De Voorzitter . − Aan de orde is het door Doris Pack namens de Commissie cultuur en onderwijs opgestelde verslag over volwasseneneducatie: een mens is nooit te oud om te leren (2007/2114(INI)) (A6-0502/2007).
Doris Pack, rapporteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, beste commissaris. “Het is nooit te laat om te leren”, en “Een mens is nooit te oud om te leren”. De twee titels van het actieplan en de mededeling van de Commissie inzake volwasseneneducatie zijn toch overal bekende leuzen. Wanneer men echter tussen de regels leest, zijn deze titels ook een erkenning van vroegere nalatigheden in het Europees onderwijsbeleid. Toch verheugen wij er ons over dat de Commissie met dit communicatie- en actieplan komt nu het besef groeit dat levenslang leren noodzakelijk is en nu de samenleving zich geconfronteerd ziet met nieuwe demografische uitdagingen.
Economische en sociale veranderingen binnen de EU vergen een sterkere aanpassing van de kwalificaties en vaardigheden in het arbeidsleven. Men moet beantwoorden aan de eisen van de arbeidsmarkt, dat wil zeggen dat de inzetbaarheid van individuele werknemers op de arbeidsmarkt een van de belangrijkste doelen moet zijn van de volwasseneneducatie.
Educatie, vooral volwasseneneducatie, is echter ook een factor voor verder leren, voor zelfachting, voor actief burgerschap, voor sociale insluiting en de interculturele dialoog. Verschillende onderzoeken hebben aangetoond dat het niet-economische voordeel van educatie een belangrijk en positief effect heeft op bijvoorbeeld de eigen gezondheid, op een sterkere participatie van mensen van alle leeftijden in het maatschappelijk leven, en dat educatie natuurlijk ook een bijdrage levert aan de vermindering van de criminaliteit.
Daarom geef ik politieke prioriteit aan het stimuleren van de motivatie tot levenslang leren. Campagnes in de media, voorlichting en adviescentra en aangepaste communicatie voor benadeelde groepen zijn heel belangrijk. Ook speciale telefoonnummers en websites waren in sommige landen al zeer succesvol.
In dit verband is de verenigbaarheid van het arbeidsleven, het gezinsleven en levenslang leren ook van groot belang. Ik noem alleen een aantal trefwoorden: aanpassing van werktijden, flexitijd, schriftelijke cursussen en informele leermethoden. Het gebruik van nieuwe technologieën moet steeds weer worden verbeterd, vooral wat betreft de uitbreiding van de toegang tot het internet, om deze nieuwe leermethoden te bevorderen. Verder moet het aantal openbare en particuliere kinderdagverblijven en bedrijfscrèches groter worden.
Belangrijk lijkt mij echter ook de solidariteit tussen de generaties en de interculturele solidariteit. Het doorgeven van kennis en vakmanschap van volwassenen en senioren aan jonge volwassenen – juist ook in het handwerk en op handelsgebied – kan ondersteunend werken. Zij kunnen praktijklessen aanbieden en ook netwerken opbouwen om dit doel te bereiken. Ik ben ervan overtuigd dat de een van de ander kan leren.
Maar er is ook een gezinsaanpak voor levenslang leren. Ouders zijn gemotiveerd om opnieuw met leren te beginnen, zodat ze hun kinderen op school kunnen helpen. En ook het vrijwilligerswerk heeft volwasseneneducatie nodig, zodat ook dit werk voordeel kan trekken uit opgedane ervaringen en vakonderwijs.
We moeten ook letten op de speciale behoeften van allochtonen. Hier wil ik slechts taalcursussen noemen. Taalcursussen voor allochtonen zijn nodig om de taal van het gastland te leren. We hebben echter ook taalcursussen voor de volwassenen nodig om de taal van een buurland te leren of nog een andere taal, waarvoor wij altijd al hebben gepleit.
De toegang tot het hoger onderwijs voor volwassenen met praktische werkervaring moet ook worden versoepeld. Maar heel belangrijk zijn betere kwaliteit en betere leermethoden in de bestaande instellingen voor volwasseneneducatie. Er zijn hooggekwalificeerde leraren voor volwasseneneducatie en ook speciale programma’s op dit gebied nodig. In Duitsland bestaat er een universitaire opleiding tot gediplomeerd leraar in de volwasseneneducatie. We mogen niet vergeten dat de voorgestelde maatregelen bijvoorbeeld uit het Europees Sociaal Fonds en uit de structuurfondsen kunnen worden gefinancierd. Natuurlijk verwacht ik van de Commissie dat ze het bestaande programma Lifelong Learning zowel in het kader van het Grundtvig-programma als ook het Leonardo-programma aanbiedt, om aldus van EU-zijde een steentje bij te dragen tot het opstarten van het actieplan.
Ik geloof dat er veel mogelijkheden zijn om iets goeds op poten te zetten, en dit moeten we heel snel doen.
Ik wil nog één ding onderstrepen. De resultaten van de volwasseneneducatie moeten toetsbaar worden, omdat men anders niet weet wie wat doet. Er zijn veel actoren op dit gebied, die allemaal bij het actieplan moeten worden betrokken: de commerciële en universitaire actoren en ook de openbare onderwijsinstellingen. Er is veel te doen, laten we dus aan de slag gaan!.
Ján Figeľ, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil heel graag mijn waardering uiten voor dit rapport. Ik wil ook de rapporteur, mevrouw Pack, de heer Andersson van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken, en mevrouw Flasarová van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid feliciteren voor hun inzet, inspanningen en bijdragen.
Ik ben zeer blij dat onze twee mededelingen van 2006 en 2007 een zeer concreet en overtuigend antwoord hebben gekregen van het Europees Parlement. De eerste mededeling ging over volwasseneneducatie en de tweede over het Europese actieplan hierover, dat in september werd goedgekeurd. Zoals u hebt erkend, neemt het belang van volwasseneneducatie voortdurend toe. Eerst en vooral, moeten we de wereldwijde concurrentie onder ogen zien. We moeten investeren in onderwijs voor alle leeftijden en op alle niveaus. De bekwaamheden en de vaardigheden van volwassenen moeten voortdurend bijgeschaafd worden. Ten tweede, moeten we omwille van de demografische veranderingen allemaal minstens enkele jaren langer gaan werken. We moeten dan ook de relevante vaardigheden behouden om dat te kunnen blijven doen. Ten derde, kan volwasseneneducatie een wapen zijn in de strijd tegen sociale uitsluiting. Er zijn te veel volwassenen met een laag opleidingsniveau die uit de boot dreigen te vallen op de arbeidsmarkt.
Volwasseneneducatie speelt dus een belangrijke rol in de strategie van “een leven lang leren”. Er zijn vele redenen waarom ik dankbaar ben voor uw steun. Ze heeft er voor gezorgd dat volwasseneneducatie beter en toegankelijker is geworden (en dan vooral voor personen met specifieke behoeften) onder andere dankzij betere kinderopvang en e-learning. Er is een snellere beoordeling van vaardigheden, informeel leren wordt naar waarde geschat, de investeringen zijn opgevoerd en er is rekening gehouden met de behoeften van vrouwen, migranten en de ouder wordende bevolking. En tot slot, heeft uw steun geleid tot betrouwbare en vergelijkbare gegevens om volwasseneneducatie op te volgen, zoals mevrouw Pack al zei. We zullen rekening houden met al deze elementen bij het implementeren van het Europees actieplan.
Zoals u al zei, zijn er heel wat goede praktijkvoorbeelden van lidstaten die we zullen verwerken in onze samenwerking. We zullen de beste praktijken stimuleren aan de hand van groepswerk en gezamenlijke studies, via het programma “Een Leven Lang Leren” en met het Europees Sociaal Fonds, dat eerder al vermeld werd. Zo kunnen we leren van elkaars kennis en ervaring. Bij het uitvoeren van het actieplan in samenwerking met de lidstaten, zullen we analyseren wat de effecten zijn van de nationale hervormingen inzake volwasseneneducatie, en dan vooral in het licht van het onlangs goedgekeurde Europees kwalificatiekader. We zullen bovendien normen vastleggen voor het personeel dat werkzaam is in de volwasseneneducatie en kwaliteitsmechanismen ontwikkelen die gebaseerd zijn op bestaande goede praktijken. We willen lidstaten aanmoedigen om doelstellingen te formuleren om de vaardigheden van volwassenen te verbeteren en de niet-officiële en informele opleidingen van kansarme groepen sneller te evalueren en te erkennen. En ten slotte willen we ook dat er kerngegevens voorzien worden om de sector beter te kunnen monitoren. Ik kijk uit naar het debat, maar nog meer naar blijvende steun voor deze kwestie.
Jan Andersson, rapporteur voor advies van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken. − (SV) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik dank de rapporteur voor haar voortreffelijk verslag. Het past immers in de EU-strategie en het proces van Lissabon waarin opleiding iets heel belangrijk is, niet alleen om groei en werkgelegenheid in de toekomst veilig te stellen, maar ook als middel om sociale uitsluiting tegen te gaan. Als de EU wereldwijd een sterke concurrentiepositie wil behouden, is opleiding van het allergrootste belang. Het gaat niet alleen om meer banen maar om betere banen en hoog opgeleide mensen. Daarom zijn wij blij met dit verslag.
Ik heb nog een aantal opmerkingen. Wij moeten alle middelen aanwenden om opleiding voor verschillende groepen mogelijk te maken. Neem nu bijvoorbeeld wat kinderverzorging betreft. Zowel mannen als vrouwen met kleine kinderen moeten aan deze opleiding kunnen deelnamen. Ook specifieke groepen zoals ouderen moeten aandacht krijgen. Vandaag de dag tellen we slechts weinig oudere mensen onder de arbeidskrachten. Dit is grotendeels te wijten aan het feit dat ze geen toegang hebben tot bijscholing en volwassenenopleiding. Wij moeten ons op deze groep concentreren. Een andere groep zijn de laaggeschoolden. Als we nagaan wie vandaag opleiding, bijscholing en volwassenenopleiding krijgt, dan stellen we vast dat degenen die het hoogst zijn opgeleid het meest opleiding krijgen. Mannen en vrouwen moeten ook op het vlak van opleiding gelijke kansen krijgen. Aangezien ik maar over weinig spreektijd beschik, wil ik er tot slot op wijzen dat een goede samenwerking met en betrokkenheid van de sociale partners in dit proces belangrijk is.
Věra Flasarová, rapporteur voor advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid. – (CS) Dames en heren, ik juich het verslag van mijn collega mevrouw Pack toe en feliciteer haar met de wijze waarop ze dit thema heeft aangepakt. Ik wil graag benadrukken dat we meer aandacht moeten besteden aan onderwijs voor vrouwen, sociaal kwetsbaren, allochtonen en minderheden. Ik wil nog een ander aspect van onderwijs noemen. In een wereld waar bijna alles ondergeschikt gemaakt is aan geld, handel, reclame, carrière en concurrentie op de arbeidsmarkt, schijnt onderwijs vaak slechts te worden gezien als een opstapje naar een betere sociale positie. Wanneer onderwijs ertoe bijdraagt dit praktische doel te bereiken en iemand beter voorbereid op het werk, en wanneer diegene zich dan staande kan houden in een concurrentiële omgeving, dan is dat zeker een prima zaak. De meest belangrijke kant van onderwijs is echter dat het de mens van verrijkt en hem beter in staat stelt tussen goed en kwaad te onderscheiden. De maatschappij is gekenmerkt door het verval van waarden. In plaats van tradities en autoriteiten hebben we nu de vrijheid van het individu waarvoor we tijdens de gehele moderne geschiedenis hebben gestreden. Hiertoe behoort ook de vrijheid om te weten of niet te weten, de vrijheid om waar te nemen of de ogen te sluiten, de vrijheid om zijn eigen meningen te formuleren en de vrijheid om de ideeën van anderen te accepteren. Onderwijs op zich zal onze problemen niet oplossen, maar kan ons stimuleren om over deze problemen na te denken.
Pál Schmitt, namens de PPE-DE-Fractie. – (HU) Hartelijk dank, mijnheer de Voorzitter. Mijnheer de commissaris, vanwege de demografische situatie in Europa bestaat er de noodzaak de pensioenstelsels te reorganiseren en de leeftijdsgrens te verhogen, terwijl we meer en meer horen over het beheersen van de immigratie in plaats van over het potentieel dat onze eigen bevolking van boven de vijftig kan bieden.
Dankzij goed georganiseerde opleidingen voor volwassenen kunnen deskundigen met tientallen jaren ervaring vernieuwde kennis opdoen en zich zo aan de gewijzigde omstandigheden aanpassen. Daarnaast is het hierdoor mogelijk dat volwassenen die geen onderdeel uitmaken van de arbeidsmarkt, maar nog niet de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt, opnieuw aansluiting vinden op de arbeidsmarkt en een baan vinden, dankzij omscholing, een taalcursus, een IT-opleiding of een andere technische opleiding. Deze rol van het volwassenenonderwijs is met name actueel in de landen van Midden- en Oost-Europa, waar de werkgelegenheidsindex ver beneden het gemiddelde van de EU-15 zit.
Naast een effect op de arbeidsmarkt heeft het volwassenenonderwijs nog een derde sociale en individuele dimensie: de taalcursussen via het internet, en de dans- en kookcursussen voor ouderen dragen ertoe bij dat de kwaliteit van hun leven wordt verbeterd, en dat zij positiever tegenover het leven staan.
Ik vind twee dingen bijzonder belangrijk voor de effectiviteit van volwassenenonderwijs: aan de ene kant verbetering van de informatievoorziening en de toegankelijkheid, het tonen van succesvolle projecten en het delen van ervaringen met betrokken personen. Laten we niet vergeten dat slechts een zeer klein gedeelte van de ouderen in de nieuwe lidstaten van het internet gebruik maakt, en dat we traditionele middelen moeten gebruiken, waar zij toegang tot hebben. Hierin is een belangrijke rol weggelegd voor de lokale overheden, die gedetailleerde kennis bezitten van de plaatselijke omstandigheden en behoeften.
Aan de andere kant is het ook van belang de onderzoek te doen naar de behoeften, anders gezegd: de lidstaten horen tijdens het opstellen van hun programma’s voor volwassenenonderwijs met de economische marktspelers, de ondernemingen en de werkgevers tot overeenstemming te komen. Er moet rekening worden gehouden met de economische behoeften van het land in kwestie, zodat het aan volwassenenonderwijs uitgegeven geld geen weggegooid geld blijkt te zijn, maar aantoonbaar toegevoegde waarde heeft voor het individu, de maatschappij en de economie.
Ik feliciteer mevrouw Pack met haar belangrijke en tijdige verslag. Ik dank u voor uw aandacht.
Maria Badia i Cutchet, namens de PSE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, dames en heren afgevaardigden, ik wil om te beginnen de rapporteur, mevrouw Pack, gelukwensen met haar uitstekende verslag en haar bedanken voor de welwillende wijze waarop ze onze suggesties heeft onthaald.
Ik wijs er allereerst op dat dit verslag precies op tijd komt, nu socio-economische veranderingen – zoals de snelle overgang naar een informatiemaatschappij en de vergrijzing van de Europese bevolking – ons verplichten extra aandacht te besteden aan volwasseneneducatie en levenslang leren. Het zijn de belangrijkste sleutels voor het verwezenlijken van wat wij de Lissabondoelstellingen noemen.
In dit verslag wordt er terecht op gewezen dat mensen gemotiveerd moeten worden om te blijven bijleren. Ik geloof echter wel dat er actief moet worden gewerkt aan beleidsmaatregelen die het verenigen van opleiding met werk en gezin mogelijk maken, vooral als het om vrouwen gaat.
Dit beleid moet concrete vorm krijgen door maatregelen die de deelname aan trainingsprogramma’s aanmoedigen. Bovendien zullen de openbare diensten voor kinderopvang en –onderwijs en de zorg voor afhankelijke ouderen moeten worden verbeterd, zodat gezinnen van deze taken – die doorgaans ten laste van vrouwen komen – worden vrijgesteld.
Ik ben ervan overtuigd dat we een leercultuur moeten ontwikkelen die de waarde van vaardigheden erkent en mensen met een gering opleidingsniveau betere kansen op werk biedt, om aldus bij te dragen tot sociale insluiting en de ontwikkeling van het individu. Die benadering zal vooral voor de zogenaamde risicogroepen van doorslaggevend belang zijn.
Verder geloof ik dat het van belang is dat we de systemen voor hoger onderwijs flexibeler opzetten, om ze toegankelijker te maken voor de voortdurend toenemende en steeds diverser wordende maatschappelijke behoeften. De kwaliteit van dit onderwijs moet worden verbeterd en het aanbod moet worden uitgebreid.
Ik moet er ook op wijzen dat het aanbod van informaticaonderwijs moet worden vergroot, teneinde de digitale kloof zoals die in onze maatschappij tussen de geslachten, tussen de generaties en tussen de inwoners van verschillende streken is ontstaan te dichten.
Tot slot wil ik graag zeggen dat ik tevreden ben met het voorstel van de Commissie. Ik hoop dat ze bereid is rekening te houden met de suggesties van het Parlement om de lidstaten er zo, samen met ons, op te wijzen dat ze op dit gebied zo snel mogelijk iets moeten ondernemen, en dan niet alleen om de obstakels die deelname van volwassenen aan het leerproces in de weg staan te verwijderen, maar ook om die deelname actief aan te moedigen. We moeten het economische, sociale en culturele belang van dit type onderwijs in onze landen onderkennen en nationale gegevens op dit gebied uitwisselen. Dan kunnen we de geboekte vooruitgang meten en vergelijken.
Jolanta Dičkutė, namens de ALDE-Fractie. – (LT) Levenslang leren wordt steeds belangrijker in de moderne maatschappij. Het is bevredigend om te zien dat de betekenis van en de behoefte aan volwasseneneducatie steeds actiever onderzocht wordt en meer erkenning krijgt in alle lidstaten van de EU en bij de belangrijkste instellingen. Deskundigen op het gebied van volwasseneneducatie in Litouwen brengen ook actief voorstellen met betrekking tot deze mededeling naar voren. Het regeringsprogramma doelt erop het aanbod van informele diensten voor volwasseneneducatie in openbare scholen uit te breiden om ernaar te streven dat schoolgebouwen en de omgeving voor volwasseneneducatie er modern en aantrekkelijk uitzien en dat deze scholingscentra voorzien zijn van moderne leermiddelen. Ik wil nog benadrukken dat leraren voor volwasseneneducatie en hun organisaties hun stem meer moeten laten horen en dat politici hier naar moeten luisteren en hen moeten ondersteunen, teneinde vooruitgang te boeken bij de kwalitatieve verbetering van de volwasseneneducatie. We moeten niet alleen over de problemen discussiëren, maar deze ook op adequaat oplossen, omdat dit beslissend zal zijn voor de wijze waarop de volwasseneneducatie zich in de komende jaren zal ontwikkelen.
De problemen die in Litouwen een rol spelen, zijn in dit verband van groot belang: de integratie van kwetsbare groepen van de samenleving en met name gehandicapten. Bovendien moeten de mogelijkheden om na het werk te leren worden verbeterd voor ouders met kleine kinderen. Vaak kunnen ouders simpelweg geen onderwijs volgen omdat ze hun kinderen nergens kunnen laten. Het systeem van volwasseneneducatie kampt ook met een gebrek aan flexibiliteit. Soms willen mensen die geen middelbare schoolopleiding afgesloten hebben en nog beneden de achttien jaar zijn, hun scholing in het kader van volwasseneneducatie voortzetten, maar kunnen dit niet omdat toelating tot deze onderwijstak pas vanaf achttien jaar mogelijk is. Het tekort aan middelen is zeker ook een belangrijk probleem. Ik stem in met de uitspraak van de Litouwse president, Valdas Adamkus, dat steeds meer mensen in Litouwen begrijpen dat leren niet alleen een plicht van jonge mensen is. Heden ten dage vormt levenslang leren steeds meer een uitdaging voor ons land en zijn burgers. We moeten deze mogelijkheid aangrijpen omdat we zo aan de snel veranderende wereld kunnen tonen dat Litouwen creatief is, openstaat voor innovatie en niet bang hoeft te zijn voor ambitieuze doelstellingen waar het gaat om het verruimen van mogelijkheden en lesmethodes.
Mikel Irujo Amezaga, namens de Verts/ALE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil mevrouw Pack graag gelukwensen met haar verslag. Haar instelling heeft het mogelijk gemaakt dat een groot deel van de door onze fractie ingediende amendementen in dit verslag zijn opgenomen. Ik wil daar graag aan toevoegen dat volwasseneneducatie altijd een van de beste manieren is geweest om de sociale en economische ontwikkeling van een volk te garanderen en te bewerkstelligen dat de rijkdom rechtvaardiger verdeeld wordt.
Onze maatschappij is een informatiemaatschappij – een maatschappij waarin kennis voortdurend up-to-date moet worden gebracht. Basisvorming voor volwassen en – vervolgens – permanente bijscholing zijn daarom primaire vereisten. Volwassenen moeten zich voortdurend aanpassen aan de wijzigingen die de mondialisering teweeg brengt: ze moeten steeds weer beslissingen nemen om op een aanvaardbaar niveau te kunnen overleven.
De meeste onderwijssystemen voorzien echter niet in genoegzame mate in de onderwijsbehoeften van volwassenen, in de zin dat ze een bevredigend antwoord formuleren op de veranderende eisen die de maatschappij aan deze bevolkingsgroep stelt. In tegenstelling tot vroeger gaat het er bij het onderwijs nu niet meer om inzicht te verschaffen in een bekende wereld. Het onderwijs van nu moet richting geven in een wereld die permanent aan verandering onderhevig is en ons steeds weer met onbekende situaties confronteert.
Het is dus zaak om een onderwijssysteem te ontwerpen dat rekening houdt met de behoeften van volwassenen in een voortdurend veranderende maatschappij. Onderwijs moet mensen dus trainen om vooruit te kijken en innovatief te zijn. Zich kunnen aanpassen is niet langer voldoende.
We maken nu de overgang van een industriële naar een postindustriële maatschappij door, en het kader voor volwasseneneducatie dient dus op laatstgenoemd type maatschappij te zijn afgesteld. Dit verslag houdt daar volgens mij rekening mee, en daarom wil ik de rapporteur en de commissie graag gelukwensen.
Thomas Wise, namens de IND/DEM-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het Verenigd Koninkrijk heeft altijd een voorbeeldfunctie vervuld op het vlak van levenslang leren. Onze open universiteit, die in 1960 werd opgericht en gebaseerd is op een concept van de jaren 20, was de eerste van haar soort in de wereld. Honderdduizenden zogeheten “mature students” haalden een diploma aan de open universiteit. Velen van hen waren afgestudeerden die opnieuw de boeken wilden opnemen. Ik vind dus dat het Verenigd Koninkrijk zeer goed scoort wat levenslang leren betreft en ik vind, met alle respect, dat een toenemende inmenging van Europa op het vlak van onderwijs niet getolereerd moet worden, want het is nog altijd een nationale bevoegdheid.
Maar voor de EU is het nooit voldoende om het gewoon voor iedereen beschikbaar te maken. Hierna gaan ze het natuurlijk ook verplicht maken. Want wat voor nut heeft het om iets te voorzien waar toch niemand gebruik van maakt? Maar ja, uit het verleden blijkt dat de Europese instellingen er nu eenmaal graag miljarden euro’s en andere munteenheden doorjagen, en het is de gewoonte dat de lidstaten vrolijk de bevelen opvolgen.
Laat ik de kwestie wat meer toespitsen op onze eigen omgeving − en vooral op de bureaucraten en politici in dit Parlement − . Ik ben ervan overtuigd dat u, hoe lang u ook leeft, nooit bijleert! U luistert nog niet eens. U werkt gewoon voort aan uw projecten en iedereen die het er niet mee eens is of er een andere mening op nahoudt, heeft pech. Het doet me denken aan een uitspraak van Sun Tzu die bekend werd toen Kennedy hem herhaalde: Zij die vredevol protest onmogelijk maken, maken gewelddadig protest onvermijdelijk. Wie niet leert van zijn fouten, is gedoemd ze te herhalen.
Milan Gaľa (PPE-DE) . – (SK) Staat u mij allereerst toe om mevrouw Doris Pack voor al het werk te bedanken dat zij voor de samenstelling van dit verslag heeft verricht. Ik wil ook de afgevaardigden van de Europese Commissie bedanken voor de initiatieven ter verbetering van de bestaande situatie.
Als rapporteur voor advies van de Commissie cultuur en onderwijs inzake het Europees kader voor kwalificaties acht ik levenslang leren in twee opzichten van groot belang. Ten eerste de verhoging van kwalificaties, de verbetering van de mogelijkheid om werk te vinden en hiaten op de arbeidsmarkt te overwinnen, als ook de verbetering van de geografische en beroepsmatige mobiliteit. Ten tweede het streven naar levenslange persoonlijke ontwikkeling en maatschappelijke integratie.
Te weinig volwassenen nemen deel aan volwasseneneducatie en beroepsonderwijs. Ik meen dat het benadrukken van de verhoging van de motivatie van burgers om levenslang te leren een positieve stap is. Het is van wezenlijk belang om bij dit proces rekening te houden met de verbetering van de mogelijkheden om werk en gezinsleven met elkaar te verenigen, met solidariteit tussen generaties en culturen, met het leren van talen en de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs en de vooruitzichten daarvan. De officiële erkenning en waardering van niet-formeel en informeel onderwijs verdient aanbeveling. Belangrijke doelstellingen zijn het verbeteren van de kwalificaties van laag gekwalificeerde werknemers, die één derde van de Europese beroepsbevolking uitmaken – rond 72 miljoen mensen –, en ten slotte de scholing van allochtonen.
Wanneer we in 2010 de doelstellingen van een deelname van 12,5 procent aan volwassenenonderwijs willen halen, wat betekent dat nog eens vier miljoen mensen moeten deelnemen – dan is het onder meer nodig om voor een koppeling te zorgen van de onderwijssystemen op Europees niveau en de nationale kaders voor kwalificatie.
De Voorzitter . − Ik kan mevrouw Pack geruststellen dat de dankbetuigingen van het voorzitterschap een gepast en institutioneel teken van hoogachting voor de rapporteurs en hun standpunten zijn, zelfs wanneer we het volledig oneens zijn met de strekking daarvan.
Gyula Hegyi (PSE) . – (EN) Mijnheer de Voorzitter, het Hongaarse spreekwoord zegt “een goede priester leert tot zijn dood.” Tegenwoordig zouden niet alleen priesters, maar alle volwassenen moeten bijleren tijdens hun volwassen leven. Ik ben een voorstander van het verslag van mevrouw Pack en ook van het actieplan inzake volwasseneneducatie van de Commissie. Het is natuurlijk jammer dat slechts 9,6 procent van de volwassenen gebruik maakt van permanente vorming. Het is dan ook niet eenvoudig om bij te leren eens je volwassen bent. Het gezin, het werk en de studies moeten op elkaar worden afgestemd. Dat is een moeilijke opdracht, maar op lange termijn komt volwasseneneducatie zowel het gezin als de carrière ten goede.
In Europa zijn er miljoenen werklozen en toch zijn er miljoenen vacatures voor geschoolde werkkrachten die niet ingevuld geraken. Een laag opleidingsniveau zorgt voor een hoge werkloosheidsgraad. Met voortdurende bijscholingen en opleidingen kunnen we zowel de werklozen als de economie vooruit helpen. Ik ben het eens met mevrouw Pack dat we niet alleen voortdurende bijscholing moeten aanmoedigen, maar ook bedrijven moeten stimuleren om oudere werknemers aan te werven. Er is maar één oplossing voor de vergrijzing van onze maatschappij, en dat is het respecteren van oudere werknemers en het garanderen van degelijke banen voor de oudere generatie. En daarvoor moeten de kennis en de vaardigheden voortduren worden bijgeschaafd aan de hand van levenslang leren.
Ramona Nicole Mănescu (ALDE) . – (RO) Wij zijn ons ervan bewust dat de lidstaten de enorm belangrijke rol van levenslang leren erkennen. Levenslang leren levert immers een bijdrage aan het welzijn van de burgers, zelfvertrouwen, sociale integratie en interculturele dialoog. Niettemin blijft de toegang voor volwassenen tot programma’s voor levenslang leren beperkt, ondanks het doel van de Europese Unie om een deelname van 12,5 procent in 2010 te bereiken.
Dat is de reden waarom de invoering en bevordering van effectieve Europese programma’s voor onderwijs en opleiding van volwassenen door de lidstaten tot een betere maatschappelijke integratie en een grotere mobiliteit op de arbeidsmarkt zou kunnen leiden, met name voor ouderen, gehandicapten en allochtonen.
Als lid van de Commissie cultuur en onderwijs geloof ik dat de ontwikkeling van vrijwillige programma’s inzake de solidariteit tussen de generaties evenals de betrokkenheid van de regering, het bedrijfsleven en individuen van cruciaal belang is voor de aanpak van de nieuwe uitdagingen waarvoor we ons door demografische verandering, armoede en sociale uitsluiting gesteld zien.
Op grond van het recht op ontwikkeling en onderwijs en op grond van de verplichting van de lidstaten om voorzieningen te treffen voor gekwalificeerde scholing van volwassenen, ben ik, mijnheer de Voorzitter, van mening dat wij ook de verantwoordelijkheid hebben om duurzame instrumenten te ontwikkelen om levenslang leren te financieren en te ondersteunen.
Kathy Sinnott (IND/DEM) . – (EN) Mijnheer de Voorzitter, als de commissaris aan mensen zou vragen waar ze iets geleerd hebben, dan zouden ze hem vertellen waar ze naar school zijn geweest. Maar we leren eigenlijk nog het meest buiten deze formele opleiding.
De uitdaging op het vlak van levenslang leren bestaat er niet alleen in de volwassenen mogelijkheden te bieden om hun kennis te verruimen of om nieuwe kennis op te doen. Het is even belangrijk om de erg waardevolle kwalificaties die veel volwassenen op een informele manier hebben opgedaan door werk- of levenservaring te erkennen en te benutten. Een van onze kiezers is een pionier op het vlak van visteelt. Hij kweekt enkele van de moeilijkste vissoorten die er zijn en hij beheerst de milieuvriendelijke technieken die daarvoor nodig zijn. Hij heeft geen hogere studies genoten, dus wanneer de Commissie subsidies uitdeelt, dan gaan ze nooit naar hem. De subsidies gaan naar academici zonder ervaring die dan aan hem komen vragen hoe hij juist doet wat hij doet. Hij is deze afzetterij beu en de situatie komt de visindustrie niet ten goede.
Ik vraag de commissaris met aandrang om dit te bekijken want er moet een betere oplossing zijn.
Tomáš Zatloukal (PPE-DE) . – (CS) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, het grootste obstakel dat volwassenen ervan weerhoudt om aan onderwijs deel te nemen is tijdgebrek vanwege werk of gezinsverplichtingen. Een andere negatieve factor is het gebrek aan informatie en het gebrek aan motivatie: de heersende mening is dat onderwijs op latere leeftijd niet genoeg gewaardeerd wordt en te weinig oplevert. Volwasseneneducatie moet vooral doeltreffend en rechtvaardig zijn. De onderwijsstelsels van de lidstaten van de EU zijn hoofdzakelijk gericht op onderwijs en beroepsopleiding voor jonge mensen. Er is slechts weinig vooruitgang geboekt bij het veranderen van deze situatie, en deze vooruitgang heeft tot dusver niet veel zoden aan de dijk gezet. Het overkoepelende doel moet daarom zijn om optimaal gebruik te maken van de verschillende onderwijsaanbieders in de volwasseneneducatie. Het is ons doel om juiste en actuele informatie over de mogelijkheden van volwasseneneducatie toegankelijk te maken en om de toegangsvereisten en de kosten toe te lichten, en niet te vergeten om uit te leggen welke voordelen de voltooiing van zo’n opleiding biedt.
Ik ben het met de zienswijze van de rapporteur eens dat de lidstaten kwalitatief hoogstaande adviessystemen en op de individuele burger gerichte financiële prikkels moeten invoeren. De lidstaten moeten ook de ontwikkeling van lokale partnerschappen ondersteunen. Daarnaast is het belangrijk om een evaluatiesysteem ter verificatie van de resultaten van dit onderwijs in verband met nationale kwalificaties in te voeren, waarbij rekening moet worden gehouden met het Europees kader voor kwalificaties. De voordelen van investeringen in volwasseneneducatie worden ook bevestigd door onderzoek van de OESO. Tot de voordelen voor de overheid en particulieren behoren een hogere inzetbaarheid, een hogere arbeidsproductiviteit, minder uitgaven voor werkeloosheidsuitkeringen, minder uitgaven voor sociale uitkeringen en minder vervroegde pensioneringen. Dit verslag moedigt ons aan de vastgelegde beleidsprioriteiten op het gebied van de volwasseneneducatie te heroverwegen en concrete stappen te ondernemen. Ik feliciteer onze rapporteur met haar werk.
Marianne Mikko (PSE) . – (ET) Dames en heren. De uitbreiding in 2004 heeft de economische groei in de Europese Unie versterkt in een mate die tot een ongerechtvaardigd vertrouwen heeft geleid. De afkoeling van de economie leidt thans zelfs in de nieuwe lidstaten tot sociale spanningen.
Ik verwijs naar het wetsontwerp over arbeidsovereenkomsten dat op het moment voor controversiële discussies zorgt in mijn land van herkomst, Estland. In afwachting van ontslaggolven proberen Estische zakenlieden de mensen die moeten afvloeien op te laten draaien voor de sociale gevolgen van het verdwijnen van de werkgelegenheid. Waarschijnlijk vragen de kwetsbaren, namelijk de werknemers die hun baan hebben verloren, zich voor de zoveelste keer af waar ze nu weer voor worden bestraft.
Wanneer er geen doeltreffende stappen worden genomen, blijven zowel flexizekerheid als ook levenslang leren holle frasen, leuzen die ervoor zorgen dat de kwetsbaren in de maatschappij niet de hulp krijgen die ze nodig hebben. Het verhogen van de pensioengerechtigde leeftijd in verband met de hogere gemiddelde levensverwachting betekent dat een 45jarige werknemer nog niet halverwege zijn loopbaan is. Het betekent een nieuw begin op middelbare leeftijd.
Discriminatie op grond van leeftijd en geslacht is echter een onbetwistbare realiteit op de werkplekken in de gehele wereld, met inbegrip van de Europese Unie. De trend om op latere leeftijd kinderen te krijgen betekent dat vrouwen het dubbel zo moeilijk hebben om terug te keren op de arbeidsmarkt.
Het programma voor levenslang leren is in ieder geval tot op zekere hoogte een mogelijkheid om de thans heersende ongerechtigheid te compenseren. Evenzo moeten werkgevers worden aangemoedigd om te investeren in mensen met levenservaring. Werkgevers moeten er van worden overtuigd dat op andere levensgebieden, ja zelfs in het huishouden, verworven kennis en vaardigheden zeer waardevol zijn.
Ik wil nog eens benadrukken dat het systeem van levenslang leren slechts een aanvulling kan zijn op de sociale toezeggingen, niet een vervanging ervan. Hoe ervaren de chauffeurs ook zijn, ze moeten toch altijd hun veiligheidsgordel omdoen.
Ik wil de rapporteur mijn dankbaarheid en gelukwensen uitspreken voor haar uitstekende werk. Dank u wel, mevrouw Pack!
Ljudmila Novak (PPE-DE) . – (SL) De mens is het meest flexibele wezen, daarom hebben vele volwassenen reeds aanvaard dat ze op rijpere leeftijd en als ze een dagje ouder zijn, moeten leren. In de toekomst zullen die mensen die nooit met leren zijn gestopt, zeker een voorsprong hebben bij de aanpassing aan de snelle veranderingen waarmee we elke dag in aanraking komen.
Opdat ouderen zich beter zouden voelen, is het eveneens belangrijk dat ze met hun kennis en ervaringen de maatschappij kunnen blijven vormgeven. Daardoor voelen ze zich tevreden omdat ze nuttig en nodig zijn voor de gemeenschap. Door de vergrijzing van de bevolking zullen we ook nieuwe beroepen, waaraan we in dat kader behoefte hebben en waarvoor net ouderen het meest geschikt zijn, moeten creëren.
Een vriendin van mij met tien kinderen en geen enkele grootmoeder om haar bij de opvoeding te helpen, vroeg me: “Weet je waar ik een oma voor mijn kinderen zou kunnen kopen?” Vaak herinner ik me het verhaal waarin een dokter aan een gepensioneerde lerares vroeg om in het ziekenhuis les te geven aan een ernstig verbrand jongetje dat waarschijnlijk niet zou overleven. Dankzij het doorzettingsvermogen, het geduld en de ervaring van de lerares begon de jongen op haar vragen te reageren. Hij begon in het leven te geloven. Waarom zouden de dokters hem een lerares sturen, die zoveel moeite doet voor hem, als ze ook zelf niet zouden geloven dat hij het zou halen? De kennis van ouderen heeft een jong leven gered.
Jongeren hebben heel wat bekwaamheden en voordelen bij het leren, die ze soms echter niet volledig benutten. Ouderen daarentegen moeten zin krijgen en aangemoedigd worden: ze zijn nooit te oud om te leren en ze kunnen nog inhalen waarvoor ze in hun jeugd misschien geen tijd en middelen hadden. Leren betekent meer genieten van het leven.
Rolf Berend (PPE-DE) . – (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, waarde collega’s, dat algemeen onderwijs en beroepsonderwijs zich niet meer tot de school en de jaren direct daarna kunnen beperken, maar gedurende het gehele arbeidsleven moet worden geactualiseerd en uitgebreid, staat in deze eeuw buiten kijf. De demografische veranderingen spreken in dit verband voor zich.
In deze context stelt het uitstekende verslag van mevrouw Pack een hoop goede ideeën voor en het maakt goed duidelijk dat het noodzakelijk is om een leercultuur tot stand te brengen, met name voor volwassenen. Zo noemt ze een reeks maatregelen die op verschillende gebieden zouden moeten worden getroffen. Natuurlijk is dit vooral een taak van de lidstaten. Daarom kunnen we ook als EU niets voorschrijven, maar we moeten integendeel impulsen geven, de lidstaten verzoeken, aanmoedigen, oproepen om op het gebied van de volwasseneneducatie cursussen aan te bieden, om meer mensen ertoe te bewegen daaraan deel te nemen.
Ik ben er net als de rapporteur van overtuigd – dat zeg ik nu als ondervoorzitter van de Commissie regionale ontwikkeling – dat veel lidstaten zich er niet ten volle van bewust zijn van de betekenis en de toepassingsmogelijkheden van het Europees Sociaal Fonds en andere structuurfondsen voor de verwezenlijking van de doelstelling van levenslang leren. Met het oog hierop dient u de structuurfondsen te controleren en ook te waarborgen dat er meer geldmiddelen ter beschikking worden gesteld voor diegenen die de meeste behoefte aan levenslang leren hebben. Om kort te gaan, het verslag pleit er duidelijk voor dat de lidstaten actief gebruik maken van het Europees Sociaal Fonds en dat de Commissie de specifieke programma’s op dit vlak uitbreidt.
Carlo Fatuzzo (PPE-DE) . – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik ben zeer blij vanavond voor een Huis te spreken dat, ik moet het toegeven, zeer goed bezocht is.
Mevrouw Pack heeft vandaag een verslag over volwasseneneducatie “Een mens is nooit te oud om te leren” gepresenteerd met de intelligentie en kennis van zaken die wij van haar gewend zijn. Ik ben verheugd de afgevaardigden van de Commissie hier te zien – onder andere de heer Figel’ die ik als een van de meest actieve en toegewijde politici op dit vlak beschouw – omdat er echte betrokkenheid nodig is, omdat dit thema – onderwijs en opleiding voor jongeren, werknemers of ouderen – de burgers werkelijk dichter bij Europa zou kunnen brengen.
Ik zou graag iets over een groep van volwassenen willen zeggen die van dit onderwijs zouden kunnen profiteren: er zijn namelijk volwassenen van de eerste, tweede en derde leeftijd. Met volwassenen van de derde leeftijd bedoel ik diegenen die met werken zijn gestopt, met pension zijn gegaan en nu eindelijk in alle rust een iets kunnen leren wat ze altijd al hadden willen leren, maar wat zij door tijdgebrek niet konden doen. Ik zou bijvoorbeeld astronomie gaan studeren, anderen misschien natuurkunde of aardrijkskunde.
Mijns inziens is het juist en belangrijk dat Europa de overgang versoepelt van beroep en het arbeidsleven naar de tijd daarna waarin zij net zozeer het recht hebben om te leren en onderwijs te volgen. Daarom ben ik zeer tevreden met dit verslag en dit initiatief van het Europees Parlement om het leren ook onder ouderen te bevorderen.
Zuzana Roithová (PPE-DE) . – (CS) Dames en heren, bij de strijd tegen de werkeloosheid het een centraal doel van onze strategie zijn om het voor de werknemers makkelijker te maken zich aan de arbeidsmarkt aan te passen, iets wat kan worden bereikt door levenslang leren. De doelstelling was dat in 2010 ten minste twaalf procent van de mensen deelnemen aan volwasseneneducatie. Het is nu al duidelijk dat dit doel niet zal worden bereikt. Ik wil er echter op wijzen dat sommige landen, bijvoorbeeld Nederland en Oostenrijk, het doel van Lissabon al hebben gehaald dankzij belangrijke prikkels zoals bijvoorbeeld de verdeling van de tijd en de kosten tussen de werknemers, de bedrijven en de overheid. De Deense ervaringen zijn ook zeer waardevol. Hier vergemakkelijkt het ruilen van de werkplek het verkrijgen van kwalificaties. Wanneer een werknemer op cursus is, wordt zijn baan overgenomen door iemand die op dat moment werkeloos is. Deze en andere landen bewijzen dat het mogelijk is dat met flexibiliteit op de arbeidsmarkt voor vernieuwingen kan worden gezorgd die nieuwe banen creëren. Het resultaat is het laagste niveau van langdurige werkloosheid: de langdurige werkloosheid ligt in Denemarken slechts bij 0,8 procent. Ik hoop dat de situatie zelfs in de nieuwe landen fundamenteel zal veranderen door goede voorbeelden en door sterke prikkels die door het Europees Sociaal Fonds worden gegeven. Ik juich de mededeling van de Commissie en het verslag van mevrouw Pack toe.
Mihaela Popa (PPE-DE) . – (RO) Inderdaad is het nooit te laat om te leren. Ik wil de rapporteur feliciteren met haar aanpak van dit thema, dat van essentieel belang is op Europees niveau en daarbuiten. Het is betreurenswaardig dat veel burgers nog altijd geloven dat onderwijs iets is wat alleen in het eerste deel van het leven kan worden genoten.
We moeten de toegang bevorderen tot de beschikbare Europese fondsen voor volwasseneneducatie, vooral in de lidstaten die recentelijk tot de Unie zijn toegetreden. Het absorptieniveau van deze fondsen is in deze staten aan de lage kant en het aantal mensen dat deelneemt aan bijscholingen en levenslang leren is zeer beperkt.
Ik geloof dat het van essentieel belang is om de houding van jonge mensen te veranderen die nog aan het begin van hun opleiding staan, om ze zo voor te bereiden op een Europa dat in beweging is. Door de ontwikkeling van nieuwe programma’s op Europees niveau moeten we het tot hun laten doordringen dat scholing niet ophoudt na het bereiken van een eerste kwalificatie. Het is belangrijk om te beseffen dat iedereen, wanneer dan ook, nieuwe vaardigheden kan verwerven, ongeacht hun leeftijd, ras, geslacht of woonplaats. Wanneer we met dit alles rekening houden, komt een fundamenteel gebod naar voren: we moeten in staat zijn te leren.
Zita Pleštinská (PPE-DE) . – (SK) Dames en heren, de zeer snelle veranderingen in de structuur van de arbeidsmarkt vergen hooggeschoolde werknemers. Mensen met lage kwalificaties bij de sociale en economische vooruitgang blijven aan de kant staan.
Creativiteit en innovatie zijn de sleutelbegrippen van de moderne tijd. Hoe vindingrijker iemand is, des te meer is hij een bron van creativiteit voor de economie. Welvarende economieën zijn economieën die in mensen investeren (dat wil zeggen in onderwijs), in de basisvaardigheden van de werknemers op het gebied van de technologie en taal. Het is belangrijk om door levenslang leren de mogelijkheden te wekken die in mensen van alle leeftijden sluimeren en erop wachten om te worden gebruikt.
Ik ben ervan overtuigd dat dit geweldige verslag van de rapporteur, Doris Pack, “Volwasseneneducatie: Een mens is nooit te oud om te leren”, niet tot woorden beperkt zal blijven, ik ben ervan overtuigd dat we er in zullen slagen dit verslag om te zetten in maatregelen. Commissaris Figeľ, dank u voor uw persoonlijke inzet op het gebied van levenslang leren.
Roberta Alma Anastase (PPE-DE) . – (RO) Net als mijn collega’s wil ik mevrouw Doris Pack ook feliciteren met haar werk als rapporteur. Het thema is zeer belangrijk voor het Europa van vandaag en vooral voor het Europa van morgen.
Zowel de ontwikkeling van een nieuwe samenleving als ook de sociale cohesie zijn nauw verbonden met het onderwijs, en hierbij moeten we niet alleen denken aan het formeel onderwijs. We moeten namelijk ook niet-formeel en informeel onderwijs bevorderen dat zeer sterk op het individu is gericht.
Ik wil de aandacht vestigen op het belang van onderwijs voor allochtonen. Ik geloof dat in de praktijk is gebleken dat onderwijs voor allochtonen noodzakelijk is voor hun sociale integratie, voor tolerantie, stabiliteit, het prestatievermogen en voor de Europese ontwikkeling in het algemeen.
Jerzy Buzek (PPE-DE) . – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik zou de rapporteur, mevrouw Pack, van harte willen gelukwensen. Dat geldt ook voor de commissaris, die zijn functie op voortreffelijke wijze vervult, ook wat betreft zijn optreden ten voordele van het Europees Technologisch Instituut. Dat thema is vandaag echter niet aan de orde. Ik zou één bepaalde kwestie onder de aandacht willen brengen.
Aan het begin van de twintigste eeuw heeft Europa de strijd aangebonden met het analfabetisme. In de tweede helft van de twintigste eeuw konden alle Europeanen lezen en schrijven. De analfabeten van vandaag zijn personen die niet met een computer overweg kunnen of geen toegang tot het Internet hebben. Ik zou willen voorstellen om deze kwestie voortaan nog sterker te benadrukken.
De digitale kloof is ook een generatiekloof. Het is belangrijk dat we weten over hoeveel jaar – vijf of tien – elke Europeaan in staat zal zijn om een computer te bedienen, ongeacht zijn leeftijd, en toegang zal hebben tot het Internet. Met het oog hierop zouden in verafgelegen delen van Europa internetcafés kunnen worden ingericht waar in één ruimte meerdere computers voorhanden zijn, die door alle inwoners mogen worden gebruikt. Dit is een belangrijke uitdaging voor de 21ste eeuw.
Ján Figeľ, lid van de Commissie. – (SK) Ik denk dat deze bijdragen voor een groot deel een aanmoediging zullen vormen voor meer betrokkenheid bij het thema volwasseneneducatie.
Vanuit deze gedachte, en zoals reeds is gezegd, is het nooit te laat om te leren. In het tweede document wordt gesteld dat er voor leren altijd een goede reden of het juiste moment is. Ik zou willen zeggen dat ik het verslag van Doris Pack en de talrijke initiatieven die hier werden genoemd beschouw als een aanvulling op of een toevoeging bij hetgeen de Commissie zelf heeft voorgesteld. Deze denkwijze is daarom waardevol en welkom. Ik wil nog terugkomen op enkele specifieke maatregelen die de algemene aanpak op belangrijk punten bevorderen en verbeteren: namelijk het motiveren van volwassenen om deel te nemen aan onderwijs; het de bevordering van het samengaan van werk, gezinsleven en levenslang leren; de behoefte aan solidariteit tussen de generaties en tussen de culturen; het belang van actief en passief taalonderwijs; het respecteren van de specifieke behoeften van kwetsbare groepen en het belang van hooggekwalificeerde leraren, waarover we pas geleden hebben gesproken: het is een van de centrale factoren voor succes in het onderwijs; en een betere toegang tot het hoger onderwijs en het leveren van vergelijkbare statistische gegevens en informatie.
De Commissie zal ook over uw voorstel nadenken om de loopbaanverwachtingen die met volwasseneneducatie verbonden zijn te onderzoeken, evenals over de financiering van de volwasseneneducatie. Dit zijn zeer precieze vragen waarop gedeeltelijk alleen de lidstaten een antwoord kunnen geven.
Uiteindelijk zullen uit dit verslag, maar ook van de documenten van de Commissie onder meer debatten in de lidstaten en conclusies van de Raad van Ministers in februari voortvloeien. Ik geloof dat ze zich hier serieus mee bezig zullen houden en een volwasseneneducatie ondersteunen die toegankelijk en van hoge kwaliteit is. Ten slotte wil ik nog één gedachte kwijt: het gaat niet alleen om waardering en dankbaarheid, maar ook om waardering van inspiratie. Als commissaris, politicus en vader ben ik ervan overtuigd dat onderwijs – en ik bedoel toegankelijk en hoog gekwalificeerd onderwijs – de belangrijkste factor is voor de politieke, economische, sociale en culturele ontwikkeling van individuen en de maatschappij als geheel. Tevens schept onderwijs gelijkheid, namelijk door gelijkheid te scheppen op gebieden die een voorwaarde zijn voor de gelijkheid van allen. Dank u zeer, ik verheug mij op onze verdere samenwerking.
Doris Pack, rapporteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, beste commissaris, allereerst wil ik alle collega’s hartelijk bedanken voor hun complimenten. Hiervan wil ik er graag een paar doorgeven aan Jan Figeľ. Nadat ik sinds 1993 de trom voor volwasseneneducatie roer, hebben we na het eerste succes van het Grundtvig-Programma nu het grote succes dat volwasseneneducatie op alle beleidsgebieden als iets belangrijks wordt aangezien.
Ik vind het zeer belangrijk om alle mogelijke prikkels te geven om mensen te motiveren om als volwassene een opleiding te beginnen. Velen hadden nooit de kans, velen zullen moeten worden gemotiveerd. Men moet schroom helpen overwinnen, belemmeringen uit de weg ruimen, zodat ze er aan kunnen deelnemen. Daarom geloof ik ook dat veel volkshogescholen, stichtingen en liefdadigheidsinstellingen die heden al uitblinken in dit werk, ondersteuning moeten krijgen, zodat het hoge niveau – dat voor mijn part ook nog hoger kan worden – bij deze onderwijsinstanties kan worden gehandhaafd. Zoals ik eerder al heb gezegd, moeten we ervoor zorgen dat de kwaliteit van de volwasseneneducatie nog beter wordt.
Ik verheug me erover te horen dat zich nu al een werkgroep heeft gevormd in uw afdeling van de Commissie, mijnheer Figel’. Ik ben blij dat dit misschien ook aan Grundtvig kan worden gekoppeld, en dat wij als het ware het startschot kunnen geven voor de nationale regeringen.
Laten we dus beginnen. We moeten nu werkelijk op de mooie woorden daden laten volgen, en we moeten simpelweg het spreekwoord: “Wat Jantje niet leert, zal Jan niet weten” weerleggen. Dat is zo fout als het maar kan, en daarom hoop ik dat we met onze en uw ondersteuning nu kunnen proberen om de nationale regeringen te paard te helpen en aan te sporen. Het galopperen zal nog wel even duren.
De Voorzitter . − Het debat is gesloten.
De stemming over dit onderwerp zal plaatsvinden op woensdag 16 januari 2008 om 12.00 uur ‘s middags.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Edit Herczog (PSE), schriftelijk. – (HU) Ik wil graag de rapporteur en de comités bedanken voor hun succesvolle en uitermate sociale werk. Ik vond het jammer toen ik erachter kwam dat er geen enkele verwijzing in te vinden was over het ontwikkelen van de vaardigheden op het gebied van informatie en communicatie. Laten we er eens bij stilstaan hoeveel wetten we in de afgelopen jaren wel niet hebben opgesteld waarin nieuwe rechten aan de Europese burgers werden toegekend, en in hoeveel van die wetten hebben we wel niet voorgeschreven dat werknemers, consumenten, pensioengerechtigden of zelfs toeristen de desbetreffende informatie en formulieren via het internet moesten kunnen verkrijgen.
Dit alles heeft pas zin als de begunstigden deze gegevens ook raadplegen. De ontwikkeling van “e-vaardigheden” binnen het programma Een leven lang leren en het basisonderwijs zal van levensbelang zijn en de hoeksteen vormen van de op kennis gebaseerde informatiemaatschappij. Nog een cruciale taak voor de lidstaten is het bevorderen van de gelijke kansen op IT-gebied en de toegankelijkheid tot elektronische middelen. Ik ben zeer verheugd, dat alle Hongaarse partijen het op dit punt eens zijn, ook al verschillen ze op veel andere punten van mening.
De moderne informatie- en communicatietechnologieën vormen op zichzelf een ongeëvenaarde mogelijkheid om cohesie en gelijke kansen te bevorderen, maar we kunnen deze mogelijkheid alleen benutten, als we ervoor kunnen zorgen dat iedereen er zijn hele leven gebruik van kan maken, zodat zelfs voor “e-vaardigheden” de titel van de Mededeling van de Commissie onvermijdelijk waar is: “Een mens is nooit te oud om te leren.” Ik dank u voor uw aandacht.