Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 20 februari 2008 - Straatsburg Uitgave PB

11. Vragenuur (vragen aan de Raad)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het vragenuur (B6-0010/2008).

Wij behandelen een reeks vragen aan de Raad.

Vraag nr. 1 van Manuel Medina Ortega (H-1042/07)

Betreft: Immigratie na de top EU-Afrika

Kan de Raad meedelen welke maatregelen hij denkt te nemen om uitvoering te geven aan de overeenkomsten inzake immigratie die op de recente top van Lissabon tussen de Europese Unie en de Afrikaanse landen zijn gesloten?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Op de top EU-Afrika die vorig jaar op 9 december in Lissabon werd gehouden, werd overeen gekomen om een strategisch partnerschap op te richten dat alle gebieden en kwesties van wederzijds belang zou omvatten.

Ik wil in het bijzonder uw aandacht richten op drie belangrijke documenten die op die top werden aangenomen: de verklaring van Lissabon, de gezamenlijke strategie EU-Afrika en het eerste actieplan daarvan. Dit eerste actieplan van de gezamenlijke strategie stelt een partnerschap in tussen Afrika en de Europese Unie voor de elkaar aanvullende onderwerpen van migratie, mobiliteit en werkgelegenheid.

Het partnerschap tussen Afrika en de Europese Unie op het gebied van migratie, mobiliteit en werkgelegenheid moet zorg dragen voor uitgebreide antwoorden op deze kwesties met het specifieke doel dat meer en betere banen worden gecreëerd voor Afrikanen en voor betere controle op migratie.

Op dit moment onderzoeken de bevoegde instanties van de Raad verdere maatregelen die moeten worden genomen op basis van de beslissingen van de top van Lissabon en op basis van de gezamenlijke strategie EU-Afrika en het eerste actieplan daarvan, waaronder het partnerschap op het gebied van immigratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Manuel Medina Ortega (PSE).(ES) Mevrouw de Voorzitter, de vraag is wat voor soort maatregelen effectief genomen kunnen worden. De migratiedruk op Europa is immers nog steeds zeer hoog als gevolg van de verontrustende sociale en economische situatie in veel Afrikaanse landen.

De specifieke vraag die ik wilde stellen was of de Raad eigenlijk op dit moment een concreet plan heeft. De tijd verstrijkt immers en de situatie in Afrika wordt niet beter. Veel landen in Europa klagen in het bijzonder over ongecontroleerde immigratie en hoe de Europese instituten niet in staat zijn dit te beheersen.

Wat gebeurt er nu werkelijk op dit moment? Wat mogen we op korte termijn verwachten?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Medina Ortega, de problemen die u noemt zullen niet op korte termijn worden opgelost. De situatie in Afrika op het gebied van economische ontwikkeling, veiligheid en welstand van de bevolking is van dergelijke grootte dat het tijdsvlak voor de oplossing slechts lange termijn kan zijn.

Verlichting van migratiedruk op lange termijn kan alleen worden bereikt door verbeterde leefomstandigheden op het Afrikaanse continent. De top kon geen antwoord bieden op al deze kwesties en kon in het bijzonder geen snelle oplossingen bieden. Zoals ik heb genoemd, vond de top plaats in december en beginnen de debatten over de maatregelen die moeten worden genomen voor de implementatie van de overeenkomsten die op de top zijn bereikt nu pas.

Ik kan zeggen dat de top EU-Afrika een kader heeft gevormd voor alle gesprekken over migratiebeheer die zijn gevoerd op meerdere conferenties tussen Afrika en de Europese Unie. De top EU-Afrika voegt nu het Tripoli-proces, het Rabat-proces en alle andere processen samen. Dit is het eerste wat is bereikt, de samenvoeging van onze inspanningen.

Ik wil het essentiële kenmerk van het beleid van de Europese Unie op het gebied van immigratie met betrekking tot Afrika willen noemen. We streven primair naar een mondiale aanpak. Dit is een benadering die de strijd tegen illegale migratie, inspanningen om het beheer van legale migratie te verbeteren, preventie van mensenhandel, betere grenscontroles en, bovenal, ontwikkeling van landen waar dergelijke migratie vandaan komt omvat. Dit is de enige ontwikkeling die een oplossing op lange termijn zal betekenen voor de migratiedruk waar de Europese Unie mee wordt geconfronteerd. De andere maatregelen die ik reeds heb genoemd zijn op z’n best korte termijn oplossingen die het werkelijke probleem niet zullen uitroeien, het probleem dat uzelf hebt genoemd van de omstandigheden die gelden in de landen van herkomst. Dit is de wezenlijke sturende kracht achter migratie.

 
  
MPphoto
 
 

  Hubert Pirker (PPE-DE).(DE) Ik verwelkom de manier waarop u hier naar het groter geheeld kijkt en onderscheid maakt tussen middellange- en lange termijn strategieën. U noemde dat er binnenkort een top komt. Bent u als fungerend Voorzitter van de Raad bereid om op te roepen tot een overeenkomst van de relevante staten in Afrika over het opnieuw binnen laten van illegale immigranten als voorwaarde voor positieve samenwerking, voor meer economische bijstand en meer andersoortige bijstand?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Het beleid van de Raad voor de terugkeer van illegale immigranten is bekend. Het is een van de onderdelen van het migratiebeleid van de Europese Unie dat wordt geïmplementeerd met onze Afrikaanse partners.

Ontwikkelingshulp is ook een aspect van migratiebeleid, dat wil zeggen dat het in aanmerking moet worden genomen. Immigratiebleid moet ook vanuit dat oogpunt worden bekeken omdat dat het lange termijn probleem aanpakt van het creëren van betere omstandigheden in de landen waaruit de migratie ontstaat.

Eerlijk gezegd wil ik het niet hebben over de directe toepassing van voorwaarden voor ontwikkelingshulp in samenhang met deze aspecten. Het is echter onmiskenbaar het geval dat dit elementen zijn van het hele migratiebeleid die nog steeds in de toekomst gekoppeld en versterkt moeten worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Jörg Leichtfried (PSE).(DE) Fungerend Voorzitter, als er één gebied is waarin men in Europa wil dat de Europese Unie de verantwoordelijkheid op zich neemt, dan is het wel het gebied van illegale immigratie en het algehele immigratiebeleid. Hoewel naar mijn mening het Parlement en de Commissie zeer actief zijn op dit gebied, ben ik niet zo zeker van de Raad. U zei dat iedereen weet wat de Raad doet op dit gebied. Ik wat hij doet, namelijk alles wat maar mogelijk is om de vorming van zeer belangrijke Europese jurisdicties te voorkomen. Dat doet de Raad nu al jaren. Ik zou graag willen weten waarom u zo optimistisch bent dat er ook maar iets zal veranderen en welke concrete maatregelen u neemt om verandering te brengen.

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Dank u voor uw vraag. Ik kan het niet met u eens zijn dat de Raad passief is waar het om migratie gaat. In tegendeel, de Raad heeft recent, vooral vorig jaar, veel aandacht besteed aan migratie. Ik wil ook noemen dat de Europese Raad van plan is om de kwestie van migratie tijdens de decemberzitting dit jaar te bespreken. Dat betekent dat deze kwestie op het hoogste politieke niveau zal worden besproken.

Het migratieprobleem is een echt probleem voor de Europese Unie. Ik heb de oplossingen al genoemd en de richting aangegeven waar we moeten zoeken naar oplossingen. Ik zou om nog preciezer te zijn de verdere versterking van Frontex kunnen noemen. Dat is ook een van de gebieden waarbij de Raad is betrokken.

Het is belangrijk om de vraag naar migratie aan te pakken. We moeten migratiestromen beter beheren en de braindrain uit Afrika verminderen omdat dit de slechte omstandigheden in grote delen van het continent doet voortduren.

De Raad is betrokken bij het ontwikkelen van concepten voor mobiel partnerschap en cirkelmigratie en zet met dit doel zijn missies naar Afrikaanse landen voort. Ik wil noemen dat tijdens ons voorzitterschap er een missie zal zijn naar Nigeria en naar de Republiek Zuid-Afrika. De Raad is proactief en wil een bijdrage leveren.

Het is echter onmiskenbaar zo dat dit een onderwerp is dat valt in het kader van de derde pijler – een zaak van justitie en binnenlandse zaken – waar er in het verleden vaak lange procedures zijn geweest bij het zoeken naar consensus. Als het Verdrag van Lissabon is aangenomen en geïmplementeerd, zal dit een gebied zijn waar toekomstige besluitvorming gemakkelijker en sneller zal zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Vraag nr. 2 van Claude Moraes (H-1046/07)

Betreft: Financiering van regionale projecten na de uitbreiding

Welke oplossing heeft de Raad gevonden voor de herverdeling van de kredieten voor regionale projecten die noodzakelijk is geworden door de uitbreiding van de EU?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) In antwoord op de vraag van de heer Moraes wil ik zeggen dat het Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad en de Commissie betreffende de begrotingsdiscipline en een goed financieel beheer het financiële kader voor de Europese Unie en de 27 lidstaten heeft bepaald voor de periode tussen 2007 en 2013. Dit Interinstitutioneel Akkoord werd in mei aangenomen. In juli 2007 werd het wetgevingspakket op cohesiebeleid op basis van dat akkoord aangenomen. Er was kortom na de uitbreiding in januari 2007 geen noodzaak voor een herverdeling van middelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Claude Moraes (PSE). – (EN) U sprak over de bredere analyse van structurele fondsen, maar wellicht weet u dat Eurostat vorige week cijfers publiceerde die toonden wat de rijkste gebieden en steden in de Europese Unie zijn. Mijn eigen kiesdistrict Londen was hierbij inbegrepen, toch woon ik in een gedeelte van Londen dat geldt als een van de armste gebieden in West-Europa als het gaat om kinderarmoede enzovoort.

Mijn eigenlijke vraag aan u was of u rekening zult blijven houden met het feit dat zelfs in de rijkste gebieden, zoals Londen en Frankfurt, er nog steeds arme gedeeltes zijn die zijn achtergebleven, maar die niet achter moeten blijven alleen maar omdat we met rede de armste gedeelten van Europa helpen?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Dank u voor deze aanvullende vraag. Ik denk dat ik nu de oorspronkelijke vraag over het effect van uitbreiding op regionale financiering beter begrijp, waar mijn antwoord op was dat een dergelijk effect niet bestaat omdat de middelen werden toegewezen voor de uitbreiding.

De aanvullende vraag is echter ook een redelijke vraag. De vraag is of dergelijke fenomenen moeten worden behandeld binnen het kader van regionaal beleid. Rijke regio’s moet wellicht toegestaan of verplicht worden om meer te doen om arme gedeeltes te elimineren. Dit is waarschijnlijk makkelijker te doen door rijke regio’s dan door regio's die minder welgesteld zijn.

We moeten kortom het concept van regionale politiek en regionale middelen in ogenschouw nemen binnen het kader van de Europese Unie. Dit maakt de realiteit van het probleem dat u hebt genoemd niet minder.

 
  
MPphoto
 
 

  Danutė Budreikaitė (ALDE). (LT) Mijnheer de Voorzitter, minister, ik wil vragen of u informatie, enige cijfers, hebt om te tonen hoe de groei van het BNP is beïnvloed door de structurele ondersteuning die is gegeven aan nieuw toegetreden landen en misschien zelfs oudere lidstaten. Onderzoek dat werd uitgevoerd in mijn eigen land Letland heeft aangetoond dat het niet de structurele hulp was, maar de ontwikkeling van de enkele markt en de interne markt die een grote invloed had op de economische groei. Kunt u dergelijke cijfers geven? Dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Nee, geacht lid, ik heb dergelijke cijfers niet bij mij. Ik kan echter wel twee dingen zeggen.

Ten eerste profiteren alle lidstaten, zowel oude als nieuwe en ieder ander die verbonden is met deze gezamenlijke markt hiervan. Daar bestaat geen twijfel over en het is te zien in het verslag van de Europese Commissie uit 2006 met de titel "De uitbreiding twee jaar later" waarin de gunstige effecten van de vergrote gemeenschappelijke markt en andere aspecten worden genoemd en geëvalueerd.

Wat betreft het Structureel Fonds is de situatie als volgt: Niet alleen het niveau van middelen voor een bepaald doel binnen het Structureel Fonds is belangrijk, maar ook de kwaliteit of toepassing van deze middelen. Daarom kan ik volhouden dat indien ze goed zijn toegepast, deze middelen bijdragen aan een hoger inkomen per hoofd van de bevolking in het betreffende land.

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Higgins (PPE-DE). – (EN) De minister heeft een zeer lange dag gehad. Ik zal dus slechts opperen dat vanuit het gezichtspunt van het Structureel Fonds en het Cohesiefonds, hij eens moet kijken naar het voorbeeld van Ierland. Daar hebben het Structureel Fonds en het Cohesiefonds een grote rol gespeeld in het veranderen van een derdewereld economie naar wat nu de "Keltische Tijger" wordt genoemd. Het toont de mogelijkheden aan. Drie van de vier poten onder de "Keltische Tijger" waren een resultaat van het Structureel Fonds, het Cohesiefonds en andere fondsen van de Europese Unie.

We wensen de nieuwe lidstaten het beste en wensen u succes bij uw voorzitterschap.

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Ik zou slechts een opmerking willen maken. Ierland werd als voorbeeld genoemd. De heer Higgins heeft waarschijnlijk groot gelijk. Ierland is een modelvoorbeeld van hoe goede en effectieve toepassing van het Cohesie- en het Structureel Fonds bijdraagt aan snellere ontwikkeling.

Als ik Ierland een modelvoorbeeld noem, dan meen ik dat zeer serieus. Met andere woorden; veel landen, met name die zich in 2004 en 2007 bij de Europese Unie aansloten, doen hun uiterste best om de Ierse ervaringen en kennis over te nemen om het succes van Ierland te evenaren.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Vraag nr. 3 van Marie Panayotopoulos-Cassiotou (H-1048/07)

Betreft: Flexizekerheid op de arbeidsmarkt

Welke maatregelen overweegt de Raad gedurende de komende periode voor het regelen van nog hangende kwesties in de arbeidsverhoudingen en ter ondersteuning van het idee van de flexizekerheid op de arbeidsmarkt?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) De Commissie nam in december 2007 op basis van uitvoerige onderzoeken die door Europese instellingen en sociale partners zijn uigevoerd beslissingen over acht algemene principes in verband met "flexizekerheid". Deze principes werden ook bevestigd door de Europese Raad.

De Raad merkte bij deze beslissingen op dat de algemene principes zouden moeten bijdragen aan de implementatie van de nieuwe cyclus van de Lissabonstrategie. De Commissie heeft recentelijk een voorstel ingediend voor geïntegreerde richtlijnen voor 2008-2010. We mogen verwachten dat de Raad speciale aandacht geeft aan flexizekerheid in de debatten over dit voorstel die al zijn gestart.

De verantwoordelijkheid voor het implementeren van de geïntegreerde richtlijnen ligt bij de lidstaten. Er wordt verwacht dat bij het rapporteren aan de Raad en de Commissie over de implementatie van deze richtlijnen, zij zullen verwijzen naar hun verordeningen over flexizekerheid.

De Raad is van mening dat het nodig is om het bewustzijn van burgers te verhogen over beleid voor flexizekerheid en van het belang van dit beleid voor het vernieuwen van de economische en sociale modellen van Europa. Daarom heeft de Raad in haar besluit de Commissie opgeroepen om een openbaar initiatief op te starten om de relevante belangengroepen in de arbeidsmarkt in staat te stellen om de algemene principes gemakkelijker aan te nemen. De Raad heeft de Commissie ook gevraagd om hen regelmatig op de hoogte te houden over de betreffende maatregelen.

Wat betreft de twee belangrijke wetgevingsvoorstellen op het gebied van arbeidsomstandigheden; ik heb het over de richtlijn arbeidstijd en de richtlijn uitzendarbeid-betrekkingen, is het Sloveense voorzitterschap bereid om te blijven werken aan deze zaak. Met het oog op de moeilijkheden bij het bereiken van eensgezindheid onder de lidstaten, zijn we nog steeds verdere mogelijke procedures aan het onderzoeken met betrekking tot die wetgeving. We moeten hier noemen dat wat dit betreft Europa vele en verschillende tradities kent betreffende regels voor arbeidsomstandigheden. De lidstaten zijn er niettemin in geslaagd om relatief snel een overeenkomst te bereiken over de algemene principes van flexizekerheid, alhoewel ze waarschuwden dat deze principes moesten worden aangepast aan de specifieke omstandigheden in elke lidstaat.

Dit geeft allemaal aan dat de overeenkomst moeilijker te bereiken zal zijn als er wordt gezocht naar een oplossing in de vorm van bindende wetgeving die toepasbaar is op alle arbeidsmarkten in de Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Marie Panayotopoulos-Cassiotou (PPE-DE).(EL) Mevrouw de Voorzitter, de burgers van elke lidstaat – werkgevers en werknemers – staan wat betreft werkrelaties onder druk. In veel gevallen is dit zeker het gevolg van mondialisering, maar het wordt ook veroorzaakt door de open coördinatiemethode die de Europese Unie al jaren toepast.

Daarom brengen we bezwaar in tegen de voorstellen voor de hervorming van verzekeringssystemen en andere maatregelen die zijn gebaseerd op deze open coördinatiemethode.

Is de Raad van plan om structurele maatregelen voor te stellen om de werkrelaties op Europees niveau te verbeteren om de sterke oppositie en de protesten te verwijderen die we op televisie zien uit alle lidstaten?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Natuurlijk wil de Raad verdergaan en zijn inspanningen om omstandigheden op de arbeidsmarkt te verbeteren ontwikkelen. Er wordt vaak gezegd dat verhoogde flexibiliteit op de arbeidsmarkt verminderde sociale zekerheid betekent, maar dat is niet het geval. Dat is exact wat de essentie van het begrip flexizekerheid of zekere flexibiliteit is. De Raad is ervan overtuigd dat dit de enige juiste koers is in de context van mondialisering, waar veel kwesties bij inbegrepen zijn.

Niet alleen verhoogde flexibiliteit in de arbeidsmarkt is van belang, wat nooit ten nadele van de sociale zekerheid zou moeten zijn, er zijn vele andere maatregelen zoals levenslang leren, betere ontwikkeling van human resources en andere aspecten van flexizekerheid.

De Raad is kortom van plan om zijn activiteiten op dit vlak voort te zetten en dat zal een van de belangrijke kwesties zijn die in de maartzitting van de Europese Raad wordt besproken als onderdeel van de drijvende kracht voor de nieuwe fase van de Lissabonstrategie.

 
  
MPphoto
 
 

  Hubert Pirker (PPE-DE).(DE) Zoals het woord flexizekerheid al suggereert, is het ideaal een combinatie van flexibiliteit en zekerheid. Vanmorgen was er een debat hierover en er was een suggestie uit het Parlement dat er een minimumloon zou moeten worden geïntroduceerd in lidstaten dat overeenstemt met hun minimale levensstandaarden. Wat zal het voorzitterschap doen om te garanderen dat het minimumloon werkelijk in de nabije toekomst zal worden gerealiseerd in individuele lidstaten?

 
  
MPphoto
 
 

  Mairead McGuinness (PPE-DE). – (EN) Mag ik u vragen om iets meer uit te wijden over het punt dat u maakte toen u zei dat u wilt werken aan verhoging van bewustzijn en een publiek initiatief wilt over deze hele kwestie van flexizekerheid? Ik denk dat werknemers waarschijnlijk het "flexi"-gedeelte maar al te bekend voorkomt, maar dat ze minder duidelijkheid hebben over zekerheid in deze nieuwe werkwereld.

En, over de kwestie van minimumloon: ik kom uit een land met een minimumloon en ik vind dat we moeten zorgen dat iedereen een minimumloon krijgt.

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Ten eerste mijn antwoord aan de heer Pirker. Op dit moment bestaat er in de Raad geen overeenstemming, dat wil zeggen dat de Raad geen gemeenschappelijk standpunt heeft betreffende het minimumloon. Het voorzitterschap is dus wat dat betreft geen specifieke initiatieven van plan.

Ten tweede mijn antwoord op mevrouw McGuinness. Ik heb het voorstel van de Raad genoemd, het gaat hier om een beroep op de Commissie om een openbaar initiatief te starten om de acht algemene principes uit te leggen aan alle geïnteresseerde groepen in de arbeidsmarkt en het gemakkelijker te maken voor hen om deze principes die in december vorig jaar werden aangenomen, te accepteren.

Tegelijkertijd riep de Raad de Commissie op om hem op de hoogte te houden van de relevante maatregelen. De Raad vroeg de Commissie om op een bepaalde manier te handelen en we wachten nu op feedback van de Commissie.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Vraag nr. 4 van Gay Mitchell (H-1050/07)

Betreft: EU-missie in Tsjaad

Gaat de Raad een verklaring afleggen over de EU-missie in Tsjaad, en in het bijzonder over de huidige veiligheidssituatie ter plaatse? Kan de Raad verzekeren dat de moeilijke missie in Tsjaad over alle noodzakelijke apparatuur beschikt? Hoe staat het met de coördinatie tussen de Raad en de VN met het oog op de langetermijnsituatie in de regio?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Het proces van het vormen van de strijdkrachten voor de Europese missie naar Tsjaad, wat niet erg soepel verliep, werd op 11 januari van dit jaar afgerond in zoverre dat de commandant kon aanbevelen om de operatie te starten. Op 28 januari bevestigde de Raad het operatieplan, het zogenaamde "o-plan", en nam een besluit over de start daarvan aan.

Zoals we weten heeft de Ierse generaal Patrick Nash het bevel over de operatie. De strijdmacht bestaat uit 3 700 soldaten uit 14 lidstaten. Deze strijdkrachten zijn samengesteld, toegerust en getraind om hun missie naar tevredenheid onder moeilijke omstandigheden te voltooien. Hun regels over het gebruik van geweld zijn strikt en in overeenstemming met het mandaat uit hoofdstuk VII van het Handvest van de Verenigde Naties.

Zoals we weten, werd dat mandaat gegeven in resolutie 1778 van de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties. De operatie van de Europese Unie die bekend staat als de operatie EUFOR Tsjaad/Centraal-Afrikaanse Republiek, zal gedurende een jaar worden uitgevoerd vanaf de datum van verklaring van de eerste operationele gereedheid en zal neutraal en onpartijdig zijn.

Vanaf het begin werd de planning uitgevoerd in nauwe samenwerking met de Verenigde Naties. Om transparantie, efficiency en de aanpassingsmogelijkheid van de maatregelen te garanderen, zijn passende samenwerkingsmechanismen ingesteld op alle niveaus in New York en Brussel, bij het operationeel hoofdkwartier in Parijs en ter plaatse.

Na recente gevechten tussen overheidstroepen en Tsjaadse rebellengroepen, is de situatie in Tsjaad nu stabieler. De opstelling van de EU-missie gaat door. We verwachten dat EUFOR de eerste operationele capaciteit half maart zal bereiken.

Ik wil enkele beslissingen noemen die de Raad bij de laatste zitting op maandag, eergisteren, heeft aangenomen. De Raad uitte zijn diepe zorg over de regionale afsplitsingen van het conflict in Darfur en pogingen om de regering van Tsjaad omver te werpen. Hij heeft de roep ondersteund van de Afrikaanse Unie en de Verenigde Naties om de soevereiniteit, nationale eenheid en territoriale integriteit van Tsjaad te respecteren.

De Raad noemde dat recente gebeurtenissen de noodzaak van het inzetten van de missie naar Oostelijk Tsjaad, waar het hun taak is om de veiligheid te verhogen, onderstreepten. De Raad benadrukte ook dat, in naleving van zijn mandaat de missie onpartijdig, neutraal en onafhankelijk zal zijn.

Ik wil afsluiten door toe te voegen dat de Raad de veiligheidssituatie in Tsjaad en West Darfur nauwgezet zal volgen op alle niveaus en ook de consequenties van deze situatie voor de EUFOR-missie zal inschatten.

 
  
MPphoto
 
 

  Gay Mitchell (PPE-DE). – (EN) Fungerend Voorzitter, u hebt mijn vraag niet beantwoord. Deze was specifiek of u een verzekering kon geven dat de nodige materialen voor deze zware missie beschikbaar zijn. Wilt u alstublieft deze vraag beantwoorden en deze verzekering geven?

Zoals u zei staat de missie onder het bevel van een Ierse legerofficier, luitenant-generaal Nash en vanavond vertrekken 50 leden van de elite Ierse Army Rangers Dublin en ze zullen binnenkort worden gevolgd door veel meer Ierse troepen.

Zal er voldoende logistieke ondersteuning zijn? Hebben ze de medische diensten die ze nodig hebben en kunt u verzekeren, zoals ik in mijn vraag stel, dat alle nodige materialen voor deze zware missie beschikbaar zijn?

Ik wens de Irish Rangers en alle soldaten aldaar Gods zegen en bescherming toe bij hun moeilijke taak.

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Ik wil benadrukken dat in principe het uitrusten van de eenheden de verantwoordelijkheid is van elke afzonderlijke lidstaat die eenheden naar een missie stuurt.

Geacht lid, u vraagt om garanties die de Raad niet kan geven omdat deze de verantwoordelijkheden zijn van elke individuele lidstaat. Ik kan slechts herhalen wat ik in de inleiding zei, namelijk dat het proces van het formeren van de strijdmacht succesvol is afgerond. Het was moeilijk, maar uiteindelijk is het in zoverre geslaagd dat de commandant van de missie heeft aanbevolen dat de missie van start kon gaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Jörg Leichtfried (PSE).(DE) Ik geloof dat deze missie in principe een goed idee is, als dit maar professioneel wordt uitgevoerd, omdat dit precies datgene bereikt waar we het eerder in het migratiedebat over hadden, namelijk veiligheid bieden waar immigranten vandaan komen. Daarom kan ik eenvoudig niet begrijpen dat enkele hypocriete Oostenrijkse rechtse populisten tegen deze missie zijn. Waar ik mij echter nu al zorgen om maak, is dat het steeds weer een onderwerp van discussie is of, in het bijzonder, het Franse leger zich bij deze missie met neutraliteit naar de strijdende partijen zal gedragen. Ik wil graag weten wat voor informatie u hierover hebt en hoe u ervoor wilt zorgen dat de missie neutraal blijft naar alle strijdende partijen. Ik zou ook van de gelegenheid gebruik willen maken om de soldaten het allerbeste te wensen.

 
  
MPphoto
 
 

  Colm Burke (PPE-DE). – (EN) Ik heb een vraag over contact met groepen die zich verzetten tegen de regering. Het gaat mij niet om rebellen, maar om andere groepen die oppositie tegen de regering voeren. Is er geprobeerd om aan onze kant te krijgen zodat we een meer gezamenlijke benadering krijgen voor de VN-missie die naar Tsjaad gaat of voor de missie van de Europese Unie die naar Tsjaad gaat?

Alle contact lijkt tot nu toe met de regering zelf te zijn geweest. Ik vraag me af of geen vooruitgang kan worden geboekt door mensen mee te krijgen die bij de oppositie horen, maar niet betrokken zijn bij rebellengroepen.

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) In antwoord op de vraag over neutraliteit kan ik slechts zeggen dat de Raad op maandag, eergisteren, opnieuw besloot dat de eenheden van de EU in Tsjaad onpartijdig, neutraal en onafhankelijk zullen zijn. Naar mijn mening bevat dit het antwoord op de vraag over de neutraliteit van de individuele eenheden die bij deze operatie zijn betrokken. De hele operatie is neutraal, onpartijdig en onafhankelijk.

Dit is ook gedeeltelijk een antwoord op de aanvullende vraag die volgde. Dit is geen operatie om medestanders te vinden. Deze operatie zou op een onpartijdige en neutrale manier de veiligheid moeten garanderen in de regio waar de operatie naartoe wordt gestuurd. Er moet niet gezocht worden naar de een of andere medestander. Ik herhaal: het is een neutrale en onpartijdige operatie die als taak heeft om de veiligheid te garanderen in de regio die onder haar mandaat valt.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Vraag nr. 5 van Colm Burke (H-1052/07)

Betreft: Myanmar

De heer Piero Fassino, de speciaal afgevaardigde van de EU voor Myanmar, heeft onder andere tot taak het werk van de VN in dat land te ondersteunen. Een belangrijke rol ten aanzien van Myanmar wordt verder gespeeld door de ASEAN, India en China. Hoe productief waren de recente ontmoetingen van de heer Fassino met vertegenwoordigers van China en andere landen?

Overeenkomstig de conclusies van de Raad Algemene Zaken en Buitenlandse Betrekkingen van 15 oktober 2007 heeft de Raad op 14 december 2007 bevestigd dat de EU (in het licht van de ontwikkelingen in Myanmar) overweegt de bestaande restrictieve maatregelen te herzien, te wijzigen of verder aan te scherpen. Aan welke verdere restrictieve maatregelen denkt de Raad hierbij (gezien het feit dat de geldende maatregelen niet echt veel impact lijken te hebben), en kan de Raad aangeven wanneer deze van kracht zouden worden?

Volgens de uitkomsten van een recente fact finding-missie van de NGO CSW naar de grens tussen Thailand en Myanmar lag het aantal door het Myanmarese leger gedode demonstranten (bij de vreedzame protesten in september) veel hoger dan de officiële cijfers aangaven. Monniken en burgers die Myanmar sinds september zijn ontvlucht, hebben de NGO CSW ooggetuigenverslagen verteld van het gewelddadige optreden van het regime tegen de pro-democratiebeweging. De NGO CSW denkt dat er bij de protesten misschien wel honderden doden zijn gevallen, en ook de gedwongen tewerkstellingen en verkrachtingen in de gebieden met minderheden gaan gewoon door. Wat is de reactie van de Raad op deze informatie? Volgens de Raad is de EU vastberaden het volk van Myanmar verder te blijven helpen op het pad naar democratie, veiligheid en voorspoed. Hoe denkt de Raad die vastberadenheid in concreto in te vullen?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Ik wil om te beginnen noemen dat Javier Solana, de Hoge Vertegenwoordiger voor het gemeenschappelijk buitenlands en veiligheidsbeleid van de Europese Unie, op 6 november vorig jaar een speciale gezant voor Birma/Myanmar benoemde om het belang te onderstrepen dat de Europese Unie hecht aan democratische verandering, verzoening, verbetering van de mensenrechtensituatie en de ontwikkeling van het land.

Onder dit mandaat heeft de speciale gezant, de heer Fassino, om een bespreking gevraagd met de bijzonder adviseur van de Verenigde Naties, de heer Gambari, en hij heeft ook de belangrijkste partners van de Europese Unie geraadpleegd.

De speciale gezant heeft in de marge van de EU-ASEAN top in november vorig jaar de vertegenwoordiger van de ASEAN-landen ontmoet. Vorig jaar in december ging hij ook op zijn eerste missie naar China. Hij heeft de vertegenwoordigers van Birma en haar buurlanden ontmoet in Rome. Tijdens bezoeken aan de Verenigde Naties in Genève en New York zal hij ook hun vertegenwoordigers in Brussel ontmoeten.

Deze beraadslagingen en politieke en diplomatieke contacten die onze speciale vertegenwoordiger heeft gemaakt, zullen in de komende maanden doorgaan. Er zal bijzondere aandacht worden gegeven aan de bemiddeling door de Verenigde Naties en de "Groep vrienden" van de Verenigde Naties.

Bij de zitting op maandag verwelkomde de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen het werk van de speciale gezant, de heer Fassino, in het coördineren van de diplomatieke inspanningen van de Europese Unie en haar Aziatische partners en herbevestigde zijn rol in het ondersteunen en propageren van de missie van de Verenigde Naties.

Ik zou te berde willen brengen dat de Europese Unie enige tijd geleden een algemeen gemeenschappelijk standpunt heeft aangenomen die een wapenembargo op Birma omvat en reisbeperkingen en het bevriezen van tegoeden voor een groot aantal Birmese burgers die verbonden zijn met het leger en de overheid.

In november 2007 nam de Raad striktere sancties aan om de bestaande maatregelen te bekrachtigen en om nieuwe maatregelen in te stellen, in het bijzonder maatregelen die zich richten op winningsactiviteiten. Zoals verwacht zal de Raad het effect, de efficiency, de politieke stabiliteit en de praktische toepasbaarheid van mogelijke verdere beperkingen bestuderen.

De Raad ontvangt en onderzoekt informatie van zijn partners en vele vertegenwoordigers in gouvernementele organisaties over hun ervaring met de striktere sancties.

De Raad heeft gemerkt dat enkele lidstaten van de Europese Unie en de Commissie recentelijk de hulp aan Birma en Birmese vluchtelingen in naburige landen hebben verhoogd. De Europese Unie zou bereid zijn om extra hulp te garanderen naar Birma/Myanmar. Om die reden roept de Unie de Birmese overheid op om verdere maatregelen te nemen om het land te democratiseren en nationale verzoening te bereiken.

De officiële aankondiging van een referendum over de grondwet dat in mei dit jaar plaats zou moeten vinden en, in het bijzonder, van verkiezingen met verschillende partijen in 2010 is naar de mening van de Raad een stap in de juiste richting.

 
  
MPphoto
 
 

  Colm Burke (PPE-DE). – (EN) Dit is slechts een vervolg op uw antwoord op deze zeer ingewikkelde zaak dat ik zeer waardeer.

Ik wilde slechts twee gerelateerde kwesties noemen. Ten eerste werd op 14 februari de secretaris-generaal van de KNU in zijn huis in Thailand vermoord. Ik begrijp dat Christian Solidarity Worldwide hem twee dagen daarvoor bezocht. Welke druk hebben we op Thailand gelegd om deze moord te onderzoeken? Ik begrijp dat de opdracht tot de moord van het regime in Birma kwam.

Ten tweede begrijp ik dat vluchtelingen die naar Maleisië vluchten zeer slecht zijn behandeld. Enkele vluchtelingen bevielen zelfs terwijl ze in hechtenis waren genomen of in de gevangenis waren. Welke druk hebben wij zowel Thailand als Maleisië opgelegd als het gaat om deze kwesties?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) De Raad heeft deze kwestie niet besproken met betrekking tot Thailand of Maleisië. Ik zal uw vraag doorgeven aan de Raad.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Vraag nr. 6 van Jim Higgins (H-1056/07)

Betreft: Democratische beweging in Birma

Kan de Raad na de recente, brute onderdrukking van de vreedzame straatprotesten in Birma meedelen welke maatregelen hij neemt om ervoor te zorgen dat de democratische activisten worden beschermd en dat de militaire junta toewerkt naar een vreedzame en spoedige overgang naar een open democratie, en of hij stappen heeft ondernomen gericht op de terugkeer van de personen die in Birma zijn verdwenen, waaronder monniken waarvan de verblijfplaats sinds de meest recente protesten onbekend is?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Zoals ik in het vorige antwoord noemde, volgt de Raad de situatie in Birma/Myanmar nauwgezet en ontvangt verslagen uit verschillende bronnen.

De EU heeft samen met andere landen gereageerd op de demonstraties in afgelopen augustus en september en op de geweldadige onderdrukking van die vreedzame demonstraties met het duidelijke doel om de solidariteit met het volk van Birma duidelijk te maken. De EU heeft ook sterkere restrictieve maatregelen aangenomen die gericht zijn op diegenen die verantwoordelijk zijn voor geweld en de algemene politieke impasse en omstandigheden in het land. Zoals eerder genoemd, hebben sommige lidstaten en de Commissie, vanwege de moeilijke leefomstandigheden van de bevolking en vanwege het grote aantal vluchtelingen, de hulp aan Birma en de Birmese vluchtelingen in naburige landen verhoogd.

De Europese Unie was bovendien een van de drijvende krachten achter het ontstaan van de vergadering van de Mensenrechtenraad van de Verenigde Naties in oktober 2007 in Genève. Sérgio Pinheiro, de speciale rapporteur van de Verenigde Naties voor mensenrechten, werd daar gemachtigd om Birma/Myanmar te bezoeken en onderzoek te doen naar de geweldadige onderdrukking van de demonstraties in september en de vermeende moorden en verdwijningen na deze gebeurtenissen.

De Europese Unie ondersteunt de aanbevelingen van professor Pinheiro in zijn verslag uit december volledig en roep de overheid van Birma regelmatig op om deze te implementeren. De EU heeft de Birmese overheid op vele momenten benaderd. De EU probeert ook om vergaderingen met Birma/Myanmar bij multilaterale fora te gebruiken om de overheid op te roepen om een alomvattend en algemeen proces te starten van verzoening en politieke vernieuwing. De EU roept ook op om de beperkingen die aan Aung San Suu Kyi zijn opgelegd te elimineren, om politieke gevangenen te bevrijden en om toegang voor internationale organisaties te verbeteren, met name voor het Internationale Comité van het Rode Kruis.

De EU heeft deze adviezen aan de buren van Birma voorgelegd en de urgente noodzaak om de situatie in dat land te verbeteren benadrukt. Zoals ik heb genoemd, heeft de aankondiging van een referendum over de grondwet en verkiezingen met verschillende partijen in 2010 enige hoop gegeven.

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Higgins (PPE-DE). ― (GA) Mijnheer de Voorzitter ik verwelkom het antwoord van de fungerend voorzitter van de Raad. Hij noemde in antwoord op de vraag van mijn collega Colm de Búrca dat hij wenst dat Birma democratischer wordt.

Wat dat betreft zou ik een vraag willen stellen over de nieuwe grondwet. Het klopt toch dat dit document werd samengesteld zonder de betrokkenheid van Aung San Suu Kyi, de leider van de belangrijkste oppositiepartij? Dat is absoluut niet toereikend.

En is het ook niet zonneklaar dat het leger en de strijdkrachten een vaste greep op de macht zullen houden of deze zullen beheersen?

Een andere belangrijke vraag: Zal er enige vorm van onafhankelijk toezicht zijn vanuit de EU of de Verenigde Naties wat betreft het referendum en de grondwet?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Ik moet nog een antwoord ontvangen op de vraag of onafhankelijk toezicht van het referendum dat voor mei is gepland is gegarandeerd. Op dit moment hebben we slechts de aankondiging dat het referendum zal plaatsvinden. Zoals ik al zei is de Raad van mening dat dit een stap in de juiste richting is. Uw vraag is natuurlijk ter zake en zal worden doorgestuurd aan de Raad.

Om het eerste deel van uw vraag te beantwoorden: de Europese Unie dringt erop aan dat de oppositie en etnische groepen bij het democratiseringsproces in dat land betrokken moeten zijn. Alleen op die manier is er hoop op nationale verzoeking en een langdurige stabiliteit in dat land.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Vraag nr. 7 van Mairead McGuinness (H-1054/07)

Betreft: Richtlijn voor audiovisuele mediadiensten

Is de Raad van mening dat Richtlijn 97/36/EG(1) inzake audiovisuele mediadiensten gelijke tred kan houden met de evolutie van de audiovisuele technologie en reclame?

Gelooft de Raad dat het volstaat verleners van mediadiensten te vragen gedragscodes tegenover kinderen te ontwikkelen, om de bijzondere belangen van kinderen te kunnen vrijwaren - bijvoorbeeld om tot kinderen gerichte reclame voor junkfood te verhinderen?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Mevrouw McGuinness weet waarschijnlijk al dat de Raad en het Europees Parlement op 11 december vorig jaar een richtlijn hebben aangenomen om de richtlijn televisie zonder grenzen aan te passen en het te hernoemen tot de richtlijn audiovisuele mediadiensten.

De eerste overweging van de nieuwe aangepaste richtlijn verklaart dat het nodig is om de richtlijn aan te passen vanwege de ontwikkeling van nieuwe technologieën en hun impact op bedrijfsmodellen, in het bijzonder het financieren van commerciële uitzendingen. Het doel van de nieuwe richtlijn is om antwoorden te vinden op deze technologische veranderingen door nieuwe technologisch neutrale op terminologie gebaseerde definities te introduceren. Dit maakt het mogelijk dat de definities niet alleen voor de huidige diensten worden gebruikt, maar ook voor diensten die nog ontwikkeld moeten worden zoals audiovisuele mediadiensten en op aanvraag beschikbare diensten. Om aan deze toekomstige ontvankelijkheid te voldoen, denken we dat de richtlijn die de audiovisuele sector regelt enkele jaren geldig zal zijn.

Volgend op deze richtlijn en niet later dan 19 december 2011 en elke drie jaar daarna, moet de Commissie een verslag voorbereiden over de toepassing van de richtlijn en, indien nodig, verdere voorstellen maken voor de aanpassing, vooral betreffende nieuwe technologische ontwikkelingen.

Wat betreft reclame voor ongezond voedsel voor kinderen, zijn het Europees Parlement en de Raad het eens dat deze kwestie het meest effectief kan worden behandeld als de providers van audiovisuele mediadiensten gedragscodes zouden ontwikkelen. Met dit doel bevat het tweede lid van artikel 3(e) van de aangepaste richtlijn een vereiste dat alle lidstaten en de Commissie leveranciers van mediadiensten aanmoedigen om dergelijke codes ontwikkelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mairead McGuinness (PPE-DE). – (EN) U hebt een zeer volledig antwoord gegeven op het eerste deel van mijn vraag en daarvoor dank ik u.

Wat betreft het tweede deel: ik denk dat we een gedragscode nodig hebben die effectief is. We hebben namelijk veel gedragscodes op papier, maar die zijn niet effectief. Ik zou u willen vragen om misschien een verklaring te doen betreft het beoordelen van gedragscodes en als we zien dat deze niet werken, dat we dan harder optreden? Ik denk dat dat wel eens nodig zou kunnen zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Het wezen van een gedragscode is precies dat het door de providers zelf wordt ontwikkeld. Het is echter duidelijk dat zowel de Raad als de Commissie niet tevreden zullen zijn wanneer de codes ontoereikend zijn en niet aan de behoefte voldoen. Daarom is mijn antwoord op uw vraag in wezen dat de Raad en de Commissie tenminste moeten volharden totdat de providers effectieve gedragscodes hebben ontwikkeld.

 
  
MPphoto
 
 

  Jim Allister (NI). – (EN) Fungerend voorzitter, mag ik u wijzen op een andere zaak die te maken heeft met de bescherming van kinderen in de mediacontext, in het bijzonder met de stijgende en alarmerende zelfmoordcijfers in Europa, niet in het minst in mijn kiesdistrict, in gedachten? Het gaat hierom: wat kan de Raad doen betreffende overduidelijk misbruik van direct beschikbaar advies over het plegen van zelfmoord, in het bijzonder via internetdiensten? Ik heb vandaag informatie van zo’n site gedownload dat meerdere adviezen gaf over het plegen van zelfmoord.

Het is behoorlijk ontstellend. Zelfs als men naar Wikipedia gaat is daar informatie te vinden over het plegen van zelfmoord. Zal de Raad dit aan de orde stellen in de context van kinderbescherming, in het bijzonder wat betreft de media?

 
  
MPphoto
 
 

  Paul Rübig (PPE-DE).(DE) Mijn vraag heeft te maken met het telecommunicatiepakket dat is gepresenteerd door de Commissie. Daarbij ontstaan nieuwe mogelijkheden voor televisie als gevolg van de digitale verdeling, d.w.z. door het gebruik van het digitale spectrum van frequentieverdeling. Denkt u dat het nodig is om de richtlijn televisie aan te passen op basis van de nieuwe technische verordeningen?

 
  
MPphoto
 
 

  Janez Lenarčič, fungerend voorzitter van de Raad. (SL) Wat betreft het probleem waar de heer Allister op wees en de zaken die veroordeeld zouden moeten worden en waar actie nodig is, wil ik noemen dat, zelfs voordat de richtlijn werd aangepast, deze al een verbod op reclame bevatte voor iets dat schadelijk is voor de gezondheid. Het verbood ook boodschappen die fysieke of morele schade bij minderjarigen kunnen veroorzaken. Ik denk dat die omschrijvingen ook de genoemde gevallen omvatten. Ik wil ook zeggen dat het amendement van de richtlijn afgelopen december werd gepubliceerd en dat de lidstaten twee jaar hebben om het in te lijven in hun interne wet.

Wat betreft het "telecom"-pakket, vind ik het moeilijk om de vraag te beantwoorden waar een uitgebreidere analyse van de noodzaak voor veranderingen voor nodig is. Deze vraag is echter reeds besproken. Het wetgevingspakket betreffende telecommunicatie wordt op dit moment bediscussieerd. Uw vraag wordt doorgestuurd aan de Raad. Ik twijfel er niet aan dat als er een wijziging ingediend moet worden, dat zal gebeuren.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − De vragen die wegens tijdgebrek niet zijn beantwoord, zullen schriftelijk worden beantwoord (zie bijlage).

Hiermee is het vragenuur beëindigd.

 
  
MPphoto
 
 

  Sajjad Karim (PPE-DE). – (EN) Mevrouw de Voorzitter, ik wil de diensten bedanken voor de zeer snelle reactie op de informatie die ik hen stuurde om accuraat mijn werkelijke stemintentie op te nemen. Dat is nu gedaan. Daarom zou ik via u mijn dank willen doorsturen dat ze zo efficiënt hebben gehandeld. De openbare verslagen tonen nu mijn werkelijke stemintentie. Hartelijk dank.

 
  
  

(De vergadering wordt om 19.05 onderbroken en om 21.00 uur hervat)

 
  
  

VOORZITTER: MAREK SIWIEC
Ondervoorzitter

 
  

(1)1 PB L 202 van 30.07.97, blz. 60.

Juridische mededeling - Privacybeleid