Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/0116(COD)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0027/2008

Ingediende teksten :

A6-0027/2008

Debatten :

PV 12/03/2008 - 16
CRE 12/03/2008 - 16

Stemmingen :

PV 13/03/2008 - 4.3
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0098

Volledig verslag van de vergaderingen
Woensdag 12 maart 2008 - Straatsburg Uitgave PB

16. Verbetering van de levenskwaliteit van ouderen door middel van ICT (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag (A6-0027/2008) van Neena Gill, namens de Commissie industrie, onderzoek en energie, betreffende het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en van de Raad over deelname van de Gemeenschap aan een programma voor onderzoek en ontwikkeling gericht op het verbeteren van de levenskwaliteit van ouderen door middel van het gebruik van nieuwe informatie- en communicatietechnologieën (ICT), uitgevoerd door diverse lidstaten [COM(2007)0329 - C6-0178/2007 - 2007/0116(COD)].

 
  
MPphoto
 
 

  László Kovács, lid van de Commissie. Mijnheer de Voorzitter, het doet mij veel genoegen dat ik mijn collega-commissaris Viviane Reding mag vervangen bij het inleiden van een dergelijk belangrijk en zeer goed onderwerp.

De vergrijzing van de bevolking in heel Europa stelt onze maatschappij en economie uiteraard voor aanzienlijke uitdagingen. Op dit moment zijn er voor elke gepensioneerde nog vijf personen die belasting betalen. In 2025 zal dit zijn afgenomen tot drie tegen één, en in 2050 zelfs tot twee tegen één. De kosten voor de zorg, in het bijzonder de zorg voor de groeiende groep mensen boven de tachtig, stijgen snel. We maken ons terecht zorgen over het waarborgen van een goede levenskwaliteit en de financiële duurzaamheid van de gezondheids- en maatschappelijke zorg voor de ouderen.

Tegelijkertijd wil ik benadrukken dat een vergrijzende bevolking ook een geweldige kans en een veelbelovende markt voor nieuwe producten en diensten voor gezond ouder worden en zelfstandig wonen betekent. We zijn er allemaal van overtuigd dat we de informatie- en communicatietechnologieën moeten mobiliseren voor prettig ouder worden in Europa. Het gemeenschappelijk programma ‘Ambient assisted living’ zal helpen deze uitdagingen het hoofd te bieden en de kansen te benutten. Het is ook een innovatieve samenwerking van lidstaten in marktgerichte onderzoeks- en ontwikkelactiviteiten die Europese steun verdient.

De compromisamendementen die u hebt voorgesteld hebben zeker geholpen de Europese dimensie van het initiatief te versterken door de omvang en de taken en verplichtingen van de lidstaten duidelijk te maken. Dit is nuttig om het succes van deze belangrijke Europese onderneming te garanderen in ons aller voordeel.

 
  
MPphoto
 
 

  Neena Gill, rapporteur. Mijnheer de Voorzitter, zoals we hebben gehoord, is het verbeteren van de levenskwaliteit van de groeiende oudere bevolking van Europa een van de grootste uitdagingen waarmee we in Europa te maken hebben.

De samenstelling van onze maatschappij verandert en we moeten ons aanpassen om de levenskwaliteit en zelfstandigheid van de ouderen te waarborgen en te voorkomen dat zij buitengesloten raken.

Waar we voor moeten zorgen, is dat deze nieuwe maatschappij open staat voor iedereen. We moeten garanderen dat het toenemende aantal ouderen volledig kan deelnemen aan de maatschappij, want tussen 2010 en 2030 zal het aantal EU-burgers tussen de 65 en 80 met veertig procent toenemen.

Deze vergrijzing van de bevolking heeft ingrijpende gevolgen voor een aantal beleidsterreinen: maatschappij, werkgelegenheid, huisvesting, onderwijs, scholing, gezondheidszorg en bijstand. We hebben daarom een allesomvattende, niet-gefragmenteerde aanpak van de vergrijzing nodig.

Dit verslag is het resultaat van initiatieven van lidstaten op grond van artikel 169, dat medegefinancierd is door de Commissie voor het bedrag van 150 miljoen euro in vijf jaar. Dit zal de Europese industrie en onderzoeksinstituten helpen bij de ontwikkeling van nieuwe, geavanceerde ICT-diensten, -producten en oplossingen voor het verbeteren van de levenskwaliteit van ouderen.

Er zijn nu technologieën ontwikkeld die kunnen helpen het verlies van geheugen, gezichtsvermogen, gehoor en mobiliteit te compenseren. Er is al veel werk verricht, maar vaak is dit nauwelijks bekend en wordt het weinig toegepast. Ik hoop daarom dat dit initiatief daadwerkelijk nut zal hebben en zal helpen maatschappelijke problemen op te lossen.

Het doet mij veel genoegen om u te kunnen zeggen dat ik persoonlijk op veel plaatsen, in het bijzonder in mijn eigen regio, de West Midlands, heb gezien hoe een traditioneel huis kan worden aangepast met behulp van ondersteunende technologieën die de woonomgeving veiliger en toegankelijker maken.

Ik ben er ook trots op dat mijn regio voorop heeft gelopen bij de ondersteunende technologieën – niet alleen als het gaat om ouderen, maar er zijn ook technologieën ontwikkeld om mensen met een handicap te helpen.

AAL zou dus een grote stimulans moeten blijken voor dit soort activiteiten op drie gebieden. Ten eerste zal het onderzoek van de EU centraal worden gecoördineerd, de ontwikkeling van haalbare producten mogelijk maken en deze introduceren op de markt.

We moeten ons tot doel stellen het centrum van deskundigheid te worden op dit gebied en in heel Europa zouden kennis en ‘best practices’ moeten worden uitgewisseld.

Dat is alleen haalbaar als de deelnemende landen echt betrokken zijn. Ik ben daarom blij dat de Raad heeft ingestemd met een minimale bijdrage van 0,2 miljoen euro voor elk deelnemend land, naast een gemeenschappelijk evaluatiemechanisme en aanvaardbaarheidscriteria, in de hoop dat dit de coördinatie, transparantie en geloofwaardigheid van het programma zal vergroten.

Ten tweede zal het gunstig zijn voor de industrie in de EU, die een enorm potentieel heeft op dit gebied. Ik roep daarom de AAL-Association op effectieve bedrijfsmodellen voor deze ICT-producten en diensten te ontwikkelen, die essentieel zijn om de prijzen te verlagen en deze producten op de markt te krijgen.

Ze moeten er ook voor zorgen dat het MKB kan deelnemen en eerlijke toegang heeft tot onderzoeks- en financieringsmogelijkheden. Het programma kan echter alleen succesvol zijn als het zich richt op de ontwikkeling van Europese standaarden en interoperabiliteit om wereldleider te worden op dit gebied van ondersteunende technologie. Het is dringend noodzakelijk de technische en reglementaire obstakels weg te nemen die de ontwikkeling op dit gebied hinderen. Laten we niet vergeten dat men in de rest van de wereld, bijvoorbeeld in de VS, Japan en zelfs China, met soortgelijke demografische uitdagingen te maken heeft. Het is daarom aan ons om een wereldwijd concurrentievoordeel te ontwikkelen.

AAL draait niet alleen om het verbeteren van de mogelijkheden voor zelfstandig wonen, maar kan ook bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen van de Lissabonstrategie. Maar hiervoor moeten we samen denken en samen handelen met andere programma’s – voor het creëren van banen en voor economische groei – in deze sector.

Ten derde kan de technologie weliswaar de levenskwaliteit van ouderen verbeteren, maar alleen als enkele grote problemen worden aangepakt: de producten moeten betaalbaar worden gemaakt zodat ze voor iedereen bereikbaar zijn, de nieuwe technologie moet gebruiksvriendelijk zijn (en we moeten ervoor zorgen dat de ouderen en hun zorgverleners de juiste scholing krijgen om deze te begrijpen), en, omdat we misschien wel in een informatiemaatschappij leven, maar nog niet in een niemand uitsluitende samenleving – een groot deel van de ouderen loopt het risico buitengesloten te raken. We moeten daarom Internet toegankelijker maken en scholing aanbieden en ouderen de mogelijkheid geven om sociaal verbonden te blijven en hun dagelijkse activiteiten uit te voeren die kunnen worden vereenvoudigd, zoals winkelen, rekeningen betalen en afspraken maken. Maar de beschikbaarheid hiervan mag niet gebonden zijn aan een geografische scheiding in Europa. Ik wil geen Europa van twee snelheden zien als het gaat om de demografische uitdaging van Europa.

Dit is nog maar het begin. We moeten nog veel meer doen en ik hoop dat dit programma een precedent zal scheppen voor verdere activiteiten en initiatieven van de Commissie en de Raad.

 
  
MPphoto
 
 

  Lidia Joanna Geringer de Oedenberg, rapporteur voor advies van het advies van de Commissie vrouwenrechten en gendergelijkheid. (PL) Mijnheer de Voorzitter, de vergrijzing van de Europese bevolking vormt een uitdaging voor de gehele Europese maatschappij. De gemiddelde levensverwachting is momenteel 80 jaar en naar verwachting zal het aantal pensioengerechtigden in 2030 met veertig procent zijn toegenomen.

De Europese Unie zou een brede benadering moeten aannemen voor deze uitdaging, want de demografische tendensen zijn van invloed op veel gebieden van de politiek, waaronder werkgelegenheid, huisvesting, onderwijs, bijstand en gezondheidszorg. Het algehele doel van het betreffende programma voor onderzoek en ontwikkeling is het verbeteren van de levenskwaliteit van ouderen en het versterken van de industriële basis van Europa. Dat moet worden bereikt met de implementatie van ICT, die ouderen zal helpen hun levenskwaliteit te verbeteren, een goede gezondheid te behouden en actief te blijven op de werkvloer en in de maatschappij.

De vaardigheden en ervaring die oudere mensen hebben vergaard zijn zeer waardevol, vooral in een op kennis gebaseerde maatschappij. Het is ook belangrijk om te benadrukken dat een vergrijzende samenleving een hoger percentage vrouwen dan mannen telt, aangezien de levensverwachting van vrouwen hoger is. Er moet daarom rekening worden gehouden met het genderelement bij het samenstellen en evalueren van het programma. Tot slot wil ik mevrouw Gill, de rapporteur, bedanken voor het uitstekend geschreven verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Lambert van Nistelrooij, namens de PPE-DE-Fractie. (NL) Het is goed dat we vandaag nu eens op een andere manier spreken over de demografische omslag in Europa, niet als iets dat alleen maar geld kost en dat alleen maar mensen oplevert die zorg nodig hebben; Er zit namelijk ook een heel belangrijke kans in. En dan praat ik zelf heel graag over die zilveren economie. Want als je goed kijkt naar dit programma, dan liggen daar zaken die te maken hebben met de kwaliteit van leven. Alleen, wat is dan dat Europees dilemma?

Aan de ene kant hebben wij heel goede fundamentele kennis, maar het uitrollen van innovatie richting markt duurt te lang. Internetfuncties, breedband was allang mogelijk. En ga nu eens na wat er daadwerkelijk via internet naar mensen die minder mobiel zijn aan services wordt verleend. Dat valt verdraaid tegen. Daar zit eigenlijk een kans, in die zilveren economie.

Aan de ene kant vind ik het goed dat in het zevende kaderprogramma al een half miljard opzij is gezet voor fundamenteel onderzoek en daar komt nu inderdaad van de Europese Gemeenschap, van de kant van de lidstaten en het bedrijfsleven, nog eens een half miljard bij. Dit is een goede match om deze kennis uit te rollen, een brug naar de markt.

Heel belangrijk is het dat wij, en mevrouw Gill zei dat ook al, dat wij er in Europa met die verdraaid versnipperde markt een draai aan geven en tot betere standaarden komen om de toepasbaarheid te vergroten. In Amerika of China hebben ze dat probleem bijvoorbeeld niet. Wij hebben heel verschillende financieringssystemen. Dus zowel de technologie, als het nadenken met partners op nationaal niveau over het uitrollen is noodzakelijk. Daarom is het goed om de nationale staten te binden en steeds drie landen in elk project te betrekken. Soms moeilijk, maar ik denk dat het nodig is om kennis snel te gebruiken.

Er zitten ook evaluatiemomenten in het programma, en ik ben echt heel erg benieuwd of die technologie die er is, die ICT-toepassingen het daadwerkelijk gaan maken. Ik heb er vertrouwen in en ik hoop dat met name de gebruikers een hele grote rol in dit programma gaan spelen; ik dank de rapporteur voor de geweldige wijze waarop zij ons mee op excursie heeft genomen en met name voor de inhoud van haar verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Silvia-Adriana Ţicău, namens de PSE-Fractie. (RO) Als gevolg van het ontbreken van beleid voor het bevorderen van een stijging van het geboortecijfer en bepaalde faciliteiten voor het opvoeden en verzorgen van kinderen, zal het deel van de bevolking dat ouder is dan 65 jaar in 2025 zijn gestegen van 20 procent tot 28 procent.

Ouderen hebben speciale behoeften en de maatschappij moet een verandering ondergaan om hierin te kunnen voorzien. We moeten het huizenbestand aanpassen en de gezondheidszorg en verpleegdiensten voor ouderen ontwikkelen. In deze context wordt de rol van ICT steeds belangrijker. Digitale televisie, mobiele telefoons, computers en zelfs internet worden al door sommige ouderen gebruikt. Veel ouderen communiceren met hun kinderen in het buitenland door middel van Internet en webcams, of ze nu op het platteland of in stedelijke gebieden wonen.

Het aantal Europese burgers boven de 65 dat gebruik maakt van Internet is echter slechts tien procent. Hierbij dient te worden opgemerkt dat meer dan 21 procent van de Europese burgers boven de 50 kampt met ernstige gehoor-, gezichts- of handvaardigheidsproblemen die het voor hen moeilijk maken standaard ICT-apparatuur te gebruiken.

In juni 2007 heeft de Commissie een beroep gedaan op de lidstaten en op de branche voor de ondersteuning van de tenuitvoerlegging van het actieplan ‘Integratie van ouderen in de informatiemaatschappij’. In deze context krijgt het programma voor hulp bij zelfstandigheid thuis, dat zal worden ontwikkeld binnen het zevende kaderprogramma voor onderzoek, een budget van 150 miljoen euro uit de gemeenschapsbegroting en zullen de lidstaten ten minste 150 miljoen euro uittrekken in de periode 2008-2013; dit geldt uiteraard voor de deelnemende lidstaten.

De doelen van dit programma zijn: bevorderen van de ontwikkeling van innovatieve producten, diensten en systemen op basis van ICT voor ouderen, creëren van een kritische massa van onderzoek, specifieke ontwikkeling en innovatie op Europees niveau op het gebied van technologieën en diensten voor de ouderen in de informatiemaatschappij, verbeteren van de voorwaarden voor het gebruik van onderzoeksresultaten door ondernemingen.

Elke lidstaat kan deelnemen aan dit programma. Binnen twee jaar na de start van het programma zal de Commissie een tussentijds verslag opstellen en in 2013 zal zij een eindbeoordeling van het programma maken. Ik ben van mening dat de ouderen een kans verdienen, en dat is onze plicht! Mijn felicitaties voor de rapporteur.

 
  
MPphoto
 
 

  Jorgo Chatzimarkakis, namens de ALDE-Fractie. (DE) Mijnheer de Voorzitter, mijnheer de commissaris, ik had hier vandaag een groep bezoekers. Het zal voor veel van mijn collega’s een bekende situatie zijn. We ontvangen groepen bezoekers, soms groot, soms klein, en de grootste groepen zijn die van de zilveren generatie. Dat gold ook voor de groep van vandaag. Het waren 60 mensen, zeer geïnteresseerd, oprecht betrokken, heel actief, en zo is het steeds vaker. Dit is zeker de uitdaging voor Europa.

Demografische veranderingen worden vaak afgespiegeld als bedreigingen. De cijfers spreken voor zich. Tussen 2010 en 2030 zal het aantal EU-burgers tussen de 65 en 80 naar verwachting met veertig procent toenemen. Ik zie dat echter, net als de heer Van Nistelrooij, niet als een bedreiging. Ik denk dat dit een belangrijke kans is voor de Europeanen om te laten zien dat wij het gebied van de wereld zijn dat zich het meest inzet voor een hoge levenskwaliteit in elke fase van het leven en voor elke leeftijdsgroep. We moeten meer zorg besteden aan de ouderen en dat moeten we doen als de inwoners van Europa, de regio van de wereld die het leven beschermt.

Ik wil de Commissie feliciteren met dit voorstel. Dit Ambient Assisted Living (AAL)-programma koppelt deze belangrijke trend, namelijk demografische verandering – die in Europa sterker is dan in andere regio’s – aan onze kracht op het gebied van onderzoek en innovatie. We zijn sterk betrokken bij ICT-technologie en AAL brengt deze twee trends samen.

Dames en heren, het is duidelijk dat wij als Europese Unie geen directe bevoegdheden hebben als het gaat om standaarden met betrekking tot ouderen, woningbouw, enz. Met behulp van deze proefprogramma’s kunnen we echter ‘best practices’ stimuleren en samenbrengen wat sommige lidstaten al het beste doen en dat voorzien van een Europees kwaliteitszegel zodat het werkelijk als een voorbeeld kan dienen voor anderen. Dames en heren, met dit programma helpt de Commissie de zogenoemde digitale kloof tussen de generaties in onze samenleving te overbruggen.

Ik wil Neena Gill, de rapporteur, bedanken voor het zo duidelijk overbrengen van deze boodschap, veel duidelijker dan andere rapporteurs, naar mijn mening. Ik bedank haar heel hartelijk. Ze heeft ook zeer moedig het standpunt van het Parlement verdedigd in de trialoog en ervoor gezorgd dat onze argumenten effectief werden overgebracht. We hoeven ons niet te verstoppen. Als vertegenwoordiger van dit Huis wil ik zeggen dat we het AAL-programma veel succes wensen. We hopen dat het een groot succes wordt.

 
  
MPphoto
 
 

  Guntars Krasts, namens de UEN-Fractie. – (LV) Dank u, mijnheer de Voorzitter. Demografische, economische en sociale factoren in Europa vergen oplossingen die zorgen dat de beroepsmatige en culturele ervaring van ouderen goed wordt benut, waardoor wordt gewaarborgd dat hun kwaliteit van leven zo hoog mogelijk is en de uitgaven als gevolg van deze demografische trend tot een minimum worden beperkt.

Het door de Commissie voorgestelde programma is een antwoord op de behoefte en deels ook de zoektocht naar manieren om de technologische vooruitgang in deze sector te bevorderen. De digitale kloof – namelijk de obstakels voor het gebruik van informatie en communicatietechnologieën, soms zelfs zeer onbeduidende – leidt er feitelijk toe dat een aanzienlijk deel van de oudere bevolking wordt uitgesloten van een actief sociaal-economisch leven en wordt beperkt in zijn mogelijkheden om gebruik te maken van de nieuwe technologische diensten en ondersteuning die worden aangeboden.

Hoewel ik het voorstel van de Commissie volledig steun, moet wel worden onderkend dat de informatie en communicatietechnologieën in segmenten waar een commerciële vraag bestaat, zich in een indrukwekkend tempo ontwikkelen. Ik ben het evenzeer eens met het argument van de Commissie dat de koopkracht van ouderen stijgt, maar we moeten wel beseffen dat er tussen de lidstaten nog steeds aanzienlijke verschillen in inkomensniveau bestaan. Ook in de kansen van ouderen om gebruik te maken van informatie en communicatietechnologieën blijft er sprake van aanzienlijke regionale verschillen tussen de verschillende landen.

Ik wil beklemtonen dat het welslagen van de voorstellen van de Commissie niet alleen zal worden bepaald door het bestaan van de technologieën zelf, maar ook door de mogelijkheden om toegang te krijgen tot die technologieën en de mogelijkheden en stimulansen voor ouderen om te leren, en wel in die delen van Europa waar dit van groot belang is voor het verkleinen van de inkomensongelijkheid en regionale verschillen. De moeilijkste taak zal echter bestaan uit het overbruggen van de digitale kloof op het gebied van de informatie-inhoud. Daar waar de digitale kloof tussen kleine en grote landen en tussen kleine en grote economieën blijft bestaan, is het overbruggen van de digitale kloof tussen de generaties in economisch opzicht de moeilijkste taak.

Mijnheer de Voorzitter, hoewel de ministeriële verklaring over e-inclusie, die als basis diende voor het document waarover vandaag wordt gedebatteerd, in 2006 werd aangenomen in Riga, de hoofdstad van Letland, doet Letland niet mee aan het programma. In dit verband leeft bij mij de vraag, waaraan de rapporteur ook al refereerde, in hoeverre de bij het programma betrokken lidstaten er belang bij hebben dat ook andere lidstaten kunnen profiteren van de financiering in het kader van het zevende kaderprogramma wanneer deze financiering onveranderd blijft.

 
  
MPphoto
 
 

  Kathy Sinnott, namens de IND/DEM-Fractie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, het is een rare wereld. Enerzijds proberen we er in een gezondheidsverslag achter te komen hoe we onze kinderen kunnen losrukken van de computer om te zorgen dat ze buiten gaan spelen, terwijl we anderzijds onze ouderen proberen over te halen om achter de computer te gaan zitten en er gebruik van te maken.

Maar nu serieus, computers hebben ouderen zeer veel te bieden, met name mensen die op het platteland wonen of geïsoleerd dreigen te raken door hun gezondheid. Maar ouderen kunnen pas meedoen aan de digitale samenleving wanneer de technologie op de eerste plaats gebruiksvriendelijk is, betaalbaar, voor iedereen toegankelijk en weinig onderhoud vergt. Met steeds meer ouderen in Europa kan het ontwikkelen van technologieën die gebruiksvriendelijk zijn voor ouderen, hun kwaliteit van leven verbeteren en ertoe bijdragen dat ze langer onafhankelijk blijven. Het ontwikkelen van computers voor ouderen is zonder meer een uitstekend idee voor de zakenwereld. Hoewel het ouderen misschien ontbreekt aan technische vaardigheden, hebben ze tijd in overvloed om de computer te gebruiken en willen ze graag in contact blijven met anderen. Dit is een markt die openligt.

 
  
MPphoto
 
 

  Desislav Chukolov (NI). – (BG) Geachte collega's, mijn land Bulgarije behoort helaas tot de landen in Europa waar de vergrijzing het hardst heeft toegeslagen.

Na het einde van de koude oorlog vertrokken jongeren uit mijn land, aangelokt door het vooruitzicht op een goed leven, massaal naar het Westen om daar afwasser te worden en bleven slechts hun oude ouders thuis achter. Uw idee om het leven van ouderen te verlengen is geweldig. Wie zou daar tegen kunnen zijn?

Maar voordat u overweegt om nieuwe informatie en communicatietechnologieën toe te passen, verzoek ik u dringend rekening te houden met het feit dat Bulgaarse gepensioneerden leven van een pensioen van 50 euro per maand. Dat is wat de sociale regering van de Bulgaarse Socialistische Partij hen toebedeelt. Dat is een onontkoombaar feit.

Ik richt me tot de vertegenwoordigers van de PSE in deze zaal: dames en heren internationalisten, beseft u wel wat 50 euro per maand betekent voor een gepensioneerde die zijn of haar hele leven hard heeft gewerkt? Beseft u wel dat deze 50 euro bedoeld zijn om te overleven en voedsel te kopen voor prijzen die vergelijkbaar zijn met die in Europa? Beseft u wel dat Bulgaarse gepensioneerden hun telefoons uitschakelen, omdat zij de woekerprijzen van de Bulgaarse Telecommunicatiemaatschappij, die men dwaas genoeg heeft geprivatiseerd, niet kunnen betalen?

Het is een aanfluiting dat er manieren worden geopperd om de informatiedienstverlening aan deze mensen te verbeteren. Bedenkt u eerst eens hoe u hun financiële onafhankelijkheid kunt vergroten. De meeste gepensioneerden in Bulgarije zijn immers niet van zigeunerafkomst en kunnen daarom niet leven van deze "gratis" vorm van liefdadigheid.

 
  
MPphoto
 
 

  Ivo Belet (PPE-DE). – (NL) Prima programma, maar toch enkele bedenkingen.

Ten eerste het budget natuurlijk, 150 miljoen euro, dat is veel te weinig – daar is hier al op gewezen – voor een sector waarvan u zelf zegt dat het een van de booming sectoren wordt van de toekomst. De snelle implementatie van deze instrumenten is cruciaal voor het welzijn van de senioren, maar net zo goed voor de staatshuishouding, voor de nationale staatskas, en het is een sector met grote economische perspectieven. Collega Van Nistelrooy heeft hier al op gewezen. Vandaar een oproep om die investeringen, die incentives van Europese zijde de komende jaren drastisch op te trekken, zo mogelijk al bij de evaluatie van het meerjarenbudget.

Een tweede opmerking – en ik ga voor honderd procent akkoord met de opmerkingen van de rapporteur -: er mag geen tweedeling ontstaan, geen divide , zoals collega Chatzimarkakis al heeft gezegd, tussen senioren die voldoende opgeleid zijn en die het zich ook kunnen permitteren om van die nieuwe technologieën gebruik te maken, en anderen die er niet mee om kunnen gaan en die eenvoudigweg ook niet over de middelen beschikken om ze bij hen thuis te installeren. Een dergelijke dualiteit zou trouwens volledig in tegenspraak zijn met de hoofdbedoeling van het programma, dat erop gericht is om zoveel mogelijk senioren zo lang mogelijk thuis te kunnen blijven laten wonen. Dat is uiteraard veel goedkoper dan senioren naar een ziekenhuis of naar een rust- of verzorgingshuis te sturen. En het is uiteraard ook de beste zaak voor het welzijn van de senioren. En daar gaat het om.

Tenslotte is het cruciaal dat deze innoverende instrumenten betaalbaar blijven voor alle senioren, los van hun persoonlijke financiële situatie.

 
  
MPphoto
 
 

  Justas Vincas Paleckis (PSE). – (LT) Ik juich het initiatief van de Commissie toe en waardeer het verslag van mevrouw Gill, dat ongetwijfeld van groot nut zal zijn gezien de problemen waar ouderen mee te maken hebben. Het groeiende aantal ouderen in Europa brengt problemen met zich mee, maar biedt ook grote uitdagingen. Vandaag de dag zijn er nieuwe ondersteunende technologieën beschikbaar die ouderen een goede kwaliteit van leven kunnen bieden en hen in staat stellen om, afhankelijk van hun wensen en mogelijkheden, een actief leven te leiden. De lidstaten van de EU moeten zich daarom voorbereiden op de naderende revolutie op het gebied van de maatschappelijke en ondersteunende dienstverlening.

Producenten van moderne informatie en communicatietechnologieën hebben gemerkt dat er een stijgende vraag is naar hun producten. Nieuwe ondersteunende technologieën kunnen bijdragen aan de oplossing van problemen met zien, horen, mobiliteit en andere problemen. Hierdoor kunnen ouderen zich nuttig blijven voelen – en ook echt zijn – voor de maatschappij. Het feit dat EU-lidstaten van plan zijn om tot 2013 meer dan een miljard euro te investeren in de ontwikkeling van nieuwe, op de behoeften van ouderen gerichte technologieën, verdient alle lof.

ICT kan en zal ongetwijfeld de levenskwaliteit en het zelfrespect van ouderen vergroten. De vraag rijst echter: zal iedereen daarvan profiteren of slechts een handjevol 'uitverkorenen'?

Ik heb waardering voor het feit dat de rapporteur bezorgd is over de mogelijkheid dat slechts een klein aantal ouderen, die toevallig al een hoge kwaliteit van leven hebben, zal profiteren van de ICT-innovaties. Sommige EU-landen kunnen bogen op zeer luxueuze, hotelachtige huisvesting voor ouderen. Niet ver daarvandaan zijn echter armoedige bejaardentehuizen te vinden, waarvan de bewoners met moeite overleven. In deze laatste instellingen hebben de mensen nooit toegang gehad tot innovaties, ondersteunende technologieën of moderne apparatuur. In deze situatie moet dringend verandering worden gebracht.

Ik ben blij met het in het verslag beschreven standpunt dat ICT-producten voor ouderen betaalbaar en gebruiksvriendelijk moeten zijn. De EU heeft op vele gebieden een voortrekkersrol. Op het hier besproken terrein is die rol zowel noodzakelijk als eervol.

 
  
MPphoto
 
 

  Danutė Budreikaitė (ALDE). – (LT) Vandaag de dag is een op de vijf EU-burgers ouder dan 60 en ligt de levensverwachting boven de 80 jaar. De levenskwaliteit van de groeiende populatie ouderen in Europa is echter niet hoog genoeg. Zo omschrijft een op de vier ouderen in mijn land, Litouwen, zijn gezondheidstoestand als slecht, terwijl het percentage ouderen dat deelneemt aan de maatschappij slechts 57 procent bedraagt. Het moet een van de prioriteiten van de Europese Unie zijn om de levenskwaliteit van de vergrijzende bevolking te verbeteren.

Het initiatief van de Commissie om informatie en communicatietechnologieën in te zetten is een zeer belangrijke stap op weg naar de oplossing van problemen met geheugenverlies, zien, horen en mobiliteit onder ouderen. Desalniettemin is de Commissie er niet in geslaagd om het thema van de eerlijke toegang tot informatie en communicatietechnologieën volledig aan de orde te stellen.

Een van de belangrijkste problemen van de eerlijke toegang tot informatie en communicatietechnologieën is deze betaalbaar te maken. Het hoofdinkomen van ouderen is hun pensioen, dat laag is, met name in de nieuw toegetreden lidstaten. Het is van groot belang dat producten op basis van nieuwe informatie en communicatietechnologieën betaalbaar zijn voor alle EU-burgers.

Een ander belangrijk aspect van de toegankelijkheid is de gebruiksvriendelijkheid van nieuwe technologieën. Slechts achttien procent van de EU-bevolking tussen de 65 en 74 maakt gebruik van Internet, tegen zestig procent van de totale EU-bevolking. We moeten er daarom voor zorgen dat producten op basis van nieuwe informatie en communicatietechnologieën gebruiksvriendelijk zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Sylwester Chruszcz (NI). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, het verschijnsel van de vergrijzende maatschappij in Europese landen is een feit en vormt een belangrijke uitdaging voor de maatschappij. Wanneer we maatregelen nemen op Europees niveau, moeten we rekening houden met demografische tendensen en de sociale en economische gevolgen ervan. Het aantal mensen tussen 65 en 80 zal tussen 2010 en 2030 met veertig procent stijgen.

Het is van prioritair belang dat deze mensen een waardig leven, alle mogelijke comfort en toegang tot alle essentiële diensten wordt geboden. Vergrijzing van de bevolking legt natuurlijk druk op de gezondheidszorg en sociale voorzieningen binnen het bestek van de financiële mogelijkheden, en ook op de beschikbaarheid van personeel in die sectoren. In het kader van de hier besproken situatie wil ik de aandacht vestigen op het gevaarlijke verschijnsel van de marginalisatie en het isolement van ouderen.

De pogingen om zieken en ouderen uit de weg te ruimen door middel van legale euthanasie vormt een zeer ernstige bedreiging voor het Europa van vandaag. Ik ben ontsteld over het feit dat de Europese Unie en haar Parlement zich ondanks hun betrokkenheid bij de bescherming van de fundamentele mensenrechten niet hebben uitgelaten over deze kwestie.

 
  
MPphoto
 
 

  Ljudmila Novak (PPE-DE). – (SL) Er is niets wat destructiever en vernederender is dan een gevoel van uitsluiting, onbeduidendheid en machteloosheid. Daarom steun ik het voorstel van de Europese Commissie om de Gemeenschap te laten deelnemen aan een gemeenschappelijk programma dat ouderen helpt om met behulp van informatie en communicatietechnologieën te integreren in de maatschappij en hun levenskwaliteit te verbeteren.

Dit is een volgende bouwsteen in het mozaïek van de Lissabonstrategie om een op informatie gebaseerd, digitaal geletterd en economisch concurrerender Europa op te bouwen. Om de integratie en digitale geletterdheid van ouderen daadwerkelijk te verbeteren, moeten de activiteiten naar behoren worden aangepast en echt toegankelijk zijn voor hen. Deze activiteiten moeten begrijpelijk, betaalbaar, eenvoudig toe te passen en te leren zijn. Zij moeten de vergrijzende bevolking en de gehandicapten in de steden en op het platteland weten te bereiken. Anders bestaat het risico dat het eindresultaat uitsluiting zal zijn in plaats van integratie.

Door het wijdverbreide gebruik van informatie en communicatietechnologieën zal de oudere generatie uiteindelijk ook profiteren van de innovaties van de moderne tijd. Hun kwaliteit van leven zal verbeteren, omdat zij onafhankelijker, mobieler en actiever zullen worden en zij beter zullen integreren in de maatschappij en het economische leven.

Aangepaste apparatuur, hulpmiddelen en talloze moderne elektronische systemen maken het mogelijk om in de eigen leefomgeving te functioneren. Tegelijkertijd stellen zij gebruikers in staat om controle te houden over hun leefomgeving, zodat zij een groter gevoel van veiligheid hebben en zich beter voelen over hun leven. Met behulp van dergelijke apparatuur kunnen gehandicapten en ouderen communiceren met de buitenwereld, gebruikmaken van zorg op afstand, werken en zich vermaken.

We willen allemaal een hoge leeftijd bereiken, maar niet eenzaam zijn en aan de zijlijn van de maatschappij staan. Daarom denken we nu aan onze toekomst en nemen we stappen om deze toekomst vorm te geven.

 
  
MPphoto
 
 

  Roberta Alma Anastase (PPE-DE). – (RO) Volgens statistische gegevens zal het aantal ouderen in Europa tussen 2010 en 2030 met veertig procent toenemen. Dit verschijnsel stelt ons voor uitdagingen, maar biedt ook kansen voor het overheidsbeleid en de Europese toekomst. Een echt welvarend en concurrerend Europa moet het juiste antwoord vinden op dergelijke uitdagingen en de mogelijkheden van de nieuwe demografische trends ten volle benutten.

Oudere Europese burgers moeten profiteren van kwalitatief hoogwaardige diensten en voorwaarden, en de door hen vergaarde ervaring moet worden benut voor de verdere ontwikkeling van de maatschappij. Aangezien de Europese Unie een kenniseconomie en -maatschappij wil worden, vormen informatietechnologieën een innovatief antwoord op deze situatie. De betrokkenheid van de Europese Gemeenschap in de betreffende programma's is meer dan noodzakelijk.

Ik wil graag wijzen op twee belangrijke aspecten van de toepassing van nieuwe technologieën om de levensstandaard van ouderen te verhogen. In de eerste plaats moeten Europese burgers worden geschoold in en geïnformeerd over de nieuwe technologische mogelijkheden die worden geboden. Ouderen, met name in de nieuwe lidstaten, zijn in het geheel niet of deels op de hoogte van dit onderwerp, en de schade die daardoor ontstaat voor de maatschappij als geheel is overduidelijk. Daarom hangt het welslagen van de beschikking waarover vandaag wordt gesproken, grotendeels af van het Europese potentieel dat kan worden gemobiliseerd voor onderwijs en informatievoorziening aan deze mensen. Ten tweede moet er speciale aandacht worden besteed aan vrouwen, aangezien er onder ouderen meer vrouwen zijn dan mannen gezien hun hogere levensverwachting. Met dit aspect moet rekening worden gehouden in het wetenschappelijk onderzoek naar het verouderingsproces en in de concrete tenuitvoerlegging van overheidsbeleid.

Ten slotte wil ik herhalen dat het belangrijk is dat we ons richten op de situatie in de nieuwe lidstaten, waar de situatie voor ouderen minder gunstig is. De lagere levensstandaard, maar ook het gebrek aan kennis over het gebruik van nieuwe technologieën maakt deze categorie tot een prioritaire doelgroep voor toekomstige inspanningen op Europees niveau.

 
  
MPphoto
 
 

  Zita Pleštinská (PPE-DE).(SK) Het "Forum voor steun aan ouderen", het "Seniorenparlement" en het tijdschrift "Forum voor senioren" dat in Slowakije wordt uitgegeven met steun van de Commissie, zijn activiteiten waarvan ik mij op de hoogte heb kunnen stellen tijdens ontmoetingen met ouderen. Daarmee begin ik namelijk gewoonlijk mijn kalenderjaar. Deze activiteiten hebben me ervan overtuigd dat ouderen actief willen zijn en zeer snel leren. Mobiele telefoons zijn voor hen bijvoorbeeld geen onbekend terrein meer, maar het zijn belangrijke metgezellen voor hen geworden.

Helaas worden er zeer weinig middelen beschikbaar gesteld voor de digitale geletterdheid van ouderen en daarom ben ik zeer verheugd over het verslag van mevrouw Neena Gill. Het bevat een belangrijke boodschap van het Europees Parlement over de verbetering van de levenskwaliteit van ouderen en gehandicapten.

Het gebruik van nieuwe informatie en communicatietechnologieën kan een doeltreffend instrument zijn om te waarborgen dat deze groep Europese burgers, die een bron van kennis, ervaring, tradities en vaardigheden zijn, niet wordt verbannen uit de maatschappij. Het is echter belangrijk dat alle ouderen in de Europese Unie gelijke toegang wordt geboden tot informatie en communicatietechnologieën.

 
  
MPphoto
 
 

  Zuzana Roithová (PPE-DE). – (CS) Mijnheer de Voorzitter, ik ben zeer verheugd over het initiatief van de 13 lidstaten die voor ouderen een gemeenschappelijk onderzoeksprogramma op het gebied van ambient assisted living hebben ontwikkeld, zodat ook die generatie ten volle gebruik kan maken van informatietechnologieën. Dit zal de communicatie voor ouderen ongetwijfeld eenvoudiger maken en hen in staat stellen om langer te werken. Daarom geef ik mijn volledige steun aan de inspanningen om het "Ambient Assisted Living"-programma op te nemen in ons besluit van morgen om het tot een gemeenschappelijk programma van de Europese Unie te maken. Ik denk dat we daardoor de middelen kunnen verdubbelen tot in totaal 600 miljoen euro. Naar mijn mening geeft ons verzoek om twintig procent medefinanciering uit nationale middelen de lidstaten voldoende motivatie om deze taken aan te pakken. We moeten groen licht geven aan dit programma dat de doeltreffende ontwikkeling van innovatieve producten en specifieke diensten mogelijk zal maken. Daarbij zullen informatie en communicatietechnologieën als instrument worden ingezet om te zorgen voor een waardige oude dag. Het programma biedt ook kansen voor kleine en middelgrote ondernemingen en strookt volledig met de doelstellingen van de Lissabonstrategie en onze waarden.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, de voorgestelde deelneming van de Unie aan een onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma dat de levenskwaliteit van ouderen beoogt te verbeteren, moet worden toegejuicht.

Nieuwe vormen van ICT kunnen mensen van gevorderde leeftijd het leven gemakkelijker maken en hen helpen om zowel op hun werk als in hun privéleven actief te blijven. We moeten rekening houden met het feit dat het aantal ouderen stijgt als gevolg van betere levensomstandigheden.

Bij de gedetailleerde uitwerking van de operationele beginselen van dit programma moeten we er echter rekening mee houden dat de financiële situatie en de levensomstandigheden van ouderen in de lidstaten uiteenlopen. Er zijn aanzienlijke verschillen in levensstandaard. Daarom zijn er verschillende behoeften ten aanzien van diensten en is er een verschillende mate van voorbereiding nodig op een actief leven, met name als het gaat om mensen in plattelandsgebieden. Nieuwe technologieën, nieuwe kansen om te werken via Internet en om nieuwe technologie te benutten, kunnen ouderen helpen om actief te blijven op de arbeidsmarkt. Ook kan dit alles mensen in staat stellen om op een prettige manier oud te worden. Het probleem is met name van belang gezien de vergrijzing van de Europese bevolking.

 
  
MPphoto
 
 

  Monica Maria Iacob-Ridzi (PPE-DE). – (RO) Het feit dat ouderen worden uitgesloten van de voordelen van informatietechnologieën, is een probleem, vooral omdat het percentage ouderen tussen 65 en 80 jaar op de totale Europese bevolking spoedig veertig procent zal bedragen.

Het gemeenschappelijk onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma waaraan de Europese Unie zal deelnemen, is dan ook toe te juichen als het gaat om de verbetering van de leefsituatie van deze mensen. Ik wil er echter op wijzen dat de financiële betrokkenheid van de Gemeenschap bij dit project beperkt is. De bijdrage van de Gemeenschap bedraagt maximaal 150 miljoen euro terwijl deze middelen afkomstig zijn uit het budget voor het kaderprogramma voor onderzoek en ontwikkeling met in totaal meer dan 50 miljard euro. Bovendien kan de bijdrage van de Gemeenschap niet meer bedragen dan vijftig procent van de aan dit project bestede overheidsmiddelen, een abnormaal laag percentage voor een dergelijk belangrijk project.

Naast de concrete voordelen die ouderen worden geboden door de IT-oplossingen die door het programma zijn vastgesteld, is de deelneming van de Unie aan het project een goede gelegenheid om een bijdrage te leveren aan de levenskwaliteit van de Europeanen. Daarom zou de financiële bijdrage van de Gemeenschap hoger moeten zijn dan de bedragen die nationaal ter beschikking worden gesteld voor dit type onderzoek.

 
  
MPphoto
 
 

  László Kovács, lid van de Commissie. (EN) Mijnheer de Voorzitter, als woordvoerder namens mevrouw Viviane Reding wil ik mijn waardering uitspreken voor de zeer constructieve aanpak van het Europees Parlement en in het bijzonder voor rapporteur Neena Gill gedurende de onderhandelingen over het voorstel voor “Ambient assisted living” (AAL). Dit valt niet onder mijn verantwoordelijkheid en het debat was voor mij dan ook niet alleen interessant, maar ook zeer educatief. Ik verzeker u dat ik niet alleen de felicitaties, maar ook de betrokkenheid en de voorstellen van mijn collega Viviane Reding zal overbrengen.

Ik heb begrepen dat het gebruik van ICT door de grijze generatie van cruciaal belang is en ik ben het hiermee eens. Dit vereist weliswaar kennis en financiële middelen. ICT-scholing voor ouderen, met name voor hen die in plattelandsgebieden wonen, is zeker niet onbelangrijk, maar hier wordt al de nodige aandacht aan besteed door het actieprogramma “Gezond ouder worden”. Betaalbaarheid is ook zeer belangrijk en AAL zal hieraan werken. Wat ander landen betreft die hieraan deel willen nemen, is dit zeker mogelijk en om deze reden heeft u een lage drempel voorgesteld

Tot slot wil ik nog benadrukken dat de Commissie de compromisamendementen die de rapporteur heeft voorgesteld en aan de hand waarvan een akkoord in eerste lezing kan worden bereikt, verwelkomt en ondersteunt. Dankzij uw toewijding is het mogelijk om in de lente met dit belangrijke initiatief van start te gaan. Uw steun is ook van cruciaal belang bij de tenuitvoerlegging van het initiatief. Ik wil erop wijzen dat het aannemen van deze uitdaging niet slechts een morele verplichting, maar ook een economische kans is. Dit standpunt is door tal van sprekers naar voren gebracht. Dit is van belang voor het toekomstige welzijn van ouderen en voor het toekomstig concurrentievermogen van de Europese Unie.

 
  
MPphoto
 
 

  Neena Gill, rapporteur. (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik zou alle collega’s van harte willen bedanken voor hun opmerkingen en bijdragen.

De heer Krasts heeft gevraagd of ik verheugd zou zijn over de deelname van andere landen aan het initiatief. Het is de bedoeling dat dit programma op zo veel mogelijk lidstaten is gericht en zoals reeds het geval is, kan het programma zelfs verder reiken dan de lidstaten van de EU.

Het knelpunt is de financiering en dit is al door velen aangekaart. Het probleem is namelijk dat de financiering maximaal 150 miljoen euro blijkt te bedragen. Waar we naar moeten kijken is hoe we dit, indien er veel belangstelling voor is, in de toekomst kunnen herzien of hoe dit door middel van andere initiatieven uit hoofde van het zevende kaderprogramma kan worden aangepakt.

Ik heb vandaag horen zeggen dat vergrijzing samen met klimaatverandering een van de grootste uitdagingen van de 21e eeuw vormen. Het is van belang dat de Commissie dit probleem blijft aanpakken, niet alleen door middel van afzonderlijke programma’s zoals deze, die wel zeer belangrijk zijn, maar door middel van programma's die ook verband houden met andere gebieden – en ik herhaal – waarbij wij samen over dit probleem moeten nadenken.

Ik ben van mening dat de Commissie hier op moet toezien, omdat enkele lidstaten duidelijk een grote voorsprong hebben op andere lidstaten. Er moet dringend voor worden gezorgd dat er na afloop van dit programma geen grote verschillen tussen de lidstaten meer zijn.

Ik zal een aantal hoofdpunten uitlichten die enkele collega’s, waaronder met name mijn twee schaduwrapporteurs, hebben genoemd. De heer Van Nistelrooij heeft duidelijk gemaakt dat het te lang duurt voordat producten op de markt komen en als wij daadwerkelijk een verschil willen maken met dit programma, dan is het van belang dat vooral dit punt wordt aangepakt. En zoals de heer Chatzimarkakis heeft gezegd, komen wij over als het deel van de wereld dat zich het meest inzet voor een hoge kwaliteit van het leven van mensen, ongeacht hun leeftijd. Ik denk dat het belangrijk is dat onze woorden ondersteund worden door maatregelen.

Mijn dank gaat ook uit naar mevrouw Geringer de Oedenberg, rapporteur voor advies van de Commissie rechten van de vrouw en gendergelijkheid, en alle andere medewerkers van het secretariaat van de Commissie, het secretariaat van de PSE-Fractie en mijn Fractie voor hun bijdragen en naar de Commissie en de Raad, onder het Portugese en het Sloveense voorzitterschap.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt donderdag 13 maart 2008 plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid