De Voorzitter. – Aan de orde is de gecombineerde behandeling van de volgende verslagen:
- A6-0185/2008 van Gianni Pittella, namens de Commissie economische en monetaire zaken over mededinging: sectoraal onderzoek naar retailbanking (2007/2201(INI));
- A6-0187/2008 van Othmar Karas, namens de Commissie economische en monetaire zaken over het Groenboek over financiële diensten voor consumenten in de interne markt (2007/2287(INI)).
Gianni Pittella, rapporteur. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, dankzij het zorgvuldig onderzoek door de Europese Commissie zijn we in staat de starheid die kenmerkend is voor de van retailbankingdiensten voor het voetlicht te brengen. Dit onderzoek waarmee we ons evenals de heer Karas hebben beziggehouden, heeft tot dusver tot een brede, in feite vrijwel unanieme consensus in de betrokken commissie geleid. Ik wil daarom van de gelegenheid gebruikmaken om mijn bijzondere dank uit te spreken aan commissaris Kroes voor de manier waarop zij altijd beschikbaar is voor een debat met het Parlement over deze gevoelige kwestie.
De verhouding tussen consumenten en banken in Europa blijft gecompliceerd vanwege de verstoringen die karakteristiek zijn voor de sector. Deze verhouding is echter van fundamenteel belang en we moeten deze juist voorstellen door te wijzen op tekortkomingen en ondoelmatigheden, door de belangrijke problemen vast te stellen en mogelijk oplossingen hiervoor te zoeken. Zoals in mijn verslag en dat van de heer Karas wordt gesteld, moeten maatregelen van deze aard vooral gericht zijn op het bevorderen van de mobiliteit van de consument om indirect druk op de banken uit te oefenen met hogere efficiencynormen te werken.
Daarom vraag ik mijn verslag om een verandering van bank voor consumenten gemakkelijk en goedkoop te maken. Het veranderen van bank in te veel gevallen in heel Europa een trage en lastige operatie. We zijn ook gekant tegen een contractuele band die niet strikt noodzakelijk is en die de mobiliteit van de consument voorkomt of hindert. We adviseren dat de Europese banksector de procedures moet verbeteren voor het afwikkelen van huidige rekeningen en dat alleen ten volle gerechtvaardigde kosten mogen worden toegestaan. Daarbij moet ervoor worden gezorgd dat deze dienstverlening snel plaatsvindt en dat de kosten niet worden verdubbeld.
We vragen de Commissie ook ervoor te zorgen dat de banken kwalitatief betere informatie verstrekken die toegankelijker is voor consumenten door middel van een informatiepakket met een kostenoverzicht in een vorm die vergelijkingen gemakkelijk maakt. Ik heb zelf een privérekening bij een bank en als ik een informatiepakket thuis ontvang, gooi ik het weg omdat het onbegrijpelijk is; dat geldt voor miljoenen burgers zoals ik. Dit kan niet langer worden geaccepteerd. Mevrouw Kroes, mijnheer McCreevy, als de banken geen aanstalten maken die in lijn met deze voorstellen zijn, vraag ik de Europese Commissie met een wetgevingsvoorstel op dit punt te komen.
Ik vraag ook de haalbaarheid te onderzoeken van een Europese internetzoekmachine, waarmee de klant vergelijkingen kan maken van de diensten die door de verschillende banken worden aangeboden. We moeten in staat met een klik op de computer op internet naar een IT-platform te gaan dat ons in staat stelt te zeggen: hier is een betere keus voor mij. Een dergelijk optie hebben we vandaag niet beschikbaar.
“Afwikkelingsprovisies” vormen nog een andere kwestie. Voor wat betreft het standpunt dat de Europese Commissie in dit debat inneemt, heb ik voorgesteld dat definitieve criteria aan de exploitanten moeten worden gegeven door middel van een richtsnoer voor het vaststellen van de berekeningsmethode voor afwikkelingsprovisies zodanig dat een adequate en transparante behandeling door de sector kan worden gewaarborgd.
Ik zal hier stoppen zodat ik niet de mij toegemeten vier minuten overschrijd. Ik hoop dat het Parlement morgenochtend deze voorstellen zal aannemen en dat de Commissie daaraan een onmiddellijk vervolg zal geven, dat wil zeggen in elk geval snel en specifiek.
Othmar Karas, rapporteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, commissarissen, mijnheer Pittella, ten eerste wil ik nogmaals benadrukken dat de voorstellen van de Commissie, de doelstellingen en eisen van de leden in de twee verslagen en de gevolgen van deze verslagen voor de Europese burgers een betere tijd voor dit debat en een groter aantal toehoorders verdienden.
Ten tweede: met deze verslagen en het debat met de Commissie beginnen we aan de volgende fase in de versterking van vraag en aanbod in de sector financiële dienstverlening. Ik wil de heer Pittella, de heer Schmidt en mevrouw Starkevičiūtė bedanken voor hun doeltreffende samenwerking. De brede meerderheid van de commissie heeft laten zien dat we nader tot elkaar zijn gekomen en toch verdere eisen hebben gesteld.
Wat willen we? We willen de interne consumentenmarkt voor financiële diensten blijven ontwikkelen en deze veranderen in een thuismarkt voor alle consumenten en ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. Ik zeg dit hoewel ik weet dat de retailmarkt meer een lokale dan een mondiale bedrijfstak is en zal blijven. Niettemin is er een groot potentieel, omdat slechts één procent van de consumenten in de EU grensoverschrijdend financiële diensten inkoopt via telecommunicatiemiddelen, terwijl dit cijfer ten minste 26 procent bedraagt voor het binnenland.
Er bestaan – zoals vermeld in de verslagen van de Commissie en het Parlement – ondanks uiteenlopende verantwoordelijkheden ongerechtvaardigde obstakels, wat niet betekent dat er in het verleden niets is gebeurd. Ik wil er graag op wijzen dat er sinds 1988 vooruitgang is geboekt met de liberalisering van het kapitaalverkeer binnen Europa. De consument en de economie hebben geprofiteerd van de invoering van de euro: het Actieplan financiële diensten, het Witboek over het beleid voor financiële dienstverlening 2005-2010 en SEPA, de gemeenschappelijke betalingsruimte voor de euro – consumenten en aanbieders hebben baat bij deze politieke ontwikkeling. Dit is niet het einde, maar we gaan vastberaden voort op dit pad.
De beide verslagen van de Commissie hebben – wellicht evenals de onze – hun zwakke punten. Een daarvan is te vinden in het Groenboek, waarin bijna uitsluitend sprake is van consumenten. Dit gaat niet alleen de interne retailmarkt aan, maar ook het MKB. Verder zijn uitsluitend maatregelen ter bescherming van de consument nog steeds onvoldoende om aanbieders ertoe aan te zetten – en dat weten we – om over de grenzen te gaan. Wanneer je de sectoren bestudeert, is het zwakke punt ongetwijfeld dat we ons baseren op slechts een kleine hoeveelheid gegevens. We vermoeden uitsluitend op basis van prijzen dat er sprake is van een mogelijke marktafscherming.
In ons verslag verzoeken we de Commissie daarom een grondige effectbeoordeling uit te voeren, die ook een component moet bevatten voor de juiste beoordeling van de aanvankelijke marktsituatie en die de integratie en mededinging op de markt en de effecten van een initiatief niet alleen moet beoordelen aan de hand van slechts één indicator, maar met behulp van een zo groot mogelijk scala aan meetwaarden.
We ondersteunen echter ook het uitgangspunt van de Commissie alleen initiatieven te nemen die aantoonbaar concrete voordelen voor de burgers opleveren, stevig zijn onderbouwd door gedegen kosten-batenanalyses, en onderworpen werden aan zorgvuldige effectbeoordelingen.
Ik zou nu op andere zwakke punten kunnen wijzen, maar ik wil me graag beperken tot wat wij ook specifiek hebben benadrukt in de verslagen. Een belangrijke boodschap van dit Parlement is dat we duidelijk erkennen dat de sector gedecentraliseerd is. We hebben spaarbanken en coöperaties nodig naast naamloze vennootschappen. We hebben behoefte aan grensoverschrijdende lokale kampioenen, niet alleen aan mondiale kampioenen. Zij zijn verantwoordelijk voor de lokale dienstverlening, de economische ontwikkeling in de afzonderlijke regio’s en de leveringszekerheid. Het tweede punt is dat we behoefte hebben aan een evenwicht tussen vraag en aanbod. Ten derde is er behoefte aan harmonisering van de vergunnings- en registratieformaliteiten. Verzekeringsmaatschappijen en banken die grensoverschrijdend werken, staan onder toezicht van verschillende financiële autoriteiten. Op dit punt moeten we harmoniseren en gelijke toelatingseisen creëren.
We moeten de handel via het internet uitbreiden. Bevordering van het sluiten van transacties op afstand moet het gebruik van een veilige digitale handtekening stimuleren en de witwasrichtlijn moet worden gewijzigd op punten die hiertegen indruisen.
Andere punten die aan de orde worden gesteld: agenten en makelaars zijn belangrijk voor een grotere concurrentie in de sector financiële dienstverlening. We hebben behoefte aan een eenvoudigere toegang tot kredietgegevens- en kredietkaartregisters en de groepsvrijstellingsverordening moet worden verlengd, want we denken niet dat samenwerking de concurrentie op dit gebied verstoort als de voorwaarden duidelijk zijn vastgelegd.
Ik verzoek de Commissie en mijn collega’s dit verslag in zijn geheel te bestuderen en de overige overwegingen – de 44 verduidelijkingen en maatregelen in mijn verslag – over te nemen en te ondersteunen.
Neelie Kroes, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, het is me een waar genoegen dat ik vandaag hier aanwezig mag zijn om te spreken over de beoordeling en mening van de Commissie over het verslag-Pittella.
Maar eerst wil ik de heer Pittella en de heer Karas complimenteren met hun geweldige werk en het Parlement bedanken voor zijn belangstelling voor deze kwestie.
We zijn het in deze kwestie over veel dingen eens en dat is een goed uitgangspunt. Samen met mijn geachte collega Charlie McCreevy en het DG Interne markt en diensten hebben mijn diensten en ik ons zeer ingespannen om de retailbanking te bestuderen en, evenals u, vragen we ons af wat er kan worden verbeterd. Het zou natuurlijk dom zijn om te zeggen dat alles perfect is. Dus “Wat kan er beter?” is onze belangrijkste insteek voor deze kwestie.
In ons sectoraal onderzoek werd onze aandacht zeer getrokken door de markt van kaartbetalingssystemen ter waarde van 1 350 miljard euro per jaar. Dat is geen kleinigheid – 1 350 miljard euro per jaar. We onderzochten ook de verbetering van kredietregisters, nuttige en nutteloze samenwerking tussen banken en bankkosten.
Als reactie op met name een kernpunt in het verslag-Pittella kan ik concluderen dat we het over veel dingen eens zijn en over één ding oneens. Wat de mobiliteit van klanten betreft: de bal ligt nu bij de branche. Zij moet een gedragscode ontwikkelen en kan wetgeving tegemoetzien als ze geen gebruikmaakt van deze gelegenheid en uitdaging.
Wat consumentenvoorlichting en transparantie betreft: prijsvergelijking en openbaarmaking van productinformatie is essentieel voor consumenten. Maar de sector verzet zich hevig tegen wijzigingsvoorstellen en ik vrees dus dat er van enige vooruitgang wel eens geen sprake zou kunnen zijn. Mijn collega commissaris Kuneva verzamelt bewijzen over de kosten van retailbanking in het kader van het vervolg op haar consumentenscorebord. Ze zal zeker in staat zijn om de diversiteit en transparantie van bankkosten en het bijbehorende niveau van bewustmaking onder consumenten te beoordelen. Dit verzamelen van feiten is de eerste stap op weg naar verandering.
Ik heb goed nieuws over kredietregisters. De eerste bijeenkomst van de deskundigengroep inzake kredietverleden staat gepland voor september 2008, wat niet lang meer duurt. Deskundigen moeten voor 1 mei 2009 hun aanbevelingen voorleggen aan de Commissie.
Kredietbemiddelaars, zoals hypotheekmakelaars, zijn een groeisector met veel kwetsbare klanten. Daarom zal het onderzoek van de Commissie naar hen van groot belang zijn. De resultaten van dat onderzoek zullen naar verwachting in oktober 2008 beschikbaar zijn.
Wat betreft de samenwerking tussen banken, is het DG Mededinging nog steeds bezig met het verzamelen van feiten voor ons sectoraal onderzoek. Daarom is het voor mij in dit stadium nog te vroeg om hier gedetailleerd op in te gaan.
SEPA is nog nieuw en er is concurrentie nodig om het volledig te laten functioneren: met name op dit punt ben ik het eens met het Parlement. Maar ik heb er alle vertrouwen in dat het functioneert zoals we konden verwachten op dit moment.
Het terrein waar we van mening lijken te verschillen, is – zoals eerder gezegd – het verzoek aan de Commissie om richtsnoeren uit te vaardigen over multilaterale afwikkelingsprovisies (MIF’s). Ik moet eerlijk zijn tegenover u en zeggen dat ik er niet van overtuigd ben dat het opstellen van richtsnoeren in dit stadium de juiste zet zou zijn. Op basis van onze ervaring op dit terrein zal ik proberen uit te leggen waarom.
De roep om richtsnoeren en “helderheid” van de Commissie – en ik begrijp de vraag van de rapporteur en zijn team wel – is een voorspelbaar vervolg op onze MasterCard-zaak. Deze beschikking – de MasterCard-beschikking – was echter uitsluitend gebaseerd op de specifieke feiten in die zaak. Wanneer we dergelijke richtsnoeren op slechts één zaak zouden baseren, zouden we de kans lopen om slechte richtsnoeren te maken die afbreuk doen aan onze inspanningen om consumenten te helpen (dat is weer iets wat we gemeen hebben: wij – het Parlement en de Commissie – willen consumenten helpen). Eén zaak is geen basis voor een magische oplossing.
Andere redenen waarom richtsnoeren niet functioneren, zijn dat er in de EU betaalkaartsystemen bestaan die met een MIF werken en andere die dat niet doen. Beslissingen over het bedrijfsmodel en de financieringsmechanismen van een betaalkaartsysteem moeten worden genomen door de betaalkaartsystemen zelf. Het is duidelijk dat de Commissie geen specifieke bedrijfsmodellen kan voorschrijven. De beoordeling van de MIF van een ontwikkeld systeem als MasterCard is niet per se dezelfde als de beoordeling van een MIF die nieuwkomers op de markt willen gebruiken om te gaan concurreren. In dit stadium heeft de Commissie de MIF uitsluitend beoordeeld voor systemen als Visa en MasterCard. In het nieuwe kader dat is vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 1/2003, is het de verantwoordelijkheid van partijen om de rechtmatigheid van hun gedrag op grond van de mededingingsregels van de EG te beoordelen.
Een niet-vertrouwelijke versie van de MasterCard-beschikking is op onze website gepubliceerd. We zijn dus transparant en duidelijk. De beoordeling van de MasterCard-MIF door de Commissie kan door andere betaalkaartsystemen als leidraad worden gebruikt, ook al heeft de boordeling in de beschikking betrekking op de MIF van MasterCard en niet op alle mogelijke MIF’s. Ik doe echter een voorstel om de markt te ondersteunen terwijl deze kwestie zich ontwikkelt – dat is een gebaar van mijn kant. Mijn diensten staan klaar om hierover verder te praten met marktdeelnemers en alle belanghebbenden en ze onderhouden over deze aangelegenheid zelfs al nauwe contacten met de betalingssector.
Maar sta me toe om af te sluiten met een positieve noot. De Commissie is zeer verheugd over de duidelijke steun van het Parlement voor de noodzaak tot het treffen van maatregelen om de mate van efficiëntie en functioneren van de sector retailbanking, die gefragmenteerd blijft langs nationale lijnen, te verbeteren.
Ik werk graag met u samen om de kwestie van de MIF’s aan te pakken. Ik hoop dat we slechts kunnen concluderen dat de toekomst aan ons is.
Charlie McCreevy, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, mijn complimenten aan de Commissie economische en monetaire zaken en de Commissie interne markt en consumentenbescherming, en met name aan de heer Karas en de heer Schmidt, voor het uitstekende werk dat zij hebben verricht bij de opstelling van een grondig en samenhangend verslag.
Ik ben uiterst verheugd over uw brede steun voor onze strategie voor financiële retaildiensten en de belangrijke bijdrage die u hebt geleverd aan het debat over een groot scala aan onderwerpen. Het is niet mogelijk om in de mij toegewezen tijd al onze standpunten over alle kwesties in dit uitgebreide verslag te behandelen. Ik wil me daarom concentreren op twee punten die van bijzonder belang zijn voor de retailsector: onze mening over het kader voor beleggingsproducten voor de consument en ons werk op het gebied van mobiliteit in verband met bankrekeningen.
Eerst wil ik het hebben over beleggingsproducten voor de consument. Ik ben dankbaar voor uw steun voor ons lopende werk dat moet waarborgen dat het regelgevingskader voor de verkoop van beleggingsproducten aan de consument een gelijkblijvend hoog niveau van beleggersbescherming biedt. Ik ben ervan overtuigd dat concurrentie tussen beleggingsproducten de consument echt voordelen kan opleveren. We moeten er echter wel vertrouwen in hebben dat de verkoop van alle beleggingsproducten gepaard gaat met een hoog niveau van productvoorlichting en discipline op het verkooppunt. Dit alleen waarborgt dat de consument eerlijk wordt behandeld en weloverwogen beslissingen kan nemen.
Ik verheug me over het duidelijke standpunt dat u heeft ingenomen in uw verslag over deze kwesties. Zoals u echter weet, ben ik niet iemand die besluiten neemt zonder dat ik eerst volledig overtuigd ben van de noodzaak tot verandering. Het harmoniseren of stroomlijnen van regelgeving op het gebied van openbaarmaking en distributie is een kostbaar en verstorend proces. Er kunnen objectieve redenen bestaan voor de noodzaak tot enige differentiatie tussen producttypen of distributiekanalen.
Daarom ben ik van mening dat het veel te vroeg is om te concluderen dat er in de bestaande regelgeving ter bescherming van beleggers tekortkomingen zijn die nieuwe horizontale wetgeving noodzakelijk maken. Later dit jaar zal ik met een mededeling komen waarin de bewijzen die we tijdens ons onderzoek hebben verzameld, zijn vastgelegd. We zullen vaststellen op welke terreinen verdere werkzaamheden noodzakelijk zijn om aangetoonde tekortkomingen in de bestaande beschermende regelgeving te onderzoeken en gericht te verhelpen.
Dan wil ik het hebben over de mobiliteit op het gebied van bankrekeningen. De verwezenlijking van een concurrerende en efficiënte markt voor bankrekeningen is een kernelement van onze strategie voor financiële retaildiensten. Veel consumenten worden regelmatig geconfronteerd met obstakels wanneer zij proberen over te stappen van de ene aanbieder naar de andere. Deze situatie mag niet voortduren en we verheugen ons daarom over uw steun in dit opzicht.
Ik ben verheugd over uw oproep aan de sector financiële dienstverlening om via zelfregulering te werken aan de verwezenlijking van de doelstellingen van het Groenboek en aldus de noodzaak tot bindende wettelijke besluiten te verminderen. Dit weerspiegelt ons streven, dat nog eens werd onderstreept in de evaluatie van de interne markt, om, wanneer dit nodig is of tot het gewenste resultaat kan leiden, eerder gebruik te maken van zelfregulerende maatregelen dan onze toevlucht te nemen tot wetgeving.
In dit verband hebben we het Europese bankwezen in november vorig jaar verzocht om voor medio 2008 een Europese gedragscode te ontwikkelen. Deze code moet een volledig uitgewerkte binnenlandse overstapservice bevatten die aan klanten ter beschikking dient te staan wanneer zij van bank willen veranderen. Het bankwezen hoeft dit niet uit het niets op te bouwen, maar kan profiteren van bestaande beste praktijken in enkele lidstaten.
Tot slot moet de verwezenlijking van een kwalitatief hoogstaande gedragscode door het bankwezen het doorslaggevende bewijs leveren voor de waarde van zelfregulering. Laat ik vandaag duidelijk zijn. Als de code niet beantwoordt aan de verwachtingen van de Commissie, moeten alternatieven, zoals een wetgevingsvoorstel, worden overwogen.
Zuzana Roithová, namens de PPE-DE-Fractie. – (CS) Mijnheer de Voorzitter, ik ben blij met het verslag van mijn collega de heer Karas, dat een zeer belangrijk onderwerp behandelt, namelijk de eenvoudige toegang tot bancaire diensten voor alle burgers en bedrijven in de Europese Unie. Dit zal bijdragen aan de openstelling, of beter gezegd de voltooiing, van onze interne markt. Ik wil echter uw aandacht vestigen op de zeer ernstige problemen met hoge bankkosten in veel lidstaten. In sommige van deze landen – en mijn eigen land, de Tsjechische Republiek, is een van de grootste boosdoeners – kunnen deze bankkosten belachelijk hoog zijn. Dit vraagt echt om buitenlandse concurrentie. Alleen in Polen zijn de kosten hoger dan in de Tsjechische Republiek. Anderzijds zijn banken in bijvoorbeeld Nederland en in Oostenrijk goedkoper.
De Commissie en het Parlement beschikken over de instrumenten om snel verandering te brengen in deze situatie (en die betreft ook de ongelooflijk hoge kosten voor de uitgifte van kredietkaarten). Het wegnemen van obstakels voor grensoverschrijdend elektronisch bankieren zou verbetering brengen in de situatie voor consumenten en zakelijke klanten, die zouden profiteren van gezonde economische concurrentie. Het is niet alleen noodzakelijk om bankkosten te verlagen en transparanter te maken, maar we moeten ons ook richten op verbetering van de kwaliteit van bancaire diensten en de financiële kennis van zowel consumenten als het midden- en kleinbedrijf. Als laatste, maar zeker niet onbelangrijkste punt, wil ik opmerken dat de Europese Unie aandacht zal moeten besteden aan de regulering van het zogenaamde microkrediet, wat een belangrijke stimulans kan vormen voor de elektronische (maar niet alleen de elektronische) handel. Dames en heren, het ligt in onze handen.
Antolín Sánchez Presedo, namens de PSE-Fractie. – (ES) Mijnheer de Voorzitter, commissaris Kroes, commissaris McCreevy, dames en heren, retailbanking speelt een essentiële rol in het dagelijks leven van gezinnen en de grote meerderheid van de Europese bedrijven. De sector is van grote economische betekenis, genereert circa twee procent van het communautaire BBP, zorgt voor meer dan drie miljoen banen en is de grootste banksector met een bruto-opbrengst van meer dan vijftig procent van de totale opbrengst in de EU.
Om het belang van deze sector te bevatten, moeten we bedenken dat een van zijn kenmerkende diensten, hypotheken, het grootste financiële risico is dat door Europese burgers wordt genomen, met openstaande saldi van circa vijftig procent van het BBP in de EU, en dat de omvang van beleggingsfondsen in de lidstaten tussen 4 en 24 procent van de binnenlandse economieën vormt.
Ondanks de voortschrijdende regulering van de sector en de verbeteringen als gevolg van de invoering van de euro, lijken de mogelijkheden voor integratie van de communautaire markten voor financiële dienstverlening en bevordering van de mededinging in de sector niet volledig benut te zijn.
Slechts één procent van de consumenten in de Europese Unie koopt grensoverschrijdend financiële diensten in. Er bestaan aanzienlijke prijsverschillen tussen entiteiten. De keuzemogelijkheden zijn beperkt. Er zijn nog steeds structurele hindernissen die het moeilijk maken om diensten te leveren en om deze diensten goed te laten functioneren tussen verschillende landen. De mate van winstgevendheid van retailbanking loopt zeer uiteen en vestigingen in de Noordse landen, Spanje en Ierland zitten boven het gemiddelde.
Al deze kwesties komen in de verslagen op redelijk evenwichtige wijze aan de orde. Ik complimenteer de rapporteurs, de heer Pittella en de heer Karas, en ik ben zeer tevreden dat er uiteindelijk aspecten zijn opgenomen zoals de erkenning van de rol van retailbanking in het naar behoren doorgeven van de voorwaarden van het monetaire beleid aan de markt, de waarde van de pluraliteit en verscheidenheid van handelsmodellen zoals banken, coöperaties en spaarbanken voor de Europese retailbanking, de aanwezigheid van een klimaat van samenwerking dat de concurrentie tussen onafhankelijke entiteiten bevordert, de behoefte aan een passend kader voor financiële tussenpersonen en meer vergelijkbaarheid van financiële producten.
Een beter functioneren van deze banksector zal leiden tot meer efficiëntie, zal bijdragen tot de ontwikkeling van het aanwezige potentieel in alle Europese regio’s en zal de toegang tot financiële diensten vereenvoudigen terwijl het bereik van deze diensten onder onze burgers wordt vergroot.
Margarita Starkevičiūtė, namens de ALDE-Fractie. – (LT) Het belangrijkste punt in het debat van vandaag is de vraag wat er moet worden gedaan om te waarborgen dat burgers in de EU ten volle gebruik kunnen maken van de voordelen van de interne markt in de financiële sector, die uitermate gefragmenteerd is. Hoe kunnen we dit probleem aanpakken? Er zijn drie mogelijke methoden. Allereerst door bevordering van de mobiliteit van de consument. Hoe kan dit worden bereikt? Allereerst moet de informatie over alle beschikbare producten worden gestandaardiseerd en moet de transparantie ten aanzien van de kosten van deze financiële retailproducten worden gewaarborgd, zodat de consument in staat wordt gesteld om te kiezen met behulp van bepaalde methoden – wellicht, zoals de heer Pittella voorstelde, een zoekmachine op het internet. We zijn niet bereid om akkoord te gaan met de noodzaak tot standaardisering van alle producten, omdat zij een afspiegeling moeten vormen van de maatschappelijke en culturele verschillen in de verschillende landen. Daarom moet standaardisering duidelijk worden omschreven. Daarnaast willen we consumenten in staat stellen om rekeningen te openen in andere landen. We hebben tegenwoordig het Schengengebied, waardoor iedereen zonder problemen van het ene land naar het andere kan verhuizen, registratie van gegevens is geen probleem meer. Banken hebben echter wel problemen met het openen van rekeningen voor burgers uit andere landen. Ik ben van mening dat dit onaanvaardbaar is in dit tijdperk van moderne technologie. Ik denk niet dat deze problemen simpelweg door zelfcoördinatie kunnen worden opgelost gezien het aantal retailbanken en de moeilijkheden die zij ondervinden bij het coördineren van hun activiteiten. Kan de Commissie voorstellen doen voor een initiatief in deze richting?
Een andere methode is het bevorderen van de mobiliteit van aanbieders, zodat zij hun diensten via het internet of sms kunnen aanbieden. In ieder geval moet het financieel bestuur vooraf worden geregeld, waarbij duidelijk wordt bepaald wie waarvoor verantwoordelijk is wanneer er iets verkeerd gaat. Tot slot wil ik commissaris Kroes zeggen dat we transparantie verwachten van de Commissie. Wat de kosten van betaalkaarten betreft: er worden momenteel nieuwe kosten ingevoerd, voorafgaand aan uw voorstel. Consumenten in de winkels zijn zich misschien zelfs niet bewust van de gestegen kosten, terwijl de banken bezig zijn zich aan te passen aan nieuwe eisen. Misschien moet informatie over de kosten van betaalkaarten op een grotere schaal en vaker bekend worden gemaakt, zodat klanten deze kunnen vergelijken en zo sterker staan tegenover de banken.
Roberto Fiore (NI). – (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, binnen het Parlement bestaat absoluut de wil om het Europese bankwezen te harmoniseren. Ik denk echter dat met name gezinnen en het MKB zich zorgen maken, vooral in mijn land, Italië, over bepaalde praktijken die door het publiek momenteel zeer kritisch en grondig onder de loep worden genomen.
Daarbij gaat het bijvoorbeeld om de maximale debetrente en samengestelde interest ofwel rente op rente. Dit zijn praktijken waarover een conflict is ontstaan met het constitutioneel hof en het hof van cassatie. Ik begrijp daarom niet hoe men kan spreken over transparantie van tarieven of duidelijkheid over de wijze waarop tarieven worden betaald, wanneer er in een land als Italië nog steeds zulke ernstige conflicten tussen banken en gerechtelijke overheden bestaan.
Hetzelfde geldt voor de flexibiliteit van leningen. Op dit moment bestaat er met name bezorgdheid over het feit dat duizenden of honderdduizenden gezinnen worden geconfronteerd met ernstige problemen ten aanzien van de flexibiliteit van leningen. Ik vind daarom dat het Parlement bovenal het nationale bankwezen op het goede pad moet brengen wat eerlijkere criteria betreft.
Harald Ettl (PSE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, zowel uit het verslag-Karas als uit het verslag-Pittella blijkt dat er in de sector financiële retaildiensten, zoals bankrekeningen, leningen en verzekeringen, nog veel te doen valt voor de consument. Banken, waarvan het marktvolume voor rond de vijftig procent wordt beïnvloed door retailactiviteiten, zijn niet meer geïnteresseerd in de mobiliteit van de klant en helaas slechts in beperkte mate in transparante benchmarking. Zelfs deze in wezen goede, maar vaak verkeerd geïnterpreteerde vertrouwensrelatie tussen banken en hun klanten houdt minder verband met en draagt minder bij tot de mobiliteit van de klant en de bevordering van de mededinging.
De mededingingssituatie kan daarom op de eerste plaats worden gecorrigeerd door goed voorgelichte en geïnformeerde klanten. We hebben tenslotte ook een communautaire begrotingslijn voor financiële marktkennis in consumenten- en MKB-organisaties. Daar wil ik u alleen even aan herinneren.
Daarnaast mag het wegnemen van belemmeringen er niet toe leiden dat het niveau van consumentenbescherming verslechtert. Bovendien vormt de eis van collectieve rechtshulp in grensoverschrijdende processen betreffende financiële producten, waartoe is besloten in de Commissie interne markt en consumentenbescherming, een passende aanvulling voor eerlijke marktomstandigheden. Over het algemeen echter moeten nieuwe financiële producten objectief en correct worden voorgesteld.
De Commissie wordt verzocht om wettelijke vereisten voor informatie, verkoop en organisatie van vergelijkbare producten voor particuliere klanten te verankeren in alle wetgeving voor de financiële markt. De uitgangspunten van de MiFID-richtlijn inzake het beste advies zouden met name ook moeten gelden voor bijvoorbeeld aan beleggingseenheden gekoppelde levensverzekeringen en andere spaarproducten voor de lange termijn. Het uitgangspunt van ons handelen moet zijn dat we de consument, de klant helpen en zo een florerende markt creëren.
Wolf Klinz (ALDE). – (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, allereerst wil ik de heer Pittella en de heer Karas bedanken voor hun verslagen. Ik deel hun conclusie die een rode draad vormt door het verslag, namelijk dat iedere burger in de Europese Unie toegang moet hebben tot bancaire diensten. Staat u mij niettemin toe om drie kanttekeningen te plaatsen.
Allereerst wat de mobiliteit van klanten betreft: ja, in een volledig functionerende interne markt streven we ernaar dat iedere klant ook grensoverschrijdende toegang heeft tot bancaire diensten. Aan dit recht zijn echter ook verantwoordelijkheden verbonden. Ik ben daarom enigszins voorzichtig wanneer hier wordt geëist dat wanneer een klant zijn bank op de hoogte heeft gesteld dat hij wil overstappen naar een andere bank en hij de bijzonderheden van zijn nieuwe bankrekening niet op tijd heeft, het risico bij zijn huidige bank moet liggen. Dat is niet juist! Klanten moeten de verantwoordelijkheid dragen voor hun eigen daden en moeten naast de rechten ook deze verantwoordelijkheid persoonlijk op zich nemen. We moeten niet de rol spelen van diegenen die klanten uit de penarie helpen wanneer zij door hun eigen schuld in dit dilemma terechtkomen.
Ten tweede: voorlichting aan klanten. Ik kan het alleen maar eens zijn met de vorige spreker, de heer Ettl. We hebben nog steeds vaak te maken met vergelijkbare producten die elkaar beconcurreren en niet dezelfde transparantie hebben, omdat zij moeten voldoen aan verschillende verplichtingen voor informatieverstrekking. Dit is niet juist! Ik ben er een groot voorstander van dat klanten informatie krijgen, maar het is ook zo dat we de baby niet met het badwater moeten weggooien en klanten moeten overspoelen met te veel informatie. Klanten moeten de nodige informatie krijgen om zelf verantwoorde beslissingen te kunnen nemen, maar kwaliteit gaat hier boven kwantiteit.
Tot slot kom ik terug op de bankstructuren. Ik ben het met de heer Karas eens dat we inderdaad verschillende historisch gegroeide bankstructuren hebben in de afzonderlijke lidstaten. In het ene land zijn er uitsluitend particuliere banken, in andere zijn er ook spaarbanken, kredietcoöperaties, staatsbanken en dergelijke meer. Het is niet onze taak om het bankwezen te reorganiseren. Als dit al zou moeten gebeuren, zouden de lidstaten dit moeten doen. Het is echter evenmin onze taak om tradities voor te zetten. Ik denk dat de markt moet beslissen of de structuren zo blijven als ze zijn of dat zij moeten worden veranderd. Diensten, het productaanbod, diensten die afzonderlijke marktdeelnemers hun klanten aanbieden – zij moeten beslissen. We moeten niet centraal beslissingen gaan nemen.
Mairead McGuinness (PPE-DE). - (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil graag kort ingaan op een deel van dit debat.
Het punt van voorlichting aan de consument is heel belangrijk. We moeten ervoor zorgen dat consumenten inzicht hebben in financiële diensten en we moeten ons met name richten op jongeren die kredietkaarten gebruiken alsof hun leven ervan afhangt.
Maar ik wil alleen maar zeggen dat diegenen onder ons die dachten dat ze goed waren voorgelicht, ook wel eens een financiële misstap begaan. Ik bedoel, laten diegenen die zijn gevallen voor een hypotheek met gemengde levensverzekering maar hun hand opsteken. Ik moet dan beide handen in de lucht steken. Dus zelfs met voorlichting en kennis worden er fouten gemaakt en worden de verkeerde producten aan de consument verkocht.
Ik weet niet hoe lang de Commissie de gedragscodes gaat uitproberen voordat zij met wetgeving komt. Ik ben geen voorstander van wetgeving als dat niet nodig is, maar soms is er behoefte aan betere wetgeving die doeltreffend is vanuit het oogpunt van de consument. Er is momenteel sprake van een krimping van het kredietaanbod. Terwijl in het Ierse bankwezen eerst met geld werd gestrooid en volledige hypotheken de norm waren, hebben we nu de tegenovergestelde situatie met de financiële beknotting. Dit is een kwestie die ons allemaal aangaat en ik hoop dat dit debat zal bijdragen tot betere financiële diensten voor de Europese consument.
Neelie Kroes, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, ik wil de geachte leden nogmaals bedanken voor hun werk op dit punt. Er is op gewezen dat we transparantie nodig hebben en een duidelijk overzicht over wat dit met zich meebrengt voor de consument. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit, maar soms is er een beetje kwantiteit nodig om de kwaliteit te krijgen.
De Commissie is zeer verheugd over uw duidelijke steun voor de noodzaak tot het treffen van maatregelen. We beseffen dat we het efficiëntieniveau en het functioneren van de sector retailbanking moeten verbeteren, een sector die gefragmenteerd blijft langs nationale lijnen. Dat is niet in overeenstemming met de interne markt waar we allemaal in geloven. Daarom is de sector retailbanking – dat is een open deur – van wezenlijk belang voor ons allen, voor alle consumenten en de economie in haar totaliteit. Het verslag van het Parlement weerspiegelt het belang dat ook u aan dit terrein hecht.
Mevrouw Roithová sprak over de situatie in haar land, maar merkte op dat niet alleen in haar land de hoge kosten vaak het gevolg zijn van een gefragmenteerde markt met slechts enkele spelers. De situatie die we aantroffen in het sectoraal onderzoek, wat ik al aanstipte, is heel duidelijk.
We denken en verwachten dat de invoering van SEPA een antwoord zal zijn op veel van de problemen, omdat dit de grensoverschrijdende concurrentie zal vereenvoudigen en dat is nodig. Het is een op de markt gerichte benadering die zou moeten werken. We staan daarom volledig achter dit initiatief en werken samen met de sector om te zorgen dat de doelstellingen van SEPA worden verwezenlijkt. De heer Sánchez Presedo zei terecht dat bevordering van de concurrentie van wezenlijk belang is voor de hele benadering, omdat we allemaal beseffen dat de banken bij het ontbreken van concurrentie zullen proberen ons beet te nemen.
Wat de feitelijke kosten van betaalkaarten betreft, waarover mevrouw Starkevičiūtė een vraag stelde, delen we de behoefte van het geachte lid aan meer transparantie in de markt. Als voorstanders van concurrentie moeten we ons bewust zijn van wat er speelt in de markt. Het feit dat niet duidelijk was waarom consumenten hier baat bij zouden hebben, was een van de redenen om de afwikkelingsprovisies van MasterCard te verbieden – dat was duidelijk. Ons doel is om te zorgen dat tarieven duidelijke en verifieerbare voordelen opleveren voor de consument.
De heer Klinz sprak terecht over rechten en deze zijn altijd verbonden met verantwoordelijkheden: niet alleen van de klant, maar van ons allen – de banken en alle betrokken partijen. We hebben meer transparantie nodig, we moeten duidelijk zijn over wat we eruit pikken. De veranderingen van de markt zullen hopelijk die richting uitgaan.
Charlie McCreevy, lid van de Commissie. − (EN) Mijnheer de Voorzitter, zoals ik al eerder opmerkte, zijn de verslagen een uitstekend stukje werk. Ze zijn grondig en samenhangend en zullen een aanzienlijke bijdrage leveren aan ons lopende werk op het gebied van retail- en financiële diensten.
Ik heb er begrip voor dat sommige mensen willen dat wij sneller te werk gaan wat sommige van de initiatieven betreft, maar snelheid staat niet altijd gelijk aan gelijkheid. We staan voor ons uitgangspunt van betere regelgeving, met inbegrip van grondige effectbeoordelingen. Sommige van onze initiatieven, zoals bankrekeningen, zijn al verscheidene jaren onderweg en moeten dit jaar hun vruchten afwerpen. Andere, zoals ons werk op het gebied van beleggingsprojecten voor de consument, zijn van enigszins recentere datum en vergen meer onderzoek voordat we definitieve conclusies kunnen trekken.
Mevrouw Roithová sprak over bankkosten en mijn collega Neelie Kroes heeft dat onderwerp al behandeld. Ik wil er alleen nog op wijzen dat we kosten als zodanig niet kunnen reguleren, maar we hebben echt behoefte aan daadwerkelijke concurrentie en de mogelijkheid voor consumenten om eenvoudig van aanbieder te kunnen veranderen als ze ontevreden zijn. Natuurlijk willen we het makkelijker maken voor hen om over te stappen en een grote verscheidenheid aan spelers in de markt hebben. Dat op zich zal de prijzen doen dalen. Mevrouw Margarita Starkevičiūtė stelde een aantal kwesties aan de orde. Ik heb al haar aanwijzigen opgeschreven en we zullen ze, voor zover mogelijk, opvolgen. De heer Ettl sprak over retailbanken. Het Groenboek dat we hebben gepubliceerd, gaat gedetailleerd in op enkele van deze punten van daadwerkelijke zorg.
Ik ben het doorgaans eens met mijn vriend de heer Wolf Klinz, maar ik bespeurde, tenzij ik het verkeerd heb begrepen, dat hij niet zo bezorgd was over het veranderen van bankrekening. We streven ernaar om consumenten in staat te stellen om binnen lidstaten eenvoudig van bankrekening te veranderen. Ik wil er alleen op wijzen dat je hier geen raketgeleerde voor hoeft te zijn. Andere lidstaten hebben zich gewaagd aan gedragscodes en zijn daar vrij eenvoudig in geslaagd. We hebben het bankwezen de gelegenheid gegeven voor zelfregulering op dit specifieke gebied. Ik heb enkele vertegenwoordigers ervan ontmoet. Sommige komen met allerlei fantastische en wonderbaarlijke excuses waarom het niet zou kunnen, maar ik kan hen verzekeren dat we hier niet te maken hebben met astrofysica. Het is vrij eenvoudig te doen en biedt hun de gelegenheid om aan te tonen dat zelfregulering de beste optie is. Maar, zoals ik al eerder zei, als we dit niet doen, beschikken we nog over andere alternatieven.
Ik ben het echter wel eens met het tweede punt van de heer Klinz over de bankstructuren in verschillende lidstaten. Het is volledig aan de afzonderlijke lidstaten om dit te organiseren, en er zijn verschillende bankstructuren in alle lidstaten. Een lidstaat kan zijn structuren naar eigen inzicht organiseren, maar als een structuur het vrijemarktgebied betreedt, moet deze zich houden aan de regels van het Verdrag en dat kan soms tot conflicten leiden. De organisatie van de bankstructuur in een lidstaat is echter uitsluitend een zaak van de betreffende lidstaat.
Ik ben het eens met mevrouw McGuinness wat de gang van zaken met gedragscodes betreft. Ze verwees naar de fantastische fase van de hypotheken met gemengde levensverzekering. Ikzelf was enigszins schoorvoetend om me ooit op dat pad te begeven en wist me er jarenlang tegen te verzetten, maar op een gegeven moment stond ik mezelf toch toe om, samen met iemand anders, een dergelijke hypotheek te nemen. Ik hoorde bij de gelukkigen. Ik bleek aan het eind van de periode winst te hebben gemaakt, wat een verrassing was voor mij en alle anderen gezien mijn eerdere schoorvoetendheid op dat gebied.
Ik denk echter niet dat het iemand te verwijten valt hoe het met hypotheken met gemengde levensverzekering is gelopen. Het was de waan van de dag. Iedereen geloofde er toen in dat het op die manier moest gebeuren en er was behoorlijk veel agressieve verkoop. Maar ik denk dat zolang de consument zich bewust is van veel van de valkuilen, dat precies is wat gedragscodes of alle vormen van consumentenbescherming zouden moeten doen. Ik zeg altijd tegen zakenmensen, in grote en kleine bedrijven – en we moeten dat als consument beseffen – als iets er te goed uitziet, dan is het te goed.
Gianni Pittella, rapporteur. − (IT) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, ik wil snel alle leden die hebben gesproken, bedanken en in dank ook nogmaals de commissarissen en de heer Karas.
Ik wil heel even stilstaan bij de afwikkelingsprovisies. Mijn voorstel voor richtsnoeren is gebaseerd op de overtuiging – en natuurlijk hoeven we het op dit punt niet met elkaar eens te zijn, mevrouw Kroes – dat de afwikkelingsprovisies nuttig zijn voor de ontwikkeling en de efficiëntie van het betalingsinstrument. Bovendien bestaat het risico dat zonder afwikkelingprovisies de consumenten opdraaien voor de kosten.
Wat betreft de vraag wat de beste benadering is van de regulering van de financiële markten: ik geloof – en dat heb ik diverse keren gezegd tegen commissaris McCreevy – dat ondergereguleerde en slecht gereguleerde financiële markten en de vaak ineffectieve zelfregulering door de banksector elementen zijn waarvan de negatieve gevolgen door de huidige financiële crisis duidelijk aan het licht zijn gebracht.
Ik geloof derhalve dat het onjuist zou zijn te denken dat de integratie van de financiële retailsector louter door middel van zelfregulering door de sector op behoorlijke wijze kan worden voltooid. De markt voor financiële consumentenproducten zal zichzelf pas goed geïntegreerd kunnen noemen als de volledige harmonisering die met de regels voor consumentenbescherming wordt beoogd, is bereikt en gegarandeerd. De beste manier om dit voor elkaar te krijgen is door middel van een wetgevingsinitiatief van de Commissie.
Othmar Karas, rapporteur. − (DE) Mijnheer de Voorzitter, dames en heren, evenals aan het begin wil ik nogmaals alle betrokkenen bedanken en ik verzoek de Commissie de voorstellen van het Parlement volledig in haar wetgevingsoverwegingen op te nemen.
Het tweede punt is een tip. Ik wijs mijn collega-Parlementsleden erop dat in het Huis wordt gedebatteerd over het verslag over consumentenvoorlichting in de financiële dienstensector – we hebben het er vandaag veel over gehad – en in het najaar zal het verslag plenair worden besproken.
Een ander punt is dat we niet moeten vergeten dat de verschillende belastingstelsels van de lidstaten een groot obstakel zijn voor de levering van grensoverschrijdende financiële diensten en dat dit ook leidt tot een kleinere interoperabiliteit, met name waar financiële producten om belastingtechnische redenen worden aangeprezen. Ik doe ook een beroep op de sector en de banken om vooruitlopend op de doelstelling van dit Groenboek zelfregulering toe te passen. Wat standaardisering en productdiversiteit betreft: zolang de standaardisering de productdiversiteit niet in gevaar brengt, moeten we daar ook ja tegen zeggen. Wat betreft de bankkosten, die mevrouw Roithová onder de aandacht bracht: de Commissie heeft al naar de SEPA verwezen.
Er bestaan echter nog veel meer obstakels, zoals het obstakel dat rechten die zijn verworven in het ene land, vaak niet naar een ander land kunnen worden overgebracht en het obstakel dat een rekening kan worden geopend als de woonplaats wordt opgegeven. En dan is er nog het ontbreken van een definitie van e-commerce: het grensoverschrijdend betalingsverkeer functioneert, maar bij het openen van een rekening en ook als het gaat om andere rechten, is sprake van obstakels, die we uit de weg moeten ruimen. Er moet nog een hoop gebeuren om voorstellen op tafel te krijgen. We moeten resultaten zien te boeken en daar moeten we consequent aan blijven werken.
De Voorzitter. − Het debat is gesloten.
De stemming vindt morgen plaats.
Schriftelijke verklaringen (artikel 142)
Zita Pleštinská (PPE-DE), schriftelijk. – (SK) Een goed functionerende integrale financiële markt is een noodzakelijke voorwaarde voor de verwezenlijking van de agenda van Lissabon. Banken spelen een essentiële rol in het doorgeven van de voorwaarden van het monetaire beleid, inzonderheid aan het midden- en kleinbedrijf en de consument. Veel cliënten willen wel gebruik maken van grensoverschrijdende financiële diensten, maar het openen van een rekening bij een bank in een andere lidstaat gaat gepaard met zoveel bureaucratie dat cliënten vaak ontmoedigd raken.
De Europese banksector moet zijn procedures voor het openen van een rekening verbeteren en vereenvoudigen. Bankafschriften zitten nog steeds zeer ingewikkeld in elkaar en veel consumenten begrijpen ze niet. De complexiteit van financiële producten maakt het moeilijk voor consumenten om zaakkundige beslissingen te nemen. Consumenten worden ook opgezadeld met onevenredig hoge bankkosten voor diensten en voor de uitgifte van creditcards.
Ik denk dat de EU niet zozeer de bankkosten hoeft te reguleren, maar ervoor moet zorgen dat de banksector concurrerend is. Goed geïnformeerde consumenten vormen een wezenlijk onderdeel van de economische concurrentie tussen banken.
Ik geloof dat consumentenorganisaties een belangrijke rol spelen omdat zij kunnen aangeven welke informatie ze noodzakelijk achten om consumenten in staat te stellen de juiste keuzes te maken als het gaat om bankproducten. Zij kunnen financiële voorlichtingsprogramma’s coördineren gericht op het vergroten van de bewustwording van consumenten ten aanzien van de mogelijkheden inzake hun financieel beheer. Ze kunnen ook zeer kwetsbare consumenten helpen.
Ik denk dat er in de EU een tijd komt dat consumentenorganisaties niet meer voor hun bestaan hoeven te vechten. Als ze eenmaal verantwoordelijk zijn voor het consumentenbeleid, zullen ze het belang van financiën begrijpen.
Katrin Saks (PSE), schriftelijk. – (EN) De Commissie presenteert in haar Groenboek over financiële diensten voor consumenten drie strategieën om de integratie van de financiële retailmarkten te bespoedigen: lagere prijzen en meer keuze, een verbetering van de positie van de consument en versterking van het consumentenvertrouwen.
Om te beginnen zal ik ingaan op de positie van de consument en benadruk ik het belang van beter inzicht van consumenten in financiële aangelegenheden. Tijdens de recente hoorzitting over financiële voorlichting voor consumenten zagen we een aantal praktische voorbeelden van financiële voorlichtingsprogramma’s voor consumenten. Er zouden verdere inspanningen kunnen worden gedaan om beste praktijken op dit gebied te delen met andere lidstaten en daarbij denk ik met name aan de nieuwe lidstaten.
Wat meer keuze voor de consument betreft: het is duidelijk dat consumenten die van aanbieder van financiële diensten willen veranderen, dit met een minimum aan kosten en juridische obstakels moeten kunnen doen.
Wat de informatie voor de consument betreft: de consument zoveel mogelijk informatie geven is niet genoeg. De consument overladen met informatie leidt tot een averechts effect. Er moet evenwel voldoende informatie worden geboden om de consument in staat te stellen weloverwogen keuzes te maken.
Silvia-Adriana Ţicău (PSE), schriftelijk. – (RO) In overeenstemming met het verslag-Pittella is in het sectoronderzoek een analyse gemaakt van de concurrentiesituatie met betrekking tot betalingssystemen, waaronder betaalpassystemen, kredietkantoren, samenwerking tussen banken en het prijs- en vereffeningsbeleid. Het onderzoek toont aan dat er significante verschillen bestaan tussen de provisies die voor bankpassen worden betaald. Zo kwam aan het licht dat het grootste deel van de nationale debetkaartnetwerken veel lagere interbancaire provisies in rekening brengt dan de internationale netwerken en dat, in de meeste lidstaten, het grootste deel van de banken aanvragen voor hypotheekkredieten, persoonlijke kredieten en leningen aan het MKB honoreert bij het openen van een lopende rekening.
Meestal heeft de cliënt niet dezelfde onderhandelingsbevoegdheid wanneer deze een overeenkomst aangaat met de bank waar hij cliënt wordt. De cliënt tekent een contract dat hij niet altijd leest en zelfs als hij dat wel doet en hij aanpassingen voorstelt, is dat niet mogelijk. Gezien dit gegeven ben ik van oordeel dat de bevoegde regelgevende autoriteiten moeten toezien op de vorm van de contracten die de banken aanbieden om de belangen van zowel de cliënten als de banken te beschermen. Ik vind dat het verplicht zou moeten zijn dat een cliënt die een rekening opent, van te voren een beknopte overzicht krijgt van de kosten die in rekening worden gebracht zolang hij van de rekening gebruik maakt.