De Voorzitter. − Het volgende onderwerp is het rapport van mevrouw Frassoni, namens de Commissie juridische zaken, over het 23-ste jaarlijks verslag van de Commissie over de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht (2005) (2006/2271(INI)) (A6-0462/2007).
Monica Frassoni , rapporteur. − (IT) Meneer de Voorzitter, dames en heren, de toepassing van het Gemeenschapsrecht is een belangrijk onderdeel van de ‘Betere regelgeving’ agenda die door de commissie Barroso in het leven werd geroepen. Een tijd lang was het een beetje een stiefkindje, ondergesneeuwd in de trend naar effectbeoordelingen en ombuigingen.
Vandaag is de commissie begonnen dit recht te zetten, gedeeltelijk onder druk van het Parlement. Dit is een procedure die jarenlang in veel gevallen slechts een soort bureaucratisch klus geweest, waarop zonder veel ophef de ene inbreuk na de andere volgde, maar het blijft een absoluut essentiële procedure.
De cijfers zijn duidelijk. Op de dag van vandaag zijn er 2518 inbreukprocedures opgestart in de meest verschillende sectoren, vooral in die van het milieu en van de interne markt. Daarnaast ontvangt het Parlement elk jaar honderden, zelfs duizenden verzoekschriften die vaak refereren aan specifieke schendingen van het Gemeenschapsrecht, waartegen burgers zich hulpeloos voelen en waarmee ze zich derhalve tot het Parlement wenden.
De vraag is: welke kans hebben ze om genoegdoening te krijgen? De inbreukprocedure wordt beschreven in artikel 226 en 228 van het Verdrag en derhalve is er weinig ruimte voor creativiteit. De regels die gelden veroordelen ons tot langzame, aanslepende procedures, waarbij de meest effectieve maatregel, een boete, zelden wordt toegepast en dan nog pas na een zeer lange tijd, zelfs pas na decennia.
Maar er kan veel, zelfs zeer veel worden gedaan, en ik wil de commissie bedanken voor de reeks maatregelen die het de laatste twee jaar, en vervolgens afgelopen september in een speciaal communiqué heeft gedaan, en die in mijn rapport worden geanalyseerd en geëvalueerd, en waar ik graag een paar opmerkingen over zou willen maken.
Maar staat u me eerst toe een punt aan te roeren dat naar mijn mening cruciaal is voor dit debat, omdat het naleven van wetten een zeer politieke kwestie kan zijn en een prachtig hulpmiddel voor het verbeteren van de geloofwaardigheid en zichtbaarheid van de Gemeenschapsinstellingen.
Ik zou graag twee specifieke voorbeelden willen noemen van een wat ongewoon gedrag door de Commissie. de afvalcrisis in Napels en de Via Baltica-autosnelweg in de Rospuda-vallei in Polen.
De afvalcrisis in Napels was een direct gevolg van de jarenlange overtredingen van praktisch alle afvalwetgeving van de Gemeenschap. Er zijn in de loop der jaren inderdaad veel inbreukprocedures opgestart tegen Italië en het Hof heeft in veel gelegenheden Italië veroordeeld. Maar pas nu, nu de situatie ondragelijk is geworden voor iedereen en onmogelijk nog te verbergen valt, heeft de Commissie besloten met de vuist op tafel te slaan. De bezoeken van de Commissie worden met veel interesse gevolgd en burgers die te keer gaan tegen illegale stortplaatsen kondigen op televisie aan dat ze verzoekschriften sturen naar het Europees Parlement. Ik vraag me af: had dit niet eerder kunnen gebeuren? Hadden we echt niet eerder een andere houding aan kunnen nemen om te voorkomen dat deze situatie zich voordeed? Ja, natuurlijk konden we dat!
Dat is feitelijk wat commissaris Dimas deed in het geval van de Rospuda-vallei in Polen, die gevaar liep te worden aangetast door de infrastructuur voor de Via Baltica. Voor het eerst vroeg de commissaris het Hof om een opschortingsbevel, en dit werd toegewezen. Dit is een zeer belangrijke precedent die een uiterst duidelijke boodschap overbrengt: De Commissie kan en moet zich krachtig opstellen tegenover lidstaten die doen of er niks is gebeurd, en ze dient alle middelen te gebruiken die het democratisch systeem toestaat: de media en de publieke opinie.
Een van de belangrijkste innovaties die de Commissie in de communicatie heeft geïntroduceerd betreft een nieuwe werkmethode. We hebben veel twijfel geuit omtrent deze werkmethode, die er vooral uit bestaat klachten direct terug te sturen naar de lidstaat waartegen de klacht is gericht, teneinde te proberen het probleem op te lossen. we gaven uiting aan deze twijfels en de Commissie gaf ons een aantal garanties die ik ook vandaag hoop te horen, maar we zullen de zaak zeer goed in de gaten houden en we hopen echt dat met betrekking tot de overtredingsprocedures, transparantie, de mogelijkheid lidstaten met naam en toenaam te noemen en de samenwerking met het Parlement tot voortgang zal leiden.
Mijnheer de Voorzitter, op het eind van het debat zal ik weer twee minuten lang spreken om mijn spreektijd vol te maken.
Janez Lenarčič , fungerend voorzitter van de Raad. − (EN) Dank u, mijnheer de Voorzitter, dames en heren.
Mevrouw Frassoni, namens de Raad wil ik uw verslag over het jaarlijks verslag van de Commissie over de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht, alsmede de extra analyse die is verwoord in de mededeling van de commissie ‘Een Europa van resultaten – toepassing van het Gemeenschapsrecht’ verwelkomen. Naar onze mening is het rapport van het Europees Parlement een zeer nuttige bijdrage aan onze gemeenschappelijke doelstelling het Gemeenschapsrecht op tijd en op de juiste manier te garanderen.
Namens de Raad verwelkom ik de bevindingen uit het rapport van mevrouw Frassoni die naar onze mening van essentieel belang zijn, namelijk dat het garanderen van de positieve effecten van het Gemeenschapsrecht op het dagelijks leven van de burgers van de Europese Unie voornamelijk afhangt van de efficiency van het beleid van de Europese Unie en van het toezicht en de controle op de methoden waarmee de lidstaten voldoen aan het Gemeenschapsrecht.
We oordelen positief over de verplichting die het Europees Parlement op zich heeft genomen om de uitwisseling van best practices tussen lidstaten te steunen. In onze optiek zouden dergelijke uitwisselingen aanzienlijk bijdragen aan een meer efficiënte en eensgezinde toepassing van het Gemeenschapsrecht.
Ik moet hier zeggen dat het voorzitterschap van de Raad geen commentaar kan geven op de meeste vragen en voorstellen die in dit waardevolle rapport worden genoemd. Zoals bekend is de administratieve toepassing van het Gemeenschapsrecht hoofdzakelijk de verantwoordelijkheid van de lidstaten conform hun constitutionele regelgeving, en van de Commissie, die, als hoedster van verdragen, verantwoordelijk is voor de controle op de uniforme toepassing van het Gemeenschapsrecht.
Günter Verheugen , lid van de Commissie. − (DE) Mijnheer de voorzitter, fungerend voorzitter van de Raad, dames en heren, de Commissie is dankbaar voor de gelegenheid deze belangrijke problemen vandaag met het Europees Parlement te kunnen bespreken, en ik ben mevrouw Frassoni zeer dankbaar voor haar rapport en haar bijdrage die waardevolle punten bevat. Ik kan u verzekeren, mevrouw Frassoni, dat de Commissie de punten die u aansnijdt zeer serieus neemt.
De Europese Unie is een gemeenschap die onder regelgeving valt en als zodanig is deze uniek in de wereld. Alleen de wet kan de vrijheden garanderen waar burgers recht op hebben en alleen de wet kan de markteconomie op zo’n manier vormgeven dat deze allen ten voordele strekt.
De Europese Commissie is de hoedster van de verdragen. Het is haar rol ervoor te zorgen dat het Gemeenschapsrecht overal wordt geïmplementeerd en dat dit op de juiste manier wordt toegepast op elke locatie. Zelfs de beste wet verliest haar waarde als deze alleen maar op papier bestaat. Elke commissie zal daarom vinden dat een van haar belangrijkste taken eruit bestaat ervoor te zorgen dat onze wet niet alleen maar uit lege woorden bestaat.
In de gerechtelijke acties tegen de schendingen van het verdrag en in het Europees Hof van Justitie hebben we een krachtig wapen. Dit wapen dient ingezet te worden als er geen andere manier is om op te treden tegen wetsovertredingen. Het is echter geen doel op zich en het kan zijn kracht verliezen als het te vaak wordt gebruikt.
De Commissie is niet van mening dat het aantal gerechtelijke acties tegen de schendingen van het verdrag een maatstaf is voor de ernst en de vastbeslotenheid waarmee het controleert hoe goed de hand wordt gehouden aan het Gemeenschapsrecht. Het is volgende de Commissie eerder een kwestie van oplossingen voor problemen. De echte maatstaf is het aantal problemen met betrekking tot de toepassing van het Gemeenschapsrecht dat we hebben weten op te lossen, en hoe snel we dat gedaan hebben.
We hebben inderdaad kritisch gekeken hoe we werken en zijn tot de volgende conclusies gekomen: zodra problemen zijn vastgesteld, dient deze snel en efficiënt te worden afgehandeld. Burgers en mensen uit het bedrijfsleven hebben recht op snelle antwoorden. Daarom, mevrouw Frassoni, ga ik terug naar de Commissie met dat wat u zei over afval in Campanië en daarom dient dit onderwerp te worden besproken. Ik ben het helemaal met u eens dat een krachtdadige, snelle en vastbesloten aanpak absoluut essentieel is als het gaat om het schaamteloos negeren van het Gemeenschapsrecht.
In principe is een benadering op basis van partnerschap te prefereren boven een confronterende. De Commissie wil daarom meer dialoog en meer transparantie zien bij deze kwesties. We willen ook duidelijk prioriteiten stellen: eerst belangrijke zaken aanpakken, en snel, en geen moker gebruiken om een noot te kraken. We moeten ook de nodige middelen beschikbaar stellen.
Laat mij hier één opmerking maken. Als de problemen aangaande de toepassing van het Gemeenschapsrecht op bepaalde kwesties zich opstapelen, kan dat komen doordat de wet zelf onduidelijk is of met zichzelf in tegenspraak. We moeten er niet van meet af aan van uitgaan dat de lidstaten een slechte instelling hebben.
Naar aanleiding van deze overwegingen hebben we een reeks stappen gezet en ik wil van meet af aan duidelijk maken dat we onze toevlucht blijven nemen tot gerechtelijke acties tegen de schendingen van het verdrag en deze meteen zullen inzetten als we de noodzakelijke informatie hebben. Maar we stellen een nieuwe werkwijze voor, waarmee we de noodzakelijke informatie sneller hopen te krijgen.
Deze methode is gebaseerd op het verbeteren van de samenwerking met de lidstaten voordat het komt tot het instellen van officiële gerechtelijke acties, behalve natuurlijk wanneer – en dit, mevrouw Frassoni, is erg belangrijk – het van meet af aan duidelijk is dat een verdrag naar alle waarschijnlijkheid wordt geschonden. In dergelijke gevallen zal onze eerste stap niet bestaan uit praten met de lidstaten, maar uit actie.
Het is geen totaal nieuw proces, maar een voorlopige procedure waarin we extra procedures eisen of waarmee we hopen sneller tot een oplossing te komen zonder gerechtelijke acties wegens het schenden van het verdrag in te stellen.
Alle vragen en klachten worden direct en snel beantwoord en kunnen, afhankelijk van de feiten in kwestie, leiden tot gerechtelijke acties wegens het schenden van het verdrag. Dat betekent dat elke voorlegging wordt geregistreerd en verwerkt. Als deze geformuleerd is als een klacht of als een klacht gezien kan worden, wordt deze als een klacht behandeld en zet de Commissie de aangewezen stappen.
Momenteel testen we deze nieuwe methode van werken in een proeffase. Vijftien lidstaten zijn betrokken bij dit pilot-project, dat ontworpen is om er zeker van te zijn dat we echt vorderingen maken. Natuurlijk zullen we het Parlement op de hoogte brengen van de resultaten uit deze pilot-fase en zullen we verdere stappen bespreken met het Parlement.
Toch zijn we al zover dat we een oplossing kunnen vinden voor negentig procent van alle problemen die ons onder ogen komen zonder dat we ermee naar de rechter hoeven. Maar we zijn het met u eens dat dit veel sneller moet gebeuren. Het zou helpen als we dit in een maandelijkse cyclus van besluitvorming, die in januari begon, konden onderbrengen. Daardoor zijn we verzekerd van snellere, efficiëntere uitvoering van de gerechtelijke acties.
Zeker, we streven ernaar het hele proces zo transparant mogelijk te maken en tegelijkertijd de juiste mate van vertrouwelijkheid te bewaren, zoals het Europees Hof van Justitie dat van ons vergt. Het publiek zal online toegang krijgen tot geregeld bijgewerkte overzichten van alle gerechtelijke stappen tegen schending van het verdrag die tegenwoordig onder de rechter zijn.
In het belang van de transparantie en de juridische zekerheid moeten we ook weten hoe de lidstaten Gemeenschapsrecht in hun respectievelijke nationale context toepassen. Daarom hebben we correlatietabellen nodig, zoals in het rapport gevraagd, die duidelijk aangeven in hoeverre het in elke lidstaat is geïmplementeerd.
Dames en heren, ik denk dat we hetzelfde doel nastreven. we willen Gemeenschapsrecht waarin EU-burgers compleet vertrouwen kunnen hebben.
Diana Wallis , rapporteur voor advies van de Commissie verzoekschriften. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, in de minuut die mij namens de Commissie verzoekschriften is gegund, zou ik graag drie dingen doen. Op de eerste plaats zou ik mevrouw Frassoni willen bedanken voor haar samenwerking bij dit jaarlijkse verslag, maar ik zou vooral duidelijk willen maken hoeveel belang de Commissie verzoekschriften hecht aan deze controle- en implementatieprocedure.
Ik denk dat dit belang uiteindelijk dan toch is doorgedrongen tot de Commissie. Ik dank de commissaris daarvoor, omdat onze twee instellingen hierbij als partners zouden moeten samenwerken, en vooral als het gaat om de Commissie verzoekschriften, die eigenlijk onze ogen en oren vormt, als wetgevers, door middel van onze burgers, die zich met de direct door hen ervaren problemen tot ons wenden.
Maar voordat onze burgers dat kunnen doen, kom ik bij mijn tweede punt. Commissaris, u had het over ons recht als zijnde levend recht. Welnu, als het levend recht wil zijn moet het te begrijpen zijn, moet het duidelijk zijn voor onze burgers. Ik heb een lang gesprek gehad met onze collega, mevrouw Wallström, over overzichten voor burgers, op een zodanige manier dat burgers ons recht begrijpen. Ze heeft ons bij veel gelegenheden beloofd dat deze bij elk rechtsinstrument beschikbaar zullen komen. We zullen zien of dat ook echt het geval is.
Tot slot moet de Commissie verzoekschriften, en hiermee richt ik me tot mijn eigen collega's, veel meer bekendheid en middelen krijgen in ons eigen Huis. Het is niet alleen maar een bemoeizieke commissie. Het heeft de handen vol aan contacten met onze burgers op dit terrein.
Marie Panayotopoulos-Cassiotou , namens de PPE-DE-Fractie. – (EL) Commissaris, u hebt volkomen gelijk: De regelgeving is het fundament van de EU. U geeft terecht aan dat Gemeenschapsrecht de manier is de doelen te realiseren van de EU-verdragen, omdat ze synoniem is met het belang van Europese burgers, die het recht hebben de implementatie van deze wet te eisen.
De omvang, reikwijdte en complexiteit van de wetgeving nemen voortdurend toe. Wij als MEP's van de Europese Volkspartij willen graag uiting geven aan onze tevredenheid: door het 23-ste jaarlijks verslag over de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht en ook door de bekendmaking van de resultaten ervan in Europa, laat de Commissie zien dat ze de hoedster van de verdragen wenst te zijn en dat ze er zeker van wil zijn dat de wetgeving wordt geïmplementeerd.
U hebt volkomen gelijk als u zegt dat we de correlatietabellen willen waarover de Raad vandaag een besluit nam. De rapporteur werkte uitgebreid met u samen bij het samenstellen van mevrouw Frassoni’s rapport waarover we in het Parlement een interessante hoorzitting hadden. Laat ons u vertellen dat wij willen dat ook het Parlement deelneemt in de controleprocedure en dat het op de hoogte wenst te blijven van uw activiteiten. We willen dat u naar onze commissies komt, zoals u ook naar de Commissie milieubeheer, volksgezondheid en voedselveiligheid gaat. We willen uw voortgangsrapportage horen.
We willen zeker dat u kijkt naar de verzoekschriften die we ontvangen, zoals u in uw rapport aangeeft. We willen tevens benadrukken dat, voor zover het gaat om onze besluiten ten aanzien van immuniteiten, we graag zouden zien dat u ingrijpt om er zeker van te zijn dat de nationale gerechtshoven ze naleven.
Dankzij de implementatie van Gemeenschapsrecht kunnen Europese burgers hopen dat democratie, recht en orde in kracht zullen toenemen, en dat de EU-autoriteiten hen nader zullen komen te staan. Vandaag, na de resolutie met betrekking tot het nieuwe hervormde Verdrag van Lissabon, hopen we allemaal op een betere toekomst voor de EU.
Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, namens de PSE-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, één doel van Gemeenschapsrecht is de implementatie van verschillende politieke beleidsstrategieën van de EU. De toepassing van deze wetgeving dient een prioriteit te zijn voor alle lidstaten, die, terwijl ze tegelijkertijd onderwerp zijn van controle en toezicht door de Commissie, garanderen dat deze de gewenste positieve resultaten heeft voor de burgers van Europa.
In de afgelopen jaren steeg het aantal gerechtelijke acties dat op aangeven van de Commissie tegen overtredingen van wetsregels werd ingezet gestaag, en kwam uit op een niveau van bijna 2700 in 2005. Ondanks de uitbreiding van de EU met 10 nieuwe staten hebben we in de jaren daarna geen toename gezien in het totale aantal overtredingen. Er bestaat echter het gevaar dat deze situatie het resultaat is van een gebrek aan registraties van klachten, of voortkomt uit administratieve problemen bij de instellingen die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op overtredingen.
Het rapport dient op de allereerste plaats te worden geprezen waar het gaat om de vermelding van gedetailleerde onderzoeken naar het voorkomen van overtredingen die aan verzoekschriften zijn gekoppeld, alsmede om de informatie die is gegeven over de mate waarin de afzonderlijke directoraten-generaal gereed zijn om in zulke kwesties uitgebreid samen te werken. Ook mogen we blij zijn met de uitgebreide mededeling van de Commissie ‘Een Europa van resultaten – toepassing van het Gemeenschapsrecht’. Maar de verzoeken om fondsen voor de controle op het voorkomen van overtredingen, de duur van de gerechtelijke acties in geval van overtredingen, de beperkte toepassing van artikel 228 van het Verdrag en de evaluatie van de toepassing van prioriteitscriteria moeten nog gedetailleerder worden uitgewerkt door de Commissie.
De voorgestelde nieuwe werkmethode die in 2008 werd geïntroduceerd, als een pilot-project waar verschillende lidstaten aan meedoen en die erop is gericht bestaande acties efficiënter uit te voeren, verdient erkenning. Eén fase van de procedure echter, namelijk het versturen van een zaak naar een geïnteresseerde lidstaat die voor alles de partij is die verantwoordelijk is voor het onjuist toepassen van Gemeenschapsrecht, is een reden tot zorg: dit kan ertoe leiden dat de rol van hoedster van de verdragen die bij de Commissie berust, wordt verzwakt.
Het formuleren van Gemeenschapsrecht dient op een dusdanige wijze tegemoet te komen aan de problemen van burgers dat er meteen antwoorden kunnen worden gevonden op hun vragen en klachten, zodat ze makkelijker begrijpen wat hun rechten zijn en er makkelijker gebruik van kunnen maken, terwijl het tegelijkertijd het aantal gerechtelijke acties wegens overtreding van de wet effectief terugdringt. Mag ik tot slot mevrouw Frassoni van harte feliciteren met een zeer goed voorbereid document.
Diana Wallis , namens de ALDE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou graag willen wijzen op onze drie instellingen en willen benadrukken hoe belangrijk het is dat elk een rol speelt bij de implementatie en de controle.
Zeker, hier kijken we naar het rapport van de Commissie. Natuurlijk is de Commissie de eerstverantwoordelijke voor de implementatie en de oplegging, en we zouden niet graag op haar tenen gaan staan wat dat betreft. Maar ik denk dat de Commissie ervan uit mag gaan dat we in de toekomst veel zorgvuldiger zullen toekijken.
We zijn er dankbaar voor dat veel van de lessen die werden getrokken uit ons rapport over het ter ziele gaan van Equitable Life ter harte zijn genomen. Maar nu we een nieuwe periode tegemoet gaan en misschien enkele nieuwe ideeën uitproberen, moeten we zeer voorzichtig zijn.
Ik was blij dat de commissaris erover begon, want in de eerste plaatst moeten we het, als we naar de Raad kijken, het nog steeds eens zien te worden over het idee van de correlatietabellen voor alles wat met wetgeving te maken heeft, zodat iedereen kan zien wat er precies gebeurt op het niveau van de lidstaten en waar elk stukje wet in past.
Het pilot-project is een prima idee. Dat is helemaal uitstekend, dus laten we eens kijken wat het oplevert. Maar, en hier komt een maar, ik ben een beetje sceptisch als ik zie dat zo veel lidstaten zich ervoor hebben opgegeven. Ik hoop dat ze het niet al te lichtvaardig opnemen en ik hoop dat de Commissie hen uit de droom helpt dat dat op de een of andere manier wel het geval zou kunnen zijn.
Tot slot kom ik bij ons eigen Parlement. Het zal duidelijk zijn dat we, na het Verdrag van Lissabon, een veel belangrijkere rol moeten hebben als het gaat om controle uitoefenen. We mogen er niet van uitgaan dat, als we hier klaar zijn met een stuk wetgeving, dat ook tevens het einde is. Onze commissies zullen een veel belangrijkere rol bij de controle moeten spelen. Er zijn al een of twee rapporten onderweg over de implementatie, dat zullen er nog wel meer worden, en we zullen onze eigen verantwoordelijkheid moeten nemen, samen met de andere instellingen.
Bij wijze van PS, maar een zeer belangrijk PS, moeten we onze aandacht tevens richten op de scholing van de rechterlijke macht in onze nationale rechtbanken om er voor te zorgen dat ook zij weten hoe Gemeenschapsrecht toe te passen.
Alyn Smith , namens de Verts/ALE-Fractie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik feliciteer mijn fractiegenoot en medevoorzitter van de fractie, mevrouw Frassoni, met een op het juiste moment verschenen en weldoordacht rapport. Ik herhaal de opmerkingen van mevrouw Wallis en ben het absoluut met hen eens.
Wetten uitvaardigen houdt ons bezig, maar toezien op de naleving van wetten betekent pas echt wat voor onze mensen, en als we niet op de naleving kunnen toezien, staan we, eerlijk gezegd, voor gek. Ik feliciteer de Commissie met een aantal zeer positieve stappen. Maar we moeten dit echt hoger op de agenda zetten in dit Parlement, omdat er, zeker in Schotland, een sterk gevoel blijft dat er één wet bestaat voor het ene land en één wet voor het andere. Ik ben me er van bewust dat dit niet allemaal de schuld is van de Commissie, maar we moeten allemaal onze rol spelen bij de oplossing ervan, willen we één Europa zijn.
Terwijl ik dus mijn fractiegenoot feliciteer, ben ik blij te horen dat veel van deze punten meegenomen zullen worden door de commissaris. Ik zou nog graag één ding willen opmerken, vooral met betrekking tot de milieuwetgeving waar veel van de conflicten hun oorsprong vinden: veel van de zeer nobele doelen van afzonderlijke stukken wetgeving zijn met elkaar in tegenspraak, en we moeten dat bij de voorbereiding ervan onder ogen zien. Als het gaat om toepassing zijn er maar weinig richtlijnen voor de lokale autoriteiten omtrent de manier waarop ze om moeten gaan met de vaak zeer nobele doelen als deze met elkaar in strijd zijn. Er werd ons een evaluatie daarvan beloofd in het energiepakket, dus als onze commissaris ons wat meer informatie over dat lopende proces zou kunnen geven, zou ik hem zeer dankbaar zijn.
Bert Doorn (PPE-DE). − (NL) Mijnheer de Voorzitter, ook van mijn kant veel complimenten voor het verslag van mevrouw Frassoni. We hebben nu een aantal verslagen over implementatie gehad en er is duidelijk sprake van een rode lijn in die verslagen. Dat betekent meer aandacht, ook van de kant van het Europees Parlement, voor de implementatie. We hebben nu het instrument van implementatieverslagen. Ik zal zelf in juli een verslag presenteren over de implementatie van de achtste richtlijn toezicht accountants. Het is goed dat we als Parlement ook serieus nagaan hoe de wetgeving in de lidstaten wordt omgezet.
Ik ga daarbij met name in op de problematiek van de toezichthouders. Wij praten wel over de omzetting door de autoriteiten in de lidstaten en we praten over de rechters die de wet toepassen. Maar in veel lidstaten kennen we ook onafhankelijke toezichthouders die wetgeving toepassen en die wetgeving nader uitwerken. De ervaring leert dat er grote verschillen zijn ontstaan tussen de verschillende lidstaten en tussen de toezichthouders. Bedrijven die internationaal werkzaam zijn in meerdere lidstaten, worden steeds vaker geconfronteerd met verschillende eisen van verschillende toezichthouders uit verschillende lidstaten. Dit is buitengewoon lastig en dat frustreert de werking van de interne markt.
Nog één punt. We ontkomen er ook niet aan om het wetgevingsinstrumentarium dat wij in Europa gebruiken eens nader te bekijken. We werken tot nu toe vooral met richtlijnen wanneer het harmonisatie betreft. Commissaris Verheugen heeft al bij bepaalde gelegenheden gezegd dat het misschien verstandig zou zijn om in de toekomst voor interne marktwetgeving meer gebruik te maken van het instrument van de verordening, om allerlei problemen zoals cherry-picking en gold-plating bij de omzetting van richtlijnen te vermijden. Ik weet dat ook in de nationale parlementen, en met name het Nederlandse parlement, langzaam maar zeker het besef doordringt dat implementatie met gold-plating en met cherry-picking schadelijk kan zijn voor de werking van de interne markt en ook voor de eigen economie. Dus dan is de stap naar een verordening, waar mogelijk, niet zo erg groot meer.
Manuel Medina Ortega (PSE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, we zijn ons bewust van het belang van uw taak de toepassing van Gemeenschapsrecht te controleren. we hebben het over relaties tussen een supranationale instelling en nationale regeringen. Nationale regeringen zijn krachtige entiteiten met veel macht, het zijn publieke overheden. Normaliter is de Commissie de hoedster van EU-wetgeving en voor burgers vormt zij in veel gevallen hun enige garantie dat het recht (want Gemeenschapsrecht is recht) een correct beloop zal hebben.
Het rapport van mevrouw Frassoni is bedoeld om datgene wat ik de ruggengraat van de Commissie zou willen noemen, krachtiger te maken, op zodanige wijze dat de Commissie zich bewust is van het belang van haar taak, en dat, zelfs als we in een eerder stadium met regeringen willen onderhandelen over de moeilijkheden die er misschien ontstaan, de Commissie op het uur U krachtig en energiek optreedt zoals de burgers verwachten, en Gemeenschapsrecht toepast.
We maken ons zorgen dat we, na de uitbreiding, de indruk gaan krijgen dat de Commissie minder strikte criteria aanlegt voor de nieuwe lidstaten dan het aanlegde voor de oude lidstaten. Dit zou een negatieve invloed hebben op de consolidatie van de Europese Unie en op de reputatie van de Europese Unie zelf in deze lidstaten. Ik heb veel van de gerechtelijke acties van de Commissie gevolgd en ik kan de Commissie verzekeren dat, als ze ingrijpt, de burgers en zelfs de publieke overheid zich gesterkt voelen door de actie van de Commissie op dit gebied.
Met andere woorden, ik denk dat het rapport van het Europees Parlement, het voorstel gedaan door mevrouw Frassoni en ook de mening van mevrouw Wallis zijn bedoeld om de Commissie te versterken, zodat de Commissie zichzelf niet alleen en machteloos hoeft te voelen tegenover de regeringen, maar veeleer is het aan het Europees Parlement om deze toezichthoudende en controlerende rol te versterken die de Commissie heeft voor wat betreft de toepassing van Gemeenschapsrecht.
Margrete Auken (Verts/ALE) . – (DA) Mijnheer de Voorzitter, de burgers van Europa zijn absoluut belangrijk voor de Europese wetgeving. Ze zijn niet alleen maar offers voor de schendingen, zoals bijvoorbeeld in Napels. In veel milieukwesties zijn ze vaak belangrijke spelers geweest. Als waakhonden zien ze erop toe dat de wetten correct worden geïmplementeerd in alle hoeken van Europa en in veel gevallen zijn zij de enige die dit doen. Daarom dient de EU haar burgers ook te steunen door hen te verzekeren van een sterke positie. Als ze de aandacht vestigen op schendingen van Gemeenschapsrecht, dienen hun klachten serieus en met respect te worden afgehandeld. Ik hoop vurig dat dit niet alleen maar een poging van de kant van de Commissie is om aan veel van deze klachten een eind te maken, want dat zou wel heel verkeerd zijn. Ik zou daarom mevrouw Frassoni willen bedanken voor het feit dat ze de aandacht heeft willen vestigen op deze dreigingen. Haar uitstekende rapport zal nu een belangrijke algemene stap in de juiste richting worden. EU-burgers zullen door het Verdrag van Lissabon een sterkere positie verwerven, maar wil dit meer betekenen dan pure versiering, dan moet hun bijdrage aan de EU serieus worden genomen.
Tadeusz Zwiefka (PPE-DE) . – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ook ik zou mevrouw Frassoni willen feliciteren met een uitstekend samengesteld rapport. Ook wil ik graag zeggen hoe blij ik ben dat, volgens de statistieken die de Europese Commissie heeft gepresenteerd ten aanzien van het aantal gerechtelijke acties met betrekking tot de gevallen waarin het EU-recht werd geschonden, de uitbreiding met 10 nieuwe lidstaten geen invloed heeft gehad op het aantal geconstateerde schendingen. Maar de statistieken vertellen echter niet het hele verhaal. Een van de belangrijkste mechanismen waardoor we kunnen controleren hoe goed de toepassing van het Europese recht werkelijk verloopt, is het systeem van prejudiciële procedures, die ten doel hebben nationale rechtbanken in staat te stellen een uniforme interpretatie aan de toepassing van Europees recht in alle lidstaten te geven. Het fundamentele probleem bij deze procedure is de tijd die men moet wachten op een antwoord van de rechtbank, die nog steeds erg lang is (zo’n 20 maanden). De belangrijkste reden, de tijd die is uitgetrokken voor vertaling, bedraagt zo’n negen maanden. Het is voorwerp van zorg dat we bij veel nationale parlementen stemmen horen opgaan die een bovengrens willen voor het budget op vooral geschreven vertalingen.
De aanbevelingen van de Europese Commissie voor lidstaten en kandidaat-landen zijn gebaseerd op de aanname dat het EU-recht effectief zal worden geïntroduceerd als er passend gekwalificeerd personeel is aangesteld en er adequate fondsen zijn vrijgemaakt. Ik steun dat gezichtspunt niet helemaal. Het aantal personeelsleden en het bedrag aan fondsen dat beschikbaar is, is niet de juiste maatstaf. Ook nodig zijn vastbeslotenheid en betrokkenheid inzake de introductie van Europees recht. Voor een juiste uitvoering van de taken waarmee de lidstaten en de kandidaat-landen worden geconfronteerd zijn drie factoren vereist: kennis, competentie en bereidheid. De eerste van deze factoren, dat wil zeggen het bezit van kennis, is vandaag de dag geen probleem. De tweede factor, de capaciteit de verworvenheden van de Gemeenschap te introduceren, is gekoppeld aan het beschikbaar stellen van adequate fondsen en het aanstellen van extra personeel. De Commissie legt momenteel de meeste nadruk op dit specifieke aspect. De derde factor, de bereidheid van degenen wier taak het is Europees recht te introduceren en toe te passen, wordt het meest onderschat.
Bereidheid om Gemeenschapsrecht toe te passen in de praktijk hangt af van de instellingen en het systeem van procedures, incentives en restricties. Succes of mislukking bij de introductie van EU-recht zal uiteindelijk worden bepaald door het specifieke institutionele model. Kennis en fondsen zijn niet alles. Er is ook een stevige wil tot handelen nodig.
Reinhard Rack (PPE-DE) . – (DE) Mijnheer de Voorzitter, Mijnheer de Ondervoorzitter, in uw inleiding gaf u aan dat de Commissie niet in het wilde weg maar gegrond wil beslissen of er iets gedaan moet worden, door het met de lidstaten te bespreken. Nu is er binnen de Commissie zelf, die uiteindelijk een collegiale instelling is, niet altijd sprake van een duidelijke, unaniem standpunt ten aanzien van bepaalde kwesties.
Op het gebied van transport zie ik momenteel een kwestie die de komende jaren steeds problematischer voor ons zal worden, en waarschijnlijk ook binnen de Commissie, en dat is het idee dat geld moet worden omgeleid naar milieuvriendelijkere soorten transport door middel van kruissubsidiëring van geld dat wordt verdiend op een minder milieuvriendelijkere terrein, tolheffingen, parkeergelden etc. Dat is in feite een subsidie. Is daar enige discussie over geweest, en hoe staat het ermee?
Katalin Lévai (PSE) . – (HU) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Zoals verschillende sprekers voor mij al zeiden, succes in het realiseren van de doelstellingen die in de verdragen en wetgevingsbesluiten worden genoemd, hangt af van hoe effectief de lidstaten zijn in de toepassing van het Gemeenschapsrecht en hoe ze dit om weten te zetten naar de nationale praktijk.
Als ze er niet in slagen de wetgeving toe te passen of op de juiste manier toe te zien op de naleving ervan, of niet in staat zijn volledig te voldoen aan de doelstellingen die erin worden genoemd, dan hebben we een probleem. De laatste jaren is men meer geneigd aan de voorwaarden van de wetgeving te voldoen, en ik denk dat de tien nieuwe lidstaten deze goed zullen naleven. Ik hoop dat dat niet alleen komt doordat de Commissie toegevender is jegens ons, jegens de nieuw lidstaten, maar doordat we echt ons best doen aan de criteria en de verwachtingen te voldoen.
Helaas is het verre van gemakkelijk zich een weg te banen door de bureaucratische jungle; we weten hoe enorm het aantal wettelijke maatregelen is en deze omzetten in nationale en regionale wetten is vaak uiterst tijdrovend. Vereenvoudiging van bureaucratische taal en een breder gebruik van effectbeoordelingen zou van groot belang zijn, evenals de zekerheid dat er zo weinig mogelijk tijd heengaat met het uitvoeren van klachtenprocedures. Dank u.
Wiesław Stefan Kuc (UEN) . – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de implementatie van Gemeenschapsrecht door afzonderlijke lidstaten is een van de basisprincipes van de Europese Unie. Daarom is controle en het uitbannen van afwijkingen het doel van talrijke acties. Controle van de afzonderlijke staten en publicatie van de resultaten van deze controles zou het mogelijk maken voor burgers een rol te spelen bij de introductie van EU-wetgeving in de staten.
Ondertussen is het nog steeds zo dat Polen bijvoorbeeld nog steeds een nationale heffing oplegt van de belasting op de toegevoegde waarde, btw, ondanks de Zesde richtlijn en gerechtelijke uitspraken. Hetzelfde geldt voor dubbele belasting op inkomen uit arbeid. Er zijn gevallen bekend van accijns die wordt geheven op auto’s die door Polen in EU-landen zijn gekocht, ondanks gerechtelijke uitspraken van het Hof van Justitie, en van vertragingen bij het restitueren van foutief berekende aanslagen die zijn betaald.
Wat vooral vreemd is , is dat onze burgers jarenlang in voorarrest worden gehouden zonder dat er een uitspraak is gedaan. De burgers van Polen wachten vol ongeduld op de reactie van de Europese Commissie op de voorbeelden die ze aandroegen en op het beteugelen van de onwettige acties waar onze regering zich aan bezondigt.
Tot slot wil ik mevrouw Frassoni van harte feliciteren; het is alleen jammer dat dit rapport gaat over iets dat al weer enige tijd achter ons ligt, en het zou aardig zijn geweest als het over 2007 was gegaan.
Jens-Peter Bonde (IND/DEM) . – (DA) Mijnheer de Voorzitter, comitologie is een onderzoek naar een manier democratie te beperken zonder dat het electoraat dat merkt. Eerst wordt de macht overgeheveld van het electoraat en van de algemeen gekozen vertegenwoordigers naar regeringsfunctionarissen en lobbyisten achter gesloten deuren in Brussel. Stemmen wordt dan tot onderwerp gemaakt van gecompliceerde regels die niemand kan onthouden, waar geen journalist over kan schrijven en die geen exegeet kan verklaren. De essentie ervan is simpelweg dat de niet-gekozenen in de Commissie de besluiten gaan nemen, tenzij er een gekwalificeerde meerderheid kan worden gevormd tegen de Commissie. Het is wetgevende macht die wordt veranderd in uitvoerende macht; het is transparante wetgeving dat in geheime besluiten wordt veranderd; het is een democratische meerderheid die in een minderheidsregering wordt veranderd. Het is geen absolute autocratie, maar het gaat wel die richting uit met een vleugje van Mussolini’s corporatieve ideeën.
Met de nieuwe interinstitutionele overeenkomst kan het Parlement een kwestie weer op de agenda zetten, maar alleen als de rechter- en linkervleugels van het Huis het eens zijn en een absolute meerderheid weten te produceren van leden die voor zijn. Maar weg met het mengsel van autocratie en regeer met verstand en corporatisme! Introduceer democratie in alle wetgeving! Laten we ervoor zorgen dat, als basisprincipe, een meerderheid van de algemeen gekozen vertegenwoordigers zich achter elke wet plaatst, ofwel uit nationale parlementen of hier in het Europees Parlement. Wetgeving door regeringsfunctionarissen en lobbyisten dient iets van vroeger te zijn, maar het is jammer genoeg op zijn plaats gemetseld in het Verdrag van Lissabon. Ook daarom is het een goede reden het Verdrag tot onderwerp van een referendum te maken.
Janez Lenarčič , fungerend voorzitter van de Raad. − (EN) Namens het voorzitterschap zou ik graag als laatste opmerking willen beklemtonen dat het voorzitterschap zich ervan bewust is dat een efficiënte controle op de toepassing van Gemeenschapsrecht essentieel is, als we willen dat het recht alom wordt gerespecteerd en dat de algemene wettelijke beginselen waarop de Gemeenschap draait worden bewaakt.
Maar het is vooral belangrijk te zorgen voor rechtszekerheid onder de Europese burgers. We moeten niet vergeten dat ze een belangrijke rol spelen bij de implementatie van Gemeenschapsrecht. Deze rol zien we ook terug in het aantal keren dat burgers hun beklag deden over schendingen van het Gemeenschapsrecht.
Tijdens het debat, dat ik op de voet volgde, verbaasden verschillende mensen zich erover dat het aantal schendingen, of in ieder geval vermoedelijke schendingen, niet is toegenomen sinds de uitbreiding van de Europese Unie. Verschillende sprekers vermoedden dat de Commissie niet zo streng is ten opzichte van de nieuwe lidstaten.
Ik moet erop wijzen dat het voorzitterschap geen enkele reden of bewijs heeft die deze twijfels ondersteunen. Maar er is minstens één mogelijke verklaring die ik kan geven. Als het gaat om de zogenoemde nieuwe lidstaten dient er rekening mee te worden gehouden dat ze lid zijn geworden na vele jaren van intensieve transpositie van Gemeenschapsrecht naar hun eigen rechtssysteem, waarna ze het makkelijker vonden het proces op kleinere schaal voort te zetten. Dit is alleen bedoeld als reactie op het vermoeden dat de Commissie niet even streng is voor alle lidstaten, maar ik denk dat de commissaris er goed aan doet op deze kwestie te reageren.
Ter afsluiting wil ik benadrukken dat het voorzitterschap groot belang hecht aan de gewone verantwoordelijkheden en doelen die zijn vastgelegd in het Interinstitutioneel akkoord Beter wetgeven. Tot slot wil ik alle instellingen en lidstaten aansporen hun verplichtingen ten aanzien van de transpositie en toepassing van het Gemeenschapsrecht te vervullen.
Günter Verheugen , lid van de Commissie. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik heb al gezegd dat het debat van vandaag niet zonder gevolgen dient te blijven en dat wil ik nogmaals benadrukken. Ik zal de heer Jung informeren over de inhoud van dit debat en over de inbreng van het Parlement, en tevens suggesties doen, omdat er verschillende belangrijke suggesties zijn gedaan tijdens dit debat die de Commissie serieus dient te nemen.
Laat ik nog een andere opmerking maken op basis van de rechtsfilosofie: een gemeenschap van naties onder de regelgeving is gebaseerd op vertrouwen. Ze kan alleen functioneren als degenen die deelnemen elkaar kunnen vertrouwen. Daarom dienen in een constitutionele staat wettelijke acties in het openbaar te worden genomen en het is tevens de reden waarom ik het compleet eens ben met wat mevrouw Wallis zei. Informatie is wat dat betreft vitaal en transparantie een dwingende noodzaak.
Er kan geen sprake zijn van een beleid dat is gericht op geheimhouding bij het toepassen en interpreteren van de wet. Alles dient transparant en openbaar te zijn. Dat is tenminste wat ik in dit debat beluisterd heb, en ik ben er altijd van overtuigd geweest. Ik ben het eens met wat mevrouw Wallis zei over de rol van de Commissie verzoekschriften. Als haar klant, bij wijze van spreken, geef ik openlijk toe dat dit soms veel werk en inspanning vergt, maar burgers mogen terecht deze inspanning van ons verwachten. Daar komt bij dat de verzoekschriften die we ontvangen ons veel leren over de manier waarop onze burgers ons recht en ons beleid ervaren.
Mevrouw Frassoni, commissaris Wallström heeft al beloofd dat wij in de toekomst een overzicht voor de burgers zullen maken. De commissie heeft in de tijd daarna inmiddels ook een formele resolutie hierover aangenomen, dus het gaat gebeuren en ik ben er tamelijk zeker van dat u er op de een of andere manier wel voor zult zorgen dat we het doen. Het is besloten en het zal gebeuren.
Veel leden hebben de vraag over de nieuwe lidstaten gesteld en hoe het kon dat ondanks de groei van het aantal leden er geen toename is gekomen in processen vanwege schendingen van verdragen.
De Commissie heeft hierover een zeer duidelijke mening en wel dat er twee redenen zijn: ten eerste – en hier ben ik tamelijk van overtuigd, omdat ik echt moet zeggen dat dit te danken is aan het goede werk van de vorige commissaris voor Uitbreiding – heeft dit te maken met het feit dat de nieuwe lidstaten zich zo nauwkeurig op hun acquis hadden voorbereid dat ze, toen ze lid werden, nauwkeuriger aan de vereisten voldeden dan de oude lidstaten. Ik kan dat alleen maar bevestigen. Het is absoluut waar. We zouden nooit in staat zijn geweest de toetredingsverdragen af te ronden als aan het acquis niet was voldaan.
De andere reden is misschien iets praktischer, maar: burgers van de nieuwe lidstaten moeten geleidelijk leren dat ze klachten kunnen indienen, en hoe ze dat moeten doen. Ik denk daarom dat het aantal klachten zal toenemen.
De heer Smith zei dat het recht tevens ongecompliceerd en toepasbaar moet zijn, vooral wat betreft milieuwetgeving. Zoals u weet hoopt de Commissie alle gemeenschaprecht tegen het eind van het volgende jaar te hebben geëvalueerd teneinde vast te stellen waar en hoe het kan worden vereenvoudigd. Nog maar een paar dagen geleden beloofden we, in het kader van onze voortgangspresentatie over dit “Betere wetgeving”-project, dat dit hele proces inderdaad tegen het eind van het volgende jaar zou zijn afgerond.
Mijnheer Medina, u hoeft niet bang te zijn dat de Commissie klachten onder het kleed zal vegen. Uit eigen ervaring van meer dan acht jaar als lid van de Commissie, kan ik u verzekeren dat ik de overijverige Commissieafdeling veel vaker heb moeten afremmen dan dat ik ze heb moeten aansporen het zware geschut in stelling te brengen van het ondernemen van gerechtelijke acties wegens het schenden van verdragen. Nog vaker moet ik ze zeggen: ‘Wacht even, even kalm aan, praat eerst met ze en kijk of dit ook op vreedzame manier kan worden opgelost’. Het risico dat Commissieafdelingen de neiging hebben dingen onder het tapijt te vegen, bestaat bijna niet. Ik ben er zeker van dat het niet gebeurt.
Wat de vraag van de heer Rack betreft: besluiten over verdragsschendingen, of daar nu aanwijzingen voor zijn of dat het geconstateerd is of elke stap daartussenin, vragen om een formeel besluit door het College van commissarissen. Zo is het georganiseerd. Ik kan hier en nu uw vraag over het specifieke probleem van de kruissubsidiëring niet beantwoorden, maar ik zal ervoor zorgen dat u een antwoord krijgt voor het eind van de week.
Wat betreft de opmerkingen van de heer Kuc over de lengte van voorarrest in afwachting van een proces geef ik toe dat dit een schandaal is als het zo is, maar dit valt buiten de jurisdictie van de Europese Unie. Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens is het aangewezen hof voor zulke gevallen.
Dames en heren, hartelijk dank voor al uw suggesties en de opbouwende sfeer van dit debat. Ik ben er tamelijk zeker van dat we verdere voortgang zullen hebben geboekt als we het volgend jaar opnieuw bespreken.
Monica Frassoni , rapporteur. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik zou mijn collega’s, de commissaris en het voorzitterschap willen bedanken voor hun deelname aan deze discussie, die, zoals commissaris Verheugen zei hier niet ophoudt.
Nog snel een paar punten. Ik zou graag wat willen zeggen over de kwestie prioriteiten stellen, waar commissaris Verheugen het over had. Ik denk dat dit eigenlijk een riskante onderneming is. Maar het is tot nu toe nog nooit echt gedaan. Ik ben altijd nogal sceptisch geweest over de mogelijkheid echt prioriteiten vast te stellen. Hoe het ook zij, als u echt deze weg wilt inslaan, neem dan het risico transparant te zijn, en waarom dan zelfs niet een debat houden over deze prioriteiten? Anders zou de verdenking kunnen ontstaan dat de prioriteiten zijn gekozen omdat u af wilt van de ongemakkelijke schendingen. Ik denk niet dat dat een goede zaak zou zijn.
De tweede opmerking is dat, ondanks het feit dat de Commissie ontkent dat ze meer middelen nodig heeft om de schendingen aan te pakken, en dan vooral mankracht, de realiteit zo is dat in bijna alle vergaderingen die ik heb gehad met uw medecommissarissen iedereen mij heeft verteld dat ze niet voldoende middelen, niet voldoende mensen hebben om hiermee om te gaan.
In het debat kwam de kwestie aan de orde van het aantal schendingen in de nieuwe lidstaten, en wat de commissaris en het voorzitterschap zeiden is waarschijnlijk waar. Maar we moeten ook weten dat bijvoorbeeld in milieuvraagstukken slechts twee of misschien drie functionarissen zich bezighouden met alle tien nieuwe lidstaten, dus er is duidelijk sprake van een probleem qua mankracht.
Tot slot de kwestie over de rol van het Parlement. We bespreken intern verschillende manieren om onze taak als medewetgevers effectiever te maken door te volgen hoe de richtlijnen die we goedkeuren worden toegepast. Ik denk dat er twee dingen zijn die we absoluut moeten doen: de eerste is besluitvaardig, door middel van een politieke beslissing, de rol van de Commissie verzoekschriften te versterken, die, zoals mevrouw Wallis zei, ons venster op de wereld is; de tweede is systematisch zittingen over de toepassing organiseren, maar die vragen de openlijke samenwerking van de Commissie. Immers, als we zittingen organiseren waarin we de toepassing van richtlijnen bespreken en de Commissiefunctionaris die erbij zit er het zwijgen toe doet of ons dingen vertelt die van weinig belang zijn, omdat hij misschien niet kan zeggen wat we echt willen weten, dan is de hele exercitie nutteloos.
In ieder geval hartelijk dank en we spreken elkaar ongetwijfeld weer.