Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

O-0057/2007 (B6-0379/2007)

Debatten :

PV 14/11/2007 - 9
CRE 14/11/2007 - 9

Stemmingen :

Aangenomen teksten :


Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 14 november 2007 - Straatsburg Uitgave PB

9. Strategie van de Raad voor de Conferentie over klimaatverandering op Bali (COP 13 en COP/MOP 3) (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het debat over:

- de mondelinge vraag over de strategie van de Raad voor de Conferentie over klimaatverandering op Bali (COP 13 en COP/MOP 3), door Guido Sacconi, namens de Tijdelijke Commissie klimaatverandering van de Raad (O-0057/2007 - B6-0379/2007);

- de mondelinge vraag over de strategie van de Raad voor de Conferentie over klimaatverandering op Bali (COP 13 en COP/MOP 3), door Guido Sacconi, namens de Tijdelijke Commissie klimaatverandering van de Raad (O-0058/2007 - B6-0380/2007).

 
  
MPphoto
 
 

  Guido Sacconi (PSE), auteur. (IT) Mijnheer de Voorzitter, minister, commissaris, dames en heren, ik weet zeker dat ik u niet hoef te herinneren aan het belang van de Conferentie van de Partijen op Bali die nu ophanden is en met het oog waarop wij hebben gevraagd om meer informatie over uw strategie, over de benadering die u kiest.

Als Europese Unie zijn wij onafhankelijk gehouden aan een buitengewone inspanning, als ik het zo mag zeggen, ook al weten we dat die niet de definitieve oplossing vertegenwoordigt. Het is ons gedeelde doel de opwarming van de aarde binnen twee graden van het niveau in het pre-industriële tijdperk te houden, in het volle besef dat dit een drempel met een hoog risico is en dat het voor sommige gebieden op aarde, voor sommige delen van Europa, nodig zal zijn voorzieningen te treffen, zoals gepland, voor een beleid van aanpassing. Maar als we dit lastige doel echt willen nastreven, weten we dat een nieuw internationaal verdrag absoluut van cruciaal belang is.

Zoals we weten, is de last van de verantwoordelijkheid van de Europese Unie beperkt (veertien procent van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen). Een nieuw internationaal verdrag dat rekening houdt met de veranderingen die sinds Kyoto hebben plaatsgevonden, in het bijzonder de buitengewone, explosieve groei van de Aziatische reuzen: Bali is zeker een cruciale stap in die richting, en al zal het niet de plaats zijn waar overeenstemming wordt bereikt, het zal wel de plaats zijn waar de onderhandelingen beginnen en daarom is het erg belangrijk dat uit Bali een duidelijk onderhandelingsmandaat voortkomt, met precieze deadlines, met het oog op afronding in 2009.

De laatste maanden is de context van de wereld veranderd vanuit politiek, economisch en cultureel gezichtspunt, van de rapporten van het IPCC waarvan de definitieve conclusies eind deze week worden gepubliceerd en in Valencia gepresenteerd, tot het toekennen van de Nobelprijs aan Al Gore en de wetenschappers van het IPCC. Er is de laatste maanden veel veranderd en daarom kunnen we optimistisch zijn, zij het op een kritische en waakzame manier.

Ik zou daarom de strekking van de resolutie die wij hebben opgesteld en waarvan we zeker weten dat een grote meerderheid van dit Huis haar morgen zal aannemen, als volgt willen samenvatten: het is een bijdrage, een bijdrage aan de onderhandelaars om ze te helpen zich steviger op te stellen nu deze onderhandelingen van start gaan. Ik zou mevrouw Hassi willen danken, die er met de andere rapporteurs in geslaagd is tot een synthese te komen om te zorgen dat het geheel geen overvolle kerstboom werd. De focus ligt in belangrijke mate op die onderhandelingen en dat is hoe we de resolutie aan u voorleggen.

 
  
MPphoto
 
 

  Satu Hassi (Verts/ALE), auteur. (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil mijn dank uitspreken voor de uitstekende samenwerking met de schaduwrapporteurs van de fracties bij de onderhandelingen over deze resolutie. De klimaatverandering is zich nu aan het voltrekken en ze gaat sneller dan voorspeld. Een dramatische indicatie daarvan was het feit dat aan het eind van de afgelopen zomer een miljoen vierkante meter van het ijs in de Noordelijke IJszee smolt, een gebied zo groot als Finland, Zweden en Noorwegen bij elkaar. De boodschap die de wetenschappers uitzenden over het tempo van de klimaatverandering en de dringende noodzaak de emissies terug te dringen, wordt steeds alarmerender. Ze weerklinkt ook in de van tevoren uitgebrachte informatie over de IPCC-vergadering in Valencia deze week.

Het is belangrijk dat er geen ruimte zit tussen het Kyoto-protocol en de volgende klimaatovereenkomst. Daarom moet het verdrag over de periode na 2012 niet later dan in 2009 klaar zijn. Op Bali moet de EU alles doen wat in haar macht ligt om een onderhandelingsmandaat te bereiken dat het mogelijk maakt dat de opwarming van de aarde onder de twee graden blijft. De leidende rol die de EU op zich neemt, is hiervoor van cruciaal belang. Wij wijzen de weg met onze eigen maatregelen om onze eigen uitstoot te verminderen, maar ook door de internationale onderhandelingen te coördineren. Het is van vitaal belang dat we alle geïndustrialiseerde landen erbij betrekken, inclusief de Verenigde Staten van Amerika, al zal dat niet genoeg zijn om het klimaat te redden. Het is even cruciaal grote landen in ontwikkeling, zoals China en India, zo ver te krijgen dat ze grenzen aan de toename van hun uitstoot accepteren. Dit is misschien wel de lastigste uitdaging in de geschiedenis van de internationale diplomatie. We moeten begrijpen dat het voor China, India en dergelijke landen een enorme verandering in hun manier van denken en de manier waarop ze dingen doen zal betekenen als ze grenzen aan hun emissies accepteren. We moeten bereid zijn ze daarvoor iets in ruil te geven. Met andere woorden, we moeten ook financiële ondersteuning bieden voor de doorbraak in schone, klimaatvriendelijke technologie in deze landen.

Ik zou iedereen willen herinneren aan de schatting van Nicholas Stern dat ieder jaar één procent van het wereldwijde bruto binnenlands product nodig zal zijn om het klimaat te beschermen. Na de Tweede Wereldoorlog besteedden de Verenigde Staten twee procent van hun BBP aan het Marshallplan. Het was belangrijk na de oorlog de herstelwerkzaamheden op gang te krijgen, maar het is nog belangrijker een vergelijkbare catastrofe als gevolg van de klimaatverandering te voorkomen. Daarom moeten we ook bereid zijn te betalen voor de bescherming van het klimaat.

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel Lobo Antunes, fungerend voorzitter van de Raad. (PT) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, het uur nadert dat het Indonesische eiland Bali de afgevaardigden naar de Dertiende Conferentie van de Partijen bij het Verdrag inzake klimaatverandering welkom zal heten, aan wie opnieuw gevraagd zal worden hun ervaring en onderhandelingsvaardigheden te gebruiken om geschiedenis te schrijven.

Met het oog op de eerste protocolperiode, van 2008 tot 2012, benadrukt de zorgwekkende wetenschappelijke informatie die intussen over de recente ontwikkelingen in verband met de klimaatverandering bekend is geworden, hoe urgent het is een collectief en doeltreffend antwoord op deze uitdaging te vinden, aangezien er niets minder op het spel staat dan de toekomst van onze planeet. In deze context is Bali de laatste gelegenheid om onderhandelingen over een mondiale en alomvattende overeenkomst over het klimaatregime na 2012 te beginnen. Wij zijn ons bewust van de moeilijkheden in dit juridische proces.

De Europese Unie zal naar Bali gaan met dezelfde doelbewustheid die haar de afgelopen vijftien jaar heeft geleid, een periode waarin wij duidelijk en doortastend de rol van leider van de internationale gemeenschap op ons hebben genomen in deze grote wereldwijde uitdaging. De voornaamste doelstelling van de Europese Unie bij de conferentie van Bali over de klimaatverandering zal betrekking hebben op het proces zelf, dat wil zeggen: we willen ervoor zorgen dat er een wereldwijd en alomvattend onderhandelingsproces in beweging wordt gezet.

Ik zou u ook willen mededelen dat de EU de volgende aspecten als wezenlijk beschouwt voor het scheppen van een doeltreffend en passend kader voor de periode na 2012: ten eerste, doorgaan met het ontwikkelen van een gezamenlijk perspectief op het probleem teneinde het hoofddoel van het verdrag te realiseren; ten tweede, een overeenkomst bereiken over de goedkeuring van concretere verplichtingen op het gebied van wereldwijde uitstootverminderingen door de ontwikkelde landen; ten derde, het faciliteren van het voorzien in nieuwe rechtvaardige en doeltreffende bijdragen door andere landen, inclusief stimulansen door middel van nieuwe typen flexibele verplichtingen om de intensiteit van de broeikasgasemissies die gepaard gaan met economische ontwikkeling te verminderen; ten vierde, het uitbreiden van de koolstofmarkt, in het bijzonder door vernieuwende en flexibele mechanismen te versterken; ten vijfde, het versterken van de samenwerking op de gebieden van onderzoek, ontwikkeling, verspreiding, voorspelling en transparantie in de technologische sector; en ten laatste, het intensiveren van inspanningen om zich aan te passen, in het bijzonder wat betreft instrumenten voor risicobeheersing, financiering en technologie.

Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de cijfers spreken voor zich. In Kyoto stonden wij in de voorste linie bij het aanvaarden van grotere verplichtingen dan van ons werd gevraagd, en op dit moment hebben de EU en haar lidstaten vastomlijnde, ambitieuze doelen die ons opnieuw in de voorste linie van de strijd tegen de klimaatverandering plaatsen. Zoals de fungerend voorzitter van de Europese Raad in New York benadrukte: de klimaatverandering is nu ontegenzeglijk een van de grootste uitdagingen waarmee de mensheid wordt geconfronteerd en is uit het domein van de theorie gekomen en een echte en wijdverbreide zorg geworden voor de mensen in de hele wereld.

Dit is een wereldwijde uitdaging die om een wereldwijd antwoord vraagt, waarvan de effectiviteit zal afhangen van het collectieve optreden van de internationale gemeenschap. Daarom moeten we erop staan dat alles in het werk wordt gesteld om, zoals ik zei, de wereldwijde alomvattende overeenkomst tot stand te brengen onder het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering, dat het centrale en wezenlijke referentiekader vertegenwoordigt en moet blijven vertegenwoordigen voor alle activiteiten en initiatieven die op dit gebied worden ontplooid.

Het is derhalve tijd dat andere landen hun verantwoordelijkheid op zich nemen en een echte en proportionele rol gaan spelen in de wereldwijde strijd tegen de klimaatverandering. Aangemoedigd door het debat tussen de staats- en regeringshoofden tijdens de recente informele top in Lissabon over Europa en de globalisering, dat duidelijk liet zien dat de klimaatverandering een prioriteitsgebied is voor de EU, en ook door de conclusies van 30 oktober van de Commissie milieubeheer over de voorbereiding van COP 13, zullen we naar Bali gaan met het vaste voornemen actief bij te dragen aan het bereiken van een resultaat dat kan worden vertaald naar concrete, merkbare vooruitgang over de toekomst van het klimaatregime. Bali vertegenwoordigt niet het einde, maar veeleer het begin van de reis, de routekaart waarover de laatste jaren zo vaak is gesproken. Het is een complexe en lastige uitdaging, maar wel een die overwonnen kan worden en die geen uitstel verdraagt. Wat de EU betreft, wij zijn bereid bij deze uitdaging de leiding te nemen, want dat is wat onze mensen willen.

 
  
MPphoto
 
 

  Stavros Dimas, lid van de Commissie. − (EL) Mijnheer de Voorzitter, dank u voor de gelegenheid die we vandaag hebben gekregen om van gedachten te wisselen over de positie van de EU bij de VN-conferentie op Bali die op 3 december begint.

De Commissie en het Europees Parlement hebben een doorslaggevende bijdrage geleverd aan het aannemen van een ambitieus Europees beleid inzake de klimaatverandering. Het kreeg een leidende rol op het internationale toneel en een constructieve positie met betrekking tot onze voornaamste partners onder de ontwikkelde en zich ontwikkelende landen. Ik zie uit naar het voortzetten van deze nauwe en vruchtbare samenwerking op Bali, waar het Parlement door een sterke delegatie zal worden vertegenwoordigd.

De vraag die door de Tijdelijke Commissie klimaatverandering is gesteld, betreft de belangrijkste onderwerpen waarmee we op Bali geconfronteerd zullen worden.

Een van die onderwerpen is de vraag hoe we ons verzekeren van de steun van onze voornaamste partners voor het openen van onderhandelingen, met het oog op het sluiten van een internationale overeenkomst die als doel heeft dat de opwarming van de aarde tot 2 °C beperkt blijft.

De conferentie op Bali zal zonder twijfel een mijlpaal zijn in de internationale inspanning om de klimaatverandering te bestrijden. Bali zal een eerste praktische toets zijn van de vastberadenheid van de internationale gemeenschap om politieke verklaringen in daden om te zetten.

Er zijn veel bemoedigende signalen. De klimaatverandering is nu een eerste prioriteit in de internationale politiek; het is een onderwerp van directe zorg voor staats- en regeringshoofden over de hele wereld. Een maand geleden gaf de eerste vergadering van haar soort, in New York bijeengeroepen door de Secretaris-Generaal van de VN, Ban Ki-moon, een zeer krachtige boodschap: de klimaatverandering wordt nu door alle leiders over de hele wereld erkend als een kwestie die dringend doorslaggevend ingrijpen door de internationale gemeenschap behoeft.

De recente vergadering in Bogor heeft ook bevestigd dat een gestaag groeiend aantal landen de opvatting deelt dat er op Bali een akkoord moet worden bereikt over het openen van de onderhandelingen die moeten leiden tot het sluiten van een overeenkomst over de klimaatverandering voor de periode na 2012.

De gesprekken tot dusver hebben ook laten zien dat er overeenstemmende meningen zijn over de hoofdpunten die moeten worden opgenomen in de overeenkomst voor de periode na 2012. Natuurlijk zouden sommigen de voorkeur geven aan clusters (vermindering, aanpassing, technologie, financiering) boven het vaststellen van de voornaamste punten van overeenkomst op Bali, wat het standpunt van de EU is.

Niettemin is het waar dat de EU er tot op grote hoogte in is geslaagd de agenda voor de conferentie van Bali te bepalen. De EU-strategie inzake klimaat en energie die in maart 2007 door de Europese Raad is goedgekeurd op basis van een verwante motie van de Commissie, heeft een doorslaggevend effect gehad op de doelen en het ambitieniveau van de conferentie van Bali, evenals op de architectuur van de overeenkomst over de klimaatverandering voor de periode na 2012.

De EU-strategie heeft een basis gevormd voor een reeks multilaterale en bilaterale discussies. Aan het eind van deze maand zal de EU de klimaatverandering als een prioriteitskwestie bespreken op de topconferenties EU-China en EU-India. Het is aan onze partners in de ontwikkelde landen te reageren op en mee te werken aan de door de EU gestelde doelen, waarbij te allen tijde wordt gehandeld op basis van wetenschappelijke gegevens.

De ontwikkelde landen moeten de leiding blijven nemen door zichzelf ambitieuze verplichtingen op te leggen om de uitstoot in absolute zin terug te dringen. We beschikken over de economische en technische middelen om de uitstoot van broeikasgassen te beperken. Als wij en de andere ontwikkelde landen niet de eerste stappen zetten, hoe kunnen we dan verwachten dat de zich snel ontwikkelende, opkomende economieën in actie komen, met name op de vereiste schaal?

Niettemin laten de voorspellingen van wereldwijde emissietoename er geen twijfel over bestaan dat de landen in ontwikkeling een bijdrage moeten leveren. We vragen ze voorlopig niet zich te verplichten tot uitstootvermindering in absolute zin. Maar met onze hulp moeten de zich ontwikkelende landen het tempo van de toename van hun uitstoot vertragen. Zodoende kan de CO2-uitstoot op wereldwijde schaal op zeker moment in de komende tien tot vijftien jaar, zodra we een hoogtepunt in de uitstoot hebben bereikt, beginnen af te nemen in absolute zin.

Dit is de enige manier waarop we de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde onder de grens van 2°C kunnen houden. In deze context moeten we ons concentreren op specifieke voorstellen voor het versterken van de financiering en van investeringen in schone technologie en de overdracht van zulke technologie naar landen in ontwikkeling.

Daarom steunen wij het initiatief van onze Indonesische gastheren om ministers van Financiën uit te nodigen voor een vergadering over klimaatverandering en financiering, op Bali te houden tijdens de conferentie.

Om haar internationale leidende rol te behouden, moet de EU bovenal op haar eigen grondgebied resultaten behalen. De Commissie zal begin volgend jaar het maatregelenpakket over klimaat en energie goedkeuren en zal de nodige maatregelen plannen om onze doelen te bereiken, namelijk een eenzijdige emissievermindering van twintig procent, of dertig procent als er een internationaal akkoord wordt bereikt.

Dit maatregelenpakket zal voorstellen bevatten voor de toewijzing van verantwoordelijkheid en verplichtingen onder de lidstaten om het EU-emissiehandelssysteem te verbeteren en de doelen voor hernieuwbare energiebronnen te halen.

Maatregelen die op Gemeenschapsniveau moeten worden genomen, moeten ook een rol spelen bij het verminderen van de uitstoot. Een van die terreinen wordt beslagen door onze binnenkort te verwachten voorstellen over CO2 en motorvoertuigen, zoals in het Europees Parlement besproken tijdens de plenaire zitting van oktober.

De Commissie zal een wetgevingskader voorstellen voor het halen van het Gemeenschapsdoel van 120 g/km in 2012. De Commissie zal ook het wettelijk kader voor afvang en opslag van CO2 presenteren, met de noodzakelijke garanties voor bescherming van het milieu.

Bali is slechts het begin van het onderhandelingsproces, zoals de voorzitter eerder al zei. We moeten ons nu voorbereiden en zo breed mogelijke internationale steun zien te krijgen voor de weg die wij hebben uitgestippeld.

De EU zal de bilaterale contacten met belangrijke partners intensiveren en zal het onderste uit de kan halen op de topconferenties die binnenkort worden gehouden en bij alle belangrijke internationale ontmoetingen.

Zoals ik al eerder zei: ondanks internationale bemoedigende tekenen zijn er niettemin serieuze verschillen van opvatting. Zo is er verschil van mening over de vraag hoe we de klimaatverandering moeten bestrijden en in het bijzonder over het type en de aard van de doelen. De VS blijft zich verzetten tegen bindende doelen.

Doelen van dit type zijn van fundamenteel belang als we de effectiviteit van ons akkoord en de versterking van de mondiale CO2-markt willen waarborgen. We zullen blijven samenwerken met al diegenen in de Verenigde Staten die een verandering in de houding op federaal niveau tot stand kunnen helpen brengen.

In de Verenigde Staten zelf wordt reeds een zeer levendige dialoog over de strijd tegen de klimaatverandering gevoerd. Uit verschillende delen van de Verenigde Staten krijgen we in de aanloop naar de conferentie op Bali duidelijke boodschappen en oproepen tot krachtig ingrijpen.

Door uw uiteenlopende contacten met collega’s in andere parlementen over de hele wereld, met vertegenwoordigers van de industrie en met de civiele samenleving rekenen wij op de steun van het Europees Parlement bij het bevorderen van de ambitieuze doelen van de EU op het gebied van de klimaatverandering.

Die steun hebben we nodig bij onze pogingen de internationale samenwerking inzake de klimaatverandering te versterken.

(Applaus)

 
  
  

VOORZITTER: MARTINE ROURE
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Eija-Riitta Korhola, namens de PPE-DE-Fractie. (FI) Mevrouw de Voorzitter, allereerst mijn oprechte dank aan mevrouw Hassi voor haar medewerking aan deze resolutie. Het is duidelijk dat dit misschien een van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste conferentie over de klimaatverandering zal worden. Helaas is er tijdens de vorige vijf conferenties niet veel vooruitgang geboekt. Nu is de tijd eindelijk gekomen om over concrete maatregelen voor de periode na 2012 te beslissen.

Wat alle eerdere conferenties gemeen hadden, was dat de EU in plaats van souvenirs in de vorm van echte doorbraken een schouderklopje kreeg voor het wijzen van de weg met haar eenzijdige acties en milieuambities, en dan ging iedereen weer zijns weegs voor een jaartje. Het probleem is dat er dringende mondiale maatregelen nodig zijn voor wat een mondiaal klimaatprobleem is, al lijken ze tot zover moeilijk te nemen. In Nairobi vorig jaar was er bijvoorbeeld geen enkel teken dat ook maar één van de belangrijke nieuwe landen verplichtingen zou aangaan voor emissiereducties vanaf 2013. Daarom moesten we maar hopen dat de onderhandelingen buiten het kader van het Kyotoprotocol zouden resulteren in uitstootvermindering van de vier grootste vervuilers ter wereld, de Verenigde Staten, China, India en Rusland.

Misschien wel de tastbaarste uitdaging voor de landen in ontwikkeling is de notie van solidariteit. Er was een tijd dat niemand kon voorzien in welke mate de emissies zouden gaan toenemen, en nu is ongeveer de helft van de uitstoot afkomstig van de landen in ontwikkeling, voornamelijk China en India. Uiteraard hebben hun burgers recht op economische groei, maar het is in ieders belang dat die groei zo schoon mogelijk is. De onderhandelingssituatie is dus ongemakkelijk, maar dat is de praktijk ook. Het kan voor bedrijven die op de mondiale markt opereren, verleidelijk zijn te blijven investeren in plaatsen waar geen goede milieunormen of uitstootbeperkingen zijn. Voor mensen in de zich ontwikkelende landen zit er geen solidariteit in het feit dat hun leefomgeving wordt vervuild. Bovendien is het verhuizen van emissies niet hetzelfde als het verminderen ervan. De uitkomst is dus dat drie van elke vier emissies snel toenemen. Hoe komen we uit deze situatie? Zal er tijd zijn om de industriële productie los te koppelen van landspecifieke beperkingen en in plaats daarvan met een wereldwijd plan voor de industriële sector en met een internationale koolstofeconomie te komen? De prioriteiten dienen energie-inhoud, milieu-efficiëntie en emissiearme technologie en haar ontwikkeling te zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Elisa Ferreira, namens de PSE-Fractie. (PT) Fungerend voorzitter van de Raad, commissaris, dames en heren, ik zal beginnen met mijn welgemeende complimenten aan de rapporteur, mevrouw Hassi, met haar openingstekst en met haar vermogen over deze complexe kwestie toezeggingen te genereren.

De tekst waarover we zullen stemmen, weerspiegelt de oprechte inspanning die de diverse fracties hebben geleverd om een duidelijke, doeltreffende en mobiliserende boodschap naar Bali te sturen. Dit is de enige manier om de omstandigheden tot stand te brengen voor het bereiken van de centrale doelstelling: het omvormen van de vergadering op Bali tot het vertrekpunt voor alle mondiale partners om in 2009 heldere en gekwantificeerde beleidsverplichtingen op zich te nemen voor het bestrijden van de klimaatverandering.

Iedereen heeft offers moeten brengen en aanpassingen moeten toestaan. Het doel zal bereikt zijn als deze tekst brede steun krijgt van het Parlement. Dat zal de pioniersgeest van de EU op het gebied van het milieu en het klimaat in de ogen van de hele wereld een democratische bestaansgrond geven. Die pioniersgeest heeft echter extra verantwoordelijkheden geschapen, vooral waar het gaat om de kwaliteit van de gepresenteerde specifieke voorstellen, die intussen zowel reducties als aanpassingen moeten omvatten. Er moet in het bijzonder rekening worden gehouden met het feit dat de hoogste aanpassingskosten nu op de armste regio’s van de wereld neerkomen, die het minst aan het probleem hebben bijgedragen en het minst zijn toegerust om het op te lossen. De voorstellen moeten er intussen voor zorgen dat de uiteenlopende internationale reductieverantwoordelijkheden eerlijk, proportioneel en rechtvaardig worden verdeeld.

Milieuverplichtingen zullen moeten worden aangepast aan het ontwikkelingsproces waar de armste landen en regio’s recht op hebben, inclusief toegang tot een normale welzijns- en comfortstandaard, of het nu de minder ontwikkelde landen zijn of de enorme bevolkingen in de opkomende economieën. Hoewel de Europese pioniersbenadering een plicht is, moet zij niettemin ook worden gezien als een kans om milieugerelateerde technologische en vernieuwende voordelen te behalen. Dit zal echter alleen werkelijkheid worden als zorgen om het milieu en milieuverplichtingen geleidelijk de stelregel van de mondiale economie worden. Zo niet, dan zullen de goede praktijken van de EU de concurrentie vervormen en haar burgers teleurstellen.

In deze context doet het Parlement de praktische suggestie dat nationale verplichtingen dienen te worden aangevuld met de verkenning van mondiale verplichtingen per sector met het oog op het creëren van criteria en internationaal aanvaarde goede praktijken voor alle sectoren van de industrie en diensten die in de internationale concurrentie verwikkeld zijn. Dit is een zeer ambitieuze agenda, maar de EU moet de verantwoordelijkheid op zich nemen die hoort bij haar rol van positief leiderschap, die zo belangrijk is voor het voortbestaan van de aarde.

 
  
MPphoto
 
 

  Lena Ek, namens de ALDE-Fractie. – (SV) Mevrouw de Voorzitter, minister, commissaris, het begin van de onderhandelingen in december op Bali voor wat het nieuwe Kyoto-akkoord zal worden, is natuurlijk buitengewoon belangrijk. Het Parlement is bezig zich voor te bereiden door middel van dit debat en een resolutie en de Raad heeft zich voorbereid door middel van een resolutie. Wat naar mijn mening nog ontbreekt, is duidelijke samenwerking tussen de verschillende EU-instellingen. Hier rust een grote verantwoordelijkheid bij het Portugese voorzitterschap. De Europese Unie moet op Bali met één stem spreken.

Een belangrijk element is de vraag hoe we moeten omgaan met de situatie van zich ontwikkelende landen en hoe zij in staat kunnen worden gesteld economische ontwikkeling te combineren met milieuvriendelijke technologie. Ze hebben onze assistentie nodig. Niet alleen in de vorm van mooie woorden; ze hebben geld nodig, methodologische ontwikkeling en toegang tot nieuwe technologie. We moeten onze inspanningen op verschillende beleidsterreinen richten en de hulp moet worden veranderd, zodat ze ook klimaatvriendelijk is.

Een deel van de oplossing hangt ook af van het tweede punt dat ik in het debat wilde noemen – bossen. Er worden op dit moment grote oppervlakken vernietigd en we weten allemaal wat dat voor het klimaat betekent. Maar het is ook een catastrofe voor de mensen die in deze gebieden wonen als hun levensonderhoud verdwijnt. Er moet een werkwijze worden ontwikkeld waarbij we landen in ontwikkeling en gewone gezinnen betalen om voor bosgebieden te zorgen. Duurzame productie is bijzonder belangrijk. Een geheel ongerept woud is goed vanuit het gezichtspunt van de biodiversiteit, maar een rottend woud stoot grote hoeveelheden methaan uit. Wat we nodig hebben is een groeiend woud waar voor het eindproduct wordt gezorgd op een manier die CO2 en de andere broeikasgassen vasthoudt.

Bali zal een grote, moeilijke en chaotische conferentie worden. Het beste wat we kunnen doen is ons goed voorbereiden, zodat het feitelijke begin van de onderhandelingen goed verloopt. Daarvoor is dit debat een uitstekend gereedschap, maar we moeten ook samen met onze vrienden voorbereidingen treffen door middel van een sterke trans-Atlantische dialoog met China en India. We weten dat 25 landen 83 procent van de gassen uitstoten die we moeten tegenhouden en, commissaris, minister, een echte vriend is iemand die vraagt hoe het met je gaat en ook blijft staan om naar het antwoord te luisteren.

 
  
MPphoto
 
 

  Liam Aylward, namens de UEN-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik feliciteer ook mevrouw Hassi met haar werk en bijdrage aan dit debat.

Ik wil ook Al Gore, de vroegere vicepresident van Amerika, feliciteren met de toegekende Nobelprijs voor de vrede voor de degelijke wijze waarop hij de noodzaak tot internationale maatregelen tegen klimaatverandering heeft benadrukt.

De ontvangst van deze prijs betekent een internationale erkenning dat klimaatverandering hoog op de internationale politieke agenda staat. Er zijn nu internationale maatregelen nodig, zodat wij allemaal gezamenlijk ervoor kunnen zorgen dat de uitstoot van kooldioxide in de nabije toekomst substantieel wordt verminderd. Ik steun dus volledig de 20-20 en 50-50 EU-afspraken om koolstofuitstoot te verminderen.

Bali verschaft ons een reële kans op overeenstemming over een officieel mandaat en kader om internationale afspraken voor de periode na 2012 ondubbelzinnig veilig te stellen.

Laat in Bali het werk aan de bouwstenen en de routekaart beginnen op basis van: een gedeelde visie; harde afspraken van ontwikkelingslanden; de uitbreiding van het gebruik van koolstofmarkten; de versterking van de samenwerking bij technologisch onderzoek en de vermindering van ontbossing. Laten we ook niet vergeten dat de EU hier in eigen huis moet presteren en het goede voorbeeld geven.

Ik ben daarom benieuwd naar het voorstel van voorzitter Pöttering in februari over de wijze waarop in dit Huis, het Europees Parlement, de koolstofvoetafdruk kan worden verminderd.

 
  
MPphoto
 
 

  Rebecca Harms, namens de Verts/ALE-Fractie. (DE) Mevrouw de Voorzitter, het is in de Europese Unie de gewoonte geworden, zoals we vandaag weer hoorden van de fungerend voorzitter van de Raad, te spreken van een leidende Europese rol in de internationale inspanning om de klimaatverandering te bestrijden. Als ik terugdenk aan maart en de beslissingen die tijdens de top zijn genomen om doelen te stellen van een reductie van de CO2-uitstoot met twintig procent, een toename van twintig procent in de energie-efficiëntie en een quotum van hernieuwbare bronnen van twintig procent in 2020, dan klinkt dat inderdaad als een leidende rol.

Ik vind het bijzonder betreurenswaardig dat de onderhandelingen met de lidstaten over het energiepakket niet ver genoeg gevorderd zijn om deze beslissingen van de top in Brussel te kunnen verstevigen voordat de Conferentie op Bali begint. Als de landen waarmee de EU op Bali wil onderhandelen, een kijkje achter de Europese schermen nemen en de moeizame onderhandelingen met de lidstaten over energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen zien, zullen ze zich realiseren dat de hele gang van zaken niets minder dan een tragedie is. Ik geloof dat het een duister voorteken is als wij op het wereldtoneel reuzenstappen eisen, maar thuis slechts bereid zijn tot voorzichtige trippelpasjes. Het probleem is niet dat het ons aan de technologie ontbreekt. Ons probleem is dat het ons ten enen male ontbreekt aan de politieke moed om de in maart besproken ommekeer in ons energie- en hulpbronnenbeleid teweeg te brengen.

Ik moet zeggen dat mij de haren ten berge rezen toen ik bij het aannemen van het verslag-Reul tijdens de vorige plenaire vergadering hoorde dat we terug zijn bij praten over niets anders dan kolen en kernenergie als opties. Het vervult mij met grote schaamte dat Europeanen Afrikaanse landen nu kernenergie aanbieden als een oplossing voor klimaatproblemen. Ik geloof dat sommige Europeanen hun verstand hebben verloren.

 
  
MPphoto
 
 

  Roberto Musacchio, namens de GUE/NGL-Fractie. (IT) Mevrouw de Voorzitter, de tekst die nu aan de orde is, is het resultaat van collectief werk van de Commissie klimaatverandering. Deze commissie, ad hoc ingesteld met een mandaat van groot belang, heeft belangrijke initiatieven tot raadpleging en discussie genomen en heeft een instrument ontworpen dat Europa kan gebruiken om een voorname rol te spelen bij de dertiende Conferentie van de Partijen op Bali.

De crux van het beleidsvoorstel is duidelijk en krachtig. Wat nodig is, is een politieke en multilaterale benadering die is gebaseerd op de VN en rekening houdt met het IPCC en met belangrijke veranderingen, niet alleen in de technologie, maar ook in het sociale model. Overdracht van technologie, samenwerking en een nieuwe benadering van milieu en ontwikkeling zijn noodzakelijk. De 3,20 procent die de Commissie en de Raad voorstellen, is in die zin niet meer dan een begin, zij het een positief begin. Ons denken moet zich wijd uitstrekken en vooruitzien en eerlijk gezegd kan de toekomst niet gepaard gaan met een terugkeer naar technologieën van het verleden die oud, gevaarlijk en controversieel zijn, zoals nucleaire technologie.

We moeten ook gaan nadenken over vernieuwende voorstellen die wij zelf in ons parlementaire debat naar voren hebben gebracht en die nu op een gezaghebbender manier worden overgenomen door leidende figuren als kanselier Merkel. Ik heb het over de berekening van de emissies per hoofd, die wij samen met de heer Prodi hebben voorgesteld en die heel belangrijk is in het licht van de huidige situatie, waarin een ongelijkheid van de emissies lijkt te bestaan en waarin die emissies allemaal moeten worden teruggedrongen op basis van gelijkheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Bastiaan Belder, namens de IND/DEM-Fractie. (NL) Mevrouw de Voorzitter, namens mijn collega Hans Blokland, de volgende bijdrage.

Allereerst wil ik collega Satu Hassi hartelijk bedanken voor het vele en belangrijke werk dat zij heeft verricht om tot de voorliggende resolutie te komen. In het licht van de komende klimaatconferentie op Bali is het van belang om het standpunt van het Europees Parlement inzake klimaatbeleid zo kernachtig mogelijk te verwoorden. Daarin is Satu Hassi geslaagd.

Nu de Europese Unie sterk inzet op klimaatbeleid, is het tijd dat andere delen van de wereld volgen, ook die landen die het Kyotoverdrag nog niet geratificeerd hebben. Op Bali zal de Europese Unie dan ook haar leidende positie moeten waar maken, niet paternalistisch, maar coöperatief.

Ik zie de conferentie op Bali als hét moment om gezamenlijk na te denken over acties inzake het klimaatbeleid na 2012. Er zullen wereldwijd gezamenlijk inspanningen verricht moeten worden om de kwaliteit van de schepping te behouden en onze veiligheid te waarborgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Karl-Heinz Florenz (PPE-DE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, geachte heer Dimas! Van harte welkom in ons midden. We kijken uit naar onze discussies met u op Bali over de weg die Europa wil volgen op het gebied van klimaatbeleid.

Ik zie het maken van klimaatbeleid als een uitdaging voor ons allemaal. Het is niet het domein van emotionele milieubeschermers of van liberale kooplui, maar een uitdaging die we allemaal samen moeten aannemen; daarmee is de Tijdelijke Commissie klimaatverandering nu begonnen. Niet iedereen weet dit al op waarde te schatten, maar we hebben niettemin een goed begin gemaakt.

Bali is een mijlpaal – daar valt niet aan te twijfelen. Een hiaat na Bali, dat ook een hiaat na Kyoto zou zijn, zou een ramp zijn; niet alleen voor het milieu, maar ook op het gebied van economisch beleid, want industrie kan niet investeren zonder harde en snelle gegevens. Het hangt er ook vanaf waar we op dit moment staan en wat we eigenlijk te bieden hebben op Bali – want we moeten iets te bieden hebben, anders kunnen we niet verwachten dat andere continenten zich bij ons aansluiten in een gezamenlijke inspanning om het probleem op te lossen.

Dit is de reden dat het goed en passend is dat wij hier oprecht van plan zijn iets te bieden. Drie keer twintig procent is bij elkaar heel wat en het zou heuglijk zijn als we die doelen halen. Ik zie nog wel grote obstakels onderweg, zeker, maar we zullen het halen. Bovendien, juist omdat we een goed voorbeeld moeten geven, geloof ik wel dat we tot een Europees extern milieubeleid zullen komen dat dient om de zoektocht naar antwoorden te beïnvloeden op vragen als die waarom er over de hele wereld zulke enorme branden uitbreken, die meer CO2 produceren dan alle elektriciteitscentrales van Europa bij elkaar.

Ik ben van mening dat Europa zich hiermee moet bemoeien, en we zijn goed op weg om dat te gaan doen; dan zullen Amerikanen in de Verenigde Staten – niet noodzakelijk via hun regering – een positieve stimulans krijgen om ook een stap voorwaarts te zetten. Dat is precies waar we naartoe gaan. Ik beschouw de klimaatverandering geheel als een gouden economische kans. Als wij die niet benutten, doen anderen het beslist.

 
  
MPphoto
 
 

  Riitta Myller (PSE). - (FI) Mevrouw de Voorzitter, de geloofwaardigheid van het door de Europese Unie getoonde leiderschap op het gebied van klimaatbeleid zal in december op Bali worden gemeten. Het resultaat moet wereldwijde wil zijn in de vorm van een duidelijk mandaat om te voorkomen dat de temperatuur op aarde meer dan twee graden stijgt. De Europese Unie heeft haar eigen beslissingen al genomen. Maar willen we het doel bereiken, dan is het nodig dat alle geïndustrialiseerde landen, bijvoorbeeld de Verenigde Staten en Australië, zich verbinden aan kwantitatieve uitstootvermindering.

We kunnen ons niet langer veroorloven het soort debat te houden dat we tot nu toe steeds hebben gehouden, over de vraag of we dit doel moeten bereiken door middel van technologische ontwikkeling of door middel van het stellen van bindende doelen. We hebben allebei nodig. Maar alleen bindende doelen en voldoende strikte emissiedoelstellingen zullen bedrijven doen omschakelen naar schoner en milieuvriendelijker technologie. We moeten in gedachten houden, zoals hier al gezegd is, dat er solidariteit nodig is om alle partijen zo ver te krijgen dat ze het verdrag goedkeuren; vooral solidariteit met de landen in ontwikkeling, die het slechtst af zijn van allemaal. Maar we moeten ook een duidelijke onderhandelingspositie met landen in ontwikkeling, zoals China en India, bereiken over kwantitatieve vermindering van de emissies in de toekomst.

Ik wil nogmaals al diegenen bedanken die betrokken zijn geweest bij het ontwerpen van deze resolutie voor het Parlement, in het bijzonder mevrouw Hassi en de onderhandelaars van de fracties. U hebt uitstekend werk gedaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Vittorio Prodi (ALDE). - (IT) Mevrouw de Voorzitter, dames en heren, een welkomstwoord aan commissaris Dimas, die op Bali in de voorste linie zal staan. De opwarming van de aarde is een urgent, zeer ernstig en werkelijk mondiaal probleem, ten aanzien waarvan een mondiale consensus dringend nodig is. Dat maakt het noodzakelijk direct voorstellen voor de beheersing van de uitstoot van broeikasgassen te doen die eerlijker zijn en breder worden geaccepteerd dan die van het Kyotoprotocol, die gebaseerd zijn op het principe van grandfathering, dat wil zeggen “wie het meest vervuild heeft, kan doorgaan met het meest te vervuilen.” Dat is onaanvaardbaar.

Om die reden denk ik dat we met een doortastender voorstel moeten komen. Ik heb een amendement ingebracht, zoals al is opgemerkt, dat kan worden samengevat met de kreet “één persoon, één emissierecht”, iets wat werd voorgesteld door de Duitse hoogleraar Lutz en werd verwelkomd door kanselier Merkel.

Wil elke persoon recht op hetzelfde gedrag krijgen, dezelfde toegang tot natuurlijke hulpbronnen, dan is het belangrijk dat het Parlement zijn steun verleent aan dit proces, dat, vanuit het gezichtspunt van het emissiehandelsmechanisme, de volkeren in ontwikkeling een hoeveelheid hulpbronnen zou kunnen brengen van een orde van grootte die hoger ligt dan die van internationale samenwerking en die makkelijker in de hand te houden is. Als tegenprestatie zou dan een verplichting vereist zijn om koolstofopslagplaatsen te respecteren, zoals de tropische regenwouden.

Het gelijkheidsbeginsel dient een vertrekpunt te leveren voor een geleidelijke verbetering, die bij een bepaald punt moet beginnen om het berekenen van de voor 2050 toelaatbare uitstootcijfers mogelijk te maken. Daarom is het van cruciaal belang dat grandfathering geleidelijk wordt teruggedrongen. Juist omdat het om zo’n ernstige en urgente aangelegenheid gaat, moeten we de zaken in beweging zetten, zodat dat eindresultaat snel kan worden bereikt.

 
  
MPphoto
 
 

  Caroline Lucas (Verts/ALE). - (EN) Mevrouw de Voorzitter, een van de effectiefste strategieën die de EU in Bali kan ontwikkelen, is het geven van het goede voorbeeld. Het eerste deel van nieuwe Europese wetgeving over het klimaat waarover sinds de Raad van maart een beslissing nodig is, is het meetellen van de luchtvaart in het emissiehandelssysteem. Dus de uitkomst is van wezenlijk belang, ook als signaal voor anderen op de Bali-conferentie dat het de EU werkelijk ernst is met haar verplichtingen ten aanzien van klimaatverandering.

Eerlijk gezegd is het vooruitzicht tot dusver tamelijk ongunstig. Het oorspronkelijke voorstel van de Commissie was hopeloos zwak en het feit dat de Raad niet in staat was te komen tot een gemeenschappelijk mandaat voor een eerste lezing van de overeenkomst zendt een uiterst negatief signaal uit. Ik dring er daarom zowel bij de Raad als de Commissie op aan hun inzet substantieel en snel te verhogen.

Het welslagen in Bali hangt ook wezenlijk af van de vraag of billijkheid de basis van een nieuwe overeenkomst vormt. Daarom moet worden gestreefd naar gelijke emissierechten per hoofd van de bevolking, zoals de aanpak die bekend staat als “contractie en convergentie”. Ik dring er bij de Raad en de Commissie op aan deze aanpak te volgen.

Tot slot wil ik waarschuwen voor een al te groot vertrouwen in het mechanisme van koolstofcompensaties. Zoals een collega van mij al naar voren bracht, zijn de koolstofcompensaties net zo nuttig als een antirookcampagne die iemand anders in de ontwikkelingslanden betaalt om te stoppen met roken terwijl we zelf vrolijk verder paffen. Het is onverantwoordelijk en zeer ineffectief.

 
  
MPphoto
 
 

  Dimitrios Papadimoulis (GUE/NGL). – (EL) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, de opdracht van de conferentie op Bali is het bevorderen van een ambitieus en realistisch kader voor de periode na 2012. Er is geen ruimte voor meer uitstel. De opwarming van de aarde moet onmiddellijk en drastisch worden aangepakt. Milieubescherming en economie kunnen en moeten samengaan.

De daaruit voortvloeiende voordelen zullen veel groter zijn dan de financiële kosten. Er is echter een bredere overeenstemming voor nodig, met specifieke verplichtingen om de uitstoot te verminderen, en niet alleen maar wishful thinking. Er moeten verplichtingen worden aangegaan om de uitstoot van het internationaal lucht- en zeeverkeer te bestrijden. Het is noodzakelijk dat er broeikasgassen worden opgeslagen door middel van duurzaam bosbeheer en een verandering in de productienormen en de consumptie, evenals door middel van landgebruik.

Maar om dit te bereiken moet de Commissie weer denken aan vergeten doelen met betrekking tot de doortastende bevordering van hernieuwbare energiebronnen. Ze moet ambitieuzere doelstellingen uitdragen en een sterkere politieke wil tonen.

Dat is wat wij verwachten, mijnheer Dimas.

 
  
MPphoto
 
 

  Romana Jordan Cizelj (PPE-DE). - (SL) De Europese Unie is een wereldleider in de strijd tegen de klimaatverandering en in de ontwikkeling van nieuwe, milieuvriendelijke technologie. Maar hoe lang nog? Het besef van de noodzaak het effect van menselijke activiteiten op de natuurlijke omgeving terug te dringen is groeiende in een groot aantal landen. Dit besef wordt gevolgd door strategieën, plannen en maatregelen, zelfs in landen waar milieubescherming zelfs kort geleden nog geen prioriteit was.

Neem bijvoorbeeld China, waar een delegatie van de Tijdelijke Commissie klimaatverandering onlangs op bezoek was om zich vertrouwd te maken met de situatie daar. Hoewel China als land in ontwikkeling onder het Kyotoprotocol zijn uitstoot van broeikasgassen niet hoeft te verminderen, wordt het zich bewust van het probleem van de opwarming van de aarde en is het al begonnen in actie te komen. Het heeft een nationaal klimaatveranderingsbeleid aangenomen waarin het zich onder andere een groot aantal ambitieuze doelen heeft gesteld.

Dit alles toont aan dat we niet op onze lauweren kunnen rusten, als we willen dat Europa zijn mondiale invloed behoudt. Daarom roep ik de delegatie naar Bali op Europa’s standpunt in het gevecht tegen de opwarming van de aarde dienovereenkomstig en met één stem naar voren te brengen. Naar mijn mening is een voldoende vermindering van de opwarming alleen mogelijk als we erin slagen een wereldwijde koolstofmarkt in te stellen. De prijs, dat wil zeggen geld, is een buitengewoon doeltreffend mechanisme om in de menselijke samenleving doelen te bereiken.

Bij het streven naar een akkoord over wereldwijde maatregelen kunnen we de tenuitvoerlegging van onze eigen doelen niet vergeten. We moeten ons eigen beleid gestaag verder ontwikkelen en doorgaan met het introduceren van vernieuwingen in energie, vervoer en andere sectoren die ook uitstoot van broeikasgassen veroorzaken. Alleen met een doeltreffende en geslaagde implementatie op ons eigen grondgebied kunnen we slagen in onze onderhandelingen en samenwerking met derde landen.

Ik hoop dat de afvaardiging naar Bali een heel geslaagd bezoek zal hebben en de in onze resolutie uiteengezette standpunten succesvol naar voren zal brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Dorette Corbey (PSE). - (NL) Voorzitter, Europa zal volgende maand op Bali zijn volle politieke gewicht moeten inzetten om de conferentie tot een succes te maken. Om dit te bereiken is de steun van ontwikkelingslanden heel hard nodig en ook van landen als China en India. Deze landen dragen tot nu toe nauwelijks aan klimaatverandering bij, maar zij dragen wel de zware gevolgen ervan. Europa moet deze landen hulp bieden en de hand reiken, opdat zij zich aan klimaatverandering kunnen aanpassen, en het moet investeren in technologieoverdracht.

Ik ben optimistisch dat we in 2009 spijkers met koppen kunnen slaan en dat er een goed akkoord kan komen waar ook de Verenigde Staten ja tegen zeggen. Maar ingeval de rest van de wereld Europa niet volgt om bindende doelstellingen af te spreken, is er een plan B nodig en zelfs een plan C.

Plan B houdt in: wereldwijde sectorale reductiedoelstellingen per industriesector, en als dat niet lukt, is plan C: importheffingen op producten uit landen die niet mee willen doen aan het klimaatbeleid.

De resolutie die aan de orde is, is goed en verdient onze volle steun. Mijn hartelijke dank aan Satu Hassi en de schaduwrapporteurs.

 
  
MPphoto
 
 

  David Hammerstein (Verts/ALE). - (ES) Mevrouw de Voorzitter, er is een gemiddeld uitstootniveau per hoofd voor iedereen voorgesteld, maar we moeten beseffen dat wat vanuit sociaal oogpunt eerlijk is, vanuit milieuoogpunt onmogelijk kan blijken.

Milieudoelstellingen moeten ook landen als China en India omvatten en ze moeten billijk zijn. Maar milieuconvergentie tussen het noorden en het zuiden moet snel tot stand worden gebracht en het uitstootniveau moet heel laag zijn als we willen dat dit een doeltreffende maatregel wordt in plaats van een goocheltruc.

Tegelijkertijd zouden we fiscale en commerciële maatregelen moeten overwegen voor het vertragen van de handel in zowel zeer vervuilende producten als producten die zijn vervaardigd met behulp van vuile technologie.

Externe klimaatbescherming van deze aard kan een antwoord van de Europese Unie geven op de groei van de uitstoot in onze producten uit zuidelijke landen en we kunnen de gegenereerde inkomsten verzamelen en dan investeren in schone technologie in het zuiden.

 
  
MPphoto
 
 

  Jens Holm (GUE/NGL).(SV) We zullen binnenkort beslissen hoe we de opwarming van de aarde kunnen bestrijden na 2012, wanneer het akkoord van Kyoto ten einde loopt.

We hebben een heel goede basis. We hebben reducties oplopend tot tachtig procent in 2050 nodig, hulp voor landen in ontwikkeling om hun uitstoot te verminderen, maatregelen tegen de vleesindustrie, die verantwoordelijk is voor bijna een vijfde van de wereldwijde uitstoot van broeikasgassen, flexibeler octrooirecht dat het verspreiden van groene technologie vereenvoudigt, certificering van biobrandstoffen om te voorkomen dat ze in conflict komen met de voedselvoorziening, en de bescherming van de bossen van de wereld. Zoals al is gezegd: dit is allemaal fantastisch.

Wat er nog ontbreekt en wat we in de toekomst moeten doen, is het nemen van maatregelen tegen de voortdurend groeiende verkeersstromen binnen de EU, de EU-subsidies en de neiging van de EU markten prioriteit te geven bij wetgeving en implementatie.

Er zijn elf amendementen; de meeste daarvan zijn mijns inziens goed en versterken de leidende gedachte van de resolutie, namelijk dat het de rijke wereld is die verantwoordelijk is voor de klimaatverandering en die derhalve de leiding moet nemen bij radicale reducties.

Ik ben verontrust door amendement 7, dat ten doel heeft kernenergie te gebruiken om het broeikaseffect te bestrijden. We moeten niet het ene milieuprobleem vervangen door nieuwe problemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anders Wijkman (PPE-DE).(SV) Mevrouw de Voorzitter, het is bijna vijftien jaar geleden dat het klimaatverdrag werd ondertekend op de conferentie van Rio en toch is het een feit dat de emissies van broeikasgassen tegenwoordig sneller stijgen dan ooit tevoren. Dit toont aan hoe inadequaat de internationale samenwerking tot zover is geweest.

De EU moet doorgaan met het nemen van een leidende verantwoordelijkheid door middel van maatregelen binnen haar eigen grenzen – alles van strengere eisen aan auto’s tot meer steun voor alternatieve energiebronnen. Maar “interne actie” is niet genoeg. De heer Florenz vroeg wat wij de rest van de wereld te bieden hebben. Dat is een goede vraag. Ten eerste: schone, milieuvriendelijke technologie aan alle zich ontwikkelende landen die in een moderniseringsfase zitten, niet in de laatste plaats China en India. Zij hebben het volste recht op hun ontwikkeling, maar ze hoeven onze fouten niet te herhalen. Het geven van steun ten behoeve van technologie en kennis moet een prioriteit zijn op de EU-begroting. Zij hebben er voordeel van, maar wij ook.

Even belangrijk is het dat wij onze historische verantwoordelijkheid aanvaarden en steun verlenen aan aanpassingsmaatregelen voor alle landen met een laag inkomen die zwaar getroffen zullen worden door stormen, overstromingen en lange perioden van droogte. Het geld dat tot dusver opzij is gelegd in verschillende aanpassingsfondsen en het initiatief dat de Commissie onlangs heeft genomen, het “Klimaatverbond”, is niet genoeg. Het is absurd weinig. De behoefte is honderden malen groter.

Ten derde, zoals mevrouw Ek onderstreepte: het is belangrijk aandacht te besteden aan de rol van de bossen, niet in de laatste plaats van het tropisch regenwoud. We moeten de boseigenaars een stimulans geven om hun bossen niet om te hakken, maar te beschermen.

Klimaatbeleid staat of valt niet met Bali, maar succes op Bali zal uiteraard de kansen verbeteren op het bereiken van een definitief akkoord in 2009. Teneinde dit te vergemakkelijken neem ik aan dat de Commissie en de Raad naar het Parlement zullen luisteren, niet in de laatste plaats met betrekking tot de noodzaak veel meer te doen op het gebied van technische samenwerking, aanpassingsmaatregelen en bossen.

 
  
MPphoto
 
 

  Matthias Groote (PSE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, tijdens hun voorjaarstop hebben de staats- en regeringshoofden goede besluiten over het gevecht tegen de klimaatverandering genomen. Hun beslissing inzake broeikasgassen voorziet in een reductie van twintig procent in 2020 ten opzichte van de Europese niveaus van 1990. Ook werd tijdens de voorjaarstop overeengekomen dat de reductiedoelstelling zou worden verhoogd naar dertig procent als andere geïndustrialiseerde landen zich zouden vastleggen op vermindering van hun broeikasgasemissies. Daarom dient de EU zich tot het uiterste in te spannen om andere geïndustrialiseerde landen aan te moedigen zich aan te sluiten bij het post-Kyoto-akkoord.

Ik wil ook graag naar een ander specifiek punt verwijzen, namelijk vervoer, want het is belangrijk dat we ervoor zorgen dat vervoer in het post-Kyoto-akkoord wordt opgenomen. Alleen al in Europa produceert vervoer 21 procent van alle broeikasgassen. Het internationale vliegverkeer in het bijzonder werd niet door het Kyotoprotocol gedekt omdat de ICAO, de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie, verzekerde dat er plannen waren voor het opzetten van een wereldwijd systeem. Deze belofte is sinds 1997 niet waargemaakt en ik ben bang dat we er nog steeds op wachten dat het vliegverkeer in het protocol wordt opgenomen. Ik hoop dat met deze stap in Bali een begin kan worden gemaakt.

 
  
MPphoto
 
 

  Herbert Reul (PPE-DE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, er is een ernstig klimaatprobleem. Dat ontkent niemand. De politieke kwestie is echter hoe we de inspanning om het probleem op te lossen aanpakken. Ik moet zeggen dat we grote moeite met het onderhavige verslag hebben gehad wat betreft de manier waarop het probleem wordt benaderd.

Problemen worden niet opgelost door doemscenario’s te beschrijven en over mensenrechtenschendingen te spreken of door een ontmoedigende toon aan te slaan in plaats van oplossingen voor te stellen. Het doel moet zijn realistisch en objectief naar oplossingen te zoeken en verschillende argumenten te wegen. In dit opzicht vind ik het betreurenswaardig dat we niet bereid zijn geweest uiteenlopende inschattingen inzake de oorzaken van klimaattrends en -veranderingen toe te staan. Ik ben helemaal vóór het opnemen van ambitieuze doelstellingen, maar het is ook van wezenlijk belang erop te letten dat ze haalbaar zijn; anders is ons klimaatbeleid zinloos.

Het is ook verkeerd taboes in te stellen en te zeggen dat kolen en de ontwikkeling van schonekolentechnologie of kernenergie als onderwerp niet bespreekbaar zijn en dat hernieuwbare energie het enige antwoord is. Een dergelijke benadering sluit totaal niet aan bij het probleem. Wat we nodig hebben is een alomvattend debat waarin alle aspecten gedetailleerd worden onderzocht en waarin we allemaal openstaan voor een scala aan instrumenten en voor informatie uit een breed spectrum van bronnen.

Ik ben van mening dat we als onderdeel van het debat ook dienen te overwegen welk effect we met welke middelen kunnen bereiken. Hoe maximaliseren we het effect? We moeten ook over de kosten nadenken. Ik ben van mening dat we ons niet alleen moeten concentreren op de manier waarop nationale politieke beslissingen worden genomen, maar ook, zoals een of twee collega’s tegen mij zeiden, hoe de ontwikkeling van technologie kan worden gestimuleerd en ondersteund. Mijns inziens is het zinloos vandaag dit debat te houden en dan een paar uur of een paar dagen later in dezelfde zaal Lissabonstrategieën en dergelijke te bespreken. Die twee debatten moeten worden gecombineerd als we de klimaatverandering willen bestrijden en haar gevolgen verzachten.

Ik ben van mening dat de kritische opmerkingen die wij ook in de beraadslagingen geuit hebben, maar een beperkte kans hadden. Ik hoop dat we de volgende keer, wanneer we het complete verslag van de Commissie klimaatverandering behandelen, de kans zullen krijgen een wat breder spectrum aan argumenten naar voren te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Karin Scheele (PSE). - (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik wil me graag aansluiten bij de talrijke complimenten die zijn uitgesproken aan het adres van de rapporteur voor dit goede en objectief gepresenteerde verslag, dat ook de steun van een ruime meerderheid van de Commissie klimaatverandering heeft gekregen. Het spreekt voor zich dat we resultaten verwachten en een duidelijk mandaat voor Bali. Daaronder moeten ook gedeelde maar gedifferentieerde verantwoordelijkheden vallen voor de geïndustrialiseerde landen, de landen met opkomende economieën en de ontwikkelingslanden.

Deze resolutie geeft ook duidelijk aan dat we in 2009 resultaten verwachten. In de wetgevingsinstrumenten die het Europees Parlement aanneemt – er hebben vandaag al sprekers verwezen naar de opname van het vliegverkeer in de emissiehandel en naar de CO2-uitstoot van motorvoertuigen – moeten we zeer duidelijke boodschappen sturen aan de rest van de wereld, aan de andere continenten. Dat is een essentiële voorwaarde als we willen dat alle landen meedoen.

 
  
MPphoto
 
 

  Katerina Batzeli (PSE). – (EL) Commissaris, staat u mij allereerst toe u te complimenteren met uw inspanningen in de belangrijke internationale kwestie van de klimaatverandering.

Mevrouw de Voorzitter, het gevecht tegen de klimaatverandering zou moeten inspireren tot het creëren van een nieuw ontwikkelingsmodel. Dit model zal het bestaande beleid herdefiniëren in de richting van milieubescherming en economische activiteit koppelen aan respect voor natuurlijke hulpbronnen en sociaal welzijn.

De EU dient een leidende rol te spelen en ervoor te zorgen dat de onderhandelingen niet uitlopen op een verbreding van de flexibele mechanismen van het Kyotoprotocol. Het doel op Bali dient een akkoord met een milieubeschermingsperspectief te zijn. Het akkoord zou ook gebruik moeten maken van de kansen op het gebied van technologische vernieuwing, economische ontwikkeling en het creëren van banen.

De overgang naar een koolstofarme wereldeconomie door het koppelen van koolstofmarkten aan emissiehandelssystemen zou bijvoorbeeld een stap in de goede richting zijn.

De conferentie op Bali moet een gelegenheid zijn om een alomvattend voorstel te formuleren voor de periode na 2012, met bindende langetermijndoelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel Lobo Antunes, fungerend voorzitter van de Raad. (PT) Mevrouw de Voorzitter, commissaris, dames en heren, dit is een debat van evident belang dat we hier in het Europees Parlement geregeld hebben gevoerd. Het onderwerp van de klimaatverandering en de voorbereidingen van de EU op de conferentie op Bali zijn een terugkerend thema geweest tijdens de maandelijkse vergaderingen die ik heb bezocht. Dat laat duidelijk het belang zien dat het Parlement er terecht in stelt, en vanochtend nog stond de klimaatverandering ook weer op de agenda in verband met ons debat over de globalisering.

In mijn openingstoespraak heb ik zes fundamentele doelstellingen genoemd die de Europese Unie meeneemt naar de conferentie op Bali. Dit zijn heldere en vastomlijnde doelstellingen waarvan ik aanneem dat ze goed worden begrepen en van harte gesteund en uiteraard zullen we ernaar streven ze allemaal te bereiken. Ik heb echter ook heel duidelijk gesteld dat dit een moeilijk, complex en politiek delicaat proces is, maar we zullen natuurlijk ons uiterste best doen om tot een conclusie te komen.

Sommige afgevaardigden hebben gesuggereerd dat de EU in dit proces misschien niet de leider is geweest die ze vaak heeft beweerd te zijn. Ik deel die mening niet, want als er één blok, organisatie of entiteit is die in de praktijk heeft laten blijken ambitieuze doelen te hebben, verder te willen gaan en echte bezorgdheid te laten zien over een probleem dat onze burgers raakt, dan is het de Europese Unie wel. We hebben onze eigen doelen voor uitstootvermindering vastgesteld die nergens ter wereld zijn geëvenaard of dat kunnen worden, en we hebben significante inspanningen geleverd om energie te besparen, in hernieuwbare energie te investeren enzovoort. Daarom moeten we trots zijn op onze inspanningen en op ons werk en ze niet laten verslappen.

Tot slot zou ik ook willen zeggen dat ik kennis heb genomen van de aanbevelingen en suggesties die in de resolutie van mevrouw Hassi worden gedaan. Naar sommige van die suggesties werd hier verwezen door mevrouw Ferreira en de Raad zal de aanbevelingen zeker in gedachten houden.

 
  
MPphoto
 
 

  Stavros Dimas, lid van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, allereerst wil ik de sprekers in het debat van vandaag bedanken voor hun positieve bijdragen.

Er is een consensus aan het ontstaan over de benodigde mondiale inspanningen om de strijd tegen klimaatverandering te winnen en over het feit dat Bali het proces en de inhoud van klimaatoverkomst voor de periode na 2012 moet bepalen.

De Europese Unie zal haar bilaterale contacten met belangrijke partners intensiveren om steun voor deze beleidslijn te krijgen. Maar we moeten ook verder dan Bali kijken. Laten we niet vergeten dat Bali slechts het begin is van een onderhandelingsproces. Het is natuurlijk belangrijk dat we ervoor zorgen op het juiste spoor in Bali te zitten. Maar we dienen onze inspanningen te vergroten om een gemeenschappelijke visie en gezamenlijke oplossingen met al onze partners gedurende de komende maanden en jaren te ontwikkelen.

De top EU-China en de top EU-India, evenals de top EU-Azië die allemaal in november van dit jaar zullen plaatsvinden, zijn de volgende stappen om zelfs meer convergentie en politiek momentum te genereren voor de internationale klimaatovereenkomst voor de periode na 2012.

Voor wat de Verenigde Staten en Canada betreft, is het van belang om door te gaan, maar ook om verder te gaan dan alleen de contacten met de federale regering. Het ICAP (International Carbon Action Partnership) met de Amerikaanse staten en de Canadese provincies die ik namens de Europese Unie op 29 oktober in Lissabon tekende, brengt partners samen die actief de invoering van koolstofmarkten door middel van de verplichte “cap- en trade”-systemen nastreven.

Ik kijk uit naar het vervolg van deze besprekingen met de leden van het Europees Parlement in de aanloop naar Bali tegemoet en dank u zeer voor uw steun.

Ik moet benadrukken dat zonder de voortdurende steun van het Europees Parlement we eerder dit jaar geen energie- en klimaatveranderingspakket zouden hebben gehad en zonder uw steun hebben we geen enkele hoop op het behalen van een beter resultaat in Bali. Komt u alstublieft naar Bali met grote ambities en spant u zich naar vermogen in om ons te helpen.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . – Ik sluit nu het debat en ik heb een ontwerpresolutie(1) ontvangen overeenkomstig artikel 108, lid 5, namens de Tijdelijke Commissie klimaatverandering.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen, donderdag, plaats.

 
  

(1)Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid