Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2114(INI)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0502/2007

Debatten :

PV 15/01/2008 - 18
CRE 15/01/2008 - 18

Stemmingen :

PV 16/01/2008 - 4.4
CRE 16/01/2008 - 4.4
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0013

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 16 januari 2008 - Straatsburg Uitgave PB

5. Stemverklaringen
Notulen
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf (A6-0508/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, in de Commissie begrotingscontrole heb ik een aantal verslagen van de Rekenkamer over verduistering en frauduleuze uitgave van fondsen uit de landbouwbegroting gevolgd. Daarom verheugt het mij dat het Parlement vele nieuwe technologieën gunstig onthaalt, in het bijzonder met betrekking tot dit aspect van de landbouw.

Ik hoop dat deze informatie, zoals in een van de amendementen in dit verslag wordt voorgesteld, in de toekomst via het internet kan worden verstrekt aan alle belangstellenden in de gehele Europese Unie, in het bijzonder de verschillende nationale auditinstanties in elke lidstaat, zodat ze bijvoorbeeld kunnen zien of in Griekenland meer oppervlakte voor olijfproductie wordt gevraagd dan er eigenlijk beschikbaar is.

Ik wil het ook hebben over het grondwettelijk verdrag. Ik wil er zeker van zijn dat het Parlement zijn mening mag geven en dat de bevolking in de toekomst een referendum krijgt. Daarom leg ik bij alle verslagen een stemverklaring af.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, het is misschien niet duidelijk waarom, ik als afgevaardigde van Londen, een stemverklaring over een kwestie met betrekking tot landbouw en het gemeenschappelijk landbouwbeleid afleg. Wij moeten echter erkennen dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid via hogere prijzen op de consumenten in de gehele EU invloed heeft.

Daarom moeten wij er allemaal op toezien hoe het geld van de belastingbetaler wordt besteed op een aantal gebieden, waaronder het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

Ik begrijp dat er in het kader van het beheer van het gemeenschappelijk landbouwbeleid een grote behoefte is aan informatie over het landgebruik. Wij juichen daarom het gebruik van betere technologie allemaal toe. Ik hoop dat vele van mijn kiezers daarvan de vruchten zullen plukken door die technologie te leveren.

Ik ben het ook met mijn collega’s eens dat een van de redenen om een stemverklaring af te leggen is dat de Europese en Britse bevolking de kans moeten krijgen via een referendum hun mening over het grondwettelijk verdrag kenbaar te maken.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . Ik herinner de leden eraan dat wij hier stemverklaringen over de betrokken verslagen willen horen. Als iemand over iets anders wil spreken, zal ik hem in overeenstemming met het Reglement onderbreken.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik zal het met genoegen over het verslag zelf hebben. Het verslag-Graefe zu Baringdorf geeft uitleg bij de nieuwe methodes om fraude met betrekking tot landbouw in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) aan te pakken. Het betreft een van de meest ondoelmatige, dure, verspillende, bureaucratische en amorele stelsels ter ondersteuning van de landbouw uit de geschiedenis. Geen enkele verzameling agrometeorologische handigheidjes kan het redden. Trek uw conclusies uit de ervaring met het GLB.

Alvorens een organisatie nieuwe bevoegdheden te geven, moeten wij nagaan hoe ze omgaat met de bevoegdheden die ze reeds heeft. De landbouw is sinds 1960 de belangrijkste bevoegdheid van de Europese Unie. Kijk naar de mislukkingen, de ecologische afbraak, de vernietiging van overschotten, de armoede in Afrika die daar het gevolg van zijn. Is dit de instelling die wij nu bevoegd willen zien voor buitenlands beleid, strafrecht en defensie? Moeten wij daarover niet de bevolking raadplegen in de referenda die ons waren beloofd?

Van Cato de Oudere wordt gezegd dat hij elke redevoering, ongeacht het onderwerp, eindigde met de eis dat Carthago zou worden vernietigd. Ik zal mijn interventie eindigen met de eis dat het Lissabonverdrag voor de burger wordt gebracht: Pactio Olisipio censenda est!

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Allister (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik denk dat niemand van ons zich al te veel zorgen moet maken over nieuwe technologie, maar het is belangrijk dat die wordt gebruikt zoals het hoort, en niet wordt misbruikt.

Er is echter veel misbruik, in het bijzonder in Zuid-Europa en met betrekking tot het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Ik vertrouw erop dat deze technologie kan helpen daar paal en perk aan te stellen. Wij kunnen dan veel meer besparen dan de 400 euro waarover iemand zich beklaagde, als het om transparantie van de stemming gaat.

In dit verslag wordt over teledetectie gesproken. Als Europa democratische gevoelens leert detecteren, zou het in geheel Europa grote verontwaardiging bespeuren over het feit dat de burger wordt uitgesloten en dat hem het recht wordt ontzegd zijn mening te geven over de belangrijkste kwestie, meer bepaald hoe hij moet worden bestuurd.

 
  
MPphoto
 
 

  Roger Helmer (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, het gemeenschappelijk landbouwbeleid is een overblijfsel uit de twintigste eeuw. Gedreven door demografische invloeden en de opkomst van biobrandstof neemt de vraag naar landbouwproducten toe. De idee dat de Europese Unie een groot deel van haar begroting dient te besteden aan de subsidiëring van landbouwproductie, is eenvoudigweg niet bij de tijd. Wij behoeven dus geen betere technologie om het verkeerde te doen. We moeten daar gewoon mee ophouden.

Ik heb, als trouwe conservatief, voor deze maatregel gestemd, zij het met tegenzin.

Ik betwist bovendien het recht van het Parlement – zijn democratische legitimiteit – deze of enige andere maatregel goed te keuren, aangezien wij het oordeel van de burger over het Verdrag van Lissabon verwerpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Nirj Deva (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben van mening dat deze teledetectiemaatregel uitermate doeltreffend zou zijn om te snoeien in de bureaucratie met betrekking tot etikettering waaronder een aantal van mijn landbouwers in het zuidoosten van Engeland thans gebukt gaan. Als het goed werkt, zou dit mechanisme de werking van het uitermate ondoeltreffende bureaucratische systeem dat het GLB is, doeltreffender maken. Als trouw conservatief heb ik de maatregel daarom gesteund. Ik erken echter dat een herziening van het gehele GLB al lang had moeten plaatsvinden. Ik verzoek de leden van het Parlement die het daarmee eens zijn, dat proces te bespoedigen. Als wij koeien op afstand kunnen detecteren, waarom kunnen wij dat dan niet met de mening van de burger over het referendum?

 
  
MPphoto
 
 

  Derek Roland Clark (IND/DEM) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik verklaar met veel genoegen mijn stem tegen het verslag-Graefe zu Baringdorf. Ik heb tegengestemd omdat elk type teledetectie-apparaat tot surveillance op langere afstand leidt. Waar zal dat eindigen? Wij willen niet dat op de Europese burger door een teledetectie-apparaat, een camera in de lucht wordt toegezien. Dat is precies waartoe het verslag-Graefe zu Baringdorf bij uitbreiding zal leiden.

Wij stellen ons de vraag of dit een excuus is om het Galileo-project werk te geven. Met de enorme hoeveelheid geld die aan dat project wordt besteed, kon voor alle hoofdelijke stemmingen van de komende tien jaar in het Parlement worden betaald.

Als de EU op iets wil toezien, laat het dan de wensen zijn van de Europese burger. Wij moeten onverwijld een referendum over de nieuwe, in Lissabon ondertekende grondwet organiseren.

 
  
MPphoto
 
 

  Godfrey Bloom (IND/DEM) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik weet dat u het met onze mening over dit referendum eens bent. Ik weet dat u zelf een referendum wilt, omdat dit het Parlement legitimiteit zou geven. Dat politieke verschil buiten beschouwing gelaten, ben ik gelukkig geen conservatief. Ik moet daarom niet blindelings voor totale onzin stemmen. Ik kan stemmen met gezond verstand, en ik heb tegen het verslag-Graefe zu Baringdorf gestemd omdat ik de hele idee van spionnen in de lucht en satellieten zeer onaangenaam en uitermate angstaanjagend vind. Naar mijn mening kan het op lange termijn alleen tot misbruik leiden. Dat zal beslist gebeuren – en ik weet dat onze vriendin hier dat geweldig vindt –, maar wij moeten natuurlijk aan de volgende generatie denken. Ik vrees dat ik politici diep wantrouw. Als ze een vermogen kunnen misbruiken, doen ze dat altijd. Dat zou in dit geval niet anders zijn. Daarom heb ik tegengestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Graham Booth (IND/DEM) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil verduidelijken waarom ik tegen het verslag van de heer Graefe zu Baringdorf heb gestemd. Het GLB heeft de landbouwindustrie in het VK in de voorbije dertig jaar alleen geschaad. Wij willen geen inmenging van de EU, en die inmenging zou nog toenemen. Ik heb dus tegen gestemd omdat wij in het VK de bevoegdheid terugwillen om onze eigen landbouw te beheren. De kans daarop is echter zeer klein als wij de stem negeren van de Franse en de Nederlandse burger in het referendum dat wij over de grondwet zouden moeten krijgen.

 
  
  

- Verslag-Kurt Lechner (A6-0504/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Březina (PPE-DE) . – (CS) Ik zou willen benadrukken dat ik vóór het verslag over consumentenkrediet heb gestemd, omdat ik denk dat het verslag een stap in de goede richting is. Ik ben blij dat we erin geslaagd zijn het toonaangevende enthousiasme van de Commissie en de Raad over een gedetailleerdere wetgeving, die, naar mijn mening, niet wenselijk is, te temperen. Er zijn verschillen tussen de lidstaten als gevolg van hun verschillende rechtstradities en culturen betreffende financiering en een poging om deze verschillen geforceerd op te heffen zal volgens mij niet tot succes leiden. Daarom is het goed dat het Europees Parlement zich heeft gericht op de basiselementen: principes van harmonisatie van consumentenkrediet (hier zou ik willen wijzen op het recht om een overeenkomst te annuleren en de optie van vroegtijdige terugbetaling zonder financiële sanctie voor de consument). Ik denk dat een termijn van twee weken voor de terugtrekking uit een overeenkomst door een van de partijen noodzakelijk is voor de rechtszekerheid van alle betrokken partijen. Tegelijkertijd is het belangrijk ervoor te zorgen dat in geval van een gekoppelde kredietovereenkomst deze deadline op verzoek van de consument beperkt kan worden tot drie dagen. Hierdoor kunnen consumenten het gekochte product eerder in bezit nemen. Ik denk dat een bepaling die garandeert dat vroegtijdige terugbetaling van krediet consumenten niet kan benadelen, meer dan voldoende is. De lidstaten zijn verplicht deze bepaling op te nemen in hun nationale wetgeving waardoor de consumentenbelangen dus zijn beschermd.

 
  
MPphoto
 
 

  Zuzana Roithová (PPE-DE) . – (CS) Dames en heren, ik ben blij dat wij vandaag, na zes jaar discussiëren, Europa geharmoniseerde kredietregels hebben gegeven. De consumentenbescherming wordt verbeterd en dit geldt ook over de grenzen heen. Het is mogelijk dat dit een beetje helpt om ongewenste schulden van gezinnen te beperken. De termijn van veertien dagen voor de terugtrekking uit een overeenkomst zonder boete zou moeten helpen, net zoals de plicht de koper van te voren van gestandaardiseerde informatie te voorzien over alle leenkosten. Het nieuwe element is het recht om de lening vroegtijdig af te lossen. Wat ons het meest verdeelde, was hoe ervoor kan worden gezorgd dat de banken geen vreselijke boetes hanteren voor vroegtijdige aflossingen. De hoogte van de boetes moet nu alleen corresponderen met de feitelijke uitgave. Toch denk ik dat het passend zou zijn om ook het niveau van de kosten te beperken, met het oog op de restwaarde van het krediet, waar we vandaag voor hebben gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Zita Pleštinská (PPE-DE) . – (SK) Mevrouw de Voorzitter, ik heb gestemd vóór het gemeenschappelijke standpunt van de Raad, dat werd geamendeerd door het verslag van Kurt Lechner.

Na meer dan zes jaar wetgevend werk, is de richtlijn over consumentenkredietovereenkomsten een aanzienlijke stap vooruit in de bescherming van contractuele vrijheid en dit is bevorderlijk voor verantwoorde besluitvorming door consumenten. Men moet in het achterhoofd houden dat een groot aantal regels niet automatisch betekent dat de consument beter beschermd is. Een stortvloed aan informatie kan leiden tot meer verwarring, vooral in het geval van een onervaren consument, waardoor het doel van eenvoud en transparantie wordt voorbijgestreefd. Bovendien brengt dit hogere kosten met zich mee, die uiteindelijk worden afgeschoven op de consument.

Ondanks het feit dat de belangstelling voor kopen op krediet voortduurt, en ondanks het gebruik van consumentenkredietproducten, zijn maar weinig consumenten zich bewust van de risico’s die gepaard gaan met consumentenkrediet, bijvoorbeeld dat zij in geval van ziekte of het verlies van hun baan misschien niet in staat zijn te betalen. Ik denk dat deze richtlijn de consumenten zal helpen de juiste beslissingen te nemen op basis van een snel en eenvoudig proces dat hen in staat stelt meerdere aanbiedingen van binnenlandse en buitenlandse aanbieders te vergelijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, het verslag heeft in de Commissie interne markt en consumentenbescherming in beide lezingen lange tijd gerijpt. Iedereen weet dat ik in het begin ernstige kritiek had op het verslag, toen het nieuwe producten die beschikbaar zijn in één markt verwarde. Ik denk daarbij aan de markt van het Verenigd Koninkrijk en aan hypotheken waarbij je je kredietbalans bij dezelfde bank tegen je hypotheek in evenwicht kunt brengen. Overeenkomstig de oorspronkelijke voorstellen in dit verslag zou dat verboden zijn. Na zes jaar hebben wij nu nieuwe zorgen, al hebben we zes jaar over dit verslag gepraat, betreffende de vervroegde terugbetaling van kredieten.

Dit is een zeer belangrijk stuk wetgeving. Het raakt zeer veel mensen, onder wie alle huiseigenaars in mijn kiesdistrict. Ik had het daarover op een vergadering van de conservatieven in Harpole ten huize van een zekere Michael Orton-Jones. Hij stelde mij vragen over de in het Parlement goedgekeurde richtlijnen betreffende consumentenkrediet en witwaspraktijken.

Wij moeten met dit soort zeer belangrijke wetgeving bedachtzamer omspringen.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik vertegenwoordig Londen, de beste stad ter wereld en de plaats waar zich de twee grootste financiële districten van Europa bevinden. Ik heb het over de City of London, de voornaamste financiële macht ter wereld, en de Docklands, namelijk Canary Wharf , waar vroeger alle goederen en nu financiële diensten wereldwijd worden verhandeld.

Ik denk dat het een groep grote Zweedse filosofen was die zei: ‘Money, money, money, I work all day, I work all night to pay the bills I have to pay, ain’t it sad. But in my dreams I have a plan. I’ll get myself a wealthy man.’

In mijn geval zal dat niet zo zijn. Ik heb immers een andere voorkeur. Het is echter wel belangrijk voor de Europese consument dat wij blijven zoeken naar manieren om toegang tot consumentenkrediet gemakkelijker te maken, niet alleen voor mijn kiezers in Londen, maar ook voor de financiële-dienstenindustrie.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . Mijnheer Kamall, ik tracht dit zeer ernstig te nemen. Ik hoop dat het niet zal ontaarden in het radioprogramma Just a Minute, dat wij in het Verenigd Koninkrijk zo goed kennen.

(Gelach)

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, één minuut zonder herhaling, afwijking of – wat was het andere – twijfel, het is waar!

Laten wij beginnen bij de eerste beginselen. Waarom moet de Europese Unie een beleid hebben voor de harmonisering van wetgeving betreffende consumentenkrediet? Dit verslag gaat naar mijn mening uit van een misverstand wat de samenhang betreft. Vrije handel en open markten vereisen geen gemeenschappelijke wetgeving met betrekking tot elk aspect van de handelsactiviteiten. Eerder is het tegendeel waar. Vrije markten zijn afhankelijk van diversiteit, verscheidenheid en pluralisme. Hoewel een zeker mate van zachte regelgeving op nationaal niveau soms aan de orde is, staat dit niet gelijk met Europese harmonisering van elk aspect van de marktactiviteit.

Dit is belangrijk omdat dezelfde conceptuele fout aan de basis ligt van de in het Verdrag van Lissabon voorgestelde uitbreiding van de jurisdictie van de EU. Het gaat om consumentenbescherming, justitie, binnenlandse en buitenlandse zaken, defensie en zo meer.

Als wij de bevoegdheid voor deze gebieden grotendeels naar Brussel willen overhevelen, moeten we tenminste het fatsoen hebben eerst onze kiezers te raadplegen. Het Verdrag van Lissabon moet voor de burger worden gebracht: Pactio Olisipio censenda est!

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Allister (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, zoals wij allemaal weten, is harmonisering sedert het ontstaan van de EU een zeer belangrijk instrument, dat elk facet van ons leven heeft beïnvloed. Het is duidelijk een strategie om de relevantie en het belang van nationale besluiten, de mogelijkheid om die te nemen en het belang van de nationale instellingen te beperken.

Het was dus de modus operandi van de intensivering van de Europese integratie. Daarom ben ik het vijandig gezind. Ik geloof immers sterk in het recht van de lidstaten om binnen hun grenzen te regelen wat hun burgers aangaat.

Wij willen één aspect van de harmonisering ondersteunen. We kunnen het recht van de burger harmoniseren om zich uit te spreken over het Verdrag van Lissabon.

 
  
MPphoto
 
 

  Roger Helmer (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik denk dat het relevant is bij een stemverklaring te vermelden hoe wij hebben gestemd. Als trouw conservatief heb ik voor deze maatregel gestemd. Als ik zelf had mogen beslissen, had ik tegengestemd, en wel om de door een aantal collega’s zeer duidelijk uiteengezette redenen. Ik denk daarbij voornamelijk aan de heer Hannons verwijzing naar de voor een vrije markt vereiste diversiteit.

 
  
MPphoto
 
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik verzoek de heer Helmer mij te laten spreken. Ik vroeg mij af of hij zijn opmerkingen kon herzien omdat, aangezien dit een tweede lezing is, er een...

(De spreker wordt door de Voorzitter onderbroken)

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . (EN) Het spijt mij, maar wij zullen naar de stemverklaring van de heer Helmer luisteren. Elke spreker heeft een minuut om een stemverklaring af te leggen. Mijnheer Helmer, gaat u verder.

 
  
MPphoto
 
 

  Roger Helmer (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben het ermee eens dat krediet een bevoegdheid is van de nationale overheden, onderworpen aan plaatselijke gebruiken en praktijken. Het volume grensoverschrijdend krediet is onvoldoende groot om harmonisering te rechtvaardigen. Mag ik erop wijzen dat de Europese Unie zelf haar krediet bij de burger verliest omdat ze weigert via referenda te doen wat nodig is om zichzelf te legitimeren?

 
  
MPphoto
 
 

  Nirj Deva (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit herinnert mij aan mijn tijd in het huis van afgevaardigden. Als dit verslag de heer Brown en deze inepte Labourregering had kunnen helpen de Northern Rock-crisis te voorkomen of die regering iets had kunnen leren over het leiden van een economie, had ik het misschien een goed verslag genoemd.

Als trouw conservatief moest ik het echter ondersteunen. Krediet veronderstelt echter vertrouwen. Is het omdat de Europese Unie haar burgers niet kan vertrouwen en de Europese burgers de Europese instellingen niet kunnen vertrouwen, dat er geen referendum wordt gehouden? Is dat zo omdat wij er geen vertrouwen in hebben dat de burgers de juiste beslissing zullen nemen?

 
  
MPphoto
 
 

  Derek Roland Clark (IND/DEM) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb met betrekking tot dit verslag gestemd om de lidstaten te helpen. Ik kies daarom de volgende onderdelen uit: amendement 46, afzonderlijke stemming – van de eigen wetten van de lidstaten mag niet worden afgezien. Ik heb daarvoor gestemd, en ik ben blij dat ik werd gesteund. Ik heb gestemd voor amendement 9, lid 1 – uitbreiding van gebieden waarop een verplichting niet van toepassing zal zijn. Het spijt mij dat dit niet is goedgekeurd. Ik heb gestemd voor amendement 29, waar staat dat compensatie overeenkomstig de nationale wetgeving moet zijn. Het spijt mij dat ook dit niet is goedgekeurd.

Ik heb dus gestemd om de regeringen van de lidstaten te helpen. Dat betekent echter niet dat ik wil dat die regeringen zich in de zaken van financiële instellingen en banken mengen. Zoals de heer Deva zei, zijn ze slecht toegerust om dat te doen. In het geval van Northern Rock hebben ze de helft van de schatkist besteed aan een reddingspoging. Wie weet of het daarbij ophoudt. Wij weten dat het ophoudt voor de referenda over het Verslag van Lissabon, en dat dit verkeerd is.

 
  
MPphoto
 
 

  Graham Booth (IND/DEM) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik moet iets opbiechten. Ik bezit geen enkele kwalificatie voor deze baan. Toch draag ik hier bij tot het maken van wetten voor ongeveer 400 miljoen mensen. Als ik hier in het volle Parlement rondom mij kijk, vrees ik, gezien het niveau van het debat, dat zeer veel leden even weinig gekwalificeerd zijn als ik. De burgers van de lidstaten beschikken samen over een enorme hoeveelheid intelligentie. Toch ontzeggen wij hun het recht hun eigen beslissingen te nemen. Naar mijn mening dienen politici van dit terrein weg te blijven en moeten zij de burger laten beslissen. In het bijzonder moeten die een referendum over de grondwet van de EU krijgen.

 
  
  

- Verslag-Roberta Angelilli (A6-0520/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  John Attard-Montalto (PSE) . – (MT) Ik zou graag een korte toelichting willen geven op de manier waarop ik heb gestemd om de aandacht te krijgen van de Maltese autoriteiten. Ik zou graag in het bijzonder twee zaken onder de aandacht willen brengen. Ten eerste de zaak van de jongen uit Gozo, de zoon van de heer Attard, die de afgelopen twee jaar de aandacht van de media trok vanwege de manier waarop zijn vader benadeeld werd doordat hem zijn vaderschapsrechten werden ontzegd als vaderfiguur en om zijn kind in zijn land, Gozo, te laten wonen. Ten tweede de recente strafzaak van een 13-jarig meisje, waarin de autoriteiten niet wisten waar zij naartoe gebracht moest worden; eerst werd ze naar de gevangenis gestuurd, en vervolgens naar een psychiatrische inrichting. Dit is een ernstige fout. Dank u wel.

 
  
MPphoto
 
 

  Hubert Pirker (PPE-DE) . – (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik spreek namens de ÖVP-Europa-Club. We hebben tegen alle artikelen over het recht op seksuele en reproductieve gezondheid gestemd, omdat in de interpretatie van deze tekst natuurlijk ook zwangerschapsafbrekingen op elk moment bedoeld kunnen zijn en wij daar tegen zijn.

Wij hebben voor paragraaf 127 over het verbod op het dragen van hoofddoeken gestemd, omdat jongeren niet aangemoedigd zouden moeten worden om politieke symbolen te dragen en omdat wij willen garanderen dat de vrijheid om te stemmen en de keuzevrijheid voor jongeren blijven bestaan.

Wij hebben ook voor paragraaf 116 gestemd, maar dit betekent niet dat hieruit noodzakelijkerwijs juridische consequenties kunnen worden afgeleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik had enige vrees met betrekking tot dit verslag, omdat ik weet dat in veel van deze verslagen wordt opgeroepen tot een uitbreiding van bevoegdheden die we nog niet hebben.

In mijn kiesdistrict vertegenwoordig ik de stad Rothley in Leicestershire, waar de McCanns wonen. Ze hebben het Parlement meermaals verzocht actiever registers van vermiste kinderen en verschillende andere zaken bij te houden.

Ik vertegenwoordig ook een nieuwe liefdadigheidsorganisatie in Northampton. Ze heet ‘KidsAid’ en werd opgericht door de heer David Mackintosh. Hij vindt dit verslag grotendeels uitmuntend.

Zoals in het Parlement altijd het geval is, heeft de politieke correctheid echter de bovenhand gehaald. Kijk naar de amendementen 162, 163 en 164, en u ziet hoe het Parlement probeert zijn bevoegdheden uit te breiden.

Er is een motto dat hier vaak wordt gebruikt: als je geen succes hebt, geef dan een nieuwe definitie van succes. Dat hebt u met het Verslag van Lissabon gedaan. Ik hoop dat mijn kiezers daarover hun mening mogen geven.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik leg een stemverklaring af over het verslag-Angelilli ‘Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind.’ Ik merk in mijn stemverklaring op dat de rapporteur zegt dat ze ‘erop wenst te wijzen dat het niet de eerste doelstelling van dit verslag is een lijst op te stellen van op te lossen problemen of van rechten waarmee rekening dient te worden gehouden.’

Ik vertegenwoordig het kiesdistrict Londen, de beste stad ter wereld en hoofdstad van het beste land ter wereld. In mijn kiesdistrict zijn er een aantal kinderen. Ik ben zelf vader van twee kinderen. Zoals de grote filosoof heeft gezegd, zijn kinderen onze toekomst. Daarom is het belangrijk dat wij met hun rechten rekening houden. Ik stel mij echter de vraag of dat op EU-niveau dient te gebeuren.

Laten wij bijvoorbeeld nagaan of wij willen dat jonge adolescenten informatie en onderwijs krijgen over die lelijke klinkende ‘seksuele reproductieve rechten’. Ik denk dat wij zeer voorzichtig moeten zijn bij het zoeken naar plaatselijke oplossingen en dat wij de Britse burger om zijn mening over een referendum over de grondwet moeten vragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, Disraeli antwoordde aan een delegatie ooit: ‘boven het liberalisme dat zij aanhangen, verkies ik de vrijheden die wij genieten, en boven de mensenrechten de rechten van de Engelse burger.’

Onze nationale traditie op het gebied van rechten en de Europese opvatting van universele rechten zijn niet alleen verschillend, maar ook onverenigbaar. Wij wijzen op specifieke vrijheden op specifieke momenten die in specifieke handvesten worden gegarandeerd. Of het nu om de Magna Carta, de Bill of Rights of een gewone verordening gaat, wij stellen ons vertrouwen niet in universalistische mensenrechtencodes die worden geïnterpreteerd door rechters voor wie wij niet kunnen stemmen.

Ik moet zeggen dat onze traditie succesvoller is dan wat wordt gedaan in een aantal continentale landen, die de universalistische weg zijn opgegaan. Wij zijn niet zoals andere landen ten prooi gevallen aan revolutie of dictatuur. We geloven dat alle rechten in de persoon berusten.

Zoals Aldous Huxley ooit zei worden ‘vrijheden niet gegeven, maar genomen.’ Daarom ben ik fundamenteel tegen de opname van het EU-Handvest in het Verdrag van Lissabon zonder een referendum. De burger moet worden geraadpleegd: Pactio Olisipio censenda est!

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Allister (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, er zijn ernstige morele kwesties, die mijn stem in grote mate hebben beïnvloed. Ik vind delen van dit verslag aanstootgevend. Ik vind het aanstootgevend te stellen dat wij kinderen moeten opdringen wat iemand als reproductieve rechten van adolescenten beschouwt. Wij vinden die onder meer terug in overweging L en de paragrafen 162, 163 en 164.

Het lijkt mij verkeerd en ongepast een maatschappij ideologisch en moreel bevooroordeelde waarden op te dringen die van de gevestigde ethische zienswijze van een bepaalde regio kunnen verschillen. Ik ben daar fundamenteel tegen. Zoals de heer Hannan heeft gezegd, is dat onder meer wat het Handvest met zich mee zal brengen. Daarom wil ik dat mijn burgers daarover hun mening kunnen geven.

 
  
MPphoto
 
 

  Roger Helmer (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb tegen deze maatregel gestemd. Dit is het eerste punt waarover de conservatieven vrij mochten stemmen, en daarvan heb ik gebruik gemaakt.

Ik ben het geheel eens met wat mijn collega’s reeds hebben gezegd. Deze maatregel bevat veel punten waarmee ik het eens ben. Hij bevat veel punten waarmee iedereen het wel eens moet zijn.

Anderzijds wordt erin voorgesteld kinderen seksuele opvoeding te geven om het aantal tienerzwangerschappen en de verspreiding van seksueel overdraagbare aandoeningen terug te dringen. In mijn ervaring is het zo dat, als je kinderen over iets vertelt en ze zegt hoe het te doen, ze dat dadelijk willen proberen. Het mag ons niet verbazen als ze dat doen! Wij horen te veel over de reproductieve rechten van adolescenten en te weinig over reproductieve verantwoordelijkheid. Wij moeten verantwoordelijker zijn in onze benadering van kinderen, en die verantwoordelijk moet plaatselijk en door de ouders worden genomen.

Ten slotte vind ik dat wij een referendum moeten houden over het Verdrag van Lissabon alvorens hiermee voort te gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Nirj Deva (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik ben erg teleurgesteld over dit verslag. Gebruikmakend van mijn vrije stem heb ik tegen het grootste deel van het verslag gestemd. Het gaat niet over kinderrechten. Het gaat over het recht van kinderen op seks en abortus. Ik vind dat moeilijk te aanvaarden.

Hoe staat het dan met het recht van kinderen en hun ouders te beslissen over de toekomst van Europa, het Verdrag van Lissabon en waar wij heen gaan? Ten slotte worden al deze instellingen niet voor ons, maar voor onze kinderen opgebouwd. Gaan wij hen en hun ouders vragen wat zij denken over hoe Europa zich zal ontwikkelen? Wij zullen dat niet doen. Wij zullen beslissen, zonder het recht te geven ons te vertellen welk lot zij voor zichzelf willen. Dat is helemaal verkeerd.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Frank Vanhecke (NI) . – (NL) Voorzitter, ik wil alleen noteren dat ik tegen het verslag van collega Angelilli heb gestemd. Uiteraard niet omdat ik tegen kinderrechten zou zijn – verre van dat. Ik vind het zelfs positief dat in het verslag eens een paar taboes van dit Huis zijn gesneuveld, bijvoorbeeld het taboe van het structurele geweld tegen meisjes binnen de islamitische gemeenschap. Er wordt zelfs mijns inziens terecht in het verslag gesteld dat het verplicht dragen van een hoofddoek in de islamitische gemeenschap schadelijk is voor de ontplooiing van meisjes binnen die gemeenschap.

Ik ben het daar allemaal mee eens, maar ik heb tegen dit verslag gestemd, omdat hieruit nogmaals een enorme Europese bemoeizucht blijkt. Ik denk dat al die zaken beter op nationaal niveau kunnen worden geregeld en dat Europa daarmee allemaal niet teveel van doen heeft.

Ik geef een enkel voorbeeld: in dit verslag wordt zeer streng gepleit tegen gevangenisstraffen voor minderjarigen. In míjn land is daarentegen sprake van een grote consensus bij de bevolking om ook minderjarige zware criminelen, waarmee wij geconfronteerd worden, met gevangenisstraffen op betere gedachten te brengen.

 
  
  

- Verslag-Doris Pack (A6-0502/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Miroslav Mikolášik (PPE-DE) . – (SK) Mevrouw de Voorzitter, we moeten ons hele werkende leven onze kennis blijven vernieuwen, niet alleen gedurende onze schooljaren.

Onderwijs is belangrijk voor persoonlijke groei en betere arbeidskansen. Wanneer bedrijven kijken naar de behoefte aan nieuwe kwalificaties en de eisen van de arbeidsmarkt, zal volwassenenonderwijs zich aapassen aan deze eisen, wat de discrepanties op de arbeidsmarkt dus helpt overkomen. Dit wordt allemaal in aanmerking genomen in het voorstel van de Commissie voor een actieplan voor volwassenenonderwijs, en daarom heb ik vóór gestemd. Ik ben het ermee eens dat de EU-lidstaten volwassenenonderwijs moeten bevorderen door actieve maatregelen in te voeren, burgers te motiveren om zichzelf te laten scholen en werkgevers te motiveren om geschikte omstandigheden te bieden voor onderwijs. Er moet een economische stimulans zijn in de vorm van leningen, belastingaftrek, premies of medefinanciering.

Met dit doel is een actiever gebruik van de Structuurfondsen, en het Europees Sociaal Fonds in het bijzonder, ook noodzakelijk. Volgens mij is het uitzonderlijk belangrijk voor oudere mensen om betrokken te zijn bij een leven lang leren en dus een plek op de arbeidsmarkt te vinden.

 
  
MPphoto
 
 

  Toomas Savi (ALDE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb voor het verslag-Pack gestemd omdat een van de doelstellingen van levenslang leren erin bestaat de flexibiliteit van de arbeidsmarkt te vergroten. Voor mensen boven de 50, zoals ik, schept zulk beleid meer mogelijkheden om op veranderingen op de arbeidsmarkt te reageren en zich zonder onaangename gevolgen aan de situatie aan te passen. Het verslag beklemtoont de positieve invloed van levenslang leren op sociale inclusie en inzetbaarheid. In een vergrijzende maatschappij, zoals bijvoorbeeld mijn thuisland Estland, mogen wij dat niet negeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Agnes Schierhuber (PPE-DE) . – (DE) Mevrouw de Voorzitter, het verslag van mevrouw Pack over ‘Volwasseneneducatie: een mens is nooit te oud om te leren’ is volgens mij een van de belangrijkste actieprogramma’s in de Europese Unie: de motivatie voor deelname aan onderwijsprogramma’s voor volwassenen, het leren van vreemde talen, de motivatie om een diploma in het hoger onderwijs te halen en daarmee de kans op betere beroepsmogelijkheden en dus een beter inkomen, alsmede de kans op betere integratie van immigranten. Het is echter vooral belangrijk voor vrouwen dat hier relevante kaderprogramma’s voor kinderopvang beschikbaar zijn.

In het bijzonder moeten we ook veel aandacht besteden aan de mogelijkheid van de uitwisseling van kennis tussen de generaties. Daarom heeft de ÖVP-Europa-Club graag voor dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Nina Škottová (PPE-DE) . – (CS) (Het begin van de toespraak is niet te verstaan) … in de inleiding van dit verslag over volwassenenonderwijs wordt de aandacht die wordt besteed aan een leven lang leren in alle EU-instellingen duidelijk benadrukt. Toch zijn de stapel documentatie, aardige woorden, oproepen en ondersteunende stemmen, waaronder die van mijzelf, niet voldoende. Laten we de onderwijsinstellingen aanmoedigen echt conceptueel betrokken te zijn bij een leven lang leren. Dit proces moet niet worden beschouwd als een soort aanhangsel van traditioneel onderwijs, maar moet een volwaardig onderdeel gaan uitmaken van het onderwijssysteem. Dat vereist substantiële veranderingen. Dit proces kan daarom een aanzienlijke financiële last vormen voor elk land, wat een beperkende factor zou kunnen zijn voor de ontwikkeling van onderwijs. Wanneer bepaald wordt waar de fondsen naartoe moeten wanneer de financiering voor individueel EU-beleid wordt aangepast, moet dit gebied – en in het bijzonder de universiteiten als natuurlijke centra voor leren – niet vergeten worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Christopher Heaton-Harris (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit verslag is getiteld ‘Volwasseneneducatie: een mens is nooit te oud om te leren’. Ik wenste dat de Europese Commissie en de voorstanders van het Verdrag van Lissabon zelf uit die verklaring zouden leren.

Volwassenenonderwijs is een van de belangrijkste onderdelen van het onderwijssysteem. Ik denk dat het merendeel van de leden ermee instemt dat levenslang leren een goede zaak is.

Wij hadden allemaal uitstekende leerkrachten op school, die wij ons allen herinneren. Ik had een briljante wiskundeleraar die mij leerde dat er drie soorten mensen zijn: diegenen die kunnen tellen, en diegenen die dat niet kunnen.

Ik had een briljante natuurkundeleraar die mij leerde dat radioactieve katten achttien halve levens hebben. Het allerbelangrijkste is echter een zin die u wel zult herkennen, een zin die steeds vaker door de jeugd van vandaag wordt gebruikt. ‘We don’t need no education; we don’t need no thought control’.

Wat wij met het Verdrag van Lissabon doen, is ‘another brick in the wall’ plaatsen tussen de kiezer die ons hier heeft gebracht, en de Europese elite die hem misbruikt.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik betuig mijn erkentelijkheid over uw geduld tijdens deze stemverklaringen. Ik dank u ook omdat u om een aantal grapjes hebt gelachen.

Ik denk dat u wel weet dat ik Londen vertegenwoordig, de beste stad ter wereld, de hoofdstad van het beste land ter wereld. In Londen zijn er een aantal onderwijsinstellingen. Ik ging zelf in Londen naar school, ik haalde mijn mastergraad aan de London School of Economics.

Met betrekking tot deze specifieke stemverklaring wil ik zeggen dat wij de rol van de sector voortgezet onderwijs in levenslang leren niet mogen onderschatten. In het bijzonder zijn er de uitstekende instellingen Bromley College, uitmuntend geleid door de heer Peter Jones – ik wil dat officieel zeggen – en Westminster College. Wij verdienen het allemaal over het referendum over de grondwet onze mening te uiten.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . Ik zou het gevlei kunnen voortzetten en zeggen dat ik tot nu toe vond dat het goed ging, maar nu wordt het repetitief.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik dank u, uw personeel en de tolken voor hun geduld en goede humeur.

Mag ik vragen wat dit alles met Brussel te maken heeft? Overeenkomstig welk artikel van het Verdrag of welke overweging van het gezond verstand is volwassenenonderwijs een bevoegdheid van de EU?

De meesten onder ons zijn het erover eens dat er iets te zeggen valt voor gezamenlijke initiatieven van verschillende landen om grensoverschrijdende kwesties aan te pakken. Ik aanvaard die redenering, of ten minste een betoog voor een gecoördineerde Europese strategie met betrekking tot, laten wij zeggen, vervuiling of tariefverlagingen, misschien ook aspecten van de luchtvaart en zo meer. Zelfs daar echter is Europese coördinatie niet hetzelfde als EU-bevoegdheid.

Volwassenenonderwijs lijkt mij echter bij uitstek een gebied waarover nationale electoraten via hun eigen democratische mechanismen en procedures dienen te beslissen.

Waarom gaan wij er altijd van uit dat de man in Brussel het beter weet dan de gewone kiezer? Dezelfde lelijke aanmatiging ligt aan de basis van de Europese grondwet, die nu het Verdrag van Lissabon wordt genoemd. Daarom moeten wij het Verdrag voor de burger brengen: Pactio Olisipio censenda est!

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Allister (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit verslag bevat veel waarmee iedereen het wel eens moet zijn. Het fundamentele belang ervan is echter dat het wijst op het geloof dat Brussel het recht heeft agenda’s op te stellen en de lidstaten voor te schrijven hoe ze prioriteiten moeten vaststellen voor kwesties en uitgaven die heel duidelijk uitsluitend tot hun eigen domein behoren. Elke regio heeft immers het recht te beslissen wat binnen zijn beperkte begroting de prioriteiten zijn. Als volwassenenonderwijs en meer uitgaven prioriteiten zijn, dient dat te worden beslist door die regio of natie, niet wegens Brussel maar omdat dit in die omstandigheden juist is.

Wij leren allemaal. Ik heb veel geleerd sedert ik hier in 2004 aankwam. Wat ik vooral heb geleerd, is de zeer grote geringschatting van de Europese elite voor de burger. Om die reden ontzeggen ze de burger het fundamentele recht op een stem.

 
  
MPphoto
 
 

  Roger Helmer (NI) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik kan u zeggen dat ik tegen de maatregel heb gestemd. Ik heb in lijn met de conservatieven gestemd, maar deze keer heb ik dat uit eigen wil gedaan. Ik zou hoe dan ook tegen hebben gestemd om de redenen die zo duidelijk door mijn vrienden en collega’s, en in het bijzonder de heren Hannan en Allister, naar voren zijn gebracht.

Dit heeft niets met de Europese Unie te maken. Ik ben voorstander van onderwijs. Ik ben voorstander van volwassenenonderwijs. Ik ben er absoluut tegen dat Brussel beslist wat moet worden gedaan. Net als de heer Hannan vind ik in de Verdragen geen basis waarop dat kan gebeuren. Wij hebben geen legitimiteit in het kader van de Verdragen om een maatregel zoals deze goed te keuren.

Wij hebben ook geen legitimiteit om dezelfde maatregel tegenover de verwerping van de grondwet in Frankrijk en Nederland goed te keuren. Wij moeten nu in de gehele Europese Unie referenda over deze kwestie organiseren.

 
  
MPphoto
 
 

  Thomas Wise (IND/DEM) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, een motie van orde. Mag ik als volwassene die enige opleiding heeft genoten, de heer Hannon, die duidelijk meer opleiding heeft genoten dan ik, vragen wat zijn Latijnse uitdrukking betekent?

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . Ik ben ervan overtuigd dat hij u dat na de sluiting van de vergadering zal vertellen!

 
  
MPphoto
 
 

  Nirj Deva (PPE-DE) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, dit was een van de meest levendige debatten sedert het begin van het Europees Parlement. Als wij dit eerder hadden gedaan, hadden wij hier misschien televisiecamera’s gezien en hadden onze kiezers misschien gezien wat wij doen, in plaats van de saaie, hoogdravende dingen die wij dag in, dag uit doen.

Ik zal het nu over volwassenenonderwijs hebben. Het is nooit te laat om te leren, zo luidt het. Dat is ongetwijfeld een kwestie voor subsidiariteit: het is aan de natiestaten te beslissen wat hun prioriteiten zijn. Het is zeker niet aan de Commissie in Brussel of het Europees Parlement te beslissen of volwassenenonderwijs noodzakelijk is of niet!

Het luidt echter ook – is het niet – dat het nooit te laat is om te leren. Eén van de dingen die we zou gauw mogelijk moeten leren, is dat wij de Europese burgers niet van hun besluitvormers kunnen scheiden. Wij moeten hen betrekken bij hoe wij de Europese Unie willen leiden. Wij moeten daarom een referendum houden.

 
  
MPphoto
 
 

  Derek Roland Clark (IND/DEM) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb tegen deze maatregel gestemd, in de eerste plaats omdat ik een onderwijzer ben. Deze maatregel zou door verstrengeling ongetwijfeld rechtstreeks leiden tot het Europees kwalificatiekader. Dat staat gelijk met beroving. Het zal ertoe leiden dat mensen aan hun traditionele universiteit studeren en daar hun diploma’s behalen, maar dat die dan worden vervangen door een nieuw document met EU-logo, -wapen en -motto, zonder verwijzing naar de grote universiteit waar ze hun kennis hebben vergaard. Dat is een duidelijke en verschrikkelijke ontkenning van een centrum van wetenschap. Ik maak die opmerking voor alle universiteiten van Europa, niet alleen de beroemde universiteiten in het Verenigd Koninkrijk.

Om op de kwestie volwassenenonderwijs terug te komen, heb ik een voorstel. Laten wij volwassenenonderwijs op alle mogelijke manieren ondersteunen. Geef elke volwassene in de EU een kopie van het Verdrag van Lissabon en verzoek hem daarover te stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Graham Booth (IND/DEM) . (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik heb inderdaad tegen dit verslag gestemd. Mijn verklaring is dat de Britse Onafhankelijkheidspartij de herinvoering van het subsidiesysteem in het VK ondersteunt. Ik wil er trouwens op wijzen dat ons EU-lidmaatschap ertoe heeft geleid dat het in Engeland en Wales werd afgeschaft. Het is echter aan de lidstaten, niet aan de EU, te beslissen over belastingvoordelen en –verlagingen voor werknemers die aan volwassenenonderwijs deelnemen. Zoals gewoonlijk is niet meer, maar minder inmenging van de EU nodig.

Ik zie dat ik nog tijd over heb. Ik merk daarom nog op dat de aanstaande ratificatie van de Europese grondwet, ondanks een verwerping in twee referenda, ondemocratisch, laf en onrechtmatig is.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter . U hebt tijd, maar niet voor dat onderwerp.

 
  
MPphoto
 
 

  Philip Claeys (NI) . – (NL) Voorzitter, ik heb tegen het verslag-Pack gestemd. Uiteraard niet omdat ik tegen levenslang leren ben, integendeel: geen zinnig mens kan het grote belang van volwassenenscholing in onze voortdurend evoluerende wereld ontkennen.

Wel vind ik dat Europa, in de eerste plaats de Europese Commissie, zich niet teveel moet bemoeien met een bevoegdheid die aan de lidstaten toebehoort. Dat is niet alleen een kwestie van gezond verstand; het is ook vervat in het subsidiariteitsbeginsel, dat hier altijd wel gehuldigd wordt, maar in de praktijk meer en meer een dode letter blijkt.

 
  
  

- Verslag-Roberta Angelilli (A6-0520/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Milan Horáček (Verts/ALE) . – (DE) Mevrouw de Voorzitter, ik wil graag een stemverklaring afleggen over het zeer goede verslag-Angelilli over de EU-strategie voor de rechten van het kind. De grondige behandeling van de onderwerpen kinderprostitutie en sekstoerisme is bijzonder belangrijk. De slachtoffers van dergelijke misdrijven zijn ook voor onze eigen huisdeur te vinden. In het grensgebied van Duitsland, Tsjechië en Oostenrijk bijvoorbeeld is de prostitutie van vrouwen en in toenemende mate van kinderen enorm gestegen na de openstelling van de grenzen. Desondanks is aan dit onderwerp op EU-niveau lange tijd geen aandacht besteed.

Centrale problemen bij kinderprostitutie, zoals netwerken van daders via het internet en het gebrek aan samenwerking bij grensoverschrijdende bewaking en strafvervolging, kunnen alleen worden bestreden op Europees niveau. Het verslag behandelt deze terreinen en brengt ze onder in een veelomvattende strategie. Ook al moet er nog veel worden gedaan om kindermisbruik uit de wereld te helpen, dit is een bemoedigend signaal.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

- Verslag-Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf (A6-0508/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Pierre Audy (PPE-DE), schriftelijk. (FR) Ik heb vóór de ontwerpwetgevingsresolutie uit het verslag van mijn Duitse collega, Friedrich-Wilhelm Graefe zu Baringdorf, gestemd over het voorstel voor een verordening inzake de in de periode 2008-2013 door de Commissie te ondernemen activiteiten door middel van teledetectietoepassingen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn ingesteld.

Ik steun het voorstel dat de financiering van teledetectieactiviteiten afkomstig zou moeten zijn van een eigen budget en niet van het Europese Garantiefonds voor de Landbouw (EOGFL). Hoewel mijn collega’s vinden dat men zich beter kan richten op het verbeteren van de bestaande website van de Eenheid landbouw van het Gemeenschappelijk Centrum voor Onderzoek (GCO) van de EU, zodat alle relevante onderzoeksgegevens vrij ter beschikking kunnen worden gesteld aan het publiek, ben ik een groot voorstander van het opzetten van een infrastructuur voor ruimtelijke gegevens en een website, zoals in de doelstellingen van de Europese Commissie wordt voorgesteld.

Ik steun de voorstellen inzake het inventariseren van alle projecten op het gebied van ruimtelijke gegevens en gegevens over agrometeorologie en teledetectie, en het consolideren van huidige infrastructuur en bestaande websites voor ruimtelijke gegevens voor landbouwkundig gebruik.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) De Europese Commissie is van mening dat de behoefte aan informatie over het grondgebruik en de toestand van de bodem en de gewassen groot is om een antwoord te bieden op de beheersbehoeften van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. De Commissie heeft daarom teledetectie geïntroduceerd als een onderzoeksmethode om gemakkelijker toegang te krijgen tot informatie uit klassieke systemen voor landbouwstatistieken en -prognoses.

Dit voorstel hield rekening met een proefproject voor teledetectietechnieken dat in het kader van Besluit nr. 1445/2000/EG van de Raad is opgezet en inmiddels van start is gegaan. Volgens de Commissie heeft dit project ervoor gezorgd dat het agrometeorologische stelsel voor opbrengstprognoses en voor de bewaking van de toestand van de bodem en de gewassen (MARS) in hoge mate werd verfijnd.

De Commissie stelt nu voor om in de periode van 2008 tot 2013 door te gaan met de toepassing van teledetectietechnieken in de landbouw ter controle van de landbouwmarkten. Dit project gaat op 1 januari 2008 van start voor een periode van zes jaar. Teledectietoepassingen zouden op die manier een hulpmiddel vormen voor de Commissie voor de uitvoering en de controle van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en eveneens gegevens verzamelen die nuttig kunnen zijn voor de lidstaten.

De vraag is hoe deze informatie zal worden gebruikt en wie deze informatie zal gebruiken. Vandaar onze onthouding.

 
  
MPphoto
 
 

  Duarte Freitas (PPE-DE), schriftelijk. (PT) Omdat ik het in grote lijnen eens ben met het voorstel van de Europese Commissie stem ik vóór het verslag-Graefe zu Baringdorf, aangezien dit enkele relevante punten bevat.

Ik begrijp bijvoorbeeld de bezorgdheid van de rapporteur over de onmogelijkheid om data te vergelijken tussen de verschillende lidstaten, omdat de analyses niet met dezelfde regelmaat worden gedaan.

Ik steun nog altijd de ontwikkeling van een inventaris en de consolidatie van een infrastructuur voor ruimtelijke informatie en de betrokken websites, alsmede de verbetering van de website van de Eenheid Landbouw voor publicatie van de gegevens.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) Wij stemmen tegen dit verslag, omdat de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling zoals gewoonlijk amendementen heeft ingediend om meer begrotingsmiddelen voor de landbouw te krijgen. In amendement 4 stelt de Commissie landbouw en plattelandsontwikkeling voor om de 9,2 miljoen euro uit een aparte begroting en niet via het Europese Garantiefonds voor de Landbouw te financieren. Dit is in onze ogen weer een poging om de begroting te doen stijgen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd. Ik ben van mening dat de verlenging van elk voorstel dat wil bijdragen aan de verbetering van de precisie van de verdeling in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid wel een positieve stap moet zijn om te garanderen dat de Schotse landbouwers eerlijk worden behandeld. De mogelijkheid oogsten nauwkeuriger in te schatten en de daarmee verband houdende informatie vrijer beschikbaar te maken, zal een verbetering mogelijk maken van een beleid dat tot nu toe een imago van eerlijkheid, transparantie en milieugevoeligheid ontbeert.

 
  
  

- Verslag-Gurt Lechner (A6-0504/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Pierre Audy (PPE-DE), schriftelijk. (FR) Ik ben het ermee eens dat het Europees Parlement – op basis van het uitstekende verslag van mijn Duitse collega, de heer Lechner – in de tweede lezing van de medebeslissingsprocedure een wetgevingsresolutie heeft aangenomen over het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn betreffende de harmonisatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen van de lidstaten inzake kredietovereenkomsten voor consumenten, en tot wijziging van het communautair regelgevingskader uit 1987, dat tweemaal aangepast is. Het verheugt mij dat de Europese Commissie bereid is om de voorwaarden voor een echte interne markt voor het consumentenkrediet op te stellen, om een hoog beschermingsniveau van de consumenten te garanderen en om de communautaire regelgeving te verhelderen door over te gaan tot herziening van de drie richtlijnen uit 1987, 1990 en 1998 die voor dit type krediet bestaan.

Ik ben blij met het omvangrijke werk dat mijn Franse collega, de heer Gauzès, heeft verricht. Dankzij de wijsheid en kracht van zijn overtuigingen heeft hij een substantiële bijdrage geleverd aan dit belangrijke compromis, waar de economische groei, de consumentenbescherming en de kredietinstellingen bijzonder bij gebaat zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Gérard Deprez (ALDE), schriftelijk. (FR) Nadat hier vijf jaar over is gediscussieerd, kunnen Europese consumenten binnenkort beschikken over identieke informatie over consumentenkredieten, zodat zij buitenlandse aanbiedingen beter kunnen vergelijken als ze een auto, een vaatwasser of een slaapbank willen aanschaffen.

Hoewel Europeanen reeds de mogelijkheid hebben om in het buitenland bankleningen af te sluiten voor de aanschaf van consumptiegoederen, maken maar weinig mensen daar gebruik van: minder dan 1 procent van het totaalbedrag van dit soort kredieten wordt momenteel over de grens afgesloten. Toch kunnen de rentepercentages op dit moment soms wel tot tweemaal zo hoog zijn (Portugal 12 procent, Finland 6 procent)! Als grote belemmeringen worden aangemerkt de taalproblemen, de afstand en een gebrek aan vertrouwen bij de consumenten.

De richtlijn, die ik steun, zou er toe moeten bijdragen dit vertrouwen te versterken, consumenten beter te informeren en hun keuzes te vergemakkelijken, en hen tegelijkertijd te laten profiteren van uniforme, beschermende regels (vroegtijdige aflossing, herroepingsrecht, enzovoort).

Twee vragen tot slot:

Lopen wij niet het risico te bevorderen dat mensen te veel schulden op zich nemen, als de voorwaarden voor het beoordelen van de kredietwaardigheid van de cliënten door de kredietinstellingen niet verder worden aangescherpt? Is het niet dringend noodzakelijk om de weg vrij te maken voor grensoverschrijdende concurrentie in onroerendgoedleningen?

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Deze stemming heeft betrekking op de tweede lezing van het aanvankelijke voorstel van de Europese Commissie in 2002. Deze verbintenissen beogen de overeenkomst met de Raad over een tekst waarin wordt gepleit voor de intrekking van de huidige richtlijn 87/102/EEG en de totstandbrenging van een gemeenschappelijk rechtskader inzake consumentenkredietovereenkomsten.

Doel is de openstelling van de nationale markt te vergemakkelijken en kredietverlening voor grensoverschrijdende consumptie te bevorderen ter versterking van de concurrentie en ter “verbetering” van de interne markt.

Hierin worden onder meer de methode voor de berekening van het jaarlijkse kostenpercentage (JKP), de voorwaarden voor vervroegde aflossing en de voorlichting aan consumenten over kredietovereenkomsten vastgesteld.

Wij hebben vóór de voorstellen gestemd die erop gericht zijn de consumentenbescherming te verbeteren, wat vooral in Portugal belangrijk is, waar het aantal huishoudens met een schuldprobleem aanhoudend toeneemt, waarbij de schulden meer dan 124 procent van het beschikbare inkomen bedragen, en waarbij de grote financiële groepen schandalige hoeveelheden geld verdienen.

Wij hebben tegen alle voorstellen gestemd die erop gericht zijn de openstelling van financiële markten en de grensoverschrijdende kredieten te vergemakkelijken en de bestaande toetredingsdrempels voor de grote financiële groepen weg te nemen in plaats van de consument te beschermen.

 
  
MPphoto
 
 

  Françoise Grossetête (PPE-DE), schriftelijk. (FR) Ik heb voor het verslag gestemd, waarin wordt voorgesteld de wetgeving van de lidstaten inzake het consumentenkrediet te harmoniseren.

Hoewel Europese huishoudens reeds het recht hebben om in het buitenland bankleningen af te sluiten voor de aanschaf van consumptiegoederen, maken slechts weinig mensen daarvan gebruik. Taalproblemen, de afstand of een gebrek aan vertrouwen vormen daarbij de grootste belemmeringen.

De nieuwe richtlijn zal de markt transparanter maken in het belang van de consumenten, als het gaat om kredieten van 200 tot 75 000 euro. Consumenten krijgen de beschikking over de informatie die zij nodig hebben om met kennis van zaken te kunnen kiezen, als zij besluiten buiten hun landsgrenzen te kopen.

In geval van kredietaanbiedingen wordt de aan consumenten verstrekte informatie vervat in een nieuw formulier voor “Europese standaardinformatie inzake consumentenkrediet”. Op termijn zal de informatie aan consumenten ook een uniform jaarlijks kostenpercentage omvatten, dat in de hele Unie kan worden vergeleken.

De richtlijn zal ervoor zorgen dat consumenten basisinformatie van goede kwaliteit krijgen, die eenvoudig te vergelijken is. Het herroepingsrecht en het recht om vroegtijdig af te lossen zonder buitensporige kosten te betalen, evenals een transparante presentatie van hun rechten en plichten, zullen de consumenten het vertrouwen geven dat nodig is om de prijzen te vergelijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Astrid Lulling (PPE-DE), schriftelijk. (FR) Het compromis waarover het Parlement zich moet uitspreken is weliswaar een verbetering vergeleken met het standpunt van de Raad, maar blijft op een groot aantal essentiële punten op het gebied van kredietovereenkomsten voor consumenten tekortschieten.

Een kredietbedrag van 200 euro als ondergrens voor toepassing van de richtlijn is naar mijn mening veel te laag, gezien de levensstandaard in de meeste lidstaten.

Evenzo is er geen reden om de bepalingen die de vergoeding regelen in geval van vervroegde aflossing, te harmoniseren. De verschillen tussen de lidstaten zijn te groot. Het zogenaamde compromis waarover de Raad heeft onderhandeld, is niets meer dan een optelsom van de verschillende nationale bepalingen en leidt eerder tot complicaties dan tot harmonisatie.

Naar mijn mening is de richtlijn veel te bureaucratisch, zowel voor ondernemingen en kredietinstellingen als voor consumenten. De hoeveelheid minimale informatie waarin de richtlijn voorziet, is te hoog en moeilijk te verteren. Dit zou bij oordeelkundige consumenten wel eens verwarring kunnen zaaien.

 
  
MPphoto
 
 

  Toine Manders (ALDE), schriftelijk. (NL) Met de uitkomst van de stemming vandaag in het Europees Parlement is er na ruim vijf jaar een akkoord bereikt over de richtlijn voor consumentenkredieten. Eind vorige week nog mislukte het overleg tussen Europese Commissie, Raad en Parlement, omdat de rapporteur onoverkomelijke bezwaren had tegen een compromisvoorstel aangaande vervroegde aflossing, waarmee alle andere betrokkenen wél konden leven. Het daarop gesloten compromis tussen de onderhandelaars van de fracties PSE en ALDE, waarmee ook de Europese Commissie en de Raad konden leven, heeft vandaag brede steun gekregen van het Parlement. Ik ben verheugd dat de PPE alsnog heeft besloten het compromis te steunen, omdat ik ervan overtuigd ben dat dit compromis het best haalbare is voor consumenten en bedrijfsleven. Ik zou alle betrokkenen, en in het bijzonder de rapporteur, willen bedanken voor hun inzet gedurende het hele proces.

 
  
MPphoto
 
 

  Diamanto Manolakou (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) De consumentenleningen en leningen voor woningen bedragen in Griekenland 95 miljard euro: het consumentenkrediet groeit sneller dan in welk land van het eurogebied dan ook, en nadert het totaal van de EU-jaarbegroting. Dit duidt op stijgende armoede.

Twee miljoen huishoudens zijn leners, waarvan 3 tot 4 procent niet in staat is in zijn schuld af te lossen. Meestal is de schuld hoger dan veertig procent van het inkomen, wat resulteert in constante beslagleggingen door deurwaarders. Hetzelfde geldt voor kleine en middelgrote bedrijven, die gedwongen worden hun toevlucht te nemen tot leningen.

De banken strijken meedogenloos enorme winsten op door hoge rente op leningen en lage rente op deposito’s, onwettige en onregelmatige inhoudingen en kosten, misleidende reclames, enzovoort, wat ertoe leidt dat werknemers nog meer rood komen te staan.

De EU steunt financiële instellingen door winsten te garanderen en door de gevolgen van haar impopulaire beleid te verlichten, dat de koopkracht van werknemers beperkt en hun levenskwaliteit verlaagt.

De voorgestelde richtlijn handhaaft het principe van de vrijheid om contracten op te stellen, ondanks ongelijke onderhandelingsbekwaamheden. Dit versterkt het financiële kapitaal door de verantwoordelijkheid op de consument over te dragen. Dit beschermt tegen compensatie voor vroegtijdige terugbetaling, bevordert de harmonisatie van wetsbepalingen en de opening van nationale markten in de consumentenkredietsector, en is doelbewust complex en onbegrijpelijk voor leners.

De leden van de ΚΚΕ (de communistische partij van Griekenland) stemmen tegen de versterking van financieel krediet en voeren campagne voor een echte volkseconomie ten voordele van arbeiders.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben het met de oproep tot harmonisering van de wetten op het consumentenkrediet in geheel Europa eens. Het verslag creëert een interne markt voor consumenten en schetst een aantal vereisten om een eerlijke deal voor consument en kredietverstrekker te garanderen. De regelgeving op dit gebied dient consumentvriendelijk te zijn, in het bijzonder wat vervroegde terugbetaling en compensatie betreft. Het verslag pakt deze kwesties op passende wijze aan. De harmonisering van reclame zal ook garanderen dat klanten in geheel Europa even goed geïnformeerd zijn bij het nemen van beslissingen over consumentenkrediet.

 
  
MPphoto
 
 

  Béatrice Patrie (PSE), schriftelijk. (FR) Ik heb voor het compromis gestemd waartoe de PSE-Fractie met de Raad is gekomen (amendement 46), omdat hiermee het evenwicht dat afgelopen voorjaar tijdens het Duitse voorzitterschap is bereikt, kan worden behouden.

Het verheugt mij dat voor de consumentenkredieten die in deze ontwerprichtlijn zijn gedefinieerd een minimumbedrag van 200 euro en een maximumbedrag van 75 000 euro geldt. Ik had echter liever gezien dat de bovengrens op 50 000 euro was vastgesteld.

Ik ben in het bijzonder blij met de gekwalificeerde meerderheid die in de plenaire vergadering is behaald om te waarborgen dat de belangen van consumenten duidelijk beschermd worden in geval van vervroegde aflossing van het krediet. De vergoedingen die de bank kan vragen, zullen strikt worden afgebakend en kunnen verboden worden voor kredieten die lager zijn dan 10 000 euro.

In ieder geval dient de strijd tegen een te zware schuldenlast een prioriteit blijven en dient er op een verstandige wijze gebruik te worden gemaakt van kredieten. Het is een illusie om te denken dat de consumptie kan worden aangezwengeld door gezinskredieten: een dergelijke benadering leidt alleen maar tot armoede onder de meest kwetsbare consumenten.

Het streven om de groei door middel van consumptie een nieuwe impuls te geven, moet via een verhoging van de salarissen worden gerealiseerd, en niet via een toename van de kredieten!

 
  
MPphoto
 
 

  Pierre Pribetich (PSE), schriftelijk. (FR) Het verslag van de heer Lechner over de openstelling van de Europese markt voor consumentenkredieten is vandaag aangenomen.

Ik denk dat de overgang van een tot op heden sterk nationaal gerichte markt naar een Europese markt, waarbij een hoog beschermingsniveau van de consument wordt gehandhaafd, een eerste stap is op weg naar harmonisatie van de voorschriften inzake het consumentenkrediet.

Het risico dat consumenten zich in de schulden steken blijft nog veel te groot. Controle en transparantie, door middel van het instellen van een database inzake de kredietwaardigheid van iedere cliënt, lijken absoluut noodzakelijk te zijn.

Net als de meeste van mijn collega’s heb ik evenwel tegen amendement 29 betreffende artikel 16 gestemd, en ik ben blij dat dit verworpen is. Naar mijn mening was dit punt echt in het nadeel van consumenten die besloten hadden hun lening vervroegd af te lossen.

Het is namelijk een goed initiatief, dat consumenten deze mogelijkheid wordt geboden een krediet vóór de vervaldatum af te betalen. Hieraan mag geen afbreuk worden gedaan door de kredietgever de optie te verschaffen een vergoeding voor eventuele kosten te eisen, zonder dat daar billijke en gerechtvaardigde redenen voor zijn.

Daarom was het noodzakelijk grenzen te stellen. De kredietgever mag dus geen vergoeding eisen die hoger is dan 1 procent van de waarde van het krediet.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. (PT) Een gemeenschappelijk rechtskader inzake consumentenkrediet moet duidelijke, eenvoudige en beknopte regels vaststellen met het oog op een hoge Europese meerwaarde in termen van een versterking van de interne markt.

Ik wil daarom vandaag het Parlement feliciteren met het positieve akkoord dat in het kader van deze wetgeving is bereikt. Ik acht het openstellen van de nationale markten voor consumentenkrediet uiterst belangrijk, omdat hiermee de concurrentie wordt versterkt en dit erg positieve gevolgen heeft voor de consument.

Met dit nieuwe voorstel bevordert de EU duidelijk de concurrentie tussen financiers en zorgt zij voor de noodzakelijke doorzichtigheid omtrent de precontractuele en contractuele informatievoorziening van het kredietaanbod. Deze informatie is in mijn ogen essentieel voor de bescherming van de consument en hiermee kan mogelijk voornamelijk in kleinere markten dankzij het verhoogde aanbod in een renteverlaging worden voorzien.

De maximale kredietniveaus die in deze overeenkomst zijn vastgesteld, vormen ook een erg positief aspect voor de Portugese markt. Ik ben ervan overtuigd dat het nieuwe kader meer kredietmogelijkheden bevordert, omdat er momenteel behoefte is aan het waarborgen van adequate bescherming van de consument en zijn kredietwaardigheid om in het kader van maatschappelijk gezond beleid overmatige schuldenlast te voorkomen. De voordelen zijn er om van te profiteren en niet om problemen op te lossen door het creëren van nieuwe problemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Frédérique Ries (ALDE), schriftelijk. (FR) De richtlijn die het Europees Parlement vandaag heeft aangenomen, is sterk omstreden en lag al bijna zes jaar in de ijskast. Toch gaat het om een tekst die de Europese burgers na aan het hart ligt, omdat hij is gericht op harmonisatie van de markt voor het consumentenkrediet.

We hebben het over een markt van 800 miljard euro (twee op de drie Europeanen maken gebruik van kredieten voor de aanschaf van meubels, een televisie of een auto), rentepercentages die momenteel uiteenlopen van 6 procent (in Finland) tot ruim 12 procent (in Portugal), en toch gaat het tot op heden voornamelijk om nationale transacties, aangezien minder dan 1 procent van de kredieten op dit moment grensoverschrijdend is.

De richtlijn opent de Europese grenzen voor consumenten die op zoek zijn naar de beste kredieten: zij kunnen de beste aanbieding kiezen, terwijl ze verzekerd zijn van dezelfde rechten en dezelfde normen op het gebied van informatie, vergelijking en – vooral – bescherming tegen een te zware schuldenlast. Beoordeling van de kredietwaardigheid van de lener, snelle en gratis informatie in geval van afwijzing en een herroepingsrecht van in principe veertien dagen zijn enkele van de voornaamste doelstellingen van de richtlijn.

Er is echter één ding dat ik – in ernstige mate – betreur, en dat is het gebrek aan duidelijkheid rond de voorwaarden voor vervroegde aflossing. Door consumenten die hiertoe overgaan zwaar te straffen, zouden de overige voordelen van de harmonisatie volkomen zinloos worden!

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI) , schriftelijk. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, collega’s, ik stem voor het verslag-Lechner over consumentenkredieten. Ik vind het dan ook essentieel dat de Europese Unie voorziet in een algemeen referentiekader gericht op de bescherming van burgers in een sector die de laatste jaren een opvallende ontwikkeling heeft doorgemaakt.

In het bijzonder in Italië hebben de consumentenkredieten geleid tot een exponentiële groei van de omzet. Dikwijls hebben consumenten naar aanleiding van verleidelijke reclamecampagnes er hun toevlucht toe genomen zonder goed op de hoogte te zijn van hun rechten en de contractuele bepalingen. Vervolgens zagen zij zichzelf gebonden aan een hele reeks clausules en verplichtingen. Daarom wil ik in deze context het belang onderstrepen van de kans om het beschermingsniveau van de consumenten, ook door middel van de richtlijn, te verhogen.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. (PL) Ik stem voor het verslag van de heer Lechner over de aanbeveling voor de tweede lezing betreffende het gemeenschappelijk standpunt, door de Raad vastgesteld met het oog op de aanneming van de richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake kredietovereenkomsten voor consumenten en tot intrekking van Richtlijn 87/102/EEG van de Raad.

Het compromis dat tijdens de opeenvolgende onderhandelingen is bereikt, is naar mijn mening tevredenstellend. De voorgestelde oplossing is bedoeld om de procedure voor de toekenning van kredieten te vereenvoudigen en de toegang tot kredieten in de hele Europese Unie te vergemakkelijken voor de consumenten. De harmonisatie en de eenmaking van de normen zullen niet alleen de concurrentie tussen de kredietverstrekkende instellingen versterken, maar zullen ook de kosten verlagen en een echte interne markt voor consumentenkredieten tot stand brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Jacques Toubon (PPE-DE), schriftelijk. (FR) In de ogen van de Franse afgevaardigden van de UMP [Union pour un Mouvement Populaire/Unie voor een Volksbeweging] betekent de stemming over de ontwerprichtlijn inzake het consumentenkrediet een aanzienlijke vooruitgang.

Dankzij de inbreng van het Europees Parlement, en in het bijzonder die van de rapporteur, de heer Lechner, bevordert de definitieve tekst namelijk enerzijds de openstelling van de grenzen op een belangrijk terrein van het dagelijks leven, terwijl anderzijds de verworven rechten van de consumenten, met name van Franse consumenten, behouden blijven.

Na de omzetting van de richtlijn kunnen er in de toekomst dus betere kredietvoorwaarden worden aangeboden en kunnen de risico’s op een te zware schuldenlast worden beperkt.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernadette Vergnaud (PSE), schriftelijk. (FR) Zes jaar na de komst van de euro beschikte Europa op het niveau van het bankwezen nog niet over een eenheidsmarkt waar consumenten van konden profiteerden en die de voordelen van de eenheidsmunt tastbaarder voor hen maakte.

De informatie betreffende de gehanteerde rentepercentages en de voorwaarden voor kredietverlening zullen worden gestandaardiseerd, zodat aanbiedingen beter kunnen worden vergeleken. Op die manier kunnen consumenten met kennis van zaken hun keuze bepalen, en kunnen ze de beste voorwaarden voor een lening krijgen.

Kredietgevers dienen consumenten ook duidelijk te informeren over de voor- en nadelen van hun kredietaanbiedingen. De kwestie van het herroepingsrecht in geval van gelieerd krediet (onmiddellijke levering van goederen) en die van de hoogte van de boetes die worden opgelegd in geval van vervroegde aflossing van de lening, worden duidelijk afgebakend. Deze vergoedingen moeten “billijk en objectief gemotiveerd” zijn. Zij mogen niet hoger zijn dan 1 procent van het vervroegd afgeloste kredietbedrag en worden niet toegestaan bij leningen met een variabele rentevoet. Het verheugt mij in het bijzonder dat de lidstaten ervoor kunnen zorgen – zoals dat momenteel al het geval is in Frankrijk – dat er voor kredieten van minder van 10 000 euro geen vergoeding mag worden gevraagd, en om die reden heb ik vóór gestemd.

 
  
  

- Verslag-Roberta Angelilli (A6-0520/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Charlotte Cederschiöld, Christofer Fjellner, Gunnar Hökmark en Anna Ibrisagic (PPE-DE), schriftelijk. (SV) De Zweedse gematigde fractie stemt voor het voorstel betreffende een EU-strategie voor de rechten van het kind. Wij zijn van mening dat de rechter van het kind hetzelfde respect verdienen als de mensenrechten en wij steunen uiteraard de strijd tegen onder andere kinderpornografie en seksuele uitbuiting van kinderen. Wij willen er echter op wijzen dat verschillende aspecten in het verslag door de lidstaten moeten worden geregeld, bijvoorbeeld adoptie. Voorts komen onderwerpen aan bod die reeds door bestaande EU-wetgeving worden geregeld, zoals bijvoorbeeld TV-reclame en etikettering van producten.

 
  
MPphoto
 
 

  Proinsias De Rossa (PSE), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat ik geloof dat het een goede bijdrage levert aan de bestrijding van alle vormen van geweld tegen en misbruik van kinderen, met inbegrip van armoede, discriminatie en toegang tot onderwijs.

Ik ben bijzonder verheugd over de verdediging door de EP van een mechanisme waardoor producenten van met kinderarbeid vervaardigde producten in Europa kunnen worden vervolgd. Ik verzoek de Commissie dringend mechanismen in te stellen die de hoofdcontractant in een bevoorradingsketen voor schendingen van de VN-Conventie met betrekking tot kinderarbeid aansprakelijk stellen.

Ik betreur echter de pogingen om verwijzingen in het verslag naar het recht van adolescenten op seksuele en reproductieve gezondheid en onderwijs en diensten voor gezinsplanning te verwijderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (PSE), schriftelijk. (PT) Ik heb vóór het verslag-Roberta Angelilli “Naar een EU-strategie voor de rechten van het kind” gestemd, omdat het belangrijk is om de aandacht te vestigen op het feit dat veel instrumenten op Europees niveau direct of indirect van invloed zijn op de rechten van het kind. Ik acht de totstandbrenging van een wettelijk kader dat de rechten van het kind erkent en codificeert vanuit een juridisch oogpunt daarom uiterst belangrijk.

In dit kader levert het onderhavige verslag een belangrijke bijdrage voor het eerbiedigen van de rechten van het kind, want het verslag hangt een gemeenschappelijke wetgeving aan, verbiedt alle vormen van geweld tegen kinderen en onderstreept het belang van gebieden zoals onderwijs, gezondheid, adoptie, de strijd tegen armoede en discriminatie. Ik zou er daarnaast nog op willen wijzen dat het nieuwe Verdrag van Lissabon een rechtsgrondslag geeft voor de rechten van het kind, die nu zijn opgenomen in de doelstellingen van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) De rechten van het kind zijn zonder twijfel universeel en onschendbaar. De Junibeweging stelt verheugd vast dat alle lidstaten van de Unie het VN-Verdrag voor de rechten van het kind bekrachtigd hebben. Dit betekent dat er nu reeds juridisch bindende internationale wetgeving bestaat die kinderen tegen kinderarbeid, kinderhandel, geweld en andere inbreuken op het leven van het kind beschermt. De rechten van het kind zijn bovendien verankerd in de Zweedse wetgeving waarin het welzijn van het kind compromisloos op de allereerste plaats komt.

Wij hebben ons van stemming over dit verslag onthouden om de simpele reden dat de rapporteur het welzijn van het kind in verslag totaal uit het oog verloren lijkt te hebben. Het verslag concentreert zich bijna uitsluitend op de vraag welk sociaal model de lidstaten zouden moeten invoeren om datgene te bereiken wat het Europees Parlement als ideale oplossing ziet. Dit verslag behandelt gewoon alles, van het verbod inzake geweld op televisie over gewelddadige digitale spelletjes tot gedwongen huwelijken, illegale adopties en onwettige praktijken.

Wij stemmen uiteraard voor de amendementen die het belang van het VN-Verdrag voor de rechten van het kind onderstrepen als garantie voor de rechtszekerheid van het kind en de universele mensenrechten van kinderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Dit bijna tweehonderd artikelen omvattende verslag bevat enkele standpunten die wij steunen en andere die wij niet steunen. Onze stemming dient in het licht van dit standpunt te worden gezien.

We moeten er echter op wijzen dat in het verslag is verzuimd in te gaan op de oorzaken van de situaties die het soms diagnosticeert.

Het verslag ontloopt zijn verantwoordelijkheden door na te laten kritiek te leveren op het neoliberale beleid van de EU, dat de oorzaak is van de armoede van miljoenen mensen, waaronder voornamelijk kinderen. Dit beleid is de oorzaak van onacceptabele grote sociale ongelijkheid, ontstaan door kapitalistische uitbuiting en concentratie. Beleid dat gericht is op het bevorderen van loonmatiging, waarbij het salaris van werknemers in waarde daalt; het vergemakkelijken van ontslag en verslechtering van de kwaliteit van de werkomstandigheden; verlenging van de arbeidstijd en het flexibeler maken van werktijden; of zelfs de liberalisering of privatisering van openbare nutsbedrijven. Beleid dat grote negatieve gevolgen heeft voor de inkomsten en de leefomstandigheden van werknemers, hun gezinnen en uiteindelijk hun kinderen.

De eerbiediging en de onbeperkte uitoefening van de rechten van het kind vereisen onder andere een rechtvaardige verdeling van welvaart, arbeid met rechten, fatsoenlijke lonen, vermindering van de arbeidstijd, de ontwikkeling van sterke openbare systemen voor sociale zekerheid, gezondheidszorg en gratis universeel onderwijs.

 
  
MPphoto
 
 

  Marian Harkin (ALDE), schriftelijk. (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd, maar ik wil mijn standpunt tegenover paragraaf 2 van het verslag verduidelijken. Er staat dat de conclusie van 19 oktober 2007 van de IGC dat kinderrechten als een van de belangrijkste doelstellingen van de EU in het Verdrag van Lissabon opneemt, in een nieuwe juridische basis voor kinderrechten voorziet. Volgens commissaris Frattini’s antwoord op mijn vraag daarnaar tijdens de plenaire vergadering voorziet het Verdrag van Lissabon niet in een specifieke rechtsbasis. Het is belangrijk dat op te helderen. Ik ondersteun paragraaf 127 evenmin als een verbod op hoofddoeken en hijabs.

 
  
MPphoto
 
 

  Milan Horáček (Verts/ALE), schriftelijk. − (DE) Ik wil graag een stemverklaring afleggen over het verslag-Angelilli over de EU-strategie voor de rechten van het kind. Dit is een zeer goed verslag. De grondige behandeling van de onderwerpen kinderprostitutie en sekstoerisme is bijzonder belangrijk.

De slachtoffers van dergelijke misdrijven zijn ook voor onze eigen huisdeur te vinden. In het grensgebied van Duitsland, Tsjechië en Oostenrijk bijvoorbeeld is de prostitutie van vrouwen en in toenemende mate van kinderen enorm gestegen na de openstelling van de grenzen. Desondanks was dit onderwerp op EU-niveau lange tijd geen prioriteit.

Centrale problemen bij kinderprostitutie kunnen alleen worden bestreden op Europees niveau (netwerken van daders via het internet en het gebrek aan samenwerking bij grensoverschrijdende bewaking en strafvervolging).

Het verslag behandelt deze terreinen en brengt ze onder in een veelomvattende strategie. Ook al moet er nog veel worden gedaan om kindermisbruik uit de wereld te helpen, dit is een bemoedigend signaal.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean Lambert (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat ik van mening ben dat het een veelomvattende tekst is en veel goede voorstellen bevat. Ik ben in het bijzonder verheugd over de erkenning van het recht van een kind bij beslissingen die het rechtstreeks aangaan, te worden betrokken en bij juridische of administratieve hoorzittingen goed te worden vertegenwoordigd. Het verslag beklemtoont de behoefte aan een gezond milieu en het recht op spelen. Het erkent ook dat kinderen die het wettelijk recht hebben te werken, gelijk dienen te worden betaald voor gelijk werk. Al te veel jongeren worden als goedkoop alternatief voor andere werknemers gebruikt, terwijl ze in veel sectoren even goed en even hard werken. Ik heb gestemd voor de verwijdering van de paragraaf die verwijst naar de aanmoediging van staten het dragen van de hijab voor jonge meisjes te verbieden. Ik vind dit een misplaatst voorstel van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid, dat ervan uitgaat dat de hijab noodzakelijk een teken is van vrouwelijke onderwerping. Dat is niet het geval. Mij ergert het meisjes in hun prepuberteit kleren te zien dragen waarop seksuele uitnodigingen staan. Ik zou dat echter niet via een parlementair verslag trachten te verbieden. Het verheugt mij dat het verslag zonder die paragraaf is aangenomen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben een groot voorstander van de idee van een veelomvattende en samenhangende Europese strategie voor de kinderrechten. De bestrijding van alle vormen van geweld, armoede en discriminatie van kinderen mag niet alleen op nationaal niveau worden behandeld. De bescherming van het recht van een kind op onderwijs, gezondheid en adoptie moet door geheel Europa ook in de toekomst worden erkend en verdedigd.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) Geweld gedijt in parallelle maatschappijen met een archaïsche islamitische traditie. Kinderen uiten de hen ingeprente haat tegen de decadente westerse cultuur op het schoolplein en op straat of worden zelfs potentiële terroristen. We hebben de eerste waarschuwingssignalen genegeerd vanuit een verkeerd begrepen tolerantie en geweigerd te accepteren dat het om een zichzelf versterkende beweging ging.

De toename van kinderhandel en pornografie is ook zorgwekkend; zedendelinquenten vertonen, zoals bekend, een hoge recidive. In dit verband zijn ook twijfelachtige adoptieprocedures voor kinderen uit derdewereldlanden ontdekt, procedures waarbij niet werd teruggeschrokken voor kinderhandel, handel in menselijke organen of prostitutie.

Met het oog op het grote aantal weeskinderen dat op adoptie wacht, met name in Oost-Europa, en miljoenen ongeboren kinderen in Europa zou een strikt verbod op de adoptie van niet-Europese kinderen een belangrijke klap zijn voor de kinderhandel, net als het invoeren van een Europees register van zedendelinquenten en zwaardere straffen voor seksueel contact met kinderen en voor het bezit van kinderporno. Niet in de laatste plaats moet ook huiselijk geweld binnen migrantengezinnen worden bestreden en het percentage buitenlanders op scholen worden beperkt om de geweldsspiraal te temperen.

 
  
MPphoto
 
 

  Baroness Nicholson of Winterbourne (ALDE), schriftelijk. − (EN) Het Verslag van Lissabon stelt de bevordering van kinderrechten in als een brede doelstelling van de EU, maar biedt daartoe geen nieuwe wetgevende bevoegdheden. Ik ben van mening dat elke beweging op dit gebied binnen het bestaande juridische kader dient plaats te vinden. Er zijn grote delen van dit verslag die deze grenzen overschrijden. Het verslag biedt ook geen haalbare oplossingen voor problemen van kinderen. Eén voorbeeld is de geïnstitutionaliseerde verzorging. Wij hebben ervoor gestemd dit tot een tijdelijke maatregel te beperken. In Europa worden echter honderdduizenden kinderen geboren met ernstige fysieke of intellectuele handicaps. Anderen lopen die later op. Institutionele zorg op lange termijn is voor hen een sociale noodzaak. Een kind met quadriplegie, een open rug of waterhoofd kan met deskundige zorg en familiebezoeken een waardig en gelukkig leven leiden. Niet de afschaffing, maar de versterking van het systeem is een prioriteit.

Europa is verplicht het Handvest van de Verenigde Naties inzake de rechten van het kind te volgen. Dit verslag stelt verschillende belangrijke boodschappen in dat Handvest verkeerd voor. Ik vond het dus jammer genoeg onmogelijk het verslag te steunen, al deel ik de bekommernis om het welzijn van kinderen van diegenen die het wel hebben gesteund.

 
  
MPphoto
 
 

  Athanasios Pafilis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) In dit lijvige verslag vol literaire retoriek, wordt geprobeerd de verantwoordelijkheid van de EU en haar lidstaten voor hun barbaarse politiek, die resulteert in onmenselijke omstandigheden voor kinderen en ouders van gewone families, te verbergen. Hoe hypocriet dat de EU interesse zou moeten tonen in de rechten van kinderen, terwijl haar beleid arbeiders ten gronde richt door werkloosheid, gedeeltelijke werkloosheid, een daling van de levensstandaarden, de privatisering van gezondheidszorg en onderwijs en de commercialisering van sport en cultuur. De stichtelijke verwijzingen naar de bestrijding van geweld tegen kinderen, kinderporno, enzovoort, kunnen het feit dat het systeem, waarvan de allerbelangrijkste waarde winst is, kinderen behandelt als een bron van winst, niet verbergen. Het commercialiseert adoptie en drijft mensen de kinderarbeid, prostitutie en orgaanhandel in. Hoe durven vertegenwoordigers van de EU te spreken van rechten van kinderen, terwijl een vliegtuig van de EU/NAVO in werkelijkheid een kraamkliniek in Belgrado heeft gebombardeerd! Laten we onthouden dat de Europese en NAVO-krijgsmachten duizenden kinderen vermoorden in Afghanistan, Irak en elders. Laten we onthouden dat zij honderdduizenden kinderen in Afrika, Azië en over de hele wereld ter dood veroordeelt door honger en ziekten – misdaden waarover in het verslag met geen woord gerept wordt.

 
  
MPphoto
 
 

  Zita Pleštinská (PPE-DE), schriftelijk. – (SK) Kinderen zijn mensen met hun eigen rechten, vanaf het allereerste moment van de verwekking. Ieder kind heeft er recht op een gezin te hebben, wat de basis is voor de opvoeding. We moeten de straatkinderen en de kinderen van migranten, die ook worden blootgesteld aan geweld, niet vergeten. De rechten van het kind moeten de belangrijkste prioriteit van de EU zijn. Ik juich het initiatief om een vertrouwelijke noodlijn op te zetten, toe.

Ik heb mijn instemming betuigd met de EU-strategie op het gebied van kinderrechten door mijn stem uit te brengen. De strategie wordt behandeld in een uitstekend verslag door mijn collega, mevrouw Angelilli, dat een heleboel nuttige informatie bevat.

We moeten ons realiseren dat we nog steeds geen rechtsgrondslag hebben. Als onderdeel van een langetermijnstrategie, is het daarom noodzakelijk concrete maatregelen te nemen op het gebied van kinderrechten en deze zo snel mogelijk in te voeren. De ratificatie van het Verdrag van Lissabon maakt het Europees Handvest van de grondrechten wettelijk bindend. Artikel 24 ervan gaat uitdrukkelijk over de rechten van het kind.

De komende tijd zullen we te maken krijgen met verschillende uitdagingen: cybermisdaad zo snel mogelijk inperken, een eind maken aan pedofilie en seksueel misbruik van kinderen en minderjarigen, en regels stellen voor internationale adoptie, die in het belang moeten zijn van het kind en niet van de ouders. Alle vormen van geweld moeten verboden worden.

Het is nu tijd om woorden om te zetten in daden. De EU moet luisteren naar de kinderen: zij vormen de basis van de maatschappij van morgen. Het Europese huis moet een veilig huis zijn voor kinderen. Als we gelukkige kinderen hebben, hebben we een gelukkige maatschappij.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. (PT) In het kader van het debat over het uitstippelen van een Europese strategie voor de rechten van het kind denk ik dat we prioriteit moeten geven aan het concept “belang van het kind” – niet in tegenstelling tot de rechten van het kind maar als aanvulling hierop, en ook als leidraad voor een dergelijke strategie.

Bedreigingen voor de rechten van het kind zijn, zowel over de hele wereld als in heel Europa, van uiteenlopende aard en omvang. Terwijl in sommige gevallen de prioriteit ligt bij het bestrijden van armoede en de oorzaken hiervan of op het ondernemen van actie tegen het gebruik van kindsoldaten of seksuele uitbuiting van kinderen, moeten we in andere gevallen het recht op toegang tot gezondheidszorg, bescherming tegen seksueel misbruik of smokkel van minderjarigen waarborgen, of het recht op tijdige adoptie waarborgen in overeenstemming met doorzichtige regels en de rol van het gezin versterken. In alle gevallen zou het criterium echter “het belang van het kind” moeten zijn.

Dit is de norm of het criterium dat gehanteerd zou moeten worden om het nut, de noodzaak of de kwaliteit van iedere beslissing, wetgeving of maatregel te beoordelen. Daarom geloof ik dat het vastleggen van dit concept het belangrijkste is voor de ontwikkeling van deze strategie, waarbij de lijst met rechten ondergeschikt moet zijn, omdat deze niet altijd redelijk, realiseerbaar of geschikt zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Lydia Schenardi (NI), schriftelijk. − (FR) De grote verdienste van dit verslag is dat de rechten van het kind duidelijk worden omschreven, maar vooral dat de gevaren waaraan ze worden onderworpen, vrijwel uitputtend aan de kaak worden gesteld: van het blootstellen van kinderen – al op jonge leeftijd – aan gruwelijke beelden, pornografie en geweld in de media tot eerwraak, gedwongen huwelijken en genitale verminking op culturele of religieuze gronden.

Zonder dat de rapporteur ergens de woorden “islam” of “islamisme” expliciet vermeldt – termen die beslist taboe zijn, omdat commentaar en zeker kritiek op deze religie vanuit het oogpunt van politieke correctheid en uit angst voor represailles absoluut verboden is – slaagt zij er toch, onder het mom van meer algemene bewoordingen, in om alle vormen van discriminatie die de naleving van de islam met zich meebrengt, binnen de regels te veroordelen. Zo wordt het uitsluiten van meisjes van deelname aan bepaalde vormen van onderwijs en sporten als zwemmen veroordeeld, evenals alle traditionele praktijken die barbaars en schadelijk zijn voor jonge meisjes met een moslimreligie.

Daar zijn wij blij om. Dit verslag is een eerste stap op weg naar vrijheid van meningsuiting en helderheid van geest. Wij zullen vóór stemmen.

 
  
MPphoto
 
 

  Olle Schmidt (ALDE), schriftelijk. (SV) Eén paragraaf zorgde voor problemen binnen alle fracties. Paragraaf 127 in het oorspronkelijke verslag bevatte een oproep aan alle lidstaten om het dragen van een hoofddoek op school te verbieden. Als privé-personen hebben wij sympathie voor dit idee, namelijk dat het recht van elk kind om vrij te spelen en deel te nemen aan de gymnastieklessen gewaarborgd moet worden en dat elk kind, als onmondig persoon, beschermd moet worden tegen mogelijke machtsdwang van de ouders. Een delicate en ingewikkelde kwestie als deze kan echter niet op EU-niveau worden geregeld. De landen in Europa kennen de rechten en plichten van het kind, van de ouders en van de overheid een verschillend belang toe naargelang hun geschiedenis en hun politieke situatie. Wij vinden wel dat de EU een goed kader moet scheppen. Paragraaf 127 valt hier redelijkerwijs echter buiten.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathy Sinnott (IND/DEM), schriftelijk. (EN) Ik was verheugd dat de Commissie en het verslag een sterke klemtoon legden op het gezin en de positie van het gezin met betrekking tot kinderen. Ik was ook verheugd over de krachtige verdediging van kinderen tegenover mensenhandel, institutionalisering, pornografie en handicaps.

Het verbindt echter het EU-beleid met het Internationaal Handvest inzake de rechten van het kind van de VN, waarin de bevoegdheid voor kinderen van de ouders naar de staat wordt overgeheveld. Hoewel er niet specifiek naar wordt verwezen, is het een aardverschuiving die tot ongerustheid leidt.

Ondanks de positieve elementen van dit verslag, zoals degene die ik eerder heb vermeld, werd het verslag jammerlijk gebruikt om de agenda met betrekking tot seksuele en reproductieve rechten (die overeenkomstig het VN-Handvest abortus omvatten) te bevorderen. Dat was bijzonder ongepast omdat wij het over kinderen en de kinderbescherming hebben. Hoewel ik bescherming voor kinderen steeds krachtig ondersteun, kon ik dit verslag niet aannemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Bart Staes (Verts/ALE), schriftelijk. − (NL) Ondanks het VN-Verdrag voor de rechten van het kind dat vele lidstaten ondertekenden, worden de basisrechten van jongeren en kinderen nog teveel geschonden.

Dat de Commissie nu met een Europese strategie komt, is daarom een zeer toe te juichen initiatief. Hoewel kinderrechten de bevoegdheid blijven van de nationale staten, duiden zowel de Commissie als rapporteur Angelilli voor het EP op enkele dringende punten, zoals het tegengaan van elke vorm van geweld, het bestrijden van armoede en discriminatie bij kinderen en respect voor de rechten van migrantenkinderen. De Verts/ALE-Fractie heeft aan het verslag nog de volgende punten kunnen toevoegen; meer aandacht voor het recht op participatie van kinderen in beslissingen die hen aanbelangen, erkenning van een ombudsman voor kinderen, verbod op kinderarbeid, gelijk loon voor gelijk werk voor jongeren onder de 18, erkenning van de rechten van vluchtelingenkinderen en het recht op een schoon en beschermd milieu.

Dat het Parlement de tijd uittrekt om hierover te debatteren, verheugt me zeer; ik steun dit verslag overigens ten volle.

 
  
MPphoto
 
 

  Konrad Szymański (UEN), schriftelijk. (PL) Ik kon het verslag over de EU-strategie voor de rechten van het kind onmogelijk steunen, aangezien de tekst op aandringen van links maar liefst vijf verwijzingen bevat naar de zogenaamde reproductieve rechten en gezondheid, die onder meer de toepassing van abortus impliceren.

 
  
MPphoto
 
 

  Jeffrey Titford (IND/DEM), schriftelijk. (EN) Ik ben voorstander van de bevordering van kinderrechten door de EU. Een recent voorbeeld waarop ik de aandacht van de Commissie wil vestigen, is de discriminatie van kinderen die willen reizen, door luchtvaartmaatschappijen die faciliteiten voor niet-begeleide minderjarigen afschaffen. Als ze hetzelfde deden voor gehandicapten of een gelijksoortige groep, zou er – terecht – opschudding zijn. De EU ziet er blijkbaar echter geen probleem in kinderen op deze willekeurige wijze van hun rechten te beroven.

Er was ook enige discussie over paragraaf 127, die lidstaten oproept hoofddoeken en hijabs te verbieden, zeker in de lagere scholen. Ik heb tegen die paragraaf gestemd wegens de vage bewoording en het feit dat ik van mening ben dat dit een te belangrijke kwestie is om als bijkomstig onderdeel van een verslag te worden behandeld. Toch zou ik teleurgesteld zijn als dit in de Europese lagere scholen gewone praktijk zou worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Geoffrey Van Orden (PPE-DE), schriftelijk. (EN) Ik ben de grootste verdediger van een goede opvoeding van kinderen in een sterk, liefhebbend en veilig gezin, de bescherming van kinderen tegen onrecht en misbruik, morele steun, een uitstekende opleiding en de beste kansen in hun leven. Ik geloof dat de rol van de staat daarin beperkt is. Hij mag de rechten en plichten van ouders, kerken en scholen niet trachten te niet te doen. Ik zie daarom zeker niet in waarom de EU zich daarin moet mengen. Ik betreur dat de oproep tot een verbod op hoofddoeken en de hijab in de lagere school is geschrapt. Welke hoop is er op goede integratie in onze westerse maatschappijen als zulke kledij wordt toegelaten? Ik betreur ook de opname van opmerkingen over seksuele ‘rechten’ van adolescenten – een verdere uitholling van het concept van jeugd. Om deze en vele andere redenen heb ik tegen het verslag gestemd.

 
  
  

- Verslag-Doris Pack (A6-0502/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Jean-Pierre Audy (PPE-DE), schriftelijk. − (FR) Ik heb voor de ontwerpresolutie van het Europees Parlement over volwasseneneducatie gestemd, die gebaseerd is op het uitstekende verslag van mijn Duitse collega, Doris Pack, en aansluit op de mededeling van de Commissie met als titel “Volwasseneneducatie: een mens is nooit te oud om te leren”.

Opleiding en scholing, met name levenslang leren voor volwassenen, zijn cruciaal voor de verwezenlijking van de doelstellingen van de Lissabonstrategie, die in het teken staat van méér economische groei, concurrentievermogen en sociale vooruitgang. Zowel in termen van concurrentievermogen en sociale integratie van volwassenen, als uitdagingen in verband met demografische ontwikkelingen is deze aanpak, die uit 2001 dateert, goed nieuws voor de Europese Unie en haar burgers.

Wat leren betreft en – meer in het algemeen – onderwerpen die verband houden met ondernemingen, adviseer ik om deze kwestie aan de sociale partners over te laten. Het kan niet vaak genoeg gezegd worden dat de sociale partners – in het kader van de huidige verdragen, overeenkomstig artikel 137 en volgende van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en zoals bekrachtigd is door het Verdrag van Lissabon dat nu geratificeerd wordt – over de juridische instrumenten beschikken om een Europees sociaal recht tot stand te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Proinsias De Rossa (PSE), schriftelijk. − (EN) Ik heb voor dit verslag gestemd omdat de schaal van de huidige economische en sociale veranderingen, de snelle overgang naar een kennismaatschappij en demografische veranderingen tengevolge van de vergrijzing in Europa uitdagingen zijn die een nieuwe benadering van onderwijs en ontwikkeling in het kader van levenslang leren vergen.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (PSE), schriftelijk. (PT) Ik heb voor het verslag-Pack getiteld ‘Volwasseneneducatie: een mens is nooit te oud om te leren’ gestemd omdat ik van mening ben dat volwasseneneducatie, waarbij essentiële vaardigheden worden eigen gemaakt, van elementair belang is voor het behalen van de doelstellingen van de Lissabonstrategie, te weten meer economische groei, concurrentievermogen en sociale insluiting.

Anderzijds, en als aanvulling, hierop ben ik het tevens eens met het idee dat levenslang leren cruciaal is willen wij de huidige uitdagingen, te weten de economische en sociale verandering, de snelle overgang naar een kennismaatschappij en demografische veranderingen als gevolg van de vergrijzing, het hoofd kunnen bieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. (PT) Het is belangrijk om meer aandacht te besteden aan volwasseneneducatie. De agenda voor volwasseneneducatie moet verder worden ontwikkeld. Deelname aan onderwijs en scholing is niet voldoende als de EU in 2010 de beoogde benchmark van 12,5 procent deelname aan volwasseneneducatie wil halen.

De kwaliteit van volwasseneneducatie moet echter worden gewaarborgd. Hiervoor moet speciale aandacht worden besteed aan de diverse kwaliteitsdimensies en met name de ontwikkeling van het personeel, mechanismen voor kwaliteitsbewaking en lesmethoden en materialen.

Het verslag benadrukt dat volwasseneneducatie een wezenlijk onderdeel vormt van een leven lang leren en tevens een complex onderdeel is. Volwassenen moeten de lesstof kunnen koppelen aan hun reeds verworven kennis, ervaring en culturele achtergrond.

Tot slot is het belangrijk om gendergelijkheid bij programma’s op het gebied van levenslang leren te benadrukken, opdat zowel mannen als vrouwen in gelijke mate de mogelijkheden kunnen benutten die levenslang leren biedt en om gebruik te maken van alle beschikbare instrumenten om gelijkheid van mannen en vrouwen te waarborgen bij de voorbereiding van een beleid op het gebied van volwasseneneducatie in samenwerking met het Europees Instituut voor Gendergelijkheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) Wij hebben er alle vertrouwen in dat de lidstaten in staat zijn de organisatie van de zeer belangrijke volwassenenopleiding in goede banen te leiden. Het is belangrijk dat de onderwijsdepartementen in de lidstaten over voldoende economische middelen beschikken om volwassenenopleidingen te ontwikkelen. Een manier om economische middelen ter beschikking te stellen is de bijdrage van de lidstaten aan de EU-begroting te verminderen, zodat ze meer kunnen investeren in sociale zorg, school en welzijn.

Wij stellen nog maar eens vast dat de federalistische meerderheid in het Europees Parlement de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten voor de organisatie en inhoud van het onderwijs en de opleidingssystemen in hun landen niet respecteert.

Dit verslag waarmee het Europees Parlement weer eens zijn zegje wil doen, had nooit geschreven moeten worden en is niets anders dan bezigheidstherapie van de Commissie cultuur en onderwijs.

 
  
MPphoto
 
 

  Janusz Lewandowski (PPE-DE), schriftelijk. (PL) Het verslag waarover we vandaag stemmen, gaat over volwasseneneducatie. Dit thema, dat in de hele Europese Unie voortdurend aan belang wint, betekent in mijn land nog iets meer – het is een nuttige trend en passie voor duizenden mensen. Deze keuze is niet altijd gebaseerd op zuiver commerciële argumenten. Ik zou uw aandacht willen vestigen op een specifiek aspect van permanente volwasseneneducatie, dat zowel verband houdt met de hedendaagse demografische en sociale uitdagingen als met de nalatenschap van het vorige regime. Het socialistische systeem heeft steeds geprobeerd ons een bepaald opleidingsmodel op te dringen, dat op humanistisch gebied doorspekt was met propaganda en ideologie en op alle andere gebieden een breuk met de trends in de rest van de wereld weerspiegelde. Om deze redenen is volwasseneneducatie in de nieuwe lidstaten niet alleen een kans om de hierboven geschetste onvolmaaktheden van het socialistische onderwijsmodel recht te zetten, maar ook om een echte open kijk op de wereld te ontwikkelen.

Wat de kennis van vreemde talen betreft, vormen de bereidheid om het risico te nemen om zich om te scholen en van werk te veranderen, alsook de bevordering van de Europese onderwijsnormen, een vanzelfsprekende voorwaarde voor mobiliteit en het vinden van een baan. Dit verklaart meteen de brede interesse voor levenslang leren bij de burgers uit Midden- en Oost-Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Liberadzki (PSE), schriftelijk. (PL) Het verslag van mevrouw Pack bevat een omroep om educatie niet alleen tot de schooljaren te beperken, maar tot het volledige beroepsleven uit te breiden.

Ik ben het eens met de stelling dat het huidige tempo van de economische en sociale veranderingen de noodzaak creëert van een levenslange, permanente persoonlijke ontwikkeling. Het is eveneens correct dat de educatie van volwassenen een positieve invloed heeft op hun zelfrespect, bijdraagt tot een betere sociale integratie en een interculturele dialoog tot stand brengt.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik ben van mening dat de doelstelling van het verslag, ervoor zorgen dat de lidstaten tegen 2010 een deelname van 12,5 procent aan het volwassenenonderwijs halen, het concurrentievermogen van de EU zal verbeteren en meer sociale inclusie en intercultureel bewustzijn mogelijk zal maken. Dat is precies wat in het jaar van de interculturele dialoog nodig is. Het toenemende gebruik van technologie en voorstellen voor meer kinderopvangfaciliteiten zullen de kansen verbeteren om echt voordeel te halen uit onderwijs voor iedereen. Ik heb daarom voor dit verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) Het is contraproductief om enerzijds het eigen volk tot leren aan te sporen en anderzijds de plannen voor een blauwe kaart te presenteren, want door de groei van atypische arbeidsverhoudingen en grotere concurrentiedruk biedt een goede basis- en vervolgopleiding nu niet langer bescherming meer tegen werkloosheid. Genoeg goed geschoolde mensen worden alleen maar door bedrijven afgewezen, omdat de laatste op zoek zijn naar de goedkoopste McJob-afgestudeerden of alleen maar meer ongebruikelijke arbeidscontracten willen bieden.

Uit principe moet het tekort aan geschoolde arbeiders dat hiervoor als voorwendsel wordt gebruikt, worden opgelost. Als dit niet mogelijk is, zou de voorkeur moeten worden gegeven aan een seizoenmodel. Verdere massale migratie kan dan worden voorkomen.

Ondanks de tegenstrijdigheden in de EU-doelstellingen verdienen ambities en programma’s op het gebied van levenslang leren nog steeds onze steun.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid