De Voorzitter. – Aan de orde is het verslag (A6-0175/2008) van Alain Hutchinson, namens de Commissie ontwikkelingssamenwerking over de werkzaamheden van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU in 2007 (2007/2180(INI).
Alain Hutchinson, rapporteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dames en heren, het verslag dat ik heb opgesteld voor de Commissie ontwikkelingssamenwerking bespreekt de werkzaamheden van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU (PPV) in 2007. Diegenen van u die actief bij deze werkzaamheden zijn betrokken of gewoon belangstellend zijn, weten dat het niet uitsluitend een formele of symbolische structuur is, integendeel zelfs, aangezien de Vergadering in toenemende mate als een echte parlementaire vergadering functioneert. Haar leden zijn er steeds meer bij betrokken, gezaghebbende cijfers wijzen dit uit en als resultaat daarvan verwerft zij een groeiend politiek belang. Dit is het eerste punt dat ik wilde benadrukken.
Het groeiend politiek belang van de Vergadering wordt ook ontleend aan het feit dat los van de fundamentele kwesties met betrekking tot de samenwerking tussen de ACS en de EU-landen, er ook kwesties worden besproken die onderwerp voor zowel de Europese als de ACS-landen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de economische partnerschapsovereenkomsten waarover wordt onderhandeld tussen de Unie en de ACS-landen. Over deze kwestie heeft de PPV in de Verklaring van Kigali bevestigd dat de betrokken leiders duidelijk wensen dat de Europese Commissie de ACS-landen genoeg tijd geeft om te onderhandelen over regionale ontwikkelingsovereenkomsten. Kigali is niet alleen een gelegenheid om te laten zien dat er echt verzet is tegen deze overeenkomsten, zoals die nu bestaan, maar ook dat het verzet is gebaseerd op zorgen die geheel legitiem zijn en waarmee nu op adequate wijze rekening moet worden gehouden.
Op dezelfde manier hebben veel parlementariërs in de ACS-landen alleen door deel te nemen aan de werkzaamheden van de Vergadering het bestaan vernomen van landenstrategiedocumentendie gebieden van samenwerking tussen de EU en hun eigen landen beschrijven. Dit dient als een geheugensteuntje dat de Vergadering voor veel parlementariërs in de ACS-landen soms het enig mogelijke forum voor een democratische spreekbuis is .
Ik wil ook graag benadrukken dat in we in 2007 getuigen zijn geweest van een toenemende betrokkenheid van het maatschappelijk middenveld in ACS-landen, met uitstekende bijeenkomsten en initiatieven die naast elke PPV-zitting werden georganiseerd. In de strijd voor ontwikkeling door het maatschappelijk middenveld in ACS-landen betekent de Vergadering ook een buitengewoon geschikte gelegenheid voor uitwisseling en ontmoeting. In dit verband moet de Unie de aanwezigheid van deze instituties en NGO’s bij de werkzaamheden van de PPV technisch en financieel steunen.
Tot slot wil ik onderstrepen dat we in ons verslag de PPV aanmoedigen de rol van haar Commissie politieke zaken te versterken. Het achterliggende idee is dat het een echt forum wordt voor preventie en beslechting van conflicten en ter aanmoediging van nauwe samenwerking tussen de werkzaamheden van ACS- en EU-parlementariërs als verkiezingwaarnemers in het kader van verkiezingswaarnemingsmissies van de EU.
U moet ook weten dat de Vergadering in 2007 in Wiesbaden en daarna in Kigali bijeenkwam. Er werden negen resoluties aangenomen. De vaste commissies kwamen vier keer bijeen: twee keer bij de bijeenkomsten en twee keer tussen de bijeenkomsten door in Brussel. Deze commissies die een vervolg moeten geven aan de resoluties hebben sinds 2007 de hoorzitting georganiseerd van de verantwoordelijke commissieleden in de overeenkomstige gebieden.
Los van verscheiden verslagen heeft de bijeenkomst in Wiesbaden een resolutie aangenomen over de situatie in Darfur. Er was een zeer constructief urgentiedebat over de situatie in Zimbabwe. De workshops over immigratie, klimaatverandering en medicijnen voor verwaarloosde ziekten wekten veel belangstelling van een groot aantal deelnemers. De bijeenkomst in Kigali nam drie resoluties uit de verslagen van de vaste commissies aan alsmede twee urgentieresoluties over de natuurrampen in de ACS-landen en over de situatie in de Democratische Republiek Congo.
Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dat was het. Ik heb een korte samenvatting gegeven van een formeel verslag met een politieke inhoud om de werkzaamheden van de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU uit te leggen en effectiever te steunen.
Neelie Kroes, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, dank u wel, ik kan u verzekeren dat het mij werkelijk genoegen doet en ik weet dat mijn geachte collega het zeer betreurt dat hij hier niet aanwezig kan zijn voor deze discussie. Deze uitwisseling van standpunten ligt hem na aan het hart, maar ik kan u verzekeren dat hij zijn tijd niet verdoet: hij is onderweg naar een belangrijke ontmoeting buiten Brussel.
De Paritaire Parlementaire Vergadering is een unieke instelling. De heer Michel is mijn buurman in bijeenkomst van de Commissie en vanochtend heeft hij mij alles verteld over het functioneren van de Vergadering. Dus ik kan nu stellen dat ik een klein beetje op de hoogte ben.
Hij noemde de PPV als plek waar de geest van partnerschap die tot de kern van de Cotonou-akkoord behoort, direct kan worden waargenomen als 156 gekozen vertegenwoordigers van de Europese Unie en van Afrikaanse en Caribische landen en landen in de Stille Oceaan met elkaar de kernvraagstukken van hun samenwerking bespreken. Dat is werkelijk een Noord-Zuiddialoog, een dialoog op basis van gelijkwaardigheid en wederzijds respect die uitstijgt boven de traditionele ontvanger-donorrelatie. Dat is de parlementaire belichaming van eigenaarschap en toezicht.
De aflopen jaren is de Paritaire Parlementaire Vergadering steeds meer parlementair qua kaliber en gedrag geworden,. Zij weerspiegelt daarmee de volwassenheid van de samenwerking tussen de Europese Unie en de Afrikaanse en Caribische landen en landen in de Stille Oceaan. Deze debatten zijn opener van karakter en regionale conflicten vinden minder frequent plaats. Dat is voorwaar een prestatie die de moeite waard is.
De Vergadering is een kader geworden voor een open politieke dialoog en toont dat ze in staat is gevoelige vraagstukken van een belangrijke politieke relevantie te bespreken, zoals goed bestuur, toegang tot gezondheidszorg en het effect van rechtstreekse buitenlandse investeringen, de migratie van geschoolde werknemers en de economische partnerschapsakkoorden.
Het uitstekende verslag van de heer Hutchinson en de Commissie ontwikkelingssamenwerking laat deze evolutie zien. Ik wil de rapporteur ook namens de heer Michel feliciteren met zijn werkzaamheden. Zijn verslag beschrijft de prestaties en uitdagingen, en verkent ook de mogelijkheden voor toekomstige ontwikkeling.
Een prestatie was de belangrijke rol die de Paritaire Parlementaire Vergadering speelde bij het toezicht op de EPA-onderhandelingen waardoor er gedurende het jaar sprake was van een wederzijdse uitwisseling van informatie dankzij de besprekingen met de hoofdonderhandelaars en met mijn geachte collega de heer Michel.
Een andere belangrijk sprong voorwaarts was de overdracht van de landen- en regionale strategiedocumenten door de Commissie aan de Vergadering. Dat is een blijk van vertrouwen in het vermogen van de Vergadering om een grotere politieke rol te spelen. Daarnaast biedt dit ook de mogelijkheid om verdere tekenen van volwassenheid te tonen.
Om het parlementaire toezicht te vergroten, verzocht commissaris Michel aan de commissiedelegaties deze strategiedocumenten ook door te geleiden aan de voorzitters van de nationale parlementen via de nationaal ordonnateur van het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF) in de begunstigde landen. Zoals u weet, kan de Commissie deze documenten niet rechtstreeks doorzenden, aangezien de nationaal ordonnateur volgens het Cotonou-akkoord ons officiële aanspreekpunt is voor alle kwesties van programma’s en tenuitvoerlegging met betrekking tot het Europees Ontwikkelingsfonds.
Tegelijkertijd heeft het secretariaat van de PPV ook deze documenten aan de vertegenwoordigers van de respectieve landen in de PPV verstrekt. We hebben dus reden om te geloven dat de nationale parlementen op de hoogte zijn en deel kunnen nemen aan het toezicht op en de controle van de ontwikkelingsprogramma’s.
Het is waar dat de capaciteit van de nationale parlementen vaak te beperkt is om hun rol bij de voorbereiding en de uitvoering van de programma’s van het Europees Ontwikkelingsfonds volledig te vervullen. Daarom financiert het Europees Ontwikkelingsfonds de steun van instellingen in veel ACS-landen.
Naast het toezicht op de landenstrategiedocumenten is het uitvaardigen van algemene en sectorale programma’s voor begrotingssteun de beste manier om parlementaire controle op de EOF-fondsen te waarborgen. Op deze manier worden de externe fondsen volledig geïntegreerd in de nationale begrotingsprocedure waarbij de nationale parlementen een belangrijke rol vervullen. Dat is een van de redenen voor het besluit van de Commissie om ongeveer 45 procent van de 10e EOF toe te kennen aan programma’s voor begrotingssteun in 44 landen. Vergeleken met de 25 bij het begin van de 9e EOF is er sprake van een opwaartse trend.
Tot slot maak ik van deze gelegenheid gebruik om mijn gelukwensen uit te spreken aan de regering en het parlement van Rwanda en aan het Duitse voorzitterschap voor hun uitstekende organisatie van de bijeenkomsten van de Vergadering vorig jaar.
VOORZITTER: MANUEL ANTÓNIO DOS SANTOS Ondervoorzitter
Filip Kaczmarek, namens de PPE-DE-Fractie. – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ik dank de heer Hutchinson en feliciteer hem met zijn verslag dat erg goed is. Ik deel de opvattingen, waarnemingen en tevredenheid van de rapporteur over dergelijke onderwerpen als een grotere betrokkenheid van de leden van de Vergadering bij de werkzaamheden, de kwaliteit van de debatten en de relevantere aard van deze debatten. Ik ben het er mee eens dat de grotere betrokkenheid van niet-gouvernementele organisaties bij de werkzaamheden van de Vergadering een zeer positief fenomeen is.
In de tussentijd kan ik niet zwijgen over een aantal bedroevende aspecten die uit de observatie van de werkzaamheden van de Paritaire Parlementaire Vergadering naar voren komen. Ik vind het een grote schande dat tijdens de besprekingen, debatten en onderhandelingen over gezamenlijke projecten tussen de ACS-vertegenwoordigers en de vertegenwoordigers van het Europees Parlement niet alle onderwerpsgebieden worden aangepakt met evenveel diepgang aan dialoog en verlangen om te komen tot een gemeenschappelijk standpunt. Mijn indruk is dat men zich aan de kant van de ACS meer concentreert op economische zaken en minder aandacht heeft voor en betrokkenheid toont bij politieke zaken.
In 2007 werd een ongewoon enthousiasme en vastberadenheid getoond in besprekingen met een economisch karakter, primair bij onderhandelingen met betrekking tot economische partnerschapsakkoorden (EPA’s). Natuurlijk is daar niets mis mee. Maar een gelijke, sterke motivatie om lastige maar belangrijke politieke problemen op te lossen, is nauwelijks waarneembaar. De heer Hutchinson herinnerde eraan dat we de situatie in Zimbabwe hebben besproken. Toch was er geen resolutie. Deze trend om geen resoluties aan te nemen, is echter nog steeds aanwezig. Dit jaar hielden we een debat over Tsjaad; een compromistekst voor een resolutie werd aangenomen, maar de resolutie zelf werd door onze ACS-partners verworpen.
Het lijkt me dat ons doel moet zijn om meer evenwicht te bereiken tussen economische en politieke doelen. Ik begrijp dat het soms gemakkelijker is om ons te concentreren op economische zaken, omdat ze belangrijker lijken en gemakkelijker zijn te ontwikkelen dan politieke zaken. Aan de Europese zijde moeten we ons echter richten op het laten zien dat er geen voortgaande ontwikkeling kan zijn zonder vrede, stabilisatie, mensenrechten, rechtsstaat en beter management.
Marie-Arlette Carlotti, namens de PSE-Fractie. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, ik wil allereerst de heer Hutchinson feliciteren met zijn uitstekend verslag.
In 2007 kregen we de bevestiging van zowel de opkomst als de relevantie van de rol van de PPV bij de belangrijke uitdagingen van de Noord-Zuiddialoog. Wat betreft politieke crisissituaties hebben onze urgentiedebatten geleid tot een grondige constructieve dialoog zonder taboes over vraagstukken zoals Haïti, Zimbabwe en Ethiopië. De introductie van de regionale PPV-bijeenkomsten, waarvan de eerste mogelijk Namibië is gehouden, zullen naar mijn mening leiden tot een verdere verdieping van deze politieke dialoog.
Over de tenuitvoerlegging van het EOF zijn er sinds eind 2007 landelijke en regionale strategiedocumenten aan de ACS-regeringen voorgelegd. De PPV moet nu een strategie en een werkwijze aannemen om het beste vervolg en het toezicht op het gebruik van deze fondsen te waarborgen.
Wat betreft de economische partnerschapsakkoorden (EPA’s), door besprekingen en ontmoetingen met economische leiders en leden van het maatschappelijk middenveld, door een open politieke dialoog met onze parlementaire collega’s in het Zuiden, heeft de PPV in 2007 de EPA’s tot een politieke prioriteit verheven. De verklaring van Kigali die de heer Hutchinson al eerder noemde, is hiervan een voorbeeld.
Het spijt me dat het Europees Parlement deze verklaring verwierp, ondanks het feit dat hierover is onderhandeld door de vertegenwoordigers van de uiteenlopende fracties hier die unaniem vóór de verklaring stemden. Het heeft er de schijn van dat als we een standpunt in Afrika hebben ingenomen dit soms lastiger is uit te voeren als we terug zijn in Europa.
Het spijt mij ook dat de Europese Commissie de standpunten van de ACS-parlementariërs binnen de PPV negeert en dat zij een bulldozeraanpak prefereert, omdat zij elke heronderhandeling of heroriëntatie van de EPA’s weigert in overweging te nemen. Het voorstel voor de instelling van een nieuw parlementair lichaam krachtens de Caribische overeenkomst maakt de verwarring nog groter.
Tot slot, ik kan het feit niet goed overbrengen dat in 2007 de officiële ontwikkelingsbijstand van de gehele EU voor eerst sinds 2000 werd verminderd. Ik vind dat op het punt van internationale solidariteit het meeste telt dat we woord houden. Verscheidene lidstaten waaronder de mijne, doen dat niet. De PPV moet in 2008 alert en resoluut doorgaan met de strijd voor EPA’s en lobbyen voor een adequate heronderhandeling van interim-overeenkomsten – voor hen die dat willen – overeenkomstig de belofte gedaan door commissaris Barroso. Datzelfde geldt ook voor de 10e EOF die nu in de actieve uitvoeringsfase verkeert, maar het risico loopt dat de toewijzingen anders worden besteed om de EPA’s te financieren.
DE PPV is een uniek forum en een uniek instrument voor de Noord-Zuiddialoog. Het is een gelegenheid voor een billijke, duurzame en gezamenlijke ontwikkeling. Mijn collega Hutchinson heeft het allemaal al gezegd en ik wil hem graag nogmaals feliciteren.
Juan Fraile Cantón (PSE). – (ES) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de heer Hutchinson feliciteren met de heldere uiteenzetting in zijn verslag over de werkzaamheden van de Paritaire Parlementaire Vergadering (PPV) in 2007.
De Vergadering is de sterkste pijler van samenwerking geworden tussen de Europese Unie en de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan. Ik wil erop wijzen dat het de enige internationale vergadering is die regelmatig de gekozen vertegenwoordigers van uiteenlopende landen bijeenbrengt ter bevordering van de Noord-Zuid interdependentie.
De PPV heeft de weg gewezen voor economische partnerschapovereenkomsten, die een instrument vormen voor de regionale ontwikkeling en het integratiebeleid voor de ACS-landen en een middel om ze steeds meer op een duurzame manier te betrekken bij de mondiale economie.
Maar over de economische partnerschapsakkoorden (EPA) kan niet zo eenvoudig worden onderhandeld als over de vrijhandelsovereenkomsten. Mijn fractie dringt daarom aan op de mogelijkheid om over onderwerpen in deze akkoorden opnieuw te onderhandelen. Het gaat bijvoorbeeld om diensten, intellectuele eigendom en de “Singapore-kwesties”: investeringen, bevoegdheden en openbare markten, evenals werkgelegenheid en sociale regelgeving en andere onderwerpen met betrekking op duurzame ontwikkeling.
Alessandro Battilocchio (PSE). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, mijn complimenten aan de heer Hutchinson voor zijn werkzaamheden en voor de politieke benadering van zijn verslag die ik onderschrijf. Ik ben blij met de keus voor de weg van dialoog en samenwerking.
Ik wil een punt benadrukken. Om te reageren op de behoeften van de mensen van de ACS-landen en om de ambitieuze millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling te behalen, is het voor de onderhandelingen over economische partnerschapsakkoorden (EPA’s) op nationale en regionale basis noodzakelijk meer open te staan voor democratische participatie en toezicht. Daarom bevestig ik dat de toezeggingen die we hebben gedaan in Kigali tijdens 14e zitting van de Paritaire Parlementaire Vergadering in onze activiteiten centraal staan.
Ik ben ook blij met de verwijzing naar de noodzaak om bij de onderhandeling over en de toepassing van de nieuwe overeenkomsten rekening te houden met de bescherming en verdediging van democratische organen en mensenrechten. Onze inspanningen kunnen en mogen niet worden gereduceerd tot louter economische hulp.
Ewa Tomaszewska (UEN). – (PL) Mijnheer de Voorzitter, ook ik wil graag de heer Hutchinson feliciteren met zijn uitstekend verslag.
Het lijkt me voor ons van belang om te kijken naar de betekenis van dit soort contacten tussen parlementen, tussen groepen parlementen en tussen het Europees Parlement en zowel de ACS-landen als EuroLat in de context van de werelddialoog. Ik ben van mening dat deze vorm de overhand moet hebben in onze contacten. Wat wordt vastgesteld tussen regeringen is van heel andere aard. De dialoog die tussen parlementen plaatsvindt is aanzienlijk breder van aard; deze bevat bredere debatten en het lijkt me dat deze dialoog beter de belangen en zorgen weerspiegelt van de landen die aan een dergelijke dialoog deelnemen. Dus dit type dialoog lijkt me bijzonder waardevol. De politieke aspecten die we willen handhaven, zijn ook van belang: namelijk het bewaren van de vrede, de eerbiediging van de mensenrechten en het functioneren van een maatschappelijk middenveld.
Neelie Kroes, lid van de Commissie. – (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik heb met veel belangstelling geluisterd naar de toespraken van de geachte afgevaardigden. Ik vind niet het de Commissie past om te reageren op of ons te bemoeien met uw agenda en uw prioriteiten, dus zal ik nog niet de gedachten noemen die aan onze kant leven.
Dat is aan u.
Wat betreft de kwestie van de heropening van de onderhandelingen moet het volstrekt duidelijk zijn dat de interim-overeenkomsten de enige manier zijn om de handelsstromen na de deadline van 1 januari 2008 te beschermen. De onderhandelingen kunnen niet worden heropend. Maar de discussie en vandaar de onderhandeling over een volledig EPA – regionaal en met volledig bereik – gaat door.
Alain Hutchinson, rapporteur. – (FR) Mijnheer de Voorzitter, commissaris, dank u voor uw antwoorden en opmerkingen. Ik wil graag erop wijzen dat de PPV eigenlijk een zaak is voor Parlementariërs, maar dat de Commissie natuurlijk een belangrijk rol vervult in het ontwikkelingsbeleid op Europees niveau. Om die reden is mijn wens dat de Commissie niet van oordeel is – en ik denk dat dit in ieder geval voor commissaris Michel geldt – dat de werkzaamheden van deze Vergadering anekdotisch zijn. De Commissie moet niet van oordeel zijn dat deze Vergadering een soort veiligheidsklep is waar de spanningen tussen ons worden besproken. Zij moet rekening houden met de opvattingen die daar worden uitgesproken, aangezien voor veel van onze ACS-collega’s de Vergadering helaas het enig forum is waar ze zich kunnen uitspreken.
In dit verband wil ik erop wijzen dat zover u dat hebt kunnen waarnemen er geen debat in de ACS-parlementen is geweest over de EPA’s of over de landenstrategiedocumenten. Hoewel we de door de bevolking gekozen vertegenwoordigers steunen – verkiezingen links, rechts en in het midden financieren, en proberen ons democratisch model te exporteren – hebben we geen tijd om deze gekozen parlementen te consulteren. Sommige van uw collega’s hebben, zoals mevrouw Carlotti opmerkte, een bulldozeraanpak voor alles gekozen. Ik hoop daarom dat de Commissie werkelijk rekening kan houden met deze werkzaamheden en kan erkennen dat deze uitstekend zijn.
Mensen hebben mij gefeliciteerd met mijn verslag. Ik wil graag mijn collega’s bedanken en ik wil ook mevrouw Kinnock feliciteren die hier niet is, omdat ze als medevoorzitter van de Vergadering feitelijk ergens in het Caribisch gebied is. Ik wil haar feliciteren met het uitstekende werk dat ze als medevoorzitter van deze gezamenlijke Vergadering heeft verricht.
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Richard Seeber (PPE-DE), schriftelijk. – (DE) Een goede verhouding tussen de Europese Unie en de ACS-landen ligt mij na aan het hart en ik ben daarom blij dat de Paritaire Parlementaire Vergadering ACS-EU zich gaat toeleggen op een politiekere vorm en hoedanigheid.
Bij de onderhandelingen over het economisch partnerschapsakkoord en in het algemeen bij samenwerking tussen de EU en ACS-landen moeten onderwerpen als duurzame ontwikkeling, mensenrechten, democratie en het scheppen van functionerende constitutionele stelsels absoluut op de agenda staan.
In geen geval mogen we bescherming van het milieu veronachtzamen en met name niet de strijd tegen klimaatverandering. Zelfs in de regio’s van de ACS-landen kunnen de gevolgen van klimaatverandering zich desastreus ontwikkelen.
De EU moet hier een goed voorbeeld geven en de in 2007 gestelde doelen behalen en verplichtingen nakomen. Alleen dan mogen we dit ook van de ACS-landen verwachten.
Een ander onderwerp waar we beslist mee te maken krijgen, is water. Watertekort en droogte zijn belangrijke problemen in de ACS-landen, waarvoor oplossingen moeten worden gevonden zodat er geen milieugerelateerde migratie plaatsvindt.