Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2007/2149(INI)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0070/2008

Ingediende teksten :

A6-0070/2008

Debatten :

PV 21/04/2008 - 19
CRE 21/04/2008 - 19

Stemmingen :

PV 22/04/2008 - 5.7
Stemverklaringen
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0131

Volledig verslag van de vergaderingen
Maandag 21 april 2008 - Straatsburg Uitgave PB

19. Rol van vrijwilligerswerk als bijdrage aan de economische en sociale cohesie (debat)
Notulen
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag van Marian Harkin namens de Commissie regionale ontwikkeling, over de rol van vrijwilligerswerk als bijdrage aan de economische en sociale cohesie (2007/2149(INI)) (A6-0070/2008).

 
  
MPphoto
 
 

  Marian Harkin, rapporteur. (EN) Voorzitter, dank u voor de gelegenheid om iets te zeggen over mijn verslag over vrijwilligerswerk en de bijdrage die vrijwilligerswerk levert aan de economische en sociale cohesie.

Allereerst wil ik graag al mijn collega’s in de Commissie regionale ontwikkeling bedanken voor hun uitstekende samenwerking bij dit verslag, in het bijzonder de schaduwrapporteurs. Ik wil ook mijn dank betuigen aan de ambtenaren van de Commissie, de medewerkers van de ALDE-Fractie en de medewerkers van het Parlement voor de Commissie regionale ontwikkeling, voor hun belangstelling en hulp.

Meer dan honderd miljoen Europeanen doen vrijwilligerswerk – dat is een ongelooflijk aantal! Volgens de Commissie is een derde tot de helft van de EU-bevolking betrokken bij een of andere vorm van vrijwilligerswerk. Naar mijn mening hebben wij als instelling de verantwoordelijkheid vrijwilligerswerk bij elke mogelijke gelegenheid te erkennen, te waarderen en te ondersteunen.

Vrijwilligerswerk is in veel opzichten uniek: het is voor iedereen mogelijk en het wordt gratis gedaan; het draagt bij aan sociale en economische cohesie; het geeft uiting aan een van de belangrijkste Europese waarden – die van solidariteit. Of het nu gaat om een individu die een maaltijd bij een oudere buurman brengt, of de duizenden mensen die bij natuurrampen, zoals overstromingen of bosbranden, in actie komen, vrijwilligers kunnen helpen bij de opbouw van gemeenschappen en het tegengaan van vervreemding.

Vrijwilligerswerk overbrugt generaties. Het is een, soms latente, hulpbron in gemeenschappen, organisaties en netwerken. Het is een energie die in ieder van ons aanwezig is, maar het komt alleen tot actie als we in contact treden met anderen. Het is, volgens mij, een zeer waardevolle vorm van hernieuwbare energie.

Er bestaat een sterke relatie tussen vrijwilligerswerk en actief burgerschap: betrokkenheid bij vrijwilligerswerk is een concrete uiting van participerende democratie. In dit Parlement vertegenwoordigen we onze burgers en houden wij als politici ons bezig met vertegenwoordigende democratie, maar soms hebben we niet genoeg oog voor de andere kant van het systeem: de participerende democratie. Hier participeren burgers door hun activiteiten in het democratisch proces, en vrijwilligerswerk vergemakkelijkt dit belangrijke proces.

Wat mijn verslag betreft, dit bevat een aantal praktische suggesties over hoe we op Europees niveau iets kunnen betekenen. De Commissie moet ervoor zorgen dat lidstaten zich houden aan het beginsel van partnerschap, dat in de communautaire strategische richtsnoeren over cohesie is vastgelegd en moet er ook voor zorgen dat we niet de illusie blijven koesteren dat NGO’s, vrijwilligersgroepen etc. betrokken zijn, zoals momenteel in veel lidstaten het geval is.

Ik meen ook dat voor alle Europese fondsen een systeem moet worden ingesteld, waarbij vrijwilligerswerk als bijdrage aan de medefinanciering van projecten wordt erkend. Als we dat doen, brengen we in ons handelen tot uitdrukking dat we vrijwilligers ondersteunen.

We moeten de mogelijkheden en programma’s die al bestaan voor het faciliteren van vrijwilligerswerk onder jongeren, uitbreiden en soortgelijke mogelijkheden en programma’s voor het faciliteren van vrijwilligerswerk onder ouderen in het leven roepen. En we zouden bij elke mogelijke gelegenheid vrijwilligerswerk tussen generaties moeten stimuleren.

De Commissie kan ook actief zijn bij het liberaler maken van het visumbeleid, wanneer vrijwilligers uit omringende landen bij door de EU gesponsorde programma’s betrokken zijn.

Lidstaten kunnen een belangrijke rol spelen bij het opstellen van periodieke satellietrekeningen, zodat de waarde van vrijwilligerswerk en non-profitorganisaties kan worden gemeten. De cijfers van veel landen, waaronder de VS, België, de Tsjechische Republiek en Canada wijzen uit dat non-profitorganisaties vijf tot zeven procent van het BBP voor hun rekening nemen. Beleidsmakers kunnen deze cijfers niet negeren en moeten er bij de formulering van het beleid rekening mee houden. Bovendien hebben organisaties voor elke euro die ze ter ondersteuning van vrijwilligers hebben uitgegeven, een gemiddelde opbrengst van tussen drie en acht procent ontvangen. Zelfs de ECB haalt een dergelijk rendement niet.

Lidstaten kunnen vrijwilligerswerk ook steunen door een duurzame infrastructuur voor vrijwilligerswerk te creëren, om waar nodig zaken als basisfinanciering, verzekeringsdekking en BTW-vrijstellingen aan te pakken.

Ten slotte, een van onze taken in de EU is het leven van burgers positief beïnvloeden en op EU-niveau meerwaarde te creëren. We kunnen dit doen door concrete steun te verlenen aan vrijwilligers en vrijwilligerswerk.

(Applaus)

 
  
MPphoto
 
 

  Danuta Hübner, lid van de Commissie. (EN) Voorzitter, ik wil Marian Harkin hartelijk bedanken voor haar verslag. Het verslag heeft op veel maatregelen en initiatieven van de EU betrekking, en legt de nadruk op de sterke relatie tussen vrijwilligerswerk en actief burgerschap.

Ik heb vooral veel waardering voor wat u zegt over het PEACE-programma, waarvoor inderdaad veel vrijwilligerswerk is verricht. We komen hier weer bijeen in mei om te spreken over het verslag van Bairbre de Brún, waarin, naar mijn overtuiging, veel voorbeelden zullen staan van het mondig worden van burgers, vooral door middel van vrijwilligerswerk en niet-gouvernementele organisaties.

Met het oog op uw aanbeveling voor bijdragen in natura, wil ik opmerken dat in artikel 56 van de algemene verordening inzake het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds en het Cohesiefonds weliswaar reeds toestemming wordt verleend voor bijdragen in natura voor projecten die mede door de EU worden gefinancierd, maar dat de eigenlijke uitdaging is gelegen in het daadwerkelijk gebruikmaken van deze bepaling. Maar ik moet zeggen dat het, vooral bij lokale initiatieven die door het Sociaal Fonds worden medegefinancierd, heel normaal is dat vrijwilligers een opmerkelijke bijdrage leveren, terwijl er ook veel activiteiten zijn ontplooid, vooral in het kader van het URBAN-initiatief (communautair initiatief voor stedelijke gebieden) in Duitsland, Italië, het Verenigd Koninkrijk en Griekenland, waarbij aan een brede reeks vrijwilligersorganisaties steun is verleend.

Vrijwilligerswerk kan als een stevige component van het beginsel van partnerschap worden gezien. Ik heb in dit Huis vaak herhaald dat de Commissie zich volledig verplicht aan de effectieve uitvoering van het beginsel van partnerschap, vooral in de nieuwe generatie cohesiebeleid. We hebben vastgehouden aan partnerschap tijdens onderhandelingen over nieuwe programma’s en we hebben nu veel voorbeelden van grote betrokkenheid bij het partnerschap. Maar zoals u weet, worden partnerschap en vrijwilligerswerk in onze lidstaten natuurlijk op veel verschillende manieren benaderd.

Ik zie voor uw verslag ook een rol weggelegd in de wegbereiding voor het volgende initiatiefadvies over governance en partnerschap op nationaal, regionaal en lokaal niveau, dat door Jean Marie Beaupuy zal worden gepresenteerd.

Laat me een paar woorden wijden aan specifiek beleid en specifieke maatregelen op het gebied van vrijwilligerswerk, waarbij de Commissie in het bijzonder actief is geweest. Europees vrijwilligerswerk en actief Europees burgerschap in het nieuwe “Een leven lang leren”-programma, moeten dan zeker vermeld worden.

Mijn collega Ján Figeľ is momenteel bezig met de voorbereiding van een nieuw initiatief inzake vrijwilligerswerk van jonge mensen, waarin veel van de in uw verslag genoemde verlangens zullen worden opgenomen. Door verbetering en stimulering van trans-Europese vrijwilligersactiviteiten zullen onze jonge burgers mobieler worden. In haar nieuwe initiatief zal de Commissie proberen een grotere interoperabiliteit tussen de bestaande regelingen voor vrijwilligers te bereiken.

In het Witboek sport wordt ook benadrukt dat vrijwilligersactiviteiten in de sportsector de sociale cohesie en integratie versterken en lokale democratie en actief burgerschap stimuleren. In het Verdrag van Lissabon wordt ook naar de sport verwezen, met de woorden “de bevordering van de Europese inzet op sportgebied, rekening houdend met […] haar op vrijwilligerswerk berustende structuren”.

We delen hier het standpunt dat we een holistischer benadering van de bijdrage van vrijwilligerswerk aan de economische en sociale cohesie in Europa nodig hebben. Hierbij moet zeker rekening worden gehouden met de problemen rond de vergrijzing van de Europese bevolking. Met het oog hierop, verdient uw suggestie voor “vrijwilligerswerk tussen generaties” verdere uitwerking.

In dit verband ben ik verheugd u te kunnen mededelen dat het Directoraat-generaal Onderwijs, opleiding, cultuur en jeugdzaken op het punt staat een onderzoek uit te voeren naar de stand van zaken rond vrijwilligerswerk in Europa. Dit onderzoek zal meer kennis verschaffen en zal als solide basis voor verdere initiatieven op dit gebied dienen, aangezien er tot nu toe op EU-niveau geen systematische en geïntegreerde aanpak van vrijwilligerswerk is ontwikkeld.

Ik ben ervan overtuigd dat al degenen tot wie u zich richt met de ontwerpresolutie, ontvankelijk zullen zijn voor uw oproep. U kunt zeker op de steun van de Commissie rekenen.

Ik kan u ook verzekeren dat alle andere verzoeken die meer in het bijzonder tot de Commissie zijn gericht, zullen worden onderzocht, met name door commissaris Figeľ en Špidla.

 
  
MPphoto
 
 

  Tunne Kelam, namens de PPE-DE-Fractie. (EN) Voorzitter, namens de PPE-DE-Fractie wil ik allereerst Marian Harkner feliciteren met een uitstekend verslag op het juiste moment. Het gaat erom dat we een beter begrip krijgen van de mogelijkheden en de rol van vrijwilligerswerk, dat een van de pijlers van het maatschappelijk middenveld kan worden genoemd. In feite draait het bij vrijwilligerswerk om het initiatief van burgers en zo heeft het een directe relatie met solidariteit, de kernwaarde van een verenigd Europa. Zoals de rapporteur het zojuist heeft verwoord, is het een van de efficiëntste vormen van hernieuwbare energie.

Ik denk dat dit verslag vooral bedoeld is om de lidstaten aan te moedigen de waarde van vrijwilligerswerk bij de bevordering van de sociale en economische cohesie te erkennen. Van de staat wordt uiteraard niet verwacht dat hij vrijwilligerswerk financiert, anders zou dit zijn betekenis verliezen, maar de staat wordt verzocht de private sector stimulansen te bieden ter ondersteuning van het vrijwilligersveld.

