Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2671(RSP)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : B6-0503/2007

Ingediende teksten :

B6-0503/2007

Debatten :

PV 12/12/2007 - 15
CRE 12/12/2007 - 15

Stemmingen :

PV 13/12/2007 - 6.11
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2007)0625

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 12 december 2007 - Straatsburg Uitgave PB

15. Olieramp in de Zwarte Zee en de Zee van Azov ten gevolge van de schipbreuk van verschillende schepen (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is de verklaring van de Commissie over de vervuiling door olie in de Zwarte Zee en de Zee van Asov ten gevolge van de schipbreuk van verschillende schepen.

 
  
MPphoto
 
 

  Markos Kyprianou, lid van de Commissie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, ten eerste wijs ik erop dat mijn collega de heer Dimas vandaag tot zijn spijt niet bij dit debat kan zijn. Zoals u weet, is hij aanwezig op de conferentie over de opwarming van de aarde, waar hij de Gemeenschap vertegenwoordig.

Dit is een zeer belangrijke kwestie. Zoals we weten, hebben zware stormen in de regio van de Zwarte Zee in november tragische gevolgen gehad. Er zijn doden gevallen en huizen verwoest en er is milieuschade ontstaan doordat naar schatting dertienhonderd ton stookolie in zee is gelekt en er schepen zijn gezonken die zwavel aan boord hadden. Op grond van een bilaterale overeenkomst heeft de Commissie een team van vijf EU-deskundigen gestuurd, waarbij zich vertegenwoordigers van de Commissie en het VN-milieuprogramma hebben gevoegd. De EU-deskundigen stelden vast dat de schoonmaakwerkzaamheden van Oekraïne goed op gang waren. Lokaal beschikbare technologieën en middelen werden geacht toereikend te zijn en Oekraïne gaf aan geen extra noodapparatuur nodig te hebben. De belangrijkste resultaten van de missie worden op 14 december aan de Oekraïense autoriteiten in Kiev gepresenteerd. Tijdens deze bijeenkomst zal ook worden gepraat over verdere versterking van de samenwerking gericht op beter toezicht op de ecologische kwaliteit van de Zwarte Zee.

Volgens internationale cijfers over olierampen is de huidige olieramp er een van middelgrote omvang en valt de omvang van de milieuschade naar verwachting mee. We maken ons natuurlijk evengoed zorgen, vooral omdat altijd het gevaar van secundaire vervuiling bestaat. De accumulatie van de ecologische druk, de aanwezigheid van kwetsbare soorten in de zeestraat, de politieke gevoeligheid van het gebied en het gevaar van nieuwe, vergelijkbare ongevallen in de toekomst onderstrepen stuk voor stuk de noodzaak om een uitgebreidere beoordeling van de situatie te maken. De Europese Commissie overweegt dan ook vervolgactie door middel van andere instrumenten zoals missies ter beoordeling van de schade achteraf, dus ik zie uit naar het debat over deze kwestie.

 
  
MPphoto
 
 

  Stanisław Jałowiecki, namens de PPE-DE-Fractie. (PL)Mijnheer de Voorzitter, het is fijn dat we vandaag de gelegenheid hebben om over de ramp in de Zwarte Zee van vorige maand te discussiëren, en wel om twee redenen:

De eerste reden is dat het Europees Parlement met betrekking tot vele landen, met inbegrip van Rusland, als een vervangende publieke opinie fungeert. Stelt u zich eens voor wat er in de Europese media aan de hand zou zijn indien een dergelijk ongeluk, laten we zeggen, in de Oostzee zou gebeuren. Op de tv zouden we dagenlang beelden van vervuilde flora en fauna te zien krijgen. Talloze experten zouden de rampzalige gevolgen van het ongeluk toelichten. In Rusland echter zwijgen de media. Met grote moeite heb ik een paar informatiebrokken weten te bemachtigen, vooral uit Oekraïnse bronnen. Daarom is onze stem in dit geval van buitengewoon groot belang.

De tweede reden is dat we ons Europees bewustzijn moeten verbreden: het bewustzijn dat regio’s waaraan we tot nog toe nauwelijks of geen aandacht hebben besteed, zoals het Zwarte-Zeegebied, een integraal deel van ons continent vormen, niet alleen in geografische zin, maar ook in termen van natuur, milieu, economie en cultuur het bewustzijn dat we deel uitmaken van een gemeenschappelijk geheel, en dat de verschillende delen van invloed zijn op elkaar.

Dit bewustzijn vergroot ons verantwoordelijkheidsbesef, dat zich ook dient uit te strekken tot de Zwarte Zee. Onze verantwoordelijkheid geeft ons het recht om te eisen dat de Zwarte Zee veel veiliger wordt dan tot dusver. Overigens moet hier worden opgemerkt dat zichin het recente verleden reeds verschillende kleinere rampen hebben voorgedaan.

In dit verband zijn de volgende eisen van bijzonder groot belang. Allereerst toezicht op de situatie in de Zwarte Zee – nu, nauwelijks een maand na de ramp, en nog lange tijd daarna.

De volgende eis is dat de buurlanden van de Europese Unie eindelijk moeten beginnen hun vloot te vernieuwen, met name hun tankers. De Zwarte Zee wordt alsmaar zwarter, niet op grond van de natuurlijke verschijnselen waaraan het zijn naam dankt, maar van de ruwe olie. Het zou wel eens één reusachtig olievat kunnen worden. Er moet druk worden uitgeoefend op de buurlanden van de EU opdat spoedig een verbod wordt afgekondigd op het gebruik van verouderde enkelwandige tankers.

Ik verzoek het Huis daarom de ingediende ontwerpresolutie aan te nemen, waarin wij de Raad en de Commissie oproepen om de samenwerking met de oeverstaten die niet tot de EU behoren. Een landgrens kan relatief gemakkelijk worden gesloten, een zeegrens echter niet. Omdat het moeilijk zal worden een afsluitdijk te bouwen, is de voorgestelde actie ook in ons eigen belang.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău, namens de PSE-Fractie.(RO)Mijnheer de Voorzitter, ten gevolge van de recente stormen op de Zwarte Zee zijn vier schepen gezonken en werden er zeven beschadigd, waaronder ook twee olietankers.

De ongelukken zijn gebeurd in de Straat van Kertsj, die de Zwarte Zee met de Zee van Asov verbindt en de belangrijkste zeevaartroute vormt voor de export van Russische olie naar Europa.

Hierbij is 2000 ton stookolie in zee gestroomd, en de gezonken schepen hadden meer dan 7 ton zwavel aan boord. Het communautair mechanisme voor civiele bescherming heeft een team van 7 deskundigen naar de locatie gestuurd om de gevolgen te evalueren en vast te stellen welke maatregelen moeten worden getroffen.

Als rapporteur van de Commissie industrie, onderzoek en energie voor de mededeling van de Commissie over de Zwarte Zeesynergie heb ik de Unie opgeroepen een leidende rol op zich te nemen bij de bevordering van de beginselen van het gemeenschappelijk maritiem beleid en de ontwikkeling van scheepvaartroutes in deze regio.

Het wetgevingspakket inzake zeevervoer is van groot belang voor het Zwarte Zeegebied. De richtlijn inzake havencontrole en Richtlijn2005/65/EG inzake de veiligheid van havens zullen de veiligheid van het zeevervoer in de regio verhogen.

In 2006 werden krachtens het Memorandum van overeenstemming inzake de Zwarte Zee 4650 inspecties uitgevoerd op schepen die onder 83 vlaggen varen. Bij deze inspecties, waarvoor de autoriteiten van Bulgarije, Georgië, Roemenië, de Russische Federatie, Turkije en Oekraïne verantwoordelijk waren, werd vastgesteld dat 69,39 procent van de schepen gebreken had. 6 procent van de schepen werd aan de ketting gelegd. Van deze laatste schepen waren 8,7 procent vrachtschepen, 2,9 procent passagiersschepen, 2,7 schepen die chemicaliën transporteerden en 0,5 procent olietankers. De beslagleggingen hadden te maken met tekortkomingen van de navigatiesystemen, de afwezigheid van reddingssystemen, gebreken van de scheepsuitrusting dan wel structurele gebreken die van invloed waren op de stabiliteit van het schip.

Georgië staat op de zwarte lijst van het Memorandum van Parijs, terwijl de andere 5 landen aan de Zwarte Zee op de grijze lijst staan.

Ik ben van mening dat de Unie meer moet doen om de veiligheid van het zeevervoer in deze regio te verhogen.

Europees Agentschap voor maritieme veiligheid zal, samen met het secretariaat van het Memorandum van Parijs en de lidstaten, studies en programma’s financieren om de veiligheid van het zeevervoer te vergroten. Vanaf 2007 ondersteunt het agentschap de lidstaten bij de voorbereiding van capaciteiten voor de preventie en bestrijding van de vervuiling van de zee met giftige stoffen.

Via de TEN-T-begroting heeft de Commissie reeds projecten in het leven geroepen voor de ontwikkeling van scheepvaartroutes in het Oostzeegebied en het Middellandse Zeegebied en de zeeën in het westen van Europa. Ik verzoek de Commissie om een soortgelijke studie uit te voeren voor het Zwarte Zeegebied, en ik verzoek er tevens om de door het agentschap ontwikkelde CleanSeaNet-dienst, die erop is gericht olielozingen op te sporen en de Europese wateren te bewaken, ook in het Zwarte Zeegebied in te zetten.

 
  
MPphoto
 
 

  Roberts Zīle, namens de UEN-Fractie.(LV) Dank u, mijnheer de Voorzitter, mijnheer decommissaris. Allereerst wil ik mijnheer Costa bedanken, die namens de Commissie vervoer en toerisme de onderhavige ontwerpresolutie heeft ingediend. Politiek gezien zou ik echter een veel snellere reactie willen zien in plaats van slechts de noodzaak te benadrukken dat de Raad geen vertraging doet ontstaan bij de goedkeuring van een gemeenschappelijk standpunt inzake de zeven wetgevingsvoorstellen van het derde maritieme pakket. Naar mijn mening vormt dit pakket geen oplossing voor ecologisch bedreigde binnenzeeën zoals de Zwarte Zee en de Oostzee, die omgeven zijn door de kusten van de EU-lidstaten en de Russische Federatie. Gezien het niveau van de olieprijs en de daaraan verbonden winstmarges zal de Russische olie-uitvoer via de zee in de toekomst snel toenemen. Dit past ook bij het vervoersbeleid van Rusland: het exporteert olie via zijn eigen havens en heeft de pijpleidingen naar de olieterminals van de EU in Ventspils en Butinge dichtgedraaid. Mogen we aannemen dat de vraag naar deze tankers zal toenemen en dat er genoeg zal worden geïnvesteerd in de Russische tankervloot om de verdere toepassing van 40 jaar oude enkelwandige tankers en van binnenschepen te voorkomen? Ik vrees van niet. De belangrijkste motivatie voor olietransporten over zee zijn oude wrakken die zo goedkoop mogelijk zijn. Indien alleen in de Europese Unie strenge maatregelen op het gebied van maritieme veiligheid worden genomen, zal dit mijns inziens niet tot de bescherming van het milieu in de aangrenzende zeeën bijdragen, tenzij de Unie ervoor zorgt dat ook daar internationale normen worden nageleefd.Ik dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Péter Olajos (PPE-DE).- (HU)Op vele gebieden was er de afgelopen decennia sprake van een enorme groei, maar nergens is de groei zo sterk als in de wereldhandel en daardoor ook in het goederenvervoer. Het zeevervoer speelt een belangrijke rol in deze groei, aangezien 90 procent van de buitenlandse handel van de Europese Unie langs deze weg plaatsvindt. Ik vind dat de mensen gelijk hebben als zij verwachten dat dit middel om personen en goederen te vervoeren ook veilig en schoon moet zijn, zodat het risico van ongelukken op zee en van vervuiling door schepen afneemt.

In de afgelopen maand zijn er drie ernstige ongelukken gebeurd, die samengenomen van dezelfde orde van grootte zijn als de door de Exxon Valdez in 1989 veroorzaakte vervuiling. Dit is ontnuchterend. Er moet aandacht worden besteed aan het belang van preventie en effectieve maatregelen. De schade voor het milieu die door dit soort ongelukken wordt berokkend, blijft niet beperkt tot één à twee landen, of tot één continent, maar bedreigt en zal uiteindelijk leiden tot de vernietiging van onze gemeenschappelijke waarden en onze gemeenschappelijke natuurlijke rijkdommen. Daarom bestaat er dringend behoefte aan meer doeltreffende internationale coördinatie en is het dringend nodig om een krachtige rol te spelen in de actieve preventie van ongelukken en in herstelwerkzaamheden daarna. Het is tevens noodzakelijk om de internationale wetgeving op dit gebied onverwijld te herzien om lacunes te dichten, om te verbieden dat binnenschepen in de zeevaart worden ingezet, en om het beginsel dat de vervuiler betaalt doeltreffend te handhaven. De Europese Unie heeft de fundamentele plicht om aan te dringen op internationale maatregelen ten behoeve van een veilige zeevaart, zoals die in de Europese Unie reeds ten uitvoer zijn gelegd. Ik dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Daciana Octavia Sârbu (PSE).- (RO)Mijnheer de Voorzitter, het voorval van november heeft zowel in de Zwarte Zee als in de Zee van Asov milieuschade aangericht, waaruit nog eens blijkt dat zeeën geen grenzen hebben en dat olierampen die buiten de Europese ruimte gebeuren ook van invloed kunnen zijn op de ecosystemen aan de kusten van de lidstaten.

De gezonken schepen die de vervuiling van de Zwarte Zee hebben veroorzaakt, waren binnenschepen, geen zeeschepen. Daardoor zijn tonnen olie in zee gestroomd en werden zeehabitats aangetast. Meer dan 15 000 vogels en dolfijnen werden door stookolie besmeurd en sommige zeldzame planten- en dierensoorten aan de kust en op de zeebodem werden vernietigd, zodat grote inspanningen nodig zijn om het ecosysteem van de Zwarte Zee te herstellen.

De achteruitgang van het maritieme milieu heeft tal van negatieve gevolgen, aangezien het van belang is voor de ecologische veiligheid en de levenskwaliteit en de gezondheid van de bevolking. De acute vermindering van de biodiversiteit in de Zwarte Zee heeft vanwege de constante achteruitgang van het ecosysteem, illegale vispraktijken en de uitbuiting van natuurlijke hulpbronnen een zorgwekkend peil bereikt. Olierampen dragen bij tot de verslechtering van het milieu in deze regio, die als de meest vervuilde van de wereld wordt beschouwd.

De Europese staatshoofden en regeringsleiders moeten ervoor zorgen dat het zeevervoer onder veilige omstandigheden plaatsvindt en dat de zeegrenzen zo effectief mogelijk tegen grensoverschrijdende gevaren worden beschermd. Het nieuwe groenboek over marktconforme instrumenten voor milieu- en gerelateerde beleidsdoelstellingen is gericht op een betere tenuitvoerlegging van het beginsel dat de vervuiler betaalt, en ik hoop dat dit een positief effect zal hebben op de methoden ter voorkoming van dit soort milieurampen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nickolay Mladenov (PPE-DE).- (BG)Mijnheer de Voorzitter, geachte collega’s, de Zwarte Zee vormt sinds de toetreding van Bulgarije en Roemenië niet alleen een buitengrens van de Europese Unie, maar is ook een zee die een enorm economisch potentieel biedt voor de ontwikkeling van onze Unie. Het Zwarte Zeegebied en de Kaspische Zeeregio hebben samengenomen een buitenlands handelspotentieel van meer dan 200 miljoen euro en een bevolking van meer 350 miljoen.

Ik zou kort willen herinneren aan het debat van september dat wij na de grote overstromingen en bosbranden in Europa hebben gevoerd. Destijds spraken we over de noodzaak om gemeenschappelijke diensten op te richten om natuurrampen zoals die van dit jaar het hoofd te kunnen bieden. Een dergelijke behoefte bestaat, zoals nu kan worden geconstateerd, ook in het Zwarte Zeegebied. In de eerste plaats doe ik een beroep op de Commissie en natuurlijk ook op de lidstaten, met name Bulgarije en Roemenië, om een prioritaire studie uit te voeren over het nut van een regionaal hulpcentrum voor het Zwarte Zeegebied, teneinde de landen in deze regio te helpen bij ernstige situaties zoals die van enkele maanden geleden. In de tweede plaats dient een grondige analyse te worden gemaakt van de oorzaken van deze rampen en van alle andere rampen in het Zwarte Zeegebied, zodat we daaruit lessen kunnen trekken en aanbevelingen kunnen doen voor ons toekomstige beleid in de regio. In de derde plaats is het tijd om een regionaal informatiesysteem voor de zeescheepvaartvoor de Zwarte Zee op te zetten, dat zal bijdragen tot de veiligheid van de vervoersroutes en voor de scheepvaart in de regio in het algemeen.

De tragedie in de Straat vanKertsj iseen gebeurtenis waarmee we moeten leren leven en die we zo snel mogelijk moeten aanpakken. Dit geldt vooral voor diegenen van ons die aan de Zwarte Zeewonen.Maar laten we in deze ramp een aanleiding zien om naar redenen en mogelijkheden te zoeken voor samenwerking tussen de lidstaten, de Commissie en de andere landen aan de Zwarte Zee, zodat we de veiligheid van deze belangrijke Europese scheepvaartroute kunnen verhogen. Ik dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Roberta Alma Anastase (PPE-DE).- (RO)Dames en heren, als rapporteur voor de regionale samenwerking in het Zwarte Zeegebied ben ik weliswaar verheugd dat wij dit debat voeren, maar ik betreur ook ten zeerste dat het thema van onze discussie eigenlijk de droeve erkenning is van het feit dat de Zwarte Zee nog steeds niet voldoende aandacht krijgt van de kant van de Europese Unie en dat het uitvoeringsniveau van de geplande acties nog niet tevredenstellend is.

Niettemin wil ik u eraan herinneren dat de Zwarte Zee sinds de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie ten dele een interne zee is geworden en dat wij haar strategische betekenis voor de hele wereld niet kunnen loochenen.

Het Zwarte Zeegebied is uit het oogpunt van het communautaire energie- en vervoersbeleid van groot belang. Hierdoor zijn wij gedwongen een globale en coherente strategie te ontwikkelen voor de hele regio, een strategie die erop is gericht de veiligheid, de duurzame ontwikkeling en de verregaande integratie van milieuaspecten te waarborgen. Meer nog: om een echt regionaal beleid te bevorderen moeten alle landen die aan deze zee zijn gelegen zich gezamenlijke inspanningen getroosten, wat het nationale en bilaterale kader te buiten zou gaan.

Daarom ben ik ingenomen met het opstarten van de Zwarte Zeesynergie in 2007, maar ik wil nog eens een essentieel aspect van mijn verslag in herinnering brengen, namelijk de noodzaak om concrete en duidelijke stappen te nemen om dit samenwerkingsinitiatief te ontwikkelen en te verwezenlijken, zowel binnen deze regio als tussen de regio en de Europese Unie.

Het drama van de zwarte vloed van 11 november 2007 heeft ons laten zien dat we op dit terrein onze inspanningen moeten bundelen. De Europese Unie moet een centrale rol spelen, door groter engagement te tonen bij de ontwikkeling van de Zwarte Zeesynergie en door de buurlanden en de partners aan te sporen hun steentje bij te dragen. Alleen op deze manier kunnen we doeltreffend reageren op de verwachtingen en oproepen van onze burgers, die zich thans met de gevolgen van de ramp van 11 november geconfronteerd zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Rumiana Jeleva (PPE-DE).- (BG)Allereerst wil ik mijn tevredenheid uitspreken over het feit dat de Commissie met deze mededeling voor de dag is gekomen. Dit debat toont aan dat de Zwarte Zee inmiddels in het middelpunt van de belangstelling staat in de Europese politiek en bij de Europese politici. Ik juich deze benadering toe, die naar mijn mening goed is voor alle burgers van de Europese Unie. Zoals eerder werd gezegd, moet er veel meer worden gedaan om het Zwarte Zeegebied te beschermen. Vooral moeten rampen zoals die van de Straat van Kertsj worden voorkomen. Weliswaar kunnen rampen nooit helemaal worden uitgesloten, maar hun oorzaken kunnen ongetwijfeld tot een minimum worden teruggebracht.

Er zijn twee manieren om een betere bescherming van onze zeeën te waarborgen. Ten eerste moeten we de regionale samenwerking blijven bevorderen. Ten tweede is naast samenwerking een beter scheepvaartbeleid nodig. De voorgestelde maatregelen van het derde maritieme pakket gaan in de goede richting en dienen zo goed mogelijk te worden uitgevoerd. De tenuitvoerlegging is van essentieel belang voor de preventie van gebeurtenissen als die in de Straat van Kertsj in het Zwarte Zeegebied. Aangezien het Europees Parlement en de Commissie al een tijd geleden hun steun hebben uitgesproken voor dit pakket, is het nu aan de Raad om in actie te komen en de nodige stappen te nemen om het in te voeren. De succesvolle tenuitvoerlegging van de maatregelen waarin dit pakket voorziet, zou, samen met de versterking van de regionale samenwerking, bijvoorbeeld in de vorm van de Economische Samenwerking in het Zwarte Zeegebied en het DABLAS-initiatief voor milieubescherming, een belangrijke bijdrage kunnen leveren aan de veiligheid van onze zeeën en zou tegelijkertijd het concurrentievermogen van onze scheepvaartsector kunnen verhogen.

Ik ben van mening dat deze ramp eens te meer het belang heeft aangetoond van onze Europese wateren en van een adequaat beleid ter voorkoming van dergelijke ongelukken en ter bescherming van het milieu.Daarom vind ik dat het echt tijd wordt dat het derde maatregelenpakket in het kader van het maritiem beleid gerealiseerd wordt en in werking treedt. Dank u wel.

 
  
MPphoto
 
 

  Gabriele Albertini (PPE-DE).- (IT)Mijnheer de Voorzitter, mijnheer defungerend voorzitter van de Raad, mijnheer de commissaris, dames en heren, namens de Commissie vervoer en toerisme zou ik willen toelichten waarom wij deze ontwerpresolutie over de schipbreuk in de Straat van Kertsj in de Zwarte Zee. Onze solidariteit gaat uit naar de slachtoffers van deze ramp!

Wij verzoeken de Raad en de Commissie om de situatie in de Zwarte Zee nauwlettend te volgen en concrete maatregelen te nemen om te helpen de ecologische gevolgen van de ramp te beperken. Europa beschikt nog niet over de nodige voorschriften om een herhaling van ernstige ongelukken zoals dat van de Zwarte Zee te voorkomen. Onder andere dienen dergelijke voorschriften de staten verantwoordelijk te maken voor de veiligheid van de schepen die onder hun vlag varen en voor de vervolging, ook door civiele procedures, van diegenen die verantwoordelijk zijn voor dergelijke milieurampen.

Hoewel het Parlement het derde maritieme pakket in april 2007 in eerste lezing heeft goedgekeurd, heeft de Raad het nog steeds niet aangenomen. Om onverklaarbare redenen is de besluitvormingsprocedure in de Raad geblokkeerd, ondanks de toezeggingen die het Portugese voorzitterschap de Commissie vervoer en toerisme met betrekking tot dit pakket heeft gegeven. Het is een omvattend pakket, dat uit zeven verslagen bestaat: het voorziet in een verhoging van de maritieme veiligheidsnormen, bescherming van passagiers, de beperking van milieuschade bij ongevallen alsmede verplichtingen en verantwoordelijkheden van staten, vervoerders en reders. Het feit dat de Raad het debat heeft afgebrokenen prioriteit geeft aan bepaalde aspecten in plaats van aan andere, bewijst dat hij niet voornemens is de veiligheidskwestie op een serieuze manier aan te pakken, maar het hele pakket wil tegenhouden.

De maritieme veiligheid is een vraagstuk dat te belangrijk is voor tactische spelletjes, een te ernstige kwestie, vanwege de gebeurtenissen van de afgelopen tijd: de Erika, de Prestige, meer recentelijk de Segesta Jet in de Straat van Messina en de Sea Diamond voor Santorini. Vanwege de ongelukken die in het verleden zijn gebeurd, en omdat het toenemende scheepvaartverkeer in Europa en de hele wereld het risico in de toekomst waarschijnlijk nog zal doen stijgen.

Daarom is het Europees Parlement van oordeel dat die zeven voorstellen zo snel mogelijk aan vaart moeten winnen, voordat er weer een milieuramp gebeurt die mensenlevens kost. Deze voorstellen zijn erop gericht om de verschillende classificatiestelsels te harmoniseren, om staten te dwingen toezicht te houden op schepen die onder hun vlag varen, om te waarborgen dat schepen in havens worden geïnspecteerd en dat hun bewegingen worden gemonitord, om te beslissen wat er in het geval van een ongeluk moet gebeuren en om de verantwoordelijkheden van derden en van passagiers te monitoren en te beheren. Daarom dringen wij er bij de Raad op aan om de ogen niet te sluiten voor deze tragische waarschuwing uit het Zwarte Zeegebied.

 
  
MPphoto
 
 

  Markos Kyprianou, lid van de Commissie.(EN) Mijnheer de Voorzitter, een paar punten. Het eerste punt, betreffende Rusland, is door diverse Parlementsleden naar voren gebracht. Om te beginnen wijs ik erop dat het communautair mechanisme voor civiele bescherming alleen in werking kan worden gebracht op verzoek van een getroffen land. Er zijn officiële brieven verzonden naar Oekraïne en de Russische Federatie waarin wij hulp aanboden. Oekraïne reageerde daar positief op maar Rusland sloeg het aanbod af.

Maar in verband met de algemene kwestie maritieme veiligheid, heeft mijn collega vicevoorzitter Barrot op 10 december een brief geschreven aan zijn collega de heer Levitin, de Russische minister van Verkeer, om deze bezorgdheden aan de orde te stellen en het belang te benadrukken van sterkere samenwerking tussen de EU en Rusland inzake de Zwarte Zee en de Oostzee – teneinde de maritieme veiligheid te vergroten.

Het aan de orde stellen van maritieme milieuproblemen op regionaal niveau is een van de hoekstenen van de mariene strategie van de Europese Unie en de voorgestelde richtlijn mariene strategie, waarvoor de Raad en het Parlement in tweede lezing een overeenkomst hebben bereikt. Ik denk dat dit een zeer positieve ontwikkeling is.

De Commissie heeft haar standpunten over een strategie in de regio uiteengezet in haar mededeling “Synergie voor het Zwarte Zeegebied – een nieuwe regionaal samenwerkingsinitiatief”. In dit voorstel wordt een initiatief naar voren gebracht dat is bedoeld om de politieke aandacht op het regionale niveau te richten. Bij de recente ongevallen in de Zwarte Zee was met name een bijzondere categorie schepen betrokken, de zogenaamde zee- en binnenvaartolietankers, die alleen onder bepaalde beperkingen in volle zee kunnen varen.

Meer in het algemeen maakt de Commissie zich zorgen over de mogelijkheid dat deze categorie schepen zal gaan varen in andere zeegebieden in de Europese Unie of grenzend aan de Europese Unie, met name de Oostzee. Binnen de EU gelden strenge regels op het gebied van de maritieme veiligheid en de toestand waarin de schepen verkeren, maar we maken ons ook druk om wat er gebeurt in internationale wateren omdat het heel goed mogelijk is dat dit van invloed is op de Europese Unie en ook omdat we ons zorgen maken over het milieu op wereldschaal. Deze ongevallen tonen dan ook aan dat het van belang is gewicht te blijven toekennen aan de maritieme veiligheid, zowel op EU-niveau als op internationaal niveau.

In dit opzicht is het belangrijk dat het onderzoek naar de zeven voorstellen van het derde maritieme veiligheidspakket wordt versneld, zoals het Parlement en de Parlementsleden reeds hebben aangegeven.

Tot slot iets over de reactiemechanismen. De Commissie streeft er ook naar de communautaire reactiemechanismen, zoals het mechanisme voor civiele bescherming, voortdurend te versterken om een snelle en effectieve reactie te kunnen garanderen als dergelijke rampen zich in de toekomst opnieuw voordoen. Dit vergt ook samenwerking met de buurlanden van de EU, zoals de landen aan de Zwarte Zee en natuurlijk ook andere derde landen.

Ik dank de Parlementsleden voor het debat en ik zal de belangwekkende punten die u naar voren hebt gebracht, natuurlijk met mijn collega bespreken.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Ik heb één ontwerpresolutie(1) overeenkomstig artikel 103, lid 2/108, lid 5 van het Reglement ontvangen.

Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag 13 december 2007 plaats.

(De vergadering wordt om 19.30 uur onderbroken en om 21.00 uur hervat)

 
  
  

VOORZITTER: RODI KRATSA-TSAGAROPOULOU
Ondervoorzitter

 
  

(1) Zie notulen.

Juridische mededeling - Privacybeleid