Bogusław Liberadzki (PSE),schriftelijk. − (PL) Het verslag van de heer Leinen vermeldt duidelijk dat het belangrijkste vernieuwende element in het voorstel van de Commissie de mogelijkheid is om niet alleen Europese politieke partijen te financieren uit de algemene begroting van de Europese Unie, maar ook politieke stichtingen op Europees niveau waarmee de partijen banden hebben.
Ik denk ook dat de voorgestelde verordening de financiële stabiliteit van Europese politieke partijen en de financiering van hun verkiezingscampagnes voor de verkiezingen van het Europees Parlement in 2009 zal verbeteren.
Zita Pleštinská (PPE-DE).-(SK) Vorig jaar leek het nog of de datum voor de uitbreiding van het Schengengebied zou worden uitgesteld tot 2009. Ik ben blij dat wij grotere inspanningen hebben geleverd en dat wij een constructieve oplossing hebben gevonden om het vrije verkeer van mensen zonder paspoortcontroles te realiseren.
Ik juich dus het verslag van de heer Carlos Coelho toe want hierin bevestigt hij de toetreding van negen nieuwe lidstaten tot het Schengengebied. Ik ben van mening dat het vrij verkeer van mensen zonder paspoortcontroles echt succesvol is voor de Europese integratie. Daarom heb ik graag voor dit verslag gestemd. De toetreding tot het Schengengebied van de nieuwe lidstaten, waaronder Slowakije, is een duidelijk signaal naar de Europese bevolking dat het IJzeren Gordijn dat door de totalitaire, communistische regimes tussen West- en Oost-Europa werd opgetrokken, na 21 december 2007 tot het verleden zal behoren.
Voor mij is de stemming over dit verslag een historisch moment aangezien zij plaatsvindt in de week waarin, en meer bepaald op 17 november, de Slowaakse en de Tsjechische Republiek de achttiende verjaardag herdenken van de val van het totalitaire regime dat de burgers niet toestond om binnen Europa te reizen. Ik denk dat alle Europese burgers blij zullen zijn met dit kerstgeschenk.
Frank Vanhecke (NI). – (NL) Voorzitter, ik heb vooral het verslag-Coelho niet goedgekeurd, omdat ik de talrijke pijnpunten van het opengrenzenbeleid van het Schengenakkoord wil aanstippen.Het systeem van Schengen staat of valt immers met een strenge, waterdichte controle aan de buitengrenzen enerzijds, en die is er voor alle duidelijkheid niet, en daarnaast met een strenge aanpak van criminaliteit in alle lidstaten, die in alle lidstaten wordt gecoördineerd, en die is er slechts veel te beperkt.Ten slotte moet er in alle Schengenlanden ook een streng immigratiebeleid zijn, wat dus compleet haaks staat op bijvoorbeeld de massale regularisatiegolven die we de voorbije jaren in nogal wat lidstaten hebben gehad.
In die omstandigheden kan ik als mens en als politicus niet juichen, omdat ik aan de binnengrenzen niet meer gecontroleerd word, aangezien criminelen en illegalen ook niet meer worden gecontroleerd en dat is nefast voor onze samenleving.
Oldřich Vlasák (PPE-DE).-(CS) Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag iets willen zeggen over het verslag van mijn collega, de heer Carlos Coelho, over het voorstel voor een ontwerpbesluit van de Raad betreffende de volledige toepassing van het Schengenacquis in de negen lidstaten die in 2004 tot de EU zijn toegetreden. Ik ben er persoonlijk van overtuigd dat dit een erg belangrijke beslissing is. De toetreding van onze landen, zoals mijn thuisland, de Tsjechische Republiek, zou in geen enkel geval mogen worden uitgesteld. Uit alle objectieve analyses die tot op heden werden uitgevoerd, blijkt dat al deze landen zich voldoende hebben voorbereid op de uitbreiding van het Schengengebied. Dankzij ongelooflijke inspanningen van de lidstaten in kwestie, de vele experts die bij de inspecties betrokken waren, de politie, de gerechtelijke instanties, ambtenaren en anderen, zijn deze lidstaten voldoende voorbereid om de bepalingen van het Schengenacquis goed toe te passen. Ik ga er daarom van uit dat de Raad Justitie en Binnenlandse Zaken op 6 en 7 december dit jaar deze beslissing zal steunen. De opening van de binnengrenzen zal voor onze burgers de geschiedenis ingaan als hét symbool van de toetreding tot het Schengengebied en kan qua belang enkel worden vergeleken met de val van het IJzeren Gordijn bijna twintig jaar geleden.
Zuzana Roithová (PPE-DE).-(CS) Dames en heren, ik ben verrukt omdat, ondanks het technische probleem, wij samen kunnen stemmen over het verslag dat bevestigt dat de nieuwe lidstaten, zoals de Tsjechische Republiek, klaar zijn om in 2008 al tot het Schengengebied toe te treden. Ik apprecieer de inspanningen en de openheid van de lidstaten en de Commissie bij de intense technische raadplegingen die vóór de uitbreiding moesten plaatsvinden. Het uitgebreide Schengengebied zal ongetwijfeld voor de interne veiligheid van Europa een grotere uitdaging zijn. Anderzijds wil ik benadrukken dat alle inspanningen uiteindelijk zullen leiden tot vrij verkeer in een echt geïntegreerd gebied. Volgend jaar zal Europa als nooit tevoren verenigd zijn. Het IJzeren Gordijn behoort definitief tot het verleden en ik bedank u daarvoor.
Sylwester Chruszcz (NI).– (PL) Mijnheer de Voorzitter, de toetreding van Polen tot het Schengengebied biedt niet alleen mogelijke voordelen doordat gemakkelijk de grenzen kunnen worden overgestoken, maar brengt ook bedreigingen met zich mee.
Een negatief fenomeen waarmee Polen al meerdere jaren te maken heeft, zijn de moeilijkheden die de burgers van onze buurlanden in het oosten, en Polen die in Wit-Rusland en Oekraïne wonen, ondervinden om ons land in te komen. Een gebrekkige grenscontrole kan leiden tot veel negatieve fenomenen zoals criminaliteit en illegale immigratie. Wij zijn ook bezorgd over het schrappen van nationale grenscontroles in lidstaten in ruil voor pan-Europese grensdiensten. Daarom heb ik mij van stemming over deze kwestie onthouden.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) Aangezien wij lang over dit onderwerp hebben gedebatteerd, zijn wij van mening dat justitie en binnenlandse zaken centrale bevoegdheden van de staten zijn, en vooral van Portugal. Wij gaan er daarom niet mee akkoord dat deze bevoegdheden meer en meer worden overgedragen aan de supranationale instellingen van de EU in een proces dat elke nieuwe “vooruitgang” rechtvaardigt op basis van de vorige “vooruitgang”.
Dit is het geval met de oprichting van het Schengengebied met het Schengenacquis dat een katalysator is voor de communautarisering van beleidslijnen of maatregelen inzake grenscontrole (visa, asiel of immigratie), of politie- en gerechtelijke mechanismen.
Vooral wanneer deze “communautarisering” plaatsvindt in een context waarin de belangrijkste EU-mogendheden er samen voor zorgen dat zij via het besluitvormingsproces hun belangen kunnen verdedigen en veilig stellen, iets wat voor Portugal niet het geval is.
Zoals wij zeiden, is het enerzijds belangrijk om tussen soevereine staten op internationaal en Europees niveau samen te werken en dezelfde rechten te hebben voor deze zaken, maar anderzijds is het onaanvaardbaar om fundamentele elementen voor het veilig stellen van nationale soevereiniteit en democratie over te dragen aan supranationale instellingen die door de belangrijkste EU-mogendheden worden gedomineerd met als doel de “Vesting Europa” op te richten.
Vandaar onze stem.
Luca Romagnoli (NI),schriftelijk.−(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik stem tegen dit verslag omdat ik mij ten stelligste verzet tegen het Schengenakkoord. Dit heb ik al uitvoerig uitgelegd bij meerdere gelegenheden, zoals onlangs in mijn uiteenzettingen in het Parlement. Ik verzet mij voornamelijk tegen deze overeenkomst als zij wordt gebruikt voor illegale immigranten en gevaarlijke verplaatsingen binnen de EU.
De grenzen van de staten die willen toetreden tot het Schengenaquis zijn een gemakkelijk doelwit voor criminelen. Zij zullen een nieuwe toegangspoort zijn voor ongecontroleerde immigratie vanuit voormalige sovjetlanden en het Midden-Oosten. En laten we niet de sociale wanorde vergeten die in Italië en andere landen ontegenzeggelijk door het vrije verkeer van burgers binnen de EU is ontstaan.
Lars Wohlin (PPE-DE),schriftelijk. − (SV) De Schengensamenwerking moet toegankelijk blijven voor alle lidstaten die willen toetreden en deelnemen. Anderzijds is het enorm belangrijk dat alle landen die deelnemen aan de samenwerking, al aan de vereisten voldoen op het moment dat zij toetreden want de samenwerking heeft een gemeenschappelijke buitengrens tot gevolg. Als een land in gebreke blijft, kan Zweden de grenzen niet controleren. Onderzoeken hebben aangetoond dat er problemen zijn die moeten worden opgelost en het zou redelijk zijn de toetreding uit te stellen totdat aan alle vereisten is voldaan.
Jan Andersson, Göran Färm en Inger Segelström (PSE),schriftelijk.−(SV) Met deze stemverklaring willen wij, de Zweedse sociaaldemocraten in het Europees Parlement, verduidelijken hoe wij over het verslag-Braghetto (A6-0408/2007) hebben gestemd.
Wij zijn van mening dat het heel belangrijk is om een herstelplan voor blauwvintonijn vast te stellen. Blauwvintonijn is allang een bedreigde diersoort als gevolg van intense visserijactiviteit. Dit zou snel kunnen leiden tot een aantasting van het hele ecosysteem in de viswateren in kwestie. Wij denken echter dat de resolutie van de Commissie niet helemaal toereikend is en hebben daarom tegen gestemd.
Wij stemden voor de amendementen 4 en 6 van de commissie. Dit zijn twee amendementen die ervoor zorgen dat twee - naar onze mening twijfelachtige - vrijstellingen voor blauwvintonijnvisserij worden geschrapt.
Wij gaven ook onze steun aan amendement 13 waarin staat dat wij een herstelplan moeten aannemen dat een echt herstelplan is. Het voorstel ging aanzienlijk verder dan het originele voorstel, en dat steunen wij volledig. De blauwvintonijnstand kent nog altijd een laag niveau en de Europese Unie moet meer verantwoordelijkheid op zich nemen voor het herstel van deze visstand.
Gérard Deprez (ALDE),schriftelijk.–(FR) Ik wens een duidelijke uitleg te geven over mijn stem betreffende het verslag over een herstelplan voor blauwvintonijn in het oostelijk deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.
Gezien de kritieke stand van de blauwvintonijnbestanden reageert de Unie, middels de verordening als volgt:geleidelijke vermindering van de vangstquota, beperking van de visperioden en versterking van de controles op de illegale vangsten.Ik steun deze voorstellen.
Toch ben ik enigszins pessimistisch.
Ten eerste, omdat wetenschappers reeds bekend hebben gemaakt dat de bepalingen van deze verordening onvoldoende zijn om de bestanden op peil te houden.Volgens hen, zouden er quota ingesteld moeten worden die de jaarlijks door de ICCAT (Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen) vastgestelde vangstcijfers overtreffen.Ik ben geneigd hen te geloven, en ik heb derhalve mijn steun betuigd aan het door De Groenen ingediende amendement 13.
Vervolgens, gezien de aanwezigheid in de Middellandse Zee van vloten van derde landen zoals Libië, Turkije, Tunesië, Japan en China die geen lid van de ICCAT zijn, is het duidelijk dat de verordening bij nader inzien slechts resultaten zal boeken als die landen instemmen met de bepalingen ervan, hetgeen nog niet het geval is.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) De vaststelling van een EU-meerjarenherstelplan voor blauwvintonijn is de omzetting in de praktijk van een van de maatregelen die door de Internationale Commissie voor de instandhouding van Atlantische tonijnen werden goedgekeurd.
Het plan voorziet onder andere in een geleidelijke verlaging van de vangstquota, gesloten seizoenen, een verhoging van de minimummaat en een waarnemingsregeling aan boord van visservaartuigen en in kweekkooien.
De aangenomen aanbeveling voorziet ook in een financiële compensatie voor vissers tijdens het gesloten seizoen zodat de vloot en de tewerkstelling in de sector kunnen worden behouden.
Wij denken dat het ook belangrijk is om de controle te verbeteren en regelmatig het vangstvolume door de verschillende vaartuigen te herzien om te vermijden dat sommige landen de toegelaten quota's zouden overschrijden ten nadele van andere, zoals nu gebeurt. U zult zich wel herinneren dat het visserijseizoen van de blauwvintonijn gesloten was van september tot december omdat er werd vermoed dat sommige landen de quota’s al hadden overschreden. Dit bleek achteraf ook het geval te zijn.
Ten slotte betreuren wij dat ons voorstel werd verworpen waarin wij benadrukten dat dankzij kleinschalige kust- en traditionele visserij niet alleen duizenden banen worden gecreëerd, maar dat ook de visserij op een duurzame manier kan worden geëxploiteerd.
David Martin (PSE),schriftelijk.−(EN) Ik heb voor dit voorstel voor een verordening van de Raad gestemd waarin een plan is uitgestippeld voor het herstel van de blauwvintonijnbestanden in het oostelijk deel van de Atlantische Oceaan en de Middellandse Zee.Volgens het voorstel zullen vissers compensatie krijgen voor verliezen door gesloten seizoenen en quotabeperkingen die bedoeld zijn om de bestanden zich te laten herstellen.Er wordt aanbevolen om geen afwijkingen ten aanzien van seizoenen of minimumafmetingen toe te staan.Vastberaden actie is nodig om ervoor te zorgen dat deze visbestanden niet onherstelbaar uitgeput raken.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) Wij hebben tegen deze resolutie gestemd, want zij neemt de belangrijkste aspecten van het neoliberale beleid op communautair niveau over en probeert deze op wereldniveau toe te passen.
Deze resolutie wil flexiezekerheid ontwikkelen en integreren in de nationale hervormingsprogramma’s van alle lidstaten en wil de echte gevolgen en doelstellingen verbergen van de Lissabonstrategie en de richtsnoeren voor het economisch en tewerkstellingsbeleid, voornamelijk de daarmee verbonden liberaliseringen en privatiseringen.
Wij kunnen geen resolutie aannemen die een externe dimensie van de Lissabonstrategie wil creëren en in het bijzonder de marktliberalisering op wereldniveau wil bevorderen waardoor het accent komt te liggen bij een neoliberaal beleid en inmenging in de economie van derde landen.
In haar mededeling over haar bijdrage aan de oktoberbijeenkomst van staatshoofden en regeringsleiders zegt de Commissie dat de herintroductie van de Lissabonstrategie voor groei en banen een succes was, maar zij had eraan moeten toevoegen: “voor de grote nationale en internationale economische en financiële groepen”. Zij hebben immers hun winsten exponentieel zien groeien, maar de werknemers hebben hun rechten zien afnemen.
Timothy Kirkhope (PPE-DE),schriftelijk.−(EN) Mijn Britse conservatieve collega’s en ik zijn er vast van overtuigd dat de lidstaten van de Europese Unie beleid nastreven dat de concurrentiepositie van Europa in de wereldeconomie zal versterken.Wij zijn van mening dat Europa de agenda van Lissabon moet voortzetten door een overeenkomst in de wacht te slepen bij de wereldhandelsbesprekingen, waarbij verdere deregulatie wordt bevorderd zodat de industrie en de zakenwereld vrijelijk kunnen concurreren op de wereldmarkten, de liberalisering in de interne markt vooruitgeholpen wordt, de dienstenrichtlijn effectief ten uitvoer wordt gelegd en een gezond concurrentiebeleid wordt gevoerd.Dit alles moet ondersteund worden met een onwrikbare gecommitteerdheid aan vrije handel en open markten.Een aantal van deze aspecten zijn aanwezig in deze ontwerpresolutie en wij juichen dit toe.
Desalniettemin, denken wij dat deze gezamenlijke ontwerpresolutie over de gehele linie helaas een enorme gemiste kans is.De grondbeginselen van een EU-benadering voor globalisering, zoals hiervoor uiteengezet, zouden erin moeten zijn vastgelegd, maar dat is niet het geval.Deze ontwerpresolutie bevat aspecten die Europa niet de goede kant op sturen om succesvol te kunnen concurreren in de wereldeconomie.
Marie-Noëlle Lienemann (PSE),schriftelijk.–(FR) Deze resolutie had de gelegenheid moeten zijn om enkele urgenties te bevestigen en te verduidelijken wat het Europees Parlement concreet verwacht van de instellingen van de Europese Unie om te zorgen voor een opleving van de groei, een sociale vooruitgang in de 27 Europese landen, evenals de ontwikkeling van de ontwikkelingslanden.
Niets van dit alles, en altijd hetzelfde liedje over de zegeningen van de mondialisering!Niets over een democratisch tegenwicht voor de ECB die een monetair beleid oplegt dat gunstig is voor het bedrijfsleven en de werkgelegenheid.Niets over een strategie om de ontvankelijkheid van de EU voor hedge funds en sovereign wealth funds tegen te gaan.Niets over de communautaire voorkeur en strikte oplegging van milieunormen of sociale normen volgens het Internationaal Arbeidsbureau.Niets over de onmisbare ontwikkelingshulp voor de mede-ontwikkeling.
Hoe kan men zich dan nog verbazen over de zwakke groei van Europa, de sociale problemen en de argwaan van de bevolking?
David Martin (PSE),schriftelijk.−(EN) Ik heb voor deze samengestelde resolutie gestemd die een reactie is op het document van de Commissie ‘Het Europese belang:slagen in het tijdperk van globalisering’.In de resolutie wordt een aantal manieren naar voren gehaald waarop de Unie de kansen die globalisering biedt, kan benutten:het bevorderen van een gelijk speelveld in concurrentie- en handelskwesties; het verbeteren van de EU-beleidsvorming zodat die meer geharmoniseerd wordt; en het accent op de nodige versterking van de sociale dimensie van de EU.
Peter Skinner (PSE),schriftelijk.−(EN) Ik ben verheugd over deze resolutie waarin de aandacht wordt gevestigd op een reeks onderling verbonden kwesties – van sociale rechten tot en met financiële regelgeving en de mate waarin de burger tengevolge van de zich uitbreidende markten tussen de bomen het bos nog kan zien.Er moet evenwicht komen tussen de voorwaarden voor een liberale markt en bijvoorbeeld de behoeften van ontwikkelingslanden en het is absoluut noodzakelijk dat wij steeds opnieuw hierover met elkaar blijven debatteren.
Bart Staes (Verts/ALE),schriftelijk.– (NL) Europa zal er niet in slagen de toenemende armoede en de opwarming van de aarde – dé grote uitdagingen van de globalisering – tegen te gaan, als het voortdurend de liberalisering voorop stelt.Het is net de vrijhandel die deze problemen creëert.De globalisering wekt de illusie dat het algemene welvaartspeil in de wereld stilaan verhoogt, maar tegelijk stel ik vast dat de kloof tussen arm en rijk in de lidstaten gestaag groeit.Liberalisering is bovendien de oorzaak van de grote milieuramp waar we naartoe gaan, als niet gauw doortastende en afdwingbare maatregelen worden genomen tegen de opwarming van de aarde.
Het is onverantwoord crimineel geen krachtdadiger beleid op dit gebied te voeren.Investeren in een energie-efficiënte economie en tewerkstelling in die richting creëren is nochtans een beloftevol verhaal.Het principe van “de vervuiler betaalt” wordt te veel genegeerd.Als groen parlementslid mis ik deze insteek.
Als Europa een eengemaakte markt wil zijn waar mensen, goederen, diensten en kapitaal zich vrij verplaatsen, dan mag Europa ook wel hoge sociale en milieunormen bepalen die bescherming bieden en een voorbeeld zijn voor de rest van de wereld.
De voorgestelde tekst blijft vaag en oppervlakkig en typeert eens te meer het beleid van de Commissie.
- Resolutie:de toepassing van Richtlijn 2004/38/EG (B6-0462/2007)
Mario Borghezio (UEN).-(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het zou echt hypocriet zijn als het Parlement enerzijds met een overgrote meerderheid achter het mondelinge amendement van mevrouw Angelilli staat, waarin deelneming en steun van het Europees Parlement wordt uitgedrukt aan de familie van een slachtoffer van zo’n zinloze en ernstige misdaad in ons land, maar anderzijds geen duidelijk standpunt kan innemen om deze daden, deze afslachting van eerlijke burgers door gebrek aan controle te voorkomen.
Niemand in Italië wil xenofobisch worden, zeker niet tegenover bijvoorbeeld de Roemeense bevolking die, zoals een hoofdartikel in de krant L'Avvenire ons eraan herinnerde, artiesten voortbracht zoals Mircea Eliade, Ionesco en Cioran. Dit een grote beschaving en een die nauw verbonden is met de onze. De instroming van criminelen, en voornamelijk de komst van Romagroepen, is een volledig andere zaak. Voor hen zijn grenscontroles en afschrikmiddelen nodig, zoals het gebruik van een herkenningssysteem voor vingerafdrukken zodat wij weten wie ons land binnenkomt en zo mogelijk waarom en, nog belangrijker, zodat wij de exacte datum weten waarop zij zijn binnengekomen.
Hoewel wij geen draconische maatregelen in Europa willen invoeren, moeten wij de exacte datum weten waarop deze mensen zijn binnengekomen als wij controles willen uitvoeren na drie maanden. Dit is, zoals de heer Amato in het Italiaanse Huis van Afgevaardigden zei, momenteel niet het geval.
Robert Evans (PSE).-(EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb voor deze resolutie gestemd omdat ik erken dat het vrije verkeer van personen een grondbeginsel van de Europese Unie is dat door alle lidstaten gerespecteerd en verdedigd moet worden.
Bovendien denk ik dat het goed is dat wij opnieuw benadrukken dat de EU daadwerkelijk gegrondvest was op maatregelen om alle vormen van racisme en xenofobie en alle vormen van discriminatie te bestrijden.Evenzo dienen wij allen in dit Huis te erkennen dat de Roma misschien wel het meest gediscrimineerde volk van Europa zijn, in sommige landen tot een volstrekt onaanvaardbaar niveau.Wij moeten inzien dat de assimilatie, sociale integratie en bescherming van de Roma-minderheid doelstellingen zijn die de Europese Unie nog moet bereiken.Ik denk dat dit een doelstelling is waarvoor wij ons allen moeten inzetten - ook in de gedachte van het vrije verkeer.
Carlo Fatuzzo (PPE-DE).-(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik heb tegen de resolutie inzake vrij verkeer in de Europese Unie gestemd die door de centrumlinkse fracties werd ingediend en ik zal straks uitleggen waarom. Ik wil eerst verklaren dat ik absoluut en volledig voor het voorstel ben van de heer Mantovani om de toegang tot de EU, en dus Italië, te blokkeren voor niet-EU-burgers gedurende drie jaar. Ik ben een sterke voorstander van het recht op vrij verkeer voor werknemers, burgers en toeristen voor EU-burgers, op voorwaarde dat dit geen aanleiding is tot moorden.
Het is onvoorstelbaar dat een 45-jarige vrouw omkomt als zij na haar werk huiswaarts keert en dat een dokter die binnen enkele dagen met pensioen zou gaan, tijdens een inbraak in zijn huis in Milaan wordt gedood. Dit zijn twee gebeurtenissen die de voorbije dagen in Italië plaatsvonden. Dit is geen vrij verkeer!
Marian-Jean Marinescu (PPE-DE).-(RO) Ik heb voor de resolutie inzake vrij verkeer gestemd die door de PSE-, ALDE-, Verts- en GUE/NGL-Fracties werd ingediend, hoewel zij slechts gedeeltelijk voldoet aan de doelstellingen waarvoor deze resolutie naar mijn mening moest worden opgesteld.
Ik ben van mening dat de resolutie een duidelijkere steun zou moeten verwoorden aan de Europese burgers die in een ander land dan hun thuisland verblijven en een onvoorwaardelijke steun aan de Roemeense burgers die in Italië wonen en de Italiaanse wetten gehoorzamen.
De aangenomen tekst veroordeelt de xenofobische houding tegenover Roemeense burgers niet en refereert niet aan de grotere spanningen tussen de Roemeense gemeenschap in Italië en het Italiaanse volk, die ook gevoed worden door de slechte uitvoering van het decreet van de Italiaanse Commissie van ministeries en uitspraken van bepaalde Italiaanse politici.
Ik ben ook van mening dat, zoals in de gezamenlijke resolutie van de PPE-DE- en UEN-Fractie staat vermeld, deze situatie kon worden voorkomen als de Italiaanse overheid de wettelijke bepalingen correct had uitgevoerd.
Ik verzoek de Europese Commissie en de Italiaanse overheid om ook de bepalingen in de gezamenlijke resolutie van de PPE-DE- en UEN-Fractie in overweging te nemen want de tekst die vandaag werd aangenomen, bevat deze bepalingen niet.
Frank Vanhecke (NI). – (NL) Voorzitter, het wordt eigenlijk zotter en zotter.Nu acht dit Parlement het met een meerderheid zowaar nodig om het Italiaanse volk en de Italiaanse regering eigenlijk te beschuldigen van xenofobie.Daarenboven wordt in de resolutie gesteld dat de aanpak door de Italiaanse regering van het probleem met de criminaliteit van massaal aanwezige Roemeense zigeuners heeft bijgedragen tot het oplopen van spanningen.Italië heeft het dus eigenlijk allemaal aan zichzelf te wijten en had maar moeten deelnemen aan de programma's van het Europees Sociaal Fonds ter integratie van Roma-mensen.
Laat me hier toch duidelijk zeggen dat het Italiaanse volk en de Italiaanse regering het recht hebben om zichzelf te verdedigen en dat wat gebeurd is, vooral aantoont dat de richtlijn onaangepast is en dat de uitzetting vergemakkelijkt moet worden van criminelen – ik leg daar de nadruk op –, niet van brave mensen die werken om in hun kosten te voorzien, maar uitzettingen van criminelen moeten vergemakkelijkt worden, in plaats van bemoeilijkt.
David Martin (PSE),schriftelijk. – (EN)Ik heb voor deze gezamenlijke resolutie gestemd, waarin wordt vermeld dat het recht op vrij verkeer een grondrecht is voor alle EU-burgers. Lidstaten hebben de plicht te zorgen voor de burgers van andere lidstaten die op hun grondgebied wonen en waardigheid en respect voor de rechten van alle burgers van de Unie te garanderen, ongeacht hun woonplaats.
Luca Romagnoli (NI) , schriftelijk.−(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik ben sterk gekant tegen deze ontwerpresoluties en ik wil mijn verzet kenbaar maken. De oorzaak van dit alles is de laattijdige en onovertuigende actie van de Italiaanse regering. Zij heeft pas beseft dat Italië een crisis doormaakt na verschrikkelijke, door EU-burgers veroorzaakte incidenten.
In Richtlijn 2004/38/EG staat duidelijk het volgende: “Iedere burger van de Unie heeft het recht [...] op het grondgebied van een andere lidstaat te verblijven indien hij voor zichzelf en voor zijn familieleden over voldoende bestaansmiddelen beschikt om te voorkomen dat zij tijdens hun verblijf ten laste komen van het socialebijstandsstelsel van het gastland”.
Daarom lijken deze ontwerpresoluties zinloos en bevatten zij excuses. De Verdragen zorgen voor vrij verkeer van burgers binnen de EU en niemand wil op basis van zijn thuisland worden gediscrimineerd. Als EU-burgers echter ernstige, afschuwelijke, gewelddadige misdaden begaan in een andere lidstaat of als zij geen reden kunnen geven voor hun bezoek, zoals de Richtlijn voorschrijft, dan is het in het belang van de hele Unie dat zij kunnen worden teruggestuurd naar hun eigen land.
Silvia-Adriana Ţicău (PSE),schriftelijk. −(RO) Ik heb voor de resolutie inzake vrij verkeer gestemd, die was ingediend door de PSE-Fractie en andere fracties. Ik ben immers van mening dat het heel belangrijk is voor de huidige situatie in Italië dat er geen gevaarlijke precedenten worden gecreëerd en dat de naleving van de basisbeginselen van de Europese Unie niet ter discussie wordt gesteld.
Ik vind dat er voor deze situatie meteen een oplossing moet komen zodat de Europese burgers, ongeacht hun nationaliteit, niet kunnen worden gediscrimineerd.
De maatregelen die in de resolutie worden voorgesteld, zullen alle Europese burgers tegen misbruik beschermen. De EU moet ervoor zorgen dat al haar burgers en de Roemenen weten dat er solidariteit is tussen de Europese bevolking want er zijn duizenden Roemenen die in het buitenland werken en die gewaardeerd worden voor hun harde werk, eerlijkheid en stiptheid.
Het Handvest van de Unie moet aan het Hervormingsverdrag worden toegevoegd. Dit Handvest somt de basisrechten van de Europese burgers op: waardigheid, vrijheid, gelijkheid, solidariteit, burgerschap, rechtvaardigheid. De EU garandeert democratie, rechtsstaat, mensenrechten en de bescherming van minderheden. In deze context zullen de in de resolutie voorgestelde maatregelen bijdragen tot een betere integratie van de Romagemeenschap.
- Resolutie:de volledige toepassing van de bepalingen van het Schengenacquis (B6-0448/2007)
Zita Pleštinská (PPE-DE).-(SK) Om te herhalen wat er in de ontwerpresolutie is gezegd, wil ik ook graag de Portugese regering feliciteren met haar voorstel voor een technische overgangsoplossing, het SISone4all. Hierdoor zullen de nieuwe lidstaten zich kunnen aansluiten bij het Schengen Information System 2007 totdat de Commissie het nieuwe Schengen Information System II heeft ingevoerd.
Ook mijn felicitaties aan de nieuwe lidstaten die tot het Schengengebied toetreden met hun enorme inspanningen om in zo’n korte tijd aan alle Schengenvereisten te voldoen. De uitbreiding van het Schengengebied met negen nieuwe staten op 21 december 2007 is ook een grote verdienste van het Europees Parlement dat actie heeft ondernomen om de originele datum te kunnen aanhouden. Daarom heb ik voor deze ontwerpresolutie gestemd.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) Wij hebben tegen deze resolutie gestemd omdat wij tegen de communautarisering van justitie en binnenlandse zaken zijn, een belangrijk beginsel van de soevereiniteit van staten. Het Hervormingsverdrag is een poging om de communautarisering van justitie en binnenlandse zaken in een gemeenschappelijk beleid te gieten.
Communautarisering is de teloorgang van de nationale soevereiniteit en wordt nog ernstiger als het wordt gepromoot met communautaire beleidslijnen en maatregelen. De rechten, vrijheden en zekerheden van de burgers, een teken van een betere beschaving en een democratische basis, komen hierdoor ernstig in gevaar.
Denk aan het restrictieve asielbeleid en de toenemende moeilijkheden waarmee asielzoekers te maken hebben in hun strijd om hun rechten en zekerheden. Kijk naar het immigratiebeleid met zijn aanpak dat op veiligheid is gericht, zijn criminalisering van illegale immigranten, zijn onmenselijke gesloten centra en repatriëringmaatregelen, en zijn discriminerende, uitbuitende en plunderende behandeling van mensen uit derde landen. Vergeet het toenemende gebruik van informatie niet en de steeds groeiende opslag van gegevens, zoals biometrische gegevens, die ook aan steeds meer instellingen worden doorgegeven, waaronder instellingen van derde landen, bijvoorbeeld de toegang van Amerikaanse instellingen tot gegevens van vliegtuigpassagiers.
- Resolutie:de situatie in Pakistan (B6-0472/2007)
Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM),schriftelijk.− (SV) Het huidige politieke klimaat in Pakistan is zeker kritiek omdat de president de noodtoestand heeft afgekondigd en de mensenrechten duidelijk werden geschonden door vrijheidsberoving, geweld tegen vredesactivisten en mediacensuur. Wij verzetten ons hiertegen, maar ook tegen het Europees Parlement dat via deze resolutie opnieuw probeert om het onafhankelijke buitenlandse beleid van de lidstaten op EU-niveau te brengen.
De VN is het enige orgaan dat, namens zijn leden, de bekwaamheid en het gezag heeft om druk op de internationale gemeenschap uit te oefenen. Het is belangrijk om in Pakistan de stabiliteit en de vrede en het respect voor mensenrechten te herstellen, maar de EU zou deze taak niet van de lidstaten mogen afnemen.
Peter Skinner (PSE),schriftelijk.−(EN) Ik ben het ermee eens dat de afgekondigde noodtoestand (de facto het krijgsrecht) beëindigd moet worden en het burgerlijk recht met onmiddellijke ingang weer van kracht moet worden, en dat hierover gestemd moet worden.
Voor velen van ons die waarnemers zijn van de Pakistaanse politiek, is het deprimerend te ondervinden hoe erg getroffen de Pakistaanse gemeenschap zonder ons systeem van de kiesdistricten lijkt.
Een terugkeer naar een democratische procedure is noodzakelijk voor de geloofwaardigheid en de juiste voortgang van de Pakistaanse politiek.
- Resolutie:beperking van de mondiale klimaatverandering tot 2 graden Celsius - het beleid voor de Conferentie van Bali over klimaatverandering en daarna (COP 13 en COP/MOP3) (B6-0432/2007)
Eija-Riitta Korhola (PPE-DE).-(FI) Mijnheer de Voorzitter, onze fractie was van mening dat het amendement over de erkenning van de rol van kernenergie in onze verklaring over de klimaatconferentie een belangrijk onderdeel van deze resolutie was. Daarom zijn wij blij dat het Parlement dit heeft bevestigd door amendement 7 aan te nemen. Wij zijn niet de enigen die dit denken. De Werkgroep van de VN voor klimaat, de IPCC, bevestigde ook dat kernenergie een energievorm is met een geringe uitstoot. Wij mogen ook niet vergeten dat dit Huis een historische beslissing nam door het verslag van de heer Reul met 509 stemmen vóór aan te nemen. Het Europees Parlement zei toen dat kernenergie tegenwoordig de belangrijkste energiebron in de EU is met lage kooldioxide-emissies en benadrukte toen ook de rol hiervan in de strijd tegen de klimaatverandering.
Anderzijds gaat onze fractie niet akkoord met paragraaf 25 van deze resolutie omdat het naar onze mening onnodig is om het vreedzame gebruik van kernenergie in verband te brengen of te vergelijken met de verspreiding van kernwapens en de dreiging van terrorisme. In de atmosfeer is er immers niemand die oordeelt wat moreel goed is en wat niet, en die een bepaalde energievorm toelaat of met een andere sympathiseert om ideologische redenen. Enkel het feit dat vrij kan worden uitgestoten telt, maar die uitstoot wordt nu niet meer toegelaten. In elk geval wens ik te zeggen dat wij blij zijn dat dit Huis een duidelijke boodschap heeft gegeven voor de klimaatconferentie en dat het de ernst van de dreigende klimaatverandering heeft erkend.
Karin Scheele (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijn delegatie, de Oostenrijkse sociaal-democraten, hebben zich bij het verslag over de Bali-conferentie van stemming onthouden, om precies dezelfde reden als die van mevrouw Korhola.Wij steunen de andere politieke boodschappen van dit verslag.Het verslag is heel goed.Mijn delegatie kan niet ondersteunen dat kernenergie een noodzakelijk onderdeel van de bestrijding van klimaatverandering is.Ik ben ook van mening dat het aan de landen en continenten zelf overgelaten moet worden, welke strategie zij volgen.
Ik wil nog eenmaal de steun van mijn delegatie voor alle onderdelen van het verslag benadrukken, en ook dat kernenergieprojecten van het clean development mechanism zijn uitgesloten.Maar dit politieke signaal ten aanzien van kernenergie wilden wij niet meenemen.Daarom hebben wij ons van stemming onthouden.Om te tonen dat wij ons kunnen vinden in de andere onderdelen van het globaal goede verslag, hebben wij er niet tegen gestemd.
Bairbre de Brún, Jens Holm en Eva-Britt Svensson (GUE/NGL),schriftelijk.−(EN) Wij steunen de resolutie betreffende de komende Bali-conferentie.In de resolutie worden verschillende belangrijke punten naar voren gebracht.Zo wordt onder meer de aanzienlijke hoeveelheid emissies afkomstig van de veeteelt toegelicht.Tevens wordt het belang benadrukt van relevante steun aan ontwikkelingslanden bij de preventie en beperking van de negatieve effecten van klimaatverandering.Wij steunen echter niet het voorstel dat kernenergie gezien moet worden als een noodzakelijk middel om klimaatverandering te voorkomen.
Edite Estrela (PSE),schriftelijk. – (PT) Ik heb voor de ontwerpresolutie van het Europees Parlement gestemd over beperking van mondiale klimaatverandering tot 2 graden Celsius - het beleid voor de Conferentie van Bali over klimaatverandering en daarna (COP 13 en COP/MOP3). Aangezien klimaatverandering vandaag een belangrijke uitdaging voor de maatschappij is, ben ik van mening dat het voor de Europese Unie fundamenteel is om haar leidende rol in de Conferentie van Bali te hernieuwen en dat het belangrijk is om een mondiale klimaatovereenkomst voor de periode na 2012 te bereiken.
Elisa Ferreira (PSE),schriftelijk. – (PT) Amendement 7 vernietigt volledig de geest van het compromis dat tijdens de onderhandelingen over de definitieve tekst werd bereikt. Het feit dat het werd aangenomen zorgt voor een fundamentele verandering in een tekst waarvoor in het Parlement een ruime consensus over de Bali-uitdagingen werd bereikt.
Daarom, en in het licht van die algemene doelstelling, en ondanks dat ik als schaduwrapporteur aan de socialistische partij heb gezegd dat ik vóór ging stemmen, kon ik niet anders dan mij uiteindelijk van stemming onthouden. Ik protesteer tegen twee aspecten: de toevoeging van bovengenoemd amendement 7 dat kernenergie steunt en de methode die de Fractie van de Europese Volkspartij (Christen-democraten) en Europese democraten hebben gebruikt voor het compromis dat tijdens de onderhandelingen over de tekst werd bereikt.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) Het is waar dat wij erg uitgesproken, snelle en onnatuurlijke klimaatveranderingen zien. Dit wordt veroorzaakt door veel factoren, maar voornamelijk door het roofzuchtige, neoliberale beleid. Wij hebben efficiënte maatregelen nodig om de menselijke samenleving aan de nieuwe levensomstandigheden aan te passen.
De klimaatveranderingen die in meerdere wetenschappelijke, geloofwaardige en onderbouwde scenario’s worden voorspeld, zouden, afhankelijk van de maatregelen die intussen worden genomen, snel en plots kunnen plaatsvinden.
Er moeten dringend grondigere, bredere maatregelen worden genomen om nog ernstigere problemen, zelfs menselijke tragedies en milieurampen, in de toekomst te voorkomen.
Wij benadrukken echter ook dat het neoliberaal beleid op Europees en mondiaal niveau moet worden gestopt. De grootmachten en multinationals zullen anders hun eigen belangen blijven opdringen en winsten behalen door de exploitatie van natuurlijke hulpmiddelen en door internationale handel, zoals de emissiehandel. Dit zal een enorm averechts effect hebben op de evenwichtige menselijke ontwikkeling.
Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM),schriftelijk.− (SV) Milieuproblemen zijn grensoverschrijdend en daarom is de klimaatconferentie van de VN een belangrijke, diplomatieke gelegenheid voor veranderingen op wereldniveau. In de desbetreffende resolutie wil de EU de lidstaten onder één noemer plaatsen om de onderhandeling tijdens de conferentie te kunnen sturen in de volgens de EU juiste richting.
De klimaatverandering beperken is een goede doelstelling, maar het is jammer dat de EU het mondiale milieubeleid wil ombuigen tot buitenlands beleid, terwijl wij aan derde landen en lidstaten voorschrijven hoe hun nationaal klimaatbeleid er zou moeten uitzien. De Zweedse partij Junilistan meent dat elk land zijn eigen stem moet kunnen uitbrengen op de klimaatconferentie en daarom hebben wij tegen deze resolutie gestemd.
David Martin (PSE),schriftelijk.−(EN) Ik heb voor deze resolutie van de Commissie klimaatverandering gestemd, waarin het voorgestelde onderhandelingsstandpunt van de EU wordt uiteengezet voor het begin van de besprekingen over de toekomst van samenwerking op het gebied van globale klimaatverandering na 2012. Er wordt een verstandig en vooruitstrevend EU-standpunt uiteengezet, te weten het terugdringen van emissies van broeikasgas wereldwijd, rekening houdend met het sociale effect van klimaatverandering, de gewenste bedoeling van de EU om de opwarming van de aarde tot maximaal 2 graden C te beperken en de wezenlijke behoefte aan een wereldwijde buy-in procedure.
Mairead McGuinness (PPE-DE),schriftelijk.−(EN) Namens de “Fine Gael”-delegatie (EPP-ED): De“Fine Gael”-leden hebben voor deze ontwerpresolutie gestemd, omdat wij het belangrijk vinden dat wij vóór de Bali-conferentie weten wat het standpunt van het Europees Parlement over klimaatverandering is.Wij hebben echter tegen amendement 7 gestemd, omdat wij traditioneel tegen kernenergie gekant zijn.
Peter Skinner (PSE),schriftelijk.−(EN) Ik wil de rapporteurs bedanken voor het verslag over deze kwestie dat de meest belangrijke problemen van deze tijd in beeld brengt.
Emissielimieten en reductiedoelstellingen en daarnaast alternatieve, niet op koolstof gebaseerde energieproductie, zoals door de EU afgesproken, zijn volgens de rechtspraak in sommige derde landen niet toegestaan.Maar deze conferentie kan een grote bijdrage leveren aan het harmoniseren en coördineren van internationale actie.
Silvia-Adriana Ţicău (PSE),schriftelijk.−(RO) De resolutie over de beperking van de klimaatverandering tot twee graden Celsius is een heel belangrijk document voor onze toekomst en daarom heb ik voor de aanneming van deze resolutie gestemd.
Klimaatverandering is een belangrijke uitdaging met catastrofale gevolgen voor het milieu en de menselijke gemeenschappen.
Wij hebben te maken met een probleem dat met maatregelen op korte, middellange en lange termijn moet worden opgelost. Klimaatveranderingen hebben al desastreuze gevolgen voor landbouw, hydrologische systemen, bossen, fauna en flora. Landen zoals Griekenland, Roemenië, Bulgarije, Spanje en Portugal hebben te maken gehad met periodes van droogte en met overstromingen.
De EU moet haar leidende rol bij het terugdringen van klimaatveranderingen opnieuw bevestigen. De financiële mechanismen om de waterreserves te beschermen, ontbossing te vermijden en niet-vervuilende technologieën te promoten, zouden moeten worden uitgebreid en toegankelijk worden gemaakt voor de lidstaten.
Wij moeten de lidstaten zelf laten bepalen met welke energiemix zij in hun energiebehoeften voorzien. De lidstaten die kernenergie produceren, moeten ook instaan voor de veiligheid van hun installaties en met name voor een goed afvalbeheer. Er moeten middelen komen voor het nodige onderzoek om de afvalberg te verkleinen en de veiligheid van de installaties te verhogen.
- Verslag-Raimon Obiols i Germà, Charles Tannock (A6-0414/2007)
Frank Vanhecke (NI). – (NL) Voorzitter, ik wil zeker geen afbreuk doen aan het zeer degelijke werk van onze beide collega's rapporteurs van dit verslag over het Europees nabuurschapsbeleid, maar ik wil toch vaststellen dat dit verslag een hiaat vertoont, doordat erin is nagelaten te wijzen op de immense uitdaging van de immigratie uit het zuiden, waarbij naar mijn mening ook de Noord-Afrikaanse landen zelf een enorme verantwoordelijkheid dragen.
Ik had in dit verslag graag een pleidooi gezien voor een gezamenlijk beleid van de landen van de Europese Unie met de landen van Noord-Afrika ter bestrijding van illegale immigratie, waarbij de Noord-Afrikaanse landen zelf ten volle voor hun verantwoordelijkheid zouden worden geplaatst en goede nabuurschapsbetrekkingen en financiële en materiële steun vanuit de Europese landen afhankelijk zouden worden gemaakt van een goodwill, van een gezamenlijke aanpak van deze enorme uitdaging.
Dit ontbreekt in dit verslag.Het is volgens mij fundamenteel en daarom heb ik mij onthouden.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) Naar aanleiding van het besluit om nieuwe en belangrijke stappen te nemen op het gebied van de integratie van het Europese kapitalisme, meer bepaald voor wat betreft de zogenaamde “rol van de EU in de wereld” hetgeen tot uitdrukking komt in het lopende “grondwettelijke” project - dat in het “Hervormingsverdrag” weer tot leven komt – alsmede in de huidige EU-beleidslijnen, gaat de meerderheid van het EP een verslag goedkeuren inzake de versterking van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), dat u zeker moet lezen.
Alle twijfels die u mocht hebben over de werkelijke doelstellingen en ambities van de EU voor het nabuurschapsbeleid, zullen na het lezen van dit verslag verdwijnen. Het komt eigenlijk neer op een programma voor inmenging in en controle over het hele Middellandse Zeegebied, het Midden-Oosten, Centraal-Azië en Oost-Europa. Het is een programma met doelstellingen als: “het op gang brengen en versterken van het streven van de regeringen van de ENB-landen naar politieke en economische hervorming”; de assimilatie door deze landen van het gemeenschappelijke beleid van de EU en hun aansluiting bij “het buitenlands beleid van de EU” en “de totstandbrenging van een vrijhandelszone”.
Het verslag pleit ook voor “meer gezamenlijke acties tussen de EU en de Verenigde Staten” voor “de bevordering van democratie, verbetering van de energiezekerheid en versterking van de regionale veiligheid in de buurt van de EU”, een punt dat zo transparant is dat het werd afgezwakt tijdens de stemming in de plenaire vergadering.
U kunt het best het verslag maar lezen...
Janusz Lewandowski (PPE-DE),schriftelijk. − (PL) Het Nabuurschapsbeleid krijgt een nieuwe betekenis net wanneer verdere uitbreiding van de Europese Unie uit de mode geraakt. Het mediterraan nabuurschap verschilt van het Oost-Europees nabuurschap, want in Oost-Europa zijn er veel landen die niet meer tot de invloedssfeer van het sovjetgebied behoren en openlijk verklaren dat zij wensen toe te treden tot de Europese Gemeenschap. Zoals Polen, Hongaren en Litouwers goed zullen begrijpen, strookt dan elke andere vorm van verbondenheid niet met de nationale ambities want de richting waarin deze landen op politiek en economisch gebied willen evolueren, kan dan minder worden beïnvloed, terwijl evenmin de versterking wordt gestimuleerd van een staatsvorm die is gebaseerd op democratie, rechtsstaat, economische marktbeginselen en een oprecht respect voor de burgerrechten.
Gezien vanuit het standpunt van een land aan de grens van de Europese Unie, zoals Polen, lijkt het beste beleid om zoveel mogelijk open te staan voor de ambities van landen net over onze oostgrens. De creatie van een stabiel gebied rond de Europese Unie en het inperken van demagogie die welig tiert in jonge democratieën, staan hiermee duidelijk in verband.
Ook is een budgettaire inspanning gerechtvaardigd op basis van het ENPI (Europees Nabuurschaps- en Partnerschapsinstrument), het nieuwe instrument dat de Tacis- en Meda-programma’s moet vervangen en dat de gewenste processen in ons werelddeel ondersteunt. Tot op heden werd het Oost-Europees nabuurschap minder gefinancierd dan het mediterraan nabuurschap. Hoe groter de Europese Unie, hoe groter onze verantwoordelijkheid voor het oude continent zal worden.
Athanasios Pafilis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) Het verslag over het Europees nabuurschapsbeleid geeft een opsomming van de manieren en middelen voor imperialistische inmenging in buurlanden. Dit kadert in de algemene imperialistische strategie van de EU wereldwijd. Zoals gewoonlijk gebruikt het verslag “democratische hervormingen” en “democratisering” in de buurlanden als het meest geschikte excuus om dwang en druk uit te oefenen op regeringen die zich niet naar de beleidslijnen schikken. Dit dient om de acties van de vele organisaties van het maatschappelijk middenveld te steunen en te financieren, zodat zij hun ondermijnende rol in deze landen verder kunnen uitvoeren en de interventionistische plannen van de EU kunnen promoten.
Het Europees Parlement roept de buurlanden op om deel te nemen aan het anti-immigratiebeleid van de EU door sterkere onderdrukkingsmaatregelen te nemen tegen immigranten. Het roept hen op om nauwer samen te werken met alle onderdrukkingsmechanismen van de EU, zoals Europol en het grensbeschermingsagentschap Frontex; het Parlement neemt hen op in de EU-plannen om de democratische vrijheid te beperken en volksbewegingen neer te halen, zogezegd om terrorisme te bestrijden. Het Parlement vraagt openlijk om “gezamenlijke acties tussen de EU en de Verenigde Staten bij het streven naar gemeenschappelijke doelen”, zoals gezamenlijke imperialistische interventie en het delen van de buit.
Het is in het belang van de mensen om de imperialistische plannen van de EU en de VS op dit gebied te weerstaan en deze te vernietigen, en om hun strijd voor nationale onafhankelijkheid en volkssoevereiniteit te versterken.
Pierre Schapira (PSE),schriftelijk.–(FR) De versteviging van het Europees nabuurschapsbeleid (ENB), zoals uitvoerig toegelicht in het verslag, moet gaan via een verdieping van de samenwerking tussen de landen aan weerskanten van de Middellandse Zee, via meer dialoog tussen de landen, de lokale overheden en de vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld.Het is eveneens noodzakelijk erop te wijzen dat het ENB de door het ontwikkelingsbeleid van de Europese Unie bepaalde koers moet respecteren.In feite zijn alle landen ten zuiden en ten oosten van de Middellandse Zee ontwikkelingslanden volgens de door het Comité voor ontwikkelingssamenwerking van de OESO opgestelde officiële lijst.In dit opzicht moet de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling een prioriteit zijn voor actie van de Unie in het gebied.
Miroslav Mikolášik (PPE-DE).-(SK) Ik ben er voorstander van om de relatie met Oekraïne te versterken en ik steun een verder gestructureerde dialoog met dit land, dat in het oosten onze rechtstreekse buur is.
Tijdens de laatste verkiezingen heeft Oekraïne een grote vastberadenheid getoond om democratische veranderingen uit te voeren. Het land besliste om door te gaan met een duidelijk pro-Europese, moderne en progressieve coalitie. Wij mogen ook niet vergeten dat Oekraïne een uitgestrekt land is met aantrekkelijke economische mogelijkheden en een serieuze partner in economische betrekkingen. Het was hoog tijd dat wij een overeenkomst tekenden met Oekraïne over economische samenwerking, over een vrijhandelszone. Wij moeten inspelen op het feit dat Oekraïne tot de Wereldhandelsorganisatie gaat toetreden.
Ik steun de oprichting van een betrouwbaar doorvoersysteem voor energie tussen Oekraïne en de EU volledig. Ik ben een groot voorstander van samenwerking op het gebied van landbouw en milieu, maar ik zou de meeste nadruk willen leggen op wetenschappelijke samenwerking en samenwerking op het gebied van onderwijs en op de versterking van kenniseconomie.
Zita Pleštinská (PPE-DE).-(SK) Oekraïne is een strategisch belangrijk buurland van de EU en een natuurlijke “brug” die de EU met Rusland en Centraal-Azië verbindt. Het is een groot land dat sinds de Oranjerevolutie op weg is naar democratie. Oekraïne is een belangrijke partner geworden in het nabuurschapsbeleid van de Europese Unie.
Onze samenwerking met Oekraïne moet verbeteren en wij moeten alle mogelijke diplomatieke en politieke steun geven aan de toetreding van Oekraïne tot de WTO. Wij moeten zo snel mogelijk onderhandelingen starten over de vrijhandelszone zodat wij zo snel mogelijk een ambitieuze overeenkomst kunnen tekenen. Wij weten allemaal hoe ingewikkeld de situatie in Oekraïne is: het is een zeer jonge en kwetsbare democratie. Vandaag heeft het land te kampen met een strategische beslissing: evolueren richting Rusland of richting de Europese Unie?
Daarom komt het uitstekende evenwichtige verslag van de rapporteur, de heer Zaleski, op het moment dat Oekraïne een duidelijk Europees perspectief nodig heeft. Ik juich dit verslag toe en geef het mijn onmiskenbare steun tijdens de stemming. Ik geloof dat het land na de vervroegde parlementaire verkiezingen in staat zal zijn om een regering te vormen die Oekraïne nog dichter bij ons gemeenschappelijk Europees huis zal brengen.
Czesław Adam Siekierski (PPE-DE).– (PL) Mijnheer de Voorzitter, de Europese Unie zou de intentie moeten hebben om sterkere en hechtere relaties op te bouwen met Oekraïne. Het verslag van de heer Zaleski, dat wij hebben aangenomen, bevat veel suggesties over hoe wij dit kunnen doen.
Oekraïne zou onze strategische partner moeten zijn, niet alleen omwille van de specifieke geografische ligging en omvang, maar voornamelijk omdat het in die streek een belangrijke rol speelt in de betrekkingen met Rusland en de Centraal-Aziatische staten. Daarom is het in het belang van de EU om de economische en politieke banden met dit land te versterken en te ontwikkelen.
Wij beseffen allemaal hoeveel werk de Oekraïners voor de boeg hebben om westerse normen te bereiken in hun economie, in hun levensstandaard en sociale kwesties en in de versterking van hun democratische staatssysteem. De EU zou hulp moeten bieden zodat Oekraïne deze doelstellingen kan behalen. Zo zou de EU een vrijhandelsovereenkomst met Oekraïne kunnen afsluiten en het land kunnen helpen met zijn toetreding tot de WTO. Dit zou de markteconomie, democratie en burgerstaat versterken, wat Oekraïne dichter bij het EU-lidmaatschap brengt.
De EU en Oekraïne samenbrengen is een lang en moeilijk proces. Het is er een dat zich op verschillende niveaus afspeelt, maar het is hoe dan ook noodzakelijk. Om beide partijen samen te brengen, moet Oekraïne doorgaan met de economische en sociale hervormingen waarmee het is begonnen, zijn pro-Europees beleid voortzetten en de democratie versterken. De EU van haar kant moet een sterk signaal uitsturen om te tonen dat Oekraïne tot de EU kan toetreden.
Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM),schriftelijk. − (SV) De Zweedse partij Junilistan verwelkomt een grotere handel en intensere economische betrekkingen met Oekraïne. Deze ontwikkeling brengt op korte en lange termijn voordelen voor beide partijen. Wij merken echter dat de achterliggende doelstelling van dit verslag niet enkel de ontwikkeling van de economische betrekkingen is, maar ook het voeren van een buitenlands beleid voor de EU. De toon van het verslag is duidelijk dictatoriaal en de samenwerkingsvoorstellen die worden gedaan, zijn bijna uitsluitend gebaseerd op de voorwaarden van de EU en zetten de eigen belangen van de EU op de voorgrond. Daarom heeft de Zweedse partij Junilistan tegen het verslag gestemd.
David Martin (PSE),schriftelijk.−(EN) Ik heb voor dit verslag gestemd, waarvoor ik schaduwrapporteur was van de socialistische fractie. In het verslag worden de gebieden vermeld waarop de EU en Oekraïne hun betrekkingen nauwer moeten aanhalen en komen de volgende onderwerpen aan de orde: een vrijhandelszone met de Oekraïne, de energieleveranties en de betrekkingen met Rusland. Ik wil graag stevigere en nauwere betrekkingen tussen de EU en de Oekraïne zien, waarvan handels- en economische betrekkingen wezenlijk deel uitmaken.
Pedro Guerreiro (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) De EU-betrekkingen met Oekraïne vallen onder het Europees nabuurschapsbeleid, dat, zoals in het verslag wordt benadrukt, tot doel heeft de ontwikkeling van de markteconomie, met andere woorden het kapitalisme, in de buurlanden van de EU te steunen.
Het verslag heeft tot doel de ondertekening van een vrijhandelsovereenkomst (FTA), dat wil zeggen de integratie van Oekraïne “in de interne markt van de EU” door de “geleidelijke aanneming van het acquis van de Gemeenschap door Oekraïne”.
Dus het verslag:
- “verzoekt Oekraïne […] meer aandacht te besteden aan marktliberalisering door het succesvol uitvoeren van het privatiseringsproces, het ontmantelen van monopolies” (lees: overheidsbedrijven) “en de onafhankelijkheid van de nationale bank van Oekraïne te waarborgen”;
- “stimuleert de harmonisatie en convergentie van normen in de landbouw-, industrie- en dienstensector” door “conform de Gemeenschapsnormen” te zijn, en brengt, in het kader van de “de voorwaardelijke aansluiting van Oekraïne bij de ‘gemeenschappelijke economische ruimte’ met Rusland en andere voormalige sovjetrepublieken” in herinnering “dat sommige bepalingen in de overeenkomst van voormalige sovjetrepublieken – wanneer ze volledig worden toegepast – mogelijk onverenigbaar zijn met de totstandkoming van een functionerende vrijhandelszone met de EU”. Geloof het of niet, zoals de rapporteur verklaart, zou een overeenkomst met Rusland “Oekraïne elke vorm van werkelijke economische soevereiniteit ontnemen en de onafhankelijkheid van het land ernstig onder druk zetten”.
Daarmee is genoeg gezegd...
- Resolutie:het antwoord van de EU op onstabiele situaties in ontwikkelingslanden (B6-0476/2007)
Pedro Guerreiro (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) Sommige trends vinden wij zeer zorgwekkend en extreem negatief, zoals deze die tot op zekere hoogte de humanitaire benadering van de EU in de toekomst vormt. Zij nemen de vorm aan van initiatieven zoals het antwoord van de EU op kwetsbare situaties in ontwikkelingslanden of de Europese consensus over ontwikkeling, die voornamelijk gericht zijn op Afrikaanse landen maar ook op Caraïbische landen en landen in de Stille Oceaan.
Een analyse van deze initiatieven onthult dat de kern ervan is om “ontwikkeling” erin op te nemen als een van de externe dimensies om de strategische doelstellingen van de grootmachten van de EU (GBVB/EVDB) te bereiken. Dit komt neer op de bevordering van “ontwikkeling” als een instrument voor inmenging in en controle op een strategie die, veelbetekenend, “militaire dwang” niet uitsluit.
En dus bestaat er een volledig programma en een hele reeks instrumenten die, volgens ons, de grenzen tussen hulp en inmenging doen samensmelten en verwarren, bijvoorbeeld in fundamentele kwesties als “state-building”.
Wij moeten absoluut dringend solidariteit betuigen met veel landen die rampzalige situaties hebben overgeërfd van het kolonialisme en die het slachtoffer zijn van tientallen jaren inmenging. Maar opdat zulke solidariteit efficiënt kan zijn, moet zij gebaseerd zijn op respect voor de beginselen van nationale soevereiniteit en onafhankelijkheid en op een efficiënt en oprecht beleid van ontwikkelingshulp en samenwerking.
Carlo Fatuzzo (PPE-DE).-(IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het is met groot genoegen dat ik meld dat ik voor het voorstel heb gestemd van mevrouw Lynne om de armoede in Europa te bestrijden.
Nochtans moet ik hier in Straatsburg voor een vol Parlement kritiek uiten op de discriminatie van oude gepensioneerden in Italië, die in armoede moeten leven als ze na hun 65e jaar gehandicapt worden, terwijl mensen die voor hun 65e gehandicapt worden, een aanzienlijke uitkering krijgen.
Mijnheer de Voorzitter, aangezien het nieuwe Verdrag, dat bindende wettelijke kracht geeft aan het Handvest van de grondrechten, op 12 december 2007 in Brussel wordt ondertekend, vraag ik dat een inbreukprocedure tegen Italië wordt ingesteld op 12 december, omdat Italië inbreuk pleegt op de rechten van bejaarden door hen anders te behandelen dan alle andere burgers.
Jan Andersson, Göran Färm en Inger Segelström (PSE),schriftelijk. −(SV) Wij, Zweedse sociaaldemocraten, hebben voor het verslag gestemd. Het is belangrijk dat armoede en sociale uitsluiting in Europa meer worden bestreden. Toch willen we ons standpunt verduidelijken. Paragraaf 32 gaat over de invoering van een fatsoenlijk minimumloon op lidstatenniveau. Het verslag verklaart duidelijk dat dit, waar mogelijk, in samenwerking dient te gebeuren met de sociale partners. Daarom vinden wij dat het collectieve overeenkomstmodel van de Scandinavische landen gedekt is door deze formulering.
Charlotte Cederschiöld, Christofer Fjellner en Anna Ibrisagic (PPE-DE),schriftelijk. − (SV) De Zweedse conservatieven zijn positief over grote delen van het verslag over de balans van de sociale realiteit. Bij vele voorstellen, zoals over economische migratie en meer mogelijkheden om bezoldigd werk en gezin te combineren, zijn wij de drijvende kracht geweest voor het nationale beleid.
Nochtans hebben de Zweedse conservatieven ervoor gekozen om tegen het verslag te stemmen, omdat veel voorstellen de grenzen overschrijden van het subsidiariteitsbeginsel. Wij vinden bijvoorbeeld dat het Europees Parlement zich niet moet bezig te houden met behandelingsprogramma’s in correctionele instellingen en de behandeling van gokverslaafden. Evenmin dient het Europees Parlement een mening te hebben over de manier waarop lidstaten hun gezondheidszorg willen organiseren, en wij aanvaarden de verklaring niet dat deregulering de kwaliteit van de zorg in gevaar zou brengen. Beleidsmaatregelen voor de arbeidsmarkt, zoals de invoering van minimumlonen, zou ook op nationaal niveau moeten worden beslist.
Ilda Figueiredo (GUE/NGL),schriftelijk. – (PT) Wij hebben voor het verslag gestemd omdat het belangrijke gegevens bevat over de sociale situatie: 78 miljoen Europese burgers leven nog steeds in armoede, 8 procent van de mensen in de Europese Unie heeft te maken met inkomensongelijkheden en de kloof tussen rijk en arm neemt in veel lidstaten toe.
Het verslag bevat ook enkele positieve aanbevelingen, zoals de noodzaak om een fatsoenlijk minimumloon vast te leggen, werkloosheidsuitkeringen te beschermen en steun te bieden aan gehandicapten. Het behandelt echter niet de oorzaken van de sociale situatie en vraagt niet om een einde te maken aan neoliberaal beleid, wat wij voorstellen.
Bijgevolg vraagt het verslag niet echt om de noodzakelijke beleidsveranderingen. Helaas bevat het verslag volgens mij slechts deels de voorstellen die goedgekeurd zijn door de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid, waarvan ik het verzoek aan de instellingen van de Gemeenschap en de lidstaten wil benadrukken om zoveel mogelijk voorrang te geven aan de sociale integratie van vrouwen en vrouwenrechten door hun beleid ter zake, inclusief het beleid over inkomensverdeling, hierop af te stemmen.
Timothy Kirkhope (PPE-DE),schriftelijk.−(EN) Mijn Britse conservatieve collega’s en ik geloven dat het sociaal beleid aan de lidstaten overgelaten moet worden.Wij zijn erop gespitst dat Europese bevoegdheden op dit gebied niet moeten worden uitgebreid en dat landen niet gedwongen worden beleidslijnen over te nemen waar zij in economisch en sociaal opzicht niet mee gebaat zijn.Wij zijn tevens van mening dat het “Europese sociale model” een belemmering vormt voor economische en sociale ontwikkeling.
Er zijn onderwerpen in dit verslag die wij steunen, zoals mensen helpen uit de armoede te komen, mensen weer aan een baan helpen, hulp voor mindervaliden en zorg voor de ouderen.Beleid met betrekking tot deze en andere sociale zaken kan het best worden uitgevoerd door de lidstaten, waarbij rekening gehouden kan worden met nationale omstandigheden.Wij zijn er vast van overtuigd dat een sterke economie de beste weg is om sociale vooruitgang in de maatschappij te verkrijgen.
Carl Lang (NI),schriftelijk.–(FR) Dit verslag over de balans van de sociale realiteit in Europa toont vanaf het begin al een somber beeld van de werkelijke sociaal-economische situatie.Het is een brevet van onvermogen in een zee van ongerijmdheden over Europese integratie, die worden uitgekraamd door ultraliberaal en mondiaal denkenden.
Sinds het jaar 2000 hebben alle maatregelen tegen werkloosheid, armoede en uitsluiting tot niets geleid.Erger nog, terwijl de Europese Unie oproept tot meer economische immigratie en bescherming van haar zogenaamde sociaal model, herinnert het verslag eraan dat 78 miljoen Europeanen in armoede leven.
Men vergeet te vermelden dat de hel van de armoede niet alleen economisch is, maarook psychologisch voor miljoenen Europeanen, die cultureel en sociaal ontworteld zijn op hun eigen grondgebied en die hun werk zien verdwijnen naar het buitenland wegens bedrijfsverplaatsingen.Die hel is ook fysiek, wanneer geweld en onveiligheid - voor een groot deel veroorzaakt door immigranten die gefrustreerd zijn door hun onmogelijke integratie – de hele situatie verergeren.
De oplossing is herhalve niet om het schizofrene ultraliberale en gemengde Europese systeem te erkennen, maar om het op losse schroeven te zetten en om een Europa voor te stellen waar men zijn identiteit kan terugvinden en waar de Europeanen als eersten bescherming en communautaire voorkeur krijgen!
Bogusław Liberadzki (PSE),schriftelijk.− (PL) Ik ga ermee akkoord dat sociale integratie en sociale veiligheid deel uitmaken van de fundamentele waarden van de Europese Unie en een grondrecht vormen voor alle burgers.
Het verslag beklemtoont correct dat in de EU-wetgeving rekening moet worden gehouden met etnische en geloofsdiversiteit om iedereen te beschermen tegen geweld en discriminatie.
Ik ga ook akkoord met de stelling dat toegang tot goederen en diensten een recht moet zijn van alle EU-burgers.
José Albino Silva Peneda (PPE-DE),schriftelijk. – (PT) Sociaal beleid valt voor een groot deel onder de bevoegdheid van de lidstaten. Daarom ben ik voorstander om de open coördinatiemethode te promoten, net als de uitwisseling van beste praktijken die erop gericht zijn om sociale uitsluiting te bestrijden.
Socialezekerheidsstelsels moeten gebaseerd zijn op beginselen die de begunstigden motiveren om op zoek te gaan naar werk en mogen niet dienen als een stimulans om niet te werken.
We zouden eens moeten stilstaan bij en nadenken over de lage scholingsgraad van de bevolking en het hoge aantal jongeren dat vroegtijdig de school verlaat. Het zijn immers de minst gekwalificeerde personen die het meest kwetsbaar zijn voor sociale uitsluiting.
Deze situatie is vooral zorgwekkend in mijn land, Portugal, waar in 2005 meer dan 39 procent van de jongeren (tussen 18 en 24 jaar) enkel de onderbouw van de middelbare school hadden afgewerkt.
Wij moeten deze trend omkeren en burgers de noodzakelijke vaardigheden bijbrengen om succesvol te kunnen toetreden tot de arbeidsmarkt.
Aangezien dit voorstel in deze lijn ligt, heb ik voor gestemd.
Andrzej Jan Szejna (PSE),schriftelijk. − (PL) Ik stem voor het verslag van Elizabeth Lynne over de balans van de sociale realiteit.
Zij heeft terecht opgemerkt dat de vernieuwde Lissabonstrategie zich niet alleen richt op de economische resultaten en op mededinging, maar ook op een drang naar grotere sociale samenhang en het sociale aspect van duurzame groei. Sociale integratie en sociale veiligheid zijn grondwaarden van de EU. Het zijn grondrechten van iedereen, ongeacht etnische afkomst, leeftijd, geslacht, mate van invaliditeit, seksuele geaardheid of geloof.
Helaas leeft een deel van de Europese maatschappij nog steeds in armoede. De lidstaten stellen verschillende vormen van bescherming tegen armoede en sociale uitsluiting voor. Daarom geloof ik in een versterkte samenwerking en een uitwisseling van beste praktijken tussen de lidstaten op dit gebied.
Wij moeten ook aandacht schenken aan het probleem van de jeugdwerkloosheid en de strijd tegen kinderarmoede, aangezien kinderen uit arme families later minder kansen hebben op werk.
Lars Wohlin (PPE-DE),schriftelijk.− (SV) Er zijn in dit verslag veel lovenswaardige verklaringen over antidiscriminatie en het belang van gelijke behandeling die aandacht verdienen. Helaas bevat het ook extreem verreikende verklaringen over onder andere de invoering van minimumlonen. Zweden is gekant tegen door de politiek vastgelegde minimumlonen. Ongeacht wat volgens mensen een redelijk sociaal beleid is, moet de EU aanvaarden dat lidstaten verschillende oplossingen kiezen. Dit mag niet opnieuw een geval worden waarin de EU optreedt en in detail regels vastlegt op een gebied dat volledig onder de bevoegdheden van de lidstaten valt.
De EU-landen bevinden zich ook op een verschillend ontwikkelingsniveau. De invoering van minimumlonen zal ervoor zorgen dat de armste landen niet concurrentieel zijn.