Het Parlement heeft de Commissie ook aangesproken op het uitstel van het voorgesteld Handvest inzake vrijwilligerswerk, waarin naar verwachting de rol van het vrijwilligerswerk beter gedefinieerd zal worden. Een zeer belangrijk element van dit verslag is de oproep tot stimulering van vrijwilligerswerk via het onderwijs op alle niveaus. Dit zou moeten beginnen bij het creëren van mogelijkheden voor vrijwilligersactiviteiten in een vroeg stadium van het onderwijssysteem en ook zou vrijwilligerswerk als onderdeel van een leven lang leren, moeten worden gestimuleerd.

Ik wil graag nogmaals mijn dank betuigen voor deze uitstekende samenwerking. We hebben bijna alle wijzigingen in een positieve en constructieve sfeer kunnen bespreken en we hebben van de meeste initiatieven gebruik kunnen maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Catherine Stihler, namens de PSE-Fractie. (EN) Voorzitter, ik ben verheugd over het verslag van Marian Harkin over vrijwilligerswerk en feliciteer haar met de samenwerking met collega’s bij het opstellen hiervan. Meer dan honderd miljoen EU-burgers verrichten vrijwilligerswerk en elke euro die ter ondersteuning van hen wordt besteed, brengt tussen drie en acht euro op. Met 1.2 miljoen vrijwilligers in Schotland – op een bevolking van 5 miljoen – waarbij het vrijwilligersveld vijf procent van de beroepsbevolking uitmaakt, moeten we wel publiekelijk onze erkentelijkheid betuigen voor de inspanningen van vrijwilligers in Schotland en de gehele EU.

Het verslag geeft vrijwilligers erkenning en is gericht op de voordelen van vrijwilligerswerk voor de economische en sociale cohesie. Het verlangt terecht dat deze bijdrage een plaats krijgt in nationale rekeningen. Het stelt dat de bijdrage van vrijwilligerswerk aan het bruto binnenlands product in een groot aantal landen bijna net zo groot is als de bouw- of de nutsindustrie. Dit betekent dat de non-profitsector in sommige EU-landen vijf tot zeven procent van het BBP voor zijn rekening neemt.

Vrijwilligerswerk is goed voor u, voor uw gemeenschap, de ontwikkeling van uw regio en uw nationale economie. Het helpt ook het sociale kapitaal op te bouwen dat overheidsbeleid nodig heeft om succesvol te zijn. Ik verzoek de Europese Commissie dringend een plan “B” op te stellen, dat zorgt voor waardering, validering en zichtbaarheid van vrijwilligers in heel Schotland en de rest van Europa, en ik verzoek de collega’s dringend hun steun te verlenen aan het Harkin-verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Jean Marie Beaupuy, namens de ALDE-Fractie. (FR) Voorzitter, commissaris, dames en heren, ik wil me graag bij mijn collega’s aansluiten en Marian Harkin bedanken en feliciteren met dit verslag. Deze rapporteur is niet toevallig gekozen, want Marian Harkin heeft uitgebreide ervaring op het gebied van vrijwilligerswerk en het spreekt daarom vanzelf dat zij dit verslag ter tafel heeft gebracht. We zijn het er natuurlijk van harte mee eens dat zij de opdracht heeft gekregen voor dit verslag, dat ze werkelijk in een sfeer van eensgezindheid heeft opgesteld, want, zoals u zeker heeft opgemerkt, hebben we maar een wijziging voorgesteld, en hier stemt zij mee in. Dit toont de kwaliteit van haar verslag en ik meen dat dit sterk moet worden benadrukt.

Commissaris Danuta Hübner, u bent ons in zekere zin vóór geweest en hebt, meteen vanaf het begin van uw spreekbeurt, een positief antwoord gegeven op vragen die in dit verslag worden gesteld. Ik zou u graag van tevoren willen bedanken, en door de verschillende andere spreekbeurten van Parlementsleden zult u waarschijnlijk straks en in de komende dagen aanvullende antwoorden van de Commissie kunnen geven.

Ik wil graag benadrukken, als aanvulling op wat al is gezegd en ook op wat in het verslag is geschreven, dat niet moet worden vergeten dat de honderd miljoen Europeanen die zich vrijwillig elke dag toeleggen op de hulp aan ongeveer vijfhonderd miljoen Europeanen, hier persoonlijk baat bij hebben, niet in financiële zin maar in de zin van persoonlijke voldoening. U kent natuurlijk allemaal, wij kennen natuurlijk allemaal, begeleiders van sportteams, culturele en sociale begeleiders zonder wie onze niet-gouvernementele organisaties en onze verenigingen niet zouden functioneren. Deze mensen hebben deze betrokkenheid echter nodig voor hun persoonlijke ontplooiing.

In een vergrijzende samenleving, in een samenleving met steeds meer jonggepensioneerden, hebben we ook behoefte aan dit individuele evenwicht in werk en persoonlijk leven, dat met vrijwilligerswerk wordt bereikt. Laten we ons daarom, om economische redenen, maar ook met het oog op vervulling van de menselijke waarden die door Europese burgers worden gedeeld – en door meer dan honderd miljoen – inspannen voor het stimuleren van vrijwilligerswerk in onze samenlevingen en laten we hopen dat in de komende jaren veel meer dan honderd miljoen burgers vrijwilligerswerk zullen verrichten. Dank aan Marian Harkin, dank aan de Commissie, en ook aan de regeringen en de regionale en lokale autoriteiten die, vanaf morgen, met daden de wensen van het Europees Parlement willen ondersteunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Mieczysław Edmund Janowski, namens de UEN-Fractie. (PL) Voorzitter, commissaris, namens de UEN-Fractie wil ik blijk geven van onze enorme waardering voor Marian Harkin, voor het aanpakken van dit onderwerp. Vrijwilligerswerk is vrijwillig, onbetaald en voorgenomen werk voor anderen. Het overstijgt familie- of vriendschapsrelaties. Hoewel er voor dit werk geen materiële beloning wordt ontvangen, krijgt een vrijwilliger een ander soort voldoening: hij of zij vervult zijn/haar motivatie, verwezenlijkt zichzelf en toont zich solidair met anderen. Vrijwilligerswerk heeft voor de jeugd een grote opvoedende waarde en is zeer stimulerend voor ouderen.

In deze context moet de invloed van vrijwilligersorganisaties op het versterken van lokale en regionale gemeenschappen als zeer positief worden gezien. Ik denk dat het helpt bij de opbouw van het maatschappelijk middenveld, waarbij een individu belangeloos een ander helpt en medeleven toont aan anderen zonder een bedreiging te vormen. Het Ierse voorbeeld, dat ik tot mijn genoegen heb leren kennen, is een goed voorbeeld.

Een dergelijke opvatting van vrijwilligerswerk betekent ook dat de vrijwilliger, die vaak ook een weldoener is, geen materiële schade moet lijden wanneer hij anderen helpt en geschenken geeft. Ik verwijs hier naar een in Polen heel bekende zaak, van een bakker wiens zaak over de kop ging, omdat hij belasting moest betalen over brood dat hij aan de armen gaf.

Ik wil ook de aandacht richten op het uitstekende idee om 2011 uit te roepen tot Europees jaar van het vrijwilligerswerk.

 
  
MPphoto
 
 

  Gisela Kallenbach, namens deVerts/ALE-Fractie. – (DE) Voorzitter, Ik wil Marian Harkin zeer nadrukkelijk bedanken voor haar evenwichtige en uitgebreide verslag.

Het is het product van een gezamenlijke poging om op Europees niveau meer erkenning te krijgen voor de doelen, de inhoud en de sociale betekenis van vrijwilligerswerk. Er bestaan momenteel in de lidstaten ontelbare vrijwilligersinitiatieven die een belangrijke bijdrage leveren, niet alleen in economische zin, maar ook in sociale zin en op het gebied van de integratie. De Europese dimensie, die voor het netwerken zeer belangrijk is, ontbreekt echter dikwijls.

We kennen al het Europees Vrijwilligerswerk voor jongeren, en we hebben voor alle leeftijdsgroepen soortgelijke programma’s nodig, vooral voor het toenemend aantal actieve, gezonde en ervaren gepensioneerden. Zij zouden ook een belangrijke bijdrage kunnen leveren en de Europese Gemeenschap meer betekenis kunnen geven, met gebruikmaking van bestaande maatregelen van ons regionaal en cohesiebeleid.

We hebben passende kadervoorwaarden nodig en zo helder mogelijke definities, in het belang van de lange- en kortetermijnontwikkeling voor alle partners van het vrijwilligersveld. De Commissie en de Raad hebben al de eerste stappen gezet. Ik hoop dat deze beide instellingen de voorstellen en suggesties van het Parlement zullen oppikken, zodat we het Europees jaar van het vrijwilligerswerk – een gezamenlijk voorstel voor 2011 – werkelijk tot een succes kunnen maken.

 
  
MPphoto
 
 

  Lambert van Nistelrooij (PPE-DE). - (NL) Voorzitter, de rol van vrijwilligers is met name op het plaatselijke en regionale niveau groot. Sociale en economische cohesie krijgt daar een heel persoonlijk gezicht. In Europa is er een verschil tussen steden in bepaalde delen van Europa. In de zogenaamde nieuwe lidstaten blijft het aantal vrijwilligers nog sterk achter. Er is veel werk aan de winkel, en het verslag van mevrouw Harkin geeft nadrukkelijk positieve ideeën voor steun ten behoeve van vrijwilligers en activering op alle niveaus. Volgens de PPE-DE is er geen sprake van vrijwilligers aan de ene kant en beroepskrachten aan de andere kant. Daar zit geen spanning tussen: de een kan niet zonder het draagvlak van de andere. Beide elementen, beroepskrachten en vrijwilligerswerk, passen allebei in het sociale model dat Europa zo typeert, in de civil society, waarbij ook de invloed van burgers groot is. Dat is het bekende partnerschapsbeginsel.

Eén punt wil ik aanhalen uit de resultaten van het debat in de commissie. Artikel 17, waarvan ook de formulering nieuw is, betreft de vraag of je vrijwilligerswerk moet stimuleren in het belastingregime. Het antwoord is ja, maar de invulling daarvan kan heel verschillend zijn. Dat behoort tot de bevoegdheid van onze nationale staten, met name als we praten over de BTW. In Nederland, mijn lidstaat, is er een eigen regime: activiteiten van bijvoorbeeld sportverenigingen zijn vrijgesteld, ook overige activiteiten, zoals het kantinebeheer, zijn voor een deel vrijgesteld, en sponsorbijdragen van derden zijn ook gedeeltelijk vrijgesteld. Daarom is het goed om in 2010, als de herziening van het BTW-regime ter discussie komt, dit verslag aan boord te nemen en te wijzen op goede voorbeelden in de nationale lidstaten die door anderen kunnen worden overgenomen.

Ten slotte, het zij nog maar eens gezegd, vrijwilligerswerk verdient breed onze steun in kerk, politiek en het overige maatschappelijke werk.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrzej Jan Szejna (PSE). - (PL) Voorzitter, een van de belangrijkste beginselen van de Europese socialistische familie is te bevorderen dat burgers in de maatschappij een actieve en bewuste rol spelen. Wij steunen betrokkenheid bij vrijwilligerswerk, wanneer dit een concrete uiting van participerende democratie is.

Op Europees niveau is vrijwilligerswerk een praktische uitdrukking van Europese waarden als solidariteit, cohesie en sociale integratie. Voor veel mensen is de participatie in dit soort organisaties, afgezien van het deelnemen aan verkiezingen op verschillende niveaus, hun enige ervaring met betrekking tot het democratisch proces. Het schenkt daarom voldoening dat meer dan twintig procent van de EU-inwoners verschillende soorten vrijwilligerswerk verrichten. Dergelijke activiteiten helpen economische verschillen te verkleinen en werken als katalysator voor de activiteiten van verschillende verenigingen, en creëren daarmee sociaal kapitaal.

Het concept “sociaal kapitaal” wordt in de context van lokale, sociaal-economische ontwikkeling, door organisaties als de OESO of de Wereldbank steeds vaker gebruikt. De Europese Unie zou haar steun voor de verschillende vormen van participatie, in het bijzonder met betrekking tot regionale planning en lokale ontwikkeling, moeten vergroten, met gebruikmaking van politieke strategieën van de EU en Europese fondsen.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Petre (PPE-DE). - (RO) Allereerst wil ik graag de rapporteur feliciteren met haar werk en haar bijzondere betrokkenheid bij dit onderwerp.

Ik heb veel aandacht aan dit verslag besteed, aangezien vrijwilligerswerk in de huidige maatschappij van groot belang is.

Op het gebied van de sociale cohesie, bescherming van mensenrechten, medisch-hygiënische hulp, en de bevordering en organisatie van culturele, artistieke en educatieve activiteiten zijn de positieve effecten meetbaar.

De effecten zijn voor de bevolking en de economie van cruciaal belang. Toch worden deze activiteiten volgens mij onderschat en is het publiek er niet voldoende van op de hoogte.

Dit heeft negatieve gevolgen voor het vrijwilligerswerk, omdat er te weinig ondersteuning van de staat is, terwijl het wel een aanzienlijk deel van de economie van een land kan vertegenwoordigen.

Als lid van het Europees Parlement en als inwoner van een voormalig communistisch land, kan ik u iets vertellen over de zeer geringe participatie van vrijwilligers in mijn land.

Aangezien het communistisch regime verplicht onbetaald werk invoerde om de staat te dienen, wordt dit nu in het onderbewuste van de mensen met deze periode geassocieerd.

Nu is het percentage vrijwilligers in Roemenië veel lager dan in de meeste lidstaten. De activiteit is vaak niet bekend bij de burgers, het wordt niet door overheidsbeleid aangemoedigd en de mensen hebben er de mentaliteit niet voor.

Burgers zouden over de positieve effecten van vrijwilligerswerk moeten worden geïnformeerd. Aan de andere kant moeten we de situaties van misbruik, zoals die zijn voorgekomen, vermijden – bijvoorbeeld dat organisaties deze wettelijke status aannemen om winst te maken.

Ik steun vrijwilligerswerk en zie het als een belangrijke activiteit en ik zou graag zien dat het in de gehele Europese Unie wordt gestimuleerd en gesteund, vooral in de voormalige communistische landen, waar meer voor dit werk zou moeten worden gedaan.

 
  
MPphoto
 
 

  Stavros Arnaoutakis (PSE). - (EL) Voorzitter, commissaris, laat mij ook de rapporteur feliciteren met haar uitstekende werk, en benadrukken dat vrijwilligerswerk en het leveren van een bijdrage aan de samenleving van onschatbare waarde zijn. Op nationaal en lokaal niveau kan de participerende democratie hierdoor tot uitdrukking komen en het stelt burgers in staat actief deel te nemen aan het openbare leven. Op Europees niveau kan vrijwilligerswerk helpen bij het verstevigen van de banden tussen EU-burgers.

Bovendien draagt vrijwilligerswerk in belangrijke mate bij aan het bereiken van EU-doelen voor economische en sociale cohesie, doordat er extra personeel is voor het sociale en economische leven en doordat het bijdraagt aan het creëren van sociaal kapitaal.

De toegevoegde waarde van vrijwilligerswerk mag niet worden onderschat. Vooral nu, nu de EU het hoofd moet bieden aan belangrijke uitdagingen op sociaal, economisch en milieugebied, moet vrijwilligerswerk niet alleen worden aangemoedigd, maar ook worden ondersteund met Europees beleid, vooral op het gebied van cohesie. Lidstaten en regionale autoriteiten zouden ervoor moeten proberen te zorgen dat vrijwilligersorganisaties en –projecten op een transparante en flexibele manier toegang kunnen krijgen tot adequate, duurzame financiering via de structuurfondsen.

 
  
MPphoto
 
 

  James Nicholson (PPE-DE). - (EN) Voorzitter, kan ik beginnen met Marian Harkin te bedanken voor al haar harde werk en dit inzichtelijk verslag op het juiste moment, dat zo goed door het regionaal comité is ontvangen.

Ik sta volledig achter het centrale thema van het verslag – dat vrijwilligerswerk, door de nadruk die hiermee op participatie en solidariteit wordt gelegd, het maatschappelijk middenveld en de banden tussen de gemeenschappen versterkt. Ik ben verheugd over wat er in het verslag staat over de rol die lidstaten ten aanzien van vrijwilligers moeten spelen. Ik ben het er volledig mee eens dat vrijwilligerswerk een aanvulling moet zijn op overheidsdiensten – en dat het niet de bedoeling mag zijn deze te vervangen.

In dit verband denken we ook aan de rol die verzorgers, in alle landen van Europa, in onze samenleving spelen. Vaak worden deze toegewijde mensen vergeten, terwijl hun zorg voor ouderen en gehandicapten de staat in hoge mate ontlast.

In het verslag wordt er ook terecht op gewezen dat vrijwilligerswerk zeer goed kan zijn voor jongeren, omdat het gemeenschapszin bevordert en hun in staat stelt praktische vaardigheden te ontwikkelen die een aanvulling vormen op hun opleiding.

In het verslag wordt er ook voor gepleit dat er speciaal aandacht wordt besteed aan het stimuleren van vrijwilligerswerk onder ouderen. Door betrokkenheid van deze leeftijdsgroep kunnen gemeenschappen profiteren van hun enorme ervaring en wordt benadrukt dat hun plaats in de samenleving van essentieel belang is.

Voor mij heeft dit verslag echter nog meer betekenis: in mijn kiesdistrict in Noord-Ierland zijn we bezig met de wederopbouw van een samenleving waarin geweld en conflict diepe sporen hebben achtergelaten. Hoewel we ons nu in een periode van vrede en grotere welvaart bevinden, zijn de effecten van sociale uitsluiting, onderontwikkeling en ongelijkheid nog zeer zichtbaar.

In het verslag van Marian Harkin wordt erkend dat vrijwilligerswerk in verdeelde samenlevingen een positieve rol kan spelen. Als we kijken naar de situatie in Noord-Ierland: het idee achter de pakketten maatregelen ter ondersteuning van het vredesproces is juist geweest dat mensen in de gehele samenleving met elkaar samenwerken om begrip en verzoening te bevorderen. Deze initiatieven hebben in belangrijke mate positieve effecten gehad.

Daarom hoop ik dat met het aannemen van dit verslag door het Parlement wordt gewaarborgd dat het belang van vrijwilligerswerk wordt erkend en dat de Commissie en de lidstaten al het mogelijke zullen doen om dit aan te moedigen en te ondersteunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Emmanouil Angelakas (PPE-DE). - (EL) Voorzitter, commissaris, dames en heren, door het verslag over vrijwilligerswerk van ons medeparlementslid Marian Harkin, kan het Europees Parlement zijn sociale gezicht laten zien aan de Europese burgers. Het verslag propageert de participatiegedachte, en deze wordt zowel theoretisch als praktisch uitgebreid en objectief behandeld. Het werk van ons medeparlementslid is belangrijk; het verheugt mij en ik wil haar hartelijk feliciteren.

Wij hebben op onze beurt ook geprobeerd een bijdrage te leveren. We hebben onder andere het belang naar voren gebracht van gemeenschappelijk vrijwilligerswerk, de coördinatie van vrijwilligersinitiatieven bij het combineren van werk en gezinsleven en het opzetten, in elke regio, van vrijwilligersgroepen die snel in actie kunnen komen bij natuurrampen en ongelukken.

In algemene zin helpt vrijwilligerswerk, onder andere, het BBP te verhogen. Zoals gezegd, is vrijwilligerswerk goed voor het aanleren van vaardigheden en verbetert het de arbeidskansen van een vrijwilliger. Het biedt sociaal en op educatief gebied uitgesloten mensen en werklozen echte mogelijkheden en moedigt immigranten aan tot participatie in de lokale gemeenschap.

De daden en activiteiten van vrijwilligers spreken voor zich. In mijn land bijvoorbeeld, Griekenland, hebben de vrijwilligers voor de Olympische Spelen van 2004 de belangrijkste medaille behaald. Zowel individueel vrijwilligerswerk als vrijwilligerswerk in groepsverband zijn sociaal en economisch gezien én voor milieu en cultuur van cruciaal belang. Ze brengen alle verschillen en eigenaardigheden samen, door ze te stimuleren en bloot te leggen in een sfeer van eendracht en gemeenschappelijke doelen.

Ik feliciteer de rapporteur nogmaals. Ik verzoek u het verslag van Marian Harkin te steunen en met ons de gezamenlijke schriftelijke verklaring te tekenen die we met andere Parlementsleden hebben opgesteld, en waarin we het verzoek doen 2011 uit te roepen tot Europees jaar van het vrijwilligerswerk.

 
  
MPphoto
 
 

  Zbigniew Zaleski (PPE-DE). - (EN) Voorzitter, vrijwilligerswerk heeft, afgezien van het economische aspect, een grote educatieve waarde, vooral voor jonge vrijwilligers, thuis of in het buitenland, op verschillende terreinen van het sociale en economische leven en het onderwijs. Vrijwillig kan dan wel “zonder beloning” betekenen, maar wij als Europese instellingen kunnen er op verschillende manieren mede voor zorgen dat het een krachtiger middel wordt.

In het verslag, dat ik met het oog op een grotere bewustwording belangrijk vind, ontbreekt wel iets. De groep die hier niet wordt genoemd is die van de vrouwen- en mannenkloosters, missionarissen die óf in de hele wereld vrijwilligerswerk verrichten óf dergelijk werk organiseren en stimuleren. Ik zou een in geld uitgedrukte schatting van hun bijdrage aan het welzijn van mensen op prijs stellen.

Vrijwilligerswerk is het product van intrinsieke motivatie en puur altruïsme, waarden die niet genoeg geprezen kunnen worden. Dit verslag is van cruciaal belang voor onze manier van denken.

 
  
MPphoto
 
 

  Ewa Tomaszewska (UEN). - (PL) Voorzitter, het werk van vrijwilligers wordt niet altijd voldoende gewaardeerd. Burgerschapsvorming door middel van vrijwilligerswerk krijgt niet altijd de aandacht die het verdient.

Lokale autoriteiten zijn verantwoordelijk voor het organiseren en verlenen van sociale bijstand, met inbegrip van het geven van voedsel aan armen. Soms moet een lokale NGO, die liefdadigheidswerk verricht, een hoge huur betalen aan de lokale overheid voor ruimten zoals keukens en kantines voor armen en daklozen. Bovendien ontvangt deze soms helemaal geen middelen voor voedsel of voor de verzekering van vrijwilligers. Omdat de vrijwilligers geen vergoeding krijgen, kunnen ze de activiteiten van de NGO niet ondersteunen. In dit verband wil ik verwijzen naar paragraaf 15 van het verslag. De demografische situatie in Europa legt extra nadruk op de steeds grotere rol van het vrijwilligersveld, in de eerste plaats in de hulp bij de zorg voor ouderen. Daarom is het hier gepresenteerde stuk zo belangrijk. Ik wil graag de rapporteur, Marian Harkin, feliciteren.

 
  
MPphoto
 
 

  Czesław Adam Siekierski (PPE-DE). - (PL) Voorzitter, ik wil graag uw aandacht op twee speciale vormen van vrijwilligerswerk richten.

De eerste is de overdracht van knowhow op zeer hooggespecialiseerd gebied. Ervaren en hoogopgeleide mensen dragen hun kennis, vaardigheden of wellicht nieuwe kennis van hun beroepsgroep op anderen over. Degenen die van die knowhow profiteren, bevinden zich vaak in een beginstadium van hun opleiding, van de verwerving van kennis of vaardigheden, van het aangaan van nieuwe uitdagingen, van hun eigen transformatie.

Het andere gebied van vrijwilligerswerk betreft jongeren. Hierdoor leren ze levensvaardigheden en het stimuleert hun participatie in het openbare leven. Reizen naar andere landen als onderdeel van vrijwilligerswerk bevordert, op zijn beurt, de interculturele dialoog en hierdoor leren jongeren tolerantie en respect. Daarom zouden lokale en nationale autoriteiten en internationale organisaties meer moeten doen ter ondersteuning en stimulering van vrijwilligerswerk.

 
  
MPphoto
 
 

  Rumiana Jeleva (PPE-DE). - (BG) We zijn het allemaal eens met de conclusie van het uitstekende verslag van Marian Harkin, dat vrijwilligerswerk een belangrijke rol kan spelen in de ontwikkeling van lokale gemeenschappen, het maatschappelijk middenveld en democratie. Daarom moeten het vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties aangemoedigd en ondersteund worden. Ik wil in dit verband graag opmerken dat het opzetten van een Europese databank met basisinformatie over de verschillende vrijwilligersorganisaties in de Europese Unie en uitgebreide informatie over beste praktijken, de nodige hulp zal verschaffen voor de verbetering van het systeem van vrijwilligerswerk. Door het opzetten van één enkele Europese databank zal effectiever partnerschap en samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties mogelijk worden en zullen internationale afspraken over vrijwilligersuitwisselingen versterkt worden. Dit is vooral belangrijk voor jongeren en schoolkinderen. Door in een vroeg stadium ervaring op te doen met vrijwilligersorganisaties, zouden ze deelname aan vrijwilligerswerk als een normale bijdrage aan het leven in hun lokale gemeenschappen en aan de Europese samenleving gaan zien.

 
  
MPphoto
 
 

  Zdzisław Zbigniew Podkański (UEN). - (PL) Voorzitter, vandaag praten we over het verslag van Marian Harkin over vrijwilligerswerk in de Europese Unie. Wat in de toekomst het belang van de rol van vrijwilligerswerk in Europa zal zijn, hangt gedeeltelijk van ons af. Ik wil slechts iedereen eraan herinneren dat jaarlijks miljoenen EU-burgers, direct of indirect, vrijwilligerswerk verrichten. Vrijwilligerswerk wordt op lokaal, regionaal en internationaal niveau gedaan. Waar dit ook plaatsvindt, de baten zijn altijd vele malen hoger dan de kosten. Daarom ben ik van mening dat er behoefte bestaat aan nauwere en sterkere samenwerking tussen lidstaten en non-profitorganisaties en aan de instelling van effectieve systemen om samenwerking tussen alle vrijwilligersorganisaties binnen de afzonderlijke landen en over de grens te vergemakkelijken.

De belasting die sponsors over hun giften moeten betalen en het feit dat vrijwilligersorganisaties BTW moeten betalen over aankopen die ze voor het bereiken van hun doelen moeten doen, zijn de belangrijkste problemen die een belemmering en beperking voor het vrijwilligerswerk vormen. Ik denk dat deze problemen zo snel mogelijk moeten worden opgelost.

 
  
MPphoto
 
 

  Petru Filip (PPE-DE). - (RO) Sta me toe mijn grote waardering te uiten voor de relevantie van het verslag van Marian Harkin, bij de discussies over het nieuwe Europese economische en sociale model en de voortdurende inspanningen om de economische en sociale cohesie in de Europese Unie te verbeteren.

Als ik kijk naar de oplossingen die erin worden aangedragen, zie ik het verslag als een tekst die voorziet in een reeks krachtige en uiterst bruikbare beginselen, die kunnen leiden tot een grotere kwaliteit van leven voor de Europese burgers.

Ik denk dat in het verslag misschien sterker de nadruk had moeten worden gelegd – zoals ik bij het indienen van voorstellen tot wijziging heb gedaan – op de moderne interpretatie van vrijwilligerswerk, door expliciet de voorwaarden vast te leggen zonder welke al het vrijwilligerswerk als een eenzijdige daad zou kunnen worden geïnterpreteerd.

Ik wil ook de nadruk leggen op de rol van religie in de verwezenlijking van christelijke beginselen in verband met vrijwilligerswerk.

 
  
MPphoto
 
 

  Danuta Hübner, lid van de Commissie. − (EN) Voorzitter, even twee kleine punten. Laat ik zeggen dat zelfs met het best toegeruste beleid niets te bereiken is zonder de sterke betrokkenheid van al degenen die voelen dat ze medeverantwoordelijk zijn en zich moeten inzetten en een bijdrage moeten leveren. Vrijwilligerswerk en partnerschap geven de beste garantie voor die betrokkenheid.

Ik kan u ook verzekeren dat ik mijn collega’s in de Commissie deelgenoot van mijn conclusies zal maken. Ik ben ervan overtuigd dat bij het komende onderzoek naar de stand van zaken met betrekking tot vrijwilligerswerk in Europa, en het vervolg daarvan, inspiratie zal worden gehaald uit de resolutie die u gaat aannemen en ook uit de discussie die ik vanavond met u heb mogen voeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Marian Harkin, rapporteur. (EN) Voorzitter, allereerst wil ik iedereen bedanken voor het vriendelijke commentaar en de steun bij het opstellen van dit verslag. Ik wil graag alleen nog een paar slotopmerkingen maken.

Ik waardeer de verwijzing van de commissaris naar de bijdragen in natura door vrijwilligersgroepen en, hoewel ik erken dat bijdragen in natura van toepassing zijn in enkele door de EU gefinancierde projecten, meen ik dat we ervoor moeten zorgen dat dit de status-quo wordt.

Ik verheug me ook op de mededeling van commissaris Figel over vrijwilligerswerk onder jongeren en de toezegging van commissaris Hübner vrijwilligerswerk tussen de generaties te zullen onderzoeken en, naar ik hoop, te bevorderen.

Ik verzoek de Commissie nogmaals te waarborgen dat in alle onderhandelingen en raadplegingen bij het opstellen van EU-programma’s op nationaal niveau wordt vastgehouden aan het partnerschapsbeginsel. Dit is van cruciaal belang, omdat de EU hiermee echt erkent dat vrijwilligers, NGO’s etc., deel uitmaken van het proces, en niet een of ander extraatje, alleen voor de show, maar een integraal onderdeel van het proces zijn.

De enige wijziging die is voorgesteld met betrekking tot mogelijke vrijstelling van BTW, is een goed compromis en ik steun deze van harte.

Ik wil ook van deze gelegenheid gebruikmaken om een oproep te doen om 2011 uit te roepen tot Europees jaar van het vrijwilligerswerk en ik verzoek het Parlement zijn steun te betuigen en de schriftelijke verklaring die door Parlementsleden van de vijf grootste fracties is opgesteld, te ondertekenen.

In deze oproep word ik gesteund door het Comité van de regio’s, het Economisch en Sociaal Forum, de conclusies van het Portugese voorzitterschap en zeer veel vrijwilligersgroepen in de gehele EU.

Indien de Commissie 2011 zou uitroepen tot Europees jaar van het vrijwilligerswerk, zouden de EU-instellingen, samen met vrijwilligersorganisaties, aan gemeenschappelijke doelen kunnen werken, zodat, zoals ik eerder al heb gezegd, op Europees niveau een toegevoegde waarde ontstaat.

Ten slotte moeten we, in dit licht bezien, de ontwikkeling van het maatschappelijk middenveld en van participerende democratie aanmoedigen, waarbij we echt betekenis moeten geven aan het doel om Europa nader tot zijn burgers te brengen.

De bevordering, steun en facilitering van vrijwilligerswerk en vrijwillige activiteiten zal, samen met de groei van het sociale kapitaal, bij het verwezenlijken van die doelen van onschatbare waarde blijken te zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt dinsdag, 22 april 2008 plaats.

Schriftelijke verklaringen (artikel 142)

 
  
MPphoto
 
 

  Zita Gurmai (PSE) , schriftelijk.(HU) In Europa werken meer dan honderd miljoen mensen als vrijwillige burgers voor het algemeen belang en voor anderen. In het Verenigd Koninkrijk is achtendertig procent van de bevolking betrokken bij vrijwilligerswerk en in Polen is dit achttien procent.

Vrijwilligerswerk kan niet los gezien worden van het Europees arbeidsleven en het wordt als een grondbeginsel van democratie beschouwd, op lokaal en openbaar niveau. Het vrijwilligerswerk dat door onze burgers wordt verricht, helpt sociale problemen op te lossen en bevordert het aanleren van vaardigheden en de sociale bewustwording. Vrijwilligerswerk biedt mensen van verschillende bevolkingsgroepen de mogelijkheid te integreren en mee te tellen en ouderen kunnen hierdoor deelnemen aan het maatschappelijk leven, hun levenslange ervaring inzetten en langer het gevoel behouden dat ze van nut zijn.

De motieven voor vrijwilligerswerk zijn dezelfde als de Europese basiswaarden: solidariteit en verantwoordelijkheidsgevoel. Er is binnen de EU steeds meer erkenning voor het nut van vrijwilligerswerk en vrijwilligersorganisaties worden nauwer bij besluitvormingsprocessen betrokken.

De laatste jaren heeft de vrijwilligerssector zich meer vertakt. De belangstelling voor vrijwilligerswerk neemt toe, maar het krijgt nog niet de erkenning die het verdient: de materiële beloning is beperkt en er is gebrek aan infrastructuur. Dit moet veranderen. Het is belangrijk dat er ter ondersteuning van vrijwilligerswerk en om meer sociale erkenning te krijgen, een lotsgemeenschap wordt opgericht, met uitwisseling van beste praktijken en ervaringen door de deelnemers – regering, bedrijfsleven, vakbonden en vrijwilligersorganisaties – die als partners moeten samenwerken en een dialoog moeten voeren.

 
  
MPphoto
 
 

  Anna Záborská (PPE-DE), schriftelijk.(SK) Ik wil graag iets zeer persoonlijks zeggen. Hoewel ik bestuurslid ben van een grote Slowaakse nationale vereniging, Forum voor het leven, weet ik dat de vrijwilligers die onafhankelijk optreden en niet via gespecialiseerde organisaties werken, ook dat straaltje hoop vormen dat de duisternis van eenzaamheid doorboort en tot steun is in de strijd tegen de verleiding van geweld en egoïsme.

Wat brengt een vrijwilliger ertoe zich om anderen te bekommeren? Het eerste element is het natuurlijke, oprechte enthousiasme van mensen om degenen om zich heen te helpen. Dit is een bijna existentieel principe van het creëren van het menselijk kapitaal, dat zo gewild is voor de toekomst van de sociale cohesie in de regio’s. Vrijwilligers voelen een geluk dat hun werk overstijgt, omdat ze zich willen inzetten voor anderen, zonder dat ze hiervoor enige beloning verwachten. Het volstaat niet mensen in financiële nood tegemoet te komen: het is ook van cruciaal belang een antwoord te vinden op hun behoefte aan waarden en op hun diepste wensen.

Hoewel het belangrijk is wat voor soort hulp we bieden, nog belangrijker is het hart van waaruit deze hulp wordt geboden. Of het nu gaat om een microproject of om een heel groot project, vrijwilligerswerk moet altijd een praktische les zijn, vooral voor jongeren, omdat het een educatieve bijdrage levert aan de cultuur van solidariteit en saamhorigheid, van het geven van tijd en energie. Voor mij is dit de belangrijkste bijdrage voor huidige en toekomstige generaties en voor hun coëxistentie.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid