De Voorzitter. − Spoštovani gospod predsednik Republike Slovenije. Het is mij een groot genoegen de president van de Republiek Slovenië vandaag hier te kunnen verwelkomen in het Europees Parlement in Straatsburg. Welkom, mijnheer de president.
Slovenië is op 1 mei 2004 tot de Europese Unie toegetreden en bekleedt op dit ogenblik het voorzitterschap van de Raad. Mijnheer de president, u bent sinds vier maanden president van Slovenië en in deze periode hebben wij elkaar al drie keer ontmoet: de eerste keer twee dagen voordat u officieel uw ambt aanvaardde in Ljubljana, vervolgens op 8 januari bij de officiële opening van het Europees Jaar van de interculturele dialoog en ten slotte in februari in New York tijdens het themadebat van de Algemene Vergadering van de VN over klimaatverandering.
Mijnheer de president, u bent de derde president van Slovenië sinds uw land onafhankelijk is geworden. U kunt terugblikken op een lange en succesvolle loopbaan als hoogleraar internationaal recht en vooral heeft een groot deel van uw carrière als diplomaat bij de Verenigde Naties gewerkt. Acht jaar lang was u permanent vertegenwoordiger van Slovenië bij de Verenigde Naties en vijf jaar lang was u adjunct-secretaris-generaal voor politieke zaken. Nu heeft Slovenië de grote eer om als eerste van de nieuwe lidstaten – de landen die op 1 mei 2004 tot de Europese Unie zijn toegetreden – en als eerste voormalig communistisch land en als eerste Slavisch land het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie te bekleden.
Dit voorrecht brengt een grote verantwoordelijkheid voor Slovenië met zich mee, die u hebt geaccepteerd, want de nieuwe lidstaten die deze verplichting op zich hebben genomen, dragen nu ook de verantwoordelijkheid voor de grote familie van de Europese Unie. Voor Slovenië houdt het voorzitterschap van de Raad nog een andere verantwoordelijkheid in jegens zijn buurlanden, de Westelijke-Balkanlanden.
Slovenië is een voorbeeld voor deze landen, doordat het land hun laat zien dat succes mogelijk is, dat zij lid kunnen worden van de Europese Unie en dat toetreding stabiliteit, ontwikkeling en welvaart oplevert.
Mijnheer de president, ik nodig u met genoegen uit het woord te richten tot dit Huis. Izvolite, prosim!
Danilo Türk, president van de Republiek Slovenië. − (SL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, het is een grote eer om in deze gewaardeerde vergadering te mogen spreken. Slechts een maand geleden hebben wij de vijftigste verjaardag van de eerste zitting van het Europees Parlement gevierd. Dit jubileum is een uitstekende gelegenheid om over het heden en over de toekomst van de Europese Unie na te denken. Vandaag heb ik de bijzondere gelegenheid om mijn gedachten met u – de gekozen vertegenwoordigers van de naties van Europa – te delen.
Het Parlement en natuurlijk de Europese Unie zijn een imposante verwezenlijking van een grote visie, een visie van duurzame vrede en welvaart, een geest van samenwerking en voortdurend toenemende integratie, waarvan de Europese naties profiteren. De grondleggers van deze visie – Jean Monnet, Robert Schuman, Konrad Adenauer, Alcide de Gasperi en anderen – hielden het waarschijnlijk niet voor mogelijk dat, 51 jaar na de oprichting van de Europese Gemeenschappen, in een sterk geïntegreerde Europese Unie na haar belangrijke uitbreiding in het jaar 2004, Slovenië, als eerste land van de nieuwe lidstaten, het voorzittende land zou zijn en de Sloveense president het woord tot het Europees Parlement zou richten.
Maar hun gevoel van voldoening zou waarschijnlijk sterker zijn dan hun verbazing. Het Europees project is niet alleen succesvol geweest, het project heeft ook bewezen dat het een groot veranderingsvermogen bezit, waarmee een heel nieuw soort Europa wordt gevormd. Een Europa dat in zijn lange historie nog niet eerder heeft bestaan. Wat vandaag nog belangrijker is, is dat de Europese Unie door het Europees project zichzelf al in grote mate heeft bewezen als wereldfactor en als wereldspeler. En dit is precies waar ik het vandaag over wil hebben.
Wat heeft dit ongelofelijke succes, de vorming van een grote en belangrijke wereldspeler zoals deze, mogelijk gemaakt? Welke conclusies kunnen we nu hieruit trekken? Zijn wij in staat om de in het verleden opgedane kennis toe te passen in de uitdagingen waar wij vandaag en in de toekomst voor staan? Wij moeten ons deze vragen steeds blijven stellen. De Europese Unie zal met de toenemende mondialisering voortdurend voor gecompliceerde vraagstukken komen te staan en zij zal met geloofwaardige oplossingen moeten komen. Vooropgesteld dat zij haar dynamiek behoudt, zal de Europese Unie een succesverhaal blijven en bewijzen dat zij een wereldspeler is van steeds groter belang en ik voeg daaraan toe – van politiek belang. Vooruitgang is een voorwaarde voor succes. Vandaag de dag wordt van de Europese Unie verwacht dat zij de rol van wereldleider op zich neemt.
Op veel gebieden staat haar rol al vast of wordt er op haar gerekend. Ik zal twee van deze gebieden noemen: opwarming van de aarde en mensenrechten.
In het afgelopen jaar heeft de Europese Unie milieukwesties en in het bijzonder de opwarming van de aarde in haar beleidvoering centraal gesteld. Dit is zonder enige twijfel een wijs besluit geweest, omdat klimaatverandering en milieubederf duidelijk de ernstigste bedreiging en de grootste uitdaging vormen waarvoor wij allen staan. De Europese Commissie heeft bijzondere doelen vastgesteld die de Europese Unie in staat stelt om op internationaal niveau een voortrekkersrol te spelen. Het hoofddoel is om tegen 2020 een vermindering van de broeikasgassen met twintig procent ten opzichte van 1991 te bereiken. De EU verbindt zich autonoom tot het behalen van dit doel. Het initiatief voor een nog vooruitstrevender doel zou deel uit moeten maken van een algemene internationale overeenkomst waarbij ook andere belangrijke spelers zijn betrokken. In casu zou de Europese Unie volgens het voorstel van de Europese Commissie zelfs bereid zijn om een vermindering van dertig procent over dezelfde periode te verwezenlijken. Deze doelen zijn zo belangrijk en vooruitstrevend dat zij daadwerkelijk een herscheppende visie teweegbrengen voor het nemen van maatregelen tegen de opwarming van de aarde om zo een noodzakelijk voorbeeld te stellen en wereldwijd leiderschap te tonen.
Kunnen deze doelen echter worden bereikt of worden zij nog een onoverkomelijke hindernis? Het antwoord hierop is nog niet helemaal duidelijk. Vorige maand was de Europese Raad zeer te spreken over een voorstel van de Europese Commissie – als een goede grondslag voor een overeenkomst. Uit enquêtes van dit jaar en vorig jaar blijkt hoeveel er daadwerkelijk kan worden bereikt voor de conferentie van december 2009 te Kopenhagen. Ik wil er met nadruk op wijzen dat het Europees Parlement met de oprichting van een speciale Commissie klimaatverandering het belang van deze kwestie al heeft erkend en dat het in dit verband een uiterst belangrijke taak te vervullen heeft.
De taak die voor ons ligt is waarschijnlijk een moeilijke taak. De bezorgdheid die in de Europese media merkbaar begint te worden, komt tot uitdrukking in een reeks gemengde boodschappen. Er zijn uitingen van steun, maar er zijn ook sceptische geluiden te horen waaruit de bezorgdheid klinkt die door enkele Europese takken van industrie is geuit. Men is onder andere bezorgd over het feit dat, omdat de wereldeconomie moeilijkheden ondervindt, mededinging ook steeds moeilijker wordt waardoor milieukwesties op dat moment minder belangrijk worden.
Moeilijke tijden zoals deze vormen een echte uitdaging voor het leiderschap. Het is duidelijk dat de opwarming van de aarde al het punt heeft bereikt, waarbij de internationale gemeenschap voor een duidelijke keuze staat: ofwel doorgaan met de huidige groeimethoden en een eventuele ramp op de koop toe te nemen, of de moed verzamelen voor een herscheppende aanpak waarmee de gevolgen van de opwarming van de aarde voldoende kunnen worden afgezwakt en het ergste kan worden voorkomen. Wij zullen hier niet in slagen als wij groei blijven verafgoden. Hoewel het geen gemakkelijke opgaaf is om dit te bereiken, is dit in wezen aan de orde van de dag. Ik hoop dat wij dit jaar ervoor kiezen de weg te volgen die leidt tot diepgaande verandering.
Hiervoor is het noodzakelijk om de kring van pleitbezorgers aanzienlijk uit te breiden. Hoe dan ook, er zijn al een hoop mensen die inzien dat het roer volledig om moet. Niet-gouvernementele organisaties, de media en andere krachten van het maatschappelijk middenveld worden gemobiliseerd. Binnen de zakelijke gemeenschap zijn er aanwijzingen voor een sterke trend naar de ontwikkeling van op schone energie gebaseerde, nieuwe technologieën en steeds meer mensen zijn bereid om hun gedragspatroon als consument te veranderen.
De tendensen moeten nu worden samengesmeed tot een doelgerichte beweging. Tijdspad en plaats zijn bekend. Volgens het actieplan dat vorig jaar in Bali is aangenomen, zullen de onderhandelingen naar verwachting volgend jaar worden afgerond met de goedkeuring van een internationale overeenkomst die in 2012 het Protocol van Kyoto zal gaan vervangen. Ofschoon de onderhandelingen in de Verenigde Naties worden gevoerd, is het belangrijk dat er vanuit alle hoeken steun wordt geboden. Tijd en plaats stellen ons in staat om onze krachten te bundelen en daarbij moet de Europese Unie het voortouw nemen.
Dames en heren, het milieu is niet de enige kwestie waarin de Europese Unie op internationaal niveau een voortrekkersrol op zich moet nemen. De Unie moet ook een grotere rol spelen bij de wereldwijde inspanningen ten behoeve van de rechten van de mens. Dat de Europese Unie de rechten van de mens ondersteunt, spreekt voor zich. De Europese instellingen zijn gebaseerd op de beginselen van de rechtsstaat en van de rechten van de mens en Europa is een gebied waar de rechten van de mens worden gewaarborgd.
Bekrachtiging van het Verdrag van Lissabon door alle lidstaten eind dit jaar, het jaar waarin wij de zestigste verjaardag van de Universele Verklaring van de rechten van de mens vieren, betekent ook dat het hele scala aan de in het Handvest beschreven burgerlijke, politieke, economische en sociale rechten van de EU-burgers voor het eerst in de geschiedenis van de Unie juridisch bindend is.
Wereldwijd gezien is de situatie niet bemoedigend. In veel plaatsen op de wereld zijn talrijke voorbeelden van systematische schending van de rechten van de mens te vinden. Dit is deels toe te schrijven aan een ongebreideld streven naar economisch voordeel ongeacht de behoeften van de plaatselijke bevolking en het milieu. Vooral de armen en de inheemse bevolking worden regelmatig met armoede en honger en in sommige gevallen zelfs met uitsterven bedreigd. In gewapende conflicten in een aantal gebieden in Afrika en Azië vinden er voortdurend gruwelijkheden en misdaden tegen de mensheid plaats.
De Europese Unie moet ingrijpen met voorstellen van economische modellen voor duurzame groei en door middel van humanitaire en diplomatieke inspanningen, maar ook door het opleggen van sancties die de beslissingen van het Internationaal Gerechtshof kracht bijzetten. Op dit punt moet de Europese Unie een voortrekkersrol spelen, met name omdat het internationale optreden op het gebied van de rechten van de mens ondermaats is.
De Raad voor de rechten van de mens van de VN zet zich nog steeds in voor correcte werkwijzen. Zijn inspanningen voor het opzetten van een universeel periodiek beoordelingssysteem voor de mensenrechten op internationaal niveau zijn veelbelovend, maar nog steeds niet doeltreffend. Zijn activiteiten tegen talrijke systematische schendingen van de rechten van de mens zijn niet voldoende geïntegreerd. Dit kan langzaam aan worden veranderd, maar niet zonder effectief leiderschap van de VN-lidstaten die zich echt voor de rechten van de mens inzetten.
In wezen is dit zelfs onmogelijk zonder een grotere leidende rol van de Europese Unie die de belangrijkste groep invloedrijke VN-lidstaten vertegenwoordigt. Enkele andere traditionele voorstanders van de rechten van de mens zijn de afgelopen tijd minder actief geworden en zij hebben zich dan ook niet aangemeld om deel te nemen in de Raad voor de rechten van de mens van de VN. De toenemende ongerustheid door terrorisme en andere bedreigingen van de veiligheid en de niet altijd even goed doordachte reacties hierop hebben duidelijk hun weerslag op de mate waarin men ontvankelijk is voor de rechten van de mens. De Europese Unie moet deze leemten opvullen.
De Unie moet ook nieuwe manieren van samenwerking met de VN-Veiligheidsraad zien te vinden. Mede dankzij de activiteiten van de Veiligheidsraad in Darfur kon de rol van het Internationaal Gerechtshof bij de vervolging van degenen die de meest afschuwelijke misdaden van deze tijd hebben begaan, worden vastgelegd. Bijna precies een jaar geleden heeft het Internationaal Gerechtshof een bevel tot inverzekeringstelling tegen enkele van deze misdadigers gegeven. Men moet zich blijven inspannen om hen voor het gerecht te slepen en de samenwerking met de Veiligheidsraad blijft hierbij van het uiterste belang.
Losstaand van de activiteiten van de VN-Veiligheidsraad, moet de Europese Unie maatregelen in overweging nemen die kunnen bijdragen aan de doeltreffendheid van het Internationaal Gerechtshof. Ik wil benadrukken dat juist de internationale rechtspraak de basis van de hedendaagse internationale activiteit met betrekking tot de rechten van de mens vormt en daarbij is doeltreffende steun vereist.
De Europese Unie dient ook opkomende democratieën over de hele wereld te steunen die zich daadwerkelijk inzetten voor de rechten van de mens. Zij zijn geïnteresseerd in internationale activiteiten, maar tegelijkertijd moeten zij rekening houden met hun regionale en etnische afkomst en ervoor zorgen dat deze aspecten niet worden verwaarloosd bij alle internationale activiteiten met betrekking tot de rechten van de mens. In ieder geval zijn deze landen partners van de Europese Unie en het partnerschap met deze landen moet worden gekoesterd.
Dames en heren, de vele vormen van internationale activiteit op het gebied van de rechten van de mens kunnen doeltreffend zijn als zij voortkomen uit een stevige basis en uit respect voor de rechten van de mens op basis van bepaalde grondbeginselen in het eigen land. Dit houdt onder meer in de bescherming van de mensenrechten van migranten en asielzoekers en een zorgvuldige toepassing van de wetten indien er sprake is van beschuldiging van terrorisme. Er moet echter blijven gewerkt aan het leggen van deze basis. Het Verdrag van Lissabon omvat het Handvest van de grondrechten van de EU en een verbeterde besluitvormingsprocedure die de goedkeuring van moedige en creatieve oplossingen met betrekking tot de rechten van de mens vergemakkelijkt.
Voor de Europese Unie is de eis van creativiteit niet nieuw. Europese creatieve ongedurigheid, zoals de Duitse president Horst Köhler twee jaar geleden in zijn toespraak tot dit Parlement zei, heeft Europa geholpen om diverse sociale en politieke uitdagingen in zijn strijd voor vrijheid en waarheid aan te gaan, met het vermogen om solidariteit werkelijkheid te laten worden en een betere wereld voor iedereen te creëren. Creativiteit en creatieve ongedurigheid zijn echter op geen enkel gebied zo noodzakelijk als op het gebied van het immigratiebeleid en de integratie van immigranten in de samenleving.
Europa vergrijst en zal niet langer de rol van wereldleider kunnen spelen zonder een succesvol demografisch beleid. Dit beleid omvat onvermijdelijk migratiebeheer. Europa heeft behoefte aan nieuwe mensen die positief van geest zijn en in staat zijn om hun deel bij te dragen aan de vorming van een betere wereld voor iedereen. De politieke maatregelen die het integratieproces van migranten bevorderen, zijn duidelijk verschillend en moeten op gepaste wijze worden samengesteld, naargelang van de situatie in elk gastland dat de immigranten ontvangt. Sommige elementen zijn breder toepasbaar en in enkele gevallen kan de Europese Unie ook iets leren van niet-Europese landen, zoals Canada.
Migratiebeleid vereist een aantal gecoördineerde doelen op het niveau van de Europese Unie als geheel. Het doel van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel tot 2010 lijkt zowel vooruitstrevend als urgent. Ook noodzakelijk is een verbeterde coördinatie tussen het immigratiebeleid en het beleid voor ontwikkelingshulp. De Europese Unie moet haar rol in de VN-dialoog op hoog niveau over migratie versterken.
Tegelijkertijd is creativiteit vereist in verband met de integratie van immigranten en hun gemeenschappen. Economische welvaart en grotere opwaartse sociale mobiliteit zijn de sleutel tot een succesvol migratiebeleid. De uitoefening door etnische minderheden van ondernemingsactiviteit, bijvoorbeeld, levert werkgelegenheid op en draagt aanzienlijk bij aan de economie van de ontvangende landen. Anderzijds kunnen overheden hun eigen bijdrage leveren door middel van adequate regelingen en kwalificatieprogramma’s en algemene steun voor vrij ondernemerschap.
Integratie moet naast taalcursussen en toegang tot de universiteit bestaan in gemakkelijke toegang tot kwaliteitsopleidingen. Onderwijs is een voorwaarde voor de succesvolle integratie van immigranten in de hele maatschappij.
En succes moet zichtbaar worden gemaakt. Immigranten die succes hebben, moeten de kans krijgen om op televisie en in andere media te verschijnen en moeten als voorbeeld dienen. Dit zal het bredere publiek helpen begrijpen dat diversiteit en integratie in de maatschappij samen kunnen gaan en dat non-discriminatie en gelijke kansen tot de belangrijkste politieke deugden behoren. Niets is zo succesvol als het succes zelf. En niets op televisie maakt meer indruk dan het succes van degenen die aan de rand van de maatschappij zijn begonnen.
Ik heb enigszins de nadruk gelegd op immigratie- en integratiekwesties vanwege hun belang voor de toekomst van Europa en omdat zij tot een van de gebieden horen waarop de Europese creativiteit op de proef wordt gesteld. In het verleden is de Europese Unie erin geslaagd om het merendeel van haar sociale vraagstukken op te lossen, waardoor zij wereldwijd een voorbeeld is geworden van sociale rechtvaardigheid en economische welvaart. Er is geen enkele reden waarom onze generatie geen goede oplossingen op het gebied van immigratie en integratie zouden kunnen vinden. Bij de integratie van mensen die over beroepskwalificaties beschikken en in staat zijn en de wil hebben om aan de toekomst en welvaart van Europa bij te dragen, is Europa sterk gebaat.
Dames en heren, vandaag de dag hebben wij zonder twijfel beleid, visie en creativiteit nodig. Tegelijkertijd moet de Europese Unie bewijzen dat zij in staat is om pragmatische oplossingen voor verschillende uitdagingen te blijven vinden. We moeten niet vergeten dat pragmatisme vijftig jaar geleden de belangrijkste factor was voor de vorming van de Europese Gemeenschappen en zelfs tot op de dag van vandaag nog altijd de sleutel tot succes vormt.
De oprichting van de Europese Gemeenschappen vanwege winstgevende economische doeleinden was een uitzonderlijk pragmatisch idee, waardoor het mogelijk werd om ontwikkeling verder te integreren. De ontwikkeling van de Europese Economische Gemeenschap naar een douane-unie en zelfs verder, het vermogen om nieuwe vormen van samenwerking en nieuwe instellingen met aanvullende bevoegdheden te ontwikkelen en het vermogen om geografisch gezien uit te breiden, illustreren het belang dat pragmatisme in de geschiedenis en de ontwikkeling van de Europese Unie heeft gehad.
De Unie staat op dit ogenblik voor nieuwe uitdagingen waarbij een pragmatische aanpassing is vereist. Een van de belangrijkste uitdagingen is in de eerste plaats haar verdere uitbreiding. Hoewel het duidelijk is dat al die landen die een EU-lidstaat proberen te worden, alle kandidaat-lidstaten, aan de criteria moeten voldoen, zouden we geen van deze landen mogen weerhouden een lidstaat te worden louter op basis van politieke moeilijkheden of culturele vooroordelen. (Applaus)
Bij haar inspanningen om op wereldniveau een vooraanstaande rol van strategisch belang te spelen heeft de Europese Unie Turkije nodig. Derhalve moeten de toetredingsonderhandelingen met Turkije worden voortgezet. De Unie mag Turkije niet het vooruitzicht om lid te worden onthouden. Dit is tenslotte al bevestigd. Mocht dit onverhoopt toch gebeuren dan komt de geloofwaardigheid van de Europese Unie zelf in het geding.
De Europese Unie kan er geen vrede mee hebben dat er een “zwart gat” in de Westelijke Balkan is. De toetredingsonderhandelingen moeten een duidelijk vooruitzicht op het EU-lidmaatschap voor de Westelijke Balkan inhouden. Om dit te bewerkstelligen is verdere samenwerking met de afzonderlijke landen uit deze regio vereist teneinde het vermogen van deze landen om aan de criteria voor lidmaatschap te kunnen voldoen te versterken, maar ook met de hele regio die een kader nodig heeft voor discussie en voor het oplossen van de problemen die de landen uit deze regio gemeen hebben. De Europese Unie moet in haar nabuurschapsbeleid in het oosten en elders hetzelfde pragmatisme toepassen waarmee in het verleden resultaten zijn behaald. Zonder in te gaan op de details wil ik benadrukken dat Oekraïne en Moldavië het vooruitzicht op een Europees lidmaatschap nodig hebben en dat dit hun niet mag worden onthouden.
Dames en heren, pragmatisme uit zich zowel in praktisch handelen als in het denken. Het is duidelijk dat de kandidaat-lidstaten op alle punten aan alle vereiste criteria met betrekking tot het lidmaatschap moeten voldoen. Er zijn goede redenen aan te voeren waarom de regels van de Unie inzake de vervulling van de toetredingscriteria consequent en streng zijn. Als er een lange weg te gaan is naar het voldoen aan deze criteria, het zij zo. Een of twee jaar onderhandelen is een lage prijs voor het behoud van de geloofwaardigheid van de Europese Unie en de eerbiediging van haar normen. Het uitbreidingsperspectief, het vooruitzicht op de toetreding van nieuwe lidstaten, moet geloofwaardig blijven.
De landen die in staat zijn om aan de criteria te voldoen, moeten niet van het uitbreidingsproces van de Europese Unie worden uitgesloten. Het gevoel te zijn uitgesloten leidt tot ontevredenheid en dit leidt op zijn beurt tot instabiliteit. Derhalve moeten we pragmatisch blijven denken en verdere uitbreiding moet worden bezien in het licht van wat de Europese Unie als wereldspeler vereist.
Dames en heren, tot slot wil ik zeggen dat de Europese Unie een enorme historische prestatie is. Zij heeft nu het niveau bereikt waarop ze zich dringend bewust moet worden van haar leidende rol bij de gebeurtenissen in de wereld en van de verantwoordelijkheid die dit met zich meebrengt. Voorts mag worden verwacht dat de Europese Unie een voortrekkersrol speelt bij alle vraagstukken zoals de opwarming van de aarde en de rechten van de mens.
Creativiteit zal de centrale drijfkracht blijven achter de zoektocht naar doeltreffend beleid op gebieden zoals immigratie en integratie. En uiteindelijk blijft ook pragmatisme in alle vraagstukken met betrekking tot verdere uitbreiding uitermate belangrijk en noodzakelijk, opdat de Europese Unie een leidende rol op wereldniveau zal kunnen spelen. Misschien klinkt dit allemaal een beetje gewichtig, maar in ieder geval is vooruitgang het beste middel tegen stagnatie. In dit opzicht vormt de tijd waarin we nu leven geen uitzondering, ondanks dat de hedendaagse vraagstukken van nu gevarieerder zijn dan die van vroeger. We moeten echter niet vergeten dat ook dit een natuurlijk gevolg is van succes. (Applaus)
De Voorzitter. − Mijnheer de president, wij danken u hartelijk voor uw Europese toespraak. Uw aanwezigheid hier en uw toespraak hebben duidelijk gemaakt dat Slovenië en het Sloveense voorzitterschap onder leiding van premier Janus Janša – en ik zie hier twee ministers zitten: Janez Lenarčič en Janez Podobnik – nauw samen willen werken met het Europees Parlement. Als president van Slovenië heeft u die boodschap op een krachtige manier overgebracht.
Onze ervaring hier in het Europees Parlement heeft geleerd dat de omvang van het land – klein, middelgroot of groot – niet bepaalt of een EU-voorzitterschap succesvol is; dit hangt sterk af van de geest die de toon van het voorzitterschap bepaalt. Omdat Slovenië – en zijn president – een gedrevenheid hebben die voortkomt uit zo’n Europese geest, denk ik dat we gerust kunnen zeggen dat dit een voorzitterschap is dat Europa vooruit zal helpen en wij willen u hiervoor hartelijk danken.
(Applaus)
Wij willen u ook danken voor het steunen van de prioriteiten van het Europees Parlement. Ik zal twee prioriteiten noemen die u hebt besproken. De eerste is klimaatbescherming. Als we ons aan het tijdschema houden, zullen we ons werk op tijd kunnen vervolmaken opdat er een EU-standpunt is voor de VN-Top in Kopenhagen in december 2009. Wij willen u tevens bedanken voor uw oproep tot eerbiediging van mensenrechten. Als wij, het Europees Parlement, niet opkomen voor de rechten van de mens, wie doet het dan? Overheden laten zich zo vaak leiden door andere belangen – wat begrijpelijk is – maar we moeten een manier vinden om deze belangen en onze waarden beter op elkaar af te stemmen, zodat mensen hier werkelijk profijt van hebben en daarom staan de rechten van de mens centraal in ons beleid, hier in het Europees Parlement.
Mijnheer de president, dank u voor uw bezoek aan het Europees Parlement. U blijft nog even bij ons. Nogmaals spreek ik namens het Huis mijn dank uit aan u persoonlijk en aan het Sloveense voorzitterschap. Wij wensen u het allerbeste voor de resterende tijd van deze zes maanden dat Slovenië voorzitter is van de Europese Unie. Als u slaagt, slagen wij immers allemaal en daarmee bedoel ik de hele Europese Unie. Dat is ons gezamenlijk doel. Dank u. De plechtige vergadering is gesloten.