Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2117(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0031/2008

Ingediende teksten :

A6-0031/2008

Debatten :

PV 11/03/2008 - 20
CRE 11/03/2008 - 20

Stemmingen :

PV 12/03/2008 - 5.6
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0094

Volledig verslag van de vergaderingen
Dinsdag 11 maart 2008 - Straatsburg Uitgave PB

20. Situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden van de EU (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag (A6-0031/2008) van mevrouw Klaß, namens de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid, over de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden van de EU (2007/2117(INI)).

 
  
MPphoto
 
 

  Christa Klaß, rapporteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, Commissaris, dames en heren, onder de titel "De vrouw in de plattelandsgebieden van de EU" hebben wij in de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid samen feiten en mogelijke oplossingen verzameld. Ik bedank hierbij de andere leden voor hun medewerking en het Secretariaat voor de ondersteuning.

In Duitsland kennen wij de term "Mädchen vom Lande", ofwel "dorpsmeisje". Vroeger, meer dan nu, had iedereen zijn eigen idee van wat deze term inhield: volgens sommigen een creatieve, afhankelijke, zeer principiële en diep religieuze vrouw; volgens anderen een vrouw die niet met de tijd is meegegaan, die weinig tot niets weet en dus onwetend is, misschien zelfs ook naïef.

Geen van deze omschrijvingen raakt de kern van de zaak. Plattelandsgebieden bieden juist de beste omstandigheden voor een bevredigend leven, voor gezinnen die betrokken zijn bij de dorpsgemeenschappen, geïntegreerd in de natuur en de omgeving. Tegenwoordig realiseren wij ons terdege dat de leefmodellen van vrouwen zeer sterk uiteenlopen. Zij moeten zich echter ook kunnen aanpassen en niet worden beknot of beperkt door hun leefomstandigheden. Vrouwen willen tegenwoordig deel nemen aan de arbeidsmarkt én een gezin hebben. Vandaag de dag willen en kunnen zij beide. De politiek en de samenleving moeten het kader hiervoor creëren.

Het leven in een plattelandsgebied biedt mogelijkheden, maar brengt natuurlijk ook risico's met zich mee. Het is een persoonlijke keuze van vrouwen om, na alle feiten op een rij te hebben gezet, in een stadsgebied te gaan wonen of in een dorp te blijven. De statistieken laten zien dat ontwikkelder vrouwen als eersten de dorpen verlaten. Zij laten lege crèches en scholen achter en uiteindelijk vergrijzende en leeggestroomde dorpen. De beslissingen van vrouwen hebben dus ook een demografische dimensie.

Volgens schattingen van de Commissie zijn de plattelandsgebieden goed voor 45 procent van de bruto toegevoegde waarde en woont 53 procent van alle werkenden er. De plattelandsgebieden hebben dus ook een economische dimensie.

Alle ontwikkelingsmogelijkheden moeten daarom worden benut en verbeterd. Het volstaat niet langer om alleen in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid te praten over de toekomst van de vrouw in de plattelandsgebieden. Vrouwen werken nog steeds als landbouwers, maar zij zijn ook werknemers en betaald personeel en ze zijn bijzonder vaak actief als meewerkende echtgenotes in kleine en middelgrote ondernemingen of zelfs als zelfstandige ondernemers. Hier moeten nog heel wat lacunes worden aangevuld. De positie in de sociale sector van vrouwen en meewerkende echtgenotes in kleine en middelgrote ondernemingen moet worden gestabiliseerd om zo regelingen te treffen voor ziekte en pensioen.

Vrouwen ondervinden vooral de gevolgen van een ontoereikende infrastructuur in de plattelandsgebieden. Vrouwen combineren gezin en werk, hetgeen betekent dat zij hun kinderen naar school en vrijetijdsbestedingen brengen en ervan ophalen, dat zij voor de oudere generatie zorgen en hun eigen belangen niet helemaal uit het oog moeten verliezen. Het feit dat plattelandsgebieden een ontoereikende infrastructuur hebben – te weinig wegen, postkantoren, medische diensten, brandweer en spoedartsen – is al lange tijd bekend. Dat er zich nu nieuwe problemen voordoen, bijvoorbeeld bij de aanleg van breedband, is echter onaanvaardbaar. Om op velerlei gebied actief te kunnen zijn, hebben ook vrouwen snelle toegang via DSL nodig.

De deelname van vrouwen aan het openbare leven – aan plaatselijke raden, initiatieven en verenigingen – kan veranderingen teweegbrengen. Ook in plattelandsgebieden moeten er speciale inspanningen worden geleverd om gelijke deelname door vrouwen te bewerkstelligen. Ik besluit daarom met een laatste verzoek, namelijk om vrouwen op te nemen in de besluitvormingsorganen! Zij weten het beste wat er moet worden veranderd aangezien zij zich altijd ter plaatse bevinden en gezin en werk combineren, terwijl mannen of het een, of het ander voor hun rekening nemen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mariann Fischer Boel, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen bedank ik de rapporteur, mevrouw Klaß, en de leden van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid voor hun initiatiefverslag. Wij weten allemaal dat het voortdurende inspanningen vereist om het onderwerp "gendergelijkheid" bovenaan de agenda te houden. Ik heb het Europees Parlement altijd beschouwd als een in dit opzicht toonaangevende instelling en ik spreek mijn waardering uit voor het werk dat is verzet om de Internationale Dag van de Vrouw 2008 te helpen vieren, inclusief de conferentie van vorige week.

Ik ben het er helemaal mee eens dat de vrouwen in de plattelandsgebieden reële mogelijkheden moeten hebben en dat zij moeten worden aangemoedigd om al die mogelijkheden te benutten. Ik sluit me er dan ook bij aan dat er specifieke politieke aandacht moet worden besteed aan de vrouwen in de plattelandsgebieden en ik verheug me erover dat dit beginsel wordt uitgevoerd via de communautaire strategische richtsnoeren voor plattelandsontwikkeling onder de derde pijler, waar het stimuleren van de toetreding van vrouwen tot de arbeidsmarkt wordt onderstreept als zijnde een kernactiviteit.

De plattelandseconomie heeft vrouwen nodig, niet alleen om de economische groei in de rest van de samenleving bij te benen, maar ook om een duurzame plattelandsontwikkeling te waarborgen, waardoor gezinnen en bedrijven er echt toekomst in zien om op het platteland te blijven.

Alvorens in te gaan op enkele in dit verslag aangekaarte kwesties, wijs ik erop dat het beginsel van de bevordering van gendergelijkheid centraal staat bij de tweede pijler van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. In de praktijk passen we dit beginsel op twee manieren toe. Ten eerste worden er economische mogelijkheden gecreëerd voor vrouwen door bijvoorbeeld het vrouwelijke ondernemerschap te promoten.

Een belangrijk punt is dat sommige lidstaten in het kader van de plattelandsontwikkelingsprogramma's voor de periode 2007-2013 specifieke maatregelen voor vrouwen hebben vastgesteld; andere lidstaten zullen voorrang geven aan aanvragen van vrouwen in het kader van bepaalde maatregelen.

Het tweede aspect van de verbetering van de kwaliteit van het leven in de plattelandsgebieden houdt in dat deze gebieden vrouwvriendelijk moeten zijn, dat het leven van de vrouwen aldaar moet worden vergemakkelijkt en dat vrouwen hun mogelijkheden beter moeten kunnen benutten. Zo steunt de plattelandsontwikkeling bijvoorbeeld de financiering van kinderdagverblijven voor kinderen in de plattelandsgebieden, zodat vrouwen daar kunnen blijven en zich tegelijkertijd zelf kunnen buigen over de mogelijkheden op de arbeidsmarkt. Dit zijn enkele voorbeelden van gemeenschappelijk-landbouwbeleidsacties die de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden helpen verbeteren.

In deze context wijs ik ook op het Leader-programma, dat bijdraagt tot een grotere betrokkenheid van vrouwen bij het besluitvormingsproces binnen de plaatselijke actiegroepen. Wat het Leader-programma betreft, is het aantal door vrouwen beheerde projecten in feite groter dan het aantal door mannen beheerde projecten: voor de periode 2003-2005 waren twee op de drie begunstigden vrouwen.

Wat de specifieke verzoeken in het verslag betreft, erken ik de noodzaak om toezicht te houden op de integratie van het genderperspectief in de plattelandsontwikkelingsprogramma's en om deze integratie te evalueren. De indicatoren, die de resultaten en de impact zullen weergeven van bepaalde maatregelen in – opnieuw – de periode 2007-2013, worden uitgesplitst naar geslacht en zouden ons de nodige informatie moeten verschaffen.

Tot slot nog een punt dat niet echt betrekking heeft op de plattelandsgebieden. De Commissie heeft een effectbeoordeling opgestart als onderdeel van de herziening van Richtlijn 86/613/EEG, die betrekking heeft op het beginsel van gelijke behandeling van zelfstandig werkzame mannen en vrouwen, de landbouwsector daarbij inbegrepen.

Een belangrijk punt is de bescherming van zelfstandige vrouwelijke ondernemers bij zwangerschap en moederschap. Het legislatieve werkprogramma van de Commissie voor het jaar 2008 omvat een herziening van deze richtlijn, hetgeen ons een extra mogelijkheid biedt om de positie van de vrouw in de plattelandsgebieden te ondersteunen en te verbeteren.

Ik bedank nogmaals de rapporteurs en iedereen die een bijdrage heeft geleverd aan dit uiterst belangrijke onderwerp.

 
  
MPphoto
 
 

  Edit Bauer, namens de PPE-DE-Fractie. (HU) Mijnheer de Voorzitter, Commissaris, dames en heren, in het kader van 8 maart is er vorige week heel veel gezegd over de situatie van de vrouw. De gemeenplaatsen daargelaten, is er gesproken over de problemen die verscholen gaan achter de gemiddelden en die zichtbaar worden bij een gestructureerde aanpak. Vrouwen leven niet allemaal in precies dezelfde omstandigheden: hun natuurlijke vaardigheden variëren, evenals de mogelijkheden die zij hebben en de problemen die ze tegenkomen. De vrouwen in de plattelandsgebieden vormen een al net zo heterogene groep – zij hebben weliswaar enkele gemeenschappelijke problemen, maar andere problemen doen zich alleen voor in bepaalde bevolkingslagen of -groepen.

Het verschil tussen het verslag van mevrouw Klaß en in algemener bewoordingen opgestelde verslagen is dat het eerste duidelijk en specifiek ingaat op de problemen voor de vrouwen in de plattelandsgebieden en op de tekortkomingen van het beleid in dit opzicht. Het heeft weinig zin om doelen te stellen in termen van werkgelegenheid voor vrouwen als de ondersteunende diensten, bijvoorbeeld vervoerfaciliteiten, ontbreken. De situatie van de vrouwen in de plattelandsgebieden is over het algemeen problematischer: zij verrichten veel vaker verborgen, onbetaald werk, onverzekerd en onbeschermd, bijvoorbeeld op agrarische familiebedrijven. In de praktijk geeft dit deze vrouwen een onduidelijke rechtspositie met betrekking tot zwangerschaps-, ziekte- en ouderdomsuitkeringen.

Deze problemen moeten nog worden opgelost en ondertussen is de uittocht van de plattelands- naar de stadsgebieden met hun betere leefomstandigheden vrijwel onstuitbaar. Ik ben het met de rapporteur eens dat er bij de verdeling en de aanwending van de Europese financiële middelen meer rekening moet worden gehouden met de situatie van de vrouwen in de plattelandsgebieden, anders zullen de gevolgen verstrekkend zijn. Ik dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Iratxe García Pérez, namens de PSE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, dit verslag schetst een reëel beeld van de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden van de EU, teneinde de grote uitdagingen aan te nemen van de extra moeilijkheden voor vrouwen die in deze omgeving wonen.

We hebben het hierbij over de helft van de bevolking van deze gebieden en daarom moet voorrang worden gegeven aan de integratie van de genderdimensie in het beleid voor de plattelandssector, zowel voor de bevordering van de gelijkheid van mannen en vrouwen, als voor mogelijke economische en sociale groei in de plattelandsgebieden.

Vrouwen ondervinden al echte moeilijkheden bij hun toetreding tot de arbeidsmarkt of bij het combineren van gezin en werk, maar deze moeilijkheden worden nog vergroot wanneer we het hebben over een plattelandsgebied. Er moet dan ook een impuls worden gegeven aan initiatieven en beleidslijnen die deze uitdagingen aannemen, zodat er wellicht sprake zal zijn van daadwerkelijke gelijke kansen.

Ondanks onze meningsverschillen zijn wij het erover eens dat de vrouwen in de plattelandsgebieden speciale, gezamenlijke politieke aandacht behoeven, waarbij een impuls wordt gegeven aan plattelandsontwikkelingsinitiatieven die deze vrouwen ertoe aanzetten deel te nemen aan het economische en sociale leven en die het steeds zorgwekkender verschijnsel van de migratie van vrouwen van het platteland naar de stad een halt toeroepen.

Wij staan in het krijt bij de vrouwen in onze dorpen, die onmetelijk veel en op een bijna onzichtbare wijze hebben bijgedragen tot de ontwikkeling van het platteland. De erkenning voor deze vrouwen moet samengaan met door de lidstaten en de regionale en lokale overheden gevoerd beleid ter verbetering van de leefomstandigheden en ter verwijdering van de huidige obstakels.

Om deze doelstellingen te kunnen verwezenlijken, is het dan ook van essentieel belang dat de openbare diensten worden uitgebreid, dat opleidingen worden verbeterd, dat de nieuwe technologie toegankelijk wordt en dat innovatieve bedrijfsprojecten worden gesteund.

Daarnaast roepen wij de lidstaten op om de juridische constructie van het gedeelde eigendom te ontwikkelen, opdat de rechten van de vrouw in de landbouwsector ten volle worden erkend. Alleen zo kunnen wij ervoor zorgen dat gelijke kansen realiteit worden voor Europese vrouwen in de plattelandsgebieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Jan Tadeusz Masiel, namens de UEN-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, mijn felicitaties aan de rapporteur omdat zij de aandacht heeft gevestigd op zo'n belangrijk onderwerp als de verbetering van de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden van de EU. Wij hebben het recentelijk gehad over Europa's demografische toekomst. We hebben toen veel redenen genoemd voor het feit dat deze er somber uitziet; een probleem dat zelfs nog acuter is in de plattelandsgebieden.

We moeten alles in het werk stellen om plattelandsbewoners, in het bijzonder de vrouwen, goede leefomstandigheden te bieden en de juiste omstandigheden voor economische en persoonlijke ontwikkeling. Sociale uitsluiting en armoede hebben waarschijnlijk – er zijn betere statistieken over dit onderwerp nodig – vooral betrekking op vrouwen in de plattelandsgebieden.

De sleutel om de situatie in dit opzicht te verbeteren, is wellicht dat de echtgenotes van zelfstandige ondernemers, met inbegrip van de vrouwen in de plattelandsgebieden, recht krijgen op hun eigen, onafhankelijke sociale en pensioenuitkeringen.

 
  
MPphoto
 
 

  Raül Romeva i Rueda, namens de Verts/ALE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, de integratie van de genderdimensie in het beleid voor de plattelandssector is niet alleen noodzakelijk om de gelijkheid van mannen en vrouwen te bevorderen, maar ook om ertoe bij te dragen dat de economische groei gebaseerd wordt op duurzame plattelandsontwikkeling. Onze fractie steunt het verslag-Klaß dan ook ten volle, hoofdzakelijk vanwege drie elementen.

Wij vinden de volgende drie aspecten die erin worden benadrukt het belangrijkst: ten eerste het verzoek om de statistieken voor de plattelandsgebieden ook uit te splitsen naar geslacht, zodat de vrouwen in deze gebieden niet langer een onzichtbare groep vormen en zodat hun werk uitdrukkelijk wordt gewaardeerd. Ten tweede worden in het verslag de relevante lokale, regionale en nationale overheden verzocht om de deelname van vrouwen aan plaatselijke actiegroepen en de ontwikkeling van plaatselijke partnerschappen in het kader van de Leader-as aan te moedigen. Ten derde bevat het verslag het verzoek om vooral aandacht te besteden aan de verbetering van de transportinfrastructuur in de plattelandsgebieden en aan de vaststelling van positieve maatregelen om de toegang tot het vervoer te verbeteren, opdat er een einde wordt gemaakt aan sociale uitsluiting, waardoor hoofdzakelijk vrouwen worden getroffen.

Ik schaar mij echter ook achter het door mijn collega Iratxe García Pérez ingediende amendement om in de tekst uitdrukkelijk te verwijzen naar de noodzaak voor de lidstaten om de juridische constructie van het gedeelde eigendom te ontwikkelen, opdat de rechten van de vrouw in de landbouwsector ten volle worden erkend, met de overeenkomstige bescherming op socialezekerheidsgebied en erkenning van hun werk.

 
  
MPphoto
 
 

  Ilda Figueiredo, namens de GUE/NGL-Fractie. – (PT) De situatie van de landbouw heeft grote gevolgen voor de situatie van de vrouwen in de plattelandsgebieden: zij dragen de consequenties van de onrechtvaardige maatregelen van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, die steeds meer kleine en middelgrote landbouwbedrijven en agrarische familiebedrijven ertoe hebben aangezet de productie te staken. In veel gevallen emigreren de mannen en jongeren als gevolg hiervan, de vrouwen achterlatend bij de kinderen en de ouderen, waardoor deze worden veroordeeld tot armoede. Deze situatie wordt in de plattelandsgebieden in sommige landen zoals Portugal nog verergerd door de sluiting van scholen, gezondheids- en kraamcentra, postkantoren en andere openbare diensten.

Daarom moet dit beleid worden beëindigd. Wij dienen dan ook tevens enkele amendementen in om te onderstrepen dat het gemeenschappelijk landbouwbeleid moet worden herzien. Hierbij moet rekening worden gehouden met dit probleem en moet er meer steun worden verleend om agrarische familiebedrijven te behouden en de plattelandsgebieden te ontwikkelen, terwijl er tegelijkertijd de grootste waarde wordt gehecht aan het werk van vrouwen – inclusief migrantes – die ook werkzaam zijn in de landbouw.

Wij hopen derhalve dat onze voorstellen worden aanvaard.

 
  
MPphoto
 
 

  Urszula Krupa, namens de IND/DEM-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, nu ik het woord heb in dit debat over de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden van de EU, wijs ik erop dat de situatie van vrouwen in dorpen en voorsteden in met name de nieuwe lidstaten moeilijk en soms dramatisch is, gedeeltelijk door de invoering van EU-beleid, dat verschillende soorten limieten en beperkingen oplegt, met als gevolg armoede en sociale uitsluiting door het verlies van banen en niet-winstgevende productie.

In typische landbouwgebieden, en niet alleen die in Oost-Polen, dreigen duizenden gezinnen hun bestaansmiddelen te verliezen omdat hun boerderij niet winstgevend is, omdat de suikerfabriek failliet is gegaan of is gesloten, omdat er quota zijn ingesteld voor de visvangst, omdat alleen bepaalde soorten zacht fruit worden gesubsidieerd of omdat er sancties zijn voor de overproductie van melk. Dit zijn de achterliggende redenen voor de ontoereikende ontwikkeling van de infrastructuur en verbindingen en van het onderwijs, de gezondheidszorg en diverse andere diensten, die niet van de grond komen zolang er geen sprake is van economische ontwikkeling. Dit soort ontwikkelingsverstorend beleid zet jongeren, en dus ook vrouwen, ertoe aan naar de stad te vertrekken en naar het buitenland te emigreren.

De Leader-programma's kunnen alleen vrouwen uit enkele regio's helpen (regio's die aantrekkelijk zijn voor toeristen of die bekendstaan om hun unieke regionale producten) en bieden geenszins compensatie voor de verliezen van de plattelandsbevolking, die er nog steeds op wachten dat de in de documenten terug te vinden hoogdravende woorden, duurzame ontwikkeling, gelijke kansen en totale non-discriminatie werkelijkheid worden.

 
  
MPphoto
 
 

  Rodi Kratsa-Tsagaropoulou (PPE-DE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, ook ik feliciteer mevrouw Klaß met haar initiatief voor dit verslag en al haar werk inzake deze belangrijke kwestie. Het gaat hier niet alleen om de bescherming van de rechten van de vrouw, maar ook om economische, sociale en regionale samenhang in Europa. Dit is de tweede keer dat de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid zo’n verslag heeft opgesteld en ik had zelf de eer de rapporteur te zijn voor het vorige verslag over de status van de vrouw in plattelandsgebieden in het kader van de hervorming van het gemeenschappelijk landbouwbeleid.

De belangrijke kwestie inzake de erkenning van het werk dat wordt verricht door echtgenoten die hun partner helpen en personen die zelfstandig werkzaam zijn, die we destijds onder de aandacht van de Commissie hebben gebracht, is helaas nog niet effectief behandeld, zodat we genoodzaakt waren er in dit verslag op terug te komen. We vragen derhalve nogmaals om een drastische herziening van Richtlijn 86/613/EEG. De Europese Commissie erkent zelf dat haar uitvoering ineffectief is en dat er minimale vooruitgang is geboekt inzake de erkenning van het assisterende werk dat echtgenoten op boerderijen verrichten. Ik ben blij dat de bevoegde commissaris hier vanavond aanwezig is en hier een antwoord op kan geven. Er zijn ook andere onderdelen van de resolutie van het Europees Parlement die specifiek handelen over de verplichtingen van de lidstaten inzake aparte verzekeringen en de behandeling van werkende boerinnen. Deze verplichtingen zijn onvoldoende aan de orde gesteld.

Volgens mij hebben we nagelaten twee belangrijke kwesties in het verslag op te nemen: er is een verschil tussen vrouwen die in plattelandsgebieden wonen en te lijden hebben onder een gebrek aan infrastructuur, en vrouwen die op boerderijen werkzaam zijn. Daarom heb ik ervoor gepleit te kijken naar de statistieken die enig licht op deze van elkaar verschillende categorieën kunnen werpen.

Aangezien de regels inzake de Structuurfondsen ons hiertoe in staat stellen, ben ik van mening dat we gebruik moeten maken van de potentiële deelname van plattelandsvrouwen aan besluitvorming en planning voor de ontwikkeling van hun regio. We zullen helpen deze vrouwen te stimuleren en zich te verenigen.

Over het geheel genomen worden in het verslag van mevrouw Klaß prioriteiten en kwesties benadrukt en doelen gesteld voor ons allemaal. Het is een bruikbaar en belangrijk instrument, zowel voor het Europees Parlement als voor de Europese Commissie.

 
  
MPphoto
 
 

  Christa Prets (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, niets van wat we vandaag horen en in termen van eisen aan de orde brengen is nieuw. We herhalen dat er niets nieuws staat in de verslag over vrouwen en industrie, het verslag over vrouwen en gezondheid en het verslag over vrouwen in plattelandsgebieden. Er is nog steeds geen gelijke beloning voor gelijk werk, er zijn nog steeds niet meer vrouwen werkzaam in leidinggevende functies en er is nog steeds geen flexibeler kinderopvang.

Al deze problemen zijn toegenomen in de plattelandsgebieden. De afstand tussen woon- en werkplaats en het slechte vervoer vormen hier een groot probleem. Het tekort aan lokaal beroeps- en volwassenenonderwijs is ook een probleem. Zoals al werd opgemerkt, is toegang tot breedbanddiensten tegenwoordig een noodzaak, maar breedband is schaars in plattelandsgebieden.

Dit betekent dat er maatregelen moeten worden genomen, maar in de eerste plaats moeten we de bewustwording van de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden vergroten. Dat betekent echter ook dat we in alle EU-steunprogramma’s meer aandacht moeten besteden aan het genderaspect – voor de ontwikkeling van plattelandsgebieden, het Sociaal Fonds en dies al meer zij – en programma’s moeten laten afhangen van de wijze waarop ze worden ingezet.

Oostenrijk loopt op dit gebied toevallig voor. In 2009 wordt er een wet ingevoerd – genderbegroting – waarin alle genderaspecten zijn opgenomen. Ik denk dat dit navolging verdient.

 
  
MPphoto
 
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, er is veel gezegd en er zijn de afgelopen jaren diverse discussies geweest over de rol van de vrouw, haar rechten, haar positie in de samenleving en haar beroep.

Vandaag debatteren we over de situatie waarin plattelandsvrouwen zich bevinden en het is goed dat we dat doen, want plattelandsvrouwen, met name in achtergebleven gebieden, werken het hardst en profiteren het minst van de rechten die hun toekomen.

Een vrouw in de stad heeft een flat met alle moderne voorzieningen, eenvoudige toegang tot apparatuur, onderwijs en cultuur, recht op zwangerschaps- en ouderschapsverlof en de gelegenheid om te werken en te genieten van de voordelen van de beschaving.

Een vrouw op het platteland heeft vaak een huis zonder sanitaire voorzieningen en talrijke plichten in het gezin en op de boerderij. Ze kan haar kind niet naar de crèche of de kleuterschool brengen en haar contact met cultuur en de wereld blijft vaak beperkt tot een paar radio- en televisieprogramma’s. Een vrouw in een klein dorp in de rimboe die op een familieboerderij woont, blijft praktisch verstoken van iedere kans om qua beroep en op sociaal, politiek of cultureel gebied vooruit te komen.

U moet niet vergeten dat cultuurfondsen voornamelijk gericht zijn op centra in de steden. In de steden is zo ongeveer alles voorhanden. Op het platteland vinden alleen amateuractiviteiten plaats en die activiteiten worden vaak bij particulieren thuis en op kosten van de betrokkenen gehouden. Er wordt in de Europese Unie veel gepraat over levenslang leren en dat is inderdaad van belang. Laten we echter eens stilstaan bij de vrouwen in dergelijke programma’s. Volgens mij wordt het hoog tijd voor een zinnig programma voor vrouwen dat uit de begroting van de EU wordt gefinancierd.

 
  
MPphoto
 
 

  Eva-Britt Svensson (GUE/NGL). – (SV) Mijnheer de Voorzitter, als we krachtige en duurzame ontwikkeling willen, moeten we ons buigen over de situatie van vrouwen. Positieve ontwikkeling vergt de deelname van vrouwen. Vrouwen die op het platteland wonen en werken, leven, net als vrouwen in andere omgevingen, in een ongelijke samenleving. Werk is derhalve voor de gelijkheid van alle vrouwen, in alle verschillende omgevingen en situaties, even belangrijk.

In dit verslag wijs ik de collega’s er met name op dat het van belang is de amendementen van de GUE/NGL-Fractie die Ilda Figueiredo heeft ingediend, te steunen, in het bijzonder amendement 9, waarin naar voren wordt gebracht dat bij de zeer noodzakelijke herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid ook uitvoerig moet worden gekeken naar het gelijkheidsprobleem. Zonder de actieve deelname van vrouwen zijn de doelstellingen voor duurzame economische groei niet haalbaar. Dat geldt voor alle leefomgevingen, zoals ik al zei. Gelijkheid is onontbeerlijk voor de overleving van het platteland, voor vrouwen en voor de toekomst.

 
  
MPphoto
 
 

  Roumyana Jeleva (PPE-DE). – (BG) Mijnheer de Voorzitter, mevrouw de commissaris, collega’s. Ten eerste feliciteer ik mevrouw Klaß met haar voortreffelijke verslag. Als Bulgaars lid van de Commissie regionale ontwikkeling vraag ik uw aandacht voor het feit dat plattelandsgebieden verschillende ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Er is evenwel iets wat zeker zal bijdragen aan een betere levenskwaliteit in de plattelandsgebieden en met name de situatie van vrouwen daar, namelijk het aanbieden van vervoer en sociale infrastructuur, toegankelijke sociale voorzieningen in de dorpen, zoals kinderopvang, ouderenzorg en gezondheidszorg, communicatiediensten en de oprichting van culturele en sportcentra. De adequate steun voor de plattelandsgebieden door middel van financiering uit de EU-fondsen is daarbij van het grootste belang. Ik beveel derhalve aan kwesties inzake stad en platteland beter op elkaar af te stemmen. De ontwikkeling van plattelandsgebieden moet worden afgestemd op de activiteiten die in het kader van het regionaal beleid worden uitgevoerd. Ik geloof dat een geïntegreerde benadering van de convergentie en ontwikkeling van plattelandsgebieden, waarbij rekening wordt gehouden met de rol van de kleine en middelgrote steden in die gebieden, eerder tot grotere doelmatigheid van de EU-hulp en een verbetering van de levensomstandigheden, met name van vrouwen, zal leiden dan een aparte benadering zoals we tot nu toe hebben gevolgd.

 
  
MPphoto
 
 

  Ewa Tomaszewska (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de situatie van vrouwen in plattelandsgebieden steekt schril af tegen die van vrouwen in de steden. Het draait niet alleen om de toegang tot de gezondheidszorg en onderwijs.

Als u mij toestaat, wil ik u wijzen op punt 4 en punt 10 van het verslag, waarin de noodzaak van een eerlijke verdeling van sociale en economische rechten voor zelfstandige vrouwelijke ondernemers en vrouwen die op familieboerderijen werkzaam zijn, wordt benadrukt. Dit betekent met name het recht op betaald zwangerschapsverlof en een pensioen op basis van het verdiende loon. In sommige landen bestaat zelfs een wettelijk verbod op formele arbeid en sociale verzekering voor partners die op een familieboerderij of in een familiebedrijf werken. Deze regels treffen vooral vrouwen en zouden zo snel mogelijk moeten worden gewijzigd. Ik feliciteer de rapporteur.

 
  
MPphoto
 
 

  Esther Herranz García (PPE-DE).(ES) Mijnheer de Voorzitter, om te beginnen feliciteer ik mevrouw Klaß met haar verslag. Het is niet alleen een nuttig verslag maar mevrouw Klaß heeft ook heel hard gewerkt en daar dank ik haar van harte voor.

Ik wil erop wijzen dat vrouwen in plattelandsgebieden niet allemaal op dezelfde manier leven. Het platteland is niet homogeen. In tegendeel, de verschillen zijn vaak heel groot. Bovenal moeten we echter vrouwen aantrekken naar het platteland en de uittocht waarvan in steeds sterkere mate sprake is, doordat de positie van vrouwen in onze stedelijke samenleving wel vooruitgaat, al is het langzaam, zien te stoppen. Evengoed doen vrouwen op het platteland niet alleen het werk in en rond het huis. Ze zorgen tegelijkertijd voor degenen die van hen afhankelijk zijn en daar komt nog eens bij dat deze vrouwen dit onder veel slechtere omstandigheden moeten doen dan vrouwen in de steden.

Als we vrouwen naar het platteland willen aantrekken, moeten we dus niet alleen hun persoonlijke welzijn verbeteren, maar ook de economie in de plattelandsgebieden en dat is, zoals u weet, een economie die bovenal op landbouw gericht is, commissaris. Om te zorgen voor een sterke economie moet het gemeenschappelijk landbouwbeleid gesteund en versterkt worden. Natuurlijk moeten we er tevens rekening mee houden dat de technische en sociale situatie moet veranderen en wel snel.

 
  
MPphoto
 
 

  Corina Creţu (PSE). – (RO) Ik ben blij dat ik het woord mag voeren over een veel genegeerde realiteit, namelijk de positie van de vrouw in de plattelandsgebieden.

Hoewel het systeem van wetgeving en normen dat op Europees niveau en op het niveau van iedere lidstaat geldt, elke vorm van discriminatie uitsluit, is het duidelijk dat er een groot verschil is tussen het leven van vrouwen in stedelijke gebieden en dat van vrouwen in plattelandsgebieden.

Net als andere nieuwe lidstaten van de Europese Unie is Roemenië er, in vergelijking met het algemene beeld dat in het verslag wordt geschetst, slecht aan toe. Tegen de achtergrond van de-industrialisatie in de jaren negentig van de vorige eeuw deed zich een verschijnsel voor dat West-Europese landen niet kennen: migratie van de steden naar de dorpen om economisch te kunnen overleven. In onze regio treft armoede in plattelandsgebieden vooral vrouwen en vrouwen zijn de meest kwetsbare slachtoffers van mensensmokkel geworden.

Helaas viel de landbouwindustrie, die een deel van de vrouwelijke arbeidskrachten naar de dorpen had kunnen lokken, zelf ten prooi aan afbraak. Volksgezondheid, onderwijs, vervoer, water en rioleringsvoorzieningen gingen snel achteruit en ontbraken nagenoeg in veel dorpen in de minder ontwikkelde landen van de Europese Unie.

Vrouwen in plattelandsgebieden, vooral jonge vrouwen en vrouwen van middelbare leeftijd, zouden zelfstandig economische activiteiten kunnen ontplooien als ze in aanmerking komen voor een banklening en ik vind dat we moeten praten over de mogelijkheid een bank op te richten die in plattelandsgebieden microkredieten verstrekt.

 
  
MPphoto
 
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg (PSE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, vrouwen in plattelandsgebieden vormen een sociale groep die zeer vatbaar is voor discriminatie. Vanwege de traditionele rolverdeling en de zwakke infrastructuur in veel gebieden, zoals kinderopvang, spelen veel vrouwen geen rol op de officiële arbeidsmarkt, maar toch staan ze niet als werkloos geregistreerd. Vrouwen doen werk dat vergelijkbaar is met een beroepsactiviteit maar dat niet als zodanig wordt erkend en dat niet beschermd is en niet betaald wordt.

Lidstaten moeten samen met de Europese Commissie zo snel mogelijk een oplossing zien te vinden voor het probleem van de grote groep vrouwen die meewerken op de boerderij en in kleine en middelgrote ondernemingen en die, in veel lidstaten, geen rechtspositie hebben. Dit leidt tot financiële en juridische problemen voor deze vrouwen in verband met het recht op zwangerschaps- en ziekteverlof, het verwerven van pensioenrechten en toegang tot sociale zekerheid.

Omwille van een harmonieuze ontwikkeling moeten de lidstaten ervoor zorgen dat er in plattelandsgebieden hoogwaardige werkgelegenheid wordt geschapen, onder meer door middel van maatregelen ter bevordering van ondernemerschap bij vrouwen en ter verbetering van hun kwalificaties en door in alle plattelandsgebieden te zorgen voor eenvoudige toegang tot een infrastructuur en diensten die in de eenentwintigste eeuw normaal zijn.

Tot slot feliciteer ik mevrouw Klaß met een zeer goed samengesteld verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Mairead McGuinness (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de rapporteur. We zouden het eigenlijk moeten hebben over de situatie van mensen in plattelandsgebieden in plaats van vrouwen. Veel van de problemen waar vrouwen in plattelandsgebieden mee te kampen hebben, gelden ook voor mannen, maar ik ben het met dit verslag eens dat vrouwen te maken krijgen met specifieke kwesties.

De kwaliteit van leven kan op het platteland, waar voldoende hulpbronnen voorhanden zijn, in veel gevallen evenwel beter zijn dan in de stad. Ik denk dat het probleem altijd is geweest dat het werk van vrouwen niet wordt gemeten, niet wordt betaald en dus niet wordt erkend. Sommige landen hebben op dat gebied enige vooruitgang geboekt, maar ik denk dat vrouwen niet alle lidstaten op dezelfde manier worden behandeld.

Ik wil graag wijzen op een bijzondere rol die vrouwen spelen en waar we misschien nog niet bij hebben stilgestaan. Vrouwen zijn volgens mij nog steeds primair degenen die kinderen motiveren en opvoeden en zij zijn in het algemeen degenen die beslissen of een kind wel of geen boer wordt en vaak degenen die de toekomst van de plattelandsgebieden bepalen. We moeten daar extra aandacht aan besteden om ervoor te zorgen dat ze een positieve kijk op de landbouw hebben en geen negatieve.

Tot slot is het zo dat weinig vrouwen land bezitten en bij een landbouworganisatie aangesloten zijn. Daar moeten we naar kijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău (PSE). – (RO) De verhouding tussen het inkomen van de 20 procent van de bevolking met het hoogste loon en het inkomen van de 20 procent van de bevolking met het laagste loon was in 2006 4,8 in de Europese Unie. Helaas was dit getal in Portugal, Litouwen en Letland hoger dan 6.

Het is duidelijk dat het loon van de bevolking in plattelandsgebieden lager is dan in stedelijke gebieden en die situatie is nog duidelijker in het geval van vrouwen. Om de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden te verbeteren moeten we de structuurfondsen efficiënt inzetten. De ontwikkeling van een vervoersinfrastructuur, onderwijs, gezondheidsdiensten, een communicatie-infrastructuur en informatietechnologie, en van de dienstensector in plattelandsgebieden leidt tot de economische ontwikkeling en, impliciet, de verbetering van de status van de vrouw in de plattelandsgebieden.

Tot slot wijs ik erop dat de beschikbare grond in plattelandsgebieden, door middel van investeringen, kan worden gebruikt voor bedrijvenparken om zo werkgelegenheid te scheppen. Een effectieve vervoersinfrastructuur kan ertoe leiden dat afstand niet meer in kilometers wordt gemeten maar in tijd, zodat de mensen die in stedelijke gebieden werken, in plattelandsgebieden kunnen wonen en zo aan de economische ontwikkeling aldaar kunnen bijdragen.

 
  
MPphoto
 
 

  Danutė Budreikaitė (ALDE). – (LT) De discussie van vandaag is bijzonder belangrijk, aangezien het gaat over de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden, die nog steeds behoorlijk zorgelijk is.

Een van de belangrijkste kwesties blijft het lage werkgelegenheidsniveau onder vrouwen in plattelandsgebieden, met name in de nieuwe lidstaten, waardoor vrouwen in plattelandsgebieden vaker in een sociaal isolement verkeren dan vrouwen.

Om het werkgelegenheidsniveau onder vrouwen te verhogen moeten vrouwen in plattelandsgebieden om te beginnen worden gestimuleerd een eigen bedrijf te beginnen. Om dit te bereiken moeten regeringen relevante informatie verstrekken over het opzetten van een bedrijf en ervoor zorgen dat vrouwen beter met moderne informatietechnologieën overweg kunnen en zo hun zelfvertrouwen vergroten.

Bovendien blijkt uit de statistieken dat vrouwen in plattelandsgebieden beschikken over een veel lagere opleiding en minder beroepsvaardigheden dan vrouwen in steden. Dit betekent vaak dat ze het moeilijker vinden zich aan te passen aan de uitdagingen waarvoor de markt hun stelt en nieuwe methoden en vormen van agrarisch werk en alternatieve agrarische activiteiten te vinden. Ik dring er bij de lidstaten op aan met een actiekader te komen waarmee vrouwen in plattelandsgebieden worden gestimuleerd kennis te vergaren en onderwijs te volgen.

Het LEADER-project moet zorgen voor doeltreffender hulp bij de aanpak van het probleem. Dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Avril Doyle (PPE-DE). – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik ben onze rapporteur, mevrouw Klaß, erkentelijk voor het vele werk dat ze heeft gestopt in het verslag over de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden van de EU, maar mijn vraag is: in vergelijking met mannen in plattelandsgebieden of vrouwen in stedelijke gebieden? In welke context spreken we hier? Er bestaat geen homogene groep “vrouwen in plattelandsgebieden van de EU”. Ik ben een vrouw uit een plattelandsgebied van de EU, maar de vrouw met zes of zeven kinderen en een echtgenoot die verderop bij mij in de straat woont, die werkloos is en die haar huur of hypotheek niet kan betalen, is ook een vrouw in een plattelandsgebied. Het is geen homogene groep en we moeten heel zorgvuldig met deze kwestie omgaan.

Veel vrouwen in plattelandsgebieden hebben een stedelijke levensstijl terwijl anderen in hun leven te kampen hebben met een hoop armoede en tegenspoed. Als er bij een gezin midden op het platteland twee auto’s voor de deur staan, het huis van alle moderne gemakken en ICT is voorzien en het gezin misschien wel elk jaar in het buitenland op vakantie gaat, kun je spreken van een stedelijke levensstijl. We moeten dus uitgaan van een bepaalde context.

De kwestie waar het echt om gaat is dat we alle vrouwen hun keuzevrijheid teruggeven: de keuze om wel of niet te trouwen, de keuze om wel of geen kinderen te nemen, een carrière te hebben, verder onderwijs te volgen, thuis te blijven of buiten de deur te werken, een bedrijf te beginnen of een huis te kopen.

Toen ik een paar jaar geleden een appartement ging kopen in Brussel, wilde de bankdirecteur in Brussel mijn hypotheek niet tekenen zonder handtekening van mijn echtgenoot. Dit was nog maar een paar jaar geleden in Brussel. Ik heb mijn hypotheek gekregen en mijn echtgenoot heeft niet getekend. Ik kan u vertellen dat ik krachtig bezwaar heb gemaakt! Kortom: als het gaat om de toegang tot geld, onroerend goed en een onderneming, zijn er heel veel verschillende soorten vrouwen in plattelandsgebieden.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Mevrouw Doyle, ik verzeker u dat ik u deze hypotheek nooit zou hebben geweigerd.

 
  
MPphoto
 
 

  Roberta Alma Anastase (PPE-DE). – (RO) Om de Strategie van Lissabon te laten slagen hebben we duurzame economische groei nodig, zowel in de stedelijke gebieden als in de plattelandsgebieden van de Europese Unie, en vrouwen spelen een cruciale rol bij de ontwikkeling van deze gebieden.

Ik prijs dit verslag, dat niet alleen een analyse biedt van de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden, maar waarin ook concrete aanbevelingen worden gedaan om hun situatie te verbeteren in de context van de globalisering en het behalen van de doelstellingen van Lissabon. Van de talrijke impulsen en voorwaarden die hiertoe dienen, onderstreep ik het belang van een belangrijke factor, namelijk onderwijs.

Uit de beschikbare statistische gegevens blijkt dat slechts een klein aantal vrouwen in plattelandsgebieden toegang heeft tot hoger onderwijs. Dit heeft te maken met financiële problemen maar ook met de wisselvallige kwaliteit van het onderwijsaanbod in dergelijke gebieden.

De vrouwen in plattelandsgebieden moeten kunnen profiteren van een grotere toegang tot onderwijs en levenslang leren en ook tot mogelijkheden om werk en gezin te combineren. Dit is een belangrijk element dat in combinatie met de actieve rol van vrouwen in de politiek en de sociaal-economische ontwikkeling van plattelandsgebieden moet worden versterkt.

 
  
MPphoto
 
 

  Anna Záborská (PPE-DE). – (SK) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Ik feliciteer mevrouw Klaß met haar voortreffelijke verslag.

Ik kom uit een nieuwe lidstaat met een betrekkelijk grote plattelandsbevolking, die de afgelopen 45 jaar stabiel is gebleven, met slechts een kleine daling van 14 procent. Ten gevolge van economisch beleid staan plattelandsgebieden tegenwoordig meer bloot aan verandering. Er is een bekend proces gaande waarbij bedrijven zich van het platteland naar stedelijke gebieden verplaatsen. Openbaar beleid moet echter zo zijn ingericht dat deze zogenaamde modernisering niet ten koste van vrouwen in plattelandsgebieden gaat.

Ik nodig het Comité van de Regio’s uit hier onderzoek naar te doen en een brede raadpleging te houden in de plattelandsregio’s om meer te weten te komen over het leven aldaar met al zijn voor- en nadelen. Tevens nodig ik de Commissie en de Raad uit hun programma’s ook te richten op de vrouw in de plattelandsgebieden, met name als het gaat om microkredieten.

 
  
MPphoto
 
 

  Monica Maria Iacob-Ridzi (PPE-DE). – (RO) Geachte collega’s, aangezien we een kwestie bespreken waarbij het niet alleen gaat om gelijke kansen, maar ook om de ontwikkeling van plattelandsgebieden in het algemeen, zal ik verwijzen naar de maatregelen die op dit gebied op communautair niveau van toepassing zijn.

De programma’s en de fondsen uit de tweede pijler, plattelandsontwikkeling, bieden in percentages, belangrijker middelen dan de speciale programma’s voor gelijke kansen van de Europese Unie. Als we erin slagen de toegang van vrouwen tot programma’s zoals LEADER, gewijd aan plattelandsontwikkeling, te vergroten, bereiken we veel meer dan wanneer we alleen gebruik maken van de middelen in het kader van de programma’s EQUAL, PROGRESS of DAPHNE.

De fondsen voor plattelandsontwikkeling beslaan maar liefst 11 procent van de begroting van de Europese Unie, terwijl de gehele sector burgerschap, waaronder de programma’s voor gelijke kansen vallen, nog niet eens aan 1 procent komt.

De grote uitdaging voor de Europese Unie in dit kader is het verband tussen de Europese fondsen en de diverse projecten waartoe vrouwen in plattelandsgebieden de aanzet kunnen geven, duidelijk te maken, te mobiliseren en te bevorderen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mariann Fischer Boel, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik dank het Huis voor dit zeer stimulerende debat met enkele zeer betrokken toespraken – ik heb er met veel genoegen naar geluisterd. De discussie die we vanavond hebben gevoerd, maakt opnieuw duidelijk dat de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden bijzondere aandacht verdient.

Hoewel ik het gevoel heb dat sommigen van u ietwat somber zijn over de geboekte vooruitgang, wil ik de zaak van een positievere kant benaderen. Ik denk dat er heel veel is bereikt, met name door middel van de instrumenten voor plattelandsontwikkeling, en ik ben ervan overtuigd dat we op de goede weg zitten als het gaat om het verbeteren van de positie van de vrouw in de plattelandsgebieden.

Velen van u merkten op dat de integratie van de genderkwestie in ons beleid en de uitbreiding van het toepassingsgebied van het beleid tot de bredere plattelandseconomie tot een sterker beleid zal leiden. Ik onderschrijf deze benadering volledig. We moeten ons niet alleen richten op de agrarische sector. Door ons beleid te verbinden met de behoeften en kansen van de plattelandsgemeenschap als geheel, creëren we een versterkend effect waar de hele agrarische sector van kan profiteren. De Commissie zal dit aspect bij de tenuitvoerlegging van de programma’s voor plattelandsontwikkeling nauwlettend volgen.

Een aantal van u noemde het belang van breedbandnetwerken in plattelandsgebieden. In dat verband kan ik zeggen dat de derde as – de diversificatie-as – van het beleid voor plattelandsontwikkeling mogelijkheden biedt gebieden te ontsluiten die voor investeerders economisch niet rendabel zijn. Het betreft afgelegen gebieden waar lidstaten het beleid voor plattelandsontwikkeling kunnen inzetten om een breedbandverbinding tot stand te brengen. Ik kan er alleen maar bij de lidstaten op aandringen dit te overwegen als ze hun investeringen of de inzet van hun beleid voor plattelandsontwikkeling plannen.

Enkelen van u noemden ook het “verborgen werk” dat vrouwen op boerderijen doen. Ik erken dat dit gegeven niet altijd uit onze statistieken naar voren komt. We moeten met behulp van alle verschillende instrumenten proberen vrouwen te stimuleren de kansen te grijpen om economisch onafhankelijk te worden door hun de daaraan verbonden sociale rechten toe te kennen. Ik ben van mening dat het een enorme stap op weg naar hogere inkomens en een betere kwaliteit van leven in plattelandsgemeenschappen zou zijn als we vrouwen meer mogelijkheden bieden om in deeltijd in de landbouw te werken.

Ik moet zeggen dat ik vrij veel door plattelandsgebieden reis en ik vind het altijd bemoedigend om vrouwen te ontmoeten die de scheidslijn overschrijden en werkzaam zijn bij een van de verschillende agrarische organisaties. Ik weet dat het voor de eerste vrouwen een grote stap is om zich bij deze organisaties aan te sluiten, maar soms verbreid het zich en is het minder moeilijk voor de volgende, hoewel er bij de mannen wel een omslag nodig is om te leren aanvaarden dat vrouwen op dit gebied op voet van gelijkheid een bijdrage kunnen leveren.

Ik denk dat er veel meer over dit onderwerp te zeggen valt en dat dit niet naar de achtergrond moet worden gedrukt. Ik verzeker u dat ik alle initiatieven die tot een verbetering van de positie van de vrouw in de plattelandsgebieden kan leiden, van ganser harte zal steunen. Ik denk namelijk dat deze speciale benadering van de diversificatie van de plattelandsgebieden vanuit het perspectief van de vrouw echt noodzakelijk is.

 
  
MPphoto
 
 

  Christa Klaß, rapporteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, ik dank u voor uw bijdragen aan de discussie. We hebben een uitstekende discussie gehad in deze ronde. Commissaris, ook u dank ik voor uw verklaring dat de herziening van Richtlijn 86/613/EEG over het beginsel van gelijke behandeling nog dit jaar, in 2008, zal plaatsvinden. We hebben er weer aan herinnerd en we denken dat het tijd is voor een herziening.

We kunnen vanavond geen Europese verordening aannemen inzake het verbeteren van de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden. Mevrouw Doyle, ik weet dat de situatie van vrouwen niet overal hetzelfde is. Dat zou ook saai zijn en dat willen we helemaal niet. Maar vrouwen in plattelandsgebieden hebben natuurlijk wel te maken met dezelfde omstandigheden en worstelen met dezelfde nadelen als vrouwen die in steden wonen. Dat hebben we hier duidelijk gemaakt.

We zetten het discussieproces in gang en we vragen de Commissie en de lidstaten uiteindelijk ook veranderingen tot stand te brengen. Het verslag moet het bewustzijn hierover vergroten.

Er zijn in Europa goede voorbeelden voorhanden en we willen volgens het beginsel van beste praktijken benadrukken dat deze voorbeelden navolging verdienen. We kunnen ook heel veel goeds naar voren halen. We willen het perspectief verbreden. Vrouwen in plattelandsgebieden zijn niet alleen boerin; vrouwen in plattelandsgebieden zijn ook op weg naar betaalde arbeid en ze moeten werk en gezin combineren.

Persoonlijke betrokkenheid is uiteindelijk de beste getuigenis. We kunnen niet zonder de bijdrage van vrouwen in onze organisaties. Mevrouw McGuinness had het zojuist over tevreden moeders die hun tevredenheid ook op hun kinderen overbrengen. We hebben ook tevreden vrouwen als we zorgen voor de gelijke behandeling van vrouwen, voor hun eerlijke deelname. Dan willen jonge mensen ook weer in de dorpen blijven wonen.

Het zou spannend zijn, commissaris, om een lijst op te stellen van de vele kansen die vrouwen in de Europese Unie uiteindelijk krijgen. We beweren voortdurend dat deze kansen in veel gevallen verscholen blijven achter andere programma’s. Misschien moeten we gewoon eens één keer zeggen dat vrouwen op de een of andere manier bij een bepaald programma betrokken zijn. Dit punt leidt voordurend tot problemen, zelfs wanneer het lokaal moet worden opgelost. Misschien moeten we ermee beginnen dit in het programma op te nemen zodat we uiteindelijk tegen de verantwoordelijken in de regio’s kunnen zeggen: verbeteringen voor vrouwen zijn hier mogelijk.

 
  
MPphoto
 
 

  Voozitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt woensdag 12 maart 2008 plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142 van het Reglement)

 
  
MPphoto
 
 

  Zita Gurmai (PSE), schriftelijk. (HU) Uit een vergelijking tussen stedelijke gebieden en plattelandsgebieden blijkt dat het gat tussen de twee in termen van werkgelegenheid groter wordt. Vrouwen in plattelandsgebieden worden sterk benadeeld. Ze hebben een kleinere kans op sociale integratie, werkgelegenheid en minder toegang tot sociale, kindgerelateerde, onderwijs- en gezondheidsinstellingen. Ze vormen een van de meest kwetsbare groepen in de maatschappij, aangezien ze veel meer worden blootgesteld aan het risico op armoede en marginalisatie. Wanneer ze wel werk vinden, blijft hun loon ver achter bij dat van hun tegenhangers in de steden.

Cumulatieve sociale benadeling leidt tot sociale spanningen, aangezien het socialezekerheidsstelsel in de meest benadeelde gemeenschappen het minst toereikend is, terwijl de slechtste infrastructurele tekortkomingen zich ook daar voordoen. Als er geen andere opties voorhanden zijn, wordt de gespannen werkgelegenheidssituatie op het platteland in stand gehouden door de landbouw en de daarmee gepaard gaande voordelen op de korte termijn en lagere levensstandaard.

De oplossing ligt in gezamenlijke actie. Lokale autoriteiten, regeringen en de Europese Gemeenschap hebben hierin allemaal een rol en een verantwoordelijkheid.

Er moeten uiteenlopende aanpassingsprogramma’s ten uitvoer worden gelegd. We moeten de plattelandsbevolking kansen bieden zich aan te passen door alternatieve werkgelegenheid te scheppen, door een infrastructuur te ontwikkelen, door opleidingen en programma’s voor verder onderwijs op te zetten die aanpassing aan de marktsituatie vergemakkelijken, door ondersteuning te bieden bij het opzetten van een bedrijf en door in grensstreken en over de landsgrenzen heen projecten op te zetten.

Aanpassingsprogramma’s zullen zonder meer moeten worden afgestemd op de specifieke kenmerken van individuele plattelandsgebieden. Zo kunnen we ervoor zorgen dat de afname van regionale verschillen doorzet.

 
  
MPphoto
 
 

  Lívia Járóka (PPE-DE), schriftelijk. (HU) Ik feliciteer mijn collega Christa Klaß met haar verslag, waarin de moeilijkheden waarmee vrouwen in plattelandsgebieden op de arbeidsmarkt en in andere aspecten van hun leven worden geconfronteerd, worden benadrukt. In een discussie over de meest benadeelde mensen die in de slechtst denkbare omstandigheden moeten leven, moet met name worden verwezen naar de Romavrouwen, van wie een aanzienlijk deel in dorpen en kleine kampen wonen. Uit talrijke studies is gebleken dat Romavrouwen de meest kwetsbare groep in de Europese Unie zijn, met een levensverwachting die ten opzichte van het merendeel van de maatschappij schokkend laag is en een werkloosheid die een paar keer zo hoog is als het gemiddelde. Overeenkomstig de aanbevelingen van het verslag moeten de lidstaten derhalve beleid opstellen en ten uitvoer leggen om de algehele levensomstandigheden van vrouwen in minder ontwikkelde regio’s te verbeteren en benadeelde vrouwen en vrouwen die met sociale uitsluiting worden geconfronteerd, te helpen werk te vinden of als zelfstandig werkende aan de slag te gaan door nieuwe bedrijven te steunen. Met name Romavrouwen kunnen voordeel hebben van de steun van de lidstaten en de Europese Commissie voor sociaal bewuste bedrijfsmodellen gericht op de arme en benadeelde groepen in de maatschappij. Ik ben blij dat in het verslag grote nadruk wordt gelegd op het verzamelen van betrouwbare statistische gegevens. Het is namelijk van groot belang gegevens uitgesplitst naar geslacht en etnische herkomst te verzamelen en verwerken, enerzijds om indirecte en meervoudige discriminatie op te heffen en anderzijds om de vooruitgang op het terrein van onderwijs, huisvesting, gezondheid en werkgelegenheid te kunnen meten. Ik dank u.

 
  
MPphoto
 
 

  Zita Pleštinská (PPE-DE), schriftelijk. (SK) In het voortvarende verslag van de rapporteur, mevrouw Klaß, wordt gezocht naar een nieuwe aanpak om de duidelijke ongelijkheid tussen stedelijke gebieden en plattelandsgebieden op te heffen. Vrouwen spelen een belangrijke rol bij de sociaalpolitieke, economische en ecologische ontwikkeling van de plattelandsgebieden. Het leven van vrouwen in plattelandsgebieden kent niet alleen aanzienlijke problemen maar biedt ook heel veel kansen.

Door plattelandsgebieden aantrekkelijker te maken, kan de uittocht van voornamelijk jonge en goed opgeleide mensen worden beteugeld. Daarom pleit ik ervoor dat we duurzame geïntegreerde groei stimuleren en dat we, met name voor vrouwen, nieuwe werkgelegenheid scheppen en zorgen voor hoogwaardige gezondheidszorg, sociale diensten en andere algemene diensten in de hele EU.

Alleen opgeleide vrouwen zijn volledig in staat een bijdrage te leveren aan het revitaliseren van lokale gemeenschappen. Zij zijn in staat nieuwe bedrijven op te zetten, die op hun beurt bijdragen aan de diversificatie van de plattelandseconomie en het verbeteren van de kwaliteit van leven in de plattelandsgebieden. We moeten alle obstakels voor wat de toegang tot de informatie- en communicatietechnologie betreft, uit de weg ruimen en ervoor zorgen dat vrouwen in plattelandsgebieden de beschikking hebben over breedband. Alle vrouwen die daar belangstelling voor hebben, moeten toegang hebben tot permanente scholing, taalonderwijs en omscholing.

Bovendien moet het succesvolle LEADER-programma worden voortgezet. LEADER heeft veel vrouwen in plattelandsgebieden in staat gesteld een bedrijf op te zetten op het terrein van toerisme, ambachtswerk en regionale producten. Ik geloof dat we door middel van beste praktijken en de nieuwe instrumenten voor de uitwisseling van ervaringen een behoorlijke bijdrage kunnen leveren aan het verbeteren van de levenskwaliteit in plattelandsgebieden.

 
  
MPphoto
 
 

  Rovana Plumb (PSE), schriftelijk. (RO) De EU wordt geconfronteerd met belangrijke sociale veranderingen die zijn voortgekomen uit problemen in verband met migratie, sociale zekerheid en armoede.

De programma’s die op EU-niveau zijn ontwikkeld, hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan de verbetering van de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden. Toch zijn vrouwen niet betrokken bij de besluitvorming in de gemeenschappen waarvan ze deel uitmaken.

En concreet en zorgwekkend voorbeeld is dat de meeste vrouwen in de plattelandsgebieden in Roemenië een inkomen genieten van minder dan vijf euro per dag en een derde van hen maakt geen gebruik van communicatiemiddelen.

Ik zou drie actiegebieden willen noemen die prioriteit moeten krijgen om gelijke kansen te creëren en de situatie van de vrouw in de plattelandsgebieden te verbeteren:

- verbetering van de sociale status van vrouwen door de toegang tot nieuw inkomen en de verwerving van goederen te steunen;

- de volledige betrokkenheid van vrouwen bij het besluitvormingsproces en meer mogelijkheden om de besluiten die hen rechtstreeks raken, te veranderen of te beïnvloeden;

- toegang van vrouwen in plattelandsgebieden tot essentiële diensten (gezondheid, onderwijs) en infrastructuur.

De lidstaten moeten openbaar beleid opstellen om de deelname van vrouwen aan de arbeidsmarkt en het besluitvormingsproces te stimuleren en ze moeten iedere vorm van discriminatie bestrijden.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid