De Voorzitter. – Het volgende punt op de agenda is het verslag (A6-0077/2008) van mevrouw Hall, namens de Commissie industrie, onderzoek en energie, over de selectie en machtiging van systemen die mobiele satellietdiensten leveren (COM(2007)0480 – C6-0257/2007 – 2007/0174(COD)).
Viviane Reding, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil allereerst het Parlement danken dat het het Commissievoorstel behandelt als een zaak van urgentie. Ik weet dat dat niet gemakkelijk is. Het Parlement heeft het schier onmogelijke gedaan om dat voor elkaar te krijgen.
Mobiele satellietdiensten vormen een sector met veel potentieel voor Europa, met toepassingen die variëren van hogesnelheidsinternet en mobiele omroep tot hulpdiensten.
De ontwikkeling van een op concurrentie gebaseerde interne markt voor mobiele satellietdiensten, zal zorgen voor schaalvoordelen en leiden tot een efficiënter gebruik van het spectrum, en dat allemaal in het voordeel van ondernemingen en verbruikers. Timing is echter van het grootste belang als we de huidige kansen voor mobiele satellietsystemen niet willen missen.
Met dit initiatief wordt een pan-Europese, bindende procedure voor de selectie van specifieke satellietexploitanten ingevoerd, en die procedure is werkelijk in meerdere aspecten zeer innovatief. Ik ben daarom bijzonder dankbaar voor de inspanningen die uw rapporteur, mevrouw Hall, en alle andere collega’s in het Europees Parlement zich hebben getroost om in een zeer kort tijdbestek te komen tot consensus in het Parlement en de Raad.
Het verslag bevat veel amendementen die strekken tot het opnemen van details in het wetgevingsbesluit waarvan het aanvankelijk de bedoeling was dat ze pas tijdens de implementatie van de selectieprocedure aan de orde zouden komen. Daartoe behoren onder meer een gedetailleerde beschrijving van de selectiecriteria, de weging van deze criteria, de duur waarvoor de bevoegde nationale autoriteiten de machtigingen verlenen, enzovoorts.
Een dergelijke gedetailleerdheid is niet gebruikelijk in wetgevingsteksten. Toch is de Commissie bereid de amendementen van het Parlement over te nemen. Deze amendementen zullen natuurlijk zorgen voor een mate van transparantie die nog groter is dan de toch al grote transparantie waarin het voorstel voorziet. Verder zijn de hoofdonderdelen van het voorstel – in het bijzonder het competitieve karakter van het selectiemechanisme, de basisstructuur van de selectieprocedure en de belangrijkste mijlpalen en selectiecriteria – grotendeels ongewijzigd gebleven.
Ondanks deze aanvullende details hebben het Parlement en de Raad voor verscheidene stappen in de implementatie van de selectieprocedure om specifieke comitéprocedures gevraagd.
Ik moet erop wijzen dat deze procedures – die ofwel regelgevingsprocedures zijn of procedures met toetsing – minder flexibel en meer tijdrovend zijn dan wat de Commissie heeft voorgesteld. Terwijl de Commissie bereid is om zich op dit punt flexibel op te stellen en bedoelde amendementen over te nemen, moet duidelijk zijn dat dit gevolgen kan hebben voor het tijdschema van de selectieprocedure. Dit is van cruciaal belang en daarom roep ik alle bij de implementatie betrokken partijen op om zich flexibel op te stellen bij het vaststellen van de praktische regelingen die nodig zijn om de selectie van satellietexploitanten zo snel mogelijk succesvol af te kunnen sluiten.
In dit verband verzoek ik de Raad alle noodzakelijke inspanningen te doen om nog vóór de vergadering van de Raad Telecommunicatie van juni een akkoord te bereiken, zodat een besluit kan worden genomen. Ik ben me er dus van bewust dat de juristen bij de Commissie, het Parlement en met name de Raad, nog veel werk moeten verrichten.
Concluderend: De Commissie kan zich verenigen met de amendementen die door mevrouw Hall zijn ingediend. Ze komen overeen met de compromistekst van het Sloveense voorzitterschap en effenen de weg voor een akkoord in eerste lezing.
Ik ben vol vertrouwen dat dit degelijke compromis door het Parlement breed zal worden ondersteund.
Fiona Hall, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil om te beginnen mijn dank uitspreken aan iedereen die aan de totstandkoming van de MSS-beschikking heeft bijgedragen. Ik doe dit niet omdat het gebruikelijk is dit te doen, maar omdat het feit dat de beschikking deze week in de plenaire vergadering als een akkoord in eerste lezing kan worden behandeld, alleen mogelijk is door de grote steun van mijn collega’s in dit Huis en door de hulp van de Commissie bij het verwerven van aanvullende informatie. Ik wil ook mijn diepe dank uitspreken aan het Sloveense voorzitterschap, dat net als het Parlement vastberaden was om in het belang van de Europese concurrentiepositie snel een akkoord te bereiken.
In februari 2007 kwamen de lidstaten overeen om de 2 GHz-radiofrequentiebanden beschikbaar te stellen voor een geharmoniseerde aanpak van mobiele satellietdiensten, teneinde interferenties en versnippering van de interne markt te voorkomen en het mogelijk te maken dat aanbieders van Europese MSS-technologie zich een positie op de wereldmarkt verwerven. De MSS-beschikking die we vandaag behandelen, is bedoeld voor het instellen van een gemeenschappelijke procedure voor het selecteren en machtigen van de exploitanten van deze pan-Europese mobiele satellietdiensten.
De verschillen die men tijdens het debat en de onderhandelingen over deze beschikking moest overbruggen, waren niet zozeer van partijpolitieke als van institutionele en geografische aard. Om te beginnen waren de Parlementsleden bezorgd dat in het ontwerpvoorstel van de Commissie bepaalde elementen van het selectie- en machtigingsproces minder een technisch dan een politiek karakter hadden en dat het daarom niet gepast was om de details via comitologie te regelen. Met name Parlementsleden en ministers van lidstaten aan de periferie van de EU waren erg bezorgd dat de selectiecriteria in het voordeel zouden werken van exploitanten die met hun dienst alleen het centrum van Europa kunnen bestrijken.
Sommige Parlementsleden waren ook bezorgd dat de selectiecriteria geen afspiegeling zouden vormen van de vaak door het Parlement verwoorde wens tot het garanderen van diensten van algemeen belang en de integratie van landelijke en minder ontwikkelde gebieden. Deze moeilijkheden werden opgelost door in de tekst op gedetailleerde en transparante wijze aan te geven welk gewicht moest worden gegeven aan geografische dekking, aan diensten ten behoeve van openbare veiligheid en civiele bescherming, en aan diensten die aan consumenten in landelijke en afgelegen gebieden worden verstrekt.
Vooral belangrijk was het compromis dat werd bereikt voorafgaande aan de stemming in de Commissie industrie, onderzoek en energie, ingevolge waarvan alle aanvragers de toezegging moeten doen dat in elke lidstaat diensten worden geleverd aan ten minste vijftig procent van de bevolking en dat die diensten ten minste zestig procent van het totale landoppervlak van elke lidstaat bestrijken. Hoewel dit minder is dan de dekking van honderd procent die sommige collega’s hadden gewild, denk ik dat dit gezien de technische en economische belemmeringen waar de industrie mee te maken heeft, een realistisch compromis is. Bovendien behouden de lidstaten het recht het spectrum voor andere doeleinden te gebruiken in gebieden die en voor de duur dat deze buiten het dekkingsgebied van een mobiele satellietdienst blijven, en lidstaten kunnen exploitanten de verplichting opleggen dat hulpdiensten ingeval van een ernstige ramp via de mobiele satellietsystemen moeten kunnen communiceren.
Concluderend: Ik denk dat we heel snel een erg goed akkoord hebben bereikt waar zowel burgers als de industrie van zullen profiteren. Ik vertrouw erop dat het akkoord in juni definitief kan worden ondertekend, zodat nog vóór de zomer de eerste oproep tot het indienen van aanvragen kan worden gepubliceerd. En ik hoop dat de volgende keer dat de lidstaten en de Commissie besluiten dat ze op een bepaalde frequentie een pan-Europese dienst nodig hebben, ze de MSS-beschikking zullen zien als voorbeeld van hoe in snel tempo een akkoord kan worden bereikt door het Parlement uitvoerig bij de inhoud van de tekst te betrekken.
Ruth Hieronymi, rapporteur voor advies van de Commissie cultuur en onderwijs. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, ook ik zou allereerst mijn waardering aan mevrouw Hall willen uitspreken voor haar buitengewoon ambitieuze streven om op tijd een resultaat voor dit moeilijke verslag te behalen. Dat is haar gelukt!
Het verslag was moeilijk omdat nog voordat het Telecompakket wordt herzien, regels moeten worden vastgesteld voor het speciale geval van Europawijde mobiele satellietdiensten. Het is de verdienste van het Parlement en met name van zijn rapporteur, dat we erin zijn geslaagd een manier te vinden voor het nemen van een preliminair besluit als dit, dat niettemin ruimte biedt voor voldoende transparantie en waarbij een uitzonderlijk besluit ook daadwerkelijk aan uitzonderlijke omstandigheden wordt gekoppeld.
Daar ben ik erg blij mee en daarom kan ik namens de Commissie cultuur en onderwijs zeggen dat we het behaalde resultaat steunen, omdat het drie volgens de commissie belangrijke elementen bevat. Ten eerste doet de beschikking geen afbreuk aan de bevoegdheid van de lidstaten om te bepalen hoe frequenties worden toegewezen. Ten tweede is de beschikking ook gekoppeld aan de Richtlijn Audiovisuele mediadiensten. En ten derde kan zo ook het mediapluralisme en de culturele diversiteit binnen deze diensten worden versterkt.
Nu kunnen we alleen nog maar hopen dat dit werk zich ook zal lonen en er werkelijk pan-Europese mobiele satellietdiensten komen. Dat is wat we van deze beschikking verwachten.
Jean-Pierre Audy, namens de PPE-DE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, ik wil allereerst mijn dank uitspreken aan mevrouw Hall, de rapporteur voor dit complexe onderwerp, voor de bereidheid om met de rapporteurs van de fracties samen te werken. Ik betrek hierbij mijn collega mevrouw Niebeler, voorzitter van de Commissie industrie, onderzoek en energie – de commissie ten principale – die voortreffelijk werk verricht.
Het voorgestelde compromis is bevredigend. Het is het resultaat van lange discussies met het Sloveense voorzitterschap – dat ik overigens feliciteer met de kwaliteit van het geleverde werk – en zou ons in staat moeten stellen al in eerste lezing tot een akkoord te komen, zodat snel mobiele satellietdiensten worden geleverd.
Dit is een groot Europees succes – prima gedaan commissaris – omdat in de toekomst systemen voor mobiele satellietdiensten, zoals snelle datatransmissie of mobiele televisie, zullen worden geselecteerd op Europees niveau. Dit is een bewijs van efficiëntie, een betere economie en communautaire preferentie.
We zijn ons ervan bewust dat dit een compromis is. Maar we zijn al ver gekomen en ik ben blij dat de Commissie akkoord is gegaan met een vergroting van de dienstverlening aan burgers, aangezien elk systeem vanaf de ingebruikneming ervan zestig procent van het grondgebied van de Unie moet bestrijken en uiterlijk zeven jaar daarna het hele grondgebied. Ik ben blij dat de hoofdcriteria voor de vereiste dekking betrekking hebben op het grondgebied en niet alleen op de bevolking, wat betekent dat ook de inwoners van landelijke en afgelegen gebieden toegang zullen hebben tot satellietdiensten. Dit is iets wat me na aan het hart gaat, omdat ik zelf uit een landelijk gebied kom dat nog steeds niet helemaal kan profiteren van de technologische infrastructuur waar bewoners van grote stedelijke gebieden wel toegang tot hebben. Het gaat om gelijke kansen voor alle burgers, ongeacht waar ze wonen in de Europese Unie.
Zodra de tekst door het Parlement is aangenomen en door de Raad goedgekeurd, dient de Commissie alles te doen om ervoor te zorgen dat in snel tempo voor een redelijke prijs mobiele satellietdiensten worden geleverd. Deze diensten vormen grote financiële en technologische uitdagingen, maar ze bieden Europa de gelegenheid tot het creëren van een speerpuntsector op dit terrein.
Tot slot hoop ik dat de durf en genialiteit van de Europese fabrikanten ze ertoe brengt om aan de slag te gaan met dit politieke compromis en dat ze eens te meer laten zien dat ze over een enorme capaciteit voor technologische aanpassing beschikken.
Catherine Trautmann, namens de PSE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, eindelijk staan we aan de vooravond van de stemming in het Parlement over de korte golf, waarnaar door de exploitanten en de meerderheid van de lidstaten zo is uitgekeken. We wijzen op het belang van deze frequenties, waar tot dusver geen gebruik van is gemaakt omdat men zich onvoldoende bewust was van de mogelijkheden voor diensten waarvoor met name het Parlement zich erg heeft uitgesproken, namelijk mobiele televisie, datatransmissie en hulpdiensten. Die bewustheid is er nu wel.
Het is waar dat de methode misschien niet de beste is. Gebleken is dat deze ietwat “impressionistische” aanpak, waarbij met fijne penseelstreken een zeer gedetailleerd frequentieplan is opgesteld, zijn beperkingen kent. We zullen proberen een en ander bij de behandeling van het telecommunicatiepakket te verhelpen. Wat mobiele satellietdiensten betreft, is het eindresultaat in essentie een balans tussen politieke ambitie en economische haalbaarheid. Zo drong het Parlement met name aan op voldoende geografische dekking als bescherming tegen het risico dat binnen of tussen de lidstaten een digitale kloof ontstaat. Het gewicht dat wordt gegeven aan de verschillende criteria die bij de “schoonheidswedstrijd” worden gehanteerd, vormt een juiste afspiegeling van het “gewicht” van de zorgen die door het Parlement en de Europese burger zijn verwoord, met name ten aanzien van overheidsdiensten.
Tot slot is de mogelijkheid om ingeval van een ramp de toegewezen frequenties op te eisen, in overeenstemming met de lopende discussie hierover binnen de ITU en de strekking van het debat dat vorig jaar tijdens de wereldconferentie van de ITU is gevoerd over de bijdrage van telecommunicatiesystemen aan de bescherming van menselijk leven.
Als schaduwrapporteur voor de Sociaal-democratische Fractie wil ik benadrukken hoe plezierig ik de samenwerking met rapporteur Hall heb gevonden, die duidelijk vastbesloten was om haar opdracht tot een goed einde te brengen. Ik prijs ook het Sloveense voorzitterschap voor zijn effectieve bijdrage, dat bij zijn vuurdoop met deze netelige kwestie werd geconfronteerd.
Tot slot wil ik mijn waardering uitspreken voor de bereidheid van commissaris Reding tot samenwerking, alsook voor de technische samenwerking tussen de Commissiediensten, het secretariaat van de Commissie industrie, onderzoek en energie, en de juristen en linguïsten van de beide wetgevers, die ons in staat hebben gesteld een kwaliteitstekst te produceren. Ik ben ook blij dat ik de twee trialogen heb mogen voorzitten. Die hebben duidelijk gemaakt over welke punten nog moest worden gedebatteerd en welke problemen nog moesten worden opgelost.
Het Parlement heeft zich vanwege de korte deadline voor de satellietprogrammering en gezien de economische en industriële belangen die op het spel staan, inschikkelijk getoond bij de totstandkoming van het akkoord met de Raad. De vereiste financiële investeringen zijn groot en risicovol, en we willen allemaal dat het lukt. Daarom sluit ik mijn inbreng af met een oproep aan het voorzitterschap en de Commissie om de toezegging te doen dat de termijnen voor de goedkeuring van de tekst en voor de publicatie van de oproep tot het indienen van aanvragen, in acht worden genomen en dit nog vóór de zomer gebeurt.
Jaromír Kohlíček, namens de GUE/NGL-Fractie. – (CS) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, de Europese Unie is momenteel een van de belangrijkste spelers in ruimtevaartzaken. Het ambitieuze plan voor de lancering van een satelliet voor het satellietnavigatiesysteem Galileo, is daarvan voldoende bewijs. Alle systemen voor satellietcommunicatie zouden dezelfde frequentiebanden moeten gebruiken, namelijk 1980 tot 2010 MHz en 2170 tot 2200 MHz. Het is alleszins verstandig om met deze beschikking te proberen de versnipperde regelingen van de afzonderlijke landen in een uniform kader bij elkaar te brengen en een uniforme procedure voor de toewijzing van frequenties vast te stellen. Voor een bepaalde satelliet zouden de frequenties voor alle lidstaten dezelfde moeten zijn. Daarmee worden niet alleen schadelijke interferenties voorkomen, maar wordt ook een uniforme ontwikkeling van dit deel van de sector – satellietcommunicatie – mogelijk gemaakt. Aangezien de Europese Unie op het terrein van de satellietcommunicatie momenteel veertig procent van de wereldmarkt in handen heeft, is duidelijk dat een gemeenschappelijk non-discriminatoir beleid de belangrijke rol van de Unie in de ruimtevaartsector aanzienlijk kan versterken.
Naar onze mening leidt de voorgestelde oplossing tot een veel betere ontwikkeling van de technische en economische aspecten van satellietcommunicatie. Alleen een uniforme oplossing voor alle 27 lidstaten kan de bestaande nationale administratieve hindernissen uit de weg ruimen. Deze sector biedt werkgelegenheid aan geschoolde arbeidskrachten, waardoor het raadzaam is de sector te ondersteunen. De resolutie wordt door de volledige GUE/NGL-Fractie gesteund.
Nikolaos Vakalis (PPE-DE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, laat ik om te beginnen zeggen hoe trots ik ben op het werk dat we in het Parlement verrichten met betrekking tot het verslag dat we hier vandaag behandelen.
Dit is niet alleen een kwestie van nieuwe technologieën. We praten over de belangrijke rol van een heel scala van nieuwe technologische toepassingen bij het versterken van de sociale, economische en territoriale samenhang van de EU, alsook bij de omvorming van de traditionele economie tot een kenniseconomie.
De boodschap die de Europese burgers vandaag vanuit dit Parlement bereikt, is dat binnen zeven jaar na implementatie van de MSS-systemen, iedereen, zelfs de bewoners van de meest afgelegen dorpen in de Unie, toegang hebben tot satellietdiensten en mobiele terrestrische diensten. Dat betekent zeer snelle Internetverbindingen, mobiele televisie, satelliettelefoon en bovenal noodhulp en bescherming door de overheid ingeval van natuurrampen.
We hebben er in de Commissie industrie, onderzoek en energie hard voor gestreden dat geen regio van deze diensten wordt uitgesloten. Als dat gebeurt, zal de digitale kloof tussen de stedelijke centra en perifere gebieden in de lidstaten, en in het algemeen tussen de verschillende regio’s van de EU, groter worden.
Concluderend: ik spreek mijn oprechte felicitaties uit aan de rapporteur, mevrouw Hall, en de schaduwrapporteurs voor het feit dat ze erin zijn geslaagd het Parlement en de Raad ervan te overtuigen dat deze zeer belangrijke eisen moeten worden opgenomen in de definitieve wetgevingstekst waarover wij morgen zullen stemmen.
Atanas Paparizov (PSE). - (BG) Mijnheer de Voorzitter, ik dank mevrouw Hall, de rapporteur, voor de inspanningen die ze heeft verricht om ervoor te zorgen dat alle EU-burgers toegang krijgen tot mobiele satellietdiensten.
Dankzij de inspanningen van dit Huis heeft het criterium pan-Europese dekking het grootste gewicht. Andere criteria hebben onder meer betrekking op de vraag of het door een exploitant aangeboden systeem ook diensten in de perifere en dunbevolkte gebieden en diensten van algemeen belang, zoals civiele bescherming en rampenbestrijding, levert.
De resolutie vormt de basis voor het creëren van werkelijke mogelijkheden voor particuliere dienstengebruikers en ondernemers die niet centraal in de EU zijn gevestigd maar in een land in de periferie – zoals mijn land, Bulgarije – om ook toegang te krijgen tot pan-Europese mobiele satellietdiensten, zoals breedbandinternet, mobiele multimediale toepassingen en diensten in verband met civiele bescherming bij natuurrampen of industriële ongevallen, wat natuurlijk de concurrentiepositie van de landen in de periferie helpt verbeteren.
Anni Podimata (PSE). – (EL) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, aangezien het radiofrequentiespectrum een algemeen goed is, kan het vrije spel van de marktkrachten alleen niet verzekeren dat de “wereld van communicatie” voor iedereen openstaat. Er is een tweeledige aanpak van politiek en consumentenbeleid nodig. Wanneer frequenties worden toegewezen, moet primair worden gekeken naar de sociale, culturele en economische waarde van de geleverde diensten. Het mag niet zo zijn dat het er alleen maar om gaat de inkomsten van de MSS-aanbieder en van de overheid te vergroten.
Commissaris, ik geef toe dat ik aanvankelijk teleurgesteld was met de criteria voor de selectie van MSS-aanbieders, en vooral met de verplichte geografische dekking van slechts zestig procent, wat gezien de gewenste pan-Europese dekking en pan-Europese levering van mobiele satellietdiensten vrij schamel is. In een land als Griekenland is het door de vele bergen en eilanden moeilijk om overal netwerken met glasvezelkabels aan te leggen. Vandaar het grote belang van het aanbieden van MSS. Met MSS is het mogelijk het gehele grondgebied van de lidstaten te bestrijken. Dit bevordert een levensvatbare economische ontwikkeling, wat in overeenstemming is met de doelstellingen van de herziene Lissabonstrategie.
Ik wil mijn dank uitspreken aan de rapporteur, mevrouw Hall, en aan de schaduwrapporteur van mijn fractie, mevrouw Trautmann, voor hun bijdrage en voor de effectieve samenwerking met de Raad, waaraan we deze duidelijk verbeterde ontwerpresolutie hebben te danken.
Zdzisław Kazimierz Chmielewski (PPE-DE). - (PL) Mijnheer de Voorzitter, met de beschikking die het Parlement hier vandaag behandelt, beoogt de Commissie het invoeren van geharmoniseerde beginselen voor toegang tot mobiele satellietdiensten in alle lidstaten. De noodzaak van een communautaire oplossing komt natuurlijk voort uit het grensoverschrijdende karakter van satellietcommunicatie. We mogen echter niet de bijzondere betekenis van deze oplossing uit het oog verliezen en er daarom voor zorgen dat bij de selectieprocedure een gepaste zorgvuldigheid wordt betracht. We moeten er met name op letten dat de betreffende frequentiebanden een zichtbare aanvulling vormen op terrestrische mobiele communicatienetwerken, hoofdzakelijk in gebieden waar een verschijnsel dat bekend staat als “digitale kloof” dreigt te ontstaan. We moeten niet zomaar toestaan dat dit gedeelte van het spectrum versnipperd raakt doordat het voor talloze doeleinden wordt gebruikt en, wat nog erger is, de verwachte economische baten teloor laten gaan.
Viviane Reding, lid van de Commissie. − (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil iedereen hartelijk danken, het Parlement en met name zijn rapporteur, mevrouw Hall. Ik denk dat ze hebben getoond de satellietsector waard te zijn, wat een economische sector is, maar bovenal dat ze het respect van de Europese burgers verdienen, die bij het telefoneren, internetten en televisiekijken en als bij een ramp hun veiligheid in het geding is, zullen profiteren van mobiele satellietdiensten. Dit zijn dus diensten die voor ons geweldige Europa zeer belangrijk zullen zijn.
De Commissie zal ondertussen zijn best doen om zo spoedig mogelijk – en dat betekent vóór het einde van de zomer – een oproep tot het indienen van aanvragen te publiceren.
Ik vraag de Raad daarom om haast te maken, zodat de ministers vóór juni een besluit kunnen nemen, zodat we daarna alle voorbereidingen kunnen treffen om de besluiten die het Parlement morgen neemt – in wat werkelijk een adembenemend tempo is – ten uitvoer te kunnen leggen, in het belang van onze industrie en onze burgers.
Dank u voor dit voorbeeldige werk!
Fiona Hall, rapporteur. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het is goed om de commissaris te horen zeggen dat de Commissie alleszins van plan is om dit nog vóór de zomer af te ronden. Dat is werkelijk heel goed nieuws, zowel voor de burger als de industrie.
Verder wil ik iedereen danken voor zijn inbreng in dit debat en nog een keer zeggen dat dit alleen mogelijk is geweest omdat iedereen die betrokken was bij de onderhandelingen over deze beschikking, zich buitengewoon coöperatief heeft opgesteld.