De Voorzitter. – Het doet ons veel genoegen vandaag in ons Parlement een delegatie van het parlement van de Islamitische Republiek Afghanistan welkom te heten. Afgelopen december heeft deze delegatie ons ook een bezoek gebracht in Straatsburg en we zijn zeer verheugd dat we hen nu ook in Brussel kunnen verwelkomen.
(Applaus)
Dames en heren, ik wil graag onze oprechte condoleances en diepe medeleven uitspreken tegenover uw Assemblee en het Afghaanse volk voor de terreuraanslag van 6 november 2007, waarbij zes leden van uw parlement en ongeveer honderd Afghaanse burgers het leven lieten. Een van de slachtoffers was Sayed Mustafa Kazemi, die lid was van de delegatie die ons vorig jaar in Straatsburg een bezoek bracht.
Het doel van uw bezoek is een regelmatig terugkerende dialoog, die ons in staat zal stellen sneller een beter inzicht te krijgen in de politieke en sociale situatie in Afghanistan en die ons in de gelegenheid zal stellen de hulp die uw land nodig heeft, te bespreken.
Ik heb er het volste vertrouwen in dat u dit bezoek allen ziet als een symbool van onze gezamenlijke inspanningen democratische waarden en volledige eerbiediging van mensenrechten over de hele wereld te bevorderen.
Ik wil graag onze voldoening over uw bezoek uitspreken en u verzekeren van onze toewijding aan de versterking van de samenwerking tussen onze regeringen.
Ik heb begrepen dat u al vruchtbare contacten met het Europees Parlement hebt en ik wens u een constructieve voortzetting van uw missie, een prettig verblijf en een goede terugreis naar uw land toe.
Gyula Hegyi (PSE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik dien deze motie van orde in op basis van artikel 9, lid 2 van het Reglement betreffende het goede verloop van de werkzaamheden van het Parlement.
We zijn op de hoogte gesteld van de aanwezigheid van asbest in het Winston Churchill- en het SDM-gebouw in Straatsburg. In het allerlaatste verslag wordt bevestigd dat er sprake is van “een wijdverspreidere aanwezigheid van asbest” in onze werkruimten aldaar dan oorspronkelijk werd aangenomen. Asbest is een van de allergevaarlijkste kankerverwekkende stoffen en kan mensenlevens in gevaar brengen. We moeten daarom vragen om goede informatie wat betreft de risicoanalyse, en daarbij ook vragen om gedetailleerde informatie over het verwijderen van asbest uit de gebouwen van het Parlement, met inbegrip van de tijdsplanning en de veiligheidsmaatregelen hiertoe. De gezondheid en veiligheid van de Parlementsleden, de werknemers van het Parlement en de bezoekers dient boven alles verheven te zijn.
De Voorzitter. – Mijnheer Hegyi, dit is eigenlijk geen procedurele zaak, maar omdat u zo’n belangrijk onderwerp aandraagt, wil ik graag zeggen dat de secretaris-generaal al een mededeling heeft gedaan over de mogelijke aanwezigheid van asbest in onze gebouwen.