit dat zij geen burgers van de EU zijn en niet hun invloed kunnen doen gelden. Ze zijn neerbuigend en arrogant behandeld en ik ben daarom blij dat in dit verslag nu benadrukt is dat deze burgers natuurlijk toegang zullen krijgen tot beroep op de Ombudsman.
Tenslotte wil ik nog zeggen dat het belangrijk is te beklemtonen dat de Ombudsmanop grond van de derde pijler ook competentie heeft binnen intergouvernementele terreinen.Al met al doen we met dit verslag een grote stap vooruit en ik hoop ten zeerste dat de organen van zowel de Commissie als het Parlement het serieus zullen nemen.
Dimitrios Papadimoulis, namens de GUE/NGL-Fractie. – (EL) Mevrouw de Voorzitter, de discussie van vandaag en het uitstekende werk gedurende de afgelopen vier en een half jaar uitgevoerd door de EuropeseOmbudsman, de heer Diamandouros, alsook het uitstekende verslag van mevrouw Sbarbati, bieden het Europees Parlement en de Commissie de gelegenheid om na te gaanhoe het publiek de instellingen van de EU ziet.
Een groot deel van het publiek vraagt om grotere transparantie en voorbeeldig bestuur, waarvan te weinig zichtbaar zijn.
Ik constateer een aantal verontrustende signalen in het verslag van de heer Diamandouros. Er zijn minder gevallen opgelost via een minnelijke schikking.Er is een daling geweest van het aantal gevallen waarin de Commissie (ik zie dat de vicevoorzitter niet luistert) gehoor heeft gegeven aan de aanbevelingen van de EuropeseOmbudsman.
De EuropeseOmbudsman feliciteren, Mevrouw de Voorzitter, is niet genoeg; we moeten luisteren naar zijn aanbevelingen.De heer Diamandouros vraagt geheel terecht om uitbreiding van zijn bevoegdhedenzodat hij ook kwesties met betrekking tot de derde pijler kan behandelen en zo zorgen voor grotere transparantie encontrole. Hij vraagt om een verandering van het statuut van de Europese Ombudsman zodat zijn werkdoelmatiger kan worden.
Ik geloof dat hij de steun heeft van het Europees Parlement, maar hij moet ook die van de Commissie hebben, en niet alleen maar in woord, maar ook in daad.
Luca Romagnoli, namens de ITS-Fractie.–(IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, we lezen in het verslag van mevrouw Sbarbati dat volgens de statistieken van 2006 meer dan negentig procent van de ongeveer 3 800 klachten van individuele burgers komt, wat een heel interessant feit is.Mevrouw Sbarbati zegt ons ook dat de meerderheid van de klachten komt uit de grotere lidstaten, met grotere bevolkingen, maar zegt vervolgens dat het cijfer verandert als de verhouding tussen bevolking en aantal klachten wordt bekeken;dan nemenLuxemburg en de nieuw toegetreden landen Malta, Cyprus en Sloveniëde leiding met het grootste aantal klachten.Dit betekent volgens mij dat kwesties van Europese aard en Europese competentie en wetgeving de belangrijkste zaken zijn van het dagelijks werk van de Ombudsman.
Naar mijn mening is het echter interessant op te merken dat het nuttiger zou zijn om in die landen functionerende Ombudsmannen te hebben, en in het bijzonder in Italië, dan om een Europese Ombudsman te hebben. Ik geloof dat ik mij herinner gelezen te hebben dat in vijfennegentig procent van de gevallen die onderzocht zijn, de meerderheid niet valt binnen het mandaat van de EuropeseOmbudsman, omdat de klachten niet ingediend worden tegen een instelling of orgaan van de Gemeenschap.
Gevallen van wanbeheer hebben te maken met gebrek aan transparantie, onbillijkheid, misbruik van macht, juridische fouten enzovoort. Er zijn geen gegevens overadministratieve inefficiëntie en onrechtvaardigheid in mijn land en ik weet zeker dat, als zulke gegevens zouden bestaan en onder de aandacht van de EuropeseOmbudsman zouden worden gebracht, Italië ruim vooraan zou staan, vooral de linkse besturen van mijn land.
Het is geen verrassing dat het verkeerde gebruik van de discretionaire bevoegdheden van de Commissieruim vooraan staat op de ranglijst en ik zou daarom de EuropeseOmbudsmanwillen aansporen de betrekkingen tussen burgers, de Raad, de Commissie en Parlement grondiger te onderzoeken.
Ik ben het er ook mee eens dat de reikwijdte van het onderzoek van de Ombudsman moet worden verruimd zodat ook de bescherming van minderjarigen, gezinsproblemen, de bescherming van persoonsgegevens en de rechten van gedetineerden eronder vallen, en om die reden steun ik het amendement van Mavrommatis. Ik steun echter niet, mevrouw Sbarbati en mijnheer Mavrommatis, de aansporing om onderzoek te doen op grond van de zogenaamde derde pijler.Dat is verkeerd en daar ben ik het niet mee eens. Ikwil echter mevrouw Sbarbati feliciteren met haar productief werk met de EuropeseOmbudsman.
Robert Atkins (PPE-DE).-(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik feliciteer de rapporteur en, via haar, mijn collega, de heer Mavrommatis, maar uiteraard vooral de Ombudsman zelf voor een wederom succesvol jaar.
Ongeveer driehonderd klachten per maand is een enorme werklast. Een en ander wijst op een toenemende belangstelling voor het systeem en een toenemende zorg over bepaalde aspecten van het wanbestuur van de EU. Veel zaken worden in een geest van samenwerking afgehandeld, maar de Ombudsman verwijst ook naar de toename van het aantal gevallen waarbij hij een kritische opmerking moet plaatsen. Hier moet iets aan gebeuren, want anders zal het Parlement op zoek moeten naar manieren om de Commissie te dwingen hulpvaardig en responsief te zijn en bovendien te handelen naar de conclusies van de Ombudsman.
Zijn opmerkingen zijn veelzeggend. Ik zal er een tussenuit pikken: “Ik betwijfel of de burger de veelvuldige verklaringen van de instellingen dat zij “dichter bij de burger” willen staan gemakkelijk in overeenstemming kan brengen met het feit dat diezelfde instellingen herhaaldelijk verzuimen de kansen aan te grijpen die de Ombudsman hun biedt om de relatie te verbeteren.” De diensten van de Ombudsman werken samen met de Commissie verzoekschriften, en dat hoort ook zo te zijn, maar de Commissie moet een cultuur van dienstverlening ontwikkelen en niet de problemen uit de weg gaan, en ministers en permanente vertegenwoordigers moeten ervan doordrongen zijn dat het belangrijk is positief te reageren op grieven van kiezers en burgers, die via de Ombudsman of de Commissie verzoekschriften worden geuit.
Tot slot wil ik kort stilstaan bij een voortreffelijk speciaal verslag van de Ombudsman, namelijk het verslag betreffende een klacht gericht tegen OLAF. Als rapporteur namens de Commissie verzoekschriften inzake deze kwestie laat ik bij dezen weten dat ik niet zal toestaan dat de kwestie van het speciale verslag onder het kleed wordt geveegd nu het juridische proces inzake deze zaak is afgerond. De kwestie zal in heroverweging worden genomen zodra dit praktisch haalbaar is.
Ik wil graag afsluiten door de Voorzitter en ook de Ombudsman en de commissaris nogmaals te danken voor hun aanwezigheid.
Maria Matsouka (PSE). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, het lijkt erop dat we echt zijn beginnen te begrijpen hoe belangrijk het is dat Europese burgers voelen dat ze dicht bij de Unie staan via democratische en vooral transparante instellingen.
De Europese Ombudsman is de instellingpar excellenceom klachten van burgers in ontvangst te nemen.Het is ook de instelling die het duidelijkst in staat is de burgers het gevoel te geven dat de Unie hun problemen in behandeling neemt en erop reageert. Het geeft aan dat er vooruitgang wordt geboekt in het erkennen en corrigeren van bestuurlijke fouten.
Ik zou de rapporteur willen feliciteren met het denkwerk achter het verslag. Ze beschrijft op juiste wijze de sleutelrol van de Ombudsman in het democratische karakter van de EU.
Hoewel er minder gevallen zijn geweest van wanbeheer, maak ik me er echter zorgen over dat de kritische opmerkingen van de Ombudsman, in die gevallen waarin een minnelijke schikking werd bereikt, niet met een bevredigende mate van acceptatie werden ontvangen door de instellingen.
De rapporteur heeft dus gelijk wanneer zij ons herinnert aan het recht van het Parlementom naar de rechter te stappen, ofschoon men natuurlijk er de voorkeur aan zou willen geven geen gebruik te maken van dit recht. Wij allen hier vandaag moeten begrijpen dat wij zelf de instellingen zijn – en het logisch gevolg daarvan is dat de betrouwbaarheid van de instellingen afhangt van onze eigen houding.
Ik ben het ook geheel eens met de visie van de rapporteur dat wij op evenwichtige maar tegelijkertijd energieke wijze onze taken moeten vervullen.
De Ombudsman is niet, kan niet en moet niet eenvoudig een demonstratie zijn van democratie voor de EU. We moeten dit erkennen, het onze gezamenlijke beslissing maken en boven alles moeten we onze verantwoordelijkheden nemen.Met andere woorden, we moeten moedig zijn in onze beslissingen maar bovenal transparanter in wat in essentie onze zorg is.
Marios Matsakis (ALDE).-(EN) Mevrouw de Voorzitter, het belangrijkste aspect van het bestaan van de EU en haar instellingen is het hooghouden van de fundamentele beginselen van de rechtspraak, democratie en de mensenrechten, met name met betrekking tot de burgers van Europa. Onze Unie zou geen reden van bestaan of functioneel doel hebben als haar belangrijkste doelstelling niet was een eerlijke, allesomvattende en efficiënte dienstverlening te bieden aan de burgers van Europa.
De Europese burger was en is het middelpunt van onze inspanningen als een functionerende Unie en zal dat altijd blijven. Het is vooral om deze reden dat de activiteiten van de Ombudsman van het grootste belang zijn. De Ombudsman is immers de vriend en hoeder van de Europese burger en degene die de instellingen en organen van de EU ter verantwoording kan roepen als zij de burgers niet naar behoren dienen of als ze zich schuldig maken aan wanbestuur of slechte praktijken.
We verwelkomen het jaarverslag voor 2006 van de heer Diamandouros en we feliciteren hem met en danken hem voor het goede werk dat hij en zijn personeel hebben verricht ter bevordering van de rechten van de Europese burgers. Tevens feliciteren we mevrouw Sbarbati met haar uitstekende verslag, dat veel belangrijke punten en voorstellen bevat. Heel belangwekkend vind ik bijvoorbeeld het voorstel in alinea 12, waarmee de Ombudsman in feite wordt aangemoedigd om jaarlijks een lijst van slechtste praktijken en een erelijst voor de bestuurlijke diensten van de EU op te stellen en te publiceren.
Ik wijs erop dat het behoorlijk functioneren van de Ombudsman er in een enkel geval onvermijdelijk toe zal leiden dat bepaalde diensten een hekel aan hem krijgen. In dergelijke gevallen verdient de Ombudsman onze volledige steun en daar moet hij van op aan kunnen.
Tot slot heb ik alle lof voor de actieve steun en medewerking die de Ombudsman van de Commissie verzoekschriften heeft mogen ontvangen bij de uitvoering van zijn taken. De werkzaamheden van deze twee instanties zijn vaak met elkaar verbonden en de soepele samenwerking verdient alle lof en waardering.
Ryszard Czarnecki (UEN).-(PL) Mevrouw de Voorzitter, ik vertegenwoordig Polen, een land dat statistisch vijfde staat wat betreft het aantal klachten die bij de EuropeseOmbudsman zijn ingediend. Iedere zestiende klacht die bij de Ombudsmanwordt ingediend, komt uit mijn land.Bijna iedere twintigste klacht is geschreven in het Pools. Natuurlijk heb ik het over absolute getallen omdat per inwoner de burgers van Luxemburg, Malta en Cyprus veel actiever zijn bij het indienen van klachten dan mijn landgenoten.
Het verdient te worden benadrukt dat de Europese Ombudsman vorig jaar minder klachten heeft ontvangen dan in 2005. Net boven de tweehonderd klachten kwamen van bedrijven en verenigingen en achttien keer zoveel van individuele personen.
Men zou kunnen zeggen dat het functioneren van de Europese Ombudsmande beste indicator is van het computergebruik in de Europese Unie. Twaalf van de twintig klachten worden elektronisch ingediend.
Aan de minkant, een indicator van het gebrek aan kennis van burgers van de EU is het feit dat bijna vier van de vijf klachten niet binnen het kader van de verantwoordelijkheden van de Europese Ombudsman vallen. Hieruit blijkt dat deze instelling wordt behandeld als een vergaarbak voor alle kwalen, zelfs die niets te maken hebben met de instellingen van de EU, wat per definitie is wat de Europese Ombudsmangeacht wordt te volgen. Europeanen voelen duidelijk dat de EuropeseOmbudsman het recht heeft om iedereen ervan langs te geven.
Tot slot wil ik er graag mijn tevredenheid over uitspreken dat slechts acht procent van de onderzoeken die door de Ombudsmanin gang gezet zijn, te maken hadden met het Europees Parlement, terwijl bijna zesenzestig procent te maken had met de Europese Commissie.
Eva-Britt Svensson (GUE/NGL).-(SV) Dank u Mevrouw de Voorzitter. De kritiek van de Ombudsman betreffende het gebrek aan transparantie is noodzakelijke kritiek en kritiek die we erg nodig hebben. Ik verwelkom ook het voorstel van het Parlement dat de Ombudsman een onderzoek verricht naar de praktische uitwerking van de kritische opmerkingen die gemaakt zijn, onder andere met betrekking tot de Commissie. Zeker, het Parlement is vaak ontroerend eendrachtig in zijn kritiek op andere instellingen, maar het Parlement heeft in feite ook goede reden om kritisch op zichzelf te zijn.De Ombudsmanheeft nog recent het Parlement gevraagd informatie te bekend te maken over betalingen die leden van het Europees Parlement ontvangen voor reizen en voor het in dienst hebben van personeel, maar het Parlement heeft geweigerd de informatie openbaar te maken, omdat het van mening was dat het een schending van gegevensbescherming is. Ikgeloof dat dit slechts het leggen van een rookgordijn is en ik heb de steun van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming wanneer ik dit zeg. Betalingen aan personeel zijn duidelijk openbare documenten. Het wordt tijd dat het Parlement eerlijk uitlegt hoe het zit met betalingen.Alleen degenen die personeel in dienst hebben op basis van een soort slavernijcontracten of andere vreemde contracten hebben iets te vrezen van meer transparantie. Het kan toch zeker niet zo zijn dat leden hier aanwezig bang zijn dat ze in 2009 niet worden herkozen als naar buiten komt in de media hoe medewerkers in bepaalde gevallen worden behandeld, ik zeg in bepaalde gevallen. Dank u.
Marie Panayotopoulos-Cassiotou (PPE-DE).-(EL) Mevrouw de Voorzitter, ik wil natuurlijk graag vermelden dat we bezig zijn met het bestuderen van het tiende verslag van de Ombudsman, die in 2006 3 889 klachtbrieven of -emails heeft ontvangen, waarvan er 3 619 gestuurd werden door individuele leden van het publiek.
Van de 3 889 klachten vielen er 3 051 buiten het mandaat. Met andere woorden, er waren in één jaar in totaal 838 klachten die binnen het mandaat vielen. Ik vind daarom dat de afdeling van de Ombudsman groot genoeg is in termen van personeel en middelen om 838 klachten te behandelen, die natuurlijk voornamelijk zaken betreffen van wanbeheer van de Commissie enhet Europees Bureau voor personeelsselectie en in mindere mate het Europees Parlement en de Raad.
Het is natuurlijk prijzenswaardig dat de Ombudsman een lijst publiceert van beste bestuurlijke praktijken.Ik weet echter niet of deze afdeling toestaat dat burgers klachten indienen tegen de werking van zijn eigen afdeling. Ik betreur het dat het verslag van de Commissie verzoekschriften ons alleen verwijst naar het Europees Bureau voor personeelsselectie en niet naar de EuropeseOmbudsman, die tot nu toe geen ex officioonderzoek heeft gedaan van zijn afdeling.
We verzoeken daarom, niet om een verandering in het statuut van de Ombudsman, maar eerder om een versterking van de rechten die we hem al geven. Dit moet het hem mogelijk maken het juiste respect te tonen voor burgers, zeer actief te zijn in het juiste beheer van Europeseinstellingen en respect te hebben voor de persoonsgegevens van burgers, leden van het Europees Parlement, en medewerkers die geheimhouding in acht moeten nemen. Het Europees Hof van Justitie moet onafhankelijk opereren, zonder inmenging van de Ombudsman en er moet respect zijn voor doelmatige internationale agentschappen die onafhankelijk opereren om grondrechten te beschermen.
Onze steun voor de EuropeseOmbudsman is niet grenzeloos.
Proinsias De Rossa (PSE).-(EN) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen dank ik de Ombudsman, de heer Diamandouros, en mevrouw Sbarbati voor hun voortreffelijke werk inzake het verslag van de Ombudsman. Het is van belang dat dit debat plaatsvindt tijdens de piek van de plenaire vergaderdag van het Parlement, op een moment dat een hoog publiek profiel mogelijk is.
De dienstverlening die de Ombudsman biedt, is uitermate belangrijk voor de burger: de positieve verbinding tussen de Europese instellingen en de burger en de legitimiteit van het werk dat we verrichten in de instellingen, of dat nu het Parlement, de Commissie of de Raad is, worden erdoor vergroot.
De dienstverlening blijft zich ontwikkelen en dat komt duidelijk naar voren in het verslag van mevrouw Sbarbati, waarin ze diverse voorstellen doet voor verdere verbetering, en de Ombudsman doet zelf ook diverse voorstellen. Het idee om de betrekkingen met bemiddelaars die zich bezighouden met kwesties op het gebied van minderjarigen en kinderen, te verbreden, is zeker een belangrijke ontwikkeling.
Tegelijkertijd is er weerstand in het systeem: weerstand tegen transparantie, weerstand tegen een gemeenschappelijke code van goed administratief gedrag voor alle instellingen en ook weerstand tegen het actualiseren van het mandaat van de Ombudsman. Ik ben van mening dat het Europees Parlement een actievere rol moet innemen, bijvoorbeeld als het gaat om transparantie, en ik steun het verzoek van de Ombudsman om meer transparantie van het Parlement bij het publiceren van de toelagen die aan Parlementsleden worden toegekend.
Leopold Józef Rutowicz (UEN).-(PL) Mevrouw de Voorzitter, de activiteiten van de EuropeseOmbudsman geven EU-burgers het gevoel dat zij enige bescherming genieten tegen onjuist optreden van EU-instellingen.Het gepresenteerde materiaal roept een aantal punten op. Het eerste hiervan is dat het grootste aantal klachten dat bij de Ombudsmanis ingediend, betrekking heeft op de Europese Commissie, het Europees Bureau voor personeelsselectie en het Europees Parlement. Het feit dat de Europese instellingen, met uitzondering van de Ombudsman, er niet in slagen de Europesecode van goed administratief gedrag ten uitvoer te leggen in overeenstemming met de resolutie van het Europees Parlement uit 2006,kan een bijdragende factor zijn.Het tweede punt is dat 78,5 procent van de zaken die bij de Ombudsman worden ingediend, buiten zijn mandaat vallenen 93,7 procent van deze klachten hebben geen betrekking op organen of instellingen van de EU. Dit zou erop wijzen dat onze burgers niet voldoende informatie hebben over het werk van de Ombudsmanof dat zij om verschillende redenen niet in staat zijn belangrijke zaken in hun eigen land afgehandeld te krijgen. Deze zaak moet onderzocht worden. Het derde punt is dat de Ombudsmande bevoegdheden moet hebben die nodig zijn om snel slechte administratieve praktijken weg te nemen die aanleiding geven tot klachten.
Ik wil de rapporteur graag bedanken voor een voortreffelijk verslag.
Mairead McGuinness (PPE-DE).- (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heet onze bezoekers, de burgers, welkom bij dit debat. Ik hoop dat ze na de zeer uitgebreide presentatie die de Ombudsman in zeer weinig tijd heeft gegeven over twaalf maanden werk, een beeld hebben van het werk van de Ombudsman.
Het is jammer dat de Ombudsman zoveel gevallen krijgt aangeboden die niet binnen zijn competentie vallen, maar ik begrijp dat deze worden doorverwezen naar de juiste instanties. Het is belangrijk mensen die naar dit debat luisteren, hierop te wijzen. Deze gevallen worden niet terzijde geschoven, maar worden doorverwezen. Dat u een zeker aantal gevallen behandelt en een verordening tot stand brengt, is positief, maar we moeten meer doen om mensen duidelijk te maken wat u doet en hoe u dat doet, zodat er nog meer gevallen op uw bureau terecht komen. Dat zou geen kwaad kunnen, want ik ben ervan overtuigd dat het kleine aantal gevallen dat u behandelt, geen getrouwe neerslag is van de problemen inzake wanbestuur.
Wat de Commissie betreft: het idee van een cultuur van dienstverlening bevalt mij wel, maar ik ben er niet zo zeker van of de Commissie de tactiek van de wortel en de stok intern toepast om ervoor te zorgen dat er inderdaad een cultuur van dienstverlening tot stand komt. Zoiets moet door middel van wetgeving worden bewerkstelligd. Worden er straffen uitgedeeld aan afdelingen of personen die verantwoordelijk zijn voor gevallen van wanbestuur waarbij burgers betrokken zijn? Misschien moeten we ons daar eens over buigen.
Ik ben vóór het idee om een lijst van best en slechtst presterende instanties te publiceren, zodat we vergelijkingsmateriaal hebben, maar uiteindelijk willen mensen resultaten en positieve uitkomsten. Ik blijf tegen de mensen in Ierland zeggen dat de Commissie verzoekschriften geen verreikende bevoegdheden heeft, maar dat we via het werk dat we doen, druk kunnen uitoefenen zodat er maatregelen worden genomen. Ik zou willen dat we meer bevoegdheden hadden, maar we kunnen in ieder geval dat kleine beetje druk uitoefenen om resultaten voor burgers tot stand te brengen. Zij zijn niet geïnteresseerd in het proces. Zij willen gewoon positieve resultaten.
De heer Diamandouros, ik wens u het beste met uw activiteiten dit jaar en ik hoop dat u op dezelfde manier verder gaat als in het verleden. Ik zal me er in Ierland zeker voor inzetten om te bewerkstelligen dat we in de toekomst meer over u weten.
Inés Ayala Sender (PSE).-(ES) Mevrouw de Voorzitter, ik wil eerst graag de heer Diamandouros bedanken voor zijn verslag en mijn erkenning uitspreken voor de enorme hoeveelheid werk die door commissaris Wallström is gedaanen mevrouw Sbarbati feliciteren met haar relevant verslag dat ons als leidraad zal dienen voor het beoordelen van de verbeteringen die we voor 2007 en 2008 voorzien.
Wij verwelkomen de inhoud van het huidige verslag, dat laat zien dat het werk van de EuropeseOmbudsmaneen gevestigd instituut geworden is; het laat ook zien dat het contact met overheden en burgers gegroeid is.
Persoonlijk verwelkom ik in het bijzonder de overeenkomst met de huidige regering van Spanje met betrekking tot het gebruik van talen met gelijke officiële status – Baskisch, Catalaans en Galicisch, daar dit de burgers van Spanje dichter bij hun rechten zal brengen zonder af te doen aan de functionaliteit van het Spaans, wat heel nuttig zal blijken in toekomstige contacten met burgers van derde landen die niet in de EU wonen.
Er zijn echter andere aspecten die door de heer Diamandouros zelf zijn opgemerkt, die een bron van zorg zijn: meer dan vijfenzeventig procent van de klachten gaan niet over Europese competenties maar over nationale of regionale competenties. Wij zijn daarom van mening dat het een zaak van grote urgentie is om de communicatiestrategie van het Europeesnetwerk van Ombudsmannen te versterken zodat dit kan worden rechtgezet.
Nog een probleem waarop gewezen wordt, is de daling in het aantal gevallen van wanbeheerdat wordt afgesloten via een minnelijke schikking of consensus. Wij verdedigers van de Ombudsmanverzoeken hem dringend zijn kennis te verbeteren en zijn doelmatigheid op deze weg te herwinnen. Overredingskracht is beter dan dwang.
Ten slotte voeg ik er nog slechts aan toe dat het ironisch zou zijn als de legitieme ambitie van de huidige Ombudsman om de code van administratief gedrag toe te passen hem ertoe zou leiden meer ijver aan de dag te leggen buitenshuis dan binnen.
Simon Busuttil (PPE-DE).-(MT)Dank u, Mevrouw de Voorzitter.Het instituut vanOmbudsman is op vandaaggoed ingeburgerd en ik wil het graag feliciteren met zijn goede werk. We moeten nu vooruitkijken om ervoor te zorgen dat de instrumenten die de burgers tot hun beschikking hebben om verhaal te halen duidelijk zijn, bekend zijn aan allen en doelmatiger functioneren. Op het ogenblik heerst er teveel verwarring over waar burgers zich moeten wenden wanneer ze een klacht willen indienen. Sommigen doen een beroep op de Commissie verzoekschriften, anderen op de Commissie, weer anderen op de Ombudsman, en sommigen doen een beroep op iedereen, wat leidt tot veel verwarring, dubbel werk en onnodige kosten die allemaal te vermijden zouden zijn.Er is daarom, zoals commissaris Wallström terecht heeft gezegd, behoefte aan betere coördinatie tussen de instellingen die klachten horen en er beslissingen over nemen. Bijvoorbeeld, er moet een duidelijk toezegging zijn wat betreft de tijd waarin de deze agentschappen burgers antwoord moeten geven wanneer ze hun klachten ontvangen, en ook een toezegging wat betreft de maximale tijdsduur die zij kunnen nemen om een definitief antwoord te geven.We horen nog steeds maar al te vaak over klachten die jaren eerder zijn ingediend en nog steeds in behandeling zijn. Zoals mijn collega mevrouw McGuinness heeft gezegd, wanneer een klacht naar het verkeerde agentschap is gestuurd, moet dat agentschap geen negatief antwoord sturen maar zelf de klacht doorsturen naar het juiste agentschap. Ten slotte, wanneer een burger zijn klacht op onduidelijke wijze formuleert, omdat per slot van rekening niet alle burgers advocaat zijn, moet een grotere inspanning worden gedaan om ervoor te zorgen dat wie de klacht ook ontvangt, de indiener van de klacht het voordeel van de twijfel geeft en niet automatisch de klacht niet-ontvankelijk beschouwt. Ik vind dat we enorme stappen vooruit gemaakt hebben en ik wil nogmaals de Ombudsman feliciteren, maar we hebben nog heel wat meer te doen. Dank u zeer.
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE).-(PL) Ik wil graag mijn tevredenheid uitdrukken over het feit dat de Europese Ombudsmanzijn taken op evenwichtige en dynamische wijze vervult, zowel met het oog op de klachten, waarvan het aantal 3830 bedroeg in 2006, als bij het uitvoeren en afronden van onderzoeken. Ook bemoedigend zijn de goede betrekkingen tussen de Ombudsmanen de organen en instellingen van de EU, evenals de aanmoediging die burgers krijgen om hun rechten uit te oefenen.Nu we over dit verslag debatteren, wil ik graag benadrukken hoe belangrijk het is te zorgen voor de noodzakelijke budgettaire en personele middelen om te garanderen dat burgers snelle en objectieve antwoorden krijgen op hun vragen, klachten en verzoekschriften. Het is duidelijk dat alle instellingen op constructieve wijze met de Ombudsman moeten werkenin elke fase van de procedure, en de Ombudsmanmoet het Parlement suggesties voorleggen die, naar zijn mening, procedures zouden helpen verbeteren en deze samenwerking nog doelmatiger maken.
Ik feliciteer professor Diamandouros met zijn resultaten als Ombudsman, maar tegelijkertijd zou ik hem willen aanmoedigenzijn inspanningen voort te zetten en zijn activiteiten nog meer bekendheid te geven, zodat hij in de ogen van de Europese burgers een waarborg wordt voor goed bestuur in de instellingen van de EU.
Roberta Alma Anastase (PPE-DE).-(RO) Tien jaar nadat het instituut vanEuropeseOmbudsman is opgericht, constateer ik met genoegen de evolutie van zijn rol en de activiteiten in het proces van het beschermen van de Europese burger.
Het activiteitenverslag van 2006 bewijst voor ons dat Europese burgers thans profiteren van een betrouwbaar, competent hofwaar ze zich kunnen verdedigen tegen elke willekeurige instelling en, in feite, hun tekort schietend optreden kunnen voorkomen en signaleren. Met andere woorden, we hebben het vandaag over een waarachtig instrument van democratische controle, die op autonome en transparante wijze wordt uitgevoerd, wat alleen maar heilzaam kan zijn voor de Europese Unie. Bovendien ben ik de rapporteur van het Europees Parlement dankbaar dat hij ook gewezen heeft op de aspecten die in de huidige activiteit van de Ombudsman nog verbeterd moeten worden. Op de eerste plaats betreur ik het feit dat er nog steeds veel klachten van burgers zijn die niet de informatie gekregen hebben waarom ze in hun eigen taal verzocht hadden. Dit bewijst voor ons dat wij, in Europa, nog steeds problemen hebben bij het zorgen voor volledige linguïstische rechten en gelijkheid onder burgers. We staan op de rand van het jaar 2008, dat verklaard is tot het jaar van de interculturele dialoogen worden gedwongenom onmiddellijk deze tekortkomingen recht te zetten die lijnrecht staan tegenover de fundamentele waarden van de Europese Unie.
Op mijn beurt verwelkom ik de communicatiestrategie van de EuropeseOmbudsman en benadruk ik de noodzaak die te consolideren.De huidige statistieken met betrekking tot de klachten die steeds weer buiten de competentie van Ombudsman vallen, zijn een trieste bevinding van het onbevredigende informatieniveau van de burgers, alsook van hun begrip en kennis van de omvang van de competentie van de Ombudsman en de andere instellingen.
Andrzej Jan Szejna (PSE).-(PL) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de Ombudsman, allereerst wil ik de professor graag feliciteren met zijn uitstekende resultaten en zijn werk voor de democratie en de inachtneming van de burgerrechten in de Europese Unie.
De EuropeseOmbudsman is een van de belangrijke organen in het democratische leven van de Europese Unie. Hij moet waken over de democratische gelijkheid van alle Europese burgers en optreden als bemiddelaar tussen burgers en de communautaire openbare bestuursorganen die,om diverse redenen, zich niet houden aan de normen die gesteld zijn. Het is bemoedigend de informatie te zien die wordt gepresenteerd in het verslag van de activiteiten van de Ombudsman in 2006, dat zijn dynamische betrokkenheid in het communautaire openbare leven laat zien en zijn actieve samenwerking met zowel de burgers van de EU als de bestuursorganen van de Europese Unie.
Teneinde de doelmatigheid van de activiteiten van de Ombudsman te verbeteren, zou het de moeite waard zijn de mogelijkheid te overwegen lijsten op te stellen van beste bestuurspraktijken, met voorbeeldige of uitzonderlijke gevallen waarbij de Ombudsmanin een gegeven jaar betrokken was, evenals een lijst van de gevallen waar het optreden van instellingen minder juist was. Daarnaast, om te zorgen dat de Ombudsmanvolledig en beslissend betrokken is, verdient het idee steun dat de Ombudsmanonderzoeken verricht in de zogenaamde derde pijler, dat wil zeggen, justitiële en politionele samenwerking in strafzaken, dat zich ook zou uitstrekken tot de activiteiten van Europol.
Nikiforos Diamandouros,Ombudsman.−(EN) Mevrouw de Voorzitter, om te beginnen dank ik mevrouw Sbarbati, de rapporteur voor mijn jaarverslag voor 2006, tijdens deze plenaire vergadering. Ik dank ook de zeer grote groep Parlementsleden die de tijd hebben genomen om op mijn verslag te reageren. Ik ben zeer dankbaar voor de belangstelling die hieruit blijkt en de adviezen die ik heb gekregen.
Wat mevrouw Sbarbati betreft, wil ik opmerken dat ik natuurlijk zeer nauw heb samengewerkt met de Commissie verzoekschriften, waarmee ik uitstekende relaties onderhoud, en ik ben van plan deze hechte samenwerking voort te zetten. De Commissie verzoekschriften en de Ombudsman blijven de belangrijkste instrumenten door middel waarvan deze verheven instelling burgers die toenadering tot de Europese instellingen zoeken, van dienst kan zijn. Ik heb nota genomen van uw opmerkingen. Zoals u weet, heb ik op eigen initiatief reeds een onderzoek ingesteld naar EPSO, maar ik wil dat het Parlement hier ook van op de hoogte is. Ik heb ook alle aandacht voor de ontwikkelingen op Europese scholen en zal de situatie nauwlettend blijven volgen.
Ik dank mevrouw Wallström voor haar opmerkingen. Ik heb er nota van genomen dat ze de toename van het aantal gevallen waarbij de Commissie excuses aanbiedt omdat de dienstverlening niet volgens de beste praktijken is verlopen, heeft geregistreerd. Ik ben haar zeer dankbaar voor het feit dat ze dat erkent. Ik heb binnenkort een ontmoeting met mevrouw Wallström en ook met de directeurs-generaal van de Commissie en de coördinatoren van alle diensten die met de Ombudsman te maken hebben, juist om betere coördinatie en betere resultaten tot stand te brengen. Hieruit blijkt wel hoe nauw ik met de Commissie samenwerk en ik hoop dat ik u en uiteraard ook de burgers volgend jaar betere resultaten te melden heb. Dat geldt onder andere voor de inbreukprocedures, waarover ik me ook zal buigen.
Meer in het algemeen kan ik zeggen dat ik u zeer dankbaar ben voor uw algemene steun inzake brede kwesties zoals de cultuur van dienstverlening, een belangrijk punt van zorg voor mij, voor uw uitspraken over de noodzaak van meer middelen voor de Ombudsman, voor uw steun inzake het Handvest van de grondrechten en het statuut en ook voor uw verzoek om meer verantwoording, wat voor mij natuurlijk buitengewoon belangrijk is. Ik kan u ook laten weten dat ik dit jaar een actie in gang gezet heb om behalve met natuurlijke personen ook eens met bedrijven in contact te komen, met als doel hen ook beter over hun rechten te kunnen informeren.
Omwille van de tijd schakel ik nog even niet over op het Grieks om tegen mevrouw McGuinness en ook tegen mevrouw Panayotopoulos-Cassiotou te kunnen zeggen dat ik 70 procent van de 70 procent van de gevallen die buiten mijn mandaat vallen, kan helpen. Mijn werk betreft dus niet alleen het percentage dat binnen mijn mandaat valt; daarbovenop doet mijn personeel ook veel moeite om iedere burger die bij ons aanklopt met zaken die buiten ons mandaat vallen, te helpen door hem of haar te verwijzen naar de juiste instelling, of dit nu op Europees of op nationaal niveau is. Het gaat dus niet over 885 gevallen maar over 3 830 gevallen.
Dan zal ik nu op het Grieks overschakelen.
Ombudsman. (EL) MevrouwPanayiotopoulos, ik wil u ervan verzekeren dat de Europese Ombudsmanzich volledig bewust is van zijn verplichting binnen de wettelijke grenzen te opereren. Hij zal natuurlijk altijd te werk gaan volgens het basisbeginsel van verantwoordelijkheid aan het Parlement en aan u, en te allen tijde zal hij zich sterk bewust zijn van zijn verantwoordelijkheid.
(EN) Tot slot doe ik al het mogelijke om de instelling van een nationale Ombudsman in Italië te bevorderen. Ik ben er vier of vijf keer geweest en ik zal daarmee doorgaan, in de hoop dat we in de nabije toekomst een Italiaanse nationale Ombudsman in ons midden kunnen verwelkomen.
Margot Wallström,vicevoorzitter van de Commissie.−(EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil op twee rechtstreekse vragen reageren.
De eerste vraag betreft de herziening van het statuut van de Ombudsman. Ik kan u vertellen dat de Ombudsman ons al in een heel vroeg stadium op de hoogte hield van de vorderingen inzake het nieuwe statuut en we hebben daar doorlopend contact over gehad. Er zijn natuurlijk een paar zaken die we eenvoudig kunnen verbeteren, maar in andere gevallen ligt dat ingewikkelder. De Commissie zal pas formeel een advies uitbrengen als het Parlement haar voorstellen heeft ingediend. We hebben ook een bespreking gehad met mevrouw Jäätteenmäki en we zien haar verslag met belangstelling tegemoet.
De andere rechtstreekse vraag, of we de tactiek van de wortel en de stok toepasten, was afkomstig van mevrouw McGuinness. Mijn antwoord is: nee, niet vaak genoeg – of in ieder geval nog niet. We hebben de afgelopen tijd wel gewerkt aan de zichtbaarheid van deze kwesties en aan het eigenaarschap ervan voor elk directoraat-generaal binnen de Commissie en in alle hiërarchische lagen van de Commissie. Ik denk dat verantwoordelijkheidsgevoel en zichtbaarheid stimulerend kunnen werken en ons er soms toe kunnen aanzetten kenbaar te maken dat we niet tevreden zijn met de wijze waarop individuele ambtenaren zaken afhandelen. Ik denk dat het vrij zelden gaat om een individuele ambtenaar die een fout maakt; het is vooral een kwestie van cultuur. Het zit in ons systeem en dat moeten we veranderen. Ik denk dat de hervormingen die we hebben doorgevoerd, een stap in de goede richting zijn.
Tot slot wil ik nog even stilstaan bij iets waarmee de Commissie en het Europees Parlement hopelijk blij zullen zijn: we werken met samenvattingen van onze voorstellen voor het publiek. Om dichter bij de burgers te komen moeten we ons in gewone taal uitdrukken en niet in EU-jargon. Ik hoop dat dit daartoe bijdraagt.
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
De stemming vindt dadelijk plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142 van het Reglement)
Véronique Mathieu (PPE-DE), schriftelijk.–(FR) Het verslag van mevrouw Sbarbati inzake de activiteiten van de Europese Ombudsman getuigt van haar achting voor deze instelling, die in 1992 is ingesteld op grond van het Verdrag van Maastricht om Europese burgers te verdedigen in geval van wanbeheer door de communautaire instellingen.Het verslag benadrukt terecht bepaalde prioriteiten voor de Ombudsman in de toekomst: het belang van samenwerking met Ombudsmannen in de lidstaten, bijvoorbeeld, en het voorstel voor beter intern toezicht van hoe EU-organen worden geleid.
Het roept echter ook twee kwesties op die wij voor eigen risico weglaten uit het Europese debat.Enerzijds moeten de activiteiten van de Ombudsman een overzicht van het profiel en de toegankelijkheid van de instelling in heel Europa inhouden. Er is in feite een neergaande tendens in het aantal gevallen dat wordt voorgelegd aan de Ombudsman (3 830 in 2006, een vermindering van twee procent ten opzichte van 2005) en klachten komen nogal vaak van lidstaten die al een cultuur hebben om mensen aan te moedigen om kwesties aan te kaarten bij de relevante nationale instellingen.
Anderzijds overweegt het verslag de kwestie van het uitbreiden van de bevoegdheden van de Ombudsman (met betrekking tot het toegang krijgen tot documenten en het onvoorwaardelijk horen van getuigen). Geen amendement van het statuut van de Ombudsmanmag de belangrijke rol in de schaduw stellen die gespeeld wordt door de Commissie verzoekschriften van het Parlement, die haar legitimiteit rechtstreeks uit de stembus haalt.
(De vergadering wordt om 11.20 uur onderbroken en om 11.30 uur hervat)