Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2218(ACI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0445/2007

Ingediende teksten :

A6-0445/2007

Debatten :

PV 28/11/2007 - 14
CRE 28/11/2007 - 14

Stemmingen :

PV 29/11/2007 - 7.29
CRE 29/11/2007 - 7.29
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0573

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 28 november 2007 - Brussel Uitgave PB

14. Goedkeuring door het Europees Parlement van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie(debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter .Aan de orde is het verslag (A6-0445/2007) van Jo Leinen, namens de Commissie constitutionele zaken, inzake de goedkeuring door het Europees Parlement van het Handvest van de grondrechten van de Unie (2007/2218(ΑCI)).

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel Lobo Antunes , fungerend voorzitter van de Raad. − (PT) Mevrouw de Voorzitter, vicevoorzitter van de Commissie, dames en heren, de plechtige proclamatie van het Handvest van de grondrechten op 12 december in Straatsburg door de voorzitters van de Raad (de Portugese minister-president José Sócrates), het Europees Parlement en de Europese Commissie was ongetwijfeld een van de belangrijkste momenten in de recente geschiedenis van de Unie en het Portugese voorzitterschap van de Europese Unie.

We zullen een stap vooruit zetten die belangrijke en concrete gevolgen zal hebben voor de versterking van de universele waarden menselijke waardigheid, vrijheid, gelijkheid en solidariteit. Dankzij het nieuwe Verdrag van Lissabon zal het Handvest dezelfde waarde hebben als de Verdragen, met andere woorden: het zal juridisch bindend zijn. Gezien het belang ervan moet dit feit onderstreept worden. Het is iets waarop dit Parlement, de nationale regeringen en de Commissie trots zouden moeten zijn. Het markeert het eind van een lange weg.

De consequenties van de beslissing het Handvest van de grondrechten juridische waarde te geven, reikt verder dan de gewone politieke en diplomatieke kringen, want de juridische aangelegenheden van onze burgers worden er rechtstreeks door beïnvloed. Het is een concreet resultaat van Europa. Natuurlijk, de institutionele hervormingen van het Verdrag van Lissabon zijn belangrijk en het is ook waar dat de veranderingen die aangebracht zijn aan het EU-beleid, aan het gemeenschappelijk buitenlands beleid en veiligheidsbeleid, aan het beleid ten aanzien van justitie en binnenlandse zaken en op andere gebieden essentieel zijn en dat de Unie daardoor de toekomst aankan en kan inspelen op de uitdagingen waar we voor staan, maar het bestaan van een lijst van rechten die bindend is voor de Europese instellingen en de lidstaten wanneer ze de Europese wetgeving toepassen, heeft een nog veel grotere betekenis. Van nu af aan stellen we onze burgers centraal in het Europese project.

Nu we het hebben over grondrechten wil ik ook, namens het voorzitterschap en ook namens mijn eigen land, mijn vreugde uitspreken over het Protocol van het Verdrag van Lissabon, dat voorziet in de toetreding van de Unie tot het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van mens. Dat Protocol symboliseert namelijk de vervulling van een lang gekoesterde ambitie.

In verband met dit alles moet ik het Parlement en de heer Leinen feliciteren met de goedkeuring op 12 november van dit ontwerpverslag door de Commissie constitutionele zaken. De toewijding van dit Huis aan de grondrechten van de Europese Unie is hierdoor eens te meer aangetoond. Ik wil alleen nog mijn oprechte wens uitspreken dat het Parlement ook in staat zal zijn vóór dit verslag te stemmen, zodat het Handvest van de grondrechten op 12 december plechtig door de drie instellingen kan worden afgekondigd.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Margot Wallström, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, in onze op de rechtsstaat gebaseerde Unie zal er een cruciale rol weggelegd zijn voor het Handvest van de grondrechten. Dit is een kant en klare catalogus van alle rechten van de Europese burger, van diens individuele rechten met betrekking tot waardigheid, de vrijheden, gelijkheid en solidariteit, tot aan de rechten met betrekking tot de invulling van het burgerschap en justitie. Met het Handvest worden geen wijzigingen aangebracht aan de bevoegdheden van de Europese Unie, maar zal de burger meer rechten en een grotere vrijheid kunnen genieten.

De instellingen, organen, departementen en agentschappen van de Europese Unie zullen zich moeten richten naar de in het Handvest neergelegde rechten, hetgeen tevens geldt voor de lidstaten bij de tenuitvoerlegging van de Europese wetgeving. Burgers zullen zich ten overstaan van de rechter kunnen beroepen op de in het Handvest neergelegde rechten, en met de kritische juridische blik van het Hof van Justitie zal erop worden toegezien dat het Handvest op de juiste wijze wordt toegepast.

De Commissie is ingenomen met het feit dat het juridisch bindende karakter van het Handvest tijdens de onderhandelingen in de intergouvernementele conferentie overeind gebleven is. Ook wij zouden net als het Parlement er de voorkeur aan hebben gegeven dat het Handvest voor alle 27 lidstaten bindend zou zijn geweest, dus zonder enige uitzondering op de inroepbaarheid ervan. Desalniettemin is er wel degelijk heel wat bereikt. Dat het Handvest rechtens bindend is, betekent echt een grote stap voorwaarts in de richting van een legitieme en volledige verantwoording afleggende en geheel en al op de belangen van de burger gerichte Europese Unie. Dat het zover zou komen was in het begin bij lange na niet duidelijk, en de weg naar volledige vervulling van dit doel was lang.

Het in 2000 afgekondigde Handvest was niet rechtens bindend. Gedurende de Europese conventie in 2002-2003 en de daaropvolgende IGC in 2003-2004 werden er aanpassingen aan het Handvest aangebracht om het wél rechtens bindend te maken. Dat proces kwam echter tot stilstand als gevolg van het feit dat het Grondwettelijk Verdrag niet werd geratificeerd.

Tijdens de Europese Raad in juni 2007 werd overeengekomen dat het toekomstige Verdrag een verwijzing zou bevatten naar het Handvest zoals dat in 2004 was aangepast en goedgekeurd. Tevens werd overeengekomen dat het van dezelfde juridische waarde zou zijn als de Verdragen, hetgeen inderdaad als zodanig in het nieuwe Verdrag is neergelegd.

De rapporteur doet het Parlement de aanbeveling het Handvest goed te keuren, een noodzakelijke handeling om het plechtig te kunnen afkondigen. Uiteraard sluit de Commissie zich volmondig bij deze aanbeveling aan. Ook de Commissie zal - volgende week - het Handvest goedkeuren, en overgaan tot machtiging van de Commissievoorzitter om tezamen met de voorzitters van het Parlement en de Raad over te gaan tot afkondiging ervan.

Met de afkondiging van het herziene Handvest zal de verwijzing kunnen worden opgenomen in het nieuwe Verdrag dat de dag erop in Lissabon zal worden ondertekend. Aldus worden dan de juridische waarde en de toegang tot de rechter uitgebreid tot de in het Verdrag vervatte rechten.

Met het nieuwe Verdrag en het Handvest van de grondrechten zorgt de Europese Unie onmiskenbaar voor een grotere mate van de bescherming van de mensenrechten. De Europese Unie is daarmee niet slechts een economische ruimte, maar ook een gemeenschappelijke ruimte gebaseerd op waarden en gemeenschappelijke rechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Jo Leinen , rapporteur. (DE) Mevrouw de Voorzitter, fungerend voorzitter van de Raad, mevrouw de vicevoorzitter, dames en heren, het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie is een kernelement van het Verdrag van Lissabon; we zouden het zelfs de ziel van het nieuwe hervormingsverdrag kunnen noemen. Ik ben blij dat alle drie instellingen het erover eens zijn dat het Verdrag van Lissabon niet alleen over instellingen of beleidskwesties gaat; het gaat over mensen, en wel over 500 miljoen mensen in de Europese Unie. Dit Handvest is een zichtbare uiting van het feit dat de Europese Unie zich inspant om haar burgers te beschermen tegen alle van de Europese Unie afkomstige stukken.

Het Handvest van de grondrechten betekent dus een mijlpaal. We gaan van een Europa van de staten naar een Europa van de burgers en in het Europees Parlement hebben we deze ontwikkeling altijd toegejuicht. Met dit Handvest en de vijftig rechten en vrijheden die erin staan, heeft de Europese Unie de modernste en uitgebreidste lijst van grondrechten in de hele wereld. Nergens in de hele wereld bestaat er zoiets, dus we moeten er trots op zijn dat we dit bereikt hebben. Vanaf artikel 1, dat gaat over de bescherming van de menselijke waardigheid, tot aan het laatste artikel, dat zich bezighoudt met het recht om niet tweemaal voor hetzelfde misdrijf te worden bestraft, voorziet het Handvest in een grotere bescherming van rechten, en er worden ook rechten in genoemd die niet nadrukkelijk te vinden zijn in de grondwetten van de 27 lidstaten. Ik vestig bijvoorbeeld uw aandacht op het verbod op reproductief klonen van menselijke wezens door middel van gentechnologie, het recht op bescherming van persoonsgegevens, het recht op vrijheid van informatie en het recht op vrije toegang tot documenten, maar ook het recht op goed bestuur – good governance – dat we verkondigen aan de rest van de wereld, maar dat we natuurlijk ook zelf moeten toepassen.

Voor de eerste keer staan door middel van een lijst met grondrechten politieke rechten en burgerlijke vrijheden op gelijke voet met economische en sociale rechten. Ik ben er zeker van dat, in dit tijdperk van globalisering, mensen hierdoor adequaat beschermd worden. Het is jammer, en het Parlement heeft dat ook herhaaldelijk aangegeven, dat de tekst van het Handvest niet in zijn geheel in het nieuwe Verdrag opgenomen is. Het is dus niet zo zichtbaar als het had kunnen zijn. Toch denk ik dat wij met voldoening kunnen kijken naar artikel 6 van het Verdrag van Lissabon, waarin staat: “De Unie erkent de rechten, vrijheden en beginselen neergelegd in het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, dat dezelfde juridische waarde heeft als de Verdragen.” Hierdoor worden alle twijfels die burgers van de Europese Unie mogelijk zouden hebben, weggenomen, want door dit Verdrag wordt bevestigd dat zij de gelegenheid hebben hun rechten te doen gelden voor de nationale rechter en, uiteindelijk, voor het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.

We moeten dit Handvest nog weer in plenaire vergadering aannemen omdat het gewijzigd is, en men zou kunnen zeggen dat het niet even goed is als het Handvest uit 2000, helaas. Ik doel vooral op de afzwakking van artikel 52; de interpretatie van de uiterst vage clausules in dat artikel zou problemen kunnen opleveren. Desalniettemin is het Handvest gered en zal het deel uitmaken van de Verdragen. Ik ben van mening dat het Handvest een symbool is. Zoals in dit Huis al gezegd is: de EU is niet alleen maar een grote markt met een bijpassende muntsoort, de EU is een gemeenschap van waarden en heeft de taak deze waarden te verdedigen, zowel in het interne als in het externe beleid van Europa.

Het is daarom des te betreurenswaardiger dat twee lidstaten niet meedoen, namelijk het Verenigd Koninkrijk en Polen. Wij betreuren dit en ik doe een oproep aan de regeringen en parlementen van deze twee landen om alles in het werk te stellen deze niet-deelneming zo snel mogelijk ongedaan te maken, zodat alle 27 lidstaten dezelfde grondslag hanteren bij de verdediging van de grondrechten en fundamentele waarden van de Europese Unie. Ik steun daarom het amendement van de Groenen, waarover morgen gestemd zal worden als toevoeging aan ons verslag van de Commissie constitutionele zaken. Ik verzoek u daarom vóór dit belangrijke verslag te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Íñigo Méndez de Vigo , namens de PPE-DE-Fractie.(ES) Mevrouw de Voorzitter, vanmorgen heeft mijn fractie de aanneming van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gevierd en herdacht. De leden van mijn fracties dragen vandaag een insigne met het opschrift “Ja tegen het Europa van waarden”.

In dit opzicht ben ik het eens met wat voorgaande sprekers, met name mevrouw Wallström, gezegd hebben, namelijk dat de Europese Unie niet alleen maar een markt is. De Europese Unie is een politiek project dat gebaseerd is op principes en waarden waardoor alle Europeanen verenigd worden.

Vandaag is dus een goede dag, mevrouw de Voorzitter, met een resolutie die ons in staat zal stellen dit Handvest van de grondrechten tijdens de volgende vergaderperiode in Straatsburg te vieren en plechtig af te kondigen.

Ik verklap in feite geen geheimen als ik zeg dat diegenen onder ons die het geluk hadden te mogen meewerken aan het opstellen van dit Handvest tijdens de eerste Conventie, een bittere nasmaak hadden. Daar waren twee redenen voor. De eerste reden was dat we het Handvest hadden opgesteld om het juridisch bindend te laten zijn, maar dat dit in Nice uiteindelijk niet mogelijk bleek te zijn, omdat zes regeringen zich daartegen verzetten.

De tijd heeft ons echter in het gelijk gesteld en het Handvest zal nu, dankzij het Verdrag van Lissabon, rechtskracht hebben. De bittere nasmaak is veranderd in voldoening.

De tweede reden was, mevrouw de Voorzitter, dat het Handvest in Nice niet plechtig afgekondigd werd. De grote kans om de mensen in Europa uit te leggen dat de in het Handvest uitgeroepen rechten en vrijheden onze identiteit aangeven, werd niet gegrepen, want het handvest werd in het geheim ondertekend.

Dankzij de vastbeslotenheid van de Voorzitter van het Europees Parlement en van onze drie vertegenwoordigers bij de Intergouvernementele Conferentie, zullen we echter tijdens de vergaderperiode in Straatsburg op 12 december bereiken wat in Nice niet lukte. We zullen dit Handvest plechtig afkondigen en onze toewijding aan de rechten en vrijheden die erin neergelegd zijn opnieuw bevestigen, zoals de leden van de PPE-DE-Fractie al hebben gedaan.

Mevrouw de Voorzitter, wij zullen voor het verslag van de heer Leinen stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Corbett, namens de PSE-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, de PSE-Fractie is voorstander van de wedergoedkeuring van het Handvest in de vernieuwde uitvoering, waardoor het vervolgens middels het Hervormingsverdrag bindend kan worden gemaakt voor de Europese instellingen. Daarmee zal worden voorzien in een grote leemte. De Europese instellingen als zodanig zijn op dit moment nog niet op de dezelfde waterdichte manier gebonden aan dezelfde rechten waaraan alle EU-lidstaten middels een eigen grondwet en middels hun lidmaatschap van de Europese conventie voor de rechten van de mens en andere internationale mensenrechten instrumenten gebonden zijn. Dit Handvest is straks voor alle Europese instellingen bindend, en bij alles wat ook maar iets te maken heeft met het Gemeenschapsrecht zullen deze rechten gerespecteerd moeten worden. Zo niet, dan kan Europese wetgeving in de rechtbank ongedaan worden gemaakt.

Het is voor mij nogal verbazingwekkend te zien dat sommige eurosceptici die - dat zou je tenminste denken - blij zouden moeten zijn met het feit dat de Europese instellingen ertoe verplicht zijn - nee zelfs gedwongen - op een dergelijke manier te werk te gaan, gekant zijn tegen dit Handvest. Maar die zijn er dus wel degelijk! Het is toch wel wat ongelukkig dat als gevolg hiervan een aantal lidstaten het nodig heeft gevonden om in een protocol vast te leggen hoe het Handvest zich verhoudt tot hun nationale wetgeving.

Want dat geeft namelijk juist aanleiding tot verwarring. Een collega noemde dit zojuist een opt-out, maar dat is het natuurlijk niet. Het Handvest blijft voor alle Europese instellingen alsook voor het geheel aan Gemeenschapsrecht rechtens bindend, ongeacht de weerslag ervan op de nationale wetgeving in een aantal van de lidstaten.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrew Duff, namens de ALDE-Fractie. (EN) Mevrouw de Voorzitter, de plechtige afkondiging van het Handvest is de kroon op ons werk dat reeds in 1999 zijn aanvang nam en erop gericht was de Unie te voorzien van een superieur rechtenstelsel.

Aangezien het hoofddoel van het Handvest erin gelegen is de burger te beschermen tegen misbruik van de uitgebreide bevoegdheden waarmee de Europese Unie nu is voorzien, is het bizar en betreurenswaardig dat er een lidstaat is opgestaan die onder het bindende karakter ervan probeert uit te komen. Ik ben ervan overtuigd dat het Britse protocol nietig zal blijken te zijn, en niet alleen dat, maar ook een ernstige politieke fout.

De rechtbanken zijn ertoe gebonden jurisprudentie te ontwikkelen voor het gehele communautaire systeem, zonder daarbij acht te slaan op nationaliteit; jurisprudentie die geheel in lijn is met het basisprincipe van het Gemeenschapsrecht, namelijk dat wij onze fundamentele rechten afleiden uit de tradities die alle lidstaten met elkaar gemeen hebben, zonder dat één ervan er niet bij betrokken is. Naar mijn mening en die van mijn fractie is de Britse opt-out een enorme afgang, waarvan we hopen dat die zo snel mogelijk in de vergetelheid verzinkt.

 
  
MPphoto
 
 

  Konrad Szymański , namens de UEN-Fractie. – (PL) Mevrouw de Voorzitter, het Handvest van de grondrechten werd in 2000 opgesteld als openbare proclamatie van de waarden waardoor de Unie zich in haar beleid zou moeten laten leiden. De Unie zou zelf toetreden tot het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van mens. Het Europees Hof van Justitie zou dan geen uitspraken meer doen op basis van algemene rechtsbeginselen ontleend aan de grondwetten van de lidstaten.

Het is nu 2007 en de Unie gaat tot het Europees Verdrag toetreden, maar niet op zo’n manier dat dit het enige Europese systeem ter bescherming van de rechten van de mens wordt. We gaan een alternatief systeem creëren dat gebaseerd is op een juridisch bindend handvest van rechten. In veel opzichten is dit een begin. Algemene rechtsbeginselen blijven de derde categorie rechtsoverwegingen voor uitspraken in zaken met betrekking tot grondrechten.

Dit alles compliceert het systeem ter bescherming van grondrechten in Europa en maakt het nog onbegrijpelijker voor de burgers. Veel Europeanen maken zich zorgen over de situatie. In wezen komt het hierdoor dat twee lidstaten geopteerd hebben voor protocollen die hen moeten beschermen tegen de onverwachte consequenties van het Handvest.

 
  
MPphoto
 
 

  Johannes Voggenhuber , namens de Verts/ALE-Fractie. – (DE) Mevrouw de Voorzitter, vandaag ben ik er trots op dat ik lid ben van dit Huis, dat zich vanaf de eerste dag sterk heeft gemaakt voor grondrechten en burgerrechten in het algemeen en dit Handvest van de grondrechten in het bijzonder. Het is nu tien jaar geleden dat op de Top van Keulen het initiatief genomen werd tot een juridisch bindend Handvest en dat proces is nog niet beëindigd.

Ik heb het voorrecht gehad dit constitutionele proces al die tijd te volgen en wil graag twee ervaringen met u delen. De ene ervaring is heel ironisch. Het is heel vreemd dat niets in deze negen jaar zo inspannend en controversieel is geweest, of zo moeilijk te bereiken, als deze documenten, waarin de beginselen belichaamd worden die de basis vormen van de Europese Unie en die we eigenlijk als vanzelfsprekend zouden moeten beschouwen, namelijk democratie, parlementaire rechten, sociale rechten, de markteconomie, transparantie van wetgeving en fundamentele vrijheden en rechten. Dit is een heel merkwaardige situatie, die vast te maken heeft met de diepere oorzaken van de vertrouwenscrisis die de Europese Unie overvallen heeft.

De tweede ervaring die ik met u wil delen is dat het belangrijk is niet uitgeput te raken of ontevreden te worden, en dat het ook belangrijk is niet de moed te verliezen. Ik ben al lang van mening dat Sisyfus de beschermheilige is van Europa, en deze hele ervaring bevestigt dit. Daarom denk ik dat we juist vandaag opnieuw zouden moeten proberen een beroep te doen op het Verenigd Koninkrijk en Polen om zich te scharen achter deze geweldige Europese consensus, in de naam van de ondeelbaarheid van grondrechten, in de naam van de ondeelbaarheid van mensenrechten en fundamentele rechten en vrijheden!

 
  
MPphoto
 
 

  Francis Wurtz, namens de GUE/NGL-Fractie.(FR) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, commissaris, in onze volgende vergadering zullen we het Handvest van de grondrechten opnieuw aannemen.

Voor we dat doen, wil ik graag een vraag stellen die misschien niet zo eenvoudig is als hij lijkt. Is dit het oorspronkelijke Handvest, afgekondigd in het jaar 2000, of is dit het slappe aftreksel dat geïntegreerd is in het vroegere ontwerpverdrag tot vaststelling van een grondwet? De twee teksten zijn natuurlijk niet identiek en ik vind het jammer dat de verschillen ertussen niet duidelijk aangegeven zijn, al zou dat wat gerechtvaardigde discussie opgeleverd hebben.

De Franse mensenrechtencommissie heeft bijvoorbeeld, ik citeer, haar “ernstige zorg” uitgesproken over – ik citeer opnieuw – “de wijzigingen in de artikelen over sociale rechten, die de sociale inhoud van het Handvest teniet dreigen te doen”.

Een van de hoofdopstellers van het oorspronkelijke Handvest, de jurist Guy Braibant, heeft in de media verklaard dat – ik citeer – “de omstandigheden voor het in de praktijk brengen van de tekst veranderd zijn”. Ten eerste, het woord “kan” is hier en daar vervangen door “moet”. Bovendien – ik citeer nog steeds – “is er een officiële verwijzing naar een “toelichting” van het presidium. Hoewel deze toelichting verhelderend en volstrekt neutraal zou moeten zijn, wordt wetgeving er in nogal minimalistische zin geïnterpreteerd. De grondrechten zijn ondermijnd.” (einde citaat).

Welke tekst gaan we tijdens de volgende vergadering aannemen? Ik heb ook nog een aanvullende vraag: zal de goedkeuring in alle EU-landen gelden? Dit soort acties verdraagt geen dubbelzinnigheid, dus ik zou een nauwkeurig antwoord op deze twee vragen op prijs stellen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jens-Peter Bonde , namens de IND/DEM-Fractie. (DA) Mevrouw de Voorzitter, ik ben betrokken geweest bij de voorbereiding van het Handvest en bij beide bijeenkomsten heb ik een heel eenvoudige oplossing voorgesteld: laat de EU toetreden tot het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van mens. Op die manier zouden de instellingen op dezelfde manier gebonden zijn als de landen. We zouden een kloof dichten. Als we het Handvest juridisch bindend maken, dichten we geen enkele kloof. Integendeel, we maken een aantal gaten in de bescherming die we als burgers genieten op basis van onze nationale grondwetten en die deel uitmaakt van onze gemeenschappelijke Europese mensenrechten. De activistische interpretatie van het Hof in Luxemburg zal altijd voorrang hebben op Straatsburg en op ons eigen hooggerechtshof. Het Handvest is ongeschikt als onafhankelijke rechtsbron. Het is veel te onnauwkeurig. Begint het recht op leven bij de geboorte? Zo niet, hoe veel maanden daarvoor dan? Is het recht op vakbondsacties ook van toepassing op werknemers in de publieke sector? Voor ambtenaren is de vrijheid van meningsuiting veel beter gewaarborgd onder het Hof in Straatsburg dan onder het Hof in Luxemburg. Gisteren zagen we bovendien nog een schoolvoorbeeld van mogelijke conflicten. De Duitse journalist Hans-Martin Tillack verwierf de steun van het Hof in Straatsburg. Het Hof stelde dat OLAF onrechtmatig handelde toen dat bureau hem arresteerde en zestien dozen met documenten, computers en telefoons confisqueerde. Luxemburg steunde de diefstal van de bronnen van de journalist. Het Hof in Straatsburg veroordeelde de diefstal en de arrestatie, omdat het voorrang gaf aan de persvrijheid.

Het Handvest zal gepresenteerd worden als een overwinning voor de rechten van de mens. Misschien, maar het lijkt meer op een vervalst lot. In zekere zin nemen we een groot risico met betrekking tot zwaarbevochten mensenrechten als de vrijheid van meningsuiting en de persvrijheid. Over de trekking van de lotnummers wordt zonder parlementaire controle beslist door rechters in Luxemburg en pas als ze veroordeeld worden zullen de Verdragen unaniem gewijzigd worden om elk verzet de kop in te drukken. Het is heel onpraktisch en het lijkt meer op een gevangenneming van onze rechten dan op een handvest.

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Allister (NI). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, wij zijn allemaal voorstander van mensenrechten en ik moet u zeggen dat ik behoorlijk moe begin te worden van een aantal mensen, zeker als die afkomstig zijn van lidstaten waar de mensenrechten historisch gezien min of meer een nieuw fenomeen zijn. Ik word een beetje moe van al hun aanvallen op het Verenigd Koninkrijk als ware het als gevolg van zijn “gebaar” in de vorm van de opt-out uit hoofde van protocol zeven een soort van paria.

Ik wil u erop wijzen dat reeds lang geleden, al in 1688, een bundel grondrechten de kern vormde van de Britse Glorieuze Revolutie. Sindsdien is het Verenigd Koninkrijk altijd een baken geweest van vrijheid. Belerende vingertjes op het vlak van de mensenrechten zijn dus geheel misplaatst.

Ik kan me voorstellen dat sommige mensen wat geërgerd zijn dat wij het feestje bedorven hebben door in ieder geval vooralsnog af te zien van een van de attributen van de EU als supermacht, maar ik zou erop willen wijzen dat het ons nationale en politieke recht is om dat te doen. De opt-out zal helaas echter ongetwijfeld langzaam maar zeker verwaterd worden door het Europees Hof van Justitie met diens verderfelijke centraliseringsagenda. Als het Verenigd Koninkrijk zo dom is om dit Verdrag ondanks het verzet van zijn volk te ratificeren, krijgen die lieden ongetwijfeld uiteindelijk hun zin.

 
  
MPphoto
 
 

  Elmar Brok (PPE-DE).(DE) Mevrouw de Voorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter van de Raad, mevrouw de vicevoorzitter, een grondrecht van burgers is ook dat ze niet over het hoofd worden gezien. Dit Handvest van de grondrechten biedt burgers inderdaad een bescherming die gelijksoortig is aan de door de klassieke rechtsstaat geboden bescherming. De Europese Unie is echter geen staat. De EU is geen staat, maar ze heeft wel wetgevende bevoegdheid, en alleen deze wetgevende bevoegdheid van de instellingen van de Europese Unie valt verplicht onder de bescherming en controle van het Handvest van de grondrechten. Daarmee hangt samen dat de Europese wetgeving en de activiteiten van de Europese instellingen gebonden zijn aan waarden en aan op waarden gebaseerde beslissingen, samen met de eerste zin van het Handvest (dat ook het edelste is): de menselijke waardigheid is onschendbaar.

Ik ontleen dit principe aan een christelijk beeld van de mensheid, maar het kan ook uit andere bronnen voortkomen. Onze bindende keuze voor dit principe, en de bindende toezegging van onze drie instellingen zich aan dit principe te houden, betekenen een enorme stap voorwaarts. Dit geldt voor de Europese Unie als geheel. Polen en het Verenigd Koninkrijk zijn rechtsstaten; daar is geen twijfel over mogelijk. Het is echter een feit dat zij niet zichzelf beschermen door het Handvest niet te tekenen en er niet aan mee te doen; ze nemen iets in bescherming dat al beschermd is. Het punt is dat dit Handvest helemaal niet van toepassing is op nationale wetgeving en nationale instellingen. Met andere woorden, zij beschermen iets dat al als een vaststaand gegeven beschouwd kan worden. Vooral met betrekking tot Polen – waar een meerderheid in het parlement en van de mensen er anders over denkt, maar waar de president van zijn privileges gebruikmaakt – hoop ik dat er binnenkort iets verandert.

De rechtskracht van het Handvest kan nog verder worden versterkt als we een gezamenlijke strategie volgen. Mijnheer de fungerend voorzitter, ik ben u dankbaar dat wij de kans grijpen die het hebben van één enkele rechtspersoonlijkheid ons biedt en dat we tot de overeenkomst van Straatsburg toetreden. Als we hierin slagen, dan zal de Europese rechtsruimte samenhang tot stand brengen en de bescherming van grondrechten op nationaal en Europees niveau met elkaar verzoenen. Ik hoop dat daaruit een op waarden gericht Europa van burgers zal voortkomen waarop we trots kunnen zijn!

 
  
MPphoto
 
 

  Józef Pinior (PSE) . – (PL) Mevrouw de Voorzitter, het Handvest van de grondrechten is het vroege eenentwintigste-eeuwse equivalent van de belangrijke verklaringen over mensenrechten en burgerrechten die afgelegd zijn in de achttiende, negentiende en twintigste eeuw. Dat waren beroemde proclamaties over vrijheid en de rechtsstaat, die de hedendaagse democratieën geschapen hebben. Ons Handvest heeft zijn wortels in gebeurtenissen die in de afgelopen 200 jaar bijgedragen hebben aan de ontwikkeling van de democratie en van het hedendaagse systeem van de liberaal-democratie.

Ik zie niet in waarom bepaalde Europese landen dit Handvest niet zouden aannemen. Ik vraag aan de heer Szymański: hoe kan iemand uit een land dat de bakermat van Solidarność is, aan wier leiderschap heel Europa haar huidige begrip van het recht op vrijheid, van de rechtsstaat en van de democratie te danken heeft, serieus tegen het Handvest pleiten?

Ik doe een beroep op de Poolse regering in Warschau, in het bijzonder op minister-president Tusk. Mijnheer Tusk, uw parlementsfractie heeft een maand geleden de verkiezingen gewonnen dankzij de stemmen van die Polen die willen dat het Handvest opgenomen wordt in het Europese Hervormingsverdrag. Ik vertrouw erop dat u de kiezers die u net een maand geleden gesteund hebben, niet teleur zult stellen. Ik doe een beroep op de Poolse regering om het Handvest van de grondrechten in het Hervormingsverdrag op te nemen, zodat het ook in mijn vaderland bindend is. Het Polen van Solidarność, het Europese Polen, het Polen van verdraagzaamheid en openheid vindt dat het Handvest van de grondrechten een essentieel onderdeel van het Hervormingsverdrag is. We moeten ons niet laten chanteren door de conservatieve rechtervleugel, die wil dat wij erin toestemmen dat het Handvest in ons land niet in de praktijk gebracht wordt.

 
  
  

VOORZITTER: MARIO MAURO
Ondervoorzitter

 
  
MPphoto
 
 

  Bronisław Geremek (ALDE).(PL) Mijnheer de Voorzitter, ik ben van mening dat het Handvest van de grondrechten een absolute voorwaarde is voor elke gemeenschap die wenst te functioneren volgens het waardestelsel dat uitgaat van de eerbiediging van de menselijke waardigheid. Uit dit waardestelsel vloeien de beginselen van vrijheid, gelijkheid en solidariteit voort. Ik zie niet in waarom landen als het Verenigd Koninkrijk of Polen, die deel uitmaken van de Gemeenschap, zouden moeten weigeren betrokken te worden bij iets dat de basis vormt van ons gezamenlijk optreden.

In dit Handvest wordt gepleit voor het rekening houden met sociale waarden, met het Europees sociaal model. Het stelt ook ondubbelzinnig dat met betrekking tot locale gewoonten en praktijken de nationale wetgeving van toepassing is. Dat betekent dat er op dit terrein geen enkele reden is om op wat voor manier dan ook niet mee te doen. Ik vertrouw erop dat zowel Polen als het Verenigd Koninkrijk ervoor zullen kiezen toch mee te doen.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernard Wojciechowski (IND/DEM).(PL) Mijnheer de Voorzitter, het debat over dit verslag raakt veel verschillende onderwerpen, indirect ook de grondslag voor het creëren van een nieuw wettelijk kader. In augustus 2007 heeft de Voorzitter van dit Parlement hierover een verklaring afgelegd tijdens een bijeenkomst van ontheemden. Hij verklaarde dat de oorsprong van het recht op een vaderland gezocht moet worden in het recht op waardigheid en dat het recht op een vaderland daarom een menselijk grondrecht is.

Het recht op waardigheid is vastgelegd in het eerste artikel van het Handvest. Op deze opvatting van de Voorzitter werd in het Poolse parlement kritiek geuit. De Duitse vereniging van ontheemden beweent het lot van mensen uit Polen die zich opnieuw moesten vestigen, maar wat zou er gebeuren als deze Duitse klaagzang en specifieke interpretatie van menselijke waardigheid op Elzas en Lotharingen werden toegepast? Zou er in dat geval ook een centrum voor ontheemden worden opgezet, of zou er sprake zijn van verzoening? De poging het recht op een vaderland te ontlenen aan het recht op waardigheid is een misinterpretatie van de waardenleer van de mensenrechten, zoals de heer Karski, lid van het Poolse parlement, stelde. Een interpretatie die primaire wetgeving verheldert is acceptabel, maar de uitbreiding ervan niet.

De Voorzitter van het Europees Parlement verwees naar paus Johannes Paulus II. Ik wil dit Huis en zijn Voorzitter eraan herinneren dat aartsbisschop Karol Wojtyła in 1965 een schriftelijke verklaring heeft uitgegeven, waarin stond dat Duitse bisschoppen duidelijk hadden aangegeven dat uit het oosten gerepatrieerde Duitsers wilden begrijpen - en ook hadden begrepen - dat daar een hele nieuwe generatie Polen opgroeide, en dat deze Polen het land dat aan hun ouders was toegewezen, als hun vaderland beschouwden. Dit onderwerp vereist geen juridische of morele verhandelingen of sentimentele woordvoerders.

Ik ben van mening dat we in dit Huis tot een unaniem standpunt kunnen komen, even afgezien van de opmerking van president Sarkozy onlangs dat unanimiteit in tegenspraak is met democratie. Dat is een ijdele hoop, mijnheer Sarkozy, want u bent niet eens in staat de Parijse metroarbeiders te overtuigen.

 
  
MPphoto
 
 

  Koenraad Dillen (NI).(NL) Mijnheer de Voorzitter, niemand kan betwisten dat de burgers in Europa gewapend moeten zijn met fundamentele rechten en vrijheden, zowel tegenover hun eigen staat als tegenover de Europese Unie. Een Europa zonder rechten en vrijheden zou Europa niet meer zijn. Maar dat is hier vandaag niet de kwestie. Want de burgers worden immers al zowel door hun eigen nationale grondwetten als door het EVRM voldoende beschermd tegen hun nationale overheid. Ook ten aanzien van de Europese instellingen kan de individuele Europeaan fundamentele vrijheden en rechten doen gelden overeenkomstig vaste rechtspraak van het Hof van Justitie. Waar het hier dus wél over gaat, is dat met de inschrijving van dit Handvest een nieuwe stap wordt gezet naar een federaal Europa. Net als in de federale Verenigde Staten wilde men ook een Europese bill of rights. Het verschil tussen beide is dan wel dat dit handvest veel verder gaat dan een opsomming van de klassieke rechten en vrijheden. Soms lijkt het wel op een opsomming van allerhande sociaal-economische beloften. De vlag dekt dus allerminst de lading.

 
  
MPphoto
 
 

  Charlotte Cederschiöld (PPE-DE). – (SV) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de vicevoorzitter, mijnheer de fungerend voorzitter, Parlementsleden en – zeker niet het onbelangrijkste – burgers van Europa, deze dag is een feestdag, een geweldige dag, een dag van vreugde, een ontzettend belangrijke dag, veel belangrijker dan velen zich op dit moment realiseren. Het is zowel een belangrijke dag voor hen die uit principe geloven in grondrechten als voor hen die geloven in de ontwikkeling en integratie van Europa.

Het zou al heel lang geleden volstrekt vanzelfsprekend hebben moeten zijn voor de instellingen van de EU dat ze gebonden waren aan de waarden die wij allemaal onderschrijven, maar dat was niet het geval. In feite geloven de Britten ook in de rechtsbeginselen, ongeacht de vraag hoe ze ontstaan. Er zijn maar weinig parlementariërs die zouden zeggen dat ze graag zouden helpen bij de onderdrukking van mensenrechten; verreweg de meesten hebben een totaal tegenovergestelde opvatting. Ik ben blij en vereerd dat ik bij de ontwikkeling van deze waarden, die naar mijn overtuiging zo veel voor ons betekenen, betrokken ben geweest.

Nu weten we allemaal waar deze Unie voor staat, ook als het ons niet gelukt is het hele Verdrag te lezen. Het zijn prachtige waarden, het zijn goede waarden, het zijn waarden waar we allemaal een bijdrage aan moeten leveren, en we moeten ervoor zorgen dat de Unie eraan bijdraagt dat ze correct toegepast worden. Mijn welgemeende dank aan Jo Leinen en aan allen die hieraan meegewerkt hebben, en - vooral ook - mijn welgemeende felicitaties aan de Europeanen!

 
  
MPphoto
 
 

  Libor Rouček (PSE).(CS) Dames en heren, op 12 december zullen de Voorzitter van het Parlement en de voorzitters van de Europese Raad en de Europese Commissie samen overgaan tot de feestelijke afkondiging van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie. Ik twijfel er niet aan dat morgen bij de stemming een overgrote meerderheid van de afgevaardigden vóór dit historische document en deze historische stap stemmen zullen.

Het Handvest van de grondrechten vormt de weerspiegeling van de morele en geestelijke erfenis van de Europese volkeren van de Europese Unie; waarden zoals menselijke waardigheid, vrijheid, gelijkheid, solidariteit, de democratische beginselen en de beginselen van de rechtsstaat. Brandpunt van dit alles is het individu, onder meer doordat met het Handvest het burgerschap van de Europese Unie geïntroduceerd wordt. Het doet mij deugd dat dit Handvest van de grondrechten wordt afgekondigd na de uitbreiding van de Europese Unie met de nieuwe lidstaten. Op deze manier is het Handvest in zekere zin een teken van de morele, juridische en politieke eenheid van de Europese Unie, van West en van Oost, en van Noord en van Zuid. Ik weet zeker dat ook de regeringen en parlementen van Polen en Groot-Brittannië zich hiervan bewust zijn, en dat zij hun burgers zo snel mogelijk de mogelijkheid zullen bieden zich aan te sluiten bij dit historische moment.

 
  
MPphoto
 
 

  Irena Belohorská (NI).(SK) Ik verwelkom het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, want het maakt de rechten die er al zijn voor de burgers van de Europese Unie, zichtbaarder. Ik wil echter ook graag verduidelijking over eventuele belangenconflicten tussen het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, een document dus van de Europese Unie, en het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van mens, een document van de Raad van Europa, waarover de Europese Unie ook verklaard heeft dat ze het zal naleven. Daaruit volgt dat er een belangenconflict kan bestaan tussen het Europees Hof van Justitie in Luxemburg en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg.

In welke verhouding zal het Hof in Straatsburg staan tot het Luxemburgse Hof? Als hooggerechtshof? Als grondwettelijk hof? Is dit eigenlijk acceptabel voor het Europees Hof van Justitie? Zal de Europese Unie, die rechtspersoonlijkheid bezit, een afzonderlijke rechter in het Europees Hof voor de Rechten van de Mens hebben? Ik wil benadrukken dat het nodig is dit juridische probleem op te lossen om problemen te voorkomen. Nu het Handvest van de grondrechten namelijk juridisch bindend wordt, verwacht ik een toename van het aantal juridische geschillen op het gebied van de mensenrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Reinhard Rack (PPE-DE) . – (DE) Mijnheer de Voorzitter, net als bijna alle voorgaande sprekers – helaas slechts “bijna alle” – ben ik blij dat wij vandaag, of morgen, de Voorzitter van dit Huis een mandaat zullen geven het Handvest te ondertekenen.

Mensenrechten zijn ons Europese handelsmerk, zowel binnen als buiten Europa. Toch wil ik tot voorzichtigheid manen; we moeten ons niet door onze emoties laten meeslepen en te veel hooi op de vork nemen. Met dit Handvest en de noodzakelijke ratificatie van het Verdrag van Lissabon maken we de belangrijke en klassieke grondrechten en de gewichtige sociale rechten juridisch bindend, wat betekent dat ze bindend zullen zijn voor de Europese instellingen en de toepassing van Gemeenschapsrecht. We maken het ook mogelijk een beroep te doen op het Europees Hof van Justitie in Luxemburg met betrekking tot deze grondrechten, zij het onder bepaalde zeer strikt omschreven voorwaarden. Dat betekent echter niet dat iedere burger direct, of sowieso, een verzoekschrift kan indienen bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg, zoals sommige mensen – meegesleept door hun emoties – wel beweerd hebben. Dat soort beweringen dient onze belangen niet.

Laten we ophouden met het doen van dit soort uitspraken, die hun doel voorbijschieten, en dankbaar zijn voor het resultaat dat we bereikt hebben. We hebben in de Europese Unie nu een belangrijk spoor uitgezet –niet alleen in verband met de klassieke rechten, maar ook voor het sociaal beleid – en we kunnen daar gerust trots op zijn. Het gaat om het evenwicht tussen werk en privéleven, het verbod op kinderarbeid, bescherming van ieders gezondheid en een hoog niveau van milieu- en consumentenbescherming. We moeten daar blij om zijn; het is gewoon de waarheid en we hoeven het niet mooier te maken dan het is.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlos Carnero González (PSE) . – (ES) Mijnheer de Voorzitter, Ik ben van mening dat we op dit moment een onderwerp behandelen dat van uitzonderlijk belang is voor de mensen. Het is duidelijk dat het heel ingewikkeld is de hervorming van de Europese Unie uit te leggen, maar het is bepaald gemakkelijk het belang van het Handvest van de grondrechten te onderstrepen.

Zal het juridisch bindend zijn? Dat zal in het Verdrag niet expliciet vermeld worden, maar het is onze plicht het bekend te maken. Ik vind het daarom positief dat we de beslissing hebben genomen het Handvest te tekenen voor het Verdrag van Lissabon wordt getekend. Van nu af aan moeten we ook zeggen dat er voortaan geen verdere uitzonderingen zullen worden toegestaan, omdat dat slecht is voor de burgers van de betrokken landen en voor de burgers van de Europese Unie als geheel.

Ik ben daarom van mening dat het van groot belang is dat wij ons best doen, zoals de heer Leinen in zijn verslag voorstelt, om het Handvest van de grondrechten en de rechtskracht ervan duidelijk te ondersteunen.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . − Het debat is gesloten.

De stemming vindt morgen plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Magda Kósáné Kovács (PSE), schriftelijk. (HU) De burgers van Europese landen hebben zowel afzonderlijk als tezamen gevochten voor ieder recht dat vermeld staat in het Handvest van de grondrechten. Juist daarom is het verheugend dat de grondrechten, nu het Handvest van de grondrechten juridisch bindend wordt gemaakt, eindelijk op een doeltreffender wijze gerealiseerd kunnen worden – niet alleen op het niveau van de lidstaten, maar ook op het niveau van Europese wetgeving en toepassing.

Burgers van Europa zullen van de voordelen kunnen genieten als zij in het geval van een inbreuk op hun grondrechten op Europees niveau toegang krijgen tot rechtsmiddelen. Door dit soort waarborgen zullen de Europese Unie en haar instellingen voor een half miljard Europese burgers democratischer, beter rechtstreeks toegankelijk en beter verifieerbaar worden.

Het juridisch bindend maken van het Handvest van de grondrechten betekent de afsluiting van een hoofdstuk in de geschiedenis van de strijd om de grondrechten. Tegelijkertijd denk ik dat het Handvest van de grondrechten in de toekomst de ars poetica van Europa moet worden. Naast de behartiging van economische belangen moet Europa de mensen de weg wijzen in de grondrechten en de Europeanen tot een geheel smeden – niet alleen door middel van de klassieke vrijheidsrechten, maar ook door het garanderen van sociale en culturele rechten, gelijke behandeling en rechten van minderheden.

Horatius zei in zijn Ars Poetica: “O schrijvers, kiest uw onderwerp met zorg en overweegt zorgvuldig wat bij u past en wat uw schouders kunnen dragen.” Ik hoop dat de Europese instellingen sterk en dapper genoeg zullen zijn om dezelfde grondrechten te kunnen garanderen aan alle Europese burgers in elke uithoek van Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Alexander Stubb (PPE-DE), schriftelijk. (FI) Op 19 oktober is in Lissabon een Verdrag ondertekend dat bedoeld was om de Europese Unie levensvatbaarder en democratischer te maken. Het moest ook de burgerrechten versterken. Het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie moest juridisch bindend worden gemaakt en de EU zou moeten toetreden tot het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van mens.

Het Handvest van de grondrechten vormde het tweede deel van de niet geratificeerde Grondwet. Tijdens een Intergouvernementele Conferentie namen leden van dit Parlement een initiatief aan als gevolg waarvan de voorzitters van het Europees Parlement en de Commissie en de fungerend voorzitter van de Raad het Handvest van de grondrechten zouden ondertekenen tijdens een ceremonie in de plenaire vergadering van het Parlement op 12 december en het Handvest gepubliceerd zou worden in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Dat harmoniseert prachtig met de waarden die het Handvest van de grondrechten vertegenwoordigt. Een ceremoniële ondertekening vergroot ook de zichtbaarheid van het stuk. Het spreekt daarom vanzelf dat wij onze Voorzitter, Hans-Gert Pöttering, een mandaat geven het Handvest te ondertekenen.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid