Index 
 Vorige 
 Volgende 
 Volledige tekst 
Procedure : 2006/2223(INL)
Stadium plenaire behandeling
Documentencyclus : A6-0076/2008

Ingediende teksten :

A6-0076/2008

Debatten :

PV 21/04/2008 - 20
CRE 21/04/2008 - 20

Stemmingen :

PV 22/04/2008 - 5.5
CRE 22/04/2008 - 5.5
Stemverklaringen
Stemverklaringen
PV 18/06/2008 - 6.8
CRE 18/06/2008 - 6.8
Stemverklaringen

Aangenomen teksten :

P6_TA(2008)0129
P6_TA(2008)0301

Debatten
Maandag 21 april 2008 - Straatsburg Uitgave PB

20. Statuut van de Europese Ombudsman (debat)
PV
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Aan de orde is het verslag van Anneli Jäätteenmäki namens de Commissie constitutionele zaken over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement ter wijziging van zijn Besluit 94/262/EGKS, EG, Euratom, van 9 maart 1994, inzake het statuut van de Europese ombudsman en de algemene voorwaarden voor de uitoefening van zijn beroep (2006/2223(INI)) (A6-0076/2008).

 
  
MPphoto
 
 

  Anneli Jäätteenmäki, rapporteur. (FI) Voorzitter, commissaris, dames en heren, eerst wil ik alle partijen bedanken voor de uitstekende samenwerking tijdens het opstellen van dit verslag. Het was niet eenvoudig om een voor iedereen aanvaardbare oplossing te vinden, en ik begrijp dat sommigen nog hopen op enkele veranderingen, maar we hebben een resultaat bereikt waarover de commissie het unaniem eens is. Het lijkt juist om hierop door te borduren.

Er waren vier kwesties met betrekking tot de rol van de ombudsman. Namelijk: inzage van documenten, de getuigenissen van ambtenaren, informatie over strafzaken en samenwerking op het gebied van mensenrechten. Er was ook nog een vijfde kwestie in het oorspronkelijke voorstel van de Europese Ombudsman, zijn of haar bevoegdheid om tussenbeide te komen, maar deze was controversieel, en aan het eind van de discussie heeft de Ombudsman gezegd dat hij deze wilde intrekken.

De belangrijkste wijziging betreft de verplichting voor de Europese instellingen en organen om de Ombudsman ook inzage in geheime informatie en gevoelige documenten te geven, indien dit voor het werk van de Ombudsman nodig wordt geacht. Tot nu toe hadden de instellingen het recht te weigeren informatie vrij te geven. Dit zal nu objectief, en niet langer subjectief of willekeurig worden beoordeeld. Dit is een weliswaar kleine, maar belangrijke stap in de goede richting.

De instellingen die de Ombudsman geheime informatie of documenten geven, moeten de Ombudsman van die geheime status op de hoogte stellen. Bovendien kan de Ombudsman, voor de uitvoering van de regels, met de desbetreffende instellingen de operationele voorwaarden overeenkomen voor inzage in geheime informatie of andere informatie die onder het beroepsgeheim valt.

De rol van de Europese Ombudsman is in de loop der jaren voor de EU-instellingen en de burgers van Europa steeds belangrijker geworden. Met het Verdrag van Lissabon zal het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie juridisch bindend worden en hierdoor zal het werk van de Europese Ombudsman nog belangrijker worden. In de toekomst zullen we meer moeten doen om ervoor te zorgen dat de Ombudsman over voldoende bronnen beschikt, dat zijn of haar statuut bij de tijd is, dat hij of zij de nodige informatie ontvangt en dat ambtenaren hem of haar de juiste informatie geven.

Volgens het Handvest van de grondrechten, heeft iedereen er recht op dat zijn of haar zaken onpartijdig, eerlijk en binnen een redelijke termijn door de instellingen en organen van de Unie worden behandeld. De bronnen hiervoor moeten beschikbaar zijn, zodat burgers niet jaren op beslissingen hoeven te wachten en er ook op kunnen vertrouwen dat de Ombudsman over alle nodige informatie beschikt en dat ambtenaren hem of haar zullen vertellen wat ze weten in plaats van wat ze willen zeggen. Anders is er geen rechtstaat, iets waar we zo graag over praten, ook al is de EU als zodanig geen staat. Wij moeten ons zelf ook schikken naar de rechtstaat; alleen dan kunnen we dat ook van anderen verlangen.

 
  
MPphoto
 
 

  Margot Wallström, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Voorzitter, het is nu veertien jaar geleden dat het Europees Parlement voor het eerst het statuut van de Europese Ombudsman aannam. Er is sindsdien veel gebeurd. Het is daarom normaal en gepast dat de Ombudsman het initiatief heeft genomen voor een wijziging van zijn statuut en de Commissie is hier verheugd over.

Het volgende is belangrijk: De burgers moeten erop vertrouwen dat de Ombudsman grondig en onpartijdig onderzoek naar vermeende gevallen van wanbestuur kan verrichten. Dus heeft de Ombudsman voor zijn belangrijke werk duidelijke, bondige en efficiënte regels nodig.

De Commissie is vanaf het begin zeer nauw bij dit initiatief betrokken geweest, en we hebben vruchtbare discussies gevoerd met de Ombudsman en de rapporteur van het Parlement, Anneli Jäätteenmäki. Onze respectieve diensten hebben ook veel contact met elkaar gehad en hebben goed samengewerkt.

De Commissie is verheugd over de strekking van dit verslag en ik wil de voorzitter, Jo Leinen en alle commissieleden – in het bijzonder Anneli Jäätteenmäki – voor hun werk bedanken.

Wij zullen, van de kant van de Commissie, ons formeel advies kenbaar maken, zodra het Parlement ons hierom vraagt. Vandaag wil ik kort onze belangrijkste opmerkingen weergeven. Deze hebben betrekking op vier specifieke kwesties.

Ten eerste, het horen van getuigen; ten tweede, inzage in dossiers; ten derde OLAF (Europees Bureau voor fraudebestrijding) en ten vierde, samenwerking op het gebied van de mensenrechten. Ik zal heel kort iets zeggen over elk van deze punten.

Ten eerste, over het horen van getuigen. De Commissie is het eens met de wijziging van het Parlement op het punt van het horen van getuigen. Het doel van dit voorschrift was eraan te herinneren dat ambtenaren niet op persoonlijke titel getuigen, maar als ambtenaar.

We zijn ons ervan bewust dat door de huidige bewoordingen de indruk kan ontstaan dat ambtenaren geïnstrueerd zouden kunnen worden en niet een waarachtige en volledige getuigenis zouden kunnen afleggen. Dit is nooit gebeurd, maar ik ben het ermee eens dat het belangrijk is de woorden te veranderen om misverstanden te voorkomen.

Ten tweede, wat inzage in dossiers betreft, vindt de Commissie dat de Ombudsman documenten mag raadplegen die hij in de loop van zijn onderzoek nodig heeft. De Ombudsman heeft voorgesteld de uitzondering wegens geheimhouding bij toegang tot een dossier op te heffen. De Commissie heeft nooit gebruikgemaakt van deze uitzonderingsregel, maar het is belangrijk dat we heel duidelijk zijn.

Er moet goed worden nagedacht over het omgaan met geheime informatie. Hetzelfde geldt voor privacy van individuen, bescherming van gerechtelijke acties en bedrijfsgeheimen. Daarom is de Commissie blij met de wijziging van het Parlement, dat, als het gaat om dit soort documenten, de Ombudsman te werk zou moeten gaan volgens precies dezelfde regels als die welke in de desbetreffende instelling gelden.

De Commissie is het volledig eens met de standpunten van het Parlement over gevoelige informatie, zoals bescherming van gegevens en bedrijfsgeheimen. Dit geldt ook voor documenten met betrekking tot rechtszaken.

Dit betekent dat de Ombudsman, in de behandeling van verzoeken van derden tot inzage van documenten die de Ombudsman in de loop van zijn onderzoek heeft verkregen, de relevante communautaire regels moet toepassen.

Zoals u weet, wordt de huidige communautaire regelgeving – Verordening (EG) nr. 1049/2001 – momenteel aangepast en de Commisie zal al over een paar weken hierover een beslissing nemen.

Daarom is de Commissie het eens met het doel van de wijzigingen inzake inzage in documenten, maar we denken dat de tekst misschien nog meer zou kunnen worden verbeterd door een preciezere formulering en we zullen daarop terugkomen bij de presentatie van ons formeel advies.

Het derde punt, OLAF: als het gaat om overdracht van informatie over mogelijk strafbare activiteiten, is de Commissie het volledig eens met het Parlement dat de Ombudsman het Europees Bureau voor fraudebestrijding zou moeten kunnen informeren over zaken die binnen zijn bevoegdheid vallen. Het is niet helemaal duidelijk of het voorgestelde begrip “bevoegde instelling” ook van toepassing is op OLAF. Door een iets andere formulering zou de tekst nog meer kunnen worden verbeterd.

Ten slotte, wat de samenwerking op het gebied van mensenrechten betreft, heeft het huidige statuut bewezen voor de Europese Ombudsman een goede basis te zijn voor samenwerking met nationale ombudsmannen en vergelijkbare instanties in de lidstaten.

De Commissie staat hier volledig achter. Dit brengt de Europese instellingen dichter bij de burgers. Met een voorgestelde wijziging zou het Parlement de samenwerking willen uitbreiden naar andere instellingen voor de bevordering en bescherming van mensenrechten en grondrechten.

Krachtens artikel 302 en 303 van het Verdrag, brengt de Commissie, als vertegenwoordiger van de Gemeenschap, elke dienstige samenwerking met internationale instellingen in het algemeen en met de Raad van Europa in het bijzonder tot stand. Daarom meent de Commissie dat dit voorstel het mandaat dat door het Verdrag aan de Ombudsman is gegeven, overstijgt.

Wel zou de Commissie openstaan voor een andere formulering, en ik hoop dat we de juiste balans kunnen vinden tussen de belangrijke werkcontacten van de Ombudsman en de Verdragen, die niet in strijd is met de institutionele prerogatieven van de Commissie.

Dit zijn dus de opmerkingen van de Commissie over de kwesties die door de wijzigingen van het Parlement zijn opgeroepen. Na de stemming van morgen zullen we ons advies voorbereiden en besprekingen met de Raad beginnen. Dit zou snel moeten gebeuren, omdat we nog tijdens het Sloveens voorzitterschap het bereiken van een overeenkomst over het dossier willen vergemakkelijken.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria Matsouka, rapporteur voor advies van de Commissie verzoekschriften. − (EL) Voorzitter, dames en heren, de EU verkeert op het punt van haar geloofwaardigheid ongetwijfeld in een zware crisis. Ik vraag me af of de EU als democratische instelling geloofwaardig is. Om dat te zijn, heeft ze zeker de erkenning van haar burgers nodig, en dit wordt steeds ingewikkelder, omdat de EU groter is geworden. Maar er is altijd nog de gemeenschappelijke fundering waarop we Europa hebben gebouwd en waar onze burgers op vertrouwen. Dit is een waardensysteem dat hun grondrechten beschermt.

De noodzaak om met Europese burgers te communiceren is dringender dan ooit. Dit heeft alleen zin, indien de EU de berichten waarin ze hun zorgen verwoorden, ontvangt en erin slaagt hen ervan te overtuigen dat de instellingen hun best doen om aan hun verwachtingen te voldoen. Burgers vertrouwen ons niet omdat ze niet het gevoel hebben dat we hun rechten bevorderen of zelfs uitbreiden. Onze inspanningen moeten een blijvend effect hebben, dames en heren. We moeten historische ontwikkelingen in de gaten houden en oog hebben voor de nieuwe vereisten die hieruit voortvloeien. De Europese Ombudsman moet in de eerste plaats zorgen voor het juist functioneren van de instellingen en de organisatie van de EU, ter verbetering van het vertrouwen dat de burgers daarin moeten hebben.

De voorgestelde veranderingen in het reglement, die het statuut van de Ombudsman herzien, maken dat hij hiervoor effectief is uitgerust. Namens de Commissie verzoekschriften kan ik zeggen dat wij deze onvoorwaardelijk steunen.

Laat me, ten slotte, in het bijzonder de voor deze kwestie verantwoordelijke rapporteur, Anneli Jäätteenmäki, feliciteren met haar onvermoeibare inspanningen voor een algemeen aanvaardbaar verslag.

 
  
MPphoto
 
 

  Maria da Assunção Esteves, namens de PPE-DE-Fractie.(PT) Het debat over de veranderingen in het statuut van de Ombudsman in de Commissie constitutionele zaken, was niet eenvoudig. Het was een lang debat met veel tegenstellingen en de belangrijkste vraag was of het een verstandige stap zou zijn om de bevoegdheden van de Ombudsman uit te breiden. We gingen uit van de duidelijke vooronderstelling dat de rol van elke instelling in een democratische cultuur goed omschreven moet zijn en dat er over deze rol geen misverstand mag bestaan. Alleen met een duidelijke omschrijving en rationele verdeling van de rollen kunnen de legitimiteit, effectiviteit en verantwoordelijkheid van de instellingen worden bevorderd.

Juist om deze reden heeft de Ombudsman zijn voorstel voor toegang tot het Hof van Justitie ingetrokken. Er zijn echter compromissen bereikt op het gebied van gegevensbescherming, inzage in geheime dossiers en samenwerking met andere instellingen inzake grondrechten. De Ombudsman krijgt nu inzage in geheime dossiers, maar mag dergelijke informatie niet aan derden doorgeven. Gegevensbescherming zal volgens Eu-regels voor gegevensbescherming verlopen.

Het is duidelijk dat de Ombudsman op het punt van de grondrechten met andere instellingen kan samenwerken, en het lijkt me dat dit niet anders kan. Samenwerking met instellingen inzake grondrechten maakt een ongeschreven principe expliciet, aangezien grondrechten de basis en het doel van de Europese Unie vormen. Het compromis dat na een niet eenvoudig debat is bereikt, maakt echter duidelijk wat volgens mij de onvermijdelijke conclusie van deze kwestie moet zijn: het moet altijd duidelijk zijn dat de Ombudsman, als instelling, als hij gebruikmaakt van zijn bevoegdheden, alleen te werk gaat volgens criteria voor noodzaak, toepasselijkheid en evenredigheid, omdat dit de criteria van het recht zijn.

 
  
MPphoto
 
 

  Costas Botopoulos, namens de PSE-Fractie. – (EL) Voorzitter, Europese Ombudsman, dames en heren, –beste collega’s in de avonduren, misschien is ons debat over de verbetering van het statuut van de Europese Ombudsman een beetje uitgelopen. Ik denk echter dat dit uiteindelijk wel op het juiste moment gebeurt, omdat het Europees Parlement, nu het in het algemeen over burgerrechten debatteert, met een nieuw verdrag over de werking van de EU wordt geconfronteerd en met een Handvest van de grondrechten waarin een artikel is opgenomen dat speciaal gaat over het recht van burgers om te klagen bij de verdediger van de Europese burgers. Ik denk dat dit daarom het juiste moment is om een debat te voeren over het vertrouwen van de burgers in EU-instanties. Laat me u eraan herinneren dat de Europese Ombudsman de Europese burgers van dienst is in de strijd tegen wanbestuur. Ik wil hier graag aan toevoegen dat het voor het Europees Parlement zelf de hoogste tijd is vertrouwen te tonen in zijn instellingen én in de Europese Ombudsman.

Ik denk dat er in ons debat over de veranderingen die op initiatief van de huidige Ombudsman zijn begonnen, twee misverstanden waren, die we, naar ik meen, in de commissie hebben kunnen wegwerken. Het eerste misverstand had betrekking op het onderwerp “bevoegdheden”. Sommigen hebben gezegd dat we de Europese Ombudsman te veel bevoegdheden geven, maar dat is niet waar. In dit verslag wordt geprobeerd de bestaande institutionele bevoegdheden van de Europese Ombudsman aan te vullen, zodat hij ze op passende wijze kan gebruiken, op alle terreinen waarover de rapporteur heeft gesproken.

Het tweede misverstand had betrekking op de vertrouwelijkheid van documenten. In dit specifieke verslag wordt niet vermeld welke documenten voor het publiek toegankelijk zijn. Het verwijst naar de documenten die de Ombudsman kan inzien en geeft twee duidelijke regels aan: documenten die krachtens de bepalingen gevoelig zijn, zijn niet voor iedereen toegankelijk; documenten die aan een vertrouwelijke behandeling zijn gebonden, moeten daaraan gebonden blijven. Concluderend wil ik zeggen dat het onder de huidige omstandigheden voor ons zeer belangrijk is dit verslag te steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  Andrew Duff, namens de ALDE-Fractie. (EN) Voorzitter, dit initiatief komt op tijd om het statuut van de Ombudsman te versterken en het wijst op vertrouwen in de manier waarop Nikiforos Diamandouros en zijn voorganger, Jacob Söderman, hun functie hebben uitgeoefend. Het geeft ook een verandering weer in het politieke klimaat sinds het ambt van Ombudsman bestaat, vooral op het punt van de toegenomen transparantie.

Het zou duidelijk absurd zijn, als wij als Parlement de Ombudsman, op grond van geheimhouding, de volledige toegang tot documenten zouden willen ontzeggen. Een dergelijk voorbehoud zou het publiek reden tot groot cynisme geven.

Ik ben het eens met commissaris Wallström dat het fantastisch zou zijn als we erin slagen deze langdurige onderhandelingen tijdens het Sloveens voorzitterschap af te ronden, zodat we goed toegerust zijn om kiezers in de verkiezingen van de lente van 2009 tegemoet te treden. We zouden trots moeten zijn op deze hervormingen, die, naar ik meen, het gehele Parlement zal kunnen steunen.

 
  
MPphoto
 
 

  David Hammerstein, namens de Verts/ALE-Fractie. (ES) Voorzitter, mijnheer Diamandouros, de Verts/ALE-Fractie wil het instituut Ombudsman versterken om het publieke vertrouwen in de Europese instellingen te vergroten. Hoe kunnen we dit doen? Door ermee in te stemmen dat de Ombudsman volledige toegang tot alle soorten documenten krijgt, met inbegrip van geheime documenten.

Bovendien zijn we zeer verheugd dat de Ombudsman de getuigenis moet horen van ambtenaren van de Europese instellingen en dat deze niet verplicht mogen worden om altijd volgens de instructies van hun superieuren te spreken. Dat is belangrijk.

Het is ook van belang, zoals ook wordt vermeld in het Verdrag van Lissabon en in dit verslag, dat de Ombudsman de bevoegdheid heeft tussenbeide te komen in zaken voor het Hof van Justitie. Ook onderschrijven we de oproep van de Ombudsman tot grotere transparantie in het algemeen, en ook in dit Huis, ten aanzien van geld voor Parlementsleden.

Dit is de tweede keer dat het Europees Parlement voorstellen heeft gedaan voor verbeteringen in het statuut van de Ombudsman. De laatste keer heeft de Raad die verbeteringen tegengehouden. Ik ben ervan overtuigd dat de werkelijke bevoegdheden van de Ombudsman deze keer eindelijk duidelijk zijn gemaakt, en dat we echt een middel hebben gecreëerd om het vertrouwen in de Europese instellingen van de doorsnee burger te vergroten.

 
  
MPphoto
 
 

  Íñigo Méndez de Vigo (PPE-DE). - (ES) Voorzitter, enkele van mijn medeparlementsleden zullen zeggen: Wat is hier vandaag aan de hand? Hebben we ons verstand verloren? Een punt van de Commissie constitutionele zaken van tien tot elf uur ‘s avonds? Wat is er dan gebeurd? Heeft Andrew Duff een klap uitgedeeld en Graham Watson naar de tweede rij van de ALDE-Fractie verbannen? Wat hebben we hier in de PPE-DE-Fractie gedaan? Nee, al wat we hier hebben gedaan is voldoen aan de aanbeveling van de werkgroep Parlementaire hervorming, die zegt dat we, als we met weinigen zijn, elkaar moeten proberen op te zoeken, al was het alleen maar om warm te blijven en ons niet alleen te voelen.

Maar even serieus, Voorzitter, ik vind dat de vergadering vanavond een belangrijk onderwerp behandelt. Ik ben zeer verheugd dat de Ombudsman hier bij ons is. Omdat het, zoals Margot Wallström, vicevoorzitter van de Commissie zeer terecht heeft opgemerkt, na een decennium, normaal en goed is even afstand te nemen om te bekijken wat er niet functioneert en wat verbeterd zou kunnen worden in het werk van de Ombudsman.

Dit is precies het doel van het verslag van Anneli Jäätteenmäki en ik wil haar graag bedanken voor haar goede samenwerking met ons allen, en voor haar pogingen consensus te bereiken, wat aantoont dat we, hier in de Europese instellingen, leven in een democratie met een consensueel en niet een conflictueus karakter. Dus, gefeliciteerd, mevrouw Jäätteenmäki.

Wat we probeerden te bereiken, Voorzitter, is iets heel eenvoudigs. Toen de positie van de Ombudsman in het leven werd geroepen door het Verdrag van Maastricht, stonden we voor een belangrijke keuze tussen een voornamelijk economische Unie en een meer op de politiek gerichte Unie. De Ombudsman vormde een belangrijk element in die overgang.

Nu willen we de Ombudsman in zijn werk blijven steunen, zodat hij een onmisbare speler kan blijven in zijn rapprochement tussen de instellingen en de Europese burgers.

Ik ben er daarom van overtuigd dat de hervormingen die – ik herhaal, met algemene stemmen – door de Commissie constitutionele zaken worden voorgesteld, in die richting zullen gaan. Bij de volgende mini-plenaire zitting zullen we debatteren over het verslag van de heer Stubbs, die een ander belangrijk aspect behandelt, namelijk transparantie in de Europese instellingen. Beide verslagen wijzen in dezelfde richting, Voorzitter, en laten zien dat wij ons hier, zelfs om vijf voor elf ‘s avonds, inzetten voor onze burgers.

 
  
MPphoto
 
 

  Richard Corbett (PSE). - (EN) Voorzitter, de afstand van de burgers tot Europese instellingen is onvermijdelijk groter dan die tot nationale of lokale instellingen. Daarom kennen we het subsidiariteitsbeginsel, dat zegt dat we niet op Europees niveau moeten doen, wat heel goed op nationaal of lokaal niveau kan worden gedaan.

Dat is ook de reden dat we een institutioneel systeem hebben dat burgers kan garanderen dat de instellingen zo open, democratisch en correct mogelijk opereren, als we wél op Europees niveau handelen. Daarom hebben we een Europees Parlement, zodat Europa niet alleen maar wordt overgelaten aan ministers en technocraten, diplomaten en bureaucraten. Daarom hebben we het Hof van Justitie, als garantie voor de rechtstaat.

Daarom hebben we ook de Ombudsman, zodat zelfs de burgers die niet week in week uit onze beraadslagingen volgen – en dat zijn er veel – ervan verzekerd kunnen zijn dat we die hoge standaard hanteren, en dat er na beschuldigingen van wanbestuur, correct en onpartijdig onderzoek plaatsvindt.

Zoals commissaris Wallström heeft gezegd, moeten de burgers er echter wel op vertrouwen dat de Ombudsman dat kan doen. Zelfs als zich tot nu toe geen gevallen hebben voorgedaan van ambtenaren die, vóór een verhoor door de Ombudsman, instructies van “hogerhand” hebben gekregen, wat neerkomt op censuur, en zelfs als er tot nu toe geen problemen zijn geweest met toegang tot vertrouwelijke documenten, is het belangrijk dat onze burgers inzien dat dit soort zaken geen beletsel kunnen vormen en niet als excuus gebruikt kunnen worden om zaken voor de Ombudsman verborgen te houden.

Daarom ben ik verheugd dat de Ombudsman het initiatief heeft genomen tot voorstellen voor veranderingen in zijn statuut. Mijn fractie zal de veranderingen die door de Commissie constitutionele zaken zijn goedgekeurd, steunen en ik ben ervan overtuigd dat het gehele Parlement ze van harte onderschrijft.

 
  
MPphoto
 
 

  Dushana Zdravkova (PPE-DE). - (BG) Ik wil graag de rapporteur, Anneli Jäätteenmäki, feliciteren met het feit dat er, sinds het Verdrag van Lissabon en het Handvest van de grondrechten zijn getekend, een nieuw kader voor de rol van de Ombudsman in moderne sociale relaties is voorgesteld. Ik ben ervan overtuigd dat hij door dit document zijn plicht efficiënter kan vervullen en dat hij hierdoor Europese burgers effectief kan beschermen tegen gevallen van slecht bestuur van Europese instellingen.

Zowel onze discussies als het verslag zijn gericht op het gevoelige onderwerp van de toegang van de Ombudsman tot informatie, met inbegrip van geheime informatie. Volgens mij zouden Europese instellingen verplicht moeten zijn toegang tot elk soort informatie te verlenen, als we ervoor willen zorgen dat de Ombudsman effectief werk kan verrichten en dat we in het onderzoek naar objectieve waarheid het best mogelijke resultaat behalen, wat in de eerste plaats een algemeen belang is. Tegelijkertijd moet de Ombudsman echter worden geïnformeerd om welk soort informatie het gaat, vooral als het vertrouwelijke informatie betreft. Het is zeker heel belangrijk dat de privacy van burgers wordt gerespecteerd, vooral bij gebruik van geheime informatie. Ik denk dat de rapporteur erin is geslaagd het midden te vinden tussen individuele rechten en algemeen belang. Hierdoor krijgt de Ombudsman toegang tot alle informatie in een zaak, zodat hij of zij deze kan beheersen terwijl tegelijkertijd aan alle regels wordt voldaan, waaraan de instellingen die dergelijke informatie verschaffen ook moeten voldoen. Dit is een garantie voor de bescherming van de desbetreffende informatie én voor de bescherming van de rechten van Europese burgers.

Het versterken van de rol van de Ombudsman als bemiddelaar tussen de Europese instellingen en de burgers zal een bijdrage leveren aan de ontwikkeling van de democratie en zal de beginselen van de rechtstaat verstevigen. Daarom is het heel belangrijk dat hij of zij niet alleen op Europees niveau, maar ook op nationaal niveau aanwezig is, vooral in landen waar democratische beginselen en controle nog opgebouwd moeten worden en waar de overheidsstructuren op nationaal niveau geen oplossing kunnen bieden aan de burgers, die toch ook burgers van de Europese Unie zijn. Daarom wil ik graag extra aandacht vestigen op de noodzaak om de samenwerking tussen de EU-instellingen en de Ombudsman te verbeteren. Vooral het contact tussen de Ombudsman en de Commissie verzoekschriften is belangrijk; zij moeten in het belang van de Europese burgers samenwerken. Het is ook van belang een effectiever systeem van praktische manieren voor samenwerking te ontwikkelen.

 
  
MPphoto
 
 

  Metin Kazak (ALDE). - (FR) Voorzitter, dames en heren, het verslag van Anneli Jäätteenmäki komt op een zeer belangrijk moment in het proces van Europese integratie: de goedkeuring van het Verdrag van Lissabon en het Europees Handvest van de grondrechten. De erkenning, voor het eerst, van het recht van de burgers van Europa op goed bestuur, is een belangrijke stap naar meer transparantie. Hiermee wordt ook voldaan aan de noodzaak dat de handelingen en het gedrag van communautaire instanties niet alleen in overeenstemming zijn met de geldende regels, maar ook met de verwachtingen die de Europese belastingbetaler van een verantwoordelijk, onpartijdig en efficiënt bestuur heeft.

De voorgestelde veranderingen zouden het mogelijk maken iedere mogelijke onwil van communautaire instellingen om tijdens een onderzoek volledig mee te werken aan opheldering van de feiten, weg te nemen. De mogelijke wil om bepaalde aspecten van de waarheid te verdoezelen, door vage teksten aan te nemen die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, kan niet worden getolereerd. Dit geeft een bestuur veel te veel vrijheid en vergroot zijn beoordelingsbevoegdheid op een onevenredige en onacceptabele wijze.

De Ombudsman heeft het vertrouwen van de burgers nodig en deze verwachten van hem dat hij verstandig optreedt bij het beschermen van hun rechten. Hij heeft echter ook de plicht om de vertrouwelijkheid van de informatie die hij ontvangt, te respecteren. Ik feliciteer Anneli Jäätteenmäki, omdat zij het juiste midden heeft gevonden tussen deze twee vereisten en omdat zij evenwichtige oplossingen heeft aangedragen, die de effectiviteit van de rol van de Ombudsman als morele autoriteit versterken en de transparantie van de Europese instellingen vergroten. Hiermee wordt, in de geest van het nieuwe Handvest, het recht van iedere Europese burger op goed bestuur bevestigd.

 
  
MPphoto
 
 

  Margot Wallström, vicevoorzitter van de Commissie. (EN) Voorzitter, ik wil de geachte Parlementsleden bedanken voor deze discussie en voor hun opmerkingen. Veel Parlementsleden hebben opgemerkt dat dit een kwestie van bevoegdheden en ook van vertrouwelijkheid is. Die twee kwesties zijn met elkaar verbonden, en ik ben er zeker van dat deze hervormingen de ambiguïteit zullen wegnemen die instellingen misschien af en toe gebruikt hebben om zich achter te verschuilen. De hervormingen zullen procedures moderniseren en openbreken en zullen zorgen voor meer duidelijkheid en transparantie, wat nodig is in deze tijd en om aan de verwachtingen van burgers te voldoen.

Ik wil graag van deze gelegenheid gebruikmaken om Anneli Jäätteenmäki nogmaals te bedanken voor haar open en constructieve samenwerking met ons en voor de informatie die zij ons over haar werk heeft gegeven. Ik wil ook de Ombudsman zelf graag bedanken, omdat ik in de gelegenheid was om zijn werk te volgen en ik mij ervan bewust ben hoe correct, serieus en betrokken hij zijn taken uitvoert. Ik ben hier echt van onder de indruk en ik heb veel vertrouwen in hem.

Met dit initiatief helpen we de Ombudsman ook om zijn statuut op één lijn te brengen met wat we van de Ombudsman zouden verwachten in zijn onderzoek naar gevallen van wanbestuur binnen onze instellingen.

 
  
MPphoto
 
 

  Anneli Jäätteenmäki, rapporteur. (FI) Voorzitter, ik wil alleen nog maar iedereen bedanken voor de uitstekende samenwerking. En ik hoop dat we in dit stadium van de laatste herziening de juiste formulering zullen vinden, zodat er meer vertrouwen ontstaat door EU-handelingen, dat er adequate bronnen voorhanden zullen zijn en dat de Ombudsman kan beschikken over alle nodige informatie. Zo niet, dan zal het, zoals ik al heb gezegd, slecht voor de rechtstaat en voor transparantie zijn. Ik denk echter dat we wel tot een gemeenschappelijk standpunt kunnen komen, omdat het nu alleen nog maar om een paar kleine veranderingen gaat.

 
  
MPphoto
 
 

  De Voorzitter. − Het debat is gesloten.

De stemming vindt dinsdag, 22 april 2008 plaats.

 
Juridische mededeling - Privacybeleid