Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2275(INI)
Stadium plenaire behandeling
Kies een document :

Ingediende teksten :

A6-0029/2008

Debatten :

PV 19/02/2008 - 11
CRE 19/02/2008 - 11

Stemmingen :

PV 20/02/2008 - 4.4
CRE 20/02/2008 - 4.4
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0058

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 20 februari 2008 - Straatsburg Uitgave PB

5. Stemverklaringen
Notulen
  

Mondelinge stemverklaringen

 
  
  

- Verslag: Richard Corbett, Inigo Méndez de Vigo (A6-0013/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Frank Vanhecke (NI). (NL) Voorzitter, met de stemming die wij zopas achter de rug hebben over het verslag Corbett en Méndez de Vigo bevestigt dit Parlement eens te meer de houding die wij al een hele tijd aannemen, namelijk de houding van totale minachting voor de democratisch geuite meerderheidswil in Frankrijk, in Nederland en ook elders. Dit Parlement beweert wel alle burgers van Europa te vertegenwoordigen, maar in werkelijkheid krijgen die burgers niet de minste inspraak. Dat Parlementsvoorzitter Pöttering daarnet zei dat het Parlement met deze stemming de mening van de meerderheid van de Europese burgers vertolkt, was gewoon een zielige leugen en niets minder dan dat. Er is geen enkele eis van respect voor de wil van de volkeren, geen pleidooi voor het houden van een referendum in elke lidstaat. Integendeel, het enige wat dit Parlement eist is dat de kopie van wijlen de grondwet zo snel mogelijk in werking treedt. Dit Parlement vertegenwoordigt jammer genoeg niet de burgers, maar enkel de elitaire consensus van het officiële Europa.

 
  
MPphoto
 
 

  Syed Kamall (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb tegen het verslag gestemd, omdat de politieke elite van de Europese Unie weer eens poogt om het Grondwettelijk Verdrag erdoor te drukken zonder raadpleging van de bevolkingen van Europa. De Britse regering had een referendum over dit Verdrag beloofd, maar nu doet ze zo alsof het anders is. Men moet slechts naar de een of andere leider luisteren, zoals bijvoorbeeld Valéry Giscard d’Estaing, om te beseffen dat er feitelijk helemaal geen verschil bestaat.

Europese elite, ik wil u zeggen dat wanneer u denkt dat u een Europees project opbouwt, maar dit Europese project buiten de wil van de bevolking om bouwt, dat u dan in feite bezig bent een zandkasteel te bouwen. Zoals wijlen de grote Jimi Hendrix ooit eens heeft gezegd, zullen zandkastelen uiteindelijk in de zee terecht komen. De ratificatie van de Europese Grondwet, ondanks de afkeuring daarvan in twee referenda, is ondemocratisch, laf en onrechtmatig.

 
  
MPphoto
 
 

  Daniel Hannan (NI). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, gedurende mijn acht jaar in dit Parlement heb ik in deze Kamer al heel wat absurde stellingen gehoord, maar ik geef een speciale lariekoekprijs aan de bewering dat het doordrukken van dit Verdrag met een grote meerderheid, zoals zoëven hier gebeurd, de vrije uitoefening van de wil van de bevolkingen van Europa symboliseert.

U, die zo hard hebt geklapt toen deze zinnen werden gesproken, weet zeer goed dat dit niet waar is. U weet het, en ik kan bewijzen dat u het weet, omdat u vroeger voor referenda was, voordat het duidelijk werd dat u ze zou verliezen. In feite benadrukte deze stemming hoe ver verwijderd de leden van dit Huis van hun eigen kiezersvolk zijn. De afzegging van de referenda is een laffe handeling en komt neer op het falen van leiderschap, en u weet dat donders goed.

Indien ik ongelijk heb, bewijst u dan dat ik ongelijk heb. Houdt u de referenda over het Verdrag, die u ondersteunde toen u dacht dat u ze zou kunnen winnen. Legt u het Verdrag van Lissabon ter stemming aan de burgers voor. Pactio Olisipiensis censenda est!

 
  
MPphoto
 
 

  Hannu Takkula (ALDE). – (FI) Mijnheer de Voorzitter, ik wil een korte verklaring afleggen over de redenen waarom ik mij van stem heb onthouden. Ik ben van mening dat we ons eraan moeten herinneren dat ons Parlement in deze kwestie geen bevoegdheid heeft: het valt onder de bevoegdheid van de lidstaten, en we moeten dit respecteren. Het zijn de lidstaten die moeten besluiten of ze dit nieuwe Verdrag van Lissabon nu wel of niet goedkeuren.

We moeten nu stoppen en ons voor de geest roepen hoe de machtsverhoudingen liggen. Persoonlijk ben ik van mening dat het aan de staten moet worden overgelaten om dit besluit te nemen. Het zou helemaal geen slecht idee zijn wanneer het publiek naar zijn mening erover zou worden gevraagd, aangezien het besluitvormingsproces over een grotere legitimiteit zou beschikken wanneer de mensen het zouden kunnen beïnvloeden.

Er staat veel goeds in dit Verdrag, maar er zitten ook onacceptabele delen in. En wanneer ik erover nadenk vanuit het oogpunt van één lidstaat, Finland, waar ik vandaan kom, heeft het vele kanten die voor ons onacceptabel zijn. De beslissingsbevoegdheden in dezen liggen echter in ieder geval bij de nationale parlementen.

(Applaus)

 
  
  

- Resolutie over de Lissabon-strategie (B6-0073/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Zita Pleštinská (PPE-DE). – (SK) Ik heb voor de ontwerpresolutie met betrekking tot de strategie van Lissabon gestemd, die op de agenda van de voorjaarszitting van de Europese Raad zal staan. Ik ben het met de opstellers eens dat de strategie van Lissabon alleen succesvol kan zijn, wanneer ze gebaseerd is op personele middelen in een geschikte en bevorderlijke omgeving voor studie, kennis, wetenschap, cultuur, informatie en innovatie.

Om de doelen van de strategie van Lissabon te kunnen halen hebben we drie acteurs nodig: universiteiten voor de opbouw van kennis, ondernemingen die weten hoe ze deze kennis in de praktijk kunnen omzetten, en een publieke sector en plaatselijke bestuursorganen die in staat zijn om een duurzame infrastructuur voor wetenschap, onderzoek en ontwikkeling op nationaal en regionaal niveau te op te bouwen. Voor innovatie zijn financiële investeringen nodig: door financiële middelen wordt kennis gecreëerd. De kennis die in innovatie wordt gestoken zal deze financiële bijdrage in waarde doen toenemen. Alleen de innovatieve en creatieve ondernemingen van het MKB zullen de moordende concurrentie overleven. Ik geloof dat Europa zijn plaats zal innemen naast de Amerikaanse/Japanse kennissneltrein van de 21e eeuw.

 
  
MPphoto
 
 

  Strejček (PPE-DE). – (CS) Ik heb tegen dit verslag gestemd en zou met uw permissie nu mijn redenen hiervoor willen aanvoeren.

Ten eerste doet de gehele tekst het zo voorkomen alsof de Europese Unie een economische en sociale wereldmacht is. Ten tweede spreekt de tekst over de zogenaamde leidende rol voor de EU in de wereld en gelooft blindelings dat de rest van de wereld zich overeenkomstig de wensen van de EU zal ontwikkelen. Ten derde beweert het verslag dat de Europese Unie een leidende rol zal hebben bij het opstellen van een soort wereldwijde maatstaven. Ten vierde maakt de strategie van Lissabon de economische samenwerking afhankelijk van de naleving van de belangrijkste arbeidsnormen. Ten vijfde is de strategie van Lissabon uitdrukkelijk afgeleid uit het zogenaamde Verdrag van Lissabon, ondanks het feit dat dit door de meeste lidstaten tot op heden nog niet is geratificeerd. De verklaring pleit voor de invoering van een minimumloon in de lidstaten die geen minimumloon hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  Othmar Karas (PPE-DE).(DE) Het Europaclubje van de Oostenrijkse Volkspartij in het Europees Parlement heeft met geestdrift voor het verslag van de heren Corbett/Méndez de Vigo gestemd, omdat het Verdrag van Lissabon de burgers van Europa, de lidstaten en de Europese Unie sterker maakt. De burgers van Europa en de parlementen die hen vertegenwoordigen zijn de winnaars. Wanneer we naar het Kosovo-vraagstuk kijken, zien we hoe belangrijk dit Verdrag is, omdat het hierdoor veel waarschijnlijker wordt dat we een gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid zullen hebben. Het juridisch bindend karakter van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie geeft aan hoe de grondrechten voor alle burgers in de de Europese Unie gerealiseerd kunnen worden. Iedereen die niet voor dit Verdrag in zijn geheel is, is tegen de burgers. Wij moeten aan de kant van de mensen blijven staan en dit Verdrag dichter naar hun toe brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Hubert Pirker (PPE-DE).(DE) Mijnheer de Voorzitter, ik heb voor het verslag gestemd, omdat ik er van ganser harte in geloof, aangezien er een evenwichtige verhouding tussen economische en sociale maatregelen is, die er moet zijn, omdat hier voor het eerst een sociaal Europa wordt ingevoerd, en de lidstaten voor het eerst door een grote meerderheid van het Parlement gevraagd worden om maatregelen te nemen tot invoering van een minimumloon. Ik ben blij dat de meerderheid in staat was om maatregelen te voorkomen die erop doelden om sociale verworvenheden uit de weg te ruimen, zoals bijvoorbeeld de arbeidstijdenrichtlijn en het meenemen van sociale uitkeringen over de grenzen. Ik stem over het geheel gezien met geestdrift voor dit evenwichtige maatregelenpakket.

 
  
MPphoto
 
 

  Nirj Deva (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil zeggen dat ik tegen het verslag over het Verdrag van Lissabon heb gestemd. De aap is uit de mouw, en we hebben het kind met het badwater weggegooid. Terwijl we proberen om een communautaire markt te scheppen, hebben we feitelijk in het geheim een communautair land geschapen.

We hebben er een stokje voor gestoken dat onze bevolking invloed op het proces heeft kunnen uitoefenen. We hebben hen het natuurlijke recht ontnomen om te vertellen hoe ze willen worden geregeerd en we zijn er grotendeels aan voorbijgegaan dat ze eigenlijk een referendum hadden moeten krijgen.

Hoe kunnen we tegen onze bevolking zeggen, tegen het kiezersvolk, dat dit Parlement hun zienswijzen vertegenwoordigt, wanneer hun zienswijzen niet gehoord mogen worden? De Britse regering – in het bijzonder de heer Brown – had een referendum beloofd. In het bijzonder de heer Brown en in het bijzonder de heer Blair zeiden dat de Britse bevolking een referendum zou krijgen. Deze dag stemt mij zeer, zeer droevig en ik ben zeer bedroefd over de gebroken beloftes van de Labour-regering.

 
  
MPphoto
 
 

  Ewa Tomaszewska (UEN).(PL) Mijnheer de Voorzitter, ik voelde mij verplicht mij van de stemming over het Verdrag van Lissabon te onthouden. In mijn taal en in Polen is het Verdrag niet toegankelijk. Mijn kiezersvolk heeft geen mogelijkheid gehad om zich met het Verdrag vertrouwd te maken, en ik ben hier per slot van rekening om zijn meningen en belangen te vertegenwoordigen, en niet alleen mijn eigen overtuigingen. Op maandag werd hier in het Europees Parlement besloten om vandaag over een document te stemmen zonder dat sommigen van ons de mogelijkheid hadden om het in een geconsolideerde versie in de eigen taal te kunnen lezen. Een besluit over een document met ontoegankelijke inhoud kan alleen worden genomen door iemand die of dom of oneerlijk is. Dat is de reden voor mijn stemonthouding.

 
  
  

- Verslag: Margarita Starkevičiūtė (A6-0029/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Ivo Strejček (PPE-DE). – (CS) Mijnheer de Voorzitter. Ik heb om volgende redenen tegen het verslag gestemd.

Het verslag spreekt over een eerlijker verdeling van winsten en voert het denkbeeld van volledige werkgelegenheid door openbare investeringen in. Het probeert het zogenaamde marktfalen middels belastingen op te heffen: door het invoeren van milieubelastingen en door de ondersteuning van wetenschap en onderzoek middels belastingafschrijvingen, die het belastingsysteem minder transparant maken en een nieuwe Europese wetgeving vereisen.

 
  
MPphoto
 
 

  Philip Claeys (NI). (NL) Voorzitter, ik heb tegen het verslag Starkeviciute gestemd omdat de passage over immigratie getuigt van de typische kortzichtigheid die ons al duur is komen te staan . Sommigen willen blijkbaar dat de fouten die gemaakt zijn in de jaren '60 en '70, nog maar eens herhaald worden. Men heeft toen alleen op korte termijn gedacht en mensen als koopwaar geïmporteerd. De resultaten van die politiek kunnen we nu vaststellen in onze grote steden: massale werkloosheid, criminaliteit, het ontstaan van parallelle gemeenschappen. In plaats van lessen te trekken uit die fouten van het verleden, blijft men koppig doorgaan op dezelfde weg. Het wordt zelfs erger nu er voorgesteld wordt om een zogenaamd aanvullend Europees immigratiebeleid te voeren bovenop het beleid van de lidstaten. Er komt dus gegarandeerd nog meer laksheid dan nu al het geval is en dat is wel het laatste wat we nodig hebben.

 
  
MPphoto
 
 

  Koenraad Dillen (NI). (NL) Voorzitter, net zoals mijn goede collega Claeys heb ook ik tegen dit verslag gestemd. Oh ja, veel van de elementen die in dit verslag vermeld worden, zijn ongetwijfeld waar en pertinent. Zo denk ik bijvoorbeeld aan de modernisering van de arbeidsmarkten, het investeren in het ondernemerschap en de vereenvoudiging van de fiscaliteit die hier worden bepleit. Maar toch slaat dit Parlement de bal volledig mis als het een Europees immigratiebeleid om economische immigranten aan te trekken, beschouwt als een speerpunt in de Lissabon-strategie. Verder is niet economische openheid een wondermiddel ter bestrijding van illegale immigratie, zoals wordt aangevoerd, maar wel een doorgedreven grenscontrole aan de buitengrenzen van de Unie, een afwijzing van elke nationale massale regularisatiepolitiek en een kordaat uitzettingsbeleid voor illegalen.

 
  
  

- Verslag: Cem Özdemir (A6-0503/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE).(PL) Mijnheer de Voorzitter, wij hebben een belangrijk document aangenomen over de betrekkingen tussen de EU en Centraal-Azië. Dit is een voorbeeld van onze wens om de ervaring en de overal in Europa geldige waarden te delen, en om de zich ontwikkelende democratiën in dit deel van de wereld over te halen deze waarden over te nemen. Deze landen hebben grote vooruitgang geboekt op het gebied van de economische ontwikkeling. Ze moeten echter nog grote stappen doen om de schending van de grondrechten en essentiële rechten en vrijheden van de mens te verhinderen. Ze moeten aan een reeks van problemen het hoofd bieden, zoals de toename van drugssmokkel, de georganiseerde misdaad, corruptie en mensenhandel. Een andere centrale taak moet de verbetering van de contacten tussen onze burgers zijn, het bevorderen van culturele uitwisseling en het opzetten van een speciaal beursprogramma voor jongeren om op Europese scholen te studeren, teneinde hen zo bekend te maken met de waarden en normen van de EU.

We wensen onze parters uit Kazachstan, Kirgizstan, Tadzjikistan, Turkmenistan and Oezbekistan succes op de weg naar welvaart, vrede en democratie, opdat zij in staat zullen zijn om in de toekomst anderen te ondersteunen en hun verworvenheden met anderen te delen.

 
  
  

Schriftelijke stemverklaringen

 
  
  

- Verslag: Richard Corbett, Inigo Méndez de Vigo (A6-0013/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Andersson, Göran Färm, Inger Segelström en Åsa Westlund (PSE), schriftelijk. (SV) Wij van de Zweedse sociaal-democraten hebben vandaag voor het verslag over het Verdrag van Lissabon gestemd. Wij ondersteunen het nieuwe Verdrag. Wij zijn ons er echter van bewust dat we tot wijzigingen gedwongen waren, omdat de voorgestelde grondwet door twee lidstaten werd verworpen. We zijn daarom niet de mening toegedaan dat het te betreuren valt dat de vlag en het volkslied uit het Verdrag zijn geschrapt. Anders dan de meerderheid in het Parlement geloven we dat het goed is dat er een ‘emergency accelerator’ is ingevoerd in de besluitvormingsprocedure op gebieden die gevoelig liggen inzake de nationale soevereiniteit.

Wij zijn voorstanders van het subsidiariteitsbeginsel en verwerpen daarom de oproep door het Europese Parlement tot referenda in de lidstaten. Dit is een zaak waarover elke lidstaat zelf moet beslissen.

Ten slotte willen wij onze mening uiten over de stemming op amendement 36 betreffende de zaak-Laval. We hebben besloten om tegen het eerste deel te stemmen, omdat wij van mening zijn dat er verschillen tussen het oude Verdrag en het Verdrag van Lissabon zijn, bijvoorbeeld met betrekking tot het Handvest van de grondrechten, dat onder andere het stakingsrecht overeenkomstig nationale gebruiken vastlegt. Wij ondersteunen de bepalingen van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie en dus ondersteunen we ook het tweede deel van het amendement dat het recht op arbeidsconflicten waarborgt. We willen erop wijzen dat dit gezichtspunt wordt gedeeld door onze Fractie in het Parlement die tegen het voorstel heeft gestemd omdat het verslag over het Verdrag gaat en niet over de zaak-Laval.

 
  
MPphoto
 
 

  Batten, Bloom, Booth, Clark, Farage, Nattrass, Titford en Whittaker (IND/DEM), schriftelijk. − (EN) Hoewel de UK Independence Party tegen het Verdrag van Lissabon is, hebben we ons bij amendement 31 van stemming onthouden, omdat we het niet eens zijn met de motivering van het amendement.

 
  
MPphoto
 
 

  Pervenche Berès (PSE), schriftelijk. – (FR) Ik ben er nog steeds sterk van overtuigd dat aangezien president Sarkozy niet van plan was om een referendum te houden, het standpunt van de socialisten in het Franse parlement onthouding had moeten zijn. Maar het feit dat de Franse president dit Verdrag slecht heeft onderhandeld en de stemming door het Franse volk naast zich neer heeft gelegd, betekent nog niet dat we geen antwoord moeten geven op de vraag die ons vandaag wordt gesteld.

Het Verdrag is verre van perfect, maar het stelt ons in staat om het institutioneel debat te beëindigen en om Europa een wetgevingskader te geven dat haar functioneren mogelijk maakt. Vandaag moeten de socialisten hun stem verheffen waar het gaat over de beleidswijzigingen, het belangrijkste punt bij de herziening van de financiële vooruitzichten, over het Franse voorzitterschap van de Europese Unie, en de inzet van de PSE bij het opzetten van haar partijprogramma voor de volgende Europese verkiezingen.

Een ‘nee’ zou het mogelijk gemaakt hebben om beleidslijnen uit de tekst van de oorspronkelijk voorgestelde Grondwet te verwijderen, aangezien het Europa zou hebben gedwongen om zich erop te concentreren waar het bij het Europese project eigenlijk om gaat. Dat is zeer belangrijk.

Aangezien ik echter wil dat deze tekst aangenomen wordt, zodat ik mij volledig aan de daarop volgende beleidsonderhandelingen kan wijden, omdat mijn ‘nee’ van meer dan twee jaar geleden pro-Europees was, neem ik de verantwoordelijkheid op mij en stem voor het Verdrag van Lissabon.

 
  
MPphoto
 
 

  Adam Bielan, Marcin Libicki en Konrad Szymański (UEN), schriftelijk. − (PL) Ik heb mij bij de eindstemming over het verslag inzake het Verdrag van Lissabon onthouden van stemming, omdat het verslag veel verder ging dan de overeenkomsten die zijn bereikt op de EU-tops in Brussel en Lissabon.

Het Verdrag van Lissabon was een zeer moeilijk compromis voor alle betrokken partijen. Verder gaan dan dit compromis – wat blijkt uit de vermelding van het ontbreken van EU-symbolen, afspraken over het stemmingsstelsel van de Raad met betrekking tot deelnemings- en niet-deelnemingsclausules en het Handvest van de Grondrechten – is politiek schadelijk voor het ratificatieproces.

Bovendien kan ik de punten ter voorbereiding van campagnes die zijn gericht op constitutionalisering van de Unie niet onderschrijven.

 
  
MPphoto
 
 

  Carlos Coelho (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Het Verdrag van Lissabon is het beste compromis om de institutionele crisis te overwinnen en meer flexibiliteit te geven aan de besluitvomingsmechanismen die essentieel zijn om een grotere Europese Unie met 27 leden te laten functioneren in de geglobaliseerde en voortdurend veranderende wereld van vandaag.

Ik ben blij dat de EU rechtspersoonlijkheid krijgt, dat de op drie pijlers berustende structuur wordt vervangen door één enkel institutioneel raamwerk en dat de communautaire methode over de gehele linie wordt toegepast.

Ik ben blij met de maatregelen ter verbetering van de transparantie en verantwoordingsplicht en ter versterking van de participatie en rechten van de Europese burgers, zowel op informatieniveau als door het burgerlijk wetgevingsinitiatief.

Ik verwelkom de veranderingen op het gebied van vrijheid, veiligheid en justitie, waar de activiteiten ambitieuzere doelstellingen en effectievere procedures zullen krijgen en niet langer gebruik zullen maken van intergouvernementele instrumenten en procedures.

Ik ben blij met de grotere betrokkenheid van de nationale parlementen, in het bijzonder bij het toezicht op de naleving van het subsidiariteitsbeginsel.

Ik betreur het dat er verschillende concessies moesten worden gedaan, zoals het uitstellen van de tenuitvoerlegging van belangrijke elementen als het nieuwe stemmingsstelsel in de Raad en de Britse en Ierse deelnemings- en niet-deelnemingsclausules over zaken die eerder binnen de derde pijler vielen; ik vrees dat het instellen van een gekozen voorzitter van de Europese Raad betekent dat de voordelen van het roulerende voorzitterschap verloren gaan zonder dat dit meerwaarde met zich meebrengt voor het functioneren van de EU, waardoor problemen ontstaan in de betrekkingen tussen de verschillende instellingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Paul Marie Coûteaux, Patrick Louis en Philippe de Villiers (IND/DEM), schriftelijk. – (FR) Het Europees Parlement heeft zojuist het Verdrag van Lissabon goedgekeurd, hoewel niemand hierom had gevraagd.

De delegatie van Mouvement pour la France in het Europees Parlement heeft uiteraard tegen dit verslag gestemd, omdat zij zich bewust was van het zuiver symbolische karakter ervan.

Het is veelzeggend dat de Franse en Nederlandse gekozen vertegenwoordigers in Straatsburg voor een Verdrag stemmen, terwijl ze openlijk toegeven dat het een kloon is van de mislukte Europese Grondwet, waarvan hun volk de tekst formeel heeft verworpen. Het is ook veelzeggend dat het Europees Parlement stemt over een Verdrag hoewel geen van zijn leden de mogelijkheid heeft gehad een geconsolideerde versie ervan te lezen. Nadat het Hongaarse parlement het in het donker heeft geratificeerd, keurt het Europees Parlement een tekst goed die het niet heeft gelezen.

De delegatie van MPF in het Europees Parlement wenst nu alle vrijheidminnende Ieren geluk: hun referendum is niet alleen van hen; zij stemmen namens iedereen die daar niet de kans voor heeft gekregen, in het bijzonder de Fransen, wier stem terzijde is geschoven.

 
  
MPphoto
 
 

  António dos Santos (PSE), schriftelijk. – (PT) Ik heb vóór dit verslag gestemd en steun de betreffende resolutie.

Er was echter op het laatste moment een probleem met de stemmachine, waardoor ik niet fysiek in staat was mijn volledige goedkeuring uit te drukken.

Om deze toch te laten vastleggen, dien ik deze stemverklaring in.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Dit is een betreurenswaardige resolutie van het Europees Parlement die er uitsluitend op gericht is de burgers in verwarring te brengen en de lidstaten onder druk te zetten om het Verdrag van Lissabon te ratificeren, aangezien het Europees Parlement niet de bevoegdheid heeft voor een dergelijke goedkeuring. Alleen lidstaten kunnen het verdrag ratificeren.

Toch hebben we tijdens het debat en de stemming democratische acties gericht op het introduceren van een element van pluralisme in het debat gesteund en hebben we de noodzaak van meer democratie onderstreept door referenda te eisen. Daarom heeft onze fractie een aantal ontwerpresoluties ingediend, die helaas zijn afgewezen, in het bijzonder ontwerpresoluties waarin we onze bezwaren tegen het Verdrag van Lissabon uiten en enkele van de meer zorgwekkende aspecten daarvan benadrukken, zoals de trend in de richting van de militarisering van de Europese Unie in nauwe samenwerking met de NAVO, die een stijging van de defensie-uitgaven met zich meebrengt en mogelijkheden schept voor de uitvoering van militaire operaties voor het beschermen van de waarden van de Unie en het dienen van haar belangen.

We veroordelen tevens het feit dat de bepalingen van de huidige verdragen, waarop het Europees Hof van Justitie onlangs zijn uitspraken baseerde (arresten in de zaken Laval/Vaxholm en Viking Line) om sociale dumping te rechtvaardigen en de rechten van arbeiders om collectief actie te ondernemen ondergeschikt te maken aan het respect voor de vrijheid van de levering van diensten, volledig zijn opgenomen in het Verdrag van Lissabon, en eisen dat het recht op het voeren van collectieve actie de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten blijft.

 
  
MPphoto
 
 

  Glyn Ford (PSE), schriftelijk. (EN) Ik verwelkom dit verslag van de heer Méndez de Vigo en de heer Corbett, dat benadrukt dat het Hervormingsverdrag niet de Grondwet is, maar Europa wel in staat stelt de nieuwe mondiale rol na te streven die zij de komende decennia zal moeten spelen.

Het versterkt de institutionele kracht van de Unie. Het vergroot de democratie door het Europees Parlement meer bevoegdheden te geven. Het stelt het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Unie in staat zich te ontwikkelen om ervoor te zorgen dat de economische en industriële macht van Europa tot uitdrukking komt in de mondiale politiek, en in het bijzonder zal het de EU de mogelijkheid geven een belangrijke rol te spelen bij de bestrijding van de opwarming van de aarde.

 
  
MPphoto
 
 

  Robert Goebbels (PSE), schriftelijk. – (FR) Ik heb ‘ja’ gestemd voor het Verdrag van Lissabon omdat er – helaas – geen alternatief is. We moeten echter helder zijn. Met een driehonderd bladzijden tellend miniverdrag dat even onbegrijpelijk als obscuur is, zal de EU het vertrouwen van haar burgers niet winnen, vooral niet aangezien de diverse niet-deelnemingsclausules zullen leiden tot een Europa van voortdurende patstellingen, of zelfs een Europa waarin met twee maten wordt gemeten.

Dit nieuwe verdrag is slechts een laatste redmiddel. We moeten heel snel een verdrag met ingrijpende hervormingen opstellen, dat moet worden geratificeerd door middel van één enkel referendum van het Europese volk. Alle landen waar de kiezers ‘nee’ zeggen, zijn vrij om de EU te verlaten of moeten zich anders houden aan de gemeenschappelijke regels. Dat is de prijs die moet worden betaald voor een werkelijk geïntegreerde Europese Unie met een meer samenhangend beleid.

 
  
MPphoto
 
 

  Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Zelden zijn we in dit Huis zo’n stalinistisch verslag tegengekomen: het is pure, leugenachtige propaganda! Alleen hier en in ‘Sarkozia’ kan men beweren dat het Verdrag van Lissabon fundamenteel verschilt van de Europese Grondwet, als de overgrote meerderheid van de staatshoofden en regeringsleiders in de EU en de vader van de Grondwet zelf, Valéry Giscard d’Estaing, precies het tegenovergestelde zeggen.

De rapporteurs hebben zich uitgeleefd met een beetje cultuur aan het begin van de toelichting, door een paar regels uit Shakespeare’s Julius Caesar te citeren. Dit citaat legt in wezen uit dat we de onderliggende krachten die tot grote veranderingen in de samenleving leiden moeten volgen, omdat we anders eindigen in puinhopen en mislukkingen. Het probleem is dat deze krachten voor hen het Verdrag van Lissabon en de kunstmatige, gedwongen stichting van een gecentraliseerde Europese superstaat zijn, terwijl de echte kracht in deze kwestie de toenemende verwerping van dit project door het volk is. De mensen willen hun wortels en hun identiteit herontdekken en om bescherming te vinden tegen verandering verwerpen ze wat anderen hen willen opleggen: de politieke constructies die hun vrijheden wegnemen en de financiële globalisering die hen ten gronde richt.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) De meerderheid van dit Parlement laat wederom zien hoe ver zij van de realiteit staat. De resultaten van referenda hebben duidelijk geen waarde als ze tegen de wens van de politieke gevestigde orde in gaan.

Wij van de Junilistan zijn voorstander van een referendum over het Verdrag van Lissabon in Zweden. Het is in de eerste plaats aan elke lidstaat om te bepalen of deze een referendum houdt.

Het gehele proces rondom het nieuwe EU-verdrag was een aanfluiting. Een Conventie waarvan de werkwijze hevig werd bekritiseerd formuleerde een voorstel voor een EU-grondwet. Een debat werd toen uit de weg gegaan, de zaken werden gemanipuleerd om een nog federalistischer verdrag door te drukken, ondanks het ‘nee’ van de Franse en Nederlandse bevolking.

Wij willen een nieuw verdrag zien dat is gebaseerd op het uitgangspunt dat de EU hoofdzakelijk een forum is voor intergouvernementele samenwerking.

We hebben daarom tegen het verslag van het Parlement over het Verdrag van Lissabon gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) De meerderheid van het Europees Parlement – waarin leden van de Portugese socialistische (PS), sociaal-democratische (PSD) en rechts-populaire (CDS/PP) partijen zitten – kan best haar ‘goedkeuring’ uitspreken over het voorgestelde EU-verdrag dat, zoals velen van u weten, geen waarde of juridische gevolgen heeft.

Het heeft een ander doel: druk, in het bijzonder om ervoor te zorgen dat het voorgestelde verdrag wordt geratificeerd, zodat het van kracht kan worden op 1 januari 2009, en propaganda.

Daarom staat het verslag vol versluieringen en weglatingen, in een poging om de werkelijke inhoud en gevolgen van het voorgestelde EU-Verdrag te verhullen. Om maar een paar voorbeelden te geven:

Aan de ene kant beschrijft het de toegenomen overheersing van het besluitvormingsproces door de grote machten van de EU als ‘grotere effectiviteit’ en de overdracht van de bevoegdheden van nationale parlementen op de supranationale instellingen van de EU als ‘een grotere rol voor de nationale parlementen’. Aan de andere kant laat het zaken weg: de militarisering van de EU binnen het kader van de NAVO, de geliberaliseerde gemeenschappelijke markt met zijn vrije verkeer van goederen, kapitaal en diensten, waarin alles draait om concurrentie, de Economische en Monetaire Unie met haar euro, haar Europese Centrale Bank en haar Stabiliteitspact en de liberalisering van de internationale handel als beleid en doelstelling van de EU.

Daarom hebben wij tegen gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Marian Harkin (ALDE), schriftelijk. (EN) Ik stem voor dit amendement, hoewel het Verdrag van Lissabon pas van kracht kan worden nadat het is geratificeerd door alle lidstaten – wat inhoudt dat het automatisch de uitkomst van het referendum in Ierland respecteert. Ik stem echter toch voor dit amendement, ook al voegt het niets toe aan het verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Anna Hedh (PSE), schriftelijk. (SV) Zoals eerder is gebeurd in zaken met betrekking tot het nieuwe verdrag van de EU, heb ik ervoor gekozen af te wijken van het standpunt van mijn fractie en tegen het verslag inzake het Verdrag van Lissabon te stemmen. Het voorstel bevat zeker veel verbeteringen, maar ik ben tegen de huidige verschuiving van de Unie in de richting van meer supranationalisme. Ik wil Europese samenwerking op intergouvernementeel niveau. Ik ben een groot voorstander van het idee van internationale samenwerking voor het oplossen van gemeenschappelijke problemen. Er zijn belangrijke taken die we samen moeten uitvoeren, niet in de laatste plaats met betrekking tot het milieu, mensenhandel en sociale dumping. Ik ben echter van mening dat het voorstel de voorrang van de EU-wetgeving boven de nationale wetgeving versterkt, dat er meer macht wordt afgenomen van de lidstaten en dat de grotere landen meer macht krijgen dan de kleine landen. Daar ben ik op tegen.

Ik heb besloten tegen het amendement te stemmen waarin wordt voorgesteld dat de EU moet beslissen over referenda in de gehele Unie, omdat ik van mening ben dat elke lidstaat dit zelf moet bepalen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mieczysław Edmund Janowski (UEN), schriftelijk. − (PL) Tijdens de eindstemming over het verslag (A6-0013/2008) van de heer Corbett en de heer Méndez de Vigo over het Verdrag van Lissabon heb ik mij onthouden van stemming. De reden daarvoor was dat de conclusies die uit dit verslag naar voren komen aanzienlijk verder gaan dan het raamwerk dat is aangenomen tijdens de besprekingen op de tops in Lissabon en Brussel (13 en 14 december 2007).

Het compromis dat toen werd bereikt, was het resultaat van bepaalde concessies door alle belanghebbende partijen. Ik denk daarom dat de uitdrukkelijke kritiek op deze overeenkomsten die in enkele van de punten van het verslag in kwestie te lezen is, niet bijdraagt aan het proces van het vinden van oplossingen die voor alle partijen in de compromissen aanvaardbaar zijn. Dit betreft bijvoorbeeld deelnemings- en niet-deelnemingsclausules, het Handvest van de Grondrechten, het stemmingsstelsel van de Raad en de EU-symbolen, en het heeft ook betrekking op de formuleringen die teruggrijpen op het idee dat ten slotte verworpen is, namelijk dat van een Europese grondwet.

 
  
MPphoto
 
 

  Timothy Kirkhope (PPE-DE), schriftelijk. (EN) De Britse Conservatieven hebben tegen dit verslag gestemd. We hebben van het begin af aan duidelijk gemaakt dat dit verdrag (deze grondwet) niet de weg is die Europa moet inslaan. De Conservatieven steunen een Europa van onafhankelijke staten die samenwerken om de uitdagingen van globalisering, wereldwijde armoede en opwarming van de aarde – als onze prioriteiten – in een sfeer van samenwerking aan te pakken, en we zijn duidelijk en consistent geweest in onze aanpak, in volledig besef van het waarschijnlijke effect van het verdrag op onze doelstellingen en ambities voor Europa. Deze zaken worden niet bereikt door deze tekst of door de ambities van degenen die streven naar een geïntegreerde Europese staat.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean Lambert (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Ik heb vóór dit verslag gestemd, niet omdat ik van mening ben dat de amendementen op het Verdrag van Lissabon de richting aangeven voor een Europese Unie die stevig gebaseerd is op een betrokkenheid bij duurzame ontwikkeling, vrede en mensenrechten in plaats van de markt en concurrentie, maar omdat ik van mening ben dat het factoren bevat die positiever zijn dan de afspraken in ons huidige verdrag. Het Handvest van de Grondrechten is een belangrijke toevoeging. Alle EU-wetgeving en de tenuitvoerlegging daarvan op het niveau van de lidstaten zal nu worden getoetst aan het Handvest en kan ter discussie worden gesteld als het tekortschiet.

Meer medezeggenschap betekent een kritischere blik en meer transparantie in het besluitvormingsproces. Het Burgerinitiatief is een belangrijke stap vooruit. Ik maak mij grote zorgen over de grotere militaire samenwerking, die al in gang is gezet, en ik hoop dat ons nationale parlement en het Europees Parlement deze ontwikkeling nauwlettend zullen volgen. Het is van cruciaal belang dat de EU haar kracht als diplomatieke en vredestichtende macht uitbouwt.

Ik ben van mening dat het belangrijk is dat de burgers van de EU betrokken worden bij het ratificatieproces door middel van referenda en dat de uitkomsten daarvan worden gerespecteerd. Het is de taak van de regeringen en van de Raad om in de praktijk op dat algemene beginsel te reageren, niet die van dit Parlement.

 
  
MPphoto
 
 

  Jörg Leichtfried (PSE), schriftelijk. − (DE) Ik stem vóór het verslag over een resolutie van het Europees Parlement over het Verdrag van Lissabon omdat dit verdrag van groot belang is voor de verdere ontwikkeling van Europa en die is absoluut noodzakelijk voor de verdere bloei van het Oostenrijkse welvaartsmodel en de veiligheid van onze burgers. Ik deel de mening dat het verdrag over het algemeen een grote verbetering vormt ten opzichte van eerdere verdragen en dat het de democratische zorgvuldigheid in de Unie zal verbeteren. Ik zie de groei van de democratische waarde van de Europese Unie ten eerste in de uitbreiding van de medebeslissingsprocedure, ten tweede in het stemmechanisme op basis van dubbele meerderheid en ten derde in de verkiezing van de voorzitter van de Commissie door een meerderheidsbesluit van het Europees Parlement en, last but not least, in de sterkere vertegenwoordiging van de nationale parlementen door de mogelijkheid om bezwaar te maken tegen overtredingen met betrekking tot de verdeling van de bevoegdheden en de mogelijkheid die nationale parlementen hebben om hun mening te geven over alle wetgevingsinitiatieven van de EU.

 
  
MPphoto
 
 

  Caroline Lucas (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Ik heb tegen dit verslag gestemd om mij uit te spreken tegen de arrogantie van de politieke leiders in de EU en de manier waarop zij de wensen van de EU-burgers negeren, en om heel duidelijk te stellen dat ik van mening ben dat de inwoners van de EU een referendum zouden moeten krijgen over deze kwestie.

Het Verdrag van Lissabon is in wezen een nieuwe verpakking van de oude grondwet, die is verworpen door Frankrijk en Nederland – twee landen waar referenda waren toegestaan. De voornaamste architect van de oorspronkelijke tekst, Valéry Giscard d'Estaing, heeft zelf gezegd dat de voorstellen in het oorspronkelijke Constitutioneel Verdrag praktisch ongewijzigd zijn gebleven en dat ze enkel zijn verspreid door de oude verdragen in de vorm van amendementen.

Ik ben niet tegen het beginsel van een grondwet. Maar ik ben tegen deze specifieke grondwet (en het verdrag waarin hij wordt gereproduceerd) omdat de burgers van de EU beter verdienen. Het verdrag bevat weliswaar een aantal positieve maatregelen, maar dat zijn er minder dan de negatieve – de verdere militarisering van de EU bijvoorbeeld, en maatregelen voor het bevorderen van meer liberalisering en privatisering. Wat nog erger is, is dat het een ideale gelegenheid om duurzaamheid en klimaatveiligheid werkelijk centraal te stellen in de Unie laat liggen en er niet in slaagt de instellingen van de EU nader tot de Europese burgers te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Astrid Lulling (PPE-DE), schriftelijk. – (FR) Als er een wedstrijd was voor het beste proefschrift over het Verdrag van Lissabon, dan verdiende de tekst van het verslag van de Commissie constitutionele zaken de eerste prijs met lof.

De resolutie is een uitstekende analyse en kritiek van de inhoud van dit volledig onbegrijpelijke verdrag. Iedereen die het ontstaan van een gecentraliseerde, almachtige ‘superstaat’ vreesde, zou meer dan gerustgesteld moeten zijn. Er zijn geen substantiële stappen vooruit gezet in vergelijking met de inhoud van het Constitutioneel Verdrag, maar veel zaken zijn geschrapt of ingetrokken.

De corapporteurs wijzen op een gebrek aan visie en ambitie van de nationale leiders in de Europese arena, en zelfs echt wantrouwen ten aanzien van de EU en haar instellingen.

De eurosceptici kunnen blij zijn met de concessies: de vertraging van de inwerkingtreding, het behoud van unanimiteit in 72 gevallen, waaronder belastingzaken en de aanneming van het meerjarig financieel kader, afwijkingen, deelnemings- en niet-deelnemingsclausules, in het bijzonder voor het Verenigd Koninkrijk, en de mogelijkheid van ‘vrijwillige terugtrekking’ uit de EU.

Degenen die de ‘concessies die moeilijk te accepteren zijn door het Parlement’ betreuren, kunnen zich enerzijds troosten met de versterking van de rol van het Europees Parlement als medewetgever en het delen van de budgettaire bevoegdheden om het gelijkwaardig te maken aan de Raad, en anderzijds met het feit dat het beginsel van een dubbele meerderheid de besluitvorming in de Raad eenvoudiger zal maken.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) In dit verslag over het Verdrag van Lissabon zien we duidelijk dat het verdrag de democratisch kwalificaties van de EU zal ondersteunen. Met meer betrokkenheid van zowel de nationale parlementen als het Europees Parlement bij de besluitvormingsprocedures, geven we de Europese bevolking wat zij altijd heeft gevraagd van de EU: een belangrijkere stem. De nadruk van het verdrag op efficiënte en coherente beleidsvorming die in het verslag wordt belicht, stelt ons in staat steeds moeilijkere wereldwijde uitdagingen het hoofd te bieden. Ik heb vóór dit verslag gestemd en ik wil graag de rapporteurs feliciteren met dit uitstekende verslag over een zeer gevoelig en belangrijk onderwerp voor de toekomst van de Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Erik Meijer (GUE/NGL), schriftelijk. − (NL) Kenmerk van het in 2005 in twee lidstaten weggestemde grondwetsontwerp was dat dit wel voldeed aan de wensen van de grote ondernemers, van de nationale regeringen en van de meerderheid in de nationale parlementen, maar dat het weinig draagvlak had onder de kiezers. In de weinige landen waar een referendum werd gehouden bleek dat een intensief publiek debat en een hoge opkomst leiden tot veel tegenstemmen. De mensen willen niet dat Europa beslissingen oplegt die zijzelf nooit zouden hebben willen nemen.

Zij vinden Europa wel nuttig voor een vreedzame oplossing van grensoverschrijdende problemen en voor het aanpakken van grootschalige problemen die afzonderlijke lidstaten niet alleen kunnen oplossen, maar niet voor een Europa dat steeds meer in de plaats treedt van de staat waarin zij wonen. Die grondwet was een koppelverkoop tussen goede en slechte zaken, zonder de mogelijkheid om de slechte punten op het gebied van economie en bewapening eruit te amenderen. Het nieuwe verdrag lijkt nog steeds sterk op die grondwet. Afwijzing van referenda is een uiting van angst voor de kiezers. De vandaag met grote meerderheid besloten goedkeuring van de gewijzigde grondwet geeft een duidelijke boodschap: "Volk hou je erbuiten; dit Europa is alleen een zaak voor beroepspolitici".

 
  
MPphoto
 
 

  Athanasios Pafilis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) De EU en haar zeer impopulaire verdrag kunnen zich niet verschuilen achter de demagogische beweringen dat ze democratischer en socialer zijn. De imperialistische machtsstrijd is tijdelijk bedekt om een nog grotere aanval te kunnen openen op de rechten en vrijheden van arbeiders en om een toename van de monopoliewinsten te bewerkstelligen.

Het verslag over het Verdrag van Lissabon en de omgedoopte Europese Grondwet is een oproep aan de EG-wetgeving om de strijd aan te binden met de oppositie van arbeiders in de lidstaten. Het verbond van politieke voorvechters van de EU, onder wie de partijen Nieuwe Democratie en PASOK, willen geen referenda omdat ze zich bewust zijn van de oppositie van de arbeiders, die lijden onder barbaars kapitalisme en imperialistische agressie.

Het Verdrag van Lissabon en de Europese Grondwet versterken de EU, zodat deze efficiënter kan werken en de Europese monopolies kan begunstigen. Het gevolg is dat het Verdrag van Lissabon en de Europese Grondwet:

- de impopulaire bewapening van de EU versterken,

- kapitalistische herstructurering bevorderen,

- nieuw beleid ontwikkelen voor het uitbuiten van arbeiders en het schenden van hun sociale rechten,

- de militarisering van de EU intensiveren,

- het dogma van preventieve oorlog aannemen,

- imperialistische interventies ratificeren, zelfs in de lidstaten,

- de soevereine rechten van de lidstaten beperken,

- het vetorecht afschaffen in het voordeel van de sterkere landen,

- nieuwe onderdrukkingsmechanismen stimuleren en creëren,

- de individuele rechten en vrijheden van de mensen verder inperken.

De arbeiders van de EU hebben de macht om het Europees Verdrag en de EU zelf te veroordelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Dimitrios Papadimoulis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) Het Verdrag van Lissabon is een stap terug in vergelijking met de Europese Grondwet. Eerstgenoemde heeft niets van zijn neoliberale lading verloren: er is absoluut geen concept van democratische verantwoordingsplicht bij de Europese Centrale Bank, het Stabiliteits- en Groeipact is eenzijdig en de vrije markt wordt bevorderd.

Op verzoek van de heer Brown en de gebroeders Kaczyński heeft het Verdrag van Lissabon een aantal positieve symbolen die vrij beschikbaar waren voor elke staat, zoals vlaggen en volksliederen, verworpen. Het bindende karakter van het Handvest van de Grondrechten is ondermijnd door een niet-deelnemingsclausule.

We hebben opgeroepen tot referenda om de openbare dialoog en de inspraak van de burgers te versterken. Weigeringen om een referendum te houden laten zien hoe groot de kloof tussen de Europese elite en de hoop en behoeften van de Europese burgers is, en onverschilligheid en scepsis over Europa worden versterkt.

Wij, de SYN (Linkse Alliantie) en de Confederale Fractie Europees Unitair Links/Noords Groen Links, zeggen nee tegen dit verdrag: in onze dagelijkse inspanningen werken we aan een andere weg voor de EU. We willen meer deel uitmaken van Europa. Het Europa dat wij willen is politiek meer verenigd; het heeft een sterker sociaal en milieubeleid, met een substantieel hoger communautair budget, zonder de controle over de ECB prijs te geven. Zo’n Europa is actief en onafhankelijk in de manier waarop het omgaat met de problemen van de wereldvrede; het loopt niet automatisch achter president Bush aan.

 
  
MPphoto
 
 

  Tobias Pflüger (GUE/NGL), schriftelijk. − (DE) Het Verdrag van Lissabon maakt een militaristisch Europa mogelijk.

Eerdere EG- en EU-verdragen schiepen geen mogelijkheden voor een permanent militair budget voor de EU, maar het startfonds (artikel 28, lid 3) betaalt nu voor operationele militaire uitgaven van de EU. Naast de militaire budgetten van de afzonderlijke staten, geeft het de EU een eigen militair budget. Artikel 28c, lid 3 bevat de veel bekritiseerde verplichting tot wederzijdse hulp en steun die ten uitvoer moet worden gelegd via een Europees Defensieagentschap (artikel 28). Institutionele samenwerking tussen de EU en de NAVO is vastgelegd in het verdrag (artikel 28a, lid 7).

Het recht van de Bundestag om te bepalen of het Duitse federale leger in andere landen moet worden ingezet, wordt ernstig ondermijnd. Het Hervormingsverdrag maakt de vorming van een Europese militaire kern mogelijk via ‘permanente gestructureerde samenwerking’. Hierdoor ontstaat een primair wetgevingskader voor verhoogde inzet van EU-strijdmachten (artikel 28, protocol 4). Het Europees Hof van Justitie is expliciet niet bevoegd (artikel 11, lid 240a). Het Europees Parlement is evenmin bevoegd; het wordt alleen op de hoogte gehouden (artikel 21). Hierdoor wordt toekomstige militaire interventie ontdaan van democratische controle.

Deze ontwikkeling van een militaristisch Europa gaat vergezeld van repressieve vergrendeling van de buitengrenzen. Het nieuwe artikel 62 van het Hervormingsverdrag is ontworpen om ‘geleidelijk een geïntegreerd systeem voor het beheer van de buitengrenzen op te zetten’.

Door de ondemocratische invoering van het Verdrag van Lissabon als gevolg van de omzeiling van referenda, de codificering van neoliberale economische beleidsmaatregelen en de militaristische aspecten van het document, ontwikkelt Europa zich in een volledig verkeerde richting.

 
  
MPphoto
 
 

  Bogusław Rogalski (UEN), schriftelijk. − (PL) Ik heb zeer overtuigd tegen het Verdrag van Lissabon gestemd, omdat het de beginselen van de democratie schendt. Het is een verdrag vol leugens en minachting voor de stem van de inwoners van Europa. Het is een verdrag van eufemismen. Ondanks de verwerping van de Grondwet door de Fransen en de Nederlanders wordt op verhulde wijze een uitgebreide versie geïntroduceerd, door te spelen met woorden en hun stemmen te negeren.

Het woord ‘Grondwet’ is vervangen door het woord ‘Verdrag’. De voorzitter van de EU (Prezydent) wordt de ‘Przewodniczący’ genoemd, de Minister van Buitenlandse Zaken de Hoge Vertegenwoordiger van Buitenlandse Zaken. Dit is pure hypocrisie die over de hoofden van het volk heen, die de weg vrijmaakt voor een nieuwe ‘superstaat’. In het begin draaide de EU om intensieve economische samenwerking. Ik heb ook tegen het verslag gestemd omdat dit Parlement de mogelijkheid heeft verworpen om een beroep te doen op de uiterste vorm van democratie: een referendum.

Zo’n belangrijke rechtshandeling, van constitutioneel niveau, zou op die manier moeten worden aangenomen. Het schandalige is dat dit Parlement amendement 32 heeft geschrapt, dat verplichtte de uitslag van het referendum in Ierland te respecteren. Bovendien hebben we gestemd over een document waarmee we nog niet vertrouwd zijn, aangezien er nog steeds geen gedrukte geconsolideerde tekst van het verdrag in de talen van de lidstaten is.

Dit is een gestuurde democratie, die de burgers negeert en weigert hen het recht te geven om te stemmen. Met zo’n democratie wil ik niets te maken hebben, en de spottende opmerkingen van Voorzitter Pöttering na de stemming laten zien dat de democratie in dit Parlement, net als in Europa, op sterven na dood is.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik heb ernstige bezwaren tegen dit verslag.

Vanaf het begin heb ik mijn afkeuring uitgesproken over de manier waarop het Verdrag van Lissabon is opgesteld en geratificeerd. Ik ben er zelfs van overtuigd dat een verdrag niet zomaar kan worden geratificeerd door de nationale parlementen, maar dat hiervoor een referendum nodig is.

Als ik vervolgens kijk naar de verdiensten van de tekst zelf, ben ik het volledig oneens met bepaalde onderdelen. In het bijzonder betreur ik ten zeerste de verwijzing naar Italië bij het derde streepje van paragraaf 6, ook al is die dan impliciet. De tekst uit in feite bezorgdheid uit over ‘de extra Parlementszetel die in afwijking van het beginsel van de degressieve evenredigheid aan een lidstaat is toegewezen’. De waarheid is dat dit allemaal volstrekt onwaar is. Met deze toekenning, ook al heeft die dan de vorm van een extra zetel, is de discriminatie die is gericht op het beschadigen van Italië gedeeltelijk opgeleefd.

 
  
MPphoto
 
 

  Olle Schmidt (ALDE), schriftelijk. (SV) Het Verdrag van Lissabon is een cruciale stap in de richting van een effectievere en beter functionerende Europese Unie. Ik verwelkom daarom het feit dat we in het Europees Parlement gezamenlijk het verslag over het Verdrag van Lissabon hebben aangenomen. Dat betekent een duidelijkere besluitvormingsstructuur en meer macht voor de enige vergadering van de EU die is gekozen door het volk, het Europees Parlement, een sterker gezamenlijk buitenlands beleid en nieuwe functies, zoals de Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlands beleid en de voorzitter van de Europese Raad. Het verdrag brengt ingrijpende veranderingen met zich mee en ik steun daarom het voorstel voor een pan-Europees referendum, een interessant alternatief voor een Zweeds referendum, dat naar mijn mening noodzakelijk is om de burgers de gelegenheid te geven om hun mening te geven over zaken die voor hen van cruciaal belang zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Brian Simpson (PSE), schriftelijk. (EN) Dit is een zeer historisch moment, het moment waarop de Europese Unie probeert zichzelf de 21e eeuw in te slepen. Velen aan uiterst rechtse zijde in dit Parlement vrezen een effectieve Europese Unie omdat die hun mogelijkheden om op nationaal niveau angst te zaaien inperkt. Dit verklaart hun bijna hysterische eisen enerzijds en hun volkomen onaanvaardbare gedrag anderzijds.

Ik feliciteer onze twee rapporteurs met hun werk. We mogen niet vergeten dat wat we hier hebben een hervormingsverdrag en een wijzigingsverdrag is dat ervoor zal zorgen dat een EU met 27 lidstaten effectief kan werken en, nog belangrijker, nauwer kan samenwerken met de burgers van de Europese Unie.

Ik steun dit verslag in de hoop hiermee een boodschap uit te zenden, niet alleen naar onze burgers, maar ook naar de regeringen van de lidstaten, dat dit Parlement serieus is in zijn streven naar een verantwoordelijkere en effectievere Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. (EN) Ik wil graag mijn steun verlenen aan het punt van commissaris Wallström, namelijk dat ervoor gezorgd moet worden dat vrouwen zijn vertegenwoordigd in de vier hoogste functies binnen de EU. Deze topfuncties van de EU zijn te lang gezien als ‘male, pale and stale’. We moeten af van het beeld van een ‘herenclub’ om het bestuur van de EU representatiever te maken. Vrouwen verdienen het om vertegenwoordigd te zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrzej Jan Szejna (PSE), schriftelijk. − (PL) Ik stem vóór het verslag van de heer Corbett en de heer Méndez de Vigo over het Verdrag van Lissabon.

Het verslag wijst er terecht op dat de wijzigingen die worden geïntroduceerd door het nieuwe verdrag de beginselen waarnaar de EU handelt democratischer zullen maken en beter laten aansluiten bij de toekomstige ontwikkeling van de Gemeenschap. Een belangrijk element is de versterking van de rol van zowel het Europees Parlement als de nationale parlementen, alsmede de introductie van het Handvest van de Grondrechten. Er moet ook op worden gewezen dat er een effectiever besluitvormingsproces is geïntroduceerd voor de instellingen van de EU.

 
  
MPphoto
 
 

  Lars Wohlin (PPE-DE), schriftelijk. (SV) De grondwet moet worden verworpen. We hebben een nieuwe grondwet nodig, niet alleen een nieuwe naam. Er is een fundamentele herziening nodig die, net als een grondwet in de normale zin, de bevoegdheden van het Europees Hof van Justitie en de rol van de EU afbakent en verduidelijkt. Het is belangrijk om te definiëren welke zaken een supranationaal karakter hebben, d.w.z. zaken als vrije handel, klimaatverandering, de strijd tegen internationale misdaad, terrorisme en integratie. Het moet opgemerkt worden dat Groot-Brittannië gedurende de ontwikkeling van de EU op al deze gebieden een drijvende kracht is geweest.

Ik ben van mening dat Zweden dezelfde uitzonderingen moet eisen die aan Groot-Brittannië zijn toegekend, zowel de deelnemings- als de niet-deelnemingsclausules. Er is geen enkele reden om Zweden anders te behandelen. De burgers van Zweden hebben ‘nee’ gezegd tegen de euro en het zou niet meer dan redelijk zijn als in het volgende verdrag wordt vermeld dat Zweden niet verplicht is deel te nemen aan monetaire samenwerking.

Niets hiervan is terug te vinden in het huidige voorstel en daarom heb ik ervoor gekozen tegen het verslag te stemmen.

 
  
  

- Verslag: Ona Juknevičiené (A6-0471/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) In de eerste plaats zijn wij van mening dat elk land, in overeenstemming met zijn gebruiken, tradities en specifieke behoeften, zelf zou moeten bepalen hoe de relevante gegevens moeten worden georganiseerd, verzameld en samengevoegd, hoewel we erkennen dat het soms nodig is om afspraken te maken teneinde over vergelijkbare gegevens te beschikken en vergelijkende onderzoeken uit te voeren voor verschillende landen. Wij zijn echter van mening dat het voorstel voor een verordening dat is gepresenteerd door de Europese Commissie niet de gepaste bescherming van de vertrouwelijkheid biedt en onvoldoende respect heeft voor de verschillende aspecten van het volledige, complexe proces van het verzamelen van dergelijke gegevens.

In het debat in de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken werd er sterk op aangedrongen het voorstel bij de eerste lezing aan te nemen, waaruit het verlangen bleek om alle bepalingen gereed te hebben voor het mogelijk van kracht worden van het nieuwe verdrag.

Hoewel we enkele van de voorstellen die in de parlementaire fase van de werkzaamheden zijn geïntroduceerd steunen, hebben we onze twijfels over de resultaten die zijn bereikt op basis van de overeenkomst tussen de voornaamste fracties binnen het Parlement. Daarom hebben wij ons onthouden van stemming.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) Dit verslag doet de aanbeveling dat de volks- en woningtelling in de lidstaten moeten worden geharmoniseerd in een mate die enigszins absurd is. Naar onze mening moeten de lidstaten onafhankelijk beslissen of ze alles willen registreren, van de generatieopbouw van privéhuishoudens tot de afstand van de gebruikelijke woonplaats tot groene ruimte en recreatieterreinen. Wij zijn van mening dat zowel de verordening van de Raad als het verslag van het Parlement buitensporig gedetailleerde en opdringerige voorstellen bevat. We hebben daarom tegengestemd, zowel tegen het gewijzigde voorstel van het Parlement als in de eindstemming.

 
  
MPphoto
 
 

  Jens Holm en Eva-Britt Svensson (GUE/NGL), schriftelijk. (SV) Vandaag hebben we gestemd over het verslag van Ona Juknevičienė over volks- en woningtellingen. Wij hebben besloten in de eindstemming tegen te stemmen. De lidstaten zijn zelf wel in staat om zaken met betrekking tot volks- en woningtellingen af te handelen en dit is een gebied waarop de EU niet hoeft in te grijpen.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) De nauwkeurigheid en betrouwbaarheid van informatie over bevolking en huisvesting is essentieel voor de tenuitvoerlegging van effectieve beleidsmaatregelen op EU- en nationaal niveau. In het verleden maakten de inconsistenties tussen de verschillende lidstaten internationale vergelijkingen moeilijk en ik verwelkom daarom stappen om de betreffende zaken duidelijk te maken. Ik ben mij er echter ook van bewust dat deze zaken vragen oproepen met betrekking tot gegevensbescherming en ik erken dat de commissie hard gewerkt heeft om deze punten van zorg aan te pakken. Ik kon daarom amendement 71 en het verslag als geheel steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik verwelkom dit voorstel voor een verordening inzake volks- en woningtellingen. Door een gemeenschappelijk set Europese richtsnoeren te formuleren die de vergelijking van statistische gegevens in heel Europa mogelijk maken, zullen we de EU beter in staat stellen wetgeving te formuleren die consistent is met de veranderende behoeften van mensen in heel Europa. Ik heb voor het verslag gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Mary Lou McDonald (GUE/NGL), schriftelijk. (EN) Ik begrijp dat het nodig is voor planningsdoeleinden adequate, betrouwbare statistische gegevens te verzamelen. Ik erken ook dat dit verslag een significante verbetering vormt van het voorstel van de Commissie.

Ik heb echter een aantal bezwaren tegen het idee dat de EU op een zo gedetailleerd niveau statistische gegevens verzamelt. Sommige kwesties zijn eerlijk gezegd geen zaak van de EU. Hoe zou de huwelijkse staat van de bevolking van belang kunnen zijn voor de EU?

Ook maak ik mij, hoewel er bepaalde garanties zijn met betrekking tot anonimiteit en gegevensbescherming, zorgen dat deze misschien niet krachtig genoeg zijn, in het bijzonder in het licht van recente zeer omvangrijke missers op het gebied van gegevensbescherming.

Om deze redenen heb ik tegen de wetgevingsresolutie gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) Zoals we hebben ervaren, kunnen culturele verschillen op elk moment escaleren. In dat opzicht zitten we in Europa, in het bijzonder in de grotere stedelijke agglomeraties, op een tijdbom die niet onderschat mag worden. Met betrekking tot de etnisch bepaalde conflicten die van tijd tot tijd oplaaien, is het daarom goed dat de EU blijkbaar eindelijk vragen wil stellen over etnische achtergrond en religie, in een volkstelling in de gehele EU in 2011. Statistische gegevens over de etnische en culturele samenstelling van de bevolking kunnen helpen geweld te voorkomen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Het is erg belangrijk om betrouwbare gegevens over bevolking en huisvesting in de Europese Unie te hebben, aangezien deze gegevens van doorslaggevend belang zijn voor het plannen, toepassen en controleren van verschillende beleidsmaatregelen, die vaak een Europese component bevatten. Jaarlijkse volksschattingen van hoge kwaliteit zijn nodig omdat ze implicaties hebben voor twee fundamentele kernpunten van de Europese Unie: het democratische proces van de Unie, waarbij de jaarlijkse bevolkingsschattingen worden gebruikt voor de strikte berekening van de benodigde meerderheid voor stemming in de Raad, en ook voor de convergentie van de Structuurfondsen, de voornaamste prioriteit van het cohesiebeleid van de EU, in het bijzonder om te bepalen welke regio’s in aanmerking komen.

Ik ben daarom van mening dat dit voorstel van aanzienlijk politiek belang is in die zin dat het ons helpt nauwkeuriger te voldoen aan de criteria voor democratie, ontwikkeling en samenhang in de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Elisabeth Schroedter (Verts/ALE Group), schriftelijk. − (DE) Het is een succes voor de Fractie van de Groenen/Vrije Europese Alliantie dat het voorstel van de Commissie voor deze verordening niet zomaar routinematig door het Parlement is geloodst.

Met onze vasthoudendheid zijn wij van de Groenen erin geslaagd ervoor te zorgen dat deze verordening bescherming garandeert waar gevoelige informatie wordt verzameld op het gebied van bevolking en leefomstandigheden. De vrijwillige bijlage, waarin de verzameling van microgegevens en vragen over uiterst gevoelige onderwerpen zoals seksueel gedrag en geletterdheid werd geregeld, is volledig geschrapt.

Daarnaast is, dankzij het aandringen van de Groenen, bij twee gelegenheden de Europese toezichthouder voor gegevensbescherming ingeschakeld. Vanuit dit perspectief is er voldoende rekening gehouden met gegevensbescherming in het gewijzigde ontwerp dat nu voor het Parlement ligt. De verordening bevat bijvoorbeeld ons amendement waarin wordt verwezen naar de inachtneming van de bepalingen voor gegevensbescherming, zowel in de lidstaten als op EU-niveau. Bovendien zijn er nu duidelijke verwijzingen naar gegevensbeschermingsbepalingen voor gegevensoverdracht en -verwerking.

Met deze extra ondersteuning biedt de verordening nu datgene waarvoor hij was bedoeld – dat wil zeggen, niet de verzameling van nieuwe gegevens, maar alleen de standaardisering van de verzameling van statistische gegevens over de belangrijkste sociale en economische kenmerken van gebieden die nu al plaatsvindt op nationaal niveau, teneinde vergelijkingen binnen Europa mogelijk te maken. De standaardisering van Europese gegevens zal ervoor zorgen dat regionale financiering effectief kan worden toegekend aan die gebieden waar zij het hardst nodig is.

 
  
MPphoto
 
 

  Lars Wohlin (PPE-DE), schriftelijk. (SV) Stemverklaring aangaande het voorstel over volks- en woningtellingen.

Vandaag heeft het Europees Parlement in eerste lezing een besluit genomen over het voorstel van de Commissie voor een nieuwe verordening over volks- en woningtellingen.

Aan het voorstel liggen goede bedoelingen ten grondslag, gericht op het vereenvoudigen van de vergelijking van statistische gegevens op het gebied van volks- en woningtellingen. Het eindresultaat gaat echter uiterst ver als het gaat om de vereiste informatie. In haar voorstel stelt de Commissie dat elke lidstaat informatie moet verzamelen over zijn burgers, zoals seksuele geaardheid, data van het eerste en huidige huwelijk van vrouwen, etnische afkomst, religie en aantal levend geboren kinderen.

Het is erg verontrustend dat onze Commissie een voorstel presenteert dat vragen bevat die een dergelijke inbreuk op de privacy vormen en dat in de praktijk neerkomt op de registratie van burgers.

Vandaag heeft het Parlement enkele van de meest vergaande vragen geschrapt. Ik kies er echter toch voor om tegen het voorstel als geheel te stemmen, aangezien het nog steeds te ver gaat.

 
  
  

- Resolutie over de Lissabon-strategie (B6-0073/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Giles Chichester (PPE-DE), schriftelijk. (EN) De Britse Conservatieven hebben de doelstellingen en het kernbeleid van de Lissabon-strategie altijd gesteund. We hebben met name het belang onderstreept van een volledig functionerende interne markt voor goederen en diensten, het creëren van een beter ondernemingsklimaat (in het bijzonder voor het MKB), het stimuleren van innovatie en de introductie van hervormingen van de arbeidsmarkt die gericht zijn op vaardigheden, flexibiliteit en bevordering van het scheppen van werkgelegenheid.

We hebben ook nu weer voor deze jaarlijkse ontwerpresolutie over de Lissabon-strategie gestemd om onze voortdurende steun voor de onderliggende hervormingsagenda te laten blijken. Dat impliceert echter niet dat we het eens zijn met alle gedetailleerde aanbevelingen die zijn opgenomen. We zijn in het bijzonder absoluut tegen de aanvullende sociale maatregelen (met uitzondering van de portabiliteit van pensioenen) die zijn vastgelegd in de oorspronkelijke versie van artikel 41.

We verwerpen tevens de integratie van vervoer in het Verdrag van Lissabon, zoals die is beschreven in artikel 27, en we maken van de gelegenheid gebruik om nogmaals te benadrukken dat wij sterk van mening zijn dat dit Verdrag in het Verenigd Koninkrijk door de kiezers moet worden geratificeerd door middel van een referendum.

 
  
MPphoto
 
 

  Edite Estrela (PSE), schriftelijk. – (PT) Ik heb voor de resolutie over de Lissabon-strategie en de input voor de Europese Raad van voorjaar 2008 gestemd, omdat ik van mening ben dat de vernieuwde Lissabon-strategie de ambitieuze doelstellingen met betrekking tot de Europese samenleving als geheel versterkt, en deze van essentieel belang lijken te zijn om te kunnen omgaan met de kansen en uitdagingen van globalisering, demografische veranderingen, sociale ongelijkheden, klimaatverandering, energiezekerheid, voedselzekerheid, economische groei en de integratie van immigranten.

Strikte tenuitvoerlegging van de Lissabon-strategie is daarom bepalend voor het ondersteunen van de concurrentiepositie van Europa in de wereldmarkt door middel van het creëren van banen, het terugdringen van de armoede en sociale insluiting.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. − (PT) Allereerst betreuren wij het dat de ontwerpresolutie over de Lissabon-strategie die wij hebben gepresenteerd is verworpen, wat extra ernstig is nu we beginnen aan de laatste cyclus van de Lissabon-strategie.

Wederom verwerpt de meerderheid van het Europees Parlement een beleidswijziging en uit het zijn volledige steun voor en betrokkenheid bij de tot nu toe gehanteerde beleidsmaatregelen: deregulering van de markten en arbeidsrelaties, liberalisering van goederen en essentiële diensten (postdiensten, vervoer, telecommunicatie, energie, enz.) en de overdracht daarvan aan particuliere ondernemingen, ten nadele van belastingbetalers, arbeiders en het volk in het algemeen.

Zoals we kunnen zien in Portugal, verspreidt dit onmiskenbaar neoliberale beleid zich steeds meer naar andere sectoren. We zijn getuige van de toenemende commercialisering van zorg, onderwijs en scholing, die de sociale ongelijkheden verergert en de armoede en sociale uitsluiting in de Europese Unie doet toenemen.

Er wordt nu druk uitgeoefend om de externe component van de Lissabon-strategie te versterken, dat wil zeggen, om aan derde landen, die vaak minder ontwikkeld zijn, economische en politieke voorwaarden op te leggen waarbij deze markten moeten worden geopend in het belang van de grote Europese multinationals.

 
  
MPphoto
 
 

  Małgorzata Handzlik (PPE-DE), schriftelijk. − (PL) De resolutie over de Lissabon-strategie bevat veel belangrijke bepalingen voor zakenmensen en consumenten. Eén initiatief dat met name het vermelden en ondersteunen waard is, is het initiatief voor de Small Business Act, dat de filosofie van het beginsel ‘denk eerst klein’ presenteert. Ik hoop dat dit initiatief effectief en snel ten uitvoer zal worden gelegd, en dat de belanghebbende partijen hier actief bij betrokken zullen worden. Ik hoef u niet te herinneren aan de belangrijke rol die kleine en middelgrote bedrijven spelen in het economische leven, of aan hoe belangrijk het is voor de toekomst van Europa dat zij een speciale en bevoorrechte status krijgen.

Ik wil ook graag aandacht vragen voor de bescherming van intellectuele rechten. We zijn ons ervan bewust dat het Europese octrooistelsel, in vergelijking met dat van de Verenigde Staten, door het uitzonderlijke gebrek aan samenhang een grote zorg is voor sommige Europese landen en duidelijk de innovatie en het onderzoek op een breed vlak hindert, waardoor het ons hele continent schade berokkent. Het is daarom belangrijk gezamenlijke voorstellen en oplossingen voor de huidige situatie te formuleren, zodat alle consumenten in de EU kunnen profiteren van nieuwe en moderne producten tegen prijzen die voor de gemiddelde consument betaalbaar zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Stanisław Jałowiecki (PPE-DE), schriftelijk. − (PL) Ik heb mij onthouden van stemming over de resolutie over de Lissabon-agenda. Ik was met name enigszins verrast toen ik paragraaf 3 las. Hierin lezen we dat we, om het succes van deze agenda te garanderen, ook de economische groei in Europa moeten versterken. Het gaat mij om dat ene woordje: ook.

Tot nu toe verkeerde ik in de veronderstelling dat groei het voornaamste doel was, en dat het idee was dat we bepaalde landen moesten inhalen en moesten voorkomen dat andere ons inhaalden. Na nauwkeurige lezing van de ontwerpresolutie blijkt dat dit helaas geen vergissing is, maar een bevestiging van een regel. In deze tekst vinden we uitspraken die in tientallen andere resoluties zouden kunnen worden geplaatst. Vaak zijn dit zaken die een dergelijke groei ongetwijfeld zullen afremmen. Wat we hier in feite hebben, is een verlanglijst die we voor onszelf kunnen opstellen bij veel andere gelegenheden, en niet alleen bij het bespreken van de Lissabon-agenda.

Er is echter één uitzondering: vooruitgang in de introductie van de Lissabon-agenda. Dit fragment van de resolutie is erg belangrijk, maar helaas zijn de conclusies niet optimistisch. We weten niet hoe we deze vooruitgang moeten meten, als er tenminste al vooruitgang is. Er is geen adequaat toezicht. Dit betekent dat ons werk geen referentiepunten heeft. We hebben problemen met de evaluatie. We weten niet of we snel vooruitgaan of stil blijven staan. Ik denk dat we als Parlement vooral daaraan moeten werken.

 
  
MPphoto
 
 

  Othmar Karas (PPE-DE), schriftelijk. − (DE) Maandag gaf de Commissie industrie, onderzoek en energie van het Europees Parlement groen licht voor de definitieve aanvaarding van de wettelijke basis voor het EIT. Dat betekent dat alle zaken rondom de financiering en de interne organisatie van het EIT zijn afgehandeld, en dat het van start kan gaan.

Het Europees Instituut voor innovatie en technologie is een centraal aspect om meer te bereiken voor onze economie, voor de wetenschap en voor duurzame banen in Europa. Het is daarom essentieel dat er snel een besluit wordt genomen over de locatie van het EIT.

Ik roep de staatshoofden en regeringsleiders van de EU op akkoord te gaan met een vastgesteld tijdkader voor dit besluit tijdens de Europese Raad van dit voorjaar. Het besluit moet uiterlijk worden genomen door de EU-top in juni. De Oostenrijkse bondskanselier, mijnheer Gusenbauer, moet ook worden betrokken bij het vaststellen van het tijdkader, aangezien Oostenrijk een zeer geschikt aanbod heeft gedaan.

Dit tijdkader voor het besluit moet worden vastgesteld tijdens de voorjaarstop en moet deel uitmaken van het document met de resultaten van de top. Gezien het uitstekende aanbod van Wenen om plaats te bieden aan het EIT, heeft kanselier Gusenbauer een aanzienlijke verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat het besluit snel wordt genomen en dat er een precies tijdkader wordt ingesteld.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. − (EN) Met de hernieuwing van de Lissabon-strategie wil ik benadrukken dat een echte bijwerking van de geïntegreerde beleidsrichtsnoeren nodig is, evenals een grotere rol voor het Europees Parlement bij het toezicht op de follow-up van de strategie. De nadruk zou moeten liggen op het bereiken van een sociaal gevoelig Europa dat de economische problemen waarmee we te maken hebben aanpakt zonder de meest kwetsbare mensen te isoleren. De noodzaak van het instellen van een minimumloon in alle lidstaten is een van de belangrijke manieren waarop we ervoor kunnen zorgen dat alle Europese burgers een fatsoenlijke basislevensstandaard hebben. Ik ben tevreden over de resolutie en heb ervóór gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Athanasios Pafilis (GUE/NGL), schriftelijk. – (EL) De centrumrechtse en centrumlinkse politieke fracties beconcurreren elkaar over de vraag wie er meer steun kan geven aan de belangen en wensen van grote bedrijven. Ze gaan zelfs verder dan de Commissie in het bevorderen van de tegen arbeiders en tegen het volk gerichte Lissabon-strategie.

Deze schandelijke resolutie plengt niet eens krokodillentranen om de armoede of sociale uitsluiting. In tegendeel, zij eist dat er hervormingen worden doorgevoerd in de arbeidsmarkten en socialezekerheidsstelsels; zijn benadrukt de richtsnoeren van de Commissie door op te roepen tot aanneming van de richtlijnen over de organisatie van werktijd en werkomstandigheden voor tijdelijke arbeidskrachten; zij verzoekt de lidstaten het concurrentievermogen van de EU centraal te stellen in hun beleid en de voltooiing van de interne markt tot hun belangrijkste economische en politieke prioriteit te maken.

Volgens de resolutie is het meest geschikte hulpmiddel voor het bevorderen van deze en andere tegen arbeiders gerichte maatregelen en beleidslijnen klassesamenwerking, die bereikt kan worden door het verbreden van de sociale dialoog en het scheppen van een klimaat van vertrouwen tussen ondernemingen en werknemers.

Werknemers hebben zeven jaar van tenuitvoerlegging van deze strategie doorstaan. Als gevolg daarvan zijn hun levensstandaard, werkgelegenheid, pensioen en sociale rechten verslechterd. Daarom verwerpen ze de Lissabon-strategie en keren ze zich tegen de belangen van het kapitaal. We hebben dezelfde mening over de EU, die deze belangen behartigt.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Hoewel ik vóór de ontwerpresolutie door de meerderheid van de parlementaire fracties heb gestemd, omdat ik het eens ben met de constructieve aanpak en de essentie van de aanbevelingen, in het bijzonder met betrekking tot de noodzaak om de investeringen in onderzoek, innovatie en ontwikkeling en het beleid ter bevordering van kennis te stimuleren, het openen van de markten en meer flexibiliteit, met zekerheid, in de arbeidsmarkten, ben ik toch van mening dat een deel van de gegevens die worden gepresenteerd in de alternatieve resolutie reden zijn voor bezorgdheid. Dat is precies de reden waarom ik de resolutie van de communistische fractie niet kon steunen.

Twee jaar voor het verlopen van de Lissabon-agenda moeten we erkennen dat de beschreven doelstellingen – ambitieuze doelstellingen – nog lang niet zijn bereikt (en onze relatieve versnelling in vergelijking met de vertraging van de Amerikaanse economie is geen reden voor grote blijdschap). Ik ben daarom van mening dat het beter zou zijn om eindelijk te erkennen dat het nodig is het pad te volgen dat is geschetst maar niet gevolgd, in plaats van een laatste poging te doen om in twee jaar tijd te bereiken wat ons in acht jaar niet is gelukt. De oorzaken en omstandigheden die de in de Lissabon-agenda opgenomen maatregelen rechtvaardigden, bestaan nog steeds – misschien zelfs duidelijker – dus de juiste route is geschetst en die moeten we volgen.

 
  
MPphoto
 
 

  Olle Schmidt (ALDE), schriftelijk. (SV) Een resolutie over de Lissabon-strategie zal onvermijdelijk verschillende kanten op gaan als alle gevoelskwesties erbij betrokken worden. Dit zien we ook in het eindresultaat. Het verslag bevat echter veel belangrijke en noodzakelijke elementen, die ik tot mijn genoegen kon steunen. Dit geldt in het bijzonder voor de meer avontuurlijke delen die laten zien dat het Parlement met zijn tijd meegaat, zoals milieukwesties en het verband met groei. De discussie over flexizekerheid die nu van de grond komt, noemt ook de belangrijke – misschien wel de belangrijkste – vraag hoe concurrentie en zekerheid kunnen worden gecombineerd. Zoals het verslag stelt, bouwen we de toekomst niet op protectionisme en bureaucratie, maar op openheid, toegankelijkheid en goede voorwaarden voor zowel werknemers als ondernemingen.

Ik wil echter duidelijk maken dat mijn stem vóór amendement 12 op geen enkele wijze moet worden geïnterpreteerd als steun voor het instellen van minimumlonen in de EU. Het was juist een verduidelijking dat collectieve overeenkomsten een plaats hebben in het Europese model. Ik heb dit vandaag ook duidelijk gemaakt in amendement 32 in het verslag over de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid, dat specifiek inging op die kwestie.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. (EN) De Lissabon-strategie is essentieel voor het toekomstige succes van de EU. Het is van groot belang dat alle lidstaten voldoen aan hun belofte om van de EU de meest dynamisch kenniseconomie van de wereld te maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. − (RO) De resolutie inzake de Lissabon-strategie geeft uiting aan de wens van het Europees Parlement om alle Europese burgers een fatsoenlijke levensstandaard te garanderen door nieuwe, beter betaalde banen te creëren en door de investeringen in onderzoek, innovatie en de informatiemaatschappij te vergroten.

Punt 37 van de resolutie benadrukt het belang van het vervoersbeleid voor het bestrijden van klimaatverandering en verzoekt de trans-Europese netwerken te onderwerpen aan een adequate milieueffectbeoordeling.

Ik heb vóór amendement 12 gestemd, zoals gewijzigd door de Sociaal-democratische Fractie, omdat op deze manier aan de lidstaten wordt verzocht de voorwaarden voor de sociale en economische participatie van alle mensen te garanderen en in het bijzonder regels aan te nemen met betrekking tot bijvoorbeeld het minimumloon en andere wettelijke en verplichte regelingen te treffen voor iedereen of door middel van collectieve contracten die worden afgesloten volgens de nationale tradities, die ervoor zorgen dat iedereen die fulltime werkt, fatsoenlijk kan leven van zijn of haar inkomen.

Ik heb vóór de ontwerpresolutie gestemd in de overtuiging dat de Europese Unie niet alleen een gemeenschappelijk markt op basis van concurrentie is, maar ook een sociaal Europa moet zijn, waarin iedere burger betrokken is bij de economische en sociale activiteit en een fatsoenlijke levensstandaard heeft.

 
  
MPphoto
 
 

  Lars Wohlin (PPE-DE), schriftelijk. (SV) De Lissabon-strategie is van kracht sinds 2000 en de lidstaten hebben nog steeds geen duidelijke resultaten gezien. Het huidige voorstel presenteert een nieuw plan dat doorloopt tot 2013.

Ik geloof in institutionele concurrentie. Er staan doelstellingen in de Lissabon-strategie die goed en het ontwikkelen waard zijn, zoals het voorstel voor meer investering in onderzoek en ontwikkeling. De gedeelten die over het ‘sociale Europa’ gaan, horen daarentegen niet thuis op EU-niveau, wat inhoudt dat de afzonderlijke lidstaten daarover zouden moeten beslissen.

Een ander probleem met de resolutie is dat zij veel vage bepalingen bevat die de Commissie de mogelijkheid geven maatregelen te interpreteren en uit te leggen waar wij niet om hebben gevraagd.

In het algemeen ben ik van mening dat de landen zelf een groeistrategie zouden moeten formuleren zoals zij dat willen in een democratisch stelsel. Sommige kiezen voor een sociaaldemocratische richting, andere voor een uiterste liberale, marktgerichte aanpak. We moeten beide respecteren. Waar het om gaat, is dat het besluit op nationaal niveau moet worden genomen. Ik heb daarom besloten het voorstel in zijn geheel te verwerpen.

 
  
  

- Verslag: Margarita Starkevičiūtė (A6-0029/2008)

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Andersson, Göran Färm, Anna Hedh, Inger Segelström en Åsa Westlund (PSE), schriftelijk. (SV) Wij Zweedse sociaaldemocraten hebben besloten vóór het verslag 29/2008 in zijn geheel te stemmen.

We hebben echter tegen amendement 32 gestemd, dat was ingediend door de Fractie van de Groenen, over het onderwerp van minimumlonen als onderdeel van het Europese model.

We begrijpen dat de kwestie van minimumlonen belangrijk is in veel EU-lidstaten.

Wij zijn echter van mening dat elke lidstaat zelf moet bepalen hoe deze kwestie moet worden aangepakt.

In Zweden regelen we dit het beste door middel van collectieve overeenkomsten waarover wordt onderhandeld door de sociale partners.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo (GUE/NGL), schriftelijk. – (PT) Door uitdrukking te geven aan de belangen, ambities en eisen van grote werkgeversorganisaties, wordt volgens de meerderheid van het Europees Parlement de Lissabon-strategie volbracht, in overeenstemming met de economische richtsnoeren van de Europese Commissie en de intensivering van het daaraan gekoppelde neoliberale beleid.

Daarom houden ze ondanks de dreiging van een financiële crisis en een stagnatie van de economische groei vast aan loonmatiging, beperking van de overheidsuitgaven en modernisering van het openbaar bestuur als belangrijkste ontwikkelingsgebieden, samen met het verwijderen van obstakels voor de concurrentie en de markttoegang, met andere woorden, de liberalisering van openbare diensten. Dit alles in combinatie met een afnemende baanzekerheid, aandringen op flexizekerheid en de modernisering van de pensioenstelsels, met andere woorden, de devaluatie en afbraak van het universele openbare socialezekerheidsstelsel in het belang van particuliere verzekeraars.

Om ervoor te zorgen dat de lidstaten dergelijke doelstellingen halen, adviseren ze meer controle en druk op die staten, alsof ze niet medeverantwoordelijk waren voor de aanneming van deze richtsnoeren. Terwijl ze doen alsof ze niet beseffen wat voor ingrijpend effect een dergelijk beleid zal hebben op de economische en sociale situatie in de lidstaten, blijven ze meer van hetzelfde voorstellen, iets waar wij absoluut op tegen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Bruno Gollnisch (NI), schriftelijk. – (FR) Wij hebben tegen dit verslag gestemd, dat de lidstaten de inhoud van hun economische en sociale beleid voor de komende drie jaar voorschrijft.

Dit is het juiste moment voor het herzien van de mate waarin alles, maar dan ook echt alles, meer nog dan de gezamenlijke valuta en de verplichtingen die deze oplegt aan de lidstaten, tegenwoordig in Brussel wordt bepaald. Het is niet meer alleen een kwestie van doelstellingen formuleren voor de lidstaten (het verlagen van de staatsschuld of het begrotingstekort, het bestrijden van werkloosheid, het stimuleren van de groei, enzovoort), maar tot in het kleinste detail wordt uitgelegd wat ze moeten doen, hoe ze dat moeten doen en welke instrumenten ze daarvoor moeten gebruiken.

Het probleem is dat deze richtsnoeren al vijftien jaar hetzelfde zijn: arbeidsflexibiliteit, immigratie om de bevolking te verjongen en goedkope arbeid te leveren, deregulering van openbare diensten, loonmatiging, malthusiaans begrotingsbeleid, liberalisering van de externe handel, concurrentie, enz. Dit pakket is zeer bekend en dat geldt ook voor de resultaten: werkloosheid, kleinere koopkracht en meer armoede, deïndustrialisatie, sociale disintegratie, enz. Het is tijd dat we ons afvragen: gaat het zo slecht doordat de lidstaten de orders niet ijverig genoeg opvolgen, of doordat ze juist te ijverig zijn en niet de juiste orders krijgen? Wij twijfelen er niet aan dat de tweede verklaring de juiste is.

 
  
MPphoto
 
 

  Hélène Goudin en Nils Lundgren (IND/DEM), schriftelijk. (SV) Dit initiatiefverslag richt zich op een aantal uitdagingen waarmee het Europa van de toekomst te maken krijgt, zoals toenemende globalisering, vergrijzing van de bevolking en klimaatverandering. Veel van de voorgestelde maatregelen lijken redelijk en zouden een mogelijk aanpak voor een lidstaat kunnen zijn.

De Junilistan is tegen ingewikkelde belastingstelsels, sociale uitsluiting en verslechtering van het milieu. Het is echter aan de lidstaten zelf om te bepalen hoe ze hun beleid formuleren om de uitdagingen van de toekomst het hoofd te kunnen bieden. De succesvolste oplossingen ontstaan door institutionele concurrentie, voorbeelden die een inspiratie en stimulans kunnen vormen voor vrijwillige maatregelen in andere lidstaten.

We hebben besloten tegen dit verslag te stemmen, omdat het zich bezighoudt met zaken waarvoor de lidstaten zelf politiek verantwoordelijk zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE), schriftelijk. (EN) Mijn fractie heeft een aantal amendementen ingediend over belangrijke kwesties, zoals klimaatverandering, eerlijkere verdeling van de rijkdom en eerlijke betaling, waar ik vóór heb gestemd.

 
  
MPphoto
 
 

  Janusz Lewandowski (PPE-DE), schriftelijk. − (PL) In het zevende jaar van de tenuitvoerlegging van de Lissabon-strategie houdt de evaluatie van de huidige situatie in de Europese Unie door het Europees Parlement rekening met de nieuwe omstandigheden die de jaren 2007-2008 kenmerken. In het licht van de ervaringen van het afgelopen jaar en dit jaar, namelijk onzekerheid en toegenomen risico in de financiële markten, is het verstandig om bijzondere aandacht te besteden aan de macro-economische stabiliteit van de Gemeenschap.

Discipline in het eurogebied, en in het bijzonder het behoud van deze discipline, is van groot belang. Toch ligt, onder de voorwaarden van een gedereguleerd mondiaal financieel stelsel, de hoofdverantwoordelijkheid bij de nationale staten, die ervoor moeten zorgen dat de openbare financiën in balans blijven. Op dit gebied blijft er veel te wensen over, zelfs in de landen die zichzelf zien als de ‘motoren’ achter de integratie, in het bijzonder als ze kunnen rekenen op een soepel tarief van de Europese Commissie.

Eén eis waaraan al enkele jaren niet wordt voldaan, is daadwerkelijke liberalisering van de EU-markt, met name de dienstenmarkt, wat een reëlere concurrentiedruk zou creëren en uiteindelijk de beschermende barrières weg zou nemen, die niet meer bestaan uit regels op wetsniveau, aangezien er meer bedekte manieren zijn gevonden om buitenlandse concurrenten het leven zuur te maken.

Het opbouwen van een interne markt voor de EU is nog niet voltooid en dat betekent dat de mogelijkheden voor ondernemerschap en creativiteit in een Gemeenschap van 27 landen niet ten volle worden benut. De kosten van deze tekortkoming worden geschat op 150 miljard euro. Dat is reden genoeg om de kwestie van liberalisering van de gemeenschappelijke markt een prominente rol te geven in verslagen die de status en verwachte groei van de Europese economie evalueren.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE), schriftelijk. (EN) Ik verwelkom het verslag over de brede economische beleidsrichtsnoeren voor 2008-2010. In het huidige economische klimaat moeten we de EU de noodzakelijke hulpmiddelen geven om ons te helpen het hoofd boven water te houden. Hiervoor moet Europa een sociaal Europa blijven dat beschikt over goed gecoördineerde mechanismen voor hoogwaardige overheidsuitgaven, onderzoek en innovatie en onderwijs. Klimaatverandering moet ook een belangrijke rol spelen bij het formuleren van de economische prioriteiten van Europa als we willen voldoen aan de ambitieuze doelen die we onszelf hebben gesteld.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE), schriftelijk. – (PT) Aangezien het specifieke punt waar dit verslag om draait de nationale tenuitvoerlegging van de Lissabon-strategie is, moet ik, als Portugees lid van het EP, een meer gedetailleerd overzicht geven van mijn bezorgdheid over het feit dat mijn land niet heeft voldaan aan de Lissabon-strategie – op het gebied van zowel resultaten als maatregelen.

Ik besef dat de kritiek die kan worden geuit tegen Portugal in veel opzichten dezelfde is die kan en moet worden geuit tegen Europa als geheel. We zijn echter nog heel ver verwijderd – en raken volgens bepaalde criteria, zoals werkgelegenheid, zelfs nog verder verwijderd – van de doelstellingen van Lissabon, en we hebben absoluut niet de gepaste beleidsmaatregelen aangenomen om deze resultaten te bereiken. Het in evenwicht brengen van de nationale openbare financiën is een prioriteit, maar dat evenwicht moet worden bereikt door de verspilling te verminderen en niet-productieve uitgaven te schrappen en door eerlijke verdeling van de ontvangen inkomsten.

Het is niet gewenst om dat te bereiken door overbelasting van de huishoudbudgetten en vermindering van de effectieve verplichtingen van de staat. Net als in de particuliere sector worden concurrentievermogen en succes verkregen door betere diensten te leveren tegen lagere kosten, maar zonder een van de zijden van de vergelijking te schrappen.

 
  
MPphoto
 
 

  Luca Romagnoli (NI), schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik heb vóór het verslag van mevrouw Starkevičiūtė gestemd. De huidige formulering van de richtsnoeren vormt een voldoende breed en nog steeds geldig kader om de recente economische en politieke ontwikkelingen mogelijk te maken. Daarom gaan wij akkoord met het voorstel om de tekst van de brede richtsnoeren voor het economische beleid voor de komende drie jaar niet te wijzigen, in overeenstemming met de conclusies van de Raad.

Stabiliteit is werkelijk belangrijk voor de effectiviteit van de Lissabon-strategie en de geïntegreerde richtsnoeren. Deze nieuwe cyclus moet daarom draaien om de tenuitvoerlegging van hervormingen en het bereiken van concrete resultaten. We steunen ook de voorstellen voor amendementen op de toelichting bij de brede richtsnoeren voor het economisch beleid omdat die meer gericht zijn op de inhoud van de richtsnoeren, om de uitdagingen waar Europa mee te maken heeft het hoofd te bieden (globalisering, versterking van de basis voor economische groei op de middellange en lange termijn, snelle demografische en sociale veranderingen, enz.).

 
  
MPphoto
 
 

  Olle Schmidt (ALDE), schriftelijk. (SV) Ik heb vandaag vóór een verslag gestemd waarin de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid voor 2008-2010 zijn geformuleerd. Enerzijds was ik blij met de amendementen van de Sociaal-democratische Fractie die wezen op de noodzaak een Europa te creëren dat gunstig is voor ondernemingen, niet in de laatste plaats voor kleine ondernemingen.

Anderzijds stelde dezelfde fractie ook veel strengere regels voor op financieel gebied, regels die de consumenten zouden moeten beschermen, maar die in toenemende mate hun inkomen beperken. Deze houding zal eerder kwaad dan goed doen en ik heb daarom besloten tegen dit voorstel te stemmen. Als we willen dat de Europese visie om een vooraanstaande concurrentiemacht in de wereld te worden ooit wordt gerealiseerd, zijn er veel ingrijpendere investeringen nodig in de modernisering van de arbeidsmarkt, het aanmoedigen van onderzoek en onderwijs, en het benutten van de mogelijkheden die worden geboden door een ‘groenere’ economie. Ik heb daarom meegestemd met de Groenen, voor milieubelastingen op EU-niveau, hoewel ik zoals gebruikelijk de onafhankelijkheid van de Europese Centrale Bank verdedig tegen hun terugkerende aanvallen.

Als de recente financiële turbulentie ons iets heeft laten zien, is het wel het voordeel van een sterke centrale bank die niet gevoelig is voor kortetermijnoplossingen, om nog maar te zwijgen over het stabiliserende effect van deelname aan een grote valutazone.

 
  
MPphoto
 
 

  Peter Skinner (PSE), schriftelijk. (EN) De Britse Labour-delegatie steunt de hoofdlijnen van dit verslag, omdat die zorgen voor het bevorderen van algemeen geaccepteerd beleid voor de economie van de EU. De EPLP heeft echter ernstige bedenkingen bij paragraaf 26, die oproept tot fiscale harmonisering/coördinatie, terwijl dit een uitsluitend nationale bevoegdheid is. Daarom onthoudt de EPLP zich van stemming over deze specifieke paragraaf.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler (PSE), schriftelijk. (EN) Het amendement op paragraaf 26 verwijst naar een gemeenschappelijke geconsolideerde heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting. Ik ben het niet eens met dit punt, omdat ik van mening ben dat dit bepaald moet worden door de lidstaten. Ik heb mij op dit punt onthouden van stemming.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. – (RO) Het verslag van het Europees Parlement over de geïntegreerde richtsnoeren voor groei en werkgelegenheid onderzoekt de algemene lijnen die de Europese Commissie heeft voorgesteld voor het economische beleid van de lidstaten en van de Gemeenschap voor de periode 2008-2010.

Ik heb voor overweging 26 gestemd, zoals die is voorgesteld door de Commissie, omdat deze nadruk legt op de noodzaak van een gecoördineerd fiscaal raamwerk, dat een belastingstelsel moet omvatten dat gunstig is voor bedrijven, in het bijzonder kleine en middelgrote bedrijven, en gericht is op het hernieuwen van de economische groei en het scheppen van werkgelegenheid.

Ik heb ook voor amendement 23 gestemd, omdat het stelt dat het inkomen en de manier waarop de rijkdom is verdeeld zouden moeten zorgen voor rechtvaardige verdeling van de voordelen die worden gegenereerd door economische groei. Het amendement stelt dat het minimumloon in elk land, uitgaande van het BBP per hoofd van de bevolking, een manier kan zijn om te garanderen dat mensen die fulltime werken van hun werk kunnen leven, wat gezien moet worden als een element van het Europees sociaal model.

Daarom heb ik voor dit verslag gestemd in de overtuiging dat de economische zekerheid van alle Europese burgers, sociale insluiting, gendergelijkheid en de creatie van een markteconomie de Unie tot een economisch en sociaal voorbeeld zullen maken in een mondiale context.

 
  
  

- Verslag: Cem Özdemir (A6-0503/2007)

 
  
MPphoto
 
 

  Adam Bielan (UEN), schriftelijk. − (PL) Ik heb het verslag van de heer Özdemir gesteund omdat een van de dringendste politieke problemen waarmee Europa te maken heeft, het waarborgen van energiezekerheid voor de EU is. Diversificatie van de aanvoer van grondstoffen voor energieopwekking naar de EU is een manier waarop we onszelf onafhankelijk kunnen maken van Rusland, en de belangrijkste stap hiervoor is een gemeenschappelijk EU-beleid met betrekking tot Centraal-Azië. Het ontbreken van een gemeenschappelijk EU-beleid op dit gebied wordt intensief uitgebuit door Rusland, waarbij de meeste EU-lidstaten een afwachtende houding aannemen. Projecten zoals de uitbreiding van de pijpleiding Odessa-Brody naar Gdańsk, of de Nabucco-pijpleiding, zijn niet erg realistisch meer als gevolg van de maatregelen die zijn genomen door Russische bedrijven die worden gedomineerd door de speciale diensten.

 
  
MPphoto
 
 

  Bernadette Bourzai (PSE), schriftelijk. – (FR) Ik wil de heer Özdemir feliciteren met zijn initiatiefverslag over een EU-strategie voor Centraal-Azië. Naar mijn mening heeft hij de doelstellingen en prioriteiten voor de betrekkingen tussen de Europese Unie en elk van de vijf Centraal-Aziatische landen perfect duidelijk gemaakt. Hij wijst terecht op de noodzaak van een meer samenhangende regionale benadering van dit strategische gebied en belicht tevens de verschillen tussen de landen.

Ik ben het eens met de mening van de Commissie ontwikkelingssamenwerking, in het bijzonder als het gaat om de noodzaak armoede uit te bannen, de volksgezondheid en het basisonderwijs te verbeteren en alle vormen van discriminatie tegen vrouwen en minderheden uit te roeien.

Het is ook belangrijk dat dit verslag onderstreept dat er vooruitgang nodig is op het gebied van democratie, respect voor de mensenrechten, fundamentele vrijheden en de rechtsorde in de regio, en wat mij betreft is dit een essentieel punt.

Het verslag stelt dat samenwerking op het gebied van energie van groot belang is voor de strategie van Europa. Desondanks moeten de Europese instellingen waakzaam zijn en ervoor zorgen dat noch de mensenrechten in de regio, noch het milieu worden opgeofferd voor de energiebehoeften en handelsovereenkomsten.

 
  
MPphoto
 
 

  Patrick Gaubert (PPE-DE), schriftelijk. (FR) Ik verwelkom het feit dat een grote meerderheid vandaag het rapport over een EU-strategie voor Centraal-Azië heeft aangenomen. Het is essentieel dat de Europese Unie zich meer gaat interesseren voor deze vijf landen: Oezbekistan, Kirgizië, Tadzjikistan. Turkmenistan en Kazachstan.

Het rapport vraagt terecht om differentiatie als het gaat om het Europees beleid ten opzichte van elk van deze landen en het feit dat criteria als de mensenrechtensituatie in de desbetreffende landen en hun respect voor OSCE-verplichtingen worden beklemtoond kan ik alleen maar goedkeuren.

In de tekst wordt niet voor niks gewezen op het belang van deze landen voor de EU, zowel nu als in de toekomst, vooral als het gaat om handel en energie. De geopolitieke situatie van Centraal-Azië is van dien aard dat er meer met deze landen zal moeten worden samengewerkt, zowel bilateraal als op EU-niveau. Het rapport vraagt hervormingen van sociale sectoren, gezondheid, voedselzekerheid en om de strijd tegen corruptie teneinde op de lange termijn stabiliteit, veiligheid en welvaart in de regio te garanderen.

Dit is daarom een veelomvattende tekst, waarin de actieterreinen worden vastgelegd waarin de EU kan helpen, zodat het zoveel mogelijk zichtbaarheid en geloofwaardigheid in de regio krijgt.

 
  
MPphoto
 
 

  Pedro Guerreiro (GUE/NGL) , schriftelijk. – (PT) In lijn met hetgeen is goedgekeurd door de meerderheid van het Europees Parlement aangaande de externe betrekkingen van de EU, hebben we weer een rapport dat in essentie bestaat uit een verzameling maatregelen om ons te bemoeien met derde landen zonder te verbergen, integendeel zelfs, dat men erop uit is om binnen de economieën van deze landen omstandigheden te scheppen die gunstig zijn voor de belangen van grote economische en financiële groepen.

Zie hoe het rapport pleit voor het respecteren van internationale normen voor buitenlandse investeringen en het bieden van betere bescherming voor rechtstreeks investeren door het buitenland in deze landen. Het is duidelijk dat zulke beweringen niks meer of minder betekenen dan het privatiseren van staatsbanken (!) en het scheppen van nationale financiële markten die echt concurrerend zijn en open voor buitenlandse banken (!) Met andere woorden, deze landen worden gewoon in de verkoop gegooid…

Daar komt bij dat, in lijn met bovengenoemde doelstelling de grootste belangen van de EU om de hoek komen kijken als het gaat om de aanzienlijke energiebronnen van de landen in deze regio, en er is sprake van de behoefte haar energievoorraden zeker te stellen, zonder aan de transportroutes te komen en met de maximaal mogelijke regelmaat.

Eigenlijk is het een afspiegeling van de vaak verkondigde rol van de EU in de wereld, in het bijzonder in het nu voorgestelde Verdrag: haar ambitie politieke en economische dominantie te verwerven.

 
  
MPphoto
 
 

  Ian Hudghton (Verts/ALE) , schriftelijk. (EN) Ik wil mijn collega, de heer Özdemir, feliciteren met zijn rapport over Centraal-Azië, waaraan ik mijn volledige steun geef. Democratie en mensenrechten zijn grondbeginselen van de EU, en ze zouden het hart moeten vormen van het Europees beleid in relatie tot andere regio’s. De landen van Centraal-Azië hebben de aandacht van de economische machten in de wereld op zich gevestigd, voornamelijk wegens hun natuurlijke hulpbronnen. De EU moet hierboven staan en proberen ook in hun menselijke bronnen te investeren door te pleiten voor democratie en mensenrechten.

 
  
MPphoto
 
 

  Jaromír Kohlíček (GUE/NGL) , schriftelijk. (CS) Wat was de erfenis van de Sovjet-Unie in de landen van Centraal-Azië? Gelijkheid voor vrouwen, afschaffing van kinderarbeid en analfabetisme, van akkerbouw met monoculturen. In geen van deze landen zijn religieuze elementen erin geslaagd de suprematie te verwerven.

De eerste prioriteit van de EU is het gebruik van de natuurlijke hulpbronnen van die landen, namelijk olie, aardgas en uranium. Nog zo’n prioriteit is het afsnijden van een van de belangrijkste kanalen voor de smokkel voor opium vanuit Afghanistan. Daarmee komen we op de directe verantwoordelijkheid van de EU en de VS als het gaat om steun aan het vestigen van autoritaire regimes in de landen in die regio. De individuele landen proberen de verspreiding van terroristische groepen en de verspreiding van militante Islamitische ideeën te beperken, maar zo’n situatie heeft een negatief effect op de ontwikkeling van een geciviliseerde maatschappij en participatieve democratie en leidt algauw tot steun aan gewelddadige regimes.

Ondanks alle kritiek die in het rapport wordt geuit op de landen in de regio moeten we ons altijd de moeilijke historische omstandigheden herinneren waarmee deze landen in de loop van hun ontwikkeling zijn geconfronteerd. De EU moet hen helpen de resultaten van vele jaren negativisme te boven te komen die werd geschapen door de aanwezigheid van grote EU-staten en de VS in het naburige Afghanistan.

Er is geen reden Turkije te bevoorrechten als de belangrijkste potentiële mediator voor een positieve invloed in de regio. De huidige situatie als het gaat om respect voor de rechten van minderheden in Turkije rechtvaardigt een dergelijke benadering zeker niet. Daarentegen zou er meer aandacht moeten worden geschonken aan de traditionele banden met Rusland. Als het gaat om onze strijd tegen de verspreiding van terrorisme en drugs over de landen van deze regio is Rusland onze naaste bondgenoot.

Ondanks de hierboven genoemde bedenkingen steun ik de aanname van het rapport.

 
  
MPphoto
 
 

  Jörg Leichtfried (PSE) , schriftelijk. − (DE) Ik stem voor het voorstel van een EU-strategie voor Centraal-Azië, omdat de vijf republieken daar officiële ontwikkelingshulp ontvangen en de Europese Unie een bijzondere verantwoordelijkheid heeft om deze landen te steunen. Ik zou graag willen wijzen op de rol van de Europese Unie als bemiddelaar tussen de landen van Centraal-Azië, die de aanzienlijke verschillen tussen de vijf republieken met elkaar in evenwicht brengt als het gaat om politieke, economische en sociale omstandigheden. In het bijzonder zou ik willen wijzen op de grimmige situatie op het terrein van gezondheid, die is toe te schrijven aan het minimale systeem van de gezondheidszorg.

Alle inwoners toegang geven tot schoon drinkwater en hen aansluiten op het nationale elektriciteitsnet vormt een gigantisch probleem in Tadzjikistan, Oezbekistan en de republiek Kirgizië. Voor mij is het belangrijk te weten dat mijn stem voor een EU-strategie voor Centraal-Azië tevens een stem betekent voor betere leefomstandigheden voor de mensen van Centraal-Azië voor wat betreft sociale, medische en juridische aspecten.

 
  
MPphoto
 
 

  David Martin (PSE) , schriftelijk. (EN) Het rapport van de heer Özdemir over de EU-strategie voor Centraal-Azië gaat over een belangrijk onderwerp op de politieke agenda van de EU. Ik ben blij dat er zo nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan de mensenrechten in de Centraal-Aziatische regio; een nadruk die de EU meer in het algemeen zou moeten leggen op haar externe relaties. Er bestaat maar weinig bewijs voor democratische verbeteringen in de regio, met name in Oezbekistan en Turkmenistan, en een EU-strategie voor samenwerking zou moeten proberen deze staten te scharen achter een streven naar een democratisch concept. Zoals het rapport duidelijk schetst, vraagt Centraal-Azië om actieve samenwerking van de EU op energiegebied in een poging voordelige oplossingen voor beide partijen te vinden voor de huidige stand van zaken in de energiemarkt. Ik ben het eens met de aanbevelingen van de heer Ozdemir en stemde voor het rapport.

 
  
MPphoto
 
 

  Véronique Mathieu (PPE-DE) , schriftelijk. (FR) Met uitzondering van de republiek Kirgizië zijn de ontwikkelingen in de Centraal-Aziatische regio alarmerend om meer dan één reden.

Op de eerste plaats zijn, als het gaat om mensenrechten en democratie, het misbruik van veel vrouwen (gedwongen huwelijken, seksuele uitbuiting, verkrachting etc.) en kinderarbeid in de regio totaal onacceptabel.

Als het gaat om gezondheid, blijft daarnaast de toename van infectieziekten (vooral HIV) zorgen baren.

Tot slot zal Centraal-Azië niet profiteren van een effectieve integratie in het systeem van de wereldeconomie totdat alle vijf landen in deze regio zich hebben aangesloten bij de WTO (de republiek Kirgizië is lid sinds 1998).

De EU-strategie voor Centraal-Azië kan een effectieve bijdrage leveren aan de economische en menselijke ontwikkeling in dit deel van de wereld. De Europese Unie mag Centraal-Azië, dat op een strategisch kruispunt ligt tussen Europa en Azië en dat van oudsher partner is op het gebied van handelsbetrekkingen en energiesamenwerking, niet negeren.

Ik steun deze tekst krachtig in haar verlangen duidelijk te maken wat de Europese prioriteiten in Centraal-Azië zijn, de Europese projecten die in deze regio zijn opgestart kracht bij te zetten en de implementatie ervan versneld door te voeren. Daarom stemde ik voor het rapport.

 
  
MPphoto
 
 

  Andreas Mölzer (NI), schriftelijk. − (DE) Strategische planning voor Centraal-Azië is zeker een goed idee, en is inderdaad nodig, zeker voor economische samenwerking en het openstellen van de markten. Het zou ook zin hebben dit versneld ter hand te nemen teneinde op de hoogte te blijven van de ontwikkelingen.

Maar de situatie waarbij bepaalde normen die op Europees niveau gelden in Centraal-Azië worden gemarginaliseerd, mag niet blijven voortduren. Van de andere kant zou het gebruik van dezelfde meetlat, zowel daar als in Europa, blijk geven van een grote arrogantie jegens de bevolkingsgroepen die in het rapport worden genoemd en jegens hun rechten op zelfbeschikking. Wat betreft de rol van vrouwen is er voldoende noodzaak om handelend op te treden in andere regio’s van de wereld, niet op zijn minst in de Arabische wereld, waar die noodzaak nog veel urgenter is.

Maar kinderarbeid, die wijd verspreid is, vooral in China, valt onder de normen die ik al heb genoemd, en waar handelspartners op dienen te letten.

De strijd tegen terrorisme en de drugshandel, die tot op zekere hoogte met elkaar verband houden, dienen bovenaan de agenda te staan. Deze moeten meedogenloos worden bestreden.

 
  
MPphoto
 
 

  Cristiana Muscardini (UEN) , schriftelijk. (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik steun het document dat door de Europese Commissie werd aangeboden voor een nieuw partnerschap met de landen van Centraal-Azië, maar ik zou graag op de volgende aspecten willen wijzen.

Op de eerste plaats op het groeiende belang van de internationale handel met Centraal-Azië, dat thans een belangrijk alternatief vormt voor de levering van energiebronnen.

Ten tweede, het feit dat Europa daardoor een oplettend oog moet houden op dit deel van de wereld en het aansporen tot integratie in de wereldhandel en het internationale economische systeem door de kandidatuur van die landen in het gebied te steunen die die nog geen lid van de WTO zijn. Het aanhalen van de betrekkingen met het hele gebied dient derhalve te worden gezien als onderdeel van een strategie om te komen tot grotere samenwerking en integratie tussen de landen onderling en om de invloed van Europa te vergroten, inclusief de politieke invloed, in een regio waar voortgang is geboekt in de richting van democratie.

Ten derde dient er in de totaalbenadering van Centraal-Azië rekening te worden gehouden met de grote politieke en economische verschillen tussen de landen in de regio. Er is vooral veel nadruk gelegd op de rol die een land als Kazachstan speelt, met zijn geavanceerde economie, en derhalve op de mogelijke voordelen die het aanhalen van de banden met dat land betekent, niet in het minst als het gaat om de totale ontwikkeling van de regio.

 
  
MPphoto
 
 

  Luís Queiró (PPE-DE) , schriftelijk. – (PT) De Europese Unie heeft geprobeerd nauwe betrekkingen en een dialoog aan te gaan door haar plaatselijk beleid. In het geval van Centraal-Azië draagt het formuleren van een nieuwe strategie en partnerschap met vijf nieuwe staten eraan bij grotere stabiliteit, sociaaleconomische en democratische ontwikkeling en veiligheid in dat deel van Azië te bevorderen.

We merken op dat de wereld belang heeft bij stabiliteit in Centraal-Azië, omdat ernstige en aanhoudende crises in die regio rampzalige gevolgen zouden hebben en van invloed zijn op de EU en haar lidstaten. Daarnaast is de geopolitieke situatie in Centraal-Azië steeds meer de interesse gaan wekken van economische machten als Rusland, de VS, China en Turkije.

Ik denk dat de toekomst van de relaties die streven naar meer stabiliteit en veiligheid en meer politieke, economische en sociale samenwerking, ook rekening moeten houden met de mensenrechtensituatie in elk land en met het aanhalen van handelsbetrekkingen en energiesamenwerking, en ook aandacht moeten schenken aan de ontwikkelingsbehoeften en de verplichtingen die zijn aangegaan voor wat betreft de leefomstandigheden van de burgers in deze regio.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